Jaarverslag 2008

36
In oktober 2008 zijn we binnen het Sint-Franciskusziekenhuis overge- gaan tot het invoeren van polsbandjes, verplicht voor elke opgenomen dagziekenhuispatiënt. Op het polsbandje wordt een patiëntenklever aangebracht met een barcode, die kan ingescand worden. De patiëntenklever wordt beschermd door een doorschijnend kleefschild. Het invoeren van polsbandjes heeft een aantal grote voordelen, met name de herkenbaarheid van de patiënten, het verhogen van de veiligheid op verschil- lende niveaus (verwarde patiënten, herkennen niet-geautoriseerde personen binnen het ziekenhuis, vermijden foute identificatie door inlezen patiënten- klever…), multipele toepassingen van inscannen van de polsband voor onderzoeken, OK, … De polsbandjes zijn op alle afdelingen ingevoerd, inclusief het dagziekenhuis. Het aanmeten van de polsbandjes en het aanbrengen van de patiëntenklever, gebeurt voor geplande opnames op de afdeling waar de patiënt wordt opge- nomen door de verpleegkundige die de anamnese afneemt. Voor ongeplande opnames via spoedgevallen, gebeurt het aanbrengen van het polsbandje en bevestigen van de patiëntenklever door de spoedverpleegkundige die toege- wezen is aan de patiënt. Voor baby’s en kleine kinderen zijn aangepaste bandjes voorzien. Een eerste audit geeft aan dat alle afdelingen de polsbandjes aan al hun patiënten correct aanmeten. Invoering identificatiebandjes in het SFZ Bert Appermans, Zorgcoördinator

description

Jaarverslag SFZ 2008

Transcript of Jaarverslag 2008

Page 1: Jaarverslag 2008

In oktober 2008 zijn we binnen het Sint-Franciskusziekenhuis overge-gaan tot het invoeren van polsbandjes, verplicht voor elke opgenomen dagziekenhuispatiënt. Op het polsbandje wordt een patiëntenklever aangebracht met een barcode, die kan ingescand worden. De patiënten klever wordt beschermd door een doorschijnend kleefschild.

Het invoeren van polsbandjes heeft een aantal grote voordelen, met name de herkenbaarheid van de patiënten, het verhogen van de veiligheid op verschil-lende niveaus (verwarde patiënten, herkennen niet-geautoriseerde personen binnen het ziekenhuis, vermijden foute identificatie door inlezen patiënten-klever…), multipele toepassingen van inscannen van de polsband voor onderzoeken, OK, … De polsbandjes zijn op alle afdelingen ingevoerd, inclusief het dagziekenhuis.

Het aanmeten van de polsbandjes en het aanbrengen van de patiëntenklever, gebeurt voor geplande opnames op de afdeling waar de patiënt wordt opge-nomen door de verpleegkundige die de anamnese afneemt. Voor ongeplande opnames via spoedgevallen, gebeurt het aanbrengen van het polsbandje en bevestigen van de patiëntenklever door de spoedverpleegkundige die toege-wezen is aan de patiënt. Voor baby’s en kleine kinderen zijn aangepaste bandjes voorzien.

Een eerste audit geeft aan dat alle afdelingen de polsbandjes aan al hun patiënten correct aanmeten.

Invoering identificatiebandjes in het SFZ

Bert Appermans,Zorgcoördinator

Page 2: Jaarverslag 2008

Jaarverslag 2008

introMedisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 23 - juli - augustus - september 2009Driemaandelijks tijdschriftHasselt mailP509331

Afze

ndad

res:

Sin

t-Fr

anci

skus

ziek

enhu

is, t

.a.v

. Dhr

. Bor

man

s, P

asto

or P

aqua

ylaa

n 12

9, 3

550

Heus

den-

Zold

er.

Page 3: Jaarverslag 2008

ColofonAlgemeenSint-FranciskusziekenhuisPastoor Paquaylaan 1293550 Heusden-Zolder

Medisch Centrum BeringenHospitaalstraat 273582 Beringen

telefoon:011 57 91 11 (algemeen)011 57 94 94 (polikliniek)011 45 76 00 (MC Beringen)fax: 011 57 94 00website: www.sfz.be

Algemeen directeur: Dhr. E. BormansMedisch directeur: Dr. L. Geutjens

RedactieraadHoofdredactie:Dr. S. LoonbeekRedactie:Dr. L. GeutjensDr. N. RausMevr. D. Mombers

V.U.: Dhr. E. Bormans

Hebben meegewerkt:Dhr. E. Bormans, Mevr. A. Vanheel,Mevr. K. Elsen, Dhr. D. Trappeniers,Dhr. P. Brouwers, Dhr. P. Siborgs,Dhr. J. Ruysen, Dhr. B. Appermans,Mevr. M. Quintens, Mevr. K. Vandersanden,Mevr. K. Bogaerts, Mevr. G. Janssen,Dhr. D. Deferm, Dhr. G. Deelkens,Mevr. M. Claes, Dr. S. Estercam,Dhr. K. Vandingenen, Dhr. R. Claes.

Foto’s:Dhr. K. DextersMevr. D. Mombers

introMedisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 23 - juli 2009Driemaandelijks

Beste lezer,

In deze zomeruitgave van de “Intro” blik-ken we traditiegetrouw terug op het afge-lopen jaar. 2008 zal de geschiedenis ingaan als een zeer bijzonder jaar. De eer-ste helft van het jaar kenmerkte zich door ongekende prijsstijgingen en een inflatie die pijlsnel de hoogte inging. Grondstofprijzen gingen de lucht in en olie werd bijna onbetaalbaar. In de tweede helft van het jaar kwam er snel een einde aan deze beweging en dook de wereld een eco-nomische crisis in, waarvan de impact en draagwijdte nog steeds niet gekend zijn.

Voor het Sint-Franciskusziekenhuis is 2008 een bijzonder goed jaar geweest, zowel op gebied van activiteit, uitbouw van onze dienstverlening en het medisch aan-bod als op het gebied van de economische bedrijfsvoering. De crisis is in onze sector nog niet direct voelbaar, maar ongetwijfeld zullen ook wij de komende jaren de gevol-gen ervan dragen. Het RIZIV-budget zal immers ongetwijfeld sterk onder druk komen te staan.

De belangrijkste realisaties van 2008 komen verder in dit nummer meer uitge-breid aan bod. We hebben dit jaar gekozen voor een indeling in 6 grote thema’s.

We starten met de kern van onze opdracht: ‘Helen met Kunde’ namelijk de optimale zorg voor onze patiënt. Dit is en blijft onze primaire opdracht en krijgt steeds de hoog-ste prioriteit. Dit neemt niet weg dat er ook veel aandacht wordt besteed aan de rand-processen die noodzakelijk zijn om deze hoofddoelstelling te kunnen blijven realise-ren.

In een tweede hoofdstuk gaan we wat verder in op de ‘Visie voor morgen’. Ook in een ziekenhuisomgeving geldt immers het principe dat ‘stilstaan gelijk is aan achteruitgaan’. Ons ziekenhuis staat bekend als een organisatie die steeds in beweging is en vooruitkijkt om klaar te zijn voor de toe-komstige evoluties, zowel op medisch vlak als op vlak van IT, infrastructuur en orga-nisatie. Samenwerkingsverbanden en netwerken staan hierbij absoluut centraal.

In het luik ‘Extensief en Innovatief’ zoomen we wat nader in op een aantal concrete projecten zoals de rugrevalidatie, het geria-trisch dagziekenhuis en het project mind-fulness.

Zonder onze medewerkers en artsen zou-den wij echter geen enkele van onze doel-stellingen kunnen realiseren. In het luik

introErwin Bormans,Algemeen directeur

2 introjuli 2009

Page 4: Jaarverslag 2008

‘Personeel en Organisatie’ gaan we wat nader in op concrete humanresourcesprojecten van vorig jaar.

De kwaliteit van onze dienstverlening krijgt al geruime tijd veel aandacht binnen ons zieken-huis. Op basis van allerhande metingen en enquêtes, maar ook vanuit het klachtenbeleid en via de medewerkers zelf krijgen we tal van verbetermogelijkheden aangereikt. Deze wor-den omgezet in projecten en opgenomen bin-nen de beleidsdoelstellingen van de verschil-lende afdelingen of overkoepelend voor het volledige ziekenhuis. Binnen dit kwaliteits-beleid krijgt het onderdeel patiëntveiligheid steeds meer aandacht. In het hoofdstuk ‘Quality Care’ gaan we hier nader op in.

Midden in dit nummer vindt u de activiteits- en financiële cijfers. Een gezonde bedrijfsvoering is in een ziekenhuis geen primaire doelstelling, maar wel een noodzakelijke voorwaarde om al onze doelstellingen en projecten (inclusief onze belangrijke infrastructuurwerken) te kunnen realiseren. De exploitatieoverschotten die we de afgelopen jaren hebben kunnen realiseren, vertegenwoordigen een belangrijke veiligheids-marge voor de toekomst.

Wij wensen u veel leesgenot.

3intro juli 2009

Page 5: Jaarverslag 2008

Binnen een kleinschalig ziekenhuis betekent dit dat we met beperkte middelen en mogelijkheden optimale resultaten willen bereiken. Externe doelgroepen Ook als regionaal ziekenhuis moeten we ons profileren naar onze externe doelgroepen: •patiënten en hun familie•verwijzers en andere actoren in de gezondheidszorg•samenwerkende organisaties De eerste belangrijke stappen naar klantgerichte communicatie richtten zich op een effectieve, moderne patiëntenvoorlichting. Het ontwikkelen van een huisstijl voor de nieuwe brochures, fly-ers, folders, affiches voor diverse afdelingen, vormde een rode draad doorheen het werkjaar. Voor afdelingen die (over)belast zijn met een grote ‘core’-opdracht, betekent dit een extra inspanning waar we als dienst communicatie een belangrijke ondersteunende taak hebben.

Een greep uit de realisaties van het voorbije werkjaar:•Folders/brochures/fotoboeken op maat van

de afdelingen en themagericht zoals slik-problemen, rugrevalidatie, mindfulness …

•Affiches onder andere met betrekking tot babymassage, identificatiebandjes

•Aankondiging van nieuwe artsen•Extern jaarverslag•Meewerken aan de Intro, ons medisch infor-

matieblad•Vernissages in de inkomhal: kunstkring,

kunstenaars•Open bedrijvendag•Signalisatie: 2de fase•Bewegende beelden •Pers: Mona, Mug, nieuwe Rx-zaal, uitbouw

van het ziekenhuis, OBD….•Care Jobs, gemeentelijke brochures…•Infomailings Interne profileringInterne communicatie tussen de verschillende professionals in de zorg als artsen, verpleegkun-digen, paramedici en administratieve medewer-kers is een complexe opdracht. We streven ernaar om iedereen zoveel mogelijk en tijdig te informeren over de interne bewegingen binnen de verschillende diensten en het gehele zieken-huis. Een goed gestroomlijnde communicatie zorgt immers voor een positieve energie binnen en buiten het ziekenhuis. Ook de dienst commu-nicatie wil meewerken aan een transparant communicatieproces.

Binnen dit ziekenhuis maken we gebruik van •14-daagse nieuwsbrieven•trimestrieel personeelsblad de Schakel•rondzendmailings•intern jaarverslag•intranet•screensaver•en andere klassieke communicatiemiddelen

zoals infoborden, dienstvergaderingen, ... Kleinschalige maar soms belangrijke evenemen-ten als de ‘dag van de verpleegkundige’ (voor ons ‘dag van de ziekenhuismedewerker’),exposantenmeetings als jobbeurzen, patiënten-infodagen, symposia…maken op jaarbasis een belangrijk onderdeel van de jobinhoud.Al deze projecten worden van de redactionele samenstelling tot de grafische opvolging door de dienst gecoördineerd en uitgewerkt. Nood aan opleiding in mediatraining (foto, fil-men, grafische programma’s …) voor de mede-werkers van deze dienst blijft een ‘must’. We hopen ook dit jaar weer mee te kunnen instappen in dynamische projecten binnen deze ziekenhuiswereld. De vernieuwing van de web-site en de uitbouw van een patiënteninformatie-kiosk zijn twee belangrijke uitdagingen die op het programma staan.

Tegelijk is het noodzakelijk om als afdeling communicatie in een ziekenhuis de taken af te bakenen en duidelijk te zijn in waar je voor staat.

Diane Mombers, Verantwoordelijke

dienst communicatie

De veelzijdigheid van een ‘dienst’ communicatieProfessionele communicatie is de laatste jaren een steeds meer erkende kritische succesfactor binnen de gezondheidszorg. Zorgorganisaties als ziekenhuizen hebben een complexe organisatie-structuur, die bijzondere eisen stelt aan communicatie.

4 introjuli 2009

Page 6: Jaarverslag 2008

Succesformule voor het Sint-Franciskus- ziekenhuis

Belangrijke troeven voor het welslagen van deze opendeurdag zijn: •Het onvoorwaardelijk engagement van

verpleegkundigen, paramedici en genees-heren•Bezoek op de werkvloer doorheen heel het

ziekenhuis•Met diverse doe-activiteiten en live-demo’s•Grote diversiteit in het aangeboden program-

ma

Het onvoorwaardelijk engagement van de ziekenhuismedewerkersHet persoonlijk contact tussen de artsen, ver-pleegkundigen, paramedici en de bezoekers is een unieke kans op een wederzijdse kennisma-king en inhoudelijke introductie op de werkvloer. Door het enthousiaste en deskundige onthaal van zovele medewerkers kon menig bezoeker getuige zijn van hun onvoorwaardelijke engagement en beroepsfierheid.

Route doorheen heel het ziekenhuisTijdens de Open Bedrijvendag werd een beweg-wijzering doorheen het ziekenhuis uitgewerkt,

rekening houdend met respect voor de opgeno-men patiënt. In het aangeboden programma werden vooral doe-activiteiten en live-demo’s uitgebouwd. Het opsnuiven van de sfeer doorheen de gangen en bezigheden liet letterlijk toe een blik te werpen achter de schermen.

Grote diversiteit in het programmaDiverse teams (diabetesteam, ergo, kinesithera-pie, dienst patiëntenbegeleiding, MUG, dienst HRM…) demonstreerden hun werkopdracht. In het operatiekwartier stonden de diverse speci-alismen opgesteld met live-demo’s, bezoekers kregen de mogelijkheid technieken praktisch uit te proberen, …

Rond wondzorg en handhygiëne werden prakti-sche toelichting en oefenmogelijkheden aangebo-den, in de afdeling inwendige ziekten werd een initiatie gegeven in het aanprikken van een poortkatheter, via een bedopstelling van de dienst intensieve zorgen kreeg de bezoeker een toelich-ting rond de complexiteit van de intensieve zor-gen, in het autodialysecentrum gaven patiënten zelf informatie tijdens hun dialyse, het sterilisatie-proces kon op de werkvloer gevolgd worden…Diensten die hun deuren beperkt konden open-stellen, maakten gebruikt van eigen filmmateriaal (apotheek, PAAZ, babymassage…).

In de voormiddag werd aan externe verwijzers en paramedici de mogelijkheid geboden om via workshops interactief kennis te maken met enke-le actuele medische thema’s als: •Gunstige evolutie MRSA dankzij handhygiëne•Diabetes: sociale epidemie – zorgpad type 2

diabetes•Mindfulness: psychologisch ondersteunende

aanpak in de oncologische revalidatie•Digitale radiografie: kosteneffectief en stralen-

beperking•Nieuwe patiëntvriendelijke technologieën in het OK•Geriatrisch zorgprogramma op kruissnelheid•Kindvriendelijke geneeskundige zorgen in

samenwerking met de eerste lijn•Toegankelijke geestelijke gezondheidszorg in

het algemene ziekenhuis in functie van de regionale noden.

Onze bijzondere dank gaat naar al de ziekenhuis-medewerkers voor het welslagen van deze dag. In het bijzonder gaat onze waardering ook naar de inzet van het personeel voor de continuïteit van de zorgen voor de opgenomen patiënten op deze drukke dag. Natuurlijk betuigen wij ons res-pect voor de patiënten die zich aanpasten aan de metamorfose binnen het ziekenhuis tijdens de open bedrijvendag. Diverse positieve reacties vanwege de meer dan 3000 bezoekers zorgden voor de kers op de taart.

Open Bedrijvendag 2008

5intro juli 2009

Page 7: Jaarverslag 2008

Dokter Nele Raus,gynaecologe

Griet Janssen,verpleegkundig

diensthoofd

Ook 2008 was weer een vruchtbaar jaar voor onze kraamafdeling.Wij noteerden een stijging van het aantal geboortes met 10.5%. Waren er in 2007 nog 762 bevallingen, dan steeg dit aantal naar 842 in 2008. Dit is meteen het hoogste bevallingscijfer tot nu toe voor het Sint-Franciskusziekenhuis.

Uit een audit van onze kraamafdeling door de Vlaamse overheid kwamen als sterke punten naar voren: een laag percentage inducties en epi-durale verdovingen, de organisatie van infoavon-den, een hoog percentage moeders die borstvoe-ding geven, het gebruik van een borstvoedings-boekje en het borstvoedingsbilan, het stimuleren van de actieve betrokkenheid van ouders bij de zorg voor hun kindje, de aanwezigheid in het team van een vroedvrouw-gespreksbegeleider voor ondersteuning van de ouders en het vroed-vrouwenteam bij verwerking van slecht nieuws.

Laag percentage inducties en epidurale verdovingen, organisatie van infoavonden:Inducties worden beperkt om medische rede-nen. Inducties omwille van commoditeit (lees omdat het de patiënte/gynaecoloog beter uit-komt) worden vermeden. Zeker bij een eerste zwangerschap worden infosessies aangeraden. Dit zijn reeksen van drie avonden met informa-tie over arbeid, bevalling, borstvoeding, voorbe-reiding op het ouderschap. In elke reeks is een rondleiding op de kraamafdeling en de verlos-kamer voorzien. Desgewenst kunnen deze gecombineerd worden met drie lessen prenatale kinesitherapie (onder leiding van kinesithera-peute Kathy Dupon). Patiënten zijn hierover erg enthousiast.Dankzij enerzijds minder inducties en dus meer ‘fysiologische arbeid’ en anderzijds een efficiën-te, professionele begeleiding voor de moeders ‘in arbeid’ helpen we hen vertrouwen te krijgen in hun eigen lichaam, hun eigen kunnen. Hierdoor

bevalt een kleine 50% op een natuurlijke manier.

Hoog percentage moeders die borstvoeding geven, het gebruik van een borstvoedings-boekje en het borstvoedingsbilan:84% van de moeders start met borstvoeding. Dit hebben we zeker te danken aan een degelijk borstvoedingsbeleid en de hierboven vermelde goed uitgebouwde infoavonden.In ons borstvoedingsbeleid wordt steeds uitge-gaan van het standpunt om samen met de moe-der te zoeken naar de natuurlijkste en eenvou-digste manier om met de borstvoeding om te gaan, een manier die past bij de specifieke situ-atie van moeder en baby, met als uitgangspunt begrip en respect. Een aantal van onze vroed-vrouwen volgden een postgraduaatopleiding lactatiekunde. Gebaseerd op een gedegen theoretisch-wetenschappelijke onderbouw blijft de opleiding sterk praktijkgericht. Door deze opleiding ben je als professional beter in staat om aan de grote nood van goede borstvoedings-begeleiding te beantwoorden.

De aanwezigheid in het team van een vroed-vrouw-gespreksbegeleider zorgt voor ondersteu-ning van de ouders en van het vroedvrouwen-team bij verwerking van slecht nieuws. Zij volg-de een bijkomende opleiding en staat in voor pre- en postnatale begeleiding. Vroegtijdige detectie van en ondersteuning bij postnatale depressies (of verhoogd risico tot postnatale depressie) is ook één van haar belangrijke werk-terreinen.

HELEN MET KUNDE Kraamafdeling: Beste cijfers ooit.

6 introjuli 2009

Page 8: Jaarverslag 2008

Dr. Ruud van Puijenbroek werd aangesteld als medisch coördinator van het zorgprogramma oncologische basiszorg. De ploeg oncologie werd uitgebreid met de komst van dr. Jeroen Mebis, oncoloog. Hij zal naast dr. Marc Brosens, radiothe-rapeut, en dr. Vincent Madoe, hematoloog, als toe-gelaten arts vanuit het zorgprogramma Oncologie Hasselt- Sint-Truiden deelnemen aan het Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC) en een raadplegingaanbod invullen op dinsdag, woensdag en donderdag. Samen met de zieken-huizen van Hasselt, Sint-Truiden en Tongeren wordt gewerkt aan een associatie “Borstkliniek”. Deze moet de basis vormen voor een kwalitatief hoogstaande en ongeacht de locatie aan alle stan-daarden beantwoordende zorg voor de borstkan-kerpatiënt.De nieuwe financiering binnen het kankerplan van minister Onkelinckx laat ondersteuning door paramedici toe. Deze paramedici bestaan uit onco-logieverpleegkundigen met specifieke competen-ties (stomazorg, prostaat- en borstverpleegkundi-gen), een psychologe en sociaal verpleegkundige.

Een ander aandachtspunt bij de audit van de Vlaamse overheid was de aanwezigheid van een extra vroedvrouw die enkel verantwoordelijk is voor de dienst N* (dit is de dienst niet-intensieve neonatologie). Ondertussen werd deze aanbeve-ling reeds in de praktijk ingevoerd. Sinds 01/04/2009 zijn er elke nacht drie vroedvrou-wen aanwezig, verantwoordelijk voor respectie-velijk de verloskamer, de opgenomen patiënten op de kraamafdeling en de opnames op N*. Waar nodig vullen zij elkaar vanzelfsprekend aan.

STAN-monitoringSinds 2005 maken we in onze verloskamer gebruik van STAN-monitoring. Dit is een toestel voor intensieve bewaking van het ongeboren kind in geval van verhoogd risico. STAN is geba-seerd op de veranderingen die plaatsvinden in het ST-segment van het foetaal ECG, om zo foe-tale nood vroegtijdig op te sporen en foetale asfyxie te voorkomen. In 2008 werd een tweede STAN-monitor aangekocht, zodat deze zeer waar-devolle technologie in geval van verhoogd risico steeds kan worden gebruikt.

Kunst en bevallingIn 2008 stond onze kraamafdeling ook in de kij-ker dankzij een bijzonder kinderkunstproject. In samenwerking met de academie voor beeldende kunsten in Heusden-Zolder, werd de kraamafde-ling prachtig gedecoreerd met kinderkunstwer-ken. Het zijn grote schilderijen waarin de ideeën van kinderen over zwangerschap en bevallen worden geuit. Deze creatieve werkstukken kun-nen nog steeds dagelijks bewonderd worden op de kraamafdeling en in het verloskwartier.

7intro juli 2009

Gespecialiseerde oncologische zorgen

dicht bij huis

Page 9: Jaarverslag 2008

Na het vertrek van de vorige neuroloog in het najaar van 2006 stond dr. Luc Tuyls gedurende twee jaar in voor het neurologisch consult. De komst van dr. Marika Doberenz, in juli 2008, betekende een nieuwe start voor de dienst neu-rologie met tevens investeringen in een volledig vernieuwde neurofysiologieapparatuur en bijko-mend verpleegkundig personeel. Hierdoor bestaat er een dagelijkse continuïteit wat betreft de elektrofysiologische onderzoeken. Nadat ook de staf neurochirurgie werd uitge-breid met dr. Greetje Bessemans mogen wij stel-len dat het neurologisch en neurochirurgisch aanbod in het Sint-Franciskusziekenhuis en het Medisch Centrum Beringen zowel klinisch als poliklinisch zeer ruim is.Een belangrijk kwaliteitselement is de continuï-teit van zorg. Tijdens de nachten en weekends wordt deze in samenwerking met de collega-neurologen en neurochirurgen van het Salvatorziekenhuis in Hasselt verzekerd.Het “symposium acute neurologie”, waaraan naast de neurologen en neurochirurgen ook de nieuwe collegae kinderartsen dr. Rainer Kuhlins en dr. Jeroen De Keyzer hun medewerking ver-leenden, viel sterk in de smaak bij alle aanwezi-gen. De medisch-inhoudelijke kwaliteit van de behandelde onderwerpen via workshops met ‘live-demo’ werd gewaardeerd, maar ook de gelegenheid tot persoonlijke kennismaking met de artsen werd als zeer positief ervaren.

Binnen de samenwerkingsovereenkomst vascu-laire heelkunde met het Salvatorziekenhuis startte dr. Pieter Van De Gender op 01 november 2008 als tweede voltijdse vasculaire chirurg in samenwerking met dr. Jos Hoydonckx.

Onze radiologen kregen een namiddag per week toegang tot de NMR van het Virga Jesseziekenhuis voor onderzoeken bij patiënten van het Sint-Franciskusziekenhuis. De voor onze patiënten voorbehouden NMR-sloten in het Salvatorziekenhuis worden vooral ingevuld door patiënten van de neurologen en neurochirurgen in het kader van de bestaande samenwerking.

Tot slot werden de gesprekken met de psychia-trische ziekenhuizen van Sint-Truiden rond de delocalisatie van T-bedden naar de campus van het Sint-Franciskusziekenhuis verdergezet.

Nieuwe artsen - verdere specialisaties

Dr. Luc GeutjensMedisch directeur

Dr. Pieter Van De Gender Dr. Rainer Kuhlins

8 introjuli 2009

Page 10: Jaarverslag 2008

Wondpijnbestrijding vraagt om een totaal-aanpak, waarbij zorgverlener en patiënt zich beiden moeten inzetten. Om dit te realiseren werd in het ziekenhuis gestart met een Project pijn en wondzorg.

Huidaandoeningen gaan vaak gepaard met won-den. Wondpijn is een van de meest onderschatte aspecten van wondbehandeling. Pijn is boven-dien erg subjectief. Deze persoonlijke pijnbele-ving maakt het voor de zorgverlener soms moei-lijk om in te schatten hoeveel pijn iemand ervaart. Voor een goede aanpak van wondpijn is het dus belangrijk dat de patiënt en zorgverlener samen overleggen.De meest pijnlijke wonden zijn: ulcus, brand-wonden, geïnfecteerde wonden, doorligwonden, snij- en schaafwonden. (bron: European Wound Management Association, 2002)

Uit onderzoek blijkt dat wondpijn het ergst is bij het verwisselen van het verband en/of het reini-gen van de wonde. Aandacht voor details kan hierbij de pijn drastisch verlagen.Wondreiniging blijkt minder pijnlijk te zijn wan-neer bij het spoelen de waterstraal niet te hard en het water lauw is. Ook de juiste materiaalkeuze is belangrijk. Het ene verband kleeft sneller aan een wonde dan het andere. Sinds kort zijn er bovendien ver-

bandmiddelen op de markt met een ingebouwde pijnstiller, die zijn werk doet zodra hij met wond-vocht in aanraking komt.

Verder bestaat er een pijnstillende crème die de zorgverlener een half uur tot drie kwartier voor het reinigen van de wonde op het beschadigde weefsel aanbrengt. Dit vermindert de pijnbele-ving aanzienlijk. Bij zeer pijnlijke wonden kan het helpen voorafgaand aan de behandeling pijn-stillers te geven.

Praktische aandachtspunten bij wondpijn:•Overweeg vooraf zorgvuldig welk verbandma-

teriaal het meest geschikt is voor het type wonde.

•Als het verband uitgedroogd is, moet dit losge-weekt worden met lauw water voor je het van de wonde verwijdert.

•Als de patiënt veel wondpijn heeft, is het gebruik van een verdovende crème of pijnstil-lers aangewezen.

•Toename van de pijn kan duiden op een infec-tie.

Belangrijk is dat de patiënt op voorhand goed ingelicht wordt over de te verwachten pijn.

Project pijn en wondzorg: wondpijn vraagt aandacht vanpatiënt en zorgverlener

Dr. Marika Doberenz

9intro juli 2009

Katja Vandersanden

Referentieverpleegkundige wondzorg

Page 11: Jaarverslag 2008

10 introjuli 2009

Op 13 februari 2008 werden de huisartsen van de regio uitgenodigd voor een voorstel-ling van het zorgprogramma geriatrie. Ook werd er een toelichting gegeven over de MONA-software waardoor de huisarts de radiologische opnames van zijn patiënten kan zien via een beveiligde internetverbin-ding met het elektronisch medisch dossier C2M. Het aantal huisartsen dat van deze mogelijkheid gebruikt maakt is nog beperkt, onder meer omwille van de tijdrovende authenticatieprocedure die werd opgezet via de server van de KU Leuven.

Het halfjaarlijks overleg met de vertegenwoordi-gers van de huisartsenkringen vond traditioneel plaats in de lente en de herfst. Een belangrijk deel van deze vergaderingen werd gewijd aan de elektronische communicatie tussen het zie-kenhuis en de huisartsen. De eerste pogingen vanuit de eerste lijn naar de ziekenhuisartsen binnen een overheidsproject rond het gebruik van KMEHR/SUMEHR-formaat als standaard voor communicatie zijn nog zeer aarzelend verlo-pen. Dit onder meer omdat deze functionaliteit

nog niet beschikbaar is binnen de dossierpak-ketten van de huisartsen. Wel is het inmiddels technisch mogelijk laboratoriumresultaten vanuit externe labo’s semi-automatisch te importeren in C2M.

Op deze overlegvergaderingen werden de nieuwe stafleden voorgesteld en belangrijke evoluties in het ziekenhuis toegelicht evenals de resultaten van patiënten-, medewerkers- en artsentevredenheidsmetingen. Bovendien was er ruimte voor overleg rond eventuele knelpunten in de samenwerking tussen de eerste en de tweede lijn.

De geneeskundige kring Heusden-Zolder Koersel die huisartsen en ziekenhuisartsen van het Sint-Franciskusziekenhuis verenigt, stond ook in 2008, onder het gewaardeerde voorzitterschap van dr. Dirk Degraeve, weer in voor een aantal puike organisaties, waar naast de artsen ook tandartsen en apothekers uit de regio worden uitgenodigd. Wij vermelden hier enkele jaarlijks weerkerende gelegenheden tot informeel contact zoals de nieuwjaarsreceptie in ’t Weijerke, de

farmadag in het ERC-gebouw op de mijnterrei-nen en ondersteuning bij de familiale fietshap-pening “Heusdenzolderfietstnaarcongo” op het circuit Zolder in het kader van het ontwikke-lingsproject “ziekenhuis voor ziekenhuis”. Ook het leerrijk en cultureel hoogstaand bezoek ach-ter de schermen van de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel gevolgd door het bijwonen van “Die Zauberflöte” is voor herha-ling vatbaar.

In het najaar werd in samenwerking met ICMA een telefonische bevraging uitgevoerd bij de huisartsen uit de attractiezone. Met een statis-tisch relevante deelname van 40% beschouwen wij de resultaten van deze enquête als zeer waardevolle informatie. Niet alleen de hoge glo-bale tevredenheid maar ook de soms grote ver-schillen tussen de medische disciplines leveren voldoende stof op voor kritische reflectie en het op gang brengen van de nodige verbeteracties.

De relatie met de eerste lijn

Page 12: Jaarverslag 2008

11intro juli 2009

De basisdoelstelling van ons ziekenhuis is het aanbieden van kwaliteitsvolle basiszorg voor de regio West-Limburg, zowel op gebied van ambulante specialistische zorg als op gebied van hospitalisatie en daghospitalisatie. Hierbij is het van essentieel belang dat het basisaanbod van diensten zo ruim mogelijk is zodat de basispathologie maximaal binnen de eigen regio kan behandeld worden.

Nood aan uitbreidingNaast de somatische pathologieën maakt ook de behandeling van psychiatrische aandoeningen deel uit van dit basisaanbod. Sedert eind 1990 beschikt ons ziekenhuis over 20 psychiatrische bedden voor opname (kenletter A), aangevuld met 8 plaatsen voor daghospitalisatie en 2 zogenaam-de nachtbedden. De groei van het aanbod van patiënten met psychische pathologie resulteerde in een continue overbezetting van de A-bedden, het opnemen van patiënten met psychiatrische pathologie op andere afdelingen, de creatie van

wachtlijsten en het afblokken van de instroom van patiënten. Een uitbreiding van de A-bedden drong zich dan ook reeds geruime tijd op.

Aankoop van beddenMede omdat de financiering van de psychiatri-sche bedden nog steeds gebaseerd is op het erkend aantal bedden, was een uitbreiding van de erkende A-bedden een noodzakelijke voor-waarde. Dit kan enkel door reconversie van eigen bedden of de aankoop van bedden van een ander ziekenhuis. Door de hoge activiteit in onze andere bedden en nu reeds aanzienlijk meer verantwoor-de dan erkende bedden was deze reconversie onmogelijk.

Medio 2008 deed zich dan de opportuniteit voor om 21 C/D -bedden aan te kopen van het Heilig Hart ziekenhuis van Tienen. In overleg met de overheden werd deze transactie en de omzetting in 15 A-bedden voorbereid. Op 1 december 2008 werden deze 21 bedden als 21 D-bedden toege-

voegd aan het aantal erkende bedden van het ziekenhuis.

Opstart nieuwe PAAZ-afdelingVan de federale overheid verkregen we het akkoord om de voormalige gang van directie en administratie om te bouwen als tweede PAAZ-afdeling voor 15 bedden. Hiervoor dienden tal van diensten te verhuizen naar prefab-gebouwen waarna de verbouwingswerken in februari 2009 konden aanvangen. Na voltooiing van deze werken in juni 2009 worden de 21 D-bedden omgezet in 15 erkende A-bedden waarna het totaal aantal A-bedden op 45 komt. Op die manier kan ons ziekenhuis beter inspelen op de grotere vraag naar psychiatrische behandelingen. Fysiek zijn beide afdelingen gescheiden, doch qua behandeling en therapie zal er als één afdeling gefunctioneerd worden. In een latere fase is het de bedoeling ook de bestaande A-dienst in een nieuwbouw te huisvesten in het verlengde van deze afdeling.

Uitbreiding ziekenhuisbedden

In 2007 werd in overleg tussen directie-beheer en medische staf de medische strategie van het ziekenhuis voor de volgende jaren vastge-legd. Hiervoor werden verschillende medische strategiedagen georganiseerd, waarbij er uit-gaande van een diepgaande SWOT-analyse, keuzes werden gemaakt.

Zo werd er expliciet voor gekozen om het zieken-huis en de activiteit op een kwaliteitsvolle en vei-lige manier verder uit te bouwen zonder direct te opteren voor een fusie met een ander ziekenhuis. In de plaats daarvan wordt geopteerd voor een voorwaardelijk exclusieve samenwerking met beide Hasseltse ziekenhuizen, met behoud van de

eigen operationele werking en dynamiek binnen deze strategische totaalvisie voor de groep. Ons ziekenhuis wenst zijn eigen activiteit verder uit te bouwen, binnen een intense en verankerde samenwerking met de Hasseltse ziekenhuizen. Dit houdt in dat het Sint-Franciskusziekenhuis in eerste instantie zelf de nodige inspanningen levert om voldoende bestaffing te voorzien voor de nood-zakelijke medische activiteit. Van zodra het Sint-Franciskusziekenhuis deze bestaffing niet auto-noom kan voorzien (bijvoorbeeld moeilijk invullen van vacatures, te hoge eisen in zorgprogramma’s, verdere subspecialisatie) of indien de uitbouw van een bepaalde activiteit meer aangewezen is bin-nen een groter geheel met een toegevoegde waarde voor alle partners, beroept ons ziekenhuis zich via deze samenwerking op de Hasseltse zie-kenhuizen.

Wat houdt dit voorwaardelijke dan precies in?De Hasseltse ziekenhuizen moeten het betreffende (zorg)programma aanbieden.De Hasseltse ziekenhuizen nemen hun beslissin-gen, die betrekking hebben op de inhoud van deze overeenkomst, binnen de geformuleerde totaal-

visie voor de groep onder meer uitgaande van het belang van het bestaan en behouden van een basisziekenhuis in Heusden-Zolder. Bij een bepaalde vraag tot samenwerking richt ons ziekenhuis zich in eerste instantie exclusief tot de Hasseltse ziekenhuizen. Enkel indien er door de Hasseltse ziekenhuizen geen redelijke en haalbare oplossing wordt geboden (in vergelijking met samenwerkingsverbanden in andere regio’s) kunnen wij deze vraag naar een ander ziekenhuis richten.Uiteraard dient steeds de keuzevrijheid van de patiënt gerespecteerd te worden.

Evolueert deze intense samenwerking naar een ziekenhuisfusie?De Hasseltse ziekenhuizen en het Sint-Franciskusziekenhuis kiezen vandaag voor een intense vorm van samenwerking. Een fusie wordt in de toekomst echter niet uitgesloten indien:dergelijke fusie voor de betrokken ziekenhuizen een meerwaarde betekent of; het door maat-schappelijke, kwalitatieve, wettelijke of economi-sche redenen onmogelijk zou worden dat het Sint-Franciskusziekenhuis als autonoom erkend ziekenhuis blijft bestaan.

VISIE OP MORGENKaderovereenkomst Hasselt

Page 13: Jaarverslag 2008

12 introjuli 2009

Theoretisch modelEen theoretisch model kan zorgen voor coheren-tie, eenheid in denken en handelen, binnen een team. In navolging van de uitdrukking ‘there is nothing as practical as a good theory’ vormt dit model een leidraad dat de praktische uitbouw en functi-onele organisatie van de PAAZ richting kan geven naar de toekomst en ons dagdagelijks handelen kan sturen in de toekomst.

Het crisis- en crisisinterventiemodelDit concept sluit aan bij de realiteit: 83 % van de opnames is niet gepland of minder dan 24 uur voordien gepland. De realiteit is dat patiënten meestal niet worden opgenomen met een vraag naar behandeling, maar in een acute nood- of crisissituatie. Hierop dienen we ons te oriënteren.

Bijkomende argumenten zijn de vertrouwdheid, het sluit nauw aan bij ons huidig denken en han-delen, en de kans op consensus, het zal minder meningsverschillen oproepen dan een model o.b.v. therapeutische stromingen.

De crisisontwikkelingWe vertrekken vanuit van een balansmodel met aan de ene zijde de draaglast, datgene wat druk geeft op het individu en zijn omgeving en aan de andere zijde de draagkracht, de mogelijkheden, de kwetsbaarheid, de beperkingen van het individu en het gezin.Vanuit een bio-psycho-sociaal model betreft de draaglast diverse fysisch-lichamelijke stressoren:•Acute of chronische symptomen of ziekte, zorg

voor een chronisch ziek iemand, slechte leef- of werkomstandigheden, …

•Psychische stressoren: relationele problemen of relatiebreuk, opvoedingsproblemen of familiale conflicten, conflicten op het werk, traumatisch gebeurtenissen, …

•Sociale stressoren: financiële moeilijkheden, woonproblematiek, werkloosheid …

Ook aan de zijde van de draagkracht zijn er de bio-psycho-sociale factoren: medisch-psychiatri-sche problematiek, persoonlijkheid, egofunctione-ren en copingvaardigheden, sociaal steunsysteem, … .

De balans draaglast/draagkracht kan uit even-wicht geraken. Op een gegeven ogenblik kunnen de stressoren de individuele draagkracht of het draagvermogen van het gezin, het netwerk over-schrijden. Dit zorgt voor een uit evenwicht zijn van het individu of het gezin.

Dit oorspronkelijk uit evenwicht zijn mondt uit in de weerstandsfase. Aanvankelijk gaat het indivi-du en het gezin of sociaal netwerk al zijn interne krachten en vaardigheden en ook externe hulp-bronnen mobiliseren om deze stressoren te hante-ren. Soms versterkt de wijze van omgaan echter de problemen, bvb. vluchten in alcohol en medica-tie met een afhankelijkheidsproblematiek als extra probleem.Vaak slaagt het individu en het gezin er in om de moeilijkheden op te lossen of te hanteren. Het evenwicht wordt dan hersteld. Indien dit niet lukt, komt men in de uitputtingsfase terecht.

De uitputtingsfaseWanneer het probleem niet opgelost, verwerkt raakt, treedt uitputting op als gevolg van de inten-siteit en/of duur van de stressor(en). Het individu gaat decompenseren, breken op een gegeven punt. Dit decompenseren kan verschillende uitingsvormen aannemen: verwardheid, passiviteit - zichzelf terugtrekken – depressie, angst, agres-

Psychiatrie in het

algemeen ziekenhuis

Dr. Sven Estercam,psychiater

Kristof Vandingenenverpleegkundig diensthoofd

Dirk Deferm, psycholoog

Page 14: Jaarverslag 2008

sie, somatische klachten… Ook het gezin, het sociaal netwerk, het systeem kan in elkaar stui-ken, desorganiseren.Het individu en/of het gezin is nu in crisis. Als gevolg van deze crisis staat het individu en het gezin open voor hulp van buitenaf.

De crisisinterventie•Crisis en desorganisatie. Bij het begin van de

opname is patiënt nog in crisis, d.w.z. gedecom-penseerd en/of gedesorganiseerd. Hij functio-neert niet adequaat. Bovendien dient hij zich ook nog aan te passen aan de nieuwe zieken-huisomgeving. Ook de omgeving, het gezin kan ontredderd, gedesorganiseerd zijn bij het begin van de opname.

•Van crisis naar stabilisatie. Als gevolg van het afgeschermd zijn van de buitenwereld, de omgeving met zijn diverse stressoren, in combi-natie met de behandeling (medicatie en begelei-ding) treedt meestal stabilisatie op. De sympto-men nemen af of verdwijnen en de draagkracht, de veerkracht van het individu neemt toe. Ook het gezin, het sociaal netwerk, het systeem krijgt de kans om te herademen, te herstellen. Zowel het individu als de omgeving gaan vaak terug functioneren op het niveau van voor de crisis.

•Van crisis naar ontwikkeling. Een crisis is ook telkens een kans tot verandering, wijziging, groei, ontwikkeling. Vanuit de crisis, tijdens de opname kan het besef en de motivatie groeien dat een aantal aspecten dienen te wijzigen. De crisis kan een aanzet zijn tot verandering. De opname kan aldus de aanleiding vormen tot groei, ontwikkeling, evolutie. Men komt sterker uit de crisis dan men voorheen was.

Functionele organisatieIn de functionele organisatie van de PAAZ-opnameafdeling laten we ons leiden door het crisis- en crisisinterventiemodel.

De basis wordt gevormd door de uitbreiding van de PAAZ-afdeling van 20 (22) naar 35 (37) bedden. De eerste fase van deze uitbreiding is reeds in uitvoering en zal weldra voltooid zijn. Vijftien extra bedden zullen dan in gebruik genomen worden op het gelijkvloers, met een rechtstreekse toegang naar de derde verdieping waar de huidige psychiatrie afdeling voorlopig blijft.Bij de opbouw van deze subafdeling werd reke-ning gehouden met comfort en veiligheid. Er werd gekozen voor frisse kleuren en alle kamers zijn voorzien van een eigen doucheruimte. Naast de kamers werd eveneens een verpleegpost, een rookkamer en een leefruimte voorzien. Tot na de volledige voltooiing van de PAAZ-afdeling, zullen in dit gedeelte vooral patiënten verblijven die

reeds uit de acute crisis zijn, maar toch nog lan-gere stabilisatiefase nodig hebben vooraleer ont-slagen te kunnen worden. Gezien er nog geen therapieruimtes voorzien zijn in deze fase, zullen alle therapieën doorgaan op de derde verdieping of in de kelder (bewegings- en psychomotore therapie). Zo wordt vermeden dat deze patiënten afgezonderd worden van de rest van het afde-lingsgebeuren en steeds de optimale behandeling kunnen genieten.

In de tweede fase zal verder gewerkt worden aan de verbetering van het zorgaanbod door het gelijkvloers verder uit te bouwen. Er wordt een nieuwbouw voorzien waarin een aantal faciliteiten voor de afdeling gevestigd kunnen worden: een nieuwe verpleegpost, een gespreksruimte, kamers om zo nodig een verhoogde veiligheid te kunnen bieden en een dokterslokaal.

In de derde fase zal opnieuw verder uitgebreid worden met een nieuwbouw waarbij de volledige PAAZ-afdeling gevestigd kan worden op de bene-denverdieping. Voor deze bijkomende uitbreiding zal het ziekenhuis een nieuw VIPA-dossier indienen.

Dit impliceert dat we ons therapieprogramma dienen uit te breiden van momenteel 2 groepen naar minimaal 3 groepen, meer waarschijnlijk 4 groepen.

(1) Een oriëntatiegroep.Het betreft hier patiënten die recent opgenomen zijn. Oriëntering werkt hier vanuit twee richtin-gen. Enerzijds dienen patiënten zich te oriënteren op de afdeling. Zij dienen vertrouwd te worden met de werking van de afdeling. Anderzijds dient het behandelteam zich te oriënteren op de patiënt. Zij dienen het functioneren van patiënt te obser-veren en de problematiek in kaart te brengen.Hier zal individueel contact centraal staan en het groepsaanbod eerder beperkt en meer vrijblijvend zijn.

13intro juli 2009

Page 15: Jaarverslag 2008

14 introjuli 2009

ren van de crisis. Therapeutische doelstellingen naar verandering zijn minimaal.

(3) Situationele wijziging. (‘crisis als aanzet tot situa-tionele verandering’)Hier ligt de primaire doelstelling in het wijzigen van de leefsituatie. De klemtoon ligt op situatie-verandering en bijhorende concrete actiepunten. Bvb. medicatietoedeling door een thuisverpleeg-kundige, uitbreiding van het zorgnetwerk, echt-scheiding en juridische afwikkeling, huisvesting, budgetbegeleiding of –beheer installeren, dag-bezigheid, werkwijziging … .

(4) Wijziging in Coping. (‘crisis als aanzet tot veran-dering in coping’)Primaire doelstelling ligt op het anders leren omgaan met … . Dit wordt heel breed geïnter-preteerd. Het kan slaan op anders leren omgaan met ziekte en symptomen (bvb. bevorderen van ziekte inzicht en medicatietrouw); anders leren omgaan met middelen (bij misbruik en afhanke-lijkheid van alcohol, medicatie, en illegale drugs); anders leren omgaan met gedachten, gevoelens, spanningen; aanleren van vaardigheden (bvb. assertiviteit); inzicht en wijziging in het partner-relationeel en interpersoonlijk functioneren, … .Het betreft dus zowel veranderingen op experiën-tieel, inzichtelijk, gedragsmatig en relationeel vlak. Experiëntieel bvb. rouwverwerking; inzich-telijk bvb. depressie en intra-psychisch conflict; gedragsmatig bvb. alcoholabstinentie; relationeel bvb. partnerrelationele aspecten.

Werkmodel: motivationeel en directief model, m.n. doelgericht.Werken met duidelijke doelstellingen die zich ver-talen in concrete actiepunten die ook opgevolgd worden in de week- en weekendbespreking, bij de individuele begeleider. De psycholoog heeft een belangrijke rol in het uitwerken van de indi-

viduele therapieplanning, het opstellen van doel-stellingen, het vertalen naar concrete werk- en actiepunten.

Waarom geen indeling per pathologie?-Er zal altijd een restgroep zijn bij een indeling naar pathologie, bvb sociale psychiatrie, psychose, psycho-organiciteit, … . -Er zijn grote verschillen in behandeling binnen één pathologie, bvb. middelenmisbruik of -afhankelijk-heid: Korsakoff patiënt, alcoholist die fysisch komt recupereren, patiënt met drugprobleem en woning-nood, alcoholist met intentie tot abstinentie, … .

Intensieve samenwerkingsverbandenNaast de uitbreiding van de PAAZ, wordt gewerkt aan intensievere samenwerkingsverban-den met andere ziekenhuizen om het zorgaanbod voor complexere pathologie te verruimen.Het psychiatrisch ziekenhuis van Ziekeren zou aanvankelijk hiervoor 30 bedden van zijn eigen campus verplaatsen voor een afdeling resociali-satie op de campus van het Sint-Franciskus-ziekenhuis.Het project groeide uit tot een mogelijke samen-werking tussen vijf ziekenhuizen: de twee psychiatrische ziekenhuizen van Sint-Truiden, het algemeen ziekenhuis Sint-Trudo in Sint-Truiden, het Jessaziekenhuis in Hasselt en het Sint-Franciskusziekenhuis in Heusden.Gezien dit voor de overheid een volledig nieuw concept van geïntegreerde zorg betekent en gezien de twee psychiatrische ziekenhuizen thans veel tijd en energie dienen te stoppen in samenwerking en in optimalisatie van de zorg in eigen regio, zal de samenwerking met het Sint-Franciskusziekenhuis nog even op zich laten wachten.

Toch is nu reeds duidelijk dat de mogelijkheden die het project met Heusden biedt, een dermate meerwaarde opent voor de patiënt, dat het geloof erin niet minder groot is.

Samenwerking met de huisarts en de dien-sten uit de gezondheidszorgIedere maandag kan de huisarts deelnemen aan de teamvergadering wanneer zijn/haar patiënt besproken wordt of telefonisch overleg met de behandelend psychiater opnemen.Ook de regionale diensten, Beschut Wonen, Centra Geestelijke Gezondheidszorg, dagopvang-centra… worden uitgenodigd tot verdere samen-werking en om mee te denken over een dyna-misch kwalitatief hoog psychiatrisch zorgaanbod.

Ambulante hulpverleningOmwille van de gunstige bereikbaarheid voor de patiënt, blijft naast het aanbod van psychiatrische zorg op de eigen PAAZ, het ambulant psychiatri-sche hulpaanbod poliklinisch voorzien, ook in het Medisch Centrum te Beringen.

We hopen in de toekomst onze verantwoordelijk verder te kunnen opnemen en een belangrijke rol te kunnen spelen in de verbetering van de levenskwaliteit van de patiënt met psychische problemen.

Dr. Sven Estercam Dr. Gert Neirinck

Page 16: Jaarverslag 2008

Kerncijfers 2008

Ann VanheelStafmedewerker

Dirk TrappeniersFinancieel-administratief directeur

Page 17: Jaarverslag 2008

Na de eerder beperkte groei van het totaal aantal patiënten opgenomen in klassieke hospitalisatie in 2006 en 2007, is er opnieuw een sterke toename in het aantal opnames in 2008. Vooral de diensten kinder- en jeugdgeneeskunde, kraamafdeling, geriatrie, PAAZ en intensieve zorgen kennen een verdere autonome groei.

1. Activiteiten

De activiteiten in het Sint-Franciskusziekenhuis nemen ieder jaar verder toe, hetgeen voor een aantal belang-rijke parameters gevisualiseerd wordt in de grafiek rechts. Het aantal patiënten dat gebruik heeft gemaakt van het dagziekenhuis, stijgt verder uit boven het aantal patiënten dat voor minstens één nacht werd opgeno-men. Het aantal mensen dat naar onze spoedafdeling komt, blijft eveneens toenemen tot bijna 19.000 in 2008.

1.1. Aantal opgenomen patiënten

Aantal opnames 2004 2005 2006 2007 2008 Evol. '07-'08Heelkunde 3.108 3.202 3.420 3.306 3.358 1,6%Inwendige 2.300 2.568 2.188 2.434 2.458 1,0%Pediatrie 615 750 598 684 708 3,5%Materniteit 893 866 943 961 1.032 7,4%Neonatale 35 41 34 39 32 -17,9%Geriatrie 674 706 972 744 836 12,4%PAAZ 523 540 587 607 666 9,7%Intensieve 383 317 308 354 413 16,7%Totaal 8.531 8.990 9.050 9.129 9.503 4,1%

1.2. Aantal verpleegdagen

Aantal verpleegdagen 2004 2005 2006 2007 2008 Evol. ‘07-’08Heelkunde 14.900 15.251 15.376 14.675 15.008 2,3%Inwendige 16.482 15.801 13.031 13.000 13.463 3,6%Kinder- en jeugdgeneesk 2.051 2.413 1.818 1.951 1.932 -1,0%Kraamafdeling 4.310 4.091 4.301 4.449 4.744 6,6%Neonatale 401 417 316 366 282 -23,0%Geriatrie 15.557 15.333 17.937 17.742 17.835 0,5%PAAZ 9.557 9.247 9.225 9.122 8.995 -1,4%Intensieve 2.656 2.471 2.524 2.444 2.245 -8,1%Totaal 65.914 65.024 64.528 63.749 64.504 1,2%

Het aantal verpleegdagen in klassieke hospitalisatie vertoont een stijging met 1,2% in vergelijking met het jaar 2007. In 2008 wordt een bezetting behaald van gemiddeld 77%, met evenwel vaak seizoensgebonden piekmomenten van overbezetting. De ligduur blijft nog steeds afnemen en bedraagt nog 6,67 dagen in 2008 (t.o.v. 6,86 dagen in 2007).

1.3. Activiteit dagziekenhuis

2004 2005 2006 2007 2008 Evol. ‘07-’08Aantal forfaits 7.215 7.468 8.757 10.623 15.612 47,0%

Het aantal dagziekenhuisforfaits blijft sterk toenemen. Zonder de miniforfaits is het aantal gelijk aan 8.238, hetgeen een stijging ver-tegenwoordigt van 21%.

16 introjuli 2009

Page 18: Jaarverslag 2008

1.4. Herkomst van de opgenomen patiëntenOnderstaande tabel geeft een beeld van de regionale verdeling van het aantal patiënten dat in klassieke hospitalisatie werd opgeno-men in de voorbije 5 jaar. Over deze periode zien we een stijging van het aantal patiënten afkomstig van Heusden-Zolder, Koersel, Houthalen-Helchteren en Leopoldsburg. Er waren dan weer iets minder patiënten vanuit Paal, Lummen en Ham.

Aantal patiënten uit gemeente: Procentueel aandeel gemeente: 2004 2005 2006 2007 2008 2004 2005 2006 2007 2008

Heusden-Zolder 2.474 2.721 2.604 2.561 2.849 29% 30% 29% 28% 30%Koersel 1.261 1.297 1.373 1.370 1.368 15% 14% 15% 15% 14%Houthalen-Helchteren 1.160 1.280 1.298 1.337 1.348 14% 14% 14% 15% 14%Beringen 590 544 516 626 604 7% 6% 6% 7% 6%Beverlo 509 538 587 538 577 6% 6% 6% 6% 6%Leopoldsburg 374 383 504 464 528 4% 4% 6% 5% 6%Paal 348 371 309 381 332 4% 4% 3% 4% 3%Lummen 329 323 344 291 317 4% 4% 4% 3% 3%Heppen 156 176 238 223 225 2% 2% 3% 2% 2%Zonhoven 132 171 181 179 202 2% 2% 2% 2% 2%Ham 158 160 142 158 148 2% 2% 2% 2% 2%Andere 1.040 1.026 954 1.001 1.005 12% 11% 11% 11% 11%Totaal 8.531 8.990 9.050 9.129 9.503 100% 100% 100% 100% 100% 1.5. Aantal bevallingen

2004 2005 2006 2007 2008 Evol. ‘07-’08Aantal bevallingen 747 692 769 762 842 10,5%

Het aantal bevallingen is in 2008 sterk gestegen (met 10,5%) ten opzichte van het aantal in 2007; het hoogst aantal bevallingen sedert het bestaan van het ziekenhuis.

1.6. Aantal spoedgevallen

2004 2005 2006 2007 2008 Evol. ‘07-’08Ambulant 9.566 10.114 11.132 12.051 13.339 10,7%Gehospitaliseerd 4.854 5.155 5.104 5.363 5.626 4,9%Totaal 14.420 15.269 16.236 17.414 18.965 8,9%

Aantal MUG-ritten 828 852 874 976 918 -6%

Het totaal aantal spoedgevallen neemt toe met bijna 9%, waarbij de stijging zich vooral situeert bij de mensen die niet dienen opge-nomen te worden. Het aantal MUG-ritten daarentegen daalt met 6% ten opzichte van het jaar voordien, maar blijft het met 918 ritten ruim boven het gemidddelde van de vorige jaren.

1.7. Aantal chirurgische ingrepen

2004 2005 2006 2007 2008 Evol. ‘07-’08Algemene narcose 6.192 6.468 6.869 7.207 7.671 4%Lokale ingrepen 1.444 1.514 1.545 1.611 1.951 21%Totaal 7.636 7.982 8.414 8.818 9.622 7%

Het aantal ingrepen onder algemene narcose stijgt met 4% en het aantal lokale ingrepen stijgt met 21% in vergelijking met vorig jaar. Er wordt sedert het einde van het jaar bijna voltijds in 6 zalen gewerkt.

1.8. Andere cijfergegevens

Aantal opnames 2004 2005 2006 2007 2008 Evol. ‘07-’08Aantal RX-onderzoeken 67.535 72.146 74.784 73.451 76.861 5%Aantal labo-onderzoeken 655.153 686.293 743.638 794.814 1.178.687 Aantal raadplegingen 78.378 84.615 91.054 95.250 104.051 9%

Het nieuwe computersysteem (Glims) van het labo telt het aantal onderzoeken op een andere manier dan het vorige systeem. Een vergelijking met 2007 is dus niet mogelijk.

17intro juli 2009

Page 19: Jaarverslag 2008

18 introjuli 2008

2. Beddenstructuur

Erkende bedden versus verantwoorde bedden

Het Sint-Franciskusziekenhuis beschikte over 229 erkende bedden, waarbij in onderstaande tabel de verdeling over de verschillende diensten wordt weergegeven. Per 1 december 2008 werden 21 bijkomende erkende D-bedden aangekocht vanuit het ziekenhuis van Tienen; hetgeen het totaal dus op 250 brengt. In 2009 zullen deze 21 D-bedden omgezet worden in 15 A-bedden. Sinds de invoering van het huidige financieringssysteem op 1/7/2002 is echter het aantal verantwoorde bedden van belang voor de bepaling van het budget dat het ziekenhuis jaarlijks toekomt. Het aantal verantwoorde bedden wordt berekend op basis van de behan-delde pathologie in het ziekenhuis gedurende een bepaald jaar.Het aantal verantwoorde bedden in het Sint-Franciskusziekenhuis ligt beduidend hoger (7,9% in 2008) dan het aantal erkende bed-den voor de vijf voorbije jaren.

Erkende bedden Verantwoorde bedden 1/7/05-30/6/06 1/7/06-30/6/07 1/7/07-30/6/08 1/7/08-30/6/09

Heelkunde 58 62 62 64 62Inwendige 58 62 63 64 62Pediatrie 15 15 15 15 15Materniteit 20 20 18 18 19Geriatrie 48 56 54 58 59A-dienst 30 30 30 30 30Totaal 229 245 242 249 247

Financieel verslagBalans en resultatenrekeningDe activiteitengroei weerspiegelt zich in positieve zin in de cijfers. In hetgeen volgt wordt vooreerst een overzicht gegeven van de evo-lutie van enkele belangrijke ratio’s over de laatste 5 jaar. De balans en resultatenrekening van 2008 in vergelijking met deze van 2007 vormen het sluitstuk van het financieel verslag.

1. Enkele ratio’s

2004 2005 2006 2007 2008Liquiditeit Current Ratio 1,24 1,15 1,26 1,51 1,51Liquiditeit Acid Ratio 1,17 1,10 1,20 1,45 1,46Solvabiliteit (EV/TV) 32,4% 29,9% 29,1% 30,4% 31,0%

18 introjuli 2009

Page 20: Jaarverslag 2008

19intro juli 2009

2004 2005 2006 2007 2008Netto-bedrijfskapitaal 3.149.230 2.766.702 4.608.593 9.241.867 10.353.295Netto Cash-flow 1.400.562 1.605.976 2.071.043 4.997.518 3.931.162Overgedragen resultaat + reserves 4.934.604 6.670.410 9.019.454 12.409.652 14.668.468

2. Balans

ACTIVA Codering Boekjaar 2008 Boekjaar 2007

Vaste activa 20/28 28.742.627,01 26.978.763,04 I. Oprichtingskosten 20 211.861,32 281.151,94

II. Immateriële vaste activa 21 234.429,28 191.767,69

III. Materiële vaste activa 22/27 28.184.479,58 26.396.986,47A. Terreinen en gebouwen 22 19.917.345,91 19.982.847,66B. Materieel voor medische uitrusting 23 4.498.395,63 3.890.816,45C. Materieel voor niet-medische uitrusting meubilair 24 2.088.357,43 2.043.585,44D. Huur financiering en soortgelijke rechten 25 0,00 0,00E. Overige materiële vaste activa 26 0,00 0,00

F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen 27 1.680.380,61 479.736,92

IV. Financiële vaste activa 28 111.856,83 108.856,94 Vlottende activa 29/58 30.712.416,19 27.207.022,68 V. Vorderingen op meer dan één jaar 29 0,00 0,00

A. Vorderingen voor prestaties 290 0,00 0,00B. Overige vorderingen 291 0,00 0,00

VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering 3 1.032.488,80 1.090.747,22

A. Grondstoffen en leveringen 31 1.032.488,80 1.090.747,22

Een deel van het overgedragen resultaat werd de afgelopen jaren (en tevens in 2008) gereserveerd voor de financiering van het eigen aandeel van de VIPA-bouwwerken.

Page 21: Jaarverslag 2008

B. Vooruitbetalingen op voorraad inkopen 36 0,00 0,00C. Bestellingen in uitvoering 37 0,00 0,00

VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 40/41 16.376.821,34 15.559.844,26A. Vorderingen voor prestaties 400/409 15.754.984,77 14.790.894,54

1. Patiënten 400 2.193.435,23 2.073.157,242. Verzekeringsinstellingen 402 12.681.816,45 11.146.906,953. Inhaalbedragen 403 1.145.785,41 1.706.369,454. Te innen opbrengsten 404 27.753,29 125.289,155. Overige vorderingen 406/409 -293.805,61 -260.828,25

B. Overige vorderingen 41 621.836,57 768.949,721. Geneesheren, tandartsen, verpl. pers., paramedici 415 97.301,73 149.954,662. Overige 411/4-416/9 524.534,84 618.995,06

VIII. Geldbeleggingen 51/53 11.088.639,18 8.433.675,05

IX. Liquide middelen 54/59 2.012.788,48 1.889.798,12

X. Overlopende rekeningen 490/1 201.678,39 232.958,03 TOTAAL DER ACTIVA 20/58 59.455.043,20 54.185.785,72

PASSIVA Codering Boekjaar 2008 Boekjaar 2007

Eigen vermogen 10/15-18 18.443.126,13 16.454.877,26 I. Dotaties, inbreng en giften in kapitaal 10 781.925,78 781.925,78

II. Herwaarderingsmeerwaarden 12

III. Reserves 13 4.050.000,00 3.550.000,00A. Wettelijke reserves 130 B. Niet-beschikbare reserves 131 C. Beschikbare reserves 132 4.050.000,00 3.550.000,00

IV. Overgedragen resultaat 14 10.618.468,31 8.859.652,25

V. Investeringssubsidies 15 2.992.732,04 3.263.299,23

VI. Sluitingspremies 18

VII. Voorziening voor risico’s en kosten 16 2.440.543,33 2.884.537,3 Schulden 38.571.373,74 34.846.371,08 VIII. Schulden op meer dan één jaar 17 18.212.252,45 16.881.215,65

A. Financiële schulden 170/4 17.875.302,88 16.544.266,08 1. Achtergestelde leningen 170

2. Niet-achtergestelde leningen 171 3. Schulden voor huur-financiering en soortgelijke 172 4. Kredietinstellingen 173 17.875.302,88 16.544.266,085. Overige leningen 174

B. Handelsschulden 175 C. Voorschotten Ministerie van Volksgezondheid 177 336.949,57 336.949,57D. Overige schulden 178/9

20 introjuli 2009

Page 22: Jaarverslag 2008

IX. Schulden op ten hoogste één jaar 42/48 20.239.729,84 17.826.757,83A. Schulden > 1 jr die binnen het jaar vervallen 42 2.587.379,02 2.422.851,54B. Financiële schulden 43 17492,14 23507,46

1. Kredietinstellingen 430/4 17492,14 23507,462. Overige leningen 435/9

C. Lopende schulden 44 13.187.644,12 11.513.694,251. Leveranciers 440/444 5.963.634,99 4.986.833,352. Te betalen wissels 441 3. Inhaalbedragen 443 1.233.894,31 1.185.812,044. Geneesh., tandartsen, verpl. pers., paramedici 445 5.990.114,82 5.341.048,86

D. Ontvangen vooruitbetalingen 46 E. Schulden m.b.t. belast., bezold. & soc. lasten 45 4.442.742,06 3.861.652,58

1. Belastingen 450/3 556.477,25 491.563,802. Bezoldiging en sociale lasten 454/9 3.886.264,81 3.370.088,78

F. Overige schulden 47/48 4.472,50 5.052,00

X. Overlopende rekeningen 492/3 119.391,45 138.397,60 TOTAAL DER PASSIVA 10/49 59.455.043,20 54.185.785,72

3. Resultatenrekening 2008 2007

I. Bedrijfsopbrengsten 70/74 61.226.883,10 55.291.938,87

A. Omzet 70 55.931.154,68 50.631.411,49 Verpleegdagprijs 700 22.233.811,58 19.660.323,58 Inhaalbedrag 701 271.525,41 477.574,42 Supplementen kamers 702 322.085,26 330.224,01 Forfaits conventies RIZIV 703 1.719.055,41 1.362.389,57 Opbrengsten nevenactiviteiten 704 222.690,69 244.854,67 Farmaceutische en andere producten 705 6.690.859,93 6.534.892,20 Honoraria 709 24.471.126,40 22.021.153,04B. Geactiveerde interne productie 72 103.656,06 64.267,49C. Overige bedrijfsopbrengsten 74 5.192.072,36 4.596.259,89 Bedrijfssubsidies 740 0,00 0,00 Overige 741/9 5.192.072,36 4.596.259,89

II. Bedrijfskosten 60/64 57.993.571,30 52.545.253,84A. Voorraden en leveringen 60 10.119.862,13 9.576.222,29

1. Inkopen 600/8 10.061.603,82 9.616.411,26 2. Wijziging voorraad 609 58.258,31 -40.188,97

B. Diensten en leveringen effectief 610-8 4.114.619,80 3.570.023,45 Vergoeding honoraria geneesheren 619 19.209.974,68 17.191.876,21C. Bezoldigingen en sociale lasten 62 21.426.316,18 19.085.093,97D. Afschrijvingen 630 2.818.016,74 2.849.728,83E. Waardeverminderingen 631/4 127.425,67 121.137,73F. Voorzieningen voor risico’s en kosten 635/7 126.145,44 112.931,14G. Overige bedrijfskosten 640/8 51.210,66 38.240,22

III. Bedrijfswinst 70/64 3.233.311,80 2.746.685,03

Bedrijfsverlies 64/70

IV. Financiële opbrengsten 75 884.398,36 699.537,04

A. Opbrengsten financiële vaste activa 750B. Opbrengsten vlottende activa 752 554.319,35 345.316,77

21intro juli 2009

Page 23: Jaarverslag 2008

C. Subsidies in kapitaal en intresten 753 270.567,19 270.567,19D. Andere financiële opbrengsten 754/9 59.511,82 83.653,08

V. Financiële kosten 65 846.965,70 688.780,01

A. Kosten investeringsleningen 650 832.199,30 672.028,29B. Kosten kredieten korte termijn 656 77,54 91,75 C. Diverse financiële kosten 657/9 14.688,86 16.659,97

VI. Winst 70/65 3.270.744,46 2.757.442,06

Verlies 65/70

VII. Uitzonderlijke opbrengsten 76 1.243.983,80 1.930.700,15

A. Terugneming van afschrijvingen 760 12.180,27 en van waardevermindering op IVAB. Terugneming van waardevermindering FVA 761C. Terugneming van voorzieningen voor 762 795.000,00 2.000,00 uitzonderlijke risico’s en kostenD. Meerwaarden bij de realisatie VA 763 4.332,58 1.520,00E. Andere uitzonderlijke opbrengsten van het boekjaar 764/8 817,75 1.824,83F. Opbrengsten m.b.t. vorige boekjaren 769 431.653,20 1.925.355,32

VIII. Uitzonderlijke kosten 66 2.255.912,20 1.297.943,81

A. Uitz. afschrijvingen en waardeverm. op 660 2.000.502,38 608,66 oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activaB. Waardeverm. op financiële vaste activa 661C. Voorzieningen voor uitz. risico’s en kosten 662 94.373,18 1.061.373,54D. Minderwaarden bij de realisatie van VA 663 E. Andere uitz. kosten van het boekjaar 664/8 150.491,25 206.043,92F. Kosten m.b.t. vorige boekjaren 669 10.545,39 29.917,69

IX. Winst van het boekjaar 70/66 2.258.816,06 3.390.198,40

Verlies van het boekjaar 66/70

4. Korte bespreking balans en resultatenrekening

4.1. De balansHet balanstotaal stijgt van € 54.185.786 in 2007 naar € 59.455.043 in 2008.Aan de actiefzijde stijgen de vaste activa met € 1.763.864 voornamelijk door de groei in materiaal voor medische uitrusting en de vaste activa in aanbouw. Ook de vlottende activa stijgen met € 3.505.394, te wijten aan de toename van de vorderingen op verzekeringsinstellin-gen (€ 1.534.910; in lijn met de sterke groei van de honoraria) en de groei in geldbeleggingen (€ 2.654.964).Aan de passiefzijde stijgt het eigen vermogen met € 1.988.249 hoofdzakelijk door de toename van het overgedragen resultaat. De financiële schulden op lange termijn stijgen met € 1.331.064 (vnl. bouwkredieten). De financiële schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar ver-vallen, stijgen met € 2.412.945, de lopende schulden stijgen met € 1.673.950 en de schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten stijgen met € 581.089. De ratio eigen vermogen / balanstotaal stijgt lichtjes van 30,4% naar 31,0% doordat het balanstotaal bijna evenredig stijgt met de toename van het eigen vermogen.

4.2. De resultatenrekeningIn 2008 werd een positief resultaat geboekt van € 2.258.816. Vóór uitzonderlijke kosten en opbrengsten is het resultaat € 3.270.744. Deze positieve evolutie in resultaat werd mogelijk gemaakt door een stijging van de opbrengsten en een beheersing van de kosten. Toch is het personeelsbestand in 2008 opnieuw aanzienlijk aangegroeid met 23,11 FTE tot 380,76 FTE en werd er voor een bedrag van € 5.367.228 geïnvesteerd waaronder voor € 1.689.875 in medische apparatuur. Einde 2008 bedraagt het totaal aan gerealiseerde VIPA-bouwwerken€ 1.680.381. De aankoop van de 21 D-bedden (Tienen) werden in 2008 volledig in het resultaat opgenomen.

Het positieve bedrijfsresultaatresultaat kan o.a. aangewend worden voor de verdere opbouw van de reserves van het ziekenhuis waarmee het eigen aandeel van de verbouwingswerken (de overheid subsidieert immers slechts 60%) kan gedragen worden. Tot slot is een verdere aan-groei van het overgedragen resultaat absoluut noodzakelijk voor de versterking van het eigen vermogen van het ziekenhuis dat nog steeds onder het gemiddelde (ongeveer 40%) van de Vlaamse private ziekenhuizen ligt.

22 introjuli 2009

Page 24: Jaarverslag 2008

De nieuwe vleugel aan de voorzijdeDe nieuwe vleugel voor het ziekenhuis zal op het gelijkvloers en de tweede verdieping de poli-kliniek huisvesten. In deze nieuwe locatie zullen de raadplegingen van onze artsen in een aange-name omgeving kunnen plaatsvinden.

Op de eerste verdieping wordt een volledig nieu-we geriatrische afdeling gebouwd. De kamers zullen voorzien zijn van een optimaal comfort. Iedere kamer beschikt over een eigen sanitaire cel met douche. Verder is er een polyvalente ruimte voorzien, een kapsalon en voldoende ruim-te voor het geriatrisch dagziekenhuis. Een aange-naam detail is dat patiënten en hun bezoekers bij mooi weer kunnen genieten van een buitenterras.

De hoogste verdieping van de nieuwe blok aan de voorkant wordt voor een groot gedeelte ingeno-men door het labo. Ook hier wordt een moderne infrastructuur voorzien met aparte ruimtes voor bloedafnames, gekoelde opslag en een geschikte ruimte voor activiteiten met betrekking tot bio-veiligheid.

Uitbreiding van het operatiekwartierDe nieuwbouw tussen blok C en D zal een belangrijke uitbreiding van het operatiekwartier onderdak bieden. Twee nieuwe ultramoderne ope-ratiezalen zijn momenteel in opbouw. Ook sterili-satie zal een nieuw onderkomen vinden vlakbij het operatiekwartier.

Nieuwe koude-warmteopslag technologie - KWOBeide nieuwe blokken zullen verwarmd en gekoeld worden door een moderne technologie, genaamd KWO. Dit staat voor koude-warmte-opslag. Kort uitgelegd betekent dit dat we warmte uit de ondergrond gaan gebruiken om te verwar-men in koude periodes. De verkregen koude slaan we op in de ondergrond. Tijdens warme dagen kunnen we met deze koude koelen. Om over vol-doende vermogen te beschikken wordt het geheel ook nog voorzien van een warmtepomp. De com-binatie van deze technieken stelt ons in staat om de energiekost voor het verwarmen en koelen van de gebouwen drastisch te verlagen vergeleken met klassieke technologieën.

RenovatiesNa de realisatie van het nieuwbouwgedeelte is er nog een luik verbouwing voorzien. Hierin wor-den de bestaande OK-zalen volledig gerenoveerd en groter gemaakt, wordt de ‘oude’ afdeling geria-trie omgetoverd in een modern en ruim dagzie-kenhuis en wordt de afdeling pediatrie aangepast aan de huidige normen en verwachtingen van kinderen en ouders.

Nieuwe, moderne infrastructuur

23 intro juli 2009

In 2008 werd het startschot gegeven voor de langverwachte uitbreiding van het ziekenhuis. In het najaar zagen we langzaam de contouren van een nieuwe vleugel oprijzen uit de enorme bouwput aan de voorzijde van het ziekenhuis. Tegelijkertijd voltrok zich hetzelfde fenomeen tussen blok C en D.

Page 25: Jaarverslag 2008

Jeroen Ruysen,Zorgmanager

Referentieverpleegkundigen

Enthousiaste verpleegkundigen die zich willen verdiepen en ontwikkelen binnen het werkveld hebben in het SFZ de mogelijkheid om door te groeien tot referentieverpleegkundige. Een referentieverpleegkundige verdiept zich in bepaalde deelaspecten van de zorg of zorgorga-nisatie. Wondzorg is daar een uitstekend voor-beeld van. Zijn er problemen bij de verzorging van moeilijke wonden, dan kunnen verpleegkun-digen een beroep doen op de expertise van de referentieverpleegkundige. Elke afdeling beschikt over verschillende gemoti-veerde referentieverpleegkundigen. We denken hierbij vooral aan de gekende domeinen als palliatieve zorgen, decubitus, diabetes, ziekenhuishygiëne, tiltechnieken,….

In 2008 werd het aanbod op de verschillende afdelingen uitgebreid met enkele nieuwe referentieverpleegkundigen:

Geriatrisch dagziekenhuis:De verpleegkundigen binnen het geriatrisch dagziekenhuis coördineren de opname en het verblijf. Zij verzorgen de afstemming tussen de verschil-

lende disciplines met als doel een diagnostische evaluatie, therapeutische oppuntstelling of een revalidatieprogramma te organiseren. Verder staan zij in voor het verzamelen en ver-werken van verschillende resultaatsparameters.

Interne liaison:De interne liaisonverpleegkundige maakt het mee mogelijk om de geriatrische principes en de geriatrische pluridisciplinaire deskundigheid ter beschikking te stellen van de behandelend geneesheer specialist en de teams, en dit voor alle geriatrische patiënten die in een andere dienst dan de diensten voor geriatrie in het ziekenhuis verblijven. De liaisonverpleegkundige gaat de geriatrische patiënten op niet-geriatrische diensten in kaart brengen aan de hand van een screeningsinstru-ment (GRP), een assessment uitvoeren bij risico-patiënten, referentieverpleegkundigen op de afdelingen ondersteunen, deelnemen aan pluri-disciplinaire vergaderingen, participeren aan wetenschappelijk onderzoek, … .Verder kan de liaisonverpleegkundige aanbeve-lingen formuleren tot bijkomend advies of onder-steuning door het multidisciplinair team.

Referentieverpleegkundigen geriatrie:Naast het pluridisciplinair intern liaisonteam beschikt elke afdeling (met uitzondering van de kraamafdeling en dienst kinder- en jeugdgenees-kunde) over een referentieverpleegkundige met opleiding in de geriatrische zorg. Deze verpleeg-kundigen gaan mee de geriatrische aanpak bevorderen en het opsporen van geriatrische risicopatiënten vergemakkelijken. Verder gaat de referentieverpleegkundige de aanbevelingen en adviezen van het pluridisciplinair team vertalen in praktijkvoering.In samenwerking met alle Limburgse ziekenhui-zen worden er op regelmatige basis bijscholin-gen omtrent geriatrische topics georganiseerd. Op deze manier willen we de geriatrische bena-dering en aandachtspunten over de verschillende afdelingen verspreiden, via de referentiever-pleegkundigen.

Urologisch verpleegkundige:Wekelijks werkt de urologisch verpleegkundige één dag op de raadpleging urologie. Naast een aantal urotechnische handelingen zoals blaas-spoelingen, vervanging van suprapubische son-des, urodynamische onderzoeken en derge- lijke, bestaat haar taak erin om patiënten voor te bereiden op een ingreep (vooral prostaat-operaties). Zij geeft psycho-educatie over de

EXTENSIEF EN INNOVATIEFUitbreiding en specialisatie van het zorgaanbod

24 introjuli 2009

Page 26: Jaarverslag 2008

ingreep en de post-operatieve aspecten aan de patiënten en hun eventuele partners. Haar werkopdracht op de afdeling heelkunde 2 is een belangrijke meerwaarde om patiënten op te volgen tijdens hun ziekenhuisverblijf. De huidige follow-up gebeurt in een telefonisch overleg met de patiënt, 1 à 2 weken na hun ontslag.Ondertussen schoolt ze zich bij tot incontinentie- en prostaatverpleegkundige en hoopt ze een meerwaarde te kunnen zijn voor onze patiënten!

Referentieverpleegkundigen medische beeldvorming:In 2008 werd op de afdeling medische beeld-vorming na 20 jaar afscheid genomen van de oude, maar oerdegelijke Siregraph-teletafel om te vervangen door de Ysio-Wi-D van Siemens. De Ysio-Wi-D is een nieuw revolutionair DR-systeem dat bestaat uit een combinatie van een geïntegreerde en een mobiele flat-panel-detector.Alvorens tot deze beslissing werd overgegaan werd er binnen de equipe van de afdeling een projectgroep met 4 keyusers opgericht om onze toekomstvisie naar expansie, workflow en inno-vatie toe te onderbouwen.Door deze projectgroep werd nagedacht over de volledige herinrichting en bemeubeling van de RX-zaal.Ook hebben zij ingestaan voor het informeren en opleiden van alle medewerkers. Immers, de opname met scopie moest omgebogen worden naar RX-opnamen zonder scopie. Dit betekende voor vele medewerkers een grote aanpassing. Verder moest er opleiding gegeven worden over de bediening van het toestel.Dankzij de grote inzet en motivatie van onze medewerkers kunnen we het project reeds na enkele maanden als uitermate geslaagd beschouwen. De referentieverpleegkundigen blijven de verdere ontwikkelingen op de voet opvolgen en houden heel het team up-to-date!

Triageverpleegkundigen op spoedgevallen:In 2008 werd het nieuwe project Triage en Coördinatie op de dienst spoedgevallen voorbe-reid door een gemotiveerde werkgroep. De aanzienlijke toename van het aantal patiën-ten veroorzaakte enerzijds organisatorische en anderzijds patiëntgerelateerde problemen. Patiënten belandden steeds vaker en steeds lan-ger in de wachtzaal en bij grote drukte was het vaak onmogelijk om nog een overzicht te kunnen behouden in de patiëntenflow op dienst. Een onderzoek van het wachtzaalbeleid in januari 2008 bracht meer duidelijkheid over het al dan niet correct aanwenden van de wachtzaal op dagen met een normale druktegraad.Dit leidde snel tot chaos en het gevaar ontstond dat door het willekeurig, niet evidence-based selecteren van patiënten uit de wachtzaal, patiënten met een hoge prioriteit miskend werden en te lang in de wachtzaal moesten verblijven. Anderzijds werden de wachttijden voor patiënten met een lagere prioriteit verlengd, wat vaak tot frustraties leidde.Om een oplossing te bieden aan deze patiënten-gebonden en organisatorische problemen, was er nood aan een specifieke functie, in de vorm van een algemene coördinator-triageur spoedgeval-len. 2008 werd aangewend om het probleem duidelijk te omschrijven en tot een concreet pro-fiel en jobuitwerking te komen. In 2009 wordt dit effectief in de praktijk geïmplementeerd.

Samen met de bestaande referentieverpleeg-kundigen zorgen deze nieuwe mensen en werk-groepen voor een verdere specialisatie binnen ons zorgaanbod.Als kleiner regionaal ziekenhuis mogen we trots zijn op de intrinsieke motivatie van deze mede-werkers die er mee toe bijdragen dat we een vooruitstrevend en innoverend ziekenhuis zijn en blijven!

25intro juli 2009

Page 27: Jaarverslag 2008

Wat is Mindfulness ?Indien we Mindfulness in één woord dienen samen te vatten is dit aandacht, opmerkzaam-heid. Het betreft aandacht met specifieke kwa-liteiten, met name een open, milde aandacht in het moment. In zijn brede betekenis houdt Mindfulness een levenshouding in. Deze levenshouding betekent onder andere: leven in het moment, bewust leven in plaats van op automatische piloot, zijn in plaats van doen, in je lichaam in plaats van in je hoofd aanwezig zijn, rekening houden met grenzen, het streven naar controle en voorspel-baarheid loslaten, niet samenvallen met gedachten, benaderen/toelaten en bij gevoe-lens blijven, een aanvaardende houding ten aanzien van de realiteit, waardegericht leven, … .

Wat zijn de kenmerken van het Mindfulness programma ?Achtwekenprogramma. Het programma houdt acht sessies in van telkens 2.5 uur met een ingebouwde pauze.Thuiswerk. Het thuiswerk is een essentieel onderdeel van

de training. Het is geen achtsessiesprogram-ma, maar een achtwekenprogramma. Het vergt de bereidheid om acht weken lang, zes dagen per week, gedurende drie kwartier per dag thuis te oefenen.Ervaringsgericht. De klemtoon ligt op directe ervaring in plaats van op intellectuele kennis. In deze optiek wordt er voornamelijk gebruik gemaakt van experimentele oefeningen en metaforen.Actieve bijdrage. Via deze training nodigen we uit tot zelfzorg, zelfredzaamheid. We vragen een actieve bijdra-ge, met name in het oefenen in Mindfulness.Stressreductie en welzijnsbevordering. De uiteindelijke doelstelling van het program-ma is stressreductie en welzijnsbevordering.

Hoe ziet het concrete programma er uit in het Sint-Franciskusziekenhuis ?De opleidingssessies werden twee keer in een acht wekenprogramma met succes uitgewerkt.De volgende reeks start op donderdag 8 okto-ber en duurt tot donderdag 26 november. Er is een ochtendsessie van 09u15 tot 11u45 en een avondsessie van 17u30 tot 20u.

Mindfulness Een methodiek voor stress-

reductie en welzijnsbevordering voor (ex-)kankerpatiënten

Het Sint-Franciskusziekenhuis organiseert in samenwerking met Kom Op Tegen Kanker het programma ‘Op Mindfulness geba-seerde stressreductie en welzijnsbevordering’ voor (ex-)kankerpatiënten en hun naasten in de revalidatiefase van hun ziekte.

26 introjuli 2009

Dirk Deferm, psycholoog

Page 28: Jaarverslag 2008

Het geriatrisch dagziekenhuis was in 2008 gedurende 212 dagen geopend, van maandag tot vrijdag en van 8u tot 16u. Het personeel streeft ernaar om een maximale kwaliteitsvolle zorgverstrekking aan te bieden. De patiënt wordt begeleid door een geriatrisch geschoolde verpleegkundige. Dit zowel in het dag-ziekenhuis als tijdens de onderzoeken op andere plaatsen in het ziekenhuis.

Multidisciplinaire benadering: diagnose en behandeling Tijdens zijn verblijf wordt de patiënt begeleid door de geriater en een aantal medewerkers van het multidisciplinaire team van het geriatrisch dagzie-kenhuis. De ergotherapeut bezoekt 46% van de patiënten en de kinesitherapeut 42%. Zij hebben zo een belangrijk aandeel in de werking van het dagziekenhuis. De psychologe bezoekt 26% van de patiënten.Verder wordt er regelmatig een beroep gedaan op de medewerkers van de sociale dienst.De logopediste, de diëtiste en de sociale dienst zijn steeds raadpleegbaar.

Indicaties voor het geriatrisch dagzieken-huisHet ruime aanbod in het geriatrisch dagzieken-huis is gedifferentieerd. 39% van de patiënten bezoekt het dagziekenhuis voor de diagnose en de revalidatie van cognitieve stoornissen.

Verder wordt er vaak gebruik gemaakt van het ambulant revalidatieprogramma na CVA (18%).

Patiënten worden in het geriatrisch dagziekenhuis opvangen voor de combinatie- en coördinatie mogelijkheden van verschillende onderzoeken bij de internisten (13,5%), toediening van intrave-neuze medicatie (9,4%), revalidatie bij ziekte van Parkinson (7,95%), complexe wondzorg (2,4%), transfusie (2,2%), vervanging van een Peg-sonde (1,2%) en diverse eenmalige onderzoeken (spoe-len poortkatheter, slikevaluatie, pre-operatieve

onderzoeken). Deze voorziening voorkomt lange wachttijden en verhoogt het comfort van de patiënt en zijn familie.

Meer voordelen voor de patiënt Op praktisch vlak worden de meeste patiënten opgevangen in een rustige omgeving, met aange-paste zetels. Op regelmatige tijdstippen wordt er koffie aangeboden en de maaltijden zijn steeds gratis. Slechts 17% van de patiënten had een bed nodig. De opnameduur is voor 41% van de patiënten minder dan 4 uur. Er is een hoog service-gehalte in het geriatrisch dagziekenhuis.

Om de patiënt naar het geriatrisch dagziekenhuis te verwijzen, volstaat het contact op te nemen met Dr. Michel Schellemans. Hij bekijkt de moge-lijkheid tot opname binnen deze setting.

Interne Liaison Geriatrie:Het doel van de interne liaisonfunctie is het aan-bieden van een complementaire geriatrische benadering bij de zorg voor gehospitaliseerde geriatrische patiënten, ouder dan 75 jaar, die niet op een afdeling geriatrie gehospitaliseerd zijn.Het liaisonteam bestaat uit de internist-geriater, de interne liaisonverpleegkundigen en de referen-

tieverpleegkundigen op de afdelingen. Op indica-tie kan het team aangevuld worden met diëtiste, ergotherapeut, sociale dienst, logopediste,…In 2008 werden er buiten de afdelingen geriatrie 2295 patiënten opgenomen, ouder dan 75 jaar. Bij 1158 van deze patiënten gebeurde een scree-ning bij opname waarbij het geriatrisch profiel werd opgespoord. 260 patiënten werden bezocht door een verpleeg-kundige met een opleiding in de geriatrie en kre-gen bijkomende adviezen betreffende specifieke problemen.

Op deze manier wil het team verbonden aan de geriatrie een optimale multidisciplinaire zorg verzekeren voor de oudere patiënt binnen het Sint-Franciskusziekenhuis.

Het geriatrisch dagziekenhuis

Krista Bogaerts,Verpleegkundig diensthoofd

Guy Deelkens,Zorgmanager

27intro juli 2009

Page 29: Jaarverslag 2008

Medische beeldvorming: primeur op wereldvlak

De rugschool

Na de implementatie van PACS eind 2006, waarbij op zeer korte tijd filmloos gewerkt werd en de eerdere aankoop van een multis-lice-CT, vormt de installatie van twee DR-zalen met de meest moderne (gebruiks- en patiënt-vriendelijke) technologie een belangrijke stap in de evolutie naar de volledige digitalisering van de beeldvorming. Enkel de mammografie-toestellen in Heusden en Beringen moeten nog vervangen worden door digitale apparatuur (voorzien voor 2010).Ook het gebruik van echografie door de anes-

thesisten bij het plaatsen van zenuw-bloks en diepe veneuze katheters vormt een belangrijke innovatie.Net voor het einde van het jaar 2008 werd beslist tot aankoop van een patiëntdatama-nagementsysteem (PDMS) voor de afdeling intensieve zorgen waarbij er koppeling is van een elektronisch medisch en verpleegkundig dossier met automatische import van de gege-vens uit randapparatuur zoals monitoring, beademings- of dialysetoestellen, infuus-pompen enz.

Toename van rugklachten De mens is geëvolueerd naar de rechtopstaan-de houding, hetgeen een zwaardere belasting vormt voor de rug. In combinatie met een overwegend sedentair leven, leidt dit bij 80 à 90% van de bevolking tot rugklachten, die ernstige ongemakken veroorzaken en ons in het dagelijks leven belemmeren. De rugschool vindt haar oorsprong in de jaren ‘70 in de Scandinavische landen met als toenmalig doel het adviseren en aanleren van hef- en tiltech-nieken aan rugpatiënten. De rugschool biedt niet enkel een theoretische oplossing in geval van rugproblemen, maar meer nog adviezen en

technieken die praktisch dienen te worden ingeoefend.

Gepersonaliseerde aanpak Ook ons ziekenhuis biedt “rugschool” aan, onder professionele begeleiding van een multi-disciplinair team (artsen, ergotherapeuten, kinesitherapeuten, psychologen).Wij werken met een gepersonaliseerde aanpak om gepaste adviezen en technieken te geven met eenvoudige oefeningen die thuis herhaling mogelijk maken. Dit alles verloopt volgens het KISS-principe: Keep It Safe and Simple.We durven te stellen dat sinds de opstart in

juni 2007, onze werkwijze hoge waardering krijgt bij de rugrevalidanten. Dit resulteert in een uitbreiding van het aantal sessies per week (+10), en een belangrijke toename van het aantal revalidanten (+66) in 2008.

Inhoudelijk programma:Theoretische lessen (4 opeenvolgende dins-dagavonden):Principe van de rugschool & anatomie van de rug en ziektebeeldenToepassingen en aandachtspunten in het dage-lijkse levenCoping (omgaan met pijn)RelaxatietherapiePraktische lessen:Testing op rugrevalidatietoestellen Opstarten oefenprogramma 2 à 3 x per week (maximaal 8 personen)Hertesting na 16 sessies en herevaluatie door arts fysische geneeskundeAfhankelijk van de resultaten nog 16 sessies

28 introjuli 2009

Roland Lacroix,Kinesitherapeut

Page 30: Jaarverslag 2008

Een groeiende organisatie betekent ook dat er op het vlak van werving en selectie, extra inspannin-gen dienen geleverd te worden. En net dat is in een steeds krapper wordende arbeidsmarkt geen gemakkelijke opdracht. Tweederde van ons perso-neelsbestand bestaat uit verplegend personeel.Door een aantal elkaar versterkende tendenzen op de arbeidsmarkt, is net deze groep van perso-neelsleden erg schaars. Vergrijzing van de bevol-king zorgt enerzijds voor een groeiende vraag naar verpleegkundigen. Anderzijds veroorzaakt de vergrijzing een kleinere instroom van studenten verpleegkunde en een stijgende leeftijdscurve van verpleegkundigen in het beroep. Bovendien lijdt het beroep van verpleegkundige de laatste jaren wat aan een imagoprobleem waardoor de instroom in het verpleegonderwijs afneemt. Daarnaast merken we een duidelijke daling van het aantal instromers vanuit ASO-richtingen in het hoger onderwijs.

Door dit alles worden we geconfronteerd met een vervangingsproblematiek (te weinig afgestudeer-den om de uitstroom door brugpensioen, jobtime-vermindering, … op te vangen) naast een uit-breidingsvraag. Het wordt dus vissen in een steeds kleiner wordende vijver.

Waar deze schaarste zich de voorbije jaren vooral liet voelen in grootstedelijke regio’s, maakten we in 2008 ook voelbaar kennis met dit fenomeen in onze regio. Voor het eerst sedert jaren werden we geconfronteerd met het feit dat vacatures voor verpleegkundige profielen moeilijk ingevuld konden worden. Naast onze vervangingsbehoefte en natuurlijke groei hadden we in 2008 nog eens 7.6 FTE’s extra in te vullen in het kader van een pilootproject mobiele equipe waarvoor we werden geselecteerd. Uiteindelijk zorgde dit alles ervoor dat een aantal vacatures voor verpleeg-kundigen in 2008 niet ingevuld geraakten. 2009 zal hierin niet onmiddellijk veranderingen met zich meebrengen. Het aantal afstuderenden is niet toegenomen en andere ziekenhuizen zullen vanaf dit jaar ook hun mobiele equipe dienen in te vullen waardoor de vraag naar verpleegkundi-gen nog eens sterk toeneemt.

Op het vlak van aantrekken van personeel liggen de volgende jaren dus heel wat uitdagingen te wachten. Een aantal van de geschetste problema-tieken zullen uiteraard niet binnen onze organisa-tie kunnen opgelost worden. Overheid en onder-wijs zullen moeten nadenken over de instroom van studenten en het niveau van de verpleegkun-digen die zij afleveren in een steeds complexer en veeleisender wordend beroep. Samen met betrok-ken instanties zal er iets dienen gedaan te wor-den aan het imago van het zorgberoep en dient de organisatie van de zorg opnieuw bekeken te worden. Verpleegkunde zal zich waarschijnlijk meer moeten gaan terugplooien naar de kernacti-viteit ‘verplegen’ en voor andere taken dient

ondersteuning door verzorgenden en administra-tieve medewerkers voorzien te worden.Op lokaal vlak pakken we in 2009 uit met een campagne om te werken aan ons eigen werkge-versmerk. Als kleine maar financieel gezonde en dynamisch groeiende organisatie hebben we heel wat troeven om de juiste mensen aan te trekken. Om een zo efficiënt mogelijke inzet van verpleeg-kundigen te organiseren, zal de inrichting van onze zorgorganisatie verder geoptimaliseerd moe-ten worden. We staan dus voor een aantal nieu-we en boeiende uitdagingen die het zorgberoep in de volgende jaren waarschijnlijk een nieuw gezicht gaan geven.

PERSONEEL EN ORGANISATIEWerven in een krappe arbeidsmarktHet Sint-Franciskusziekenhuis is de laatste jaren niet enkel gegroeid in activiteiten, ook het personeelsbestand is de laatste jaren flink toegenomen.

29intro juli 2009

Kristien Elsen,

HR directeur

Page 31: Jaarverslag 2008

Het multidisciplinaire team van het operatie-kwartier in het Sint-Franciskusziekenhuis in Heusden-Zolder bestaat uit ongeveer 30 ver-pleegkundigen, zorgkundigen en logistieke medewerkers, 6 anesthesisten en een 25-tal chirurgen. Jaarlijks ondergaan meer dan 9000 patiënten een ingreep in een van de 6 operatiezalen.

Een stijgend aantal anesthesisten, chirurgen en gynaecologen met een breder chirurgisch aanbod en de uitbreiding van het aantal OK zalen zorg-den de laatste jaren voor een sterke groei van het aantal ingrepen. Deze stijging in aantal en diversiteit veroorzaakte bovendien een toe-nemende werkdruk met de nodige groeipijnen als gevolg.De ontwikkeling van structuren en de organisa-tie binnen het OK liep niet langer gelijk met de forse groei en kon deze niet verder ondersteu-nen. Het drukke organisatieprogramma zorgde

samen met de complexiteit van de werking van een operatiekwartier voor extra druk op hele team. Binnen het stresserende karakter van een operatiezaal gaf dit aanleiding tot spanningen die de samenwerking tussen de disciplines niet ten goede kwam. Uiteindelijk uitte dit zich in een toename van het personeelsverloop, zowel bij verpleegkundigen als diensthoofden. Nieuwe medewerkers werden op een schaarse arbeids-markt moeilijk vindbaar en de opleiding van de nieuwkomers kon niet naar behoren ingevuld worden door de krappe bezetting. Voor niet-kern-activiteiten (bestellingen, materiaalbeheer, …) bleef weinig tijd over, met de nodige problemen tot gevolg.

Externe auditMet verdere groei in het vooruitzicht, werd door de directie, samen met de OK-leiding en medi-sche raad beslist een grondige doorlichting te laten uitvoeren van het operatiekwartier. De

keuze voor het uitvoeren van deze audit ging naar een externe partner, Ascento. Ascento heeft een ruime ervaring met begeleiding van organi-satieverandering maar de werking binnen een operatiekwartier was nieuw voor hen. Dit werd ervaren als een sterkte omdat ze hierdoor met een onbevangen blik de organisatie konden bekijken.In het voorjaar van 2008 begonnen ze aan hun opdracht. Na een informatieronde waarin de doelstellingen van het project werden toegelicht aan alle betrokken partijen, werd gestart met de analyse. Alle medewerkers van het OK (artsen en verpleegkundigen) werden uitgenodigd voor een individueel gesprek waarin elk zijn visie op de werking van het OK kon weergeven. De resultaten van deze gesprekken werden samen-gevat in een globaal rapport. Voor het operatiekwartier werd de analyse, syn-these en implementatie van actiepunten uit dit rapport de beleidsprioriteit voor 2008. Hiervoor

Organisatieoefening OperatiekwartierToenemende werkdruk

30 introjuli 2009

Kristien Elsen,

HR directeur

Jeroen Ruysen,Zorgmanager

Page 32: Jaarverslag 2008

werd een verpleegkundige en medische werk-groep opgericht.

Uit de resultaten van het rapport werden 6 domeinen geselecteerd:•infrastructuur, comfort, rust en privacy•materiaalbeheer•samenwerking in en tussen de disciplines•vakkennis en opleiding•werkbelasting, takenpakket, werkrooster en

programma•noden, verwachtingen naar leiding en beleid

Een aantal quick wins konden snel worden inge-voerd zoals bestelling van extra materialensets, aankoop van koffietoestel, … .

Nieuwe structurele verbeteringenVervolgens werd er een nieuwe structuur uitge-tekend met een duidelijk OK management in drie geledingen: een medisch diensthoofd, een ver-pleegkundig diensthoofd en een diensthoofd anesthesie. Het verpleegkundig diensthoofd krijgt ondersteuning van de zorgmanager. Zij bespre-ken en overleggen de dagelijkse werking. Verder is er tweewekelijks overleg binnen een OK stuurgroep (directie en OK management) en regelmatige terugkoppeling binnen de OK commissie zorgen voor een ruime afstemming met basis en top.

Hiernaast werd een vacature opengesteld voor een materiaalmeester. Hierdoor kan heel de stroom van bestellingen, ter beschikking stellen

van materiaal, stockopvolging, … op een effi-ciëntere manier worden georganiseerd.

Een volgend issue waren de OK-tijden. Vaak liepen OK-programma’s uit, stuurden dringende ingrepen de verdere planning in de war en waren OK-blokken niet optimaal afgestemd. Ook hieraan is gewerkt: nieuwe OK-tijden werden toegewezen, duidelijke afspraken over start- en eindtijden, een strikte opvolging van de tijden met een tijdige bijsturing en een goede commu-nicatie, afspraken over inschuiven van dringende ingrepen, … Dit alles werd doorgevoerd vanaf december 2008. Op enkele maanden is reeds een gunstige evolu-tie merkbaar en verloopt de samenwerking bin-nen het OK al een stuk vlotter. Ondanks de toe-genomen activiteiten merken we dat OK-programma’s minder vaak uitlopen en tijd-schema’s op een efficiëntere manier ingevuld worden. Ondanks de groei van activiteiten is het zelfs gelukt om de overuren van de personeels-leden drastisch terug te schroeven. Voor nieuwe personeelsleden is meer tijd en aandacht voor een efficiënt inwerkprogramma en we merken dat het personeelsverloop sterk afneemt. We werken dus duidelijk in een stabielere organisa-tie hetgeen voor iedereen die binnen het OK werkt zijn vruchten afwerpt.

ToekomstplannenIn een volgende fase richten we ons naar de implementatie van IT-ondersteuning binnen het operatiekwartier. Een OK-planningsprogramma

op maat moet zorgen voor betere mogelijkheden tot opvolging en bijsturing van de OK-programmatie en voor een nog efficiëntere inzet van mensen en middelen.

We hebben nog heel wat uitdagingen voor de boeg, maar kunnen stellen dat we in een jaar tijd toch al heel wat bereikt hebben. Dit was uiteraard enkel mogelijk dankzij de inzet, de inbreng en soms ook het geduld van alle betrok-ken partijen in dit project. Dankzij dit gedreven en professionele team groeien we steeds verder in een organisatie die klaar is voor de uitdagin-gen van de toekomst.

31intro juli 2009

Page 33: Jaarverslag 2008

Zorgmanagers ondersteunen het algemeen verpleegkundig beleid

Zoals de vorige werkjaren was ook 2008 weerom gekenmerkt door toenemende activiteitsgroei in ons ziekenhuis. De infra-structurele uitbreidingen zoals voorzien in ons zorgstrategisch plan zijn gestart en hopen wij de volgende twee jaar te realise-ren.

De snel veranderende zorg, ziekenhuis en maatschappelijke context waarin we ons bevinden, maakte het ook voor onze organisa-tie, waar inmiddels meer als 300 verpleeg-kundigen werken, noodzakelijk om de organi-satiestructuur aan te passen. Vanuit een meer gedecentraliseerde gedachte om de verant-woordelijkheden zo laag mogelijk in onze orga-nisatie te leggen, werden er in 2008 dan ook twee zorgmanagers benoemd die ieder verant-woordelijk zijn voor hun cluster. Hierin hebben zij lijnbevoegdheid en werken zij samen met de hoofdverpleegkundigen en de verpleegkun-dig directeur aan het algemeen verpleegkundig beleid. De nieuw voorgestelde structuur geeft een duidelijke scheiding tussen lijn en stafma-nagers. De zorgcoördinator en de verpleegkun-dig ziekenhuishygiënist ondersteunen deze structuur vanuit hun staffuncties. De bestaan-de communicatiekanalen werden aangepast. Zo hebben we binnen het verpleegkundig

paramedisch departement een vaste overleg-structuur waarin we maandelijks een geza-menlijke hoofdverpleegkundigenvergadering houden. Daarnaast heeft iedere hoofdverpleeg-kundige een individueel overleg met de zorg-manager en de verpleegkundig directeur. Wekelijks is er afstemming tussen verpleeg-kundige directie en zorgmanagers, zorgcoördi-nator en verpleegkundig ziekenhuishygiënist waarin alle aspecten van het verpleegkundig beleid besproken en opgevolgd worden: patiën-tenbeleid, medewerkerbeleid, middelen, activi-teit en kwaliteitsaspecten.

Patrick Siborgs,Paramedisch verpleeg-

kundig directeur

32 introjuli 2009

Patrick SiborgsVerpleegkundig-Paramedisch

Directeur

DirectiesecretariaatAlida Vogels

Verpleegkundig Middenkader

Zorgmanager Jeroen RuysenIZ, SPOED, C1, C2,

RX, DZH, OK

Zorgmanager Guy DeelkensG1, G2, D1, D2,

A, M, E, MOB, HW

Zorgcoördinator Bert AppermansMVG, Klinische paden,

Navigator, Kwaliteit

Maria Quintens Ziekenhuishygiëne, Klinische projecten aan ZH gerelateerd

Kine, ergo, psychologenPastorale, palliatieve

Sociale dienst

Paramedici

Verpleegkundig departement Sint-Franciskusziekenhuisaansturing/lijnbevoegdheden

Jeroen Ruysen

Guy Deelkens

Page 34: Jaarverslag 2008

De laatste jaren zijn belangrijke internationale studies verricht naar fouten en (bijna-) onge-vallen in de gezondheidszorg. Naar aanleiding van enkele ernstige casussen met veel media-aandacht en het rapport “to err is human” van de Institute of Medicine deed het begrip “patiëntveiligheid” zijn intrede in de Verenigde Staten eind jaren ‘90.

De Vlaamse ziekenhuizen besteden sedert de invoering van het kwaliteitsdecreet medio jaren ’90 ook meer en meer aandacht aan kwaliteits-zorg. Veiligheid voor de patiënten maakte onder-deel uit van dit kwaliteitsbeleid, zonder daarbij expliciet benoemd te worden. Pas vanaf 2007, toen de Federale Overheid con-creet richting ging geven aan een patiëntveilig-heidsbeleid en hiervoor ook financiering zou voor-zien, gingen meer en meer ziekenhuizen in ons land een afzonderlijk en gericht veiligheidsbeleid voeren ten aanzien van patiënten.

Veiligheidsmanagementsysteem Ook binnen ons ziekenhuis staat de zorgkwaliteit en veiligheid van onze patiënten al jaren centraal. Er werden reeds talrijke initiatieven genomen om risico’s ten aanzien van patiënten te beperken en acties ondernomen van zodra en zelfs voordat zich veiligheidsproblemen voordeden. Hoewel al deze

projecten en initiatieven kaderden binnen het algemene kwaliteitsbeleid van ons ziekenhuis, hadden we vooralsnog geen algemene visie en beleid omtrent patiëntveiligheid als dusdanig. Met het opstellen van een veiligheidsmanagement-systeem worden de initiatieven en projecten omtrent patiëntveiligheid expliciet benoemd en gekaderd binnen dit beleid.

Wat is patiëntveiligheid?Van patiëntveiligheid kan worden gesproken bij “het (nagenoeg) ontbreken van (de kans op) aan de patiënt toegebrachte lichamelijke en/of psychi-sche schade die is ontstaan door het niet volgens de professionele standaard handelen van hulpver-leners en/of door de tekortkoming van het zorg-systeem”. Veiligheid is één aspect van kwaliteits-volle zorg.

Begin 2008 werd, in het kader van het federale project, een ziekenhuisbrede cultuurmeting uitge-voerd. De respons hierop van artsen en mede-werkers was zeer groot, maar het hoog percenta-ge neutrale antwoorden wijst nog op een onvol-doende betrokkenheid en kennis. Er werd een stuurgroep patiëntveiligheid opgericht, die begin 2009 werd uitgebreid met drie vertegenwoordi-gers vanuit de artsen. Binnen deze multidiscipli-naire stuurgroep zijn volgende kernpunten

geformuleerd voor ons veiligheidsmanagement-systeem: een veiligheidsbeleid en –strategie opzetten en coördineren op middellange en korte termijn, ingebed in de algemene missie en visie van ons ziekenhuis; een veiligheidscultuur creëren waarbij aanvaard wordt dat medewerkers fouten kunnen maken en waarbij een sfeer van openheid en transparantie heerst die het voor de organisatie en professionals mogelijk maakt uit die fouten te leren om herhaling in de toekomst te voorkomen;een elektronisch incidentmeldingssysteem imple-menteren om de (bijna-) incidenten in kaart te brengen en op te volgen teneinde verbetermaat-regelen te kunnen nemen.

Ondertussen is de stuurgroep operationeel even-als de werkgroep en werden er reeds diverse projecten opgestart zoals: •selectie van het pakket I-vim van Infoland voor

incidentenmeldingen•het project identificatiebandjes voor patiënten• installatie dwaaldetectiesysteem spoedgevallen•time-out procedure OK•dossier- en informatieoverdracht bij interne

transferten

QUALITY CARE Managementsysteem patiëntveiligheid

Momenteel werken we met 6 mensen op de afdeling. Ze hebben een divers takenpakket met als voornaamste doel de gebruikers te begeleiden in hun informatiseringsverwachtin-gen en de werking operationeel te houden.

De projectaanvragen worden voorgesteld en goed-gekeurd in de stuurgroep medische informatica. Volgende punten werden in 2008 gerealiseerd: een nieuw draadloos netwerk is uitgerold, het vir-tualiseren van servers gaat voort. De beelden van de dienst Nucleaire Geneeskunde zijn gekoppeld aan het Pacs systeem. Via Zenos monitoren we de

status van de servers.Belangrijke upgrades: SAP is onze toepassing voor boekhouding, voorraad- aankoopbeheer, rappels en honorariabeheer. Mimesweeper wordt gebruikt voor het tegenhouden van spam, SP-expert is het personeelsplanningssysteem en nu beschikbaar via nieuwe interne Citrix servers.Er is een nieuwe redundante Firewall die er voor zorgt dat de verbindingen van en naar het internet gecontroleerd worden en er verbindingen met andere locaties mogelijk zijn. Het labo-pakket is volledig vernieuwd. In C2M - ons elektronisch medisch dossier - is medi-import geïmplementeerd.

Dit maakt het mogelijk om van externe labo’s en huisartsen verslagen te ontvangen via Medibridge. Medibridge is een beveiligde manier om data uit te wisselen. Een bijkomende functionaliteit is de postbus. Via de postbus worden de gebruikers van C2M verwittigd als er nieuwe uitslagen zijn. Zelf ontwikkelde pakketten zijn de barcodes op de stickers, de EKG koppeling en de OK registratie met rapporteringen.De expansie van het ziekenhuis en al de verbou-wingen zorgen voor een extra uitdaging.

Informatisering verhoogt de kwaliteit en efficiëntie in de ziekenhuiswereld

33intro juli 2009

Page 35: Jaarverslag 2008

Een procedure is “een reeks instructies die op volgorde moeten worden uitgevoerd.” Met deze algemene stelling in het achter-hoofd zijn er sedert jaar en dag plannen en processen uitgeschreven binnen ons zie-kenhuis om patiëntenzorg te optimaliseren en te uniformiseren.

Vaak waren dergelijke procedures gebaseerd op eigen ervaring, informatie vanuit symposia, opleidingsboeken, internet,…. en verschenen ze in diverse vormen en schrijfstijlen op de afdelingen. Eenzelfde procedure kon door de verschillende afdelingen op een andere manier benaderd worden, wat de duidelijkheid niet altijd ten goede kwam.Niet alle procedures waren afgetoetst aan de ‘best practice’ en huidige ‘evidence based’ richtlijnen.

Sedert 1 september 2008 is de verplichting ingegaan om alle technische verpleegkundige verstrekkingen en toevertrouwde geneeskun-dige handelingen te beschrijven in procedures en standaardverpleegplannen.

Uniformiteit – kwaliteit Voor ons als ziekenhuis werd dit een streefdoel om een degelijke structuur op poten te zetten om de procedures ziekenhuisbreed aan te bieden, uniform en beschikbaar voor elke medewerker. Inhoudelijk werd ernaar gestreefd overlappin-gen weg te werken en bestaande procedures af te toetsen aan de huidige maatstaven.

Het koninklijk besluit van 18 juni 1990 bevat alle technische verpleegkundige verstrekkingen en handelingen die door een arts aan beoefe-naars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen, handelingen en kwali-ficatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen. In overleg en samenwerking tussen verpleeg-kundigen, medici en paramedici binnen het SFZ werden deze verstrekkingen en handelin-gen onder de loep genomen en herwerkt in nieuwe procedures en standaardverpleegplan-nen. Deze zijn richtinggevend voor de verzor-ging en de behandeling van de patiënt maar dienen in hun toepassing door de verpleegkun-dige aangepast te worden aan de individuele

behoeften van de patiënt.Er wordt een onderscheid gemaakt tussen B1- en B2 -handelingen waar al dan niet een voorschrift van de arts nodig is. Ook de toe-vertrouwde geneeskundige handelingen of C-handelingen werden in de nieuwe procedu-res opgenomen.

Bijzondere beroepstitels en deskundigheid van verpleegkundigenEen bijkomend instrument om snel kwaliteits-volle en correcte zorgen in urgente situaties toe te passen werd beschreven in de Bijlage IV-handelingen. Van verpleegkundigen die werkzaam zijn in de functies intensieve zorg, gespecialiseerde spoedgevallenzorg, mobiele urgentiegroepen en in de dringende genees-kundige hulpverlening, wordt verwacht dat zij in staat zijn levensbedreigende en orgaan-bedreigende situaties tijdig op te merken en hierop doelmatig te reageren. Om dit doel te bereiken werden, voor verpleeg-kundigen in het bezit van een bijzondere beroepstitel in spoedgevallen en intensieve zorgen, handelingen waarvoor vroeger een voorschrift van de arts nodig was, nu B1-handelingen. Enkele voorbeelden hiervan zijn de cardiopul-monaire resuscitatie met invasieve middelen (endotracheale intubatie, plaatsen van larynx-masker,…) en het onthalen, evalueren en triëren van patiënten.

Voorwaarde om deze handelingen te mogen stellen is wel dat deze verstrekkingen in onze organisatie beschreven zijn door middel van standaardverpleegplannen en/of procedures.In 2008 werd er dan ook enorm hard gewerkt door de afdelingen om de verschillende proce-dures en standaardverpleegplannen uit te werken. Het zorgmanagement heeft veel energie gestoken in het eenduidig en overzichtelijk weergeven van de bestaande procedures en standaardverpleegplannen op de intranet-pagina van het SFZ.

Steeds up-to-date via intranetVoor de procedures werd gekozen voor een indeling volgens de stelsels zoals beschreven in het koninklijk besluit van 18 juni 1990. Naast de verschillende stelsels is er ook een algemeen luik en een specifiek luik voor

ziekenhuishygiëne voorzien.Medewerkers die enige tijd uit roulatie zijn geweest kunnen op publicatiedatum nakijken welke procedures zijn verschenen tijdens hun afwezigheid. Op die manier blijven ze op de hoogte van de meest recente gang van zaken binnen het SFZ.Ook werd er ruimte gelaten aan de afdelingen om uit de volledige lijst van procedures en afspraken een selectie te maken, die specifiek toepasbaar is voor de eigen afdeling.Nieuwe medewerkers, studenten of herintre-ders kunnen op deze manier snel en vlot op de hoogte worden gesteld van de meest courante procedures en standaardverpleegplannen.Onder standing orders worden de standaard-verpleegplannen en staande orders op afde-lingsniveau weergegeven. Ook is er ruimte voorzien om de bestaande klinische paden te consulteren.

Van elke verpleegkundige binnen het SFZ wordt verwacht dat hij/zij de courante ver-strekkingen en handelingen op zijn dienst of functie correct en veilig kan toepassen. Alle andere handelingen dienen vlot te kunnen worden opgezocht op het intranet.

Evidence basedEr werd voor en in 2008 reeds heel wat werk verricht in het kader van procedures. Dit is echter een voortdurend evoluerend iets en zal de komende jaren bijgehouden moeten worden.Sommige bestaande procedures dienen nog beschreven te worden, nieuwe procedures bijgevoegd of oude procedures herbekeken.Dit is niet het werk van één persoon maar wordt gedragen door alle medewerkers.Wij blijven streven naar een volledig en over-zichtelijk geheel, ter ondersteuning van iedere medewerker in ons ziekenhuis. Op die manier streven we naar een ‘evidence based’ werk-methode, wat uiteraard de kwaliteit van zorgen voor onze patiënten ten goede komt.

Uitwerking van ziekenhuisbrede procedures

Jeroen Ruysen,Zorgmanager

34 introjuli 2009

Page 36: Jaarverslag 2008

Campagne Handhygiëne in de kijker: Een correcte handhygiëne staat garant voor een daling van het aantal ziekenhuisinfecties. Voor de derde keer nemen we deel aan de nationale campagne ‘U bent in goede handen’.

Op 10 afdelingen doen de hoofdverpleegkundigen, voor en na de campagne, een meting van de com-pliance van handhygiëne op hun afdeling. Tijdens deze meting kan de hoofdverpleegkundige zelf observeren hoe de verschillende zorgverstrekkers bedside de kunde en kunst van hun vak toepas-sen. Na het afsluiten van de meting kunnen zij zo nodig acties ter verbetering uitwerken.

Vanuit de dienst ziekenhuishygiëne worden er tij-dens de sensibilisatiecampagne posters opgehan-gen in het ziekenhuis. De patiënten worden bij opname in het ziekenhuis, via een folder, geïnfor-meerd over goede handhygiëne in en buiten het ziekenhuis. De artsen krijgen een folder met de juiste richtlijnen voor goede handhygiëne op naam toegestuurd. Centraal worden er een aantal sessies over hand-hygiëne gegeven. Tijdens deze bijscholing gaat er dit jaar bijzondere aandacht naar het gebruik van handschoenen ter bescherming van de patiënt en/of de zorgverstrekker. Maar liefst tweehonderd

personeelsleden hebben deze vorming gevolgd. Dit toont aan hoe belangrijk iedereen een goede handhygiëne vindt, hoe zorgzaam we met onze patiënt willen omgaan. De techniek is eenvoudig maar de toepassing ervan eist discipline en gedragsverandering in de al drukke zorgverlening.Om de toepassing van handhygiëne continu te bewaken, wordt per trimester het verbruik van alcogel voor handontsmetting bijgehouden. In 2008 hebben we op de verpleegafdelingen ruim 760 liter alcogel verbruikt of 253400 maal een handontsmetting met alcogel toegepast!

Maria Quintens,Ziekenhuishygiëniste

35intro juli 2009