Jaarstukken 2019 · 2020-07-01 · 3 interdisciplinaire staf, werden in 2019 gestart. Dit heeft nog...

Jaarstukken 2019

Stichting GGZ Friesland

Jaarverslag 2019


1

Jaarverslag GGZ Friesland 2019

Woord vooraf Het is bevreemdend om op dit moment verslag te doen van onze zorgverlening in 2019. Een jaar waarin we nog niet konden bevroeden in welke situatie wij ons in het voorjaar van 2020 zouden bevinden. Een situatie waarin we te maken hebben met een wereldwijde crisis met grote gezondheids- en economische vraagstukken en zorgen en waarin ook onze zorgverlening met veel moeite en creativiteit zo goed mogelijk overeind gehouden moet worden. Toch willen we verantwoording afleggen over onze activiteiten in 2019 in het besef dat de wereld er in 2020 anders uitziet. Jaarverslag 2019 “Bouwen aan een netwerkorganisatie” Geïnspireerd door ons strategisch beleidsperspectief “Naar Voren” stond 2019 nadrukkelijk in het teken van versterking van interne samenhang en externe alliantievorming. We bouwden verder aan de vormgeving van een provinciebreed specialistisch ggz-netwerk door interne schotten te slechten en de samenwerking met ketenpartners te verbeteren. Begin van het verslagjaar bereikten we overeenstemming met de Kwadrantgroep over de overname van “Zorgmaatwerk”, een ggz-aanbieder met een stevige positie in de regio Heerenveen. Medio 2019 vond de overdracht plaats. Tegelijkertijd startten ook de gesprekken met de directie van CAGGB (“praktijk Buitenpost”) over een fusie. Dit proces kon einde van het jaar worden afgerond. Inmiddels heeft de NZa ingestemd met de overname (of concentratie) en zal CAGGB vanaf 2020 onderdeel uitmaken van de GGZ Friesland-groep. De overname van Synaeda is in 2019 formeel rondgekomen. In juni werd op feestelijke wijze afscheid genomen van de initiatiefnemers, eigenaren en directie, Anke Oosterbaan en Bianca Klop. Verkenningen hoe we de samenwerking tussen Synaeda en GGZ Friesland lokaal, en op specifieke doelgroepen, verder kunnen verbeteren werden gestart in samenspraak met de nieuwe directie, Bob Goeree en Vera Veerman. Deze allianties dienen niet zozeer om onze schaal te vergroten maar in de eerste plaats om het fors gefragmenteerde ggz-landschap in Friesland om te bouwen naar een coherenter zorgen behandelsysteem. Een eerste positief signaal zagen we in de cijfers m.b.t. de wachtlijsten, waaruit bleek dat Friesland in de landelijk top verkeert t.a.v. de beheersing van de wachttijden. Deze ontwikkelingen sluiten naadloos aan bij de interne beweging van GGZ Friesland. Daarbij streven we nadrukkelijk naar een model waarin de centrale sturing op een verantwoorde wijze wordt ingeruild voor meer lokale regie, betere samenwerking binnen de regio’s en versterking van het eigenaarschap van onze professionals. Een gelaagd en complex proces dat in 2019 concreter vorm kreeg middels eerste werkconcepten, divisie-bijeenkomsten en notities waarin de gewenste richting werd uitgewerkt. Binnen de acute zorg werden de eerste concrete stappen gezet middels de regionalisering en daadwerkelijke implementatie van het Intensive Home Treatment (IHT) concept. De pilot JongVolwassenen Circuit (JVC) kreeg vorm in Drachten als eerste stap naar een samenhangend behandelaanbod voor de belangrijke doelgroep 15-25 jaar, met inmiddels een uitrol in de andere regio’s. De “proeftuin Dokkum”, waarbij de samenwerking tussen FACT en Ouderenpsychiatrie gestalte krijgt, bleek een succes én een voorbeeld voor het toekomstige GGZ Friesland.

2

Met onze belangrijkste verzekeraar bereikten we overeenstemming over het werkgeverschap van de POH-functie. Ook daarmee zal de afstemming tussen eerstelijn en GGZ Friesland in de volle breedte verbeteren. Het overleg met de Friese huisartsen vormt inmiddels een vast onderdeel van de bestuurlijke agenda. Met een zestal coalitiegenoten werkten we in 2019 door aan de totstandkoming van een gemeenschappelijke visie en een afgestemd aanbod op het terrein van de hoogspecialistische jeugdzorg. Daartoe werd met de Friese gemeentes een convenant ondertekend. Kern: krimp van de gesloten jeugdzorg en de opbouw van een ambulant stelsel (MST, jeugd FACT etc.) Met VNN bleven we zoeken naar een betere afstemming in het zgn. FACT-plus model. Het dossier “personen met verward gedrag” vroeg veel aandacht. Het bestuur van GGZ Friesland en de burgemeester van Leeuwarden zitten gezamenlijk het gremium ROSANA voor waarin alle initiatieven en zorglijnen bij elkaar komen. Ook op dit beladen dossier zochten we in het verslagjaar nadrukkelijk naar meer- en betere afstemming met alle stakeholders. Met de gemeenten Leeuwarden en Sudwest Fryslân zijn, als een pilot, teams opgezet die integrale zorg verlenen aan patiënten in de epa-doelgroep. Deze teams zijn samengesteld uit medewerkers van GGZ Friesland, uit de sociale teams van deze gemeenten en van VNN. Doel van deze pilot is een integrale werkwijze te ontwikkelen. Verwacht wordt dat door vroegsignalering, specifieke preventie en snel in te zetten integrale zorg leidt tot een effectievere aanpak en herstel van de doelgroep en effectievere besteding van maatschappelijke middelen. E.e.a. wordt begeleid door onderzoek. Financieel konden we 2019, in het verlengde van de afgelopen jaren, met een solide resultaat afsluiten. Onze interne keten (van registratie tot facturatie) werd aanzienlijk versterkt. En we kunnen inmiddels spreken van een stevige liquiditeitspositie. Na alle materiële inspanningen van de afgelopen jaren is ons financiële fundament dusdanig versterkt dat een zeer ambitieus investeringsprogramma verantwoord is. Ons strategisch vastgoedplan kwam gereed waarin deze ambities zijn vastgelegd. In het verlengde hiervan zagen het masterplan Leeuwarden en het masterplan Franeker het licht. Op de locatie Franeker werden in 2019 nieuwe units (“tiny houses”) opgeleverd en werd ook de eerste paal geslagen voor 49 units van het nieuwe “Lankwert”; beide voorzieningen bestemd voor patiënten die langdurig op onze zorg zijn aangewezen. De stappen om te komen tot horizontaal toezicht kenden een constructief karakter. We verwachten 1 januari 2021 te kunnen starten. De voorbereidingen van de introductie van de Wet verplichte ggz vroegen veel aandacht gedurende het verslagjaar. Een aparte projectorganisatie droeg er toe bij dat GGZ Friesland, voor zover dit bij een complex wetgevingstraject mogelijk is, op 1 januari 2020 goed voorgesorteerd stond. De gesprekken met (top)professionals binnen onze organisatie om te komen tot een geformaliseerde vorm van medezeggenschap in de vorm van een medische- of

3

interdisciplinaire staf, werden in 2019 gestart. Dit heeft nog niet geleid tot een formele start van een dergelijk orgaan. Wel kwamen we met de OR een aangepaste werkwijze overeen, waarbij het aangrijpingspunt van de medezeggenschap verschuift naar de operatie/de divisies. Voor de cliëntenraden en de familieraad was dit al eerder gerealiseerd. Onze ICT-strategie die het best samengevat kan worden onder de noemer “Best of Breed”, kende de afgelopen jaren in de uitvoering mooie momenten maar ook forse tegenvallers. Zeker waar het de aansluiting tussen ons EPD (Code 24) en het facturatie/registratie-deel betreft. Er zijn in 2019 voorbereidingen getroffen om te komen tot een Proof of Concept met Topicus. Vanuit verschillende perspectieven werd tijdens de verslagperiode bevestigd dat GGZ Friesland na de moeilijke jaren inmiddels stevig in een volgende fase is beland. De externe audit leverde vooral complimenten op over de wijze waarop we onze systemen/processen hebben ingericht maar bovenal over de professionele betrokkenheid in de organisatie! Ook de derde HPO-meting gaf blijk van een consistente hogere scores op alle HPO-dimensies. Inmiddels verkeren we ruim boven de gemiddelden uit de zorgen ggz-sector. De publiekscolleges over belangrijke thema’s uit de sector vergden grote inspanningen van onze afdeling Marketing en Communicatie maar leverden veel maatschappelijke goodwill op. Hiermee willen we ook bijdragen aan de destigmatisering van de ggz. Een thema waar we steeds aandacht voor vragen, zoals in publicaties, in overleggen met andere partijen en door deelname aan de social run. Onze verzuimcijfers bleven ruim 1% onder het branche-gemiddelde terwijl het verloop met slechts enkele procenten getuigt van een grote loyaliteit bij de organisatie. Desalniettemin bleef de krapte op de arbeidsmarkt één van onze belangrijkste bronnen van zorg. Inmiddels beginnen we wel de vruchten te plukken van het feit dat we voor alle belangrijke ggz-beroepen veel meer opleidingsinspanningen verrichten dan enkele jaren terug. De samenwerking met onze noordelijke collega’s op dit dossier is daarbij zeer ondersteunend. In 2019 hebben we afscheid moeten nemen van Lex Wunderink, die 15 jaar onze A-opleider is geweest. Ernst Horwitz is als nieuwe A-opleider aangesteld. Binnen GGZ Friesland wordt door medewerkers en opleidelingen wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Dat stimuleren wij ook. We hebben moeten constateren dat de resultaten van deze onderzoeken niet altijd bekend zijn en niet in de praktijk worden benut. Met in 2019 ingevoerd beleid is dit onderzoek nu meer gestroomlijnd en beter afgestemd op behoeften in de praktijk en wordt in de organisatie meer bekendheid gegeven aan lopend onderzoek en onderzoeksresultaten. Dat er nog veel werk verzet moet worden bleek het afgelopen jaar ook op een aantal afdelingen, waar noodzakelijke cultuurveranderingen veel hoofdbrekens kostten, zoals bij de neuropsychiatrie en op de FPA. Veiligheid- en risicomanagement zijn niet meer weg te denken uit de bestuurlijk agenda, anno 2019. De strategische risico-inventarisaties zijn inmiddels regulier onderdeel van onze beleidscyclus geworden. Op verschillende locaties werden met hulp van een externe partij extra analyses van onze risicobeheersing en veiligheidssystemen gedaan. Dit bleken

4

waardevolle trajecten. In 2019 deden zich desalniettemin ernstige incidenten voor, waaronder een brand op /in de HIC Leeuwarden die een enorme impact op alle betrokken had. Ook in de Woldenhof, een beschermd wonen locatie te Sneek, was sprake van een (zeer) onveilige situatie die extern werd onderzocht. Alle ernstige incidenten zijn onderworpen aan een prisma-onderzoek teneinde lering te kunnen trekken uit eventuele tekortkomingen dan wel te bezien waar verdere verbeteringen mogelijk zijn. Verder is aandacht besteed aan de nazorg voor medewerkers, medepatiënten en naasten. Terugkijkend op 2019 kunnen we spreken van een jaar waarin GGZ Friesland op cruciale dossiers weer belangrijke stappen voorwaarts heeft gezet. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat binnen de ggz-sector veel onzekere factoren de bedrijfsvoering beïnvloeden. Het gefragmenteerd bekostingslandschap en de stapeling van wets- en systeemwijzingen vragen permanent aandacht, nopen tot strakke sturing en vergen optimale flexibiliteit en improvisatietalent binnen alle geledingen. Ook de krappe arbeidsmarkt en het veiligheidsdossier staan hoog op de bestuurlijke agenda. Wij willen in de komende tijd vast houden aan ons ambitieus langetermijnperspectief en wendbaarheid op korte termijn blijven etaleren. Dit ondanks de crisis rond COVID-19 en misschien ook juist daarom. In deze tijd wordt het belang meer dan eens duidelijk om samen met onze partners te werken aan een samenhangend ggz-netwerk, om als organisatie wendbaar te zijn en om de zorg dicht bij de patiënten en andere (zoals welzijns-)partijen te organiseren. De herstelbenadering vormt daarin ons anker evenals de uitgangspunten van HPO. Dit gedachtegoed is eind 2019 geland in ons nieuwe strategisch beleidsplan met de logische titel “”Verder naar Voren”. De doelstellingen blijven wij onverminderd hanteren, waarbij we in 2020 aan de hand van de ontwikkelingen moeten bezien welk tempo realistisch is binnen de randvoorwaarden van veiligheid en gezondheid. Dit zal een nieuw samengesteld bestuur ter hand nemen. In 2019 is een nieuwe bestuurder geworven en naast Ton Dhondt benoemd: Timo de Grefte. Timo zal op 1 april 2020 beginnen waarna Adriaan Jansen, die in 2012 aantrad, op 1 juni 2020 als bestuurder afscheid van GGZ Friesland zal nemen. Raad van Bestuur GGZ Friesland Ton Dhondt Timo de Grefte

ALGEMEEN 2014 2015 2016 2017 2018

2019 (inclusief Synaeda)

- gemiddelde aantal personeelsleden op basis van fte 1.545 1.413 1.299 1.286 1.352 1.451

- aantal medewerkers in loondienst ultimo jaar 1.952 1.578 1.550 1.589 1.617 1.796 - aantal fte's in loondienst ultimo jaar 1.420 1.244 1.214 1.238 1.281 1.416 - waarvan patientgebonden personeel 75% 78% 79% 79% 79% 79%

- waarvan niet patientgebonden personeel 25% 22% 21% 21% 21% 21%

- gemiddeld ziekteverzuim 3,0% 4,6% 5,4% 5,4% 5,2% 5,4%

- ingediende klachten bij klachtencommissie 97 96 76 72 91 57 - aantal klachten gegrond 14 11 16 9 16 8

- clienten dat zorg heeft ontvangen 20.593 19.043 16.181 13.359 12.195 14.739 - ingeschreven clienten ultimo van het jaar 12.051 11.165 8.314 6.979 6.860 10.570

MVO opleidingsplaatsen (inclusief derden) - Klinisch geriater - 5 4 5 5 3 - Psychiater - 21 22 21 22 21 - GZ psycholoog (inclusief zonder subsidie) - 25 20 15 21 23 - Klinisch psycholoog - 12 14 12 12 13 - Psychotherapeut - 3 3 1 1 3 - Verpleegkundig specialist - 20 20 24 25 22

Routine Outcome Measurement (ROM scores) - gemiddelde delta T-score functioneren (HoNos) - - 5,6 4,8 5,2 5,6 - gemiddelde delta T-score klachten/symptonen (OQ45) - - 8,2 7,2 6,0 8,4 - gemiddeld clienttevredenheid cijfer - kliniek - - 7,2 7,4 7,4 7,5 - gemiddeld clienttevredenheid cijfer - ambulant - - 7,5 7,6 7,7 7,7

Dwang en drang (vorige jaren aangepast op basis van de herziene cijfers) - gestarte insluitingen 634 503 389 277 345 289 - totale duur insluitingen in uren 28.010 29.892 20.624 19.435 21.151 13.752 - gemiddelde duur per gestart insluiting 44 59 53 70 61 48

FINANCIEEL 2014 2015 2016 2017 1) 2018


- resultaat (x € 1.000) -6.709 1.840 1.869 2.817 2.925 4.145

Financiële kengetallen - solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) 12,0 14,5 14,9 16,8 15,8 28,7 - rentabiliteit - debt service coverage ratio (bedrijfsresultaat voor financiele baten en lasten / balanstotaal) -5,3 4,2 3,7 4,5 4,7 6,2 - liquiditeit - current ratio (vlottende activa inclusief liquide middelen / totaal kortlopende schulden) 1,2 1,0 1,0 1,0 0,9 1,1

1) na stelselwijziging

ZORGPRESTATIES 2014 2015 2016 2017 2018


AANTALLEN

ZVW (financieringssystematiek gestopt per 1 januari 2015) - gesloten dbc's 17.199 nvt nvt nvt nvt nvt - aantal verblijfsdagen 79.450 nvt nvt nvt nvt nvt

Volwassen specialistische geestelijke gezondheidszorg (SGGZ) - gesloten dbc's nvt 12.770 10.802 8.114 7.641 14.410 - aantal verblijfsdagen nvt 69.836 55.044 53.256 56.088 52.878 - aantal behandeluren nvt 457.560 408.962 381.462 405.105 525.003 - aantal dagbestedingsuren nvt 273.087 190.213 151.973 157.147 124.101

Volwassen basis geestelijke gezondheidszorg (BGGZ) - vanaf 1 januari 2019 Synaeda

- gesloten trajecten nvt 1.368 1.338 448 169 382 - aantal behandeluren nvt 11.716 10.834 4.600 1.935 2.464

Langdurige geestelijke gezondheidszorg (LGGZ) - aantal verblijfsdagen nvt 8.746 15.496 12.339 9.491 12.250 - aantal behandeluren nvt 2.423 3.628 3.484 2.627 4.312 - aantal dagbestedingsuren nvt 11.506 19.111 17.436 16.951 13.025

AWBZ (financieringssystematiek gestopt per 1 januari 2015) - verzorgingsdagen 208.349 nvt nvt nvt nvt nvt - dagactiviteiten extramuraal 43.632 nvt nvt nvt nvt nvt

Wet langdurige zorg (WLZ) - verzorgingsdagen nvt 59.068 49.208 50.533 51.666 51.007 - aantal behandeluren nvt 10.626 7.211 7.771 8.003 9.650 - aantal dagbestedingsuren nvt 95.353 86.027 85.520 111.354 69.076

Ondersteunende zorg (OZ) - verzorgingsdagen nvt 113.964 115.628 113.824 110.453 109.665 - aantal behandeluren nvt 24.757 32.005 36.809 35.152 35.067 - aantal dagbestedingsuren nvt 284.419 324.238 344.203 334.174 377.151

Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) - aantal uren 17.517 15.136 15.268 10.680 9.279 9.787

JEUGD specialistische geestelijke gezondheidszorg (J-SGGZ) - gesloten dbc's 1) nvt 1.532 1.624 2.276 nvt nvt - aantal verblijfsdagen nvt 1.676 1.432 2.001 nvt nvt - zzp dagen nvt 145 222 1.255 nvt nvt - logeerdagen 2) nvt 2.112 1.547 0 nvt nvt - aantal behandeluren nvt 63.076 56.839 56.584 nvt nvt - aantal dagbestedingsuren nvt 4.191 2.758 4.858 nvt nvt

JEUGD basis geestelijke gezondheidszorg (J-BGGZ) - gesloten trajecten nvt 144 43 9 nvt nvt - aantal behandeluren nvt 1.592 342 32 nvt nvt

ZORGPRESTATIES 2014 2015 2016 2017 2018


JEUGD zorg (vanf 01-01-2018 nieuwe financieringsvorm/systematiek) - aantal verblijfsdagen nvt nvt nvt nvt 3.383 2.360 - aantal behandeluren nvt nvt nvt nvt 72.110 70.042 - aantal dagbestedingsuren nvt nvt nvt nvt 3.955 2.360

JUSTITIE - gesloten dbc's 375 356 335 310 274 263 - aantal verblijfsdagen dbbc 7.556 6.447 6.669 8.539 6.666 5.288 - aantal verzorgingsdagen zzp 2.166 1.385 1.932 1.717 2.335 3.254 - aantal behandeluren 14.985 16.243 15.539 17.387 14.213 13.676 - aantal dagbestedingsuren 30.560 21.868 21.311 22.438 16.609 11.600

Productiewaarde (x € 1.000 - begroot) - SGGZ - - 61.865 62.108 64.777 83.453 - BGGZ - - 2.013 355 160 295 - LGGZ - - 3.476 3.238 3.280 2.178 - WLZ - - 11.973 11.573 12.350 14.612 - OZ - - 21.040 22.559 21.723 22.110 - JEUGD - - 8.966 7.715 8.789 9.646 - JUSTITIE - - 4.531 5.145 5.985 5.075 - Overig - - 50 4 551 440TOTAAL - - 113.914 112.697 117.615 137.809

*) aangepast ten opzichte van de opgave in vorig jaar met nagekomen mutaties1) i.v.m. de nieuwe financieringssystematiek die per 1 januari 2018 ingaat zijn alle dbc's gesloten2) het logeerhuis is in de loop van 2016 gesloten

Jaarrekening 2019


JAARVERSLAGGEVING 2019

STICHTING GGZ FRIESLAND

INHOUDSOPGAVEPagina

5.1 Geconsolideerde jaarrekening 35.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2019 45.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2019 65.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2019 75.1.4 Grondslagen van waarderingen en resultaatbepaling 95.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2019 275.1.6 Mutatieoverzicht immateriële vaste activa 395.1.7 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 405.1.8 Mutatieoverzicht financiële vaste activa 415.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo 2019 425.1.10 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 435.1.11 Enkelvoudige balans per 31 december 2019 515.1.12 Enkelvoudige resultatenrekening over 2019 535.1.13 Grondslagen van waarderingen en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening 545.1.14 Toelichting op de enkelvoudige balans 555.1.15 Enkelvoudig mutatieoverzicht immateriële vaste activa 705.1.16 Enkelvoudig mutatieoverzicht materiële vaste activa 715.1.17 Enkelvoudig mutatieoverzicht financiële vaste activa 725.1.18 Overzicht langlopende schulden ultimo 2019 (enkelvoudig) 735.1.19 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening 745.1.20 Vaststelling en goedkeuring 78

5.2 Overige gegevens 805.2.1 Statutaire regeling resultaatbestemming 815.2.2 Nevenvestigingen 815.2.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 81

5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2019(Na resultaatbestemming)

31 december 2019

€ €

31 december 2018

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Immateriële vaste activa (1) 1.809.942 2.858.512Materiële vaste activa (2) 55.428.773 54.140.505Financiële vaste activa (3) 312.804 375.903

Totaal vaste activa 57.551.519 57.374.920

Vlottende activa

Onderhanden werk uit hoofde vanDBC's / DBC-zorgproducten (4) 8.902.357 6.651.773Vorderingen uit hoofde vanfinancieringstekort (5) 211.727 927.954Debiteuren en overige vorderingen (6) 17.253.850 27.277.071Liquide middelen (7) 14.827.931 10.347.940

Totaal vlottende activa 41.195.865 45.204.738

Totaal activa 98.747.384 102.579.658

Stichting GGZ Friesland te Leeuwarden_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 4 -

___________________________________________________________________________________________________________

31 december 2019

€ €

31 december 2018

€ €

PASSIVA

Groepsvermogen (8)

Bestemmingsfondsen 24.113.659 20.872.983Algemene en overige reserves 4.215.674 3.311.715

Totaal eigen vermogen 28.329.333 24.184.698

Voorzieningen (9) 3.333.790 3.694.368

Langlopende schulden (nog voormeer dan een jaar) (10) 29.956.327 34.739.316

Kortlopende schulden (ten hoogste 1jaar)

Overige kortlopende schulden (11) 37.127.934 39.961.276

Totaal passiva 98.747.384 102.579.658


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 5 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2019

2019

€ €

2018

€ €

BEDRIJFOPBRENGSTEN:

Opbrengsten zorgprestaties enmaatschappelijke ondersteuning (14) 138.532.036 130.898.112Subsidies (15) 3.666.382 2.569.933Overige bedrijfsopbrengsten (16) 4.583.671 4.655.406

Som der bedrijfsopbrengsten 146.782.089 138.123.451

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten (17) 107.684.074 101.352.946Afschrijvingen op immateriële enmateriële vaste activa (18) 6.772.906 7.443.261Overige bedrijfskosten (19) 26.202.137 23.438.463

Som der bedrijfslasten 140.659.117 132.234.670

BEDRIJFSRESULTAAT 6.122.972 5.888.781

Financiële baten en lasten (20) -1.511.238 -1.702.767

RESULTAAT UIT GEWONEBEDRIJFSUITOEFENING 4.611.734 4.186.014

Belastingen (21) -467.046 -242.981Aandeel in het resultaat vandeelnemingen (22) -53 -63

RESULTAAT BOEKJAAR NABELASTINGEN 4.144.635 3.942.970

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld:2019

€ €

2018

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Bestemmingsfondsen 3.240.676 3.179.922Algemene en overige reserves 903.959 763.048

4.144.635 3.942.970


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 6 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2019

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.

Ref: 2019

€ €

2018

€ €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat 6.122.972 5.888.781

Aanpassingen voor:- afschrijvingen en overigewaardeverminderingen (13) 6.772.906 7.394.744- mutaties voorzieningen (9) -360.578 421.064- boekresultaten afstoting vaste activa (16) 250.420 -351.707

6.662.748 7.464.101

Verandering in werkkapitaal:- mutatie onderhanden werk uit hoofde vanDBC's / DBC-zorgproducten (4) -2.250.584 -438.909- vorderingen/schulden uit hoofde vanfinancieringstekort respectievelijk -overschot (5) 716.227 1.333.709- mutatie vorderingen (6) 10.348.025 -185.192- mutatie kortlopende schulden (incl.Schulden aan kredietinstellingen) (11) -3.645.485 -6.152.966

5.168.183 -5.443.358

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 17.953.903 7.909.524

Ontvangen interest (20) 5.147 2.753Betaalde interest (20) -1.480.351 -1.689.789Betaalde winstbelasting (21) - -592.458

-1.475.204 -2.279.494

Kasstroom uit operationele activiteiten 16.478.699 5.630.030

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Ontvangsten uit hoofde van vervreemdingvan materiële vaste activa (2) 205.682 2.080.888Uitgaven voor geactiveerde kosten vanontwikkeling (1) -308.348 -Uitgaven voor de aankoop van grond,gebouwen, machines, concessies endeelnemingen (2) -8.916.774 -5.385.345Verwerving van overige financiële vasteactiva - -

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -9.019.440 -3.304.457

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Uitgaven ter aflossing van leningen (10) -2.549.137 -2.749.139Betaling financial lease (10) -430.131 -433.941

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.979.268 -3.183.080

4.479.991 -857.507


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 7 -

___________________________________________________________________________________________________________

Samenstelling geldmiddelen

Ref: 2019

€ €

2018

€ €

Stand geldmiddelen per 1 januari (7) 10.347.940 11.205.447Stand geldmiddelen per 31 december (7) 14.827.931 10.347.940

Mutatie geldmiddelen 4.479.991 -857.507

Toelichting:Onder boekresultaten afstoting vaste activa is begrepen een bedrag van € 250K, bestaande uit eenboekverlies van € 415K in verband met een beëindiging financial lease en een boekwinst van € 165K opoverige desinvesteringen. Onder de betaalde interest is begrepen een bedrag van € 1,48 miljoen, waarbij€ 1,17 miljoen betrekking heeft op de rentelasten, € 43K op bereidstellingsprovisie en € 263K op rente financiallease.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 8 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERINGEN EN RESULTAATBEPALING

5.1.4.1 ALGEMEEN

Algemene gegevens en groepsverhoudingen

Stichting GGZ Friesland (hierna te noemen: GGZ Friesland) is statutair (en feitelijk) gevestigd te Leeuwarden,op het adres Sixmastraat 2 en is geregistreerd onder KvK-nummer 41005202. De activiteiten van GGZFriesland bestaan voornamelijk uit het verlenen van geestelijke gezondheidszorg aan mensen metpsychiatrische stoornissen of ernstige psychische problemen.

Verslaggevingsperiode

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2019, dat is geëindigd op balansdatum 31 december2019.

Groepsverhoudingen:1. In 2015 heeft GGZ Friesland Synaeda Psycho Medisch Centrum Leeuwarden B.V. overgenomen. Voor eennadere toelichting inzake deze overname wordt verwezen naar de paragraaf foutherstel.2. Met ingang van 2008 is GGZ Friesland 100% eigenaar van GGZ Collectief B.V. en heeft hierover volledigezeggenschap. Op basis van artikel BW 2:407 lid 1 is op basis van de te verwaarlozen betekenis op het geheel,consolidatie van GGZ Collectief B.V. niet noodzakelijk en hoeft er derhalve geen geconsolideerde jaarrekeningte worden opgesteld.

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi (RvW).De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en het resultaat zijngebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen.

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, wat ook de functionele valuta is van GGZ Friesland.

Continuïteitsveronderstelling

COVID-19De uitbraak van COVID-19 heeft zich in 2020 snel ontwikkeld. Maatregelen die door de overheid zijn genomenom het virus in te perken zullen negatieve gevolgen hebben voor de economie. Hoewel onzeker, zijn wij op ditmoment van mening dat de gevolgen van het COVID-19 geen materieel negatief effect zullen hebben op decontinuïteitsveronderstelling van GGZ Friesland. Gelet op de huidige inzichten en de liquiditeitspositieverwachten wij geen gevolgen voor de continuïteit van GGZ Friesland.

De jaarrekening van GGZ Friesland is derhalve opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Vergelijking met voorgaand jaar

De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.Waar het inzicht wordt gediend, zijn de vergelijkende cijfers aangepast.

Schattingswijziging afschrijvingen

In boekjaar 2019 is de afschrijvingstermijn van financial lease aangepast naar 30 jaar. Dit is in lijn met deeconomische levensduur van de gebouwen.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 9 -

___________________________________________________________________________________________________________

Stelselwijziging

Stelselwijziging met betrekking tot kosten van groot onderhoud in de boekwaarde van materiële vaste activa (prospectieve toepassing).

Op basis van een aanpassing van RJ 212, waarbij het direct verantwoorden van de kosten van grootonderhoud in de resultatenrekening niet langer is toegestaan, is de grondslag voor de verantwoording van dekosten van groot onderhoud met ingang van de jaarrekening 2019 prospectief aangepast naar de grondslagwaarbij verwerking van de kosten van groot onderhoud plaatsvindt in de boekwaarde van de materiële vasteactiva (de zogeheten ‘componentenbenadering’).

Het uitgevoerde groot onderhoud vanaf 1 januari 2019 wordt conform de componentenbenadering geactiveerd.De onderneming start met de afschrijving van de componenten vanaf het moment van ingebruikname.

Foutherstel

Met betrekking tot de jaarrekening 2018 is, nadat deze is vastgesteld, een materiële fout geconstateerd metbetrekking tot de consolidatiekring. Over het gehele boekjaar 2018 is ten onrechte de vennootschap SPMC BVen de onderliggende activiteiten niet meegeconsolideerd. Dit ziet toe op een overname die haar oorsprong heeft in 2015. Dit betreft de volgende overgenomenvennootschappen Synaeda Psycho Medisch Centrum Drachten B.V., Synaeda Psycho Medisch CentrumHeerenveen B.V., Synaeda Psycho Medisch Centrum Sneek B.V., Synaeda Psycho Medisch CentrumDokkum B.V., Synaeda Psycho Medisch Centrum Leeuwarden-II B.V., Synaeda Psycho Medisch CentrumLeeuwarden B.V., Synaeda Psycho Medisch Centrum B.V. De invloed op het eigen vermogen bedraagt EUR 2,7 miljoen op 31 december 2018 en EUR 1,6 miljoen op 1januari 2018. De impact op het resultaat van boekjaar 2018 bedraagt EUR 1,2 miljoen. De vennootschap is inhet boekjaar 2019 alsnog meegeconsolideerd. Tevens zijn de vergelijkende cijfers over 2018 aangepast.Een volledig overzicht van de impact op de posten van de balans, de resultatenrekening en hetkasstroomoverzicht is als volgt:

Geconsolideerde balans(31 december 2018; EUR x1,000)

Eerder gerapporteerd Effect foutenherstel GecorrigeerdVaste activa 55.359€ 2.016€ 57.375€ Vlottende activa 39.367€ 5.837€ 45.205€

Totaal activa 94.726€ 7.853€ 102.580€

Voorzieningen 3.694€ -€ 3.694€ Langlopende schulden 33.740€ 999€ 34.739€ Kortlopende schulden 38.271€ 1.690€ 39.961€

Totaal verplichtingen 75.705€ 2.689€ 78.395€

Totaal groepsvermogen per 31 december 2018 19.021€ 5.164€ 24.185€


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 10 -

___________________________________________________________________________________________________________

Geconsolideerde resultatenrekening(2018; EUR x1,000)

Eerder gerapporteerd Effect foutenherstel GecorrigeerdTotaal baten 125.863€ 12.261€ 138.123€ Totaal lasten 122.080€ 10.154€ 132.235€ Bedrijfsresultaat 3.782€ 2.106€ 5.889€ Financiële baten en lasten 1.607€ 96€ 1.703€ Belastingen -€ -243€ -243€

Resultaat boekjaar 2.175€ 1.768€ 3.943€

Kasstroomoverzicht(2018; EUR x1,000)

Eerder gerapporteerd Effect foutenherstel GecorrigeerdKasstroom uit operationele activiteitenBedrijfsresultaat 3.782€ 2.106€ 5.889€ Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 2.833€ 2.797€ 5.630€ Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -3.308€ 3€ -3.304€ Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -1.983€ -1.200€ -3.183€ Mutatie geldmiddelen -2.457€ 1.600€ -858€

De impact op het enkelvoudige vermogen en resultaat is gelijk aan de geconsolideerde impact. In deenkelvoudige jaarrekening 2018 was de deelneming in SPMC BV ten onrechte op kostprijs gewaardeerd, waardeze gewaardeerd had moeten op nettovermogenswaarde. Dit is in boekjaar 2019 aangepast en zijn devergelijkende cijfers eveneens aangepast. De impact hiervan is als volgt:

Enkelvoudig balans(31 december 2018; EUR x1,000)

Eerder gerapporteerd Effect foutenherstel GecorrigeerdVaste activa 55.359€ 5.163€ 60.522€ Vlottende activa 39.367€ -€ 39.367€

Totaal activa 94.726€ 5.163€ 99.889€

Voorzieningen 3.694€ -€ 3.694€ Langlopende schulden 33.740€ -1€ 33.739€ Kortlopende schulden 38.271€ -€ 38.271€

Totaal verplichtingen 75.705€ -1€ 75.705€

Totaal groepsvermogen per 31 december 2018 19.021€ 5.164€ 24.185€

Enkelvoudig resultatenrekening(2018; EUR x1,000)

Eerder gerapporteerd Effect foutenherstel GecorrigeerdTotaal baten 125.863€ 125.863€ Totaal lasten 122.080€ -€ 122.080€ Bedrijfsresultaat 3.782€ -€ 3.782€ Financiële baten en lasten 1.607€ -€ 1.607€ Belastingen -€ -€ -€ Aandeel in resultaat deelneming -€ 1.767€ 1.767€ Resultaat boekjaar 2.175€ 1.767€ 3.943€


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 11 -

___________________________________________________________________________________________________________

Gebruik van schattingen

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en tevens schattingen enveronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waardevan activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van dezeschattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld.Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en intoekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor hetweergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:

Gebruiksduur en restwaarde van vaste activa:De materiële vaste activa maken een belangrijk deel uit van de totale activa van GGZ Friesland en de kostenvan periodieke afschrijvingen vormen een belangrijk deel van de jaarlijkse bedrijfslasten. De, op basis vanhaar inschattingen van en veronderstellingen door het bestuur, vastgestelde gebruiksduur en restwaardenhebben een belangrijke invloed op de waardering en resultaatbepaling van materiële vaste activa.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa:Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn datdeze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn,wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van debedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordtbepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de opbrengstwaarde of bedrijfswaarde van degeschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zalgenereren.

Voorzieningen:De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om deverplichtingen per balansdatum af te wikkelen.

Consolidatie

In de geconsolideerde jaarrekening van GGZ Friesland zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot degroep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop overwegende zeggenschap kan wordenuitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd.Deze jaarrekening bevat de financiële informatie van zowel de zorginstelling als de geconsolideerdemaatschappijen van de zorginstelling.De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en deresultaatbepaling van GGZ Friesland.Gegevens van geconsolideerde maatschappijen die andere grondslagen hanteren, zijn omgerekend naar degrondslagen van de rechtspersoon. Alleen wegens gegronde en in de toelichting vermelde redenen zijn in degeconsolideerde jaarrekening afwijkende grondslagen gehanteerd.Ultimo december 2019 heeft GGZ Friesland een 100% belang in de volgende onderneming:- Synaeda Psycho Medisch Centrum B.V. (SPMC B.V.), Leeuwarden


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 12 -

___________________________________________________________________________________________________________

Verbonden rechtspersonen

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen GGZ Friesland en eennatuurlijk persoon of entiteit die verbonden is met GGZ Friesland. Dit betreffen onder meer de relaties tussenGGZ Friesland en haar deelnemingen, de bestuurders en de functionarissen op sleutelposities. Ondertransacties wordt verstaan een overdracht van middelen, diensten of verplichtingen, ongeacht of een bedrag inrekening is gebracht.Met verbonden partijen hebben zich geen transacties voorgedaan op niet zakelijke grondslag. De bezoldigingvan de bestuurders en toezichthouders is opgenomen in de toelichting van de resultatenrekening en de WNTverantwoording.

Onzekerheden omzetverantwoording 2017 tot en met 2019

Bij de omzetverantwoording is sprake van schattingsposten ten aanzien van onder meer de toerekening aanboekjaren van uit de schadelastprognoses verwachte overproductie per verzekeraar per contractdeel (bGGZen sGGZ) en de waardering van onderhanden projecten. De raad van bestuur heeft de Zvw-omzet en daarbijbehorende balansposten naar beste weten bepaald en daarbij rekening gehouden met belangrijkeschattingsfactoren en bijzonderheden die landelijk een rol spelen en ook bij GGZ Friesland van toepassing zijn.Hierna wordt de relevantie ervan voor de jaarrekening 2019 van GGZ Friesland toegelicht.

Zelfonderzoek schadelastjaar 2017

GGZ Friesland heeft het zelfonderzoek inzake schadelastjaar 2017, beschreven in het controleplanzelfonderzoek cGGZ 2016, in 2020 nog niet volledig uitgevoerd. De ingeschatte schadelastjaar (in dejaarrekening 2019) behelst € 1,7 miljoen.


GGZ Friesland heeft vooralsnog de intentie om in 2020 het zelfonderzoek SGGZ 2018 uit te voeren. Deverwachting is dat het zelfonderzoek 2018 in Q3 2020 zal worden uitgevoerd. De ingeschatte schadelastjaar (in de jaarrekening 2019) behelst € 1,3 miljoen.De intentie is door GGZ Friesland uitgesproken om in 2020 te starten met Horizontaal Toezicht. Welkeconsequenties dat heeft voor de bepaling van de schadelastjaar is vooralsnog niet in te schatten.


GGZ Friesland heeft vooralsnog de intentie om in 2021 het zelfonderzoek SGGZ 2019 uit te voeren. Deverwachting is dat het zelfonderzoek 2019 in Q3 2021 zal worden uitgevoerd. De ingeschatte schadelastjaar (in de jaarrekening 2019) behelst € 2,7 miljoen.

De intentie is door GGZ Friesland uitgesproken om in 2020 te starten met Horizontaal Toezicht. Welkeconsequenties die heeft voor de bepaling van de schadelast is vooralsnog niet in te schatten.

Goodwill

Vanaf de overnamedatum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van de overgenomenvennootschap opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De overnamedatum is het moment datoverheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend op de desbetreffende vennootschap.De verkrijgingsprijs bestaat uit het geldbedrag of het equivalent hiervan dat is overeengekomen voor deverkrijging van de overgenomen onderneming vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indiende verkrijgingsprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passivawordt het meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Indien de verkrijgingsprijs lageris dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva, dan wordt het verschil (negatieve goodwill) als overlopende passiefpost opgenomen.Negatieve goodwill valt vrij in de resultatenrekening voor zover lasten en verliezen zich voordoen, indien hier bijde verwerking van de overname rekening mee is gehouden en deze lasten en verliezen betrouwbaar zijn temeten. Indien geen rekening is gehouden met verwachte lasten of verliezen, dan valt de negatieve goodwill vrijin overeenstemming met het gewogen gemiddelde van de resterende levensduur van de verworvenafschrijfbare activa. Voor zover de negatieve goodwill uitkomt boven de reële waarde van de geïdentificeerdeniet-monetaire activa wordt het meerdere direct in de resultatenrekening verwerkt.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 13 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.4.2 GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Activa en passiva

Activa en passiva worden tegen nominale waarde opgenomen, tenzij anders vermeld in de verderegrondslagen. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in dejaarrekening genummerd.

Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economischevoordelen naar GGZ Friesland zullen toevloeien en het actief een kostprijs of waarde heeft waarvan deomvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balansverwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen activa.

Een verplichting wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaardzal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van hetbedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Onderverplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet inde balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen.

Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidttot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting.Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit wordt uitgegaan van de economischevoordelen en risico's die zich naar waarschijnlijk in de praktijk zullen voordoen en niet op voordelen en risico'swaarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich voordoen. Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen als een transactie ertoe leidt dat alle ofnagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actiefof de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval directin de winst- en verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen teworden getroffen in samenhang met de transactie. Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidtdat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld.

Immateriële en materiële vaste activa

Immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstigevoordelen die dat actief in zich bergt, zullen toekomen aan GGZ Friesland en de kosten van dat actiefbetrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegenverkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzonderewaardeverminderingen. Concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom wordengewaardeerd tegen aanschafprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzonderewaardeverminderingen.

De materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek vancumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen vanimmateriële en materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur van het vastactief.

Materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden afzonderlijk afgeschreven op basis van dewettelijke regelgeving NZA. In het geval dat belangrijkste bestanddelen van een materieel vast actief vanelkaar te onderscheiden zijn en verschillen in gebruiksduur of verwacht gebruikspatroon, worden dezebestandsdelen afzonderlijk afgeschreven.

De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de verkrijgings- of vervaardigingsprijs volgens delineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf hetmoment van ingebruikneming. Op grond, en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiëlevaste activa wordt niet afgeschreven.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 14 -

___________________________________________________________________________________________________________

- Concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom 20%- Goodwill 20%- Grond 0%- Terreinen 5-10%- Bedrijfsgebouwen 2-3,33%- Restwaarde bedrijfsgebouwen 0-10%- Machines en Installaties 5%- Andere bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 5-20%- Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering 0%- Verbouwingen en instandhoudingen 5-10% Financial lease:De materiële vaste activa waarvan de vennootschap en haar groepsmaatschappijen op grond van eenfinanciële leaseovereenkomst de economische eigendom heeft, worden geactiveerd. De uit de financiëleleaseovereenkomst voortkomende verplichting wordt als schuld verantwoord. De in de toekomstigeleasetermijnen begrepen interest wordt gerdurende de looptijd van de financiële leaseovereenkomst ten lastevan het resultaat gebracht.Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in deafschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.

Groot onderhoud:Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totaleuitgaven toegewezen aan de samenstellende delen.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 15 -

___________________________________________________________________________________________________________

Financiële vaste activa

De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerdekostprijs.

Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen, waarin invloed van betekenis kan wordenuitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt inieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. Denettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voordeelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordtuitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Bij de vaststelling of sprake isvan een deelneming waarin GGZ Friesland invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiëlebeleid, wordt het geheel van feitelijke omstandigheden en contractuele relaties (waaronder eventuelepotentiële stemrechten) in aanmerking genomen. Indien de deelnemende rechtspersoon een actief of eenpassief overdraagt aan een deelneming die volgens de vermogensmutatiemethode wordt gewaardeerd, wordtde winst of het verlies voortvloeiend uit deze overdracht naar rato van het relatieve belang dat derden hebbenin de deelnemingen verwerkt (proportionele resultaatsbepaling). Een verlies dat voortvloeit uit de overdrachtvan vlottende activa of een bijzondere waardevermindering van vaste activa wordt wel volledig verwerkt.

Resultaten op transacties waarbij overdracht van activa en passiva tussen GGZ Friesland en haardeelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, worden geëlimineerd voor zover dezeals niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De niet gerealiseerde winst wordt geëlimineerd uit hetresultaat van GGZ Friesland. Deze correctie wordt verwerkt door eliminatie op netto-omzet en het opnemenvan een overlopende post/eliminatie op het resultaat deelneming en deze eliminatie in de balans in minderingte brengen op de waarde van de deelneming. GGZ Friesland realiseert de geëlimineerde winst als gevolg vanverkoop aan derden, afschrijvingen of door middel van het verantwoorden van een bijzonderewaardevermindering door de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgensde nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Bij deze waardering worden ooklanglopende vorderingen op de deelnemingen meegenomen die feitelijk moeten worden gezien als onderdeelvan de netto-investering. Dit betreft met name leningen waarvan de afwikkeling in de nabije toekomst niet isgepland en niet waarschijnlijk is. Een aandeel in de winst van de deelneming in latere jaren wordt pas verwerktals en voor zover het cumulatieve niet verwerkte aandeel in het verlies is ingelopen. Wanneer GGZ Frieslandechter geheel of ten dele garant staat voor de schulden van een deelneming, dan wel de feitelijke verplichtingheeft de deelneming (voor haar aandeel) in staat te stellen tot betaling van haar schulden, wordt eenvoorziening gevormd ter grootte van de verwachte betalingen door GGZ Friesland ten behoeve van dedeelneming.

Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegenverkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen dezelagere verkoopwaarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.

Overige financiële vaste activa

Vorderingen op niet-geconsolideerde deelnemingen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde,vermeerderd met direct toerekenbare transactiekosten. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerdtegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzonderewaardeverminderingsverliezen. De grondslagen voor de overige financiële vaste activa zijn verder opgenomen onder het hoofd Financiëleinstrumenten. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Dividenden vandeelnemingen die worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, worden verantwoord als opbrengst uitdeelnemingen (onder de financiële baten).


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 16 -

___________________________________________________________________________________________________________

Bijzondere waardeverminderingen vaste activa

Voor immateriële, materiële en financiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of eraanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijkeindicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is dehoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruikzijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief (of kasstroom genererende eenheid) te vergelijken metde opbrengstwaarde of bedrijfswaarde van de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren.

Wanneer de boekwaarde van een actief (of kasstroom genererende eenheid) hoger is dan de geschattecontante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voorhet verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijnom de verkoop te realiseren. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een ineerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatieaanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroom genererende eenheid)geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaatsals sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waardesinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt deboekwaarde van het actief (of kasstroom genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbarewaarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jarengeen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroom genererende eenheid) zou zijnverantwoord.

Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van vorderingen en beleggingen die door GGZ Frieslandworden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden zowel op het niveau van specifieke activa als opcollectief niveau in aanmerking genomen. Van afzonderlijk belangrijke vorderingen en beleggingen wordtbeoordeeld of deze individueel onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering. Van afzonderlijkbelangrijke vorderingen en beleggingen die niet individueel onderhevig zijn gebleken aan bijzonderewaardevermindering en van afzonderlijk niet belangrijke vorderingen wordt collectief beoordeeld of dezeonderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering, dit door samenvoeging van vorderingen en beleggingenmet vergelijkbare risicokenmerken. Bij de beoordeling van de collectieve waardevermindering gebruikt GGZFriesland historische trends met betrekking tot de waarschijnlijkheid van het niet nakomen vanbetalingsverplichtingen, het tijdsbestek waarbinnen incassering plaatsvindt en de hoogte van gemaakteverliezen. De uitkomsten worden bijgesteld als de leiding van oordeel is dat de huidige economische enkredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger dan wellager zullen zijn dan historische trends suggereren.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerdfinancieel actief wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van deverwachte toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de resultatenrekening. Rente op het aan eenbijzondere waardevermindering onderhevige actief blijft verantwoord worden via oprenting van het actief metde oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Bijzondere waardeverminderingsverliezen onder de (geamortiseerde) kostprijs van de beleggingen in effecten die tegen reële waarde worden gewaardeerd, metverwerking van waarde wijzigingen in het eigen vermogen, worden direct ten laste van de resultatenrekeningverantwoord.

Als in een latere periode de waarde van het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgten het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opnamevan het bijzondere waardeverminderingsverlies, wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot maximaal deoorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de resultatenrekening.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 17 -

___________________________________________________________________________________________________________

Vervreemding van vaste activa

Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overigefinancieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten en afgeleide financiële instrumenten(derivaten). Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden door de instelling gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien deeconomische kenmerken en risico's van het basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwantzijn. Indien een apart instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan dedefinitie van een derivaat zou voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reëlewaarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening. Financiële instrumenten, inclusiefde van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opnameverwerkt tegen reële waarde. Hierbij worden (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eersteopname meegenomen. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking vanwaardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uitvan de eerste waardering. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van hetbasiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname (tegen reëlewaarde) worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

Indien financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, worden de effectieverente en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen direct in de resultatenrekening verwerkt. Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuelerechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan. Een financieel instrument wordt niet langerin de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economischevoordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.Presentatie vindt plaats op basis van afzonderlijke componenten van financiële instrumenten als financieelactief, financiële verplichting of als eigen vermogen. GGZ Friesland maakt in de normale bedrijfsuitoefeninggeen gebruik van afgeleide financiële instrumenten.

Saldering van financiële instrumenten:Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als GGZ Friesland beschikt over eendeugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelenen GGZ Friesland het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen. Alssprake is van een overdracht van een financieel actief dat niet voor verwijdering uit de balans in aanmerkingkomt, wordt het overgedragen actief en de daarmee samenhangende verplichting niet gesaldeerd.

De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld ofeen passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereiden van elkaar onafhankelijk zijn. De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordtbepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan degeldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.

Verstrekte leningen en overige vorderingen

Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste waardering gewaardeerd tegen geamortiseerdekostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten

Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten wordt gewaardeerd tegen deopbrengstwaarde of de vervaardigingsprijs, zijnde de afgeleide verkoopwaarde van de reeds bestedeverrichtingen. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen tekoppelen aan de DBC's / DBC-zorgproducten die ultimo boekjaar openstonden. Op het onderhanden werkworden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 18 -

___________________________________________________________________________________________________________

Onderhanden trajecten WMO/jeugdzorg

Onderhanden trajecten WMO/jeugdzorg worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijsvan de reeds bestede verrichtingen, of tegen de opbrengstwaarde van de trajecten indien deze lager is. Deproductie van de onderhanden trajecten is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan detrajecten die ultimo boekjaar openstonden. Op de onderhanden trajecten worden de voorschotten dieontvangen zijn in mindering gebracht.

Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden.Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onderkortlopende schulden . Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.Indien liquide middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering.Liquide middelen die naar verwachting langer dan twaalf maanden niet ter beschikking staan van GGZFriesland, worden gerubriceerd als financiële vaste activa.

Eigen vermogen

Financiële instrumenten die op grond van de juridische realiteit worden aangemerkt alseigenvermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Financiële instrumenten dieop grond van de juridische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerdonder schulden. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden inde resultatenrekening verantwoord als kosten of opbrengsten.

Bestemmingsfondsen

Bestemmingsfondsen zijn reserves waaraan door derden een beperktere bestedingsmogelijkheid isaangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan.

Algemene reserve en overige reserves

Onder algemene en overige reserves is opgenomen dat deel van het eigen vermogen, waarover de bevoegdeorganen binnen de statutaire doelstellingen van GGZ Friesland vrij kunnen beschikken.Het deel van het eigen vermogen, waarover de bevoegde organen binnen de statutaire doelstelling van GGZFriesland vrij kunnen beschikken, is opgenomen onder algemene en overige reserves.

Aanwending van bestemmingsreserves en -fondsen

Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen worden in deresultatenrekening verantwoord, en via de resultaatbestemming ten laste van de betreffende reserve of fondsgebracht. Wijzigingen in de beperking van de bestemming van reserves welke door de daartoe bevoegdeorganen of instanties worden aangebracht, worden als overige mutatie binnen het eigen vermogen verwerkt.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 19 -

___________________________________________________________________________________________________________

Voorzieningen (algemeen)

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatumbestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang opbetrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van debedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen wordengewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om deverplichtingen af te wikkelen. De rentemutatie van de contante waarde wordt als dotatie/onttrekking aan devoorziening verantwoord.

De disconteringsvoet voor belastingen waartegen contant wordt gemaakt geeft de actuele marktrente weer. Deactuele marktrente wordt bepaald op basis van het rendement op hoogwaardige instellingsobligaties op eenliquide markt; indien de liquide markt ontbreekt wordt de actuele marktrente bepaald op basis van hetrendement op staatsleningen. De gehanteerde disconteringsvoet is 1,46 %. Het effect van dedisconteringsvoet is € 290K. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding alseen actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bijde afwikkeling van de verplichting.Personele voorzieningen worden, indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, gewaardeerdtegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting af tewikkelen. De disconteringsvoet voor belastingen waartegen contant wordt gemaakt, geeft de actuelemarktrente weer. Hierin zijn de risico's, waarmee bij het schatten van de toekomstige uitgaven reeds rekeningis gehouden, niet betrokken.

Reorganisatievoorziening

De reorganisatievoorziening heeft betrekking op de kosten die samenhangen met de uitvoering van hetprogramma "Alles voor de Klant" en "Klant en Klaar" waarmee in 2014 een aanvang is gemaakt en waarovereenstemming met OR en vakbonden is bereikt. De uitvoering van dit programma heeft grotendeels in2015 plaatsgevonden en betreft in belangrijke mate een noodzakelijke reductie van het personeelsbestand enproceshervorming. Een reorganisatievoorziening wordt getroffen indien op balansdatum een gedetailleerd reorganisatieplan isgeformaliseerd en uiterlijk op opmaakdatum van de jaarrekening de gerechtvaardigde verwachting vanuitvoering van het plan heeft gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. Van eengerechtvaardigde verwachting is sprake als is gestart met de uitvoering van de reorganisatie, of als dehoofdlijnen bekend zijn gemaakt aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. In dereorganisatievoorziening worden de als gevolg van de reorganisatie noodzakelijke kosten opgenomen die nietin verband staan met de doorlopende activiteiten van GGZ Friesland.

Voorziening persoonlijk budget levensfase (toerekening aan jaren)

De voorziening persoonlijk levensfase budget (LFB) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO-verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als eenbeloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmaliguit te keren LFB-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijf kans, leeftijd en resterendedienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 1,46%. Deovergangsregeling is in boekjaar 2019 geheel afgelopen doordat de deelnemers aan de overgangsregelingallemaal de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt.

Voorziening jubileumverplichtingen

De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreftde contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd opgedane toezeggingen, blijf kans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 1,46%.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 20 -

___________________________________________________________________________________________________________

Voorziening langdurig zieken

De voorziening langdurig zieken is gevormd om op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in detoekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden, welke op balansdatum naar verwachting blijvendgeheel of gedeeltelijk niet in staat zijn werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Inde berekening is rekening gehouden met een uitbetaling van 100% in het eerste ziektejaar en 70% in hettweede ziektejaar. Vanaf 2016 dient tevens rekening gehouden te worden met uitbetaling vantransitievergoedingen aan het einde van de verzuimperiode van twee jaar. Vanaf 1 april 2020 kan ercompensatie voor de betaalde transitievergoeding worden aangevraagd bij het UWV (met terugwerkendekracht vanaf 1 juli 2015), hiervoor is een bedrag opgenomen onder overige vorderingen.

Schulden

Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan éénjaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bijeerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerdekostprijs (nominale waarde). De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schuldenworden opgenomen onder kortlopende schulden.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 21 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.4.3 GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, metinachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Baten worden in de resultatenrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economischpotentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een verminderingvan een verplichting, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerktwanneer een vermindering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met eenvermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, waarvan de omvang betrouwbaar kanworden vastgesteld.

Baten worden verantwoord in het jaar waarin de baten zijn gerealiseerd. Lasten worden in aanmerkinggenomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan deverslagperiode waarop deze betrekking hebben. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren, die in dit boekjaar zijngeconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.

Opbrengsten

Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de resultatenrekening verwerkt wanneer het bedrag vande opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoedingwaarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan wordenbepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om dedienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald.

Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan wordenbepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die wordengedekt door de opbrengsten.

De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijnverantwoord.

Overheidssubsidies

Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten. Zodra eenredelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden toegekend en dat de groep zal voldoen aan de daaraanverbonden voorwaarden, worden de baten in de exploitatie verantwoord. Subsidies ter compensatie van doorde groep gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de resultatenrekening opgenomen indezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de groep voor dekosten van een actief worden systematisch in de resultatenrekening opgenomen gedurende de gebruiksduurvan het actief. Een krediet, afgesloten tegen een lagere rente dan de marktrente, wordt als schuld in de balansopgenomen waarbij waardering plaatsvindt zoals opgenomen onder Financiële instrumenten. Het verschiltussen het hogere ontvangen bedrag van het krediet en de boekwaarde bij eerste verwerking betreft hetvoordeel als gevolg van de lagere rente. Dit voordeel wordt verwerkt als overheidssubsidie.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 22 -

___________________________________________________________________________________________________________

Personeelsbeloningen

De beloningen van het personeel worden als last in de resultatenrekening verantwoord in de periode waarin dearbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Alsde reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als eenoverlopend actief voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening mettoekomstige betalingen door GGZ Friesland.

Voor de beloningen met opbouw van rechten (sabbatical leave, gratificaties e.d.) worden de verwachte lastengedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van gratificatieswordt verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum eneen betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uitlevensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijnverschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste vande resultatenrekening gebracht.

Indien een beloning wordt betaald waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in gevalvan ziekte of arbeidsongeschiktheid), worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover dezebeloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalenvan beloningen aan personeelsleden (inclusief ontslagvergoedingen) , die op balansdatum naar verwachtingblijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte ofarbeidsongeschiktheid, wordt een voorziening opgenomen. De verantwoorde verplichting betreft de besteschatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af tewikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO enindividuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten lasterespectievelijk ten gunste van de resultatenrekening gebracht.

Ontslagvergoedingen

Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van hetdienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als GGZFriesland zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als hetontslag onderdeel is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in eenreorganisatievergoeding. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen. Ontslagvergoedingenworden gewaardeerd met inachtneming van de aard van de vergoeding. Als de ontslagvergoeding eenverbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfdegrondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen wordengewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af tewikkelen.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 23 -

___________________________________________________________________________________________________________

Pensioenen

De pensioenregeling van de medewerkers is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds StichtingPensioenfonds Zorg en Welzijn. Het ouderdomspensioen is een toegezegd-pensioenregeling op basis van (voorwaardelijk) geïndexeerd middelloon. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voorzover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haarfinanciële verplichtingen) dit toelaat. De aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt als last in deresultatenrekening verantwoord en, voor zover de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie nog niet isvoldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. GGZ Friesland heeft geen verplichting tot hetdoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds, anders dan hetvoldoen van toekomstig hogere premiebijdragen. Om deze reden worden de op een periode betrekkinghebbende premiebijdragen in die periode ten laste van het resultaat gebracht.

Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopendeactiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in detoekomst verschuldigde premies.

Op 31 december 2027 moet de dekkingsgraad minimaal 124,4% zijn. Het pensioenfonds verwacht hieraan tekunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichtenof om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Volgens Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 271.3 moetGGZ Friesland een (pensioen)verplichting in de balans opnemen als er op de balansdatum een verplichtingbestaat aan de pensioenuitvoerder en/of de werknemers (in rechte afdwingbare of feitelijk). Gezien het feit dathet pensioenreglement van Pensioenfonds Zorg en Welzijn niet voorziet in de mogelijkheid van afdwingbarebijstortingen of onttrekkingen aan het fonds heeft GGZ Friesland geen andere verplichting dan het jaarlijksvoldoen van de premie.

Dekkingsgraad:Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij behoort ook een nieuwe berekeningvan de dekkingsgraad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden.Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad minder sterk schommelen. In februari 2020 bedroegde dekkingsgraad 90,4%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 124,4%.

Leasing

GGZ Friesland kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij devoor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lesseeworden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificerenals operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en nietzozeer de juridische vorm. Classificatie van de lease vindt plaats op het tijdstip van het aangaan van debetreffende leaseovereenkomst. Leasebetalingen uit hoofde van operationele leaseovereenkomsten wordenlineair over de looptijd van de overeenkomsten ten laste van het resultaat verantwoord.

Financiële leases

Als GGZ Friesland optreedt als lessee in een financiële lease, wordt het leaseobject (en de daarmeesamenhangende schuld) bij de aanvang van de leaseperiode in de balans verwerkt tegen de reële waarde vanhet leaseobject of, indien deze lager is, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Beidewaarden worden bepaald op het tijdstip van het aangaan van de leaseovereenkomst. De toegepaste rentevoetbij de berekening van de contante waarde is de impliciete rentevoet. Indien deze rentevoet praktisch niet tebepalen is, wordt de marginale rentevoet gehanteerd. De initiële directe kosten worden opgenomen in deeerste waardering van het leaseobject.

De grondslagen voor de vervolgwaardering van het leaseobject zijn beschreven onder de materiële vasteactiva. Als geen redelijke zekerheid bestaat dat GGZ Friesland eigenaar van een leaseobject zal worden aanhet einde van de leaseperiode, wordt het object afgeschreven over de kortste termijn van de leaseperiode ofde gebruiksduur van het object.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 24 -

___________________________________________________________________________________________________________

De minimale leasebetalingen worden gesplitst in rentelasten en aflossing van de uitstaande leaseverplichting.De rentelasten worden gedurende de leaseperiode zodanig toegerekend aan elke periode dat dit resulteert ineen constante periodieke rentevoet over de resterende netto-verplichting met betrekking tot de financiëlelease. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als last verwerkt in de periode dat aan de voorwaarden totbetaling wordt voldaan.

Operationele leases

Als GGZ Friesland optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd.Vergoedingen die worden ontvangen als stimulering voor het afsluiten van een overeenkomst worden verwerktals een vermindering van de leasekosten over de leaseperiode.

Financiële baten en lasten

De financiële baten en lasten betreffen van derden en groepsmaatschappijen ontvangen (te ontvangen) en aanderden en groepsmaatschappijen betaalde (te betalen) interest. Rentebaten worden verantwoord in de periodewaartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost.Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren. Tevens is hieronderopgenomen het aandeel van GGZ Friesland in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerdedeelnemingen alsmede ontvangen dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op hetzakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa eneffecten. Agio, disagio en aflossingspremies worden verantwoord als rentelast in de periode waartoe zijbehoren. De toerekening van deze rentelast en de rentevergoeding over de lening, is de effectieve rente die inde resultatenrekening wordt verwerkt. In de balans is (per saldo) de amortisatiewaarde van de schuld(en)verwerkt. De nog niet in de resultatenrekening verwerkte bedragen van het agio en de al in deresultatenrekening verwerkte aflossingspremies worden verwerkt als verhoging van de schuld(en) waarop zebetrekking hebben. De nog niet in de resultatenrekening verwerkte bedragen van het disagio worden verwerktals verlaging van de schuld(en) waarop ze betrekking hebben.

Bepaling reële waarde

De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld ofeen passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereiden van elkaar onafhankelijk zijn.

De reële waarde van beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald aan de hand van de biedprijs.

De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachtekasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrentevoor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.

De reële waarde van derivaten waarbij collateral wordt uitgewisseld, wordt bepaald door het contant makenvan de kasstromen aan de hand van de (Eonia) swapcurve, omdat door de uitwisseling het krediet- enliquiditeitsrisico wordt gemitigeerd.

De reële waarde van derivaten waarbij geen collateral wordt uitgewisseld, wordt bepaald door het contantmaken van de kasstromen aan de hand van de relevante swapcurve vermeerderd met krediet- enliquiditeitsopslagen.

Aandeel in het resultaat van deelnemingen

Het resultaat is het bedrag waarmee de boekwaarde van de deelneming sinds de voorafgaande jaarrekeningis gewijzigd als gevolg van het door de deelneming behaalde resultaat voor zover dit aan GGZ Friesland wordttoegerekend.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 25 -

___________________________________________________________________________________________________________

Belastingen

De vennootschapsbelasting wordt berekend tegen het geldende tarief over het resultaat van het boekjaar,waarbij rekening wordt gehouden met permanente verschillen tussen de winstberekening volgens dejaarrekening en de fiscale winstberekening, en waarbij actieve belastinglatenties (indien van toepassing)slechts worden gewaardeerd voor zover de realisatie daarvan waarschijnlijk is.

5.1.4.4 GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET KASSTROOMOVERZICHT

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in hetkasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zondermaterieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet ingeldmiddelen. Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op derente opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft opde aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten. Ontvangsten uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.Transacties waarbij geen ruil van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in hetkasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontractzijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteitenaangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationeleactiviteiten.

5.1.4.5 GRONDSLAGEN VOOR GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aande datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.

Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in dejaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van degebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in dejaarrekening.

5.1.4.6 GRONDSLAGEN WNT

Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de wet-en regelgeving inzake de WNT, waaronder de instellingsspecifieke (sectorale) regels.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 26 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2019

ACTIVA

1. Immateriële vaste activa

De specificatie is als volgt:31-12-2019

€

31-12-2018

€

Concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom 994.842 1.154.213Goodwill 815.100 1.704.299

Totaal immateriële vaste activa 1.809.942 2.858.512

Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:2019

€

2018

€

Boekwaarde per 1 januari 2.858.512 3.778.042Bij: investeringen 308.347 417.570Af: afschrijvingen -1.356.917 -1.337.100

Boekwaarde per 31 december 1.809.942 2.858.512

Toelichting:De restant goodwill heeft betrekking op de overname door Synaeda Psycho Medisch Centrum (SPMC B.V.) uit2015. Voor een nadere specificatie van het verloop van de immateriële vaste activa per activagroep wordtverwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.

2. Materiële vaste activa


€

31-12-2018

€

Bedrijfsgebouwen en -terreinen 40.435.420 44.751.731Machines en installaties 4.621.636 4.219.714Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 3.867.808 3.472.955Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vasteactiva 6.503.909 1.696.105

Totaal materiële vaste activa 55.428.773 54.140.505


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 27 -

___________________________________________________________________________________________________________

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:2019

€

2018

€

Boekwaarde per 1 januari 54.140.505 55.116.279Bij: investeringen 8.916.828 6.811.051Af: afschrijvingen -5.368.739 -6.057.644Af: desinvesteringen -2.259.821 -1.729.181


Toelichting:Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezennaar het mutatieoverzicht onder 5.1.7.

GGZ Friesland werkt aan een duurzaam financieel gezonde organisatie. De begroting van 2020 wijst uit datsprake is van een begrotingsoverschot. Het financieel beleid van GGZ Friesland is erop gericht de komendejaren een positief resultaat te behalen, zodat in 2020 een meer dan aanvaardbaar weerstandsvermogen isbereikt. Gegeven het uitgangspunt dat GGZ Friesland duurzaam succesvol actief blijft in de geestelijkegezondheidszorg is nagegaan of de bedrijfswaarde van de vaste activa als duurzaam productiemiddel vanGGZ Friesland voldoende in evenwicht is met de boekwaarde op de balans. De uitkomsten hiervan zijn positiefen derhalve hoeft GGZ Friesland geen impairment uit te voeren. Onder de Bedrijfsgebouwen en terreinen is voor een totaalbedrag van € 4,669 miljoen aan vaste activaopgenomen waarvan GGZ Friesland alleen het economisch eigendom heeft (Financial Lease). De materiële vaste activa (uitgezonderd automatisering en vervoersmiddelen) dienen volledig als onderpandvoor schulden aan kredietinstellingen. De desinvesteringen bestaan onder andere uit de verkoop van de vastgoedobjecten Harlingerweg 54a teFraneker en uit de beëindiging van het financial lease contract van Antonius Ziekenhuis. Onder de materiëlevaste activa (materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa) isbegrepen een bedrag van € 6,5 miljoen inzake contractuele investeringsverplichtingen uit onderhandenwerkposities. GGZ Friesland heeft in 2018 de afschrijvingsduur herijkt van 50 naar 30 jaar voor de gebouwen,alsmede een restwaarde gehanteerd van 0-10%.De vaste activa zijn als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden. Voor een nadere toelichting wordtverwezen naar het overzicht van de langlopende leningen in bijlage 5.1.9.De materiële vaste activa voor wat betreft gebouwen en inventarissen dienen voor de totale omvang alsgedeelde zekerheid voor schulden aan kredietinstellingen en voor leningen die zijn geborgd via hetWaarborgfonds voor de Zorg (WFZ). De zorginstelling heeft zich verbonden niet zonder voorafgaandetoestemming van het WFZ onroerende goederen die zijn gefinancierd met geborgde leningen te vervreemdenof met een ander zakelijk recht te bezwaren. Tevens heeft de zorginstelling zich verbonden om op eersteverzoek van het WFZ een recht van hypotheek aan het WFZ te verstrekken op onroerende zaken waarvooreen lening is aangegaan die geheel of gedeeltelijk door het WFZ is geborgd.

3. Financiële vaste activa


€

31-12-2018

€

Deelneming GGZ Collectief B.V. 700 754Disagio Waarborgfonds Zorgsector 247.740 263.533Overige vorderingen 64.364 111.616

Totaal financiële vaste activa 312.804 375.903


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 28 -

___________________________________________________________________________________________________________

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:2019

€

2018

€

Boekwaarde per 1 januari 375.903 538.868Resultaat deelnemingen -54 -63(Terugname) waardeverminderingen -47.252 -147.109Amortisatie (dis)agio -15.793 -15.793

Boekwaarde per 31 december 312.804 375.903

Toelichting:Voor een nadere specificatie van het verloop van de financiële vaste activa per activagroep wordt verwezennaar het mutatieoverzicht onder 5.1.8.

Van de vorderingen op de financiële vaste activa heeft een totaalbedrag van € 43K een looptijd korter dan 1jaar.GGZ Collectief B.V. is in 2008 opgericht en is voor 100% eigendom van GGZ Friesland. GGZ Collectief isstatutair gevestigd te Leeuwarden.

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:

Naam, statutaire zetel KernactiviteitVerschaftkapitaal

€

Kapitaal-belang

%

Eigenvermogen

€

Resultaat

€

GGZ Collectief B.V. Verlenen GGZ Zorg - 100,00 700 -53Leeuwarden

4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten


€

31-12-2018

€

Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten 38.343.873 33.920.879

38.343.873 33.920.879Af: ontvangen voorschotten -26.698.513 -24.728.106Af: voorziening onderhanden werk -2.743.003 -2.541.000

Totaal onderhanden werk 8.902.357 6.651.773


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 29 -

___________________________________________________________________________________________________________

Gerealiseer-de kosten entoegereken-

de winst

€

Af:Voorziening

onderhandenwerk

€

Af:Verwerkte

voorschotten

€

Saldo per 31december

2019

€

Stroom DBC's / DBC-zorgproducten

DBC's/Zorgproducten 38.343.873 -2.743.003 -26.698.513 8.902.357

Toelichting:Onderhanden werk uit hoofde van DBC's betreft niet gefactureerde DBC's die ultimo boekjaar nog niet warenafgesloten. Verwachte verliezen op contracten die in het onderhanden werk per ultimo boekjaar openstonden (nuanceringen) zijn in mindering gebracht.

De toename van € 4,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door de toename van de hoeveelheidonderhandenwerk (€ 3,1 miljoen) alsmede een tarief-/prijsstijging (€ 1,2 miljoen). De onderhanden werk positieDBC's is bepaald conform regelgeving van de NZA.

5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde vanfinancieringsoverschot AWBZ / Wlz

2018

€

2019

€

Totaal

€

Saldo per 1 januari 927.954 927.954Financieringsverschil boekjaar 211.727 211.727Correcties voorgaande jaren - -Betalingen/ontvangsten -927.954 -927.954

Subtotaal mutatie boekjaar -927.954 211.727 -716.227

Saldo per 31 december - 211.727 211.727

Stadium van vaststelling (per erkenning): c aa= interne berekeningb= overeenstemming met zorgverzekeraarsc= definitieve vaststelling NZa

31-12-2019

€

31-12-2018

€

Waarvan gepresenteerd als:- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 211.727 927.954

2019

€

2018

€

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 13.776.721 12.942.272Af: vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget -13.564.994 -12.014.318

Totaal financieringsverschil 211.727 927.954


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 30 -

___________________________________________________________________________________________________________

6. Debiteuren en overige vorderingen


€

31-12-2018

€

Vorderingen op debiteuren 3.573.550 11.608.351Overige vorderingen:Belastingen en premies sociale verzekeringen 141.946 1.049.730Vooruitbetaalde bedragen 849.953 25.164Te verrekenen financiering LGGZ - 8.580Nog te factureren overig 722.911 1.715.690Nog te factureren OZ 273.346 403.996Nog te factureren DBC's ZVW 8.048.370 7.279.538Nog te factureren WMO 1.646.262 1.933.828Nog te factureren DBBC's 119.628 556.732Nog te factureren Jeugd 899.281 852.701Waarborgsom 33.716 33.716Nog te ontvangen bedragen 936.845 1.803.480Overige overlopende activa 8.042 5.565

Totaal debiteuren en overige vorderingen 17.253.850 27.277.071

Toelichting:De voorziening die in aftrek op de vorderingen debiteuren is gebracht, bedraagt € 301K (2018: € 915K). Dedebiteuren en overige vorderingen kennen alle een resterende looptijd korter dan 1 jaar. Ten opzichte van2018 is het totale debiteurensaldo en overige vorderingen, met bijna € 10 miljoen, afgenomen.Procesoptimalisatie, binnen de keten van registratie tot inning van gelden, is hier met name debet aan. Tenbehoeve van kortlopende schulden aan kredietinstellingen en langlopende schulden aan banken zijn geenvorderingen verpand. De nog te ontvangen bedragen bevat een bedrag van € 29K met een langdurig karakter.De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karaktervan de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.

7. Liquide middelen


€

31-12-2018

€

Bankrekeningen 14.824.322 10.345.485Kassen 3.609 2.455

Totaal liquide middelen 14.827.931 10.347.940

Toelichting:In de liquide middelen zijn geen deposito's begrepen. De liquide middelen zijn, met uitzondering van debankgarantie van € 4K, vrij beschikbaar. De debet bankrekeningen bestaan uit saldi van 13 bankrekeningen bijde BNG, ING en Mastercard (Simpledcard). De kassen bestaan uit 7 decentrale kassen. De liquide middelenzijn direct opeisbaar. Ten behoeve van een lopend huurcontract is door de BNG een bankgarantie afgegevenvan € 4K.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 31 -

___________________________________________________________________________________________________________

PASSIVA

8. Groepsvermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:31-12-2019

€

31-12-2018

€



Toelichting:Bestemmingsfonds reserve aanvaardbare kosten is een reserve waaraan door derden een beperkterebestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Onder algemene reservesis opgenomen dat deel van het resultaat, waarover de bevoegde organen binnen de statutaire doelstellingenvan GGZ Friesland vrij kunnen beschikken.

9. Voorzieningen


€

31-12-2018

€

Levensfase budget: - 199.573Reorganisatie: - 345.907Langdurig zieken: 1.212.177 1.117.069Jubileumuitkeringen: 2.121.613 2.031.819

Totaal voorzieningen 3.333.790 3.694.368

Het verloop is als volgt weer te geven:

Saldo per 1januari 2019

€

Dotatie

€

Onttrekking

€

Vrijval

€


2019

€

Levensfase budget: 199.573 - -199.573 - -Reorganisatie: 345.907 - -31.038 -314.869 -Langdurig zieken: 1.117.069 766.863 -393.823 -277.932 1.212.177Jubileumuitkeringen: 2.031.819 208.969 -119.175 - 2.121.613

Totaal voorzieningen 3.694.368 975.832 -743.609 -592.801 3.333.790


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 32 -

___________________________________________________________________________________________________________

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-12-2019

€

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 544.560Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 2.789.230Hiervan langlopend (> 5 jaar) 1.341.194

Toelichting per categorie voorziening:

Levensfase budget:De overgangsregeling is in boekjaar 2019 geheel afgelopen doordat de deelnemers aan de overgangsregelingallemaal de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt.

Reorganisatie:De reorganisatievoorziening heeft betrekking op de kosten die samenhangen met de uitvoering van hetprogramma "Alles voor de Klant" en "Klant en Klaar" waarmee in 2014 een aanvang is gemaakt en waarovereenstemming met OR en vakbonden is bereikt. De uitvoering van dit programma heeft grotendeels in2015 plaatsgevonden en betreft in belangrijke mate een noodzakelijke reductie van het personeelsbestand enproceshervorming. De reorganisatievoorziening is in boekjaar 2019 geheel afgelopen doordat de regeling voorde laatste deelnemers is afgelopen.

Langdurig zieken:In de jaarrekening 2019 is de voorziening geactualiseerd voor personeelsleden die geheel of gedeeltelijk ziekof arbeidsongeschikt zijn. Dit om de op balansdatum bestaande verplichtingen in de toekomst te kunnenuitbetalen. Jubileumuitkeringen:De voorziening jubileumuitkeringen voorziet in de toekomstige uitkeringen bij jubilea van een 12,5 jarig-, 25jarig- en 40 jarig dienstverband alsmede pensionering. De voorziening betreft de contante waarde van de in detoekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op de actuariële grondslagen, namelijkde gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 1,46%.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 33 -

___________________________________________________________________________________________________________

10. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)


€

31-12-2018

€

Schulden aan banken 25.626.962 28.176.103Financial lease 4.329.365 6.563.213

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 29.956.327 34.739.316

Het verloop is als volgt weer te geven:2019

€

2018

€

Stand per 1 januari 36.288.455 39.737.054Bij: Leaseverplichting rente 262.528 284.531Af: Beëindiging financial lease contract -1.803.717 -Af: aflossingen -2.549.139 -3.014.659Af: lease verplichting huren -692.659 -718.471

Stand per 31 december 31.505.468 36.288.455Af: aflossingsverplichting komend boekjaar -1.549.141 -1.549.139

Stand langlopende schulden per 31 december 29.956.327 34.739.316

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:

2019

€

2018

€

Aflossingsverplichtingen komend boekjaar langlopende leningen 1.549.141 1.549.139Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 29.956.327 34.739.316Hiervan langlopend (> 5 jaar) 20.827.127 22.023.239


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 34 -

___________________________________________________________________________________________________________

Toelichting:Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar het overzicht langlopendeschulden onder 5.1.9.De aflossingsverplichtingen voor komend boekjaar zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. In 2019 hebben alle langlopende schulden een vast rentepercentage. De volgende WFZ geborgde leningenhebben een renteherzieningsdatum: - NWB B126 1-apr-21 - BNG 93918 3-dec-31 - BNG 101108 8-dec-35 - BNG 101107 8-dec-35 - BNG 101627 3-mei-36 Op de leningenportefeuille rusten gestelde zekerheden van het WFZ of via gemeentegarantie. Het WFZ heeftvoor alle geborgen leningen samen met de BNG bank voor het krediet en depotarrangement gedeeldezekerheden op alle vaste activa en inventaris.

Bij de diverse financiers zijn langlopende leningen onder borging van het WFZ afgesloten ten bedrage van intotaal € 26,389 miljoen en onder borging van Gemeentegarantie € 0,768 miljoen. Uit hoofde van de borgingdoor het WFZ hebben deze leningen een direct opeisbare obligo van 3% van de pro resto geborgde schuld,namelijk: € 0,791 miljoen.

In 2019 is de lease verplichting opgenomen tegen een contante waarde op basis van 4% disconteringsvoet (2018: 4%). De disconteringsvoet is contractueel vastgelegd met de tegenpartij. Lease verplichtingen vanhuurlocaties hebben betrekking op financial lease rente en afschrijving. Met de BNG bank is een meerjarige financiële verplichting aangegaan inzake de nieuwbouw op de locatieFraneker. Dit betreft een bouwkrediet van € 4,2 miljoen wat uiteindelijk zal resulteren in een vaste geldleningvan maximaal € 3,2 miljoen (het bouwkrediet is volledig ongebruikt gebleven en GGZ Friesland heeft ultimoapril 2020 de lening afgesloten van € 3,2 miljoen tegen een looptijd van 15 jaar lineair en 2,12% rente metingangsdatum 1 juli 2020). De nieuwbouw is in 2019 begonnen en zal medio 2020 worden opgeleverd.

Convenanten:Er zijn met betrekking tot het BNG bankkrediet en depotarrangement verschillende convenantenovereengekomen zijnde DSCR van 1,4% en een solvabiliteit van minimaal 18% voor 2019 (2020: 20%). GGZFriesland voldoet ultimo 2019 aan alle convenanten.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 35 -

___________________________________________________________________________________________________________

11. Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)


€

31-12-2018

€

Schulden aan banken - 2.578.435Crediteuren 5.928.850 4.159.375Aflossingsverplichtingen komend boekjaar langlopende leningen 1.549.141 1.549.139Loonheffing 4.924.500 4.521.031Schulden terzake pensioenen 172.356 147.077Nog te betalen salarissen 135.432 17.245Vakantiedagen 3.374.147 3.204.381LFB-uren 8.589.547 7.881.324Terugbetalingsverplichtingen zorgverzekeraars oude jaren 657.019 502.668Vakantiegeld 3.425.180 3.233.713Personeel nog te betalen 302.051 1.060.537Vooruitontvangen bedragen 1.122 -Zorgverzekeringspremie 2.255 278Financieringsverschil ZVW 3.297.188 3.293.496Financieringsverschil Jeugd 640.210 2.423.477Financieringsverschil ZRA 149.655 149.655Financieringsverschil FOR 262.245 733.894Financieringsverschil WMO 237.635 289.782Nog te betalen bedragen 3.479.401 4.215.769

Totaal overige kortlopende schulden 37.127.934 39.961.276

Toelichting:De liquiditeitspositie van GGZ Friesland wordt nauwgezet gemonitord. De kredietfaciliteit ultimo 2019 bij deBNG bedraagt € 14 miljoen.De verstrekte zekerheden gelden tevens voor de opgenomen kredietfaciliteit in rekening-courant bij BNG (zietoelichting langlopende schulden). Onder de overige kortlopende schulden is begrepen een bedrag van € 3,479 miljoen inzake nog te betalenkosten. Dit bedrag heeft betrekking op: - Nog te betalen bedragen € 2,467 miljoen - Subsidies € 521K - Overig € 491K Onder de overige kortlopende schulden is begrepen een bedrag van € 303K inzake personeel nog te betalen.Dit bedrag heeft betrekking op VSO betalingen.

In 2019 zijn de overige kortlopende schulden met € 2,833 miljoen euro gedaald. Dit wordt met nameveroorzaakt door de afname van de post schulden aan banken van € 2,578 miljoen in 2018 naar nihil in 2019.Daarnaast wordt deze afname veroorzaakt door het financieringsverschil Jeugd. Het financieringsverschil isgedaald met:- Jeugd € 1,7 miljoen


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 36 -

___________________________________________________________________________________________________________

12. Financiële instrumenten

AlgemeenDe instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die deinstelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balanszijn opgenomen.De instelling handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van hetkredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan deinstellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot demarktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van definanciële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumentengebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s.

KredietrisicoGGZ Friesland loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa,handels- en overige vorderingen en liquide middelen. De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijnvoor circa 70% geconcentreerd bij tien grote verzekeraars. Het maximale bedrag aan kredietrisico bedraagt€ 10,2 miljoen. Met deze tegenpartijen bestaat een lange relatie; zij hebben altijd tijdig aan hunbetalingsverplichtingen voldaan.

Renterisico en kasstroomrisicoHet renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegevenleningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningenworden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft derhalve als beleid om geen afgeleidefinanciële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Reële waardeDe reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen,effecten, liquide middelen, kortlopende schulden en langlopende leningen, benadert de boekwaarde ervan.

13. Niet in de balans opgenomen regelingen

COVID-19 virusNa afsluiting van het boekjaar 2019, heeft het COVID-19 virus een pandemie veroorzaakt welke eenallesomvattende impact heeft op persoonlijk maar ook op economisch gebied. Ook GGZ Friesland merkt inzijn dagelijkse gang van zaken de gevolgen van dit virus.

Er heerst momenteel nog onduidelijkheid over de impact van het coronavirus op de lange termijn voor debedrijfsvoering en financiën van de zorgsector en daarmee ook GGZ Friesland. Zo is het nog onduidelijkhoeveel maanden de maatregelen omtrent coronavirus in stand gehouden worden, in hoeverre compensatievolgt van financiers (zoals gemeentes, zorgkantoor en zorgverzekeraars) en welke (tijdelijke) ondersteuningvan overige instanties (zoals pensioenfondsen, fiscus etc.) er precies zullen volgen.

Om de economische gevolgen goed te monitoren heeft GGZ Friesland een impactanalyse gemaakt, die indiennodig wekelijks up to date wordt gehouden door de verantwoordelijke afdelingen. De gevolgen van de uitbraakvan het coronavirus worden aangemerkt als gebeurtenissen na balansdatum die geen nadere informatie gevenover de feitelijke situatie per balansdatum en zijn derhalve niet in de jaarrekening over 2019 verwerkt.

Uit deze impactanalyse blijkt dat, op het moment van deponering van deze jaarrekening, de begrote omzettenniet geheel gehaald zullen worden. Echter GGZ Friesland is van mening dat op basis van de momenteelbeschikbare informatie, de inmiddels genomen maatregelen en bestaande liquiditeitsbuffer, de bij hetopmaken van deze jaarrekening gehanteerde continuïteitsveronderstelling niet geraakt wordt.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 37 -

___________________________________________________________________________________________________________

Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrumentHet macrobeheersinstrument kan door de minister van VWS ingezet worden om overschrijdingen van hetmacrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg en bij instellingen voorcuratieve geestelijke gezondheidszorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzingmacrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg, respectievelijk AanwijzingMacrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg. Ook voor instellingen in andere sectoren kaneen Aanwijzing Macrobeheersinstrument van toepassing zijn. Jaarlijks wordt door de NederlandseZorgautoriteit (NZa) ambtshalve een mbi-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks eenomzetplafond per instelling vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi-omzetplafond vanalle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijdingvan het mbi-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het opvolgend jaar is gecommuniceerd.

Voor 2019 is het mbi-omzetplafond door de NZa vastgesteld op € 3.952,7 miljoen (prijsniveau 2019).

Bij het opstellen van de jaarrekening 2019 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond.GGZ Friesland is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrumentvoortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukkinggebracht in de balans van de stichting per 31 december 2019.

Obligoverplichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ)In verband met de deelname aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) heeft GGZ Friesland een nietin de balans opgenomen obligoverplichting. Deze verplichting houdt in dat, wanneer het WFZ op haargarantieverplichtingen wordt aangesproken en haar vermogen zou onvoldoende blijken om aan dezeverplichtingen te voldoen, GGZ Friesland een renteloze lening van maximaal 3% van € 27,176 miljoen(€ 815K)van de geborgde leningen aan het WFZ moet verstrekken (2018: € 861K).

VPB-plicht JeugdzorgTen aanzien van de mogelijke vennootschapsbelastingplicht inzake de geleverde jeugdzorg maakt GGZFriesland gebruik van de regeling vrijstelling voor zorginstellingen. Deze zorgvrijstelling houdt in dat GGZFriesland zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend, dat wil zeggen voor tenminste 90%, bezig houdt met hetgenezen, verplegen of verzorgen van zieken, kraamvrouwen, mensen met een verstandelijke of lichamelijkebeperking, wezen of ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen (Artikel 5, eerste lid, onderdeel c, teneerste, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969). Dit standpunt is besproken met de Belastingdiensten akkoord bevonden.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 38 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.6 MUTATIEOVERZICHT IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

Concessies,vergunningen

en rechtenvan

intellectueleeigendom

€

Goodwill

€

Totaal

€

Stand per 1 januari 2019- aanschafwaarde 3.880.678 4.445.996 8.326.674- cumulatieve herwaarderingen - - -- cumulatieve afschrijvingen -2.726.465 -2.741.697 -5.468.162

Boekwaarde per 1 januari 2019 1.154.213 1.704.299 2.858.512

Mutaties in boekjaar- investeringen 308.347 - 308.347- afschrijvingen -467.718 -889.199 -1.356.917

-159.371 -889.199 -1.048.570

per saldo - - -

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -159.371 -889.199 -1.048.570

Stand per 31 december 2019- aanschafwaarde 4.189.025 4.445.996 8.635.021- cumulatieve herwaarderingen - - -- cumulatieve afschrijvingen -3.194.183 -3.630.896 -6.825.079

994.842 815.100 1.809.942


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 39 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA

Bedrijfs-gebouwen en

-terreinen

€

Machines eninstallaties

€

Andere vastebedrijfs-

middelen,technische en

administratieveuitrusting

€

Vaste bedrijfs-middelen in

uitvoering envooruit-

betaald opmateriële

vaste activa

€

Totaal

€

Stand per 1 januari 2019- aanschafwaarde 79.471.629 18.684.214 24.273.075 1.696.105 124.125.023- cumulatieve herwaarderingen - - - - -- cumulatieve afschrijvingen -34.719.898 -14.464.500 -20.800.120 - -69.984.518

Boekwaarde per 1 januari 2019 44.751.731 4.219.714 3.472.955 1.696.105 54.140.505

Mutaties - investeringen 1.375.988 1.236.638 1.496.398 4.807.804 8.916.828- afschrijvingen -3.442.101 -828.035 -1.098.603 - -5.368.739

-2.066.113 408.603 397.795 4.807.804 3.548.089

-desinvesteringen aanschafwaarde -3.300.159 -116.622 -46.297 - -3.463.078 cumulatieve afschrijvingen 1.049.961 109.941 43.355 - 1.203.257

per saldo -2.250.198 -6.681 -2.942 - -2.259.821

Mutaties in boekwaarde (persaldo) -4.316.311 401.922 394.853 4.807.804 1.288.268

Stand per 31 december 2019- aanschafwaarde 77.547.458 19.804.230 25.723.176 6.503.909 129.578.773- cumulatieve herwaarderingen - - - - -- cumulatieve afschrijvingen -37.112.038 -15.182.594 -21.855.368 - -74.150.000

40.435.420 4.621.636 3.867.808 6.503.909 55.428.773


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 40 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.8 MUTATIEOVERZICHT FINANCIËLE VASTE ACTIVA

DeelnemingGGZ

Collectief B.V.

€

DisagioWaarborgfonds

Zorgsector

€

Overigevorderingen

€

Totaal

€

Stand per 1 januari 754 263.533 111.616 375.903Resultaat deelnemingen -54 - - -54(Terugname) waardeverminderingen - - -47.252 -47.252Amortisatie (dis)agio - -15.793 - -15.793

Boekwaarde per 31 december 700 247.740 64.364 312.804


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 41 -

___________________________________________________________________________________________________________

BIJLAGE5.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo 2019

Leninggever Datum Hoofdsom

€

Totalelooptijd Soort lening

Werke-lijke-rente

%

Restschuld31

december2018

€

Nieuweleningen in

2019

€

Aflossing in2019

€

Restschuld31

december2019

€

Restschuldover 5 jaar

€

Resterendelooptijd injaren eind

2019Aflossings-

wijzeAflossing

2020

€

Gestelde zekerheden

BNG 83229 03-04-1995 4.537.802 25 onderhands 3,82 363.025 - 181.512 181.513 - 1 lineair 181.513 gemeentegarantieBNG 83692 30-06-1995 3.403.352 25 onderhands 7,25 272.269 - 136.134 136.135 - 1 lineair 136.135 gemeentegarantieBNG 82843 05-07-1994 2.268.901 30 onderhands 1,63 453.777 - 75.630 378.147 - 5 lineair 75.630 gemeentegarantieBNG 84835 15-01-1996 1.134.451 25 onderhands 0,70 136.134 - 45.378 90.756 - 2 lineair 45.378 gemeentegarantieBNG 99844 24-12-2004 2.500.000 25 onderhands 3,97 1.100.000 - 100.000 1.000.000 500.000 10 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 103062 01-10-2007 2.500.000 25 onderhands 4,60 1.400.000 - 100.000 1.300.000 800.000 13 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 97088 18-03-2003 3.000.000 30 onderhands 4,81 1.500.000 - 100.000 1.400.000 900.000 14 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 103561 15-04-2008 2.500.000 25 onderhands 4,62 1.450.000 - 100.000 1.350.000 850.000 14 lineair 100.000 waarborgfondsNWB B00126 01-04-2011 10.918.600 27 onderhands 3,86 7.940.800 - 397.040 7.543.760 5.558.560 19 lineair 397.040 waarborgfondsBNG 93918 03-12-2001 4.537.802 40 onderhands 5,24 2.609.237 - 113.445 2.495.792 1.918.567 22 lineair 113.445 waarborgfondsBNG 101108 08-12-2005 6.000.000 39 onderhands 3,99 6.000.000 - - 6.000.000 6.000.000 26 einde looptijd - waarborgfondsBNG 101107 08-12-2005 4.000.000 40 onderhands 3,89 2.700.000 - 100.000 2.600.000 2.100.000 26 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 101627 03-05-2006 4.000.000 40 onderhands 4,41 2.800.000 - 100.000 2.700.000 2.200.000 27 lineair 100.000 waarborgfondsSPMC Holding B.V. 20-07-2015 4.500.000 4 onderhands 5,50 1.000.000 - 1.000.000 - - 0 variabel -

TOTAAL 29.725.242 - 2.549.139 27.176.103 20.827.127 1.549.141


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 42 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING

BATEN

14. Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning

De specificatie is als volgt:2019

€

2018

€

Opbrengsten zorgverzekeringswet (exclusief subsidies) 84.908.017 80.682.367Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 13.776.721 12.934.784Opbrengsten Jeugdwet 11.251.930 9.012.606Opbrengsten Wmo 23.847.829 22.798.421Opbrengsten Ministerie van Veiligheid en Justitie (forensische zorg;exclusief subsidies) 4.446.728 5.193.279Overige zorgprestaties 300.811 276.655

Totaal 138.532.036 130.898.112

Toelichting:De toename bij de opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning worden met nameveroorzaakt door stijging van het onderhanden werk en vrijval van voorzieningen voorgaande jaren.

15. Subsidies


€

2018

€

Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie 3.244.814 1.988.675Beschikbaarheidsbijdragen Opleidingen 328.128 353.303Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 93.440 218.169Overgang kapitaallasten - 9.786

Totaal 3.666.382 2.569.933

Toelichting:In 2018 bestaat de subsidie voornamelijk uit medische vervolgopleidingen. De toename in 2019 wordtveroorzaakt door een eenmalige subsidie TAJ van € 1,08 miljoen.

16. Overige bedrijfsopbrengsten


€

2018

€

Opbrengsten winkels 394.768 302.363Opbrengsten maaltijden en consumptie 65.534 70.654Opbrengsten POH 2.579.136 2.516.106Opbrengst detachering 715.454 640.342Opbrengst verkoop activa 191.248 367.309Overige opbrengsten 637.531 758.632

4.583.671 4.655.406


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 43 -

___________________________________________________________________________________________________________

LASTEN

17. Personeelskosten


€

2018

€

Lonen en salarissen 75.094.132 71.737.080Sociale lasten 11.896.779 10.105.904Pensioenlasten 6.297.746 5.883.301Saldering dotatie en onttrekking voorziening langdurig zieken 95.107 481.986Saldering dotatie en onttrekking voorziening ambtsjubilea 89.794 82.884Saldering dotatie en onttrekking voorziening LFB uren 695.217 685.772Terugontvangen uitkeringen -720.154 -784.339Overige personeelskosten 5.983.023 5.763.305Personeel niet in loondienst 8.252.430 7.397.053

107.684.074 101.352.946

Toelichting:De personele kosten zijn ten opzichte van 2018 gestegen met € 6,3 miljoen. Dit wordt met name veroorzaaktdoor meer externe inhuur (€ 800K) en meer inzet verpleegkundigen en een CAO verhoging per 1 augustus2019 van 3%.De gemiddelde formatie is in 2019 gestegen (50 FTE verschil).Het gemiddelde ziekteverzuim over 2019 bedraagt 5,4% (2018: 5,2%)

Personeelsleden

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's):2019 2018

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.472 1.422

18. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa


€

2018

€

Immateriële vaste activa 1.356.917 1.337.100Materiële vaste activa 5.368.737 6.057.644Financiële vaste activa 47.252 48.517

Totaal afschrijvingen 6.772.906 7.443.261

Toelichting:In de materiële vaste activa is een additionele afschrijving verwerkt ad. € 95K in verband met de herrijkteeconomische levensduur van financial lease. Als gevolg van de aanpassing van de economische levensduurvan de bedrijfsgebouwen waren de afschrijvingen in 2018 hoger.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 44 -

___________________________________________________________________________________________________________

19. Overige bedrijfskosten


€

2018

€

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 3.906.247 3.751.894Autokosten 1.022.003 925.665Dotaties en vrijval voorziening -80.344 219.414Algemene kosten 10.841.512 9.048.506Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.766.632 2.772.064Onderhoud en energiekosten 4.007.154 3.560.743Huur en leasing 3.738.933 3.160.177

Totaal overig bedrijfskosten 26.202.137 23.438.463

Toelichting:Onder de overige bedrijfskosten is begrepen een bedrag van € 3,7 miljoen inzake huur en leasing, waarbij€ 4,0 miljoen betrekking heeft op huren en € 0,3 miljoen negatief op financial lease. Onder de algemenekosten is een bedrag van € 4,1 miljoen inzake ICT en voor advieskosten een bedrag van € 1,3 miljoen.

20. Financiële baten en lasten


€

2018

€

Rentebaten 5.147 2.753

Rentelasten -1.194.909 -1.368.701Rentelasten financial lease -262.528 -284.531Bereidstelling provisie -43.155 -36.495Borgingskosten -15.793 -15.793

Subtotaal financiële lasten -1.516.385 -1.705.520

Totaal financiële baten en lasten -1.511.238 -1.702.767

Toelichting:GGZ Friesland betaalt aan de BNG een bereidstellingsprovisie voor het niet gebruik maken van derekeningcourantfaciliteit.

21. Belastingen


€

2018

€

Vennootschapsbelasting -467.046 -242.981

22. Aandeel in het resultaat van deelnemingen


€

2018

€

Aandeel resultaat GGZ collectief B.V. -53 -63


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 45 -

___________________________________________________________________________________________________________

23. Honoraria accountant

De honoraria van de accountant over 2019 zijn als volgt:

2019

€

2018

€

1. Controle van de jaarrekening 177.027 198.5482. Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC enNacalculatie) 50.000 198.7183. Kosten zelfonderzoek 17.126 16.9964. Niet-controlediensten 186.592 33.913

Totaal honoraria accountant 430.745 448.175


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 46 -

___________________________________________________________________________________________________________

24. WNT-VERANTWOORDING 2019 GGZ FRIESLAND

De WNT is van toepassing op GGZ Friesland. Het voor GGZ Friesland toepasselijke bezoldigingsmaximum isin 2019 € 194.000.In 2019 is voor de Raad van Bestuur de klassenindeling V met een puntentotaal van 12 van toepassing. Ditbetreft de hoogste klasse binnen het zorgsegment, welke vastgesteld is door de Raad van Toezicht op4-11-2019.

1. Bezoldiging topfunctionarissen

1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonderdienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling alsmede degenen die op grond van hunvoormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 47 -

___________________________________________________________________________________________________________

Gegevens 2019

Bedragen x € 1Drs. A.

Jansen MGMDr. A.D.F.Dhondt

Functiegegevens Voorzitter RvB Lid RvB

Aanvang en einde functievervulling in 2019 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0 1,0Dienstbetrekking ja ja

Bezoldiging

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 181.074 181.846Beloningen betaalbaar op termijn 11.660 11.654

Subtotaal 192.734 193.500

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 194.000 194.000

-/- Onverschuldig betaald bedrag - -

Bezoldiging 192.734 193.500

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018

Functiegegevens Voorzitter RvB Lid RvB

Aanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband 2018 (in fte) 1,0 1,0Dienstbetrekking ja ja

Bezoldiging

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 175.131 172.233Beloningen betaalbaar op termijn 10.933 10.933

Subtotaal 186.064 183.166

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 189.000 189.000

Bezoldiging 186.064 183.166


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 48 -

___________________________________________________________________________________________________________

1c. Toezichthoudende topfunctionarissen

Gegevens 2019

Bedragen x € 1Mr. E.E. van 't

Hof MBADrs. W.Wieling

Drs. M.M. vanAkkeren

P.E.F.Ketelaar MSc

Functiegegevens Voorzitter RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT

Aanvang en einde functievervulling in 2019 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 30/4

Bezoldiging

Bezoldiging 20.152 13.435 13.435 3.333Individueel toepasselijkebezoldigingsmaximum 29.100 19.400 19.400 6.467-/- Onverschuldig betaald bedrag - - - -

Reden waarom de overschrijding al dan niet istoegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018

Bedragen x € 1Mr. E.E. van 't

Hof MBADrs. W.Wieling

Drs. M.M. vanAkkeren

P.E.F.Ketelaar MSc

Functiegegevens Voorzitter RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT


Bezoldiging

Bezoldiging 20.025 13.350 13.350 10.000Individueel toepasselijkebezoldigingsmaximum 28.350 18.900 18.900 18.900


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 49 -

___________________________________________________________________________________________________________

Gegevens 2019

Bedragen x € 1Ir. H.G.

RijnhartIr. P.M. van

RooijDrs. ing. G.

JaarsmaDrs. R.

Mentjox

Functiegegevens Lid RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT


Bezoldiging

Bezoldiging 13.535 13.627 13.438 11.330Individueel toepasselijkebezoldigingsmaximum 19.400 19.400 19.400 16.424-/- Onverschuldig betaald bedrag - - - -

Reden waarom de overschrijding al dan niet istoegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018

Bedragen x € 1Ir. H.G.

RijnhartIr. P.M. van

RooijDrs. ing. G.

JaarsmaDrs. R.

Mentjox Functiegegevens Lid RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT

Aanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 N.v.t. N.v.t.

Bezoldiging

Bezoldiging 13.682 13.350 - -Individueel toepasselijkebezoldigingsmaximum 18.900 18.900 - -

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekkingdie in 2019 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

In 2019 vonden er bij de categorie overige functionarissen geen overschrijdingen van de WNT norm plaats.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 50 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.11 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2019(na resultaatbestemming)

31 december 2019

€ €

31 december 2018

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Immateriële vaste activa (25) 994.842 1.154.213Materiële vaste activa (26) 55.112.881 53.827.655Financiële vaste activa (27) 7.098.613 5.539.935

Totaal vaste activa 63.206.336 60.521.803

Vlottende activa

Onderhanden werk uit hoofde vanDBC's / DBC-zorgproducten (28) 6.740.873 4.874.958Vorderingen uit hoofde vanfinancieringstekort (29) 211.727 927.954Debiteuren en overige vorderingen (30) 15.991.744 25.224.847Liquide middelen (31) 10.573.110 8.339.672

Totaal vlottende activa 33.517.454 39.367.431

Totaal activa 96.723.790 99.889.234


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 51 -

___________________________________________________________________________________________________________

31 december 2019

€ €

31 december 2018

€ €

PASSIVA

Eigen vermogen (32)



Voorzieningen (33) 3.246.191 3.694.368

Langlopende schulden (nog voormeer dan een jaar) (34) 29.956.327 33.739.316

Kortlopende schulden (ten hoogste 1jaar)

Overige kortlopende schulden (35) 35.191.939 38.270.852

Totaal passiva 96.723.790 99.889.234


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 52 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.12 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2019

2019

€ €

2018

€ €

BEDRIJFOPBRENGSTEN:

Opbrengsten zorgprestaties enmaatschappelijke ondersteuning (38) 125.444.859 118.996.329Subsidies (39) 3.338.254 2.216.630Overige bedrijfsopbrengsten (40) 4.587.520 4.649.652

Som der bedrijfsopbrengsten 133.370.633 125.862.611

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten (41) 98.885.699 93.412.745Afschrijvingen op immateriële enmateriële vaste activa (42) 5.788.990 6.447.746Overige bedrijfskosten (43) 24.684.177 22.219.689

Som der bedrijfslasten 129.358.866 122.080.180

BEDRIJFSRESULTAAT 4.011.767 3.782.431

Financiële baten en lasten (44) -1.488.856 -1.606.938

RESULTAAT UIT GEWONEBEDRIJFSUITOEFENING 2.522.911 2.175.493

Aandeel in het resultaat vandeelnemingen (45) 1.621.724 1.767.477

RESULTAAT BOEKJAAR 4.144.635 3.942.970

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld:2019

€ €

2018

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Bestemmingsfondsen 3.240.676 3.179.922Algemene en overige reserves 903.959 763.048

4.144.635 3.942.970


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 53 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.13 GRONDSLAGEN VAN WAARDERINGEN EN RESULTAATBEPALING ENKELVOUDIGEJAARREKENING

5.1.13.1 AFWIJKINGEN IN WAARDERINGSGRONDSLAGEN ENKELVOUDIGE JAARREKENING

De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de statutaire jaarrekening 2019 van GGZ Friesland definanciële gegevens van de stichting zijn in de geconsolideerde jaarrekening van GGZ Friesland verwerkt. Voorzover posten uit de enkelvoudige balans en de enkelvoudige resultatenrekening hierna niet nader zijntoegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en resultatenrekening.

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling

De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor degeconsollideerde balans en resultatenrekening, met uitzondering van de hierna genoemde grondslagen:

Deelnemingen in groepmaatschappijen:In de enkelvoudige balans worden deelnemingen in groepsmaatschappijen gewaardeerd volgens devermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Zie voor een uitwerking hiervan degrondslagen voor financiële vaste activa in de geconsolideerde jaarrekening.

Resultaat deelnemingen:Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van deonderneming in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties waarbij overdracht van activaen passiva tussen de onderneming en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeftplaatsgevonden, zijn geëlimineerd voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 54 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS

Voor zover posten uit de enkelvoudige balans niet afwijken van de geconsolideerde balans zijn deze hiernaniet nader toegelicht en wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.

ACTIVA

25. Immateriële vaste activa


€

31-12-2018

€

Concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom 994.842 1.154.213

Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:2019

€

2018

€

Boekwaarde per 1 januari 1.154.213 1.184.544Bij: investeringen 308.347 417.570Af: afschrijvingen -467.718 -447.901

Boekwaarde per 31 december 994.842 1.154.213

Toelichting:Voor een nadere specificatie van het verloop van de immateriële vaste activa per activagroep wordt verwezennaar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.

26. Materiële vaste activa


€

31-12-2018

€

Bedrijfsgebouwen en -terreinen 40.324.935 44.625.630Machines en installaties 4.607.538 4.219.714Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 3.676.499 3.286.206Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vasteactiva 6.503.909 1.696.105

Totaal materiële vaste activa 55.112.881 53.827.655


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 55 -

___________________________________________________________________________________________________________

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:2019

€

2018

€

Boekwaarde per 1 januari 53.827.655 54.694.048Bij: investeringen 8.819.069 6.806.381Af: afschrijvingen -5.274.022 -5.951.328Af: desinvesteringen -2.259.821 -1.721.446


Toelichting:Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezennaar het mutatieoverzicht onder 5.1.7.

GGZ Friesland werkt aan een duurzaam financieel gezonde organisatie. De begroting van 2020 wijst uit datsprake is van een begrotingsoverschot. Het financieel beleid van GGZ Friesland is erop gericht de komendejaren een positief resultaat te behalen, zodat in 2020 een meer dan aanvaardbaar weerstandsvermogen isbereikt. Gegeven het uitgangspunt dat GGZ Friesland duurzaam succesvol actief blijft in de geestelijkegezondheidszorg is nagegaan of de bedrijfswaarde van de vaste activa als duurzaam productiemiddel vanGGZ Friesland voldoende in evenwicht is met de boekwaarde op de balans. De uitkomsten hiervan zijn positiefen derhalve hoeft GGZ Friesland geen impairment uit te voeren. Onder de Bedrijfsgebouwen en terreinen is voor een totaalbedrag van € 4,669 miljoen aan vaste activaopgenomen waarvan GGZ Friesland alleen het economisch eigendom heeft (Financial Lease). De materiële vaste activa (uitgezonderd automatisering en vervoersmiddelen) dienen volledig als onderpandvoor schulden aan kredietinstellingen. De desinvesteringen bestaan onder andere uit de verkoop van de vastgoedobjecten Harlingerweg 54a teFraneker en uit de beëindiging van het financial lease contract van Antonius Ziekenhuis. Onder de materiëlevaste activa (materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa) isbegrepen een bedrag van € 6,5 miljoen inzake contractuele investeringsverplichtingen uit onderhandenwerkposities. GGZ Friesland heeft in 2018 de afschrijvingsduur herijkt van 50 naar 30 jaar voor de gebouwen,alsmede een restwaarde gehanteerd van 0-10%.De materiële vaste activa voor wat betreft gebouwen en inventarissen dienen voor de totale omvang alsgedeelde zekerheid voor schulden aan kredietinstellingen en voor leningen die zijn geborgd via hetWaarborgfonds voor de Zorg (WFZ). De zorginstelling heeft zich verbonden niet zonder voorafgaandetoestemming van het WFZ onroerende goederen die zijn gefinancierd met geborgde leningen te vervreemdenof met een ander zakelijk recht te bezwaren. Tevens heeft de zorginstelling zich verbonden om op eersteverzoek van het WFZ een recht van hypotheek aan het WFZ te verstrekken op onroerende zaken waarvooreen lening is aangegaan die geheel of gedeeltelijk door het WFZ is geborgd.

27. Financiële vaste activa


€

31-12-2018

€

Deelnemingen in groepsmaatschappijen 6.785.809 5.164.032Deelneming GGZ Collectief B.V. 700 754Disagio Waarborgfonds Zorgsector 247.740 263.533Overige vorderingen 64.364 111.616

Totaal financiële vaste activa 7.098.613 5.539.935


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 56 -

___________________________________________________________________________________________________________

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:2019

€

2018

€

Boekwaarde per 1 januari 5.539.935 3.935.360Resultaat deelnemingen 1.621.723 1.767.477(Terugname) waardeverminderingen -47.252 -147.109Amortisatie (dis)agio -15.793 -15.793


Toelichting:Voor een nadere specificatie van het verloop van de financiële vaste activa per activagroep wordt verwezennaar het mutatieoverzicht onder 5.1.8.Van de vorderingen op de financiële vaste activa heeft een totaalbedrag van € 43K een looptijd korter dan 1jaar.GGZ Collectief B.V. is in 2008 opgericht en is voor 100% eigendom van GGZ Friesland. GGZ Collectief isstatutair gevestigd te Leeuwarden. Synaeda B.V. heeft in 2015 een Koopovereenkomst Certificaten vanAandelen in SPMC gesloten met GGZ Friesland.In 2015 is via een vendor loan een 100% belang in Synaeda Psycho Medisch Centrum Leeuwarden B.V.verworven, GGZ Friesland heeft hierdoor de volledige zeggenschap. Op basis van bovenstaandegroepsverhouding stelt GGZ Friesland op grond van BW 2:406 lid 1 een geconsolideerde jaarrekening op.

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:

Naam, statutaire zetel KernactiviteitVerschaftkapitaal

€

Kapitaal-belang

%

Eigenvermogen

€

Resultaat

€

SPMC B.V. Ambulante GGZ 18.000 100,00 6.785.809 1.621.777Leeuwarden

GGZ Collectief B.V. Verlenen GGZ Zorg - 100,00 700 -53Leeuwarden

28. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten


€

31-12-2018

€

Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten 32.415.127 28.685.814Af: ontvangen voorschotten -22.931.251 -21.269.856Af: voorziening onderhanden werk -2.743.003 -2.541.000

Totaal onderhanden werk 6.740.873 4.874.958


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 57 -

___________________________________________________________________________________________________________

Gerealiseer-de kosten entoegereken-

de winst

€

Af:Voorziening

onderhandenwerk

€

Af:Verwerkte

voorschotten

€


2019

€

Stroom DBC's / DBC-zorgproducten

DBC's/Zorgproducten 32.415.127 -2.743.003 -22.931.251 6.740.873

29. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde vanfinancieringsoverschot AWBZ / Wlz

2018

€

2019

€

Totaal

€

Saldo per 1 januari 927.954 927.954Financieringsverschil boekjaar 211.727 211.727Correcties voorgaande jaren - -Betalingen/ontvangsten -927.954 -927.954

Saldo per 31 december - 211.727 211.727

Stadium van vaststelling (per erkenning): c aa= interne berekeningb= overeenstemming met zorgverzekeraarsc= definitieve vaststelling NZa

31-12-2019

€

31-12-2018

€

Waarvan gepresenteerd als:- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 211.727 927.954

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

2019

€

2018

€

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 13.776.721 12.942.272Af: vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget -13.564.994 -12.014.318

Totaal financieringsverschil 211.727 927.954


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 58 -

___________________________________________________________________________________________________________

30. Debiteuren en overige vorderingen


€

31-12-2018

€

Vorderingen op debiteuren 2.487.106 10.595.423Overige vorderingen:Vooruitbetaalde bedragen 849.953 25.164Te verrekenen financiering LGGZ - 8.580Nog te factureren overig 722.911 1.715.690Nog te factureren OZ 273.346 403.996Nog te factureren DBC's ZVW 8.048.370 7.279.538Nog te factureren WMO 1.646.262 1.933.828Nog te factureren DBBC's 119.628 556.732Nog te factureren Jeugd 899.281 852.701Nog te ontvangen bedragen 936.845 1.847.644Overige overlopende activa 8.042 5.551

Totaal debiteuren en overige vorderingen 15.991.744 25.224.847

Toelichting:De voorziening die in aftrek op de vorderingen debiteuren is gebracht, bedraagt € 301K (2018: € 915K). Dedebiteuren en overige vorderingen kennen alle een resterende looptijd korter dan 1 jaar. Ten opzichte van2018 is het totale debiteurensaldo en overige vorderingen met € 9,2 miljoen afgenomen. Procesoptimalisatie,binnen de keten van registratie tot inning van gelden, is hier met name debet aan. Ten behoeve vankortlopende schulden aan kredietinstellingen en langlopende schulden aan banken zijn geen vorderingenverpand. De nog te ontvangen bedragen bevat een bedrag van € 29K met een langdurig karakter. Deboekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter vande vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.

31. Liquide middelen


€

31-12-2018

€

Bankrekeningen 10.569.501 8.337.217Kassen 3.609 2.455

Totaal liquide middelen 10.573.110 8.339.672

Toelichting:In de liquide middelen zijn geen deposito's begrepen. De liquide middelen zijn, met uitzondering van debankgarantie van € 4K, vrij beschikbaar. De debet bankrekeningen bestaan uit saldi van 11 bankrekeningen bijde BNG, ING en Mastercard (Simpledcard). De kassen bestaan uit 7 decentrale kassen. De liquide middelenzijn direct opeisbaar. Ten behoeve van een lopend huurcontract is door de BNG een bankgarantie afgegevenvan € 4K.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 59 -

___________________________________________________________________________________________________________

PASSIVA

32. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:31-12-2019

€

31-12-2018

€



BestemmingsfondsenHet verloop is als volgt weer te geven:


€

Resultaat-bestemming

€

Overigemutaties

€


2018

€

Bestemmingsfondsen:Reserve aanvaardbare kosten WLZ/ZvW 17.693.061 3.179.922 - 20.872.983Reserve aanvaardbare kosten:



€


€

Overigemutaties

€


2019

€

Bestemmingsfondsen:Reserve aanvaardbare kosten WLZ/ZvW 20.872.983 3.240.676 - 24.113.659


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 60 -

___________________________________________________________________________________________________________

Algemene en overige reservesHet verloop is als volgt weer te geven:


€


€

Overigemutaties

€


2018

€

Algemene reserves:Algemene reserves 2.548.667 763.048 - 3.311.715



€


€

Overigemutaties

€


2019

€

Algemene reserves:Algemene reserves 3.311.715 903.959 - 4.215.674

Toelichting:Bestemmingsfonds reserve aanvaardbare kosten is een reserve waaraan door derden een beperkterebestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Onder algemene reservesis opgenomen dat deel van het resultaat, waarover de bevoegde organen binnen de statutaire doelstellingenvan GGZ Friesland vrij kunnen beschikken.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 61 -

___________________________________________________________________________________________________________

33. Voorzieningen


€

31-12-2018

€

Levensfase budget: - 199.573Reorganisatie: - 345.907Langdurig zieken: 1.212.177 1.117.069Jubileumuitkeringen: 2.034.014 2.031.819

Totaal voorzieningen 3.246.191 3.694.368



€

Dotatie

€

Onttrekking

€

Vrijval

€


2019

€

Levensfase budget: 199.573 - -199.573 - -Reorganisatie: 345.907 - -31.038 -314.869 -Langdurig zieken: 1.117.069 766.863 -393.823 -277.932 1.212.177Jubileumuitkeringen: 2.031.819 121.370 -119.175 - 2.034.014

Totaal voorzieningen 3.694.368 888.233 -743.609 -592.801 3.246.191

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-12-2019

€

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 537.335Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 2.708.856Hiervan langlopend (> 5 jaar) 1.292.939


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 62 -

___________________________________________________________________________________________________________

Toelichting per categorie voorziening:

Levensfase budget:De overgangsregeling is in boekjaar 2019 geheel afgelopen doordat de deelnemers aan de overgangsregelingallemaal de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt.

Reorganisatie:De reorganisatievoorziening heeft betrekking op de kosten die samenhangen met de uitvoering van hetprogramma "Alles voor de Klant" en "Klant en Klaar" waarmee in 2014 een aanvang is gemaakt en waarovereenstemming met OR en vakbonden is bereikt. De uitvoering van dit programma heeft grotendeels in2015 plaatsgevonden en betreft in belangrijke mate een noodzakelijke reductie van het personeelsbestand enproceshervorming. De reorganisatievoorziening is in boekjaar 2019 geheel afgelopen doordat de regeling voorde laatste deelnemers is afgelopen.

Langdurig zieken:In de jaarrekening 2019 is de voorziening geactualiseerd voor personeelsleden die geheel of gedeeltelijk ziekof arbeidsongeschikt zijn. Dit om de op balansdatum bestaande verplichtingen in de toekomst te kunnenuitbetalen. Jubileumuitkeringen:De voorziening jubileumuitkeringen voorziet in de toekomstige uitkeringen bij jubilea van een 12,5 jarig-, 25jarig- en 40 jarig dienstverband alsmede pensionering. De voorziening betreft de contante waarde van de in detoekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op de actuariële grondslagen, namelijkde gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 1,46%.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 63 -

___________________________________________________________________________________________________________

34. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)


€

31-12-2018

€

Schulden aan banken 25.626.962 27.176.103Financial lease 4.329.365 6.563.213

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 29.956.327 33.739.316

Het verloop is als volgt weer te geven:2019

€

2018

€

Stand per 1 januari 35.288.455 37.537.054Bij: Leaseverplichting rente 262.528 284.531Af: Beëindiging financial lease contract -1.803.717 -Af: aflossingen -1.549.139 -1.814.659Af: lease verplichting huren -692.659 -718.471

Stand per 31 december 31.505.468 35.288.455Af: aflossingsverplichting komend boekjaar -1.549.141 -1.549.139

Stand langlopende schulden per 31 december 29.956.327 33.739.316

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:

2019

€

2018

€

Aflossingsverplichtingen komend boekjaar langlopende leningen 1.549.141 1.549.139Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 29.956.327 33.739.316Hiervan langlopend (> 5 jaar) 20.827.127 22.023.239


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 64 -

___________________________________________________________________________________________________________

Toelichting:Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar het overzicht langlopendeschulden onder 5.1.9.De aflossingsverplichtingen voor komend boekjaar zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. In 2019 hebben alle langlopende schulden een vast rentepercentage. De volgende WFZ geborgde leningenhebben een renteherzieningsdatum: - NWB B126 1-apr-21 - BNG 93918 3-dec-31 - BNG 101108 8-dec-35 - BNG 101107 8-dec-35 - BNG 101627 3-mei-36 Op de leningenportefeuille rusten gestelde zekerheden van het WFZ of via gemeentegarantie. Het WFZ heeftvoor alle geborgen leningen samen met de BNG bank voor het krediet en depotarrangement gedeeldezekerheden op alle vaste activa en inventaris.

Bij de diverse financiers zijn langlopende leningen onder borging van het WFZ afgesloten ten bedrage van intotaal € 26,389 miljoen en onder borging van Gemeentegarantie € 0,768 miljoen. Uit hoofde van de borgingdoor het WFZ hebben deze leningen een direct opeisbare obligo van 3% van de pro resto geborgde schuld,namelijk: € 0,791 miljoen.

In 2019 is de lease verplichting opgenomen tegen een contante waarde op basis van 4% disconteringsvoet (2018: 4%). De disconteringsvoet is contractueel vastgelegd met de tegenpartij. Lease verplichtingen vanhuurlocaties hebben betrekking op financial lease rente en afschrijving. Met de BNG bank is een meerjarige financiële verplichting aangegaan inzake de nieuwbouw op de locatieFraneker. Dit betreft een bouwkrediet van € 4,2 miljoen wat uiteindelijk zal resulteren in een vaste geldleningvan maximaal € 3,2 miljoen (het bouwkrediet is volledig ongebruikt gebleven en GGZ Friesland heeft ultimoapril 2020 de lening afgesloten van € 3,2 miljoen tegen een looptijd van 15 jaar lineair en 2,12% rente metingangsdatum 1 juli 2020). De nieuwbouw is in 2019 begonnen en zal medio 2020 worden opgeleverd.

Convenanten:Er zijn met betrekking tot het BNG bankkrediet en depotarrangement verschillende convenantenovereengekomen zijnde DSCR van 1,4% en een solvabiliteit van minimaal 18% voor 2019 (2020: 20%). GGZFriesland voldoet ultimo 2019 aan alle convenanten.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 65 -

___________________________________________________________________________________________________________

35. Overige kortlopende schulden


€

31-12-2018

€

Schulden aan banken - 2.578.435Crediteuren 5.720.017 4.063.090Aflossingsverplichtingen komend boekjaar langlopende leningen 1.549.141 1.549.139Loonheffing 4.601.242 4.142.793Schulden terzake pensioenen 172.356 147.077Nog te betalen salarissen 135.432 17.245Vakantiedagen 2.890.893 2.760.038LFB-uren 8.589.547 7.881.324Vakantiegeld 3.189.702 2.990.561Personeel nog te betalen 306.090 1.060.537Vooruitontvangen bedragen 1.122 -Financieringsverschil ZVW 3.297.188 3.293.496Financieringsverschil Jeugd 640.210 2.423.477Financieringsverschil ZRA 149.655 149.655Financieringsverschil FOR 262.245 733.894Financieringsverschil WMO 237.635 289.782Nog te betalen bedragen 3.449.464 4.190.309

Totaal overige kortlopende schulden 35.191.939 38.270.852

Toelichting:De liquiditeitspositie van GGZ Friesland wordt nauwgezet gemonitord. De kredietfaciliteit ultimo 2019 bij deBNG bedraagt € 14 miljoen.De verstrekte zekerheden gelden tevens voor de opgenomen kredietfaciliteit in rekening-courant bij BNG (zietoelichting langlopende schulden).

Onder de overige kortlopende schulden is begrepen een bedrag van € 3,449 miljoen inzake nog te betalenkosten. Dit bedrag heeft betrekking op: - Nog te betalen bedragen € 2,467 miljoen - Subsidies € 521K - Overig € 461K

Onder de overige kortlopende schulden is begrepen een bedrag van € 303K inzake personeel nog te betalen.Dit bedrag heeft betrekking op VSO betalingen.

In 2019 zijn de overige kortlopende schulden met € 3,079 miljoen euro gedaald. Dit wordt met nameveroorzaakt door de afname van de post schulden aan banken van € 2,578 miljoen in 2018 naar nihil in 2019.Daarnaast wordt deze afname veroorzaakt door het financieringsverschil Jeugd. Het financieringsverschil isgedaald met:- Jeugd € 1,7 miljoen


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 66 -

___________________________________________________________________________________________________________

36. Financiële instrumenten

AlgemeenGGZ Friesland maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten diede instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in debalans zijn opgenomen.GGZ Friesland handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang vanhet kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan deinstellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot demarktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van definanciële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumentengebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s.

KredietrisicoGGZ Friesland loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa,handels- en overige vorderingen en liquide middelen. De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijnvoor circa 70% geconcentreerd bij tien grote verzekeraars. Het maximale bedrag aan kredietrisico bedraagt€ 10,2 miljoen. Met deze tegenpartijen bestaat een lange relatie; zij hebben altijd tijdig aan hunbetalingsverplichtingen voldaan.

Renterisico en kasstroomrisicoHet renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegevenleningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. Leningen met eenrenteherzieningsdatum zijn allemaal WFZ geborgde leningen. De leningen worden aangehouden tot het eindevan de looptijd. GGZ Friesland heeft derhalve als beleid geen afgeleide financiële instrumenten te gebruikenom (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Reële waardeDe reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen,effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

LiquiditeitsrisicoGGZ Friesland bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Hetmanagement ziet erop toe dat voor GGZ Friesland steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan deverplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteitenbeschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven.

GGZ Friesland ziet erop toe dat voldoende opvraagbare tegoeden beschikbaar zijn om gedurende een periodevan 45 dagen de verwachte operationele kosten te dekken, inclusief het voldoen aan de financiëleverplichtingen. Hierin is geen rekening gehouden met het eventuele effect van extreme omstandigheden dieredelijkerwijs niet kunnen worden voorspeld, zoals natuurrampen.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 67 -

___________________________________________________________________________________________________________

37. Niet in de balans opgenomen regelingen

Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrumentHet macrobeheersinstrument kan door de minister van VWS ingezet worden om overschrijdingen van hetmacrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg en bij instellingen voorcuratieve geestelijke gezondheidszorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzingmacrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg, respectievelijk AanwijzingMacrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg. Ook voor instellingen in andere sectoren kaneen Aanwijzing Macrobeheersinstrument van toepassing zijn. Jaarlijks wordt door de NederlandseZorgautoriteit (NZa) ambtshalve een mbi-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks eenomzetplafond per instelling vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi-omzetplafond vanalle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijdingvan het mbi-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het opvolgend jaar is gecommuniceerd.

Voor 2019 is het mbi-omzetplafond door de NZa vastgesteld op € 3.952,7 miljoen (prijsniveau 2019).

Bij het opstellen van de jaarrekening 2019 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond.GGZ Friesland is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrumentvoortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukkinggebracht in de balans van de stichting per 31 december 2019.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 68 -

___________________________________________________________________________________________________________

VPB-plicht JeugdzorgTen aanzien van de mogelijke vennootschapsbelastingplicht inzake de geleverde jeugdzorg maakt GGZFriesland gebruik van de regeling vrijstelling voor zorginstellingen. Deze zorgvrijstelling houdt in dat GGZFriesland zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend, dat wil zeggen voor tenminste 90%, bezig houdt met hetgenezen, verplegen of verzorgen van zieken, kraamvrouwen, mensen met een verstandelijke of lichamelijkebeperking, wezen of ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen (Artikel 5, eerste lid, onderdeel c, teneerste, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969). Dit standpunt is besproken met de Belastingdiensten akkoord bevonden tijdens het klantgesprek met de Belastingdienst. Meerjarige financiële verplichtingen: Er is een meerjarige financiële verplichting aangegaan met de BNG bank inzake de nieuwbouw op de locatieFraneker. Het betreft een krediet van € 4,2 miljoen. De nieuwbouw is in 2019 gestart en zal in 2020 afgerondworden. Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan terzake van huur en operationele leasing. De geleasede machines strekken tot zekerheid van de leaseverplichting. De operationele leasing wordt lineairover de leaseperiode in de resultatenrekening verwerkt. Ultimo 2019 heeft de organisatie meerjarige huurverplichtingen van in totaal € 6.499K De looptijden van de diverse huurcontracten beslaan diverse perioden. Een aantal huurverplichtingen isaangegaan voor onbepaalde tijd. Ulltimo 2019 heeft de organisatie meerjarige operational leaseverplichtingen van in totaal € 1.388.103 De looptijden van de diverse leasecontracten beslaan diverse perioden van 2 maanden tot 84 maanden. Ulltimo 2019 heeft de organisatie meerjarige financial leaseverplichtingen van in totaal € 10.557.888.

Looptijd < 1 jr. > 1 jr. en < 5 jr. > 5 jr.

Huren € 1.016.124 € 2.845.051 € 2.638.124

Operational leaseverplichting € 533.794 € 801.692 € 52.617

Looptijd Lease- Contante

betalingen EUR waarde EUR

Niet langer dan 1 jaar € 715.313 € 638.132

Tussen 1 en 5 jaar € 3.016.436 € 2.574.760

Langer dan 5 jaar €6.826.140 € 9.370.068

Totaal € 10.557.889 € 12.582.960

Claims:Tegen de instelling zijn diverse claims ingediend die door haar worden betwist. Hoewel de afloop van dezegeschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt - mede op grond van ingewonnen juridisch advies -aangenomen dat deze geen materiële invloed van betekenis zullen hebben op de financiële positie.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 69 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.15 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

Concessies,vergunningen

en rechtenvan

intellectueleeigendom

€

Stand per 1 januari 2019- aanschafwaarde 3.880.678- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve afschrijvingen -2.726.465

1.154.213

Mutaties in boekjaar- investeringen 308.347- afschrijvingen -467.718

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -159.371

Stand per 31 december 2019- aanschafwaarde 4.189.025- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve afschrijvingen -3.194.183

994.842


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 70 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.16 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA

Bedrijfs-gebouwen en

-terreinen

€

Machines eninstallaties

€

Andere vastebedrijfs-

middelen,technische en

administratieveuitrusting

€

Vaste bedrijfs-middelen in

uitvoering envooruit-

betaald opmateriële

vaste activa

€

Totaal

€

Stand per 1 januari 2019- aanschafwaarde 79.315.475 18.684.214 23.614.459 1.696.105 123.310.253- cumulatieve herwaarderingen - - - - -- cumulatieve afschrijvingen -34.689.845 -14.464.500 -20.328.253 - -69.482.598

Boekwaarde per 1 januari 201944.625.630 4.219.714 3.286.206 1.696.105 53.827.655

Mutaties in het boekjaar- investeringen 1.375.988 1.222.379 1.412.898 4.807.804 8.819.069- afschrijvingen -3.426.485 -827.874 -1.019.663 - -5.274.022

-2.050.497 394.505 393.235 4.807.804 3.545.047

-desinvesteringen aanschafwaarde -3.300.159 -116.622 -46.297 - -3.463.078 cumulatieve afschrijvingen 1.049.961 109.941 43.355 - 1.203.257

per saldo -2.250.198 -6.681 -2.942 - -2.259.821

Mutaties in boekwaarde (persaldo) -4.300.695 387.824 390.293 4.807.804 1.285.226

Stand per 31 december 2019- aanschafwaarde 77.391.304 19.789.971 24.981.060 6.503.909 128.666.244- cumulatieve herwaarderingen - - - - -- cumulatieve afschrijvingen -37.066.369 -15.182.433 -21.304.561 - -73.553.363

40.324.935 4.607.538 3.676.499 6.503.909 55.112.881


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 71 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.17 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT FINANCIËLE VASTE ACTIVA

Deelnemingenin

groepsmaat-schappijen

€

DeelnemingGGZ

Collectief B.V.

€

DisagioWaarborgfonds

Zorgsector

€

Overigevorderingen

€

Totaal

€

Stand per 1 januari 5.164.032 754 263.533 111.616 5.539.935Resultaat deelnemingen 1.621.777 -54 - - 1.621.723(Terugname)waardeverminderingen - - - -47.252 -47.252Amortisatie (dis)agio - - -15.793 - -15.793

Boekwaarde per 31 december 6.785.809 700 247.740 64.364 7.098.613


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 72 -

___________________________________________________________________________________________________________

BIJLAGE5.1.18 Overzicht langlopende schulden ultimo 2019 (enkelvoudig)

Leninggever Datum Hoofdsom

€

Totalelooptijd Soort lening

Werke-lijke-rente

%

Restschuld31

december2018

€

Nieuweleningen in

2019

€

Aflossing in2019

€

Restschuld31

december2019

€

Restschuldover 5 jaar

€

Resterendelooptijd injaren eind

2019Aflossings-

wijzeAflossing

2020

€

Gestelde zekerheden

BNG 83229 03-04-1995 4.537.802 25 onderhands 3,82 363.025 - 181.512 181.513 - 1 lineair 181.513 gemeentegarantieBNG 83692 30-06-1995 3.403.352 25 onderhands 7,25 272.269 - 136.134 136.135 - 1 lineair 136.135 gemeentegarantieBNG 82843 05-07-1994 2.268.901 30 onderhands 1,63 453.777 - 75.630 378.147 - 5 lineair 75.630 gemeentegarantieBNG 84835 15-01-1996 1.134.451 25 onderhands 0,70 136.134 - 45.378 90.756 - 2 lineair 45.378 gemeentegarantieBNG 99844 24-12-2004 2.500.000 25 onderhands 3,97 1.100.000 - 100.000 1.000.000 500.000 10 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 103062 01-10-2007 2.500.000 25 onderhands 4,60 1.400.000 - 100.000 1.300.000 800.000 13 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 97088 18-03-2003 3.000.000 30 onderhands 4,81 1.500.000 - 100.000 1.400.000 900.000 14 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 103561 15-04-2008 2.500.000 25 onderhands 4,62 1.450.000 - 100.000 1.350.000 850.000 14 lineair 100.000 waarborgfondsNWB B00126 01-04-2011 10.918.600 27 onderhands 3,86 7.940.800 - 397.040 7.543.760 5.558.560 19 lineair 397.040 waarborgfondsBNG 93918 03-12-2001 4.537.802 40 onderhands 5,24 2.609.237 - 113.445 2.495.792 1.918.567 22 lineair 113.445 waarborgfondsBNG 101108 08-12-2005 6.000.000 39 onderhands 3,99 6.000.000 - - 6.000.000 6.000.000 26 einde looptijd - waarborgfondsBNG 101107 08-12-2005 4.000.000 40 onderhands 3,89 2.700.000 - 100.000 2.600.000 2.100.000 26 lineair 100.000 waarborgfondsBNG 101627 03-05-2006 4.000.000 40 onderhands 4,41 2.800.000 - 100.000 2.700.000 2.200.000 27 lineair 100.000 waarborgfonds

TOTAAL 28.725.242 - 1.549.139 27.176.103 20.827.127 1.549.141


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 73 -

___________________________________________________________________________________________________________

5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING

BATEN

38. Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning


€

2018

€

Opbrengsten zorgverzekeringswet (exclusief subsidies) 71.819.760 68.780.584Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 13.776.721 12.934.784Opbrengsten Jeugdwet 11.251.930 9.012.606Opbrengsten Wmo 23.847.829 22.798.421Opbrengsten Ministerie van Veiligheid en Justitie (forensische zorg;exclusief subsidies) 4.446.728 5.193.279Overige zorgprestaties 301.891 276.655

Totaal 125.444.859 118.996.329

Toelichting:De toename bij de opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning worden met nameveroorzaakt door stijging van het onderhanden werk en vrijval van voorzieningen voorgaande jaren.

39. Subsidies


€

2018

€

Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie 3.244.814 1.988.675Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 93.440 218.169Overgang kapitaallasten - 9.786

Totaal 3.338.254 2.216.630

Toelichting:In 2018 bestaat de subsidie voornamelijk uit medische vervolgopleidingen. De toename in 2019 wordtveroorzaakt door een eenmalige subsidie TAJ van € 1,08 miljoen.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 74 -

___________________________________________________________________________________________________________

40. Overige bedrijfsopbrengsten


€

2018

€

Opbrengsten winkels 394.768 302.363Opbrengsten maaltijden en consumptie 65.534 70.654Opbrengsten POH 2.579.136 2.516.106Opbrengst detachering 715.454 643.860Opbrengst verkoop activa 191.248 351.707Overige opbrengsten 641.380 764.962

Totaal 4.587.520 4.649.652


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 75 -

___________________________________________________________________________________________________________

LASTEN

41. Personeelskosten


€

2018

€

Lonen en salarissen 69.563.361 66.643.922Sociale lasten 11.064.903 9.235.023Pensioenlasten 5.827.208 5.466.085Saldering dotatie en onttrekking voorziening langdurig zieken 95.107 481.986Saldering dotatie en onttrekking voorziening ambtsjubilea 2.195 82.884Saldering dotatie en onttrekking voorziening LFB uren 695.217 685.772Terugontvangen uitkeringen -720.154 -784.339Overige personeelskosten 5.225.646 5.137.444

Subtotaal 91.753.483 86.948.777Personeel niet in loondienst 7.132.216 6.463.968

Totaal personeelskosten 98.885.699 93.412.745

Toelichting:De personele kosten zijn ten opzichte van 2018 gestegen met € 5,5 miljoen. Dit wordt met name veroorzaaktdoor meer externe inhuur (€ 800K) en meer inzet verpleegkundigen en een CAO verhoging per 1 augustus2019 van 3%.De gemiddelde formatie is in 2019 gestegen (41 FTE verschil).Het gemiddelde ziekteverzuim over 2019 bedraagt 5,4% (2018: 5,2%)

Personeelsleden

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's):2019 2018

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.374 1.333

42. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa


€

2018

€

Immateriële vaste activa 467.718 447.901Materiële vaste activa 5.274.020 5.951.328Financiële vaste activa 47.252 48.517

Totaal afschrijvingen 5.788.990 6.447.746

Toelichting:In de materiële vaste activa is een additionele afschrijving verwerkt ad. € 95K in verband met de herrijkteeconomische levensduur van financial lease. Als gevolg van de aanpassing van de economische levensduurvan de bedrijfsgebouwen waren de afschrijvingen in 2018 hoger.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 76 -

___________________________________________________________________________________________________________

43. Overige bedrijfskosten


€

2018

€

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 3.906.086 3.751.894Autokosten 1.016.777 925.665Dotaties en vrijval voorziening -80.344 219.414Algemene kosten 10.088.364 8.440.239Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.536.383 2.690.388Onderhoud en energiekosten 3.963.714 3.501.349Huur en leasing 3.253.197 2.690.740

Totaal overige bedrijfskosten 24.684.177 22.219.689

Toelichting:Onder de overige bedrijfskosten is begrepen een bedrag van € 3,2 miljoen inzake huur en leasing, waarbij€ 3,5 miljoen betrekking heeft op huren, € 0,3 miljoen negatief op financial lease.

44. Financiële baten en lasten


€

2018

€

Rentebaten 120 -

Rentelasten -1.167.500 -1.270.119Rentelasten financial lease -262.528 -284.531Bereidstelling provisie -43.155 -36.495Borgingskosten -15.793 -15.793

Subtotaal financiële lasten -1.488.976 -1.606.938

Totaal financiële baten en lasten -1.488.856 -1.606.938

Toelichting:GGZ Friesland betaalt aan de BNG een bereidstellingsprovisie voor het niet gebruik maken van derekeningcourantfaciliteit.

45. Aandeel in het resultaat van deelnemingen


€

2018

€

Aandeel resultaat SPMC B.V. 1.621.777 1.767.540Aandeel resultaat GGZ collectief B.V. -53 -63

1.621.724 1.767.477


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 77 -

___________________________________________________________________________________________________________

46. Honoraria accountant

De honoraria van de accountant over 2019 zijn als volgt:

2019

€

2018

€

1. Controle van de jaarrekening 177.027 198.5482. Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC enNacalculatie) 50.000 154.1183. Kosten zelfonderzoek 17.126 16.9964. Niet-controlediensten 186.592 16.913

Totaal honoraria accountant 430.745 386.575

Toelichting:De accountantskosten zijn gebaseerd op basis van het factuurstelsel.

47. Transacties met verbonden partijen

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen GGZ Friesland en eennatuurlijk persoon of entiteit die verbonden is met GGZ Friesland. Dit betreffen onder meer de relaties tussenGGZ Friesland en haar deelnemingen, de bestuurders en de functionarissen op sleutelposities. Ondertransacties wordt verstaan een overdracht van middelen, diensten of verplichtingen, ongeacht of een bedrag inrekening is gebracht. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijkegrondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen in de toelichting van deresultatenrekening (23).

5.1.20 VASTSTELLING EN GOEDKEURING

Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De raad van bestuur van GGZ Friesland heeft de jaarrekening 2019 opgemaakt en vastgesteld in devergadering van 25 mei 2020.De raad van toezicht van de GGZ Friesland heeft de jaarrekening 2019 goedgekeurd in de vergadering van 25mei 2020.

Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum

Volgens mededeling van de Raad van Bestuur hebben zich in de periode tussen balansdatum enrapporteringsdatum geen gebeurtenissen of ontwikkelingen voorgedaan die het door de jaarrekeningweergegeven beeld in GGZ Friesland als geheel in belangrijke mate beïnvloeden.

Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 78 -

___________________________________________________________________________________________________________

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders

W.G. W.G.

Drs. T.A.M. de Grefte 25 mei 2020 Dr. A.D.F. Dhondt 25 mei 2020 W.G. W.G.

Mr. E.E. van 't Hof MBA 25 mei 2020 Drs. W. Wieling 25 mei 2020 W.G. W.G.

Drs. M.M. van Akkeren 25 mei 2020 Ir. H.G. Rijnhart 25 mei 2020 W.G. W.G.

Ir. P.M. van Rooij 25 mei 2020 Drs. ing. G. Jaarsma 25 mei 2020 W.G.

Drs. R. Mentjox 25 mei 2020

5.2 OVERIGE GEGEVENS

OVERIGE GEGEVENS

5.2.1 Statutaire regeling resultaatbestemming

In de statuten is bepaald dat het behaalde resultaat ter Vrije beschikking staat van het collectief gefinancieerdvermogen.

5.2.2 Nevenvestigingen

Stichting GGZ Friesland heeft geen nevenvestigingen.

5.2.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina.


______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________- 81 -

___________________________________________________________________________________________________________

Jaarstukken 2019 · 2020-07-01 · 3 interdisciplinaire staf, werden in 2019 gestart. Dit heeft nog...

Documents

Transcript of Jaarstukken 2019 · 2020-07-01 · 3 interdisciplinaire staf, werden in 2019 gestart. Dit heeft nog...