Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

32
Frans van Puijenbroek (1924-2000) Ontstaan van de wijk Jeruzalem Over losse handen, blote messen en enkele lijken Van de hoed en de rand Tilburg kort

Transcript of Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Page 1: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Frans van Puijenbroek (1924-2000)

Ontstaan van de wijk Jeruzalem

Over losse handen, blote messen en enkele lijken

Van de hoed en de rand

Tilburg kort

Page 2: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumententen en cultuur Verschijnt driemaal per jaar

Jaargang 18, nr. 3 december 2000

Uitgave Stichting tot Behoud van

Tilburgs Cultuurgoed K .V .K . : S 41096029 • ISSN: 0168-8936

Redactie Henk van Doremalen

Ronald Peeters

Vormgeving Ronald Peeters Bart Gladdines

Stukken voor de redactie te zenden aan

redactiesecretariaat t.a.v.

Ronald Peeters Montfortanenlaan 96

5042 CX Ti lburg

Abonnementen Jaarabonnement

£27,50 instellingen en bedrijven

£32,50 Losse nummers

verkrijgbaar i n de boekhandel (£8,50).

Abonneren door overmaking op de

rekening van de Stichting tot Behoud van Tilburgs

Cultuurgoed te Ti lburg

Gironummer 5625554 AMRO-bank rek.nr. 42.81.63.343

onder vermelding van 'abonnement 2001'

Foto's Indien niet anders vermeld:

Fotocollectie van het Gemeentearchief Ti lburg. Omslagfoto:

Speelterrein Westlandstraat, 1959

Opmaak en druk Drukkeri j-Uitgeveri j

H . Gianotten B. V., T i lburg

Ten geleide I n het derde n u m m e r van de IS'̂ jaargang van Tilburg, tijdschrift voor ge­schiedenis, monumenten en cultuur, staan twee korte en twee lange artike­len.

Naar aanleiding van het overl i jden van Frans van Puijenbroek schreef H e n k van Doremalen namens de redactie en het stichtingsbestuur een kor t art ikel over deze Ti lburgse historicus en publicist , die oprichter was van de Stichting tot de Behoud van Ti lburgs Cul tuurgoed, de u i t ­gever van d i t t i jdschrift .

Gerard Steijns deed ten behoeve v a n een w o r k s h o p van de B N A in T i l b u r g onderzoek naar het ontstaan v a n de w i j k Jeruzalem. H i j plaatst het ontstaan van de w i j k tegen de achtergrond van de stadsplanning i n de eerste helf t van de twint igs te eeuw, de morele principes over wonen die golden tot i n de jaren zestig en de w o n i n g n o o d direct na de Tweede Were ldoor log .

W i m van Hest, zeer actief i n het genealogisch onderzoek, heeft al eerder k leurr i jke verhalen over z i jn voorvaderen opgediept. D i t keer h o u d t hi j zich bezig met een aantal u i t de h a n d gelopen voorval len i n de tweede helft 17'̂ en eerste helft 18"̂ eeuw, die z i jn voorvaderen i n aanraking brachten met het gerecht.

M e t een repliek en d u p l i e k w o r d t de discussie tussen Cor van der Hei jden en Barend Jan v a n Spaendonck, naar aanleding van het proef­schrift van laatstgenoemde, afgerond.

I n T i l b u r g K o r t w o r d t , zoals gebruikel i jk , ingegaan op recent versche­nen boeken en art ikelen over T i l b u r g .

De redactie

Inhoud 75 H e n k van Doremalen:

Sociaal-historicus Frans van Puijenbroek (1924-2000)

77 Gerard Steijns: Achtergronden bij het ontstaan van de wijk Jeruzalem

86 W i m van Hest: /)( de hoek waar de klappen vallen Over losse handen, blote messen en enkele lijken

98 B.J. van Spaendonck: Van de hoed en de rand, een repliek

99 Cor G.W.P. van der Heij den: Van de hoed en de rand, een dupliek

100 T i lburg kort Tilburg signalement XLIV De geboorte van het eerste Regionaal Historisch Centrum in Noord-Brabant Architectuurgids De Reeshof Tilburg, 'n beeld van een stad Sinterklaas is jarig Tilburgs bijnamenboek

Page 3: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Sociaal-historicus Frans van Puijenbroek (1924-2000) H e n k v a n D o r e m a l e n

Alweer een aantal jaren geleden ont­

moette ik Frans van Puijenbroek tijdens

een bijeenkomst op het gemeentehuis.

Het was aardig dat ik zo al wat geschre­

ven had over de historie van Tilburg,

maar ik moest maar eens beginnen aan

een alomvattende studie over de geschie­

denis van de textielindustrie, zo wist hij

te vertellen. Het leek alsof daar al heel

wat over was geschreven, maar volgens

hem was er behoefte aan een totaalstudie.

Die bouwsteen was zijns inziens ook ab­soluut n o d i g o m te komen tot een seri­euze geschiedschrijving over T i lburg .

Enig tegengesputter over t i jd , geld en p r i o r i -teit(en) w e r d resoluut van de hand gewezen. Er moest gewoon een f l inke subsidie of garan­tie bi j de gemeente w o r d e n losgepeuterd en dan k o n het w e r k beginnen. Ik moest aan di t voorva l denken toen het bekend w e r d dat de sociaal-historicus Frans van Puijenbroek was overleden.

Frans van Puijenbroek had hart voor Tilburgs verleden. Het b l i jk t u i t bovenstaand voorval , maar het b l i jk t ook u i t de o p s o m m i n g die hier­onder volgt . Frans van Puijenbroek had na­t u u r l i j k iets met T i l b u r g , ook al is hi j gestorven i n z i jn laatste woonplaats Eindhoven en is hi j werkzaam geweest als directeur van het Ne­derlands Openlucht M u s e u m in A r n h e m . Z i j n 'roots ' lagen i n T i l b u r g waar hi j op 9 apri l 1924 geboren was en zeker voor iemand die met historie bezig is, is T i l b u r g door het complexe karakter van zi jn geschiedenis een stad die je moei l i jk loslaat.

Frans van Puijenbroek k w a m ui t een negen k o p p e n tel lend gezin van een textielarbeider. Een van z i jn zusters was v o o r m a l i g vakbonds­v r o u w , raadslid en wethouder M i e t van Puij­enbroek. Behalve i n famil ieverband kruisten h u n wegen z ich ook i n de belangstelling voor de sociaal-economische geschiedenis, c u l m i ­nerend i n het streven o m te komen tot een voor T i l b u r g representatief textielmuseum waar het leven en werken i n de textiel een plaats k o n kri jgen. Dat beide direct of indirect een ro l speelden i n de to ts tandkoming van de huisvest ing van het Nederlands Text ie lmu­seum i n het Mommerscomplex is dan ook geen toeval.

Frans van Puijenbroek volgde de M u l o en de avond-HBS en zat i n de oor log i n het Ti lburgs verzet. Na de oorlogsjaren w e r d hi j directeur van het arbeidsbureau i n Boxtel en ging hij so­ciaal-culturele wetenschappen studeren aan de Katholieke Hogeschool in T i l b u r g waar hi j i n 1964 slaagde voor z i jn doctoraal examen.

Page 4: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Z i j n belangstell ing g ing toen - mede door zi jn w e r k k r i n g - al u i t naar de verdwi jnende be­dri j fstak de k lompenmaker i j i n z i jn werkge­bied. Vanaf 1966 was hi j als wetenschappeli jk medewerker sociaal-economische geschiede­nis verbonden aan de Kathol iek Hogeschool T i l b u r g . O o k was hij toen docent aan de A k a -demie van B o u w k u n s t en de Bibliotheek- en Documentatieschool i n T i l b u r g . Z i j n studie over de k lompenmaker i j werkte hi j u i t tot een proefschrift get i teld Onder de voet gelopen. Het ontstaan en het verdwijnen van een kleinnijverheid in Nederland na 1800: de Brabantse klompenmake­rij. H i j promoveerde daarop i n 1969 tot doctor i n de sociale wetenschappen. Over T i l b u r g had hi j toen al Pronte Mensen, le­ven in Tilburg van toen (1968) geschreven i n samenwerking met H . van den Eerenbeemt. Later volgde nog Eeuwen en Uren in de Hasselt­se kapel (redactie, 1972). I n 1981 maakte hi j de overstap van de weten­schap en het doceren naar de functie van d i ­recteur van het Ri jksmuseum voor V o l k s k u n ­de ' H e t Nederlands O p e n l u c h t m u s e u m ' i n A r n h e m waar hi j tot zi jn pensioen i n 1989 werkzaam zou bl i jven. H i j was i n die periode ook voorzi t ter van de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek

Frans van Puijenbroek stond ook aan de w i e g van de St icht ing tot Behoud v a n T i lburgs C u l ­t u u r g o e d , de ui tgeefs ter v a n d i t t i j d s c h r i f t . De opricht ingsvergader ing dateert v a n 13 mei 1975. Notarieel heeft V an Puijenbroek de stich­t i n g vast laten leggen op 9 j u n i 1975. I n de akte w o r d t ondermeer m e l d i n g gemaakt v a n de noodzaak o m het Ti lburgse cu l tuurgoed i n stand te houde n 'voor de visuele herkenbaar­he id en karakterist iek van de stad en voor de overlevering aan het nageslacht'. Er aan vooraf g i n g een roerige periode w a a r i n de bestuurderen van de stad i n h u n streven T i l b u r g te moderniseren w e i n i g oog hadden voor monumenta le en karateristieke b o u w ­w e r k e n i n de stad. Drie decennia tot een k w a r t eeuw geleden waren er plannen o m de Breda-seweg te verbreden en de karateristieke beel-denri j van het kerkhof te slopen. Daadwerke­l i jk gesloopt was al het gemeentehuis u i t 1848-1849 aan de M a r k t (1971) en het monumenta le fabriekscomplex van Pieter van Dooren aan de Hilvarenbeekseweg (maart 1975). Tegen deze achtergrond moet de opr i ch t ing v a n de stich­t i n g gezien w o r d e n . De concrete aanleiding was de sloop van het complex Pieter van Doo­ren ten behoeve van de n i e u w b o u w v a n het St. Elisabethziekenhuis. Tot 12 a p r i l 1982 was hi j voorzi t ter van de st icht ing die daarna een sla­pend bestaan leed totdat ze n i e u w leven w e r d ingeblazen doordat het t i jdschrif t ' T i l b u r g ' i n leven w e r d geroepen.

Frans van Puijenbroek werkte mee aan de rap­portage van de 'werkcommissiede industriële gebouwen van de w o l n i j v e r h e i d i n T i l b u r g ' , dat gepubliceerd is i n De Lindeboom jaarboek JU-IV (1979-1980). Daar in zat ondermeer een be­k n o p t textielhistorisch overzicht vanaf 1800. A l s l i d van de Monumentencommiss ie stelde Van Puijenbroek drie fabriekspanden voor die het behouden meer dan w a a r d waren : het complex Eras aan de Goirkestraat, het com­plex Brouwers aan de Schoolstraat/Korte Schijf straat en het complex M o m m e r s / D r o g e aan de Goirkestraat. Zoals bekend is het laat­ste complex voor het nageslacht behouden en zi jn de oudste delen (een stuk van de oor­spronkeli jke fabriek, de shed, de h o o g b o u w en de kantoorvi l la ) de huisvest ing geworden van het Nederlands Text ie lmuseum In hetzelfde n u m m e r van De Lindeboom ver­scheen een veelgebruikt art ikel van W.J. Pou-welse waaraan hi j als co-auteur had meege­w e r k t over de kranten i n T i l b u r g .

I n 1994 publiceerde hij i n het t i jdschri f t Tilburg ' T i l b u r g achter de m u z i e k aan. 125 jaar gesub­sidieerd m u z i e k o n d e r w i j s i n T i l b u r g ' , t e r w i j l later dat jaar onder de t i te l Tilburgse toonzettin­gen. 125 jaar gesubsidieerd muziekonderwijs. Een sociaal-culturele verkenning (Tilburgse H i s t o r i ­sche Reeks deel 4) een gedenkboek u i t k w a m over 125 jaar m u z i e k o n d e r w i j s i n de stad.

O p historisch terrein publiceerde Frans van Puijenbroek voora l over T i l b u r g en (later) E indhoven waar hi j z i t t i n g had i n de redactie voor de geschiedschri jving van de stad (1982-1987). Die ene keer dat i k h e m uitgebreider heb gesproken, begreep ik dat de belangstel­l i n g voor de geschiedenis en geschiedschrij­v i n g van T i l b u r g ook i n zi jn Arnhemse en Eindhovense periode nooi t was verdwenen. O p het laatst v a n z i jn leven werkte hi j aan een boek over de kunstenaar Kees Bol u i t Heus-den.

Page 5: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Achtergronden bij het ontstaan van de wijk Jeruzalem G e r a r d S t e i j n s

*Drs. Gerard Steijns was van 1980 tot 2998

gemeentearchivaris van Tilburg. Hij schreef diverse

bijdragen op historisch terrein. Deze tekst is een

bezoerking van een lezing gehouden tijdens een

workshop voor de BNA in afdeling Tilburg op 26 mei

2000.

Panorama over de wijk Jeruzalem in aanbouw,

1952. De karakteristieke skyline van de stad iverd in

die tijd nog gevormd door kerken en fabrieken (coll.

GAT).

Ingesloten tussen Wilhelminakanaal,

Meijerijbaan, Ringbaan-Oost en zijtak

Wilhelminakanaal vormt Jeruzalem, ook

door het uiterlijk van de woningen, een

aparte wijk in Tilburg. Ruim vijftig jaar

geleden, kort na de Tweede

Wereldoorlog, zijn de eerste woningen in

Jeruzalem gebouwd. Al voor de oorlog

waren er plannen met dit gebied aan de

oostkant van de stad. Hoe pasten die in

de bredere visie op de ruimtelijke ont­

wikkeling in het zuidoostelijk deel van

Tilburg dat oorspronkelijk grotendeels

een agrarische bestemming had?

De plek waar n u Jeruzalem l igt , was vanouds een p u u r agrarisch gebied onder de 'herdgang ' Loven. Gelegen

tussen twee afsplitsingen van de oude w e g

naar Ois terwi jk (Sint Josephstraat-Oisterwijk-sebaan): - de Kommerstraat r icht ing Moerenburg (sinds 1384 pastorie van T i l b u r g en Enschot, i n 1648 genaast door de Staatse overheid ten behoeve van de hervormde predikant , vanaf ca. 1664 w o n i n g van Staatse ambtenaren en officieren, in 1750 afgebroken). Die sloot bi j de 'Pastoors-d i j k ' door het Lei jdal aan op de baan over de hei naar Moergestel en verder naar Oirschot. - een W e g vanaf de 'Hogendries ' r icht ing de 'Vi j fhoeven ' of ' V i j f h u i z e n ' aan de Leij, i n de 19"̂ eeuw de Hoevense d i jk genoemd en ver­volgens als Hoevenseweg i n het straatnamen­register opgenomen. I n de 18"̂ eeuw heette die w e g nog ' H e r m a n Aertsdi jk ' , naar H erman Aer t Jan Pauwels alias de Roij, geboren rond 1556 en gestorven 31-12-1665, koopman en grondbezitter, die w o o n d e aan het ' H i n t -hamereind ' ; broer van Jan Aerten van het 'boompke ' . I n 1924 bij de o n t h u l l i n g van het standbeeld voor W i l l e m I I w o r d t het stuk tus­sen de Sint Josephstraat en de gemeentegrens vernaamd i n 'Koningshoeven' , i n 1960 het stuk tot aan de Ringbaan-Zuid i n 'Prinsen­hoeven' .

Page 6: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Verspreid lag daar i n de 19'̂ eeuw een aantal grote hoeven: met name de zogenaamde 'Schouwse Hoef ' en het ' H o o g h u i s ' bi j de h u i ­dige Koningshoeven, en meer naar het n o o r d ­oosten, dichter bi j het kanaal en op het tracé van de latere r i jksweg naar Eindhoven, een zeer grote hoeve, de ' N i e u w e Hoef ' , die begin 17" eeuw nog grensde aan bezit t ingen van de famil ie V an Brederode, nazaten v a n de T i l ­burgse famil ie Back. I n of k o r t voor 1623 was het bezit van de famil ie Back, beschreven als l iggende aan de 'Backxdijck' , verkocht en ge­splitst, waarna een v a n de vier delen i n eigen­d o m k w a m van H e r m a n Aerts, w a t de boven­vermelde oude naam voor de Koningshoeven verklaart . U i t d i t alles val t te concluderen dat de ' V i j f h u i z e n ' met de hei ten z u i d e n daarvan, de beemden langs de Leij en het akkergebied ten noorden i n de M i d d e l e e u w e n toebehoor-

Het zuidoostelijk deel van de stad met rechts het

gebied Moerenburg en De Hoeven. Kaart ƒ. Hutten,

1835 (coll. GAT).

den aan de zeer aan de hertog van Brabant verknochte famil ie Back, die ook v a n diezelfde hertog het huis Broekhoven en het goed Enthoven nabij de h u i d i g e Tivolistraat i n leen bezat. De noordoosteli jke ' N i e u w e Hoef ' , toen dicht aan het kanaal gelegen, met zich ver naar het noorden tot aan de Kommerstraat bi j de i n ­gang van de haven uitstrekkende akkers, w e r d i n 1934 door de gemeente " i n het belang der volkshuisves t ing" , zo staat i n de akte, ge­kocht van de toenmalige eigenaren, de erfge­namen v a n notaris Maas. Daarmee v e r w i e r f zij het grootste deel v a n de ondergrond voor de later aangelegde r i jksweg en w i j k Jeruzalem. Voor het vo l too ien van de w i j k kocht ze i n 1949 nog huisjes en akkers dicht bi j de haven­m o n d v a n de boerenfamilies Vermelis , V a n der A a en Coolen. De locatie van het h u i d i g e 'Jeruzalem' was dus een al vóór de 17'-' eeuw ontgonnen stuk open agrarisch gebied tussen het cent rum v a n het d o r p T i l b u r g , de genoemde landwegen en de Leij . De akkers w a r e n grotendeels e igendom van de eigenaren v a n de genoemde hoeven i n het z u i d e n maar deels ook van de hoeven langs de Oisterwijksebaan, waaronder waar­schijnli jk ook de zogenaamde ' A r m h o e f ' , ei­g e n d o m v a n de Tafel v a n de H.Geest o f w e l de armmeesters van de kerk van T i l b u r g .

V e r a n d e r i n g e n Vanaf 1834 v e r w e r f t k r o o n p r i n s W i l l e m , later k o n i n g W i l l e m I I , op de ' H o e v e n ' en i n het grensgebied van T i l b u r g met Hilvarenbeek, Moergestel en Berkel-Enschot een heel com­plex onroerend goed. De s t room van aanko­pen is begonnen met de 'Schouwse Hoef ' , een hoeve met ' p l e z i e r t u i n ' v a n George Schouw (grif f ier en vrederechter), het ' H o o g h u i s ' en het 'Barrièrehuis' (zo genoemd naar het recht van to lhef f ing dat erop rustte i n r u i l voor de v e r p l i c h t i n g tot o n d e r h o u d van de b r u g over de Leij) . I n 1835 kocht hi j ook de ' N i e u w e Hoef ' . Deze hoeven w a r e n zoals we boven hebben gezien waarschi jnl i jk voor tgekomen u i t het gesplitste bezit van Back/Van Brede­rode. Er vo lg t intensieve exploitatie van d i t be­zi t door W i l l e m en verdere o n t g i n n i n g en u i t ­b r e i d i n g naar het z u i d e n en oosten met n ieu­w e hoeven waaronder de 'Schaapskooi'. Deze bezi t t ingen z i jn na de d o o d van de k o n i n g via de Ti lburgse koopman/rentenier Corn . Janssen(s) na 1849 grotendeels i n handen ge­k o m e n v a n de u i t het L imburgs/Dui t se grens­gebied afkomstige Gaspar H o u b e n . H i j vestig­de een ververi j aan de Leij . Later k o m e n daar nog een ververi j v a n Vincent v a n Spaendonck en de Coöperatieve Ververi jen v a n Ti lburgse fabrikanten. O p het e ind v a n de 19*̂ eeuw be­g int bi j die bedri jven de b o u w v a n vi l la 's en lus t tu inen. Er ontstaat als het ware een

Page 7: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

De Schaapskooi van de prins van Oranje met links

op de achtergrond de in aanbouw zijnde Annahoeve en de kerk van 't Heike. Dit schilderij van de Tilburgse

kunstschilder ].A. Knip (1777-1847) en zijn twee

kinderen Henri'étte en August is aan koning

Willem I geschonken (part. coll.).

' H o u b e n / V a n Spaendonck-siedlung' . I n 1881 v i n d t de s t icht ing v a n de Trappistenabdi j met b r o u w e r i j i n de 'Schaapskooi' (een schenking van Caspar Houben) plaats. Daar k o m t i n 1894 de n i e u w b o u w met kerk gereed. De famil ie H o u b e n b e v o r d e r t de s t i cht ing i n 1908 v a n retra i tehuis ' H e t Cenakel ' aan de Hoevense­w e g . Eerste overste is een dochter van Caspar H o u b e n .

Het verkeer naar Moergestel verplaatst zich i n de loop v a n de 19*̂ eeuw naar de Hoevense­weg , nadat W i l l e m I I deze w e g en het v e r v o l g daarvan langs z i jn n i e u w gestichte hoeven tot aan z i jn 'Schaapskooi' heeft laten verharden. Er k o m t dan een v e r b i n d i n g v ia de h u i d i g e ab­di j ( k n i k i n de weg!) met de w e g over de hei die v a n oorsprong het v e r v o l g v a n de K o m ­merstraat was. Die Kommerstraat ' v e r k o m ­mert ' nog meer na de aanleg van het W i l h e l ­minakanaal (KB i n 1905). Het beschreven ge­b ied w o r d t dan i n het noorden van de rest van de stad afgesneden door de insteekhaven (ge­reed i n 1922).

Caspar Houben (1823-1899) en zijn vrouw

Antonetta Leonora Verbunt (1826-1894). Hij

stichtte in 1852 een roodververij voor meekrap

bij de Buunders aan de Leij. In 1881 schonk hij de

Schaapskooi met de daarbij behorende hoeven en 50

hectaren grond ten behoeve van de stichting van de

abdij van de paters trappisten. In Jeruzalem

werd een straatnaam naar hem genoemd (coll. GAT).

P l a n R ü c k e r t I n 1902 w e r d de W o n i n g w e t van kracht. De gemeenten en voora l de grotere steden wer­den h i e r i n verpl icht o m p l a n m a t i g een einde te maken aan de vaak treurige woonsi tuat ie van h u n inwoners . Er moesten b o u w v e r o r d e n i n ­gen met een stelsel v a n bo uwv o o r schr i f t e n w o r d e n gemaakt ( in T i l b u r g i n 1904) en de k w a l i t e i t v a n de bestaande w o n i n g e n moest w o r d e n geïnventariseerd door een op g r o n d van de Gezondheidswet ingestelde gemeente­li jke Gezondheidscommissie. Grotere of sterk groeiende gemeenten w e r d e n verpl icht een 's tratenplan' op te stellen. Ge­meenten van meer dan 10.000 inwoners dien­den nog verder te gaan. Daar moest de ge­meenteraad een door Gedeputeerde Staten

goed te keuren 'u i tbre id ingsplan ' vaststellen. I n 1917 w o r d t op basis van een grootscheepse visie van de directeur van Gemeentewerken, ir . J.H.E. Rückert, op de toekomstige o n t w i k ­ke l ing T i l b u r g een 'Algemeen Uitbreidings­plan voor de gemeente T i l b u r g ' vastgesteld. Rückert is de geestelijke vader van de ringba­nen en hi j o n t w i e r p daarbinnen een groot aan­tal inbre idingen tussen de oude 'herdgangen' . Maar hi j voorzag ook een krans van v i l l a w i j ­ken en ' t u i n d o r p e n ' daarbuiten, tussen die r ingbanen en het kanaal en zelfs daarover­heen. Voorbeelden v a n deze laatste zi jn de w i j k r o n d de Sacramentskerk en Zorgvl ied , die inderdaad gerealiseerd zi jn en een w i j k ter weerszi jden v a n de Koningshoeven. De aan­s lu i t ing van de Ringbaan-Oost met de Ring­baan-Zuid lag i n z i jn visie toen nog bij de ha­ven (die i n 1917 door RWS al o n t w o r p e n was maar nog niet gereed was). Precies op de plek van het latere Jeruzalem l ig t op zi jn ontwerp­tekening een ' t u i n w i j k ' . Ten westen van de Hoevenseweg voorziet hi j een meer gewone arbeiderswijk met i n het centrum een kerk. In die periode w e r d ook door de planologen i n T i l b u r g al sterk parochiaal gedacht. Dat pa­rochie-centrisch denken zou zo bl i jven tot i n de t i j d dat het Z a n d en de Reit werden ontwor­pen. I n de latere u i tbre idingen is dat idee los­gelaten. Maar het heeft bi j de eerste concrete plannen voor Jeruzalem nog een rol gespeeld. Het op het Algemeen Ui tbre idingsplan geba­seerde Partieel Ui tbre id ingsplan voor het stadsdeel, w a a r i n de w i j k Jeruzalem pas veel later is gerealiseerd, w e r d onder de benaming 'De Hoeven ' i n 1931 vastgesteld maar daarna nog vele malen gewi jz igd .

Page 8: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Fragmentkaart van het Algemeen Uitbreidings­

plan van ir. J.H.E. Rückert uit 1917. Precies op de plek

van het latere Jeruzalem ligt op zijn

ontwerptekening een 'tuinwijk' (coll. GAT).

Parochie, fabriek en park De visie van Rückert op het gebied is niet gere­aliseerd. Het op zi jn Ui tbre id ingsplan geba­seerde partieel u i tbre id ingsplan Hoeven dat het gehele gebied vanaf de Broekhovenseweg en Piusstraat tot aan het Wi lhe lminakanaal en ten z u i d e n van de haven besloeg is vanui t het westen langzaam en schoksgewijs o n t w i k k e l d . Het eerst de zogenaamde V o g e l w i j k met socia­le w o n i n g b o u w . Vervolgens de w i j k r o n d het Stuivesantplein, ten dele sociale w o n i n g b o u w en deels ook particuliere projecten (Merode en Van Hessen-Kasselstraate.o.). Het idee van Rückert o m de Ringbaan-Zuid met een boog o m deze gerealiseerde projecten naar de k r u i s i n g van de Hoevenseweg met de haven te laten lopen, h e m daar te laten over­steken, vervolgens langs de noordkant van de haven verder te laten lopen en pas daar op de Ringbaan-Oost aan te laten sluiten, w e r d ver­laten. I n plaats daarvan w e r d aan de heren V a n den Bergh de gelegenheid geboden o m op door hen v e r w o r v e n gronden tussen de Beekse D i j k en de Hoevenseweg een g igant i ­sche moderne textielfabriek te b o u w e n : de nog bestaande Aabe-fabrieken. Rückert had ook wel industr ie langs de haven en het kanaal voorzien, maar niet i n die dimensies. Daarmee vervie l ook de oorspronkeli jke plek voor een parochiecentrum.

Inmidde ls was die n ieuwe parochie echter w e l gesticht. O p 22 november 1920 schrijft mgr . Diepen immers aan de parochianen van de

H e u v e l : "De toeneming der bevolking, welke op het grondgebied Uwer parochie heeft plaatsgehad en nog te wachten staat, maakt het noodzakelijk om in Uw aller godsdienstig en zedelijk belang een deel Uwer parochie van de Moederkerk af te scheiden en tot een zelfstandige parochie te verheffen." Die n ieuwe parochie kreeg de naam: 'Parochie van O . L . V r o u w van Lourdes (De Hoeven) ' . Met die toevoeging sluit de bisschop aan bi j de naam van het plangebied. De bisschop heeft niet voorzien dat w e l d r a een groot deel van het grondgebied van de n ieuwe st ichting in beslag genomen zou w o r d e n door een reus­achtige textielfabriek, en dat bovendien dat gebied r u w doorsneden zou w o r d e n door een veranderde loop van de Ringbaan-Oost. Het t u i n d o r p ten oosten van de Hoevenseweg w e r d v o o r l o p i g niet gerealiseerd. Tot ver na de Tweede Were ldoor log w e r d de bepaald niet talri jke k u d d e van bouwpastoor Aelen be­d i e n d vanui t een tot noodkerk v e r b o u w d e voormal ige verz inker i j ! Zeker toen i n 1931 n o g een pas g e b o u w d deel van de w i j k r o n d het ziekenhuis van de parochie w e r d afgesplitst ten behoeve van de n ieuwe parochie H.Sacra­ment (een bewijs dat men nog steeds redeli jk hoge verwacht ingen had van groei naar het zuiden) bleef de parochie k le in . Pas i n 1939 k o m t er een kapelaan omdat er toch "een over­vloed aan jonge priesters" was, aldus de bis­schop. N a de oor log w e r d de nog open r u i m t e tussen Broekhoven en de Aabe-fabriek opge­v u l d en onts tond daar een n ieuwe parochie. Z o w e r d Onze Lieve V r o u w van Fatima ook i n

Page 9: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

T i l b u r g een concurrente van Onze Lieve V r o u w van Lourdes.

In m idde ls , i n 1934, had de tuinarchitect Leo-n a r d Springer i n opdracht v a n de gemeente een o n t w e r p gemaakt voor een park ten z u i ­den van de Ringbaan-Zuid. D i t Lei jpark, be­doeld als werkverschaffingsproject , w e r d ove­rigens pas in 1939 aangelegd en w e r d veel gro­ter dan Rückert i n zi jn p lan had voorzien . Het sloot daarmee elke u i t b r e i d i n g van b e b o u w i n g i n die r i ch t ing u i t . Een andere opsluitende w e r k i n g had de wel iswaar voorziene, maar, zo l i jk t het, toch tameli jk autonome o n t w i k k e ­l i n g van een industr iezone langs het W i l ­helminakanaal , met daarop de bepaald niet w o o n w i j k v r i e n d e l i j k e anil ine-kleurstoffenfa-br iek van Franken-Donders.

Eiiidhoivn. Als gevolg daarvan is het verloop van het gedeelte Koningshoeven ten zuiden van deze rijksweg meer in overeenstemming met het be­staande wegtracé en de bestaande bebouwing ge­bracht, omdat deze weg in de toekomst geen deel meer zal uitmaken van de hoofdverkeersweg naar Eindhoven. Door de bouw van de nieuwe brug over het zijkanaal in de Ringbaan Oost is de betekenis van het gedeelte van de Koningshoeven ten noorden van de Voetbalweg (= Fatimastraat, S.) voor het verkeer verminderd, waarom de vroeger ontioorpen verbreding van dat weggedeelte niet meer noodza­kelijk wordt geacht..."

Ziehier het kader waarbinnen opnieuw ge­dacht moest w o r d e n over de o p v u l l i n g van het gebied dat later de w i j k Jeruzalem zou w o r ­den.

Door al deze veranderingen i n de visie op het gebied w a r e n i n 1931 en 1936 herzieningen no­d i g geweest van het Partieel Ui tbre id ingsplan 'De Hoeven ' . En i n 1939 begint m e n aan een n i e u w e herziening, overigens alleen voor het nog niet gerealiseerde gedeelte ten oosten van de Beekse D i j k en zonder het Lei jpark. I n 1942 is die klaar en door de oorlogsomstandighe­den w o r d t het herziene p lan pas op 1 j u n i 1944 vastgesteld door de burgemeester van T i l b u r g "waarnemende de taak van de Raad dier ge­meente" (die was door de bezetter buitenspel gezet). Gedeputeerde Staten onthie lden er h u n goedkeur ing aan, zodat de zaak na de bevr i j ­d i n g o p n i e u w i n procedure moest. Dat gaf mogel i jkheid tot verdere aanpassingen, maar de toel icht ing over de reden van de herziening was bij de uite indel i jke vaststell ing op 25 apr i l 1952 nog hetzelfde: "De herziening... is mede een gevolg van een xoijziging in het tracé van de Rijkszueg om de bebouwde kom van Tilburg naar

N i e u w e p l a n n e n voor een w o o n w i j k N o g voor de oor log w o r d t het zandlichaam van de Ringbaan Z u i d aangelegd, de afbouw met aansluit ing op de Ringbaan-Oost en de voortzet t ing met een b r u g over het kanaal als r i jksweg naar Eindhoven zou pas na de oorlog geschieden.

Die wegen w e r d e n bli jkens de eerste tekenin­gen van de w i j k nog niet als een grote barrière gezien. De plannenmakers voorzagen toen zelfs nog de mogel i jkheid o m ook ten zuiden van de Meieri jbaan w o n i n g e n te b o u w e n in een subwijkje dat op het latere Jeruzalem aan­sloot. Er is dan nog een heel eenvoudig stra­tenplan, maar duide l i jk is we l dat wat n u de Caspar Houbenstraat is, in de visie van de ont­werpers met een soort pleintje in de Ringbaan-Oost, onderdeel moest w o r d e n van een brede oost -westverbinding van Broekhoven tot aan het kanaal. N o g i n een toelichtende brief van

In 1920 werd de nieuwe parochie van O.L. Vrouiv van Lourdes (De Hoeven)

gesticht. Aan de Havendijk werd de voormalige

verzinkerij van Jéróme van Dun & Co tot noodkerk

ingericht. Rechts de pastorie (coll. GAT).

Page 10: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

82

De fabriek van chemicaliën ' Aniline' van de fa.

Franken-Donders aan de Twentestraat, 1952 (coll.

GAT).

de directeur Publieke W e r k e n van februari 1940 w o r d t rekening gehouden met de moge­l i jkhe id , dat een n i e u w parochiecentrum kan w o r d e n gerealiseerd aan weerskanten van de Caspar Houbenstraat. Dat geeft aan, dat m e n toen absoluut nog geen geïsoleerde l i g g i n g van de w i j k voorzag. Juist de verkeersontwik-ke l ing heeft echter dat effect w e l bewerkstel­l i g d en bovendien is i n een later s tad ium een n ieuwe i n v u l l i n g v a n het gebiedje r o n d het Lourdesple in gevolgd, waardoor het hart van de parochie, die na 1954 het merendeel van z i jn parochianen ten oosten van de Ringbaan had w o n e n , ten westen daarvan bleef en w e l i n de achtertuin van de noodkerk .

Een tekening bi j een brief van de directeur P.W. aan B.en W . van 8 j u n i 1948 geeft i n feite de situatie weer zoals ze is gerealiseerd. Er is geen sprake meer van een sprong over de Meieri jbaan, het stratenplan ziet er u i t zoals het i n werke l i jkhe id is geworden, en een bijna doorlopende m i d d e n b e r m op de Ringbaan-Oost geeft aan dat men i n een aansluiten van de Caspar Houbenstraat op de Fatimastraat niet meer gelooft. Wat n u Lourdesstraat heet w o r d t dan bovendien Schutsboomstraat ge­noemd, een naam die d u i d e l i j k aansluit bi j de naamgeving i n de w i j k Broekhoven/Fatima. D a n w o r d e n ook de wi jz ig inge n i n het p lan voorgesteld o m de b o u w v a n een n i e u w pa­rochiecentrum aan het Lourdesple in mogel i jk te maken.

W o n i n g n o o d en w o n i n g b o u w Door de sterk groeiende b e v o l k i n g en door de slechte k w a l i t e i t van een groot deel van de v o l k s w o n i n g e n was er r o n d 1900 ook i n T i l ­b u r g grote behoefte aan goede en goedkope n ieuwe w o n i n g e n . De slechte toestand w e r d i n 1910 door de gemeentelijke Gezondheids­commissie op basis van haar door de W o n i n g ­wet verplichte onderzoek nog gebagatelli­seerd, maar i n 1913 w e r d deze door Rückert

toch aan de kaak gesteld. H i j h ie ld toen tijdens een op z i jn instigatie gehouden ' w o n i n g t e n ­toonste l l ing ' i n een causerie met dia's een p le idooi voor v o l k s w o n i n g b o u w , w a t aanlei­d i n g is geweest voor de o pr i c h t ing van w o ­n i n g b o u w v e r e n i g i n g e n (de eerste uitgaande van de werkl iedenverenigingen: Sint Joseph en de 'Ti lburgsche Bouwvereeniging ' ) . Tussen de oorspronkeli jke l i n t b e b o u w i n g en de fa­brieksterreinen was voor de activiteiten van deze corporaties voldoende plaats. Speculatie met b o u w g r o n d k o n w o r d e n voorkomen, door de st icht ing i n 1913, ook al op aandringen van Rückert, van een Gemeenteli jk G r o n d ­bedri jf . K o r t voor en ti jdens de Eerste Were ldoor log waren er bij de gemeente ook al plannen o m i n eigen beheer w o n i n g e n te gaan b o u w e n . I n 1919 w e r d een gemeentelijke Dienst W o n i n g ­b o u w g e v o r m d , maar die w e r d , nadat de rege­r i n g onder i n v l o e d v a n de bestedingsbeper­k i n g n.a.v. de economische recessie, eigen acti­vi te i ten van gemeenten op d i t v lak verboden had, i n 1925 weer opgeheven. De op dat mo­ment al gebouwde w o n i n g e n (bij de T r o u w -laan en Veestraat) waren inm idde ls onderge­bracht i n een Stichting Woningbeheer. Daar­naast bleven n u vooral de W o n i n g b o u w v e r e ­n ig ingen en part iculiere ondernemers actief. Aannemers gingen veel voor eigen rekening b o u w e n en vervolgens verkopen of verhuren . Dat w a r e n over het algemeen echter geen w o ­n i n g e n v o o r de m i n d e r b e d e e l d e n . A l s w e daaro m zien dat er i n 1935 (zie tabel en gra­fiek) een woningoverschot is, dan zit h e m dat vooral i n de duurde re sector. De eerste w o n i n ­gen i n Z o r g v l i e d (een beleggingsproject van de Levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht) k o n m e n omstreeks die t i j d aan de straatstenen niet k w i j t en moest m e n voor lage pri jzen te h u u r aanbieden. Desondanks kan toch gezegd w o r d e n dat er i n de late jaren '30 i n louter kwant i ta t ieve z i n geen sprake meer was van w o n i n g n o o d . De k w a l i t e i t l iet echter i n de oudere w i j k e n w e l vaak te wensen over. En de b e v o l k i n g groeide maar door, ook toen i n 1940 de oor log u i tbrak en de b o u w van w o n i n g e n i n de ui tbre idings­w i j k e n stil k w a m l iggen (voorbeeld Jan de Rijpstraat e.o.). Zeker met daarbij het sti jgend aantal h u w e l i j k e n en dus gezinnen v lak na de oorlog, een inhaaleffect gepaard gaande met de bekende 'baby-boom' , leidde dat tot een zeer problematische situatie. Herziene u i t b re i ­dingsplannen, die ti jdens de bezetting i n de kast w a r e n b l i jven l iggen, moesten versneld w o r d e n ui tgevoerd . En daar was 'De H o e v e n ' er een van. De w e d e r o p b o u w k w a m natuur l i jk ook door materiaalschaarste en een verwoeste infrast­r u c t u u r niet zo erg snel op gang. Maar n u g ing

Page 11: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Jeruzalem in 1954. rechts café Jeruzalem aan de

Caspar Houbenstraat, op de achtegrond de Aniline-

fabriek (coll. GAT).

de gemeente naast de w o n i n g b o u w v e r e n i g i n ­gen weer zelf aan de slag, geholpen door maatregelen zoals ri jkssubsidies gepaard gaande met strenge contingentering. I n 1949 w e r d e n door de gemeente en voorgef inan­cierd door het Rijk 168 w o n i n g e n volgens het Airey-systeem g e b o u w d aan de Koningshoe­ven (de bi jnaam Jeruzalem k o n uiteraard daar­na pas i n de v o l k s m o n d ontstaan)op het ter­re in omsloten door de Ringbaan-Oost, de Meieri jbaan, het Wi lhe lminakanaa l en de al voor 1941 (dan w o r d t de naam gegeven) ge­projecteerde Caspar Houbenstraat . Het terrein was opgehoogd met zand dat beschikbaar ge­k o m e n was door de u i t d i e p i n g van het kanaal. Let w e l , de realisatie had plaats nog voor, dat het herziene partieel u i tbre id ingsplan formeel was vastgesteld!

Geboorteakte Jeruzalem Het is misschien w e l aardig o m het Raads­voorstel " t o t het b o u w e n van een complex van ongeveer 180 geprefabriceerde w o n i n g e n en enkele w i n k e l h u i z e n " van 19 augustus 1947, i n feite de geboorteakte van 'Jeruzalem' hier u i t v o e r i g te citeren. Temeer omdat er i n k o r t bestek alle mot ieven voor de snelle besluitvor­m i n g en de beoogde b o u w w i j z e w o r d e n opge­somd:

"Aan de Gemeenteraad, De omvang van het woinngtekort in ons land is van dien aard, dat het nodig is per jaar 70.000 loo-ningen te produceren, wil de achterstand in een tijdsverloop van 10 jaren kunnen worden inge­haald. Een dergelijke productie kan niet worden be­reikt, indien men niet zijn toevlucht neemt tot an­dere bouwmethoden dan de normale, die tevens een belangrijke arbeidsbesparing met zich brengen. Men is zich dan ook gaan toeleggen op de bouw van woningen, waarvan de samenstellende delen uit be­tonelementen bestaan, die fabrieksmatig worden

gereed gemaakt. De voordelen van deze bouwsyste­men kunnen alleen dan voldoende zmrden uitge­buit , wanneer grotere complexen woningen ineens worden gebouwd. Alleen de steden komen daarom voor de toepassing van een dergelijk systeem in aanmerking. Voor het opvoeren van het tempo van de woningbouiv achten wij het noodzakelijk ook in deze gemeente tot de bouw van dergelijke zvoningen over te gaan. Wij zijn dan ook terzake met het Ministerie van Openbare Werken en Wederop­bouw in overleg getreden, met het resultaat, dat de gemeente de beschikking kan verkrijgen over wo­ningen van het systeem Airey. Deze woningen zijn van overeenkomstige indeling als de permanente (sic !) woningen, die hier thans in aanbouw zijn. De kostprijs loordt nader door het Ministerie vast­gesteld en wel in overeenstemming met de prijs van woningen van het normale bouwsysteem. Als plaats voor deze woningen is gedacht het ter­rein van de gemeente in het partieel uitbreidings­plan "De Hoeven " gelegen tussen de Meierijbaan, de Ringbaan-Oost, het Zijkanaal en het industrie­terrein langs het Wilhelminakanaal. Op het gedeel­te van die terreinen ten Zuiden van de ontzoorpen Caspar Houbenstraat kunnen ongeveer 180 van die woningen en enkele zvinkelhuizen zmrden opge­richt. Op toewijzing zmn dit aantal kan zmrden ge­rekend. Indien de productie van deze zuoningen vol­gens de plannen verloopt zal het mogelijk zijn, dat met de montage nog in het a.s. najaar zoordt begon­nen en dat deze dan vóór het einde zmn het jaar voor een deel zal zijn voltooid, al kan dit uiteraard niet met zekerheid zvorden gezegd, omdat de mogelijkhe­den van dit niemve bouzvsysteem van verschillen­de, nog onzekere omstandigheden, afliankelijk zijn. Zoivel ter verkrijgitig van een goede esthetische op­lossing, als om stedebouzokundige redenen, is het gezoenst, dat deze zvoningen in een passende omge­ving zvorden gebouzvd. Met name zal er door een voldoende groen-voorziening tiaar behoren te zvor­den gestreefd, deze tussen verkeerszvegen te land en te zvater ingesloten zvijk een eigen karakter te ge­ven. Daarom is een herzietting van het uitbrei­dingsplan voor het betreffende terrein in voorberei­ding. Zodra deze is uitgezuerkt, zal het juiste aantal zvoningen zvorden vastgesteld, dat ter plaatse kan zvorden gebouzvd. Intussen is het gewenst, dat reeds thans een besluit terzake door Uzv Raad zvordt genomen, om iedere stagnatie in de uitvoe­ring van de plannen te voorkomen..."

Het besluit w o r d t op 29 augustus 1947 geno­m e n en de raad voteert voor de b o u w van de 180 w o n i n g e n en enige w i n k e l h u i z e n 2 m i l ­joen gulden. Opgemerkt mag w o r d e n dat u i t het bovenstaande b l i jk t dat het gemeentebe­stuur impl ic ie t van de veronderstel l ing ui t ­g ing dat de te b o u w e n w o n i n g e n i n tegenstel­l i n g tot die i n andere projecten géén perma­nent karakter zouden hebben. De prakt i jk is anders gebleken!

Page 12: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

De Maaslandsiraat hoek Ringbaan-Oost

(voorgrond) in 1952 (coll. GAT).

De Caspar Houbenstraat in 1959. Links café Jeruzalem

(coll. GAT).

Ondanks de positieve verwacht ingen en de ferme taal stagneerde de u i t v o e r i n g toch nog vanwege een discussie met het ministerie over de vraag ten laste van het contingent van w e l k jaar de w o n i n g e n konden w o r d e n gebracht. De b o u w k o n nameli jk niet meer i n 1947 w o r ­den aangevangen en de vraag was of m e n b i n ­nen de geldende subsidievoorwaarden het voor dat jaar toegestane v o l u m e mocht meene­m e n naar het vo lgend jaar. Ui te indel i jk is dat toegestaan. De eerste w o n i n g e n ko nde n i n j u l i 1949 w o r d e n v e r h u u r d .

D i s c u s s i e over tweede deel w i j k N a de b o u w van d i t eerste, zuidel i jk , deel van de w i j k gebeurde er een aantal jaren niets. V o o r l o p i g concentreerden zich de b o u w a c t i v i ­teiten op andere delen van de stad en m . n . i n het ambitieuze p l a n Oerle en het p lan Berk­di jk . Pas i n 1954 w o r d t het noordel i jk deel van de w i j k g e b o u w d , overigens volgens hetzelfde systeem. De redenen w a a r o m d i t zo gegaan is, z i jn niet helder en eenduid ig u i t de bewaarde s tukken te put ten . Misschien onvolkomenhe­

den die al heel snel, niet alleen i n T i l b u r g maar ook i n E indhoven en Roosendaal, waar v o l ­gens hetzelfde Airey-systeem was g e b o u w d , i n de huizen optraden. Het heeft enige t i jd ge­d u u r d voordat men die problemen onder de knie had. Wel l i cht heeft ook het feit dat nog niet alle g r o n d onteigend was, het gat van r u i m vi j f jaar veroorzaakt.*) Maar zeker is dat i n verband met de economi­sche recessie door de Korea-crisis de inflat ie toesloeg, de bo uwko s te n aanzienli jk stegen en bovendien de subsidiekraan van de ri jksover­he id drastisch w e r d aangedraaid waardoor de mogel i jkheden van corporaties en gemeenten zeer w e r d e n beperkt. Dat leidde er i n de w e ­re ld van de w o n i n g b o u w v e r e n i g i n g e n toe dat er een h e r n i e u w d e discussie op gang k w a m over de vraag waar de pr ior i te i ten lagen. Een aantal argumenten die i n d i t verband i n het m a a r t - n u m m e r van 1951 van het b lad Volks­huisvest ing van de Nationale Centrale van Katholieke W o n i n g b o u w v e r e n i g i n g e n w o r ­den gewisseld, w i l i k u tot slot niet onthouden, vooral o m d a t zij i n onze toen nog m o n o l i t ­hisch roomse stad zeker i n de b e s l u i t v o r m i n g r o n d Jeruzalem hebben meegespeeld.

Ir H.B.J. Wit te , een jaar later minister v a n W e d e r o p b o u w en Volkshuisvest ing en i n 1957 burgemeester van E indhoven, plei t i n z i jn ar t i ­kel voor soberheid. "]uist wij als Katholieken die­nen ervan doordrongen te zijn, dat de huidige wo­ningnood een funeste invloed heeft op de geestelijke en morele gezondheid van ons volk. Deze primaire waarden xvorden niet belaagd door de kwaliteit van de naoorlogse woningen, maar eenvoudig door het getal. ... Het is belangrijker dat er véél woningen gebouwd worden, dan dat er woningen tot stand komen die voorzien zijn van douchecellen, van er­kers, van een tweede woonvertrek, van kasten in elke kamer, van tegels in de gang en boven het aan­recht, van geplamuurd verfiverk enz. enz.". En als er d a n toch w a t meer luxe i n moet, d a n m a g de h u u r ook w e l w a t o m h o o g : "Indien wij ... even­veel zuaarde hechten aan goede woningen dan aan snoepgoed, gebak, oude klare en sigaren, zou dan een groter offer voor meer woongenot niet volledig op zijn plaats zijn?"

Bij zo 'n pol i t ieke o p v a t t i n g passen systeem­b o u w en paternalistisch dir ig isme wanneer het o m v o r m g e v i n g v a n de w o o n o m g e v i n g en reguler ing van de kwaliteitseisen gaat. En die k w a l i t e i t en de pr ior i te i t s te l l ing w o r d e n i n een land waar de katholieke z u i l na de oor log gro­te macht heeft gekregen, bepaald door haar moraal . I n hetzelfde n u m m e r plei t de Nijmeegse m o ­raaltheoloog prof . d r . L . H . Cornelissen O.P. voor voorrang in de schaarste voor de b o u w van voldoende r u i m e w o n i n g e n voor de star-

Page 13: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

tende kleine gezinnen, zodat de groei daarvan niet gestagneerd w o r d t . Het is moreel niet i n den haak o m ze zodanig b e n a u w d te huisves­ten dat op onnatuur l i jke wi jze het k inderta l beperkt zou w o r d e n . En de grotere gezinnen moeten over zoveel slaapkamers k u n n e n be­schikken dat de k inderen van beiderlei kunne en de ouders gescheiden k u n n e n slapen, want : "Gebrek aan ruimte zal de ontzuikkeling van een ge­zonde terughoudendheid tegenover het andere ge­slacht schadelijk beïnvloeden en kan de ouders er toe brengen het huwelijk te beleven op een wijze, die vloekt met de natuur en de straf afroept zowel van de kant der natuur als van de Schepper." Voor vri jgezellen moest niet g e b o u w d w o r d e n . "Een vrijgezel, die van eenzaamheid houdt, zal zich heel knus en goed kunnen inrichten op een klein kamer­tje, waar voldoende plaats is voor tafel stoel en bed, maar een gezin met kinderen raakt spoedig in het nauw. Het grootste gezin zal daarom steeds de aan­dacht mogen opeisen van allen, die iets te zeggen hebben in het bouiobeleid."

A l d u s o m i n bijbelse termen te spreken: de op­gang naar het k inderr i jke Jeruzalem (waar de h u i z e n dr ie slaapkamers telden) van de v i j f t i ­ger jaren!

*) Opmer ke l i jk is dat de b o u w van systeemwo­ningen i n Noord-Brabant aanvankeli jk zeer achterliep bij de rest van het land. Tot 1955 w e r d e n hier, en dan met name i n Eindhoven, T i l b u r g en Roosendaal, maar 2.200 (4,5%) van de 48.500 i n Neder land gebouwde systeem­w o n i n g e n gerealiseerd. Pas i n 1956 w o r d e n er tussen Eindhoven, 's-Hertogenbosch, Breda en T i l b u r g onderhandel ingen gestart over sa­m e n w e r k i n g o p d i t p u n t . Gevolg daarvan is

dat een Rotterdamse aannemer in T i l b u r g een fabriek voor systeemelementen sticht. H i j doet d i t op basis van de toezegging van de b o u w van 1.250 w o n i n g e n per gemeente. In 1958 sluiten meer gemeenten zich bij het samen­werkingsverband aan..

Voornaamste bronnen en literatuur

- Dossier aankoop Nieuwe Hoef van de erven Marlens door de gemeente Tilburg, 1934. (Serie akten en contracten in het archief van het Gemeentebestuur, Gemeentearchief Tilburg (GAT).

- Legger bezittingen Willem II (GAT). Kadastrale leggers (GAT) .

Dossiers Partieel Uitbreidingsplan de Hoeven en bouw wo­ningen Jerusalem (Archief van het Gemeentebestuur 1938-1985, -1.778.532 en -1.777.811 (GAT).

- Gemeenteverslagen 1946-1955 (GAT).

- De bevolking van Tilburg en linnr huisvesling, uitgegeven door het bureau voor de statistiek van de gemeente Titl)urg (1946). Volkshuisvesting, maandblad van het Katholiek Instituut voor Volkshuisvesting, Nationale Centrale van Katholieke Woningbouwverenigingen, jrg. 3 (1951) nr. 3 ('Jaarbeursnummer').

Doevendans, K., J. Luiten, 1. Mekel en R. Rutgers, StadsvorniTilburg, historische ontioikkelifig: Een methodisch morfologisch onderzoek (Eindhoven/Tilburg, 1993). Eijkens, A.M., Kroniek van de Parochie O.L. Vrouw Ï'(7H Lourdes (Koningshoeven) Tilburg (1990).

- Janssen, G.B., "Fluctuaties in beleid en uitvoering van de bouw" in: H.F.J.M. van den Eerenbeemt (red.), Geschiedenis van Noord-Brabant, deel ///, Dynamieken expansie 1945-1996 (Amsterdam/Meppel, 1997).

- Peeters, R., De straten van Tilburg (Tilburg, 1987). Peeters, R. en E. Schilders, Katholiek Tilburg in beeld (Tilburg, 1990).

Peeters, Ronald, Koning Willem U, opperbevelhebber van het le­ger, ondernemer en grootgrondbezitter (Tilburg, 1999).

- Rossen, M.J.J.G., Het gemeentelijk huisvestingsbeleid in Nederland; Een comparatief onderzoek in Tilburg en Enschede (3900-1925) (Tilburg, 1988).

Rückert, J.H.E., Het uitbreidingsplan van de gemeente Tilburg (met kaarten) (1917).

Page 14: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

'Wim van Hest (1944) publiceerde diverse

artikelen in 'Actum Tilliburgis'en 'De

Lindeboom' naar aanleiding van vondsten in

het criminele Oud Rechterlijk Archief van

Tilburg. In 1987 en in 1999 verschenen van zijn hand

tzvee artikelen in het tijdschrift 'Tilburg'.

In de hoek waar de klappen vallen Over losse handen, blote messen en enkele lijken

W i m van H e s t *

Geweld is van alle tijden. Al lijkt het er

soms op dat het typisch een fenomeen

van onze tijd is, wie een blik werpt in de

oude criminele archieven zal al snel tot

de conclusie komen dat er op dit terrein

weinig nieuws onder de zon is. Al eeu­

wenlang worden mensen geconfronteerd

met uitingen van agressie en het lijkt wel

of de neiging tot geweld er bij de mens

ingebakken zit.

N' a t u u r l i j k kan de een met d i t ongerief w a t beter overweg dan de ander. Ter­w i j l de meesten er in slagen i n het leven

van alledag h u n neiging tot agressie i n vreedza­mer banen te leiden, bl i j f t er ook een categorie medemensen bij w i e regelmatig de zaken u i t de h a n d lopen. A l l e r l e i u i t i n g e n v a n l ichame­l i jk geweld - of w e daar n u het modieuze pre­dikaat "z in loos" aan toevoegen of niet - z i jn maar moei l i jk w e g te denken u i t onze w e r e l d ; evenzo u i t de w e r e l d van onze voorouders .

H e t zal dan ook n i e m a n d verbazen dat w e bi j een onderzoek naar het w e l en wee van de Tilburgse famil ie Van Hei js t/Van Hest van t i jd tot t i jd een aantal famil ie leden op ons p a d ontmoeten die bli jkbaar horen bij die groep mensen bij w i e gemakkel i jk de v l a m i n de pan slaat. Waar ze ook komen, zij raken steeeds o p n i e u w verzei ld i n ruzies en vechtparti jen en soms l i jk t het of ze als een magneet het geweld naar zich toe trekken. Vaak menen ze het niet zo k w a a d en diep i n h u n hart zi jn het geen be­roerl ingen, maar zij beschikken bli jkbaar niet over de vaardighe id o m zichzelf i n zulke s i tu­aties i n de h a n d te houden . Ze z i jn l icht ont­vlambaar, heetgebakerd, h u n handen zi t ten w a t los, of, i n goed Ti lburgs : "ut zen hêête du­

vels". Soms b l i j f t de agressie beperkt tot "enig-he harde ivoorden ", maar als de str i jd alleen met w o o r d e n niet val t te w i n n e n , schakelt m e n over op andere m i d d e l e n . Nie t zelden moeten voet of vuis t voor sterkere argumenten zorgen en als dat niet he lpt w o r d t er gegrepen naar stok of "clippel", maar ook een b ie rp i n t of een "bloot mes" is geen zeldzaamheid. D a n kan de zaak weieens behoorl i jk escaleren en k u n n e n de gevolgen ernstig zi jn : "sxvare quetsueren, grouwelijcke sneeden" en ... v a n t i jd tot t i jd een l i jk . W a n t ook i n vroeger eeuwen k o n agressie een zware to l eisen en meer dan eens val len er dan ook dodeli jke slachtoffers te betreuren.

O p v a l l e n d is dat i n één tak van de famil ie zo vaak i emand betrokken was bij u i t i n g e n v a n geweld dat je met recht k u n t spreken van "de hoek waar de k lappen v ie len" . A l b l i jken er i n deze famil ie tak d a n heel w a t rake k lappen te z i jn gevallen, je k u n t er niet zomaar de conclu­sie u i t t rekken dat het hier alleen de slacht­offers van geweldsdelicten betreft. Dezelfde personen die de slagen moesten incasseren hebben d i k w i j l s ook zelf de nodige k l a p p e n uitgedeeld of anders toch meer dan eens door h u n gedrag of h u n u i t la t ingen de g e w e l d d a d i ­ge reactie v a n de tegenparti j opgeroepen of ui tge lokt . Bij menig treffen is er sprake v a n een hoog eigen-schuld-dikke-bult-gehalte. En zo belanden w e te m i d d e n van een verzamel ing lichtgeraakte heethoofden aan de ene kant en een aantal machteloze slachtoffers aan de an­dere kant ; tussen ruziezoekende herrieschop­pers enerzijds en hulpeloze underdogs ter an­dere zi jde. Een ware m i x v a n opvliegende f i ­guren die nogal eens v l u g het recht i n eigen h a n d nemen en h u n m i n d e r assertieve dorps­genoten die v a n dat agressieve optreden de d u p e z i jn geworden . O n n o d i g te vermelden dat i n niet w e i n i g gevallen naast het l icht ont­vlambare karakter van de betrokkenen ook het d r a n k g e b r u i k een niet te verwaar lozen r o l heeft gespeeld.

Page 15: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Voordat w e u met enkele van deze famil ie le-den-met-losse-handen - en mogel i jk ook w e l met-lange-tenen - laten kennismaken, geven w e hier een genealogisch overzicht, w a a r i n een gedeelte van de betreffende famil ietak schematisch is weergegeven. De namen van

de direct betrokkenen zi jn vet afgedrukt. De nummers verwi jzen naar de acht hiernavol­gende bi jdragen w a a r i n h u n " w a n d a d e n " na­der u i t de doeken w o r d e n gedaan of w a a r i n zij de r o l van l i jdend v o o r w e r p vervul len .

A d r i a e n Gerit H u i j b e n (van Heijst) X 01.03.1612 M a r i e A d r i a e n A d r i a e n Somers

1. A d r i a e n 2. A n t h o n i s Daniël Jan * 06.12.1615 (de lazarus) * 27.11.1618 * 12.09.1620 X 05.06.1639 X 07.02.1639 X X 09.01.1646 Jenneken Buermans Lijntje Jans Neeltje de Wijs Geri tken van Heijst

3. A d r i a e n de O u d e X 16.02.1681 Hei j lken de Grui j ter

4. A d r i a e n de Jonge X 26.08.1679 Peterken Wi j ten XX 06.11.1695 Soetje van Gils

5. Jan X 27.11.1667 Eva Driessen

Peter Somers X 23.01.1689 Berbel Ramaeckers

6. A d r i a e n X 19.05.1737 Christ ien Coijen XX 01.12.1748 Mar jan van den Oever

7. A n t h o n i s Jan X 10.05.1711 8. Marij van Geloven

1. A d r i a e n A d r i a e n Ger i t H u i j b e n : Zonder een teken van leedwezen 2. A n t h o n i s A d r i a e n G e r i t H u i j b e n : O p blote knieën 3. A d r i a e n A n t h o n i s de O u d e : Met een v o r k of r iek 4. A d r i a e n A n t h o n i s de Jonge: Gesneden, geslagen, gestoken en geschopt 5. Jan Danië l A d r i a e n G e r i t H u i j b e n : Fameuze liedekens 6. A d r i a e n A d r i a e n de Jonge: Een kruidje-roer-mi j -niet 7. A n t h o n i s A d r i a e n de Jonge: R o n d o m de meiboom 8. M a r i j van Geloven, de h u i s v r o u w v a n Jan Somers: Een pi jn l i jk einde

Page 16: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

'Met de hierpot die liij in zijn handen lieeft, -anl liij

jan te lijf.' Deze bierpul uit omstreel<s

1700, een zogenaamde Humpen, is gemaakt in het

Westerivald en werd in 1978 gevonden bij de

opgraving van liet kasteel van Tilburg in de Hasselt.

1. Zonder een teken v a n l e e d w e z e n Een van de zonen van A d r i a e n Gerit H u i j b e n en Maeijcken Somers is A d r i a e n . I n 1639 is hi j g e t r o u w d met Jenneken Cornelis Jan Buer­mans en als w e h e m i n 1646 ontmoeten is hi j inmidde ls zo 'n der t ig jaar en vader van drie jonge k inderen. Maar denk n u niet dat leeft i jd en vaderschap h e m tot een kalme en bedaarde m a n hebben gemaakt. A d r i a e n heeft i n z i jn o m g e v i n g niet ten onrechte de naam een op­vliegende f i g u u r te z i jn en w e i n i g w o o r d e n k u n n e n al genoeg zi jn o m h e m te laten explo­deren. En dat is ook precies w a t er i n 1646 ge­beurt als A d r i a e n "enige woorden" k r i jg t met Jan Jan A d r i a e n Stevens. Kennel i jk is Stevens net zo heetgebakerd als A d r i a e n : i n het v u u r van de discussie w i n d e n beiden zich zo op dat ze al snel met elkaar op de vuis t gaan. Het gaat er zo hard toe dat Stevens op een k w a a d m o ­ment A d r i a e n "met sijn hooft gevat heeft ende tnet vuijsten geslaegen ". Zoiets moet je bi j die man n o u juist niet doen; dat is vragen o m moei l i jkheden. De reactie van A d r i a e n is dan ook niet mis. Met de bier-pot die hi j i n zi jn handen heeft, w i l hi j Jan te l i j f . A d r i a e n haalt u i t , maar de slag w o r d t ge­stuit door "het maritelbilt" (de schoorsteenman­tel?), waardoor de voet van de pot eraf springt . Eerst staat A d r i a e n enigszins verbouwereerd met het overbl i jvende deel v a n de pot i n z i jn hand . Lang d u u r t zi jn verbi jstering echter niet: met het restant van de pot slaat hi j verscheide­ne keren kracht ig op het h o o f d v a n Stevens, waarbi j de scherpe randen van de afgebroken potdelen een ware ravage aanrichten: Stevens heeft door de slag maar liefst "thien sware quet­

sueren in sijn hooft ontvangen"; en dat z i jn alleen nog maar de open w o n d e n . Daarnaast heeft de k lap h e m "oock meer andere butsen" opgeleverd "die noch op sijn hooft niet geopent waren". De toegebrachte v e r w o n d i n g e n z i jn "soo swaer ende periculeux datmen in grote vrese is geweest dat Jan daeraff soude sijn gestorven". Achteraf is die vrees g e l u k k i g ongegrond gebleken. A l b l i jken de v e r w o n d i n g e n dan minder levens­bedreigend dan het zich aanvankeli jk liet aan­zien, z i jn onbesuisde optreden levert A d r i a a n t o c h een v e r o o r d e l i n g o p t o t b e t a l i n g v a n smartengeld: t ien g u l d e n en tien stuivers voor elke "bendige" w o n d e die hi j Stevens heeft toe­gebracht. Z i j n losse handjes kosten A d r i a e n i n totaal dus 105 gulden , wat je i n die t i j d beslist geen k le in ighe id k u n t noemen. Of hi j hiermee n u ook z i jn lesje geleerd heeft, is nog maar de vraag. '

Het jaar daarop w o r d t al meteen d u i d e l i j k dat dat inderdaad niet het geval is. O p 15 apr i l 1647 z i t A d r i a e n Hui jber t Broek met enkele an­deren te d r i n k e n ten huize v a n Jan v a n de Sande, als A d r i a e n A d r i a e n Gerit H u i j b e n sa­m e n met Nicolaes Jan Wouters b inn en komt . A l s A d r i a e n ergens op het toneel verschijnt, is ruzie nooit ver u i t de b u u r t , zo ook n u . Het d r i n k e n d e gezelschap stelt de aanwezigheid van de n i e u w k o m e r s niet erg op pri js en met name A d r i a e n Broek begint al snel tegen onze A d r i a e n "te murmureeren en twistige woorden aen te nemen". Zoals te verwachten, d u u r t het niet lang of bi j A d r i a e n slaat de v l a m weer eens i n de pan. M e t vereende krachten weten de aanwezigen de d r i f t k i k k e r de deur "uijt te stooten", waarna die snel v a n b i n n e n afgeslo­ten w o r d t , zodat de rust k a n weerkeren i n h u i ­ze V a n de Sande. "Eride alhoewel alle ongeluck daermede tot daertoe ware voorcomen", gaat het toch mis en kr i jg t het v o o r v a l nog een verve­lend staartje.

K o r t na z i jn bu i tens lu i t ing verschijnt een ge­tergde A d r i a e n "voor het venster neffens de deur" en maakt met heftige gebaren d u i d e l i j k dat hi j binnengelaten w i l w o r d e n . A l s hier niet op w o r d t gereageerd, t i m m e r t hi j v e r w o e d op de ru i ten en begint te roepen en te dreigen. Broek is het hele gedoe beu en w i l er een einde aan maken: hi j stapt resoluut naar het raam toe o m de lawaaischopper w e g te jagen. A l s A d r i a e n niet snel genoeg naar Brocks z i n v e r d w i j n t , opent deze het raam en "door het venster" heeft hi j de druktemaker " recht onder den hals voor inde slincker borst met een mes gestoocken", waar­door A d r i a e n "achterwaerts was bottende". Ver­volgens heeft het slachtoffer zich omgekeerd naar het huis v a n vorster Couwenberch; hi j heeft "zijn wambas opgetrocken, roepende: Cou­wenberch, Couwenberch, den soon van Huijbken

Page 17: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Op 29 maari 1658 is Antlionis 'dc Lazarus' met

zijn zwager Pater Joost Pauwels (van Heijst) en

enkele andere 'in gelag bijeen' in de herberg van Cornelis Peter Donders,

aan de Heikant. Foto omstreeks 1918 van de

Heikant (De Schans). Rechts de brouwerij van

Witlokx (coll. GAT).

Broeken vermoordt mij daer". V a n u i t het huis van de vorster k o m t geen reactie. De zwaarge­w o n d e A d r i a e n probeert nog enkele stappen te gaan maar hi j k o m t niet ver: "Ontrent de lin-deboomen voor het huijs vande vorster is hij ter aer-de nedergevallen ende soo datelijckgestorven." En w a t misschien nog w e l het ergste is: gestorven "sonder een vuijtivendich teecken van leetwesen over sijn sotiden te hebben betoont."

De dader, A d r i a e n Broek, is hierna op de v lucht geslagen, en hoewel de vorster w e l vi j f ­maal de huizen van Jan Matthi js Peter Wijtens en A d r i a e n Peter Vrancken heeft laten door­zoeken, "mitsgaders alle henne schueren, schop­pen, stallingen, solders, schelften ende alomme daer sij presumptie hadden den voornoemden Broek te vinden ende t' apprehendeeren", l u k t het niet de bedri jver v a n de doodslag te v i n d e n . Of de zoon v a n H u i j b k e n Broeken later nog is opge­spoord, vermelden de s tukken niet. Voor onze A d r i a e n maakt het n a t u u r l i j k niets meer u i t ; slechts 31 jaar is hi j geworden . Z i j n w e d u w e , Jenneken Buermans, b l i j f t verslagen achter met haar dr ie kleine k inderen . Zeven jaren la­ter, in 1654, is ze h e r t r o u w d met de w e d u w ­naar A d r i a e n Denis Daniël van Heijst.^

2. O p blote knieën Een andere zoon van A d r i a e n Gerit H u i j b e n en Mar ie Somers, Anthonis , gaat vanwege z i jn huidz iekte met de bi jnaam "de Lazarus" door het leven. Bij onze eerste ontmoet ing met A n t h o n i s laat hi j z ich niet meteen v a n z i jn fraaiste kant kennen. O p 29 maart 1658 is hi j samen met zi jn zwager Peter Joost Pauwels (van Heijst) en enkele anderen "in gelag bijeen " i n de herberg van Cornelis Peter Donders, aan de Heikant . Daar b e v i n d t zich ook A n t h o n i s Peter Donders, die kor t tevoren u i t de nalaten­

schap van Peter Peter Somers een huis heeft gekocht. N u zi jn "de Lazarus" en zi jn zwager allebei erfgenamen van diezelfde Peter So­mers. Donders k o m t bij de beide mannen aan tafel zit ten o m h u n te vertellen "dat hij vuijt de vercoop van dat huijs nog seeckere somme van pen­ningen schuldig was ", waarbi j hi j h u n een aantal geldstukken laat zien. Rechthebbend op een deel van dat geld is Anthonis zo vr i j dat hi j "van die penningen affnamp drij ducatons in spe­cie, ivaermede hij in een andere camer liep". Dat was niet Donders ' bedoeling. H i j loopt A n t h o ­nis achterna en vraagt de ducatons weer terug "onder belofte hem te geven ende te laten volgens dat bevonden soude werden hem te competeren". A n t h o n i s is niet v a n p lan aan dat verzoek te voldoen; ook na herhaald aandringen van Donders "heeft hij niet willen luijsteren". Het k o m t zelfs zo ver dat Anthonis "sijn mesch vuijt sijn schede heeft getrocken ende daermede onder attdere deselve soo danige snede over sijn aangesigt gegeven (heeft) dat sijn voorhooft, neuse, coon ende lippen geheel waren open ende gesplitst soo dat den chirurgijn die weeder aen malcanderen heeft moeten hechten dat seer deerlijck was om sien ende hij daervan noch seer sober is". Enkele o m ­standers hebben de twee van elkaar weten te scheiden te rwi j l enkele anderen vervolgens A n t h o n i s tot voor de deur van zi jn huis "gestu-welt" hebben, "daer hij noch op den gequetsten ende andere was fulmineerende". Over de drie ducatons spreekt n iemand meer.^

Ook bij het volgende voorval treffen we A n ­thonis aanvankeli jk i n een kroeg aan, deze keer betreft het de herberg van Cornelis Peter A d r i a e n Goijaerts. De avond van die laatste zondag van j u n i 1664 heeft hi j doorgebracht i n het gezelschap van twee goede vrienden. Jan Jan van Hemert en Mar ten Gerit Martens. De maten gaan die avond laat naar huis. Als het drietal bi j de w o n i n g van Jacob Matthijssen is aangekomen, nemen zij afscheid van elkaar en gaat ieder zijns weegs. "Corts daernae" ziet Van Hemert dat "eenige persoonen in het hemde stonden opde straete". Het is d u i d e l i j k dat er iets aan de h a n d moet zi jn, en daar w i l Van Hemert het zijne van weten. Naderbi j gekomen bemerkt hi j dat het de v r o u w van Matthi jssen is met haar kinderen. En w a t die op d i t late u u r i n nachtkledij op straat moeten, is ook snel duidel i jk : zij staan geschaard r o n d een "manspersoon die daer ge-quetst ter aerde nederlach". Van Hemert herkent i n de gewonde meteen Anthonis "de Lazarus ", zi jn makker met w i e hi j kortgeleden nog ui t de herberg is gekomen. Voorz icht ig helpt hi j zi jn gewonde kameraad overeind en voert hem zo goed en zo k w a a d als het gaat naar het huis van Mar ten Gerit Martens, dat daar niet ver vandaan is.

Page 18: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

M a r t e n staat op het p u n t naar bed te gaan; h i j heeft wel iswaar kor t nadat de dr ie u i t elkaar z i jn gegaan, "al in sijnen hoff sijnde, eenich ge­rucht op de straet gehoord", maar hi j heeft er ver­der geen aandacht aan geschonken en is niet op onderzoek uitgegaan. H i j is z i jn huis b i n ­nengelopen en t e r w i j l hi j z ich klaar aan het maken is o m naar bed te gaan, w o r d t er op zi jn deur gebonsd. Groot is z i jn verbazing als hi j na het openen van de deur de beide mannen ziet staan: V a n Hemert met de gewonde A n t h o n i s . H i j laat het tweetal b innen en t e r w i j l de h o o f d ­w o n d van A n t h o n i s verbonden w o r d t , ervaart M a r t e n w a t er gebeurd is: A n t h o n i s b l i jk t te z i jn opgewacht door Cornelis, de zoon van Jacob Matti jssen. Zodra de beide metgezellen h e m verlaten hebben, is Cornelis op A n t h o n i s toegesprongen en heeft h e m "soodanich gesla­gen met een torffschop", dat "en sware quetsuere op sijn hooft waeraff hij seer deerlijcken bloeijende was" het gevolg is. Nadat de w o n d verzorgd is en A n t h o n i s een beetje op verhaal is k u n n e n k o m e n , w o r d t hi j door Mar ten naar huis ge­bracht. Dader Cornelis Matthi jssen is i n m i d ­dels i n geen velden of wegen te bekennen. O p 29 j u n i is A n t h o n i s thuis door de ch i rurg i jn "gevisiteerd"; g e l u k k i g b l i jk t het mee te val len met de ernst van de v e r w o n d i g e n , al heeft A n t h o n i s we l enkele dagen rondgelopen met de pi jnl i jke naweeën van deze nachtelijke con­frontatie. H i j overleeft echter de brutale "aan-slag".^

R u i m twee jaar eerder gebeurde iets omge­keerds. Toen - het is dan februari 1662 - l iep A n t h o n i s zelf u i t bi j het slachtoffer v a n een vechtparti j en was hi j degene die de helpende h a n d k o n bieden. Achter "de bosschen van Z. Ex.; Heer Grave van Grobbendonck" ontdekt hi j een oude m a n die "beswijmpt" op de g r o n d l igt . Het is de 74-jarige Jan Gijsbert Verschu­ren; hi j b l i jk t , na een ruzie over het w e l of niet betaald hebben van een stuk laken, te zi jn neergeslagen door W i l l e m Daniël van Heijst. W i l l e m heeft de grijsaard b r u u t neergeknup-p e l d "met sijnen stock, waerinne was eenen ijseren pin" en heeft zich vervolgens u i t de voeten ge­maakt, z i jn slachtoffer bewusteloos achterla-ted. A l s A n t h o n i s vervolgens de neergeslagen m a n aantreft, heeft hi j z ich over de oude Ver-schueren, die "in de slaep van sijn hooft geraeckt was op de muskei temporael", o n t f e r m d . H i j heeft de m a n overeind geholpen en met een doek de w o n d zo goed mogel i jk verbonden; nadat Verschueren weer "tot sijn selven was gekomen " heeft A n t h o n i s h e m naar huis gebracht.^

A n t h o n i s de Lazarus, afwisselend i n de ro l van messentrekker, slachtoffer en barmhart ige Samaritaan; eerst de aanvaller, vervolgens de underdog , en daarna weer de redder i n nood .

Z i j n m i n d e r positieve kant toont hi j weer eens i n 1663, wanneer hi j z ich schuldig maakt aan een "feijt ofte violentie van justitie" dat hem op­n i e u w i n een m i n d e r fraai daglicht stelt. Door het "feijtelijck ewegh haelen, bij nachte" van een koe, u i t de stal v a n Claes Thomas van Dijck, heeft A n t h o n i s laten zien dat hi j het niet zo n a u w neemt met het verschil tussen m i j n en d i j n . Dat de diefstal ook nog eens "bij nachte" is u i tgevoerd, maakt de zaak meteen een stuk ernstiger. Bovendien was het niet eens een koe van Claes v a n Di jck; het beest stond slechts bij Claes i n de stal omdat het door de vorster en A d r i a e n Cornelis Everts "aldaer besteel was in het voeijer". Hoe het ook zi j , A n t h o n i s heeft zich vergrepen aan andermans eigendom en daarom is hi j op 4 december 1663 gedaagd o m tegenover de schepenen over deze diefstal v e r a n t w o o r d i n g af te leggen.

De boosdoener begri jpt ook w e l dat ontken­nen w e i n i g z in heeft; hi j kan slechts berouw­v o l z i jn misstap toegeven. En dat doet hi j ook, en hoe: Schuldbewust en onderdanig ver­schijnt hi j voor de hoge heren. "Op sijn blote knijen met ongedeckten hoofde" heeft A n t h o n i s "de heeren wethouders om vergiffenis gebeden". Door zo diep en deemoedig i n het stof te b u i ­gen, slaagt A n t h o n i s er in de schepenen te ver­m u r w e n . En nadat hi j plechtig beloofd heeft nooit meer zo iets te zul len doen, "maer ter con­trarie hem met alle respect tegens de justitie te sul­len gedragen" w o r d t h e m grootmoedig "tselve delict gratieuslijck geremitteert". Z o k o m t A n ­thonis er toch nog genadig van af.^

3. M e t een vork of r iek Het jaar 1682 is nog maar amper een week o u d als A d r i a e n A n t h o n i s A d r i a e n Gerit H u i j b e n -ter onderscheiding van zi jn gel i jknamige jon­gere broer w o r d t hi j "Adriaen de Oude" ge­n o e m d - het slachtoffer w o r d t v a n een "ge­weldsdel ic t " . A d r i a e n is een zoon v a n de eer­der genoemde A n t h o n i s "de Lazarus " en Lijntje Jans en is op dat m o m e n t r u i m der t ig jaar o u d . O p de a v o n d v a n 7 januar i b e v i n d t hi j z ich met een aantal andere Ti lburgers i n het huis van A d r i a e n Fiers, die aan de Ve ldhoven w o o n t . Het moet zo r o n d een u u r of zes geweest z i jn als hi j daar met een van de aanwezigen. Jan Denis de Beer, onenigheid kr i jg t . De w o o r d e n ­str i jd die h iervan het gevolg is, le idt ertoe dat De Beer z i jn mes trekt . Of hi j n u zo 'n agressie­ve l ing is of dat hi j z ich door Adriaens w o o r ­den zodanig bedre igd heeft gevoeld dat hi j zich genoodzaakt ziet u i t ze l fverdediging naar zi jn mes te gr i jpen, w o r d t u i t de archivalia niet duide l i jk . W e l staat vast dat het reactievermo­gen van A d r i a e n het deze keer laat afweten: hi j is niet snel genoeg o m het mes van Jan de Beer te o n t w i j k e n . Zodoende "ontfangt" hi j van zi jn

Page 19: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

tegenstander "een steek onder de lincker oxsel van sijnen arm". Een w o n d v a n ongeveer acht cen­timeter lengte is het p i jn l i jk souvenir dat A d r i a e n aan deze confrontatie o v e r h o u d t /

N u is A d r i a e n zelf ook niet bepaald een lie­verdje. Dat b l i j k w e l i n de zomer van 1683. Deze keer ontmoeten w e A d r i a e n niet i n de ro l van slachtoffer, maar voor de afwissel ing f i g u ­reert h i j n u eens als de dader. Samen met nog vi j f andere Ti lburgers is A d r i ­aen op 10 augustus naar Dongen gewandeld . Daar is het gezelschap onder andere geweest "ten huize van de weduwe Quaet Giel, ontent het Loontsch Gericht aldaer". En ook n u weer kr i jg t A d r i a e n "sonder eenige de minste reeden" - het l i jk t w e l of hi j er patent op heeft - "seer harde woorden ofte questien". D i t m a a l is z i j n "ge­sprekspartner" een zekere A n t h o n i s v a n Gils. O o k deze keer dreigt de "discussie" behoorl i jk u i t de h a n d te lopen; de harde w o o r d e n le iden

na enige t i jd tot harde daden. Voordat Van Gils het kan verhinderen heeft A d r i a e n plotse­l i n g zi jn mes getrokken en hij snijdt daarmee zi jn onthutste opponent "seer deerlijk over de hand". A l s A d r i a e n na deze snijpartij het huis van de w e d u w e verlaat, halen ze daar opge­lucht adem en l i jk t de rust te z i jn weergekeerd.

Hoe bedriegl i jk die rust is, w o r d t p i jn l i jk d u i ­del i jk als korte t i j d later een nog alt i jd verbol­gen A d r i a e n o p n i e u w o p d u i k t . Dat zi jn boze b u i nog lang niet is overgedreven kan nie­m a n d ontgaan zi jn . A d r i a e n is n u eenmaal "een nèèg menneke", en wanneer hi j eenmaal door het l i n t gaat, is de m a n niet v l u g tot k a l m ­te te brengen. Z i j n korte afwezigheid b l i jk t hi j benut te heb­ben o m zich een ander wape n te verschaffen: met "een vurck ofte rieck" w i l hi j Anthonis van Gils o p n i e u w te l i j f gaan. T e r w i j l de anderen m a c h t e l o o s t o e k i j k e n , s t o r m t een f u r i e u z e

Page 20: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

In het kasteel aan de Hasselt bevond zich het

cachot. Gravure ca. 1694 (coll. GAT).

A d r i a e n , w i l d o m zich heen slaand met z i jn (hooi)vork, op A n t h o n i s af en deelt enkele rake k lappen u i t aan zi jn tegenstander, die zich met zi jn gewonde hand maar moei l i jk kan verdedigen. De omstanders weten later - wanneer zij als getuigen w o r d e n gehoord - te vertel len dat A d r i a e n i n z i jn woede "Anthonis van Gils met een vurck omver was slaende, dat dese tegen een trechter was vallende". Door deze ongelukkige v a l loopt A n t h o n i s een fikse h o o f d w o n d op, "soodanich dat daerdoor in abondantie t' bloedt van sijn hooft ivas affvloeijende".

A l s het gezelschap later naar T i l b u r g terug-wandel t , z u l l en A d r i a e n en A n t h o n i s w e l een beetje u i t eikaars b u u r t zi jn gebleven en moge­l i jk heeft die hevig bloedende w o n d de dr i f t ige A d r i a e n toch tot bez inning gebracht. Hoe het ook zij , de archivalia maken i n ieder geval geen m e l d i n g van n ieuwe handtasteli jkheden of aanvaringen tussen de twee. W e l heeft een dag later de c h i r u r g i j n het slachtoffer thuis nog onderzocht. Naast de h o o f d w o n d consta­teert die een w o n d aan de l inkerhand, "sijnde eene sneede door de tnuijs". H o e w e l de genees­heer niet spreekt over doodsgevaar w i l A n t h o n i s toch dat er d u i d e l i j k w o r d t vastge­legd - z w a r t op w i t - dat "ingeval hij van dese wonden quam te sterven, niemandt in den doots-lach te leggen als voornoemde Adriaen".^

4. G e s n e d e n , geslagen, gestoken en geschopt

A d r i a e n de Jonge, een van de zonen van A n ­thonis A d r i a a n Gerit H u i j b e n en Lijntje Jans, w o r d t op 11 augustus 1686 door Barthelmeeus Thielen i n zi jn hand gesneden. A a n deze mis­handel ing is een korte woordenwisse l ing tus­sen de twee voorafgegaan. Het ziet er allemaal

niet zo ernstig u i t en het zal vast niet de eerste keer z i jn geweest dat A d r i a e n een sneetje op­loopt ten gevolge van een te hoog oplaaiende discussie; en het zal evenmin de laatste keer z i jn dat A d r i a e n betrokken raakt i n een snij- of steekpartij."^ N o g geen jaar later loopt hi j o p n i e u w met een v e r w o n d i n g r o n d . D i t m a a l gaat het o m "een quetsuere aen het hooft, ter sijde van de neus". Deze v e r w o n d i n g is h e m toegebracht op 23 j u n i 1687, als A d r i a e n z ich b e v i n d t ten huize v a n Cornelis H e n d r i c k Hensen. Het moet daar z i jn gebeurd tussen t ien en elf u u r i n de avond . De boosdoener is een zekere Peter Jan Symons, die nader omschreven w o r d t als de "weert aent Krijven". O p een gegeven m o m e n t slaat Sy­mons met z i jn p i n t kracht ig op Adriaens h o o f d . De slag k o m t ha r d aan en veroorzaakt bi j A d r i a e n "aen de rechter sijde van de neus een wonde, door de muskei vande treus gaende, alsmede eenen slagh aende rechter ooghe". Wie z i jn neus schendt, schendt z i jn aangezicht. '"

W a a r o m de w a a r d "aen het Creijven" A d r i a e n met z i jn p i n t zo f l i n k heeft toegetakeld, w o r d t i n de betreffende s tukken niet vermeld , maar kenneli jk had Symons nog een rekening met h e m te vereffenen. M o ge l i j k is deze mishande­l i n g nog een reactie op w a t zich een week eer­der heeft afgespeeld i n het huis van Cornelis Corstiaen van Beurden. O p 16 j u n i is A d r i a a n tussen twaal f en een u u r 's nachts bi j de fami ­lie V a n Beurden, "alwaer een bruijt was", b i n ­nengelopen o m nog even te delen i n de feest­vreugde. Het feest is er nog i n volle gang en A d r i a e n mengt zich er tussen de overige gas­ten. Te m i d d e n v a n het vrol i jke gezelschap w i l hi j "een pijp toeback" aansteken. M e t het oog op brandgevaar w i l Cornelis dat niet hebben, en dan ontstaan er moei l i jkheden: A d r i a e n v i n d t

Page 21: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

de bezorgdheid van Cornelis maar overdre­ven en wenst zich v a n diens verbod niets aan te t rekken; een pijpje opsteken tijdens zo 'n feest, dat moet toch kunne n !

Van Beurdens zoon Peter, "siende dat Adriaen in sijne hand -ams hebbende eenen tondel om daer­mede sijn pijp te ontsteecken ", pakt h e m resoluut de tondel u i t zi jn hand . D i t ingr i jpen is aller­minst naar de z i n van A d r i a a n en zo w o r d t een bagatel opeens een prestigekwestie. O p het wegnemen van z i jn tondel reageert A d r i a e n o n m i d d e l l i j k door "met een bloot mes" op de jonge V a n Beurden i n te steken en te snijden. Bli jkbaar heeft A d r i a e n onder de feestvierders een medestander die het voor h e m opneemt: Jan G o m m e r d e n . A l s lefken, de v r o u w van Cornelis van Beurden, zich mengt i n de one­n i g h e i d tussen A d r i a e n en haar zoon laat ook G o m m e r d e n zich niet onbetuigd: h i j slaat lefken stevig "op het hooft met eenen pael daer mede men broot in den hoven sc/i;ef

A l v l u g raken n u verschillende van de aanwe­zige gasten met elkaar i n gevecht en zo e indigt een v r o l i j k begonnen b r u i l o f t i n een onover­zichtel i jk t u m u l t . Bij het opmaken van de ba­lans van deze geweldsui tbarst ing b l i jk t dat de volgende v e r w o n d i n g e n voor rekening van A d r i a e n k o m e n : een drie centimeter lange snee over het h o o f d van Cornelis van Beurden en een steek van maar liefst t ien centimeter lengte, "gaende naer den elleboog toe", i n de rech­terarm van H e n d r i k van Beurden, een broer van Cornelis . Een andere broer van Cornelis, Jan van Beurden, "is gesneden aan de rechtersij-de vande mondt", t e rwi j l bovendien "sijn rock met verscheijden sneeden was doorsneden" en -w a t erger is - A d r i a e n heeft de eerdergenoem­de H e n d r i k van Beurden ook nog eens "met voeten soodanich getreeden dat het Moet uijt sijn buijck was hopende". Je zou bijna k u n n e n spre­ken van het Ti lburgse equivalent van de Parijse Bloedbrui lof t , zij het dan dat er hier geen d o d e n z i jn te betreuren.'^ D a n k zij het drieste optreden van A d r i a e n en Jan is het voor de famil ie van Beurden i n ieder geval een gedenkwaardig dagje geworden met een chaotisch slot. En voor het jonge paar een huwel i jksdag o m niet l icht te vergeten.'^

5. F a m e u z e l i e d e k e n s O p 2 december 1666 heeft Jan, de ongeveer 20 jaar oude zoon van Daniël A d r i a e n Gerit H u i j b e n en Neeltje de Wijs, bi j een zekere W i l l e m - z i jn fami l ienaam is i n T i l b u r g niet be­kend, m e n weet alleen dat hi j "cleermaecker tot Dongen " is - "verradelijck gesneeden over de clee-deren". Wat voor Jan de aanleiding tot deze eu­veldaad geweest is, w o r d t u i t de voorhanden zi jnde s tukken niet duide l i jk . Misschien heeft

de jongeman hiermee i n d r u k w i l l e n maken op de andere aanwezigen, bi j zichzelf denkend dat zulke verniel ingen bij een kleermaker niet meteen een ramp hoeven te betekenen: zo ie­m a n d kan de aangerichte schade gemakkeli jk zelf herstellen. Het is niet u i t te sluiten dat ook drankgebru ik een ro l gespeeld heeft: de snij­part i j v i n d t nameli jk plaats i n de herberg van Jan Jan van Besouw. Enkele van de overige herbergbezoekers v i n d e n dat Jan met zi jn ver­niel ingen te ver is gegaan en een van hen, Joost Bastiaen Teunis Joosten (Cuijsters), verkon­d i g t l u i d dat "sulcx geen eerlijck jongmans werck" is. Dat had Joost beter niet kunnen doen. Z i j n o p m e r k i n g valt bi j Jan erg verkeerd: deze trekt bliksemsnel zi jn mes en steekt Joost daarmee i n diens "slinckerborst, recht boven het borstbeen gaende opivaerts naerden hö/s".'*

A l s messentrekker en vechtersbaas zi jn we Jan, die ook bekend staat onder de bijnaam "Cortvisch ", na d i t incident niet meer tegenge­komen. Toch k o m t hi j enkele jaren later op­n i e u w i n aanvaring met de justitie. I n apri l 1669 treffen w e Jan en zi jn v r o u w - hi j is i n m i d ­dels g e t r o u w d met de u i t L iempde afkomstige lefken Peter Driessen - beiden aan op het kas­teel i n de Hasselt, "gevankelijck weesende over seeckere fameuse liedeckens die bij hen luijden ge­vonden (zijn) ende gesongen op den jaermerckt bin­nen Tilborch". De volgende voorgeschiedenis b l i jk t aan deze gevangenneming te zi jn vooraf­gegaan:

"Op zondag voorden halff vasten" is Jan i n de herberg van Jacob Peter Jacobs, aan het Creij­ven i n contact gekomen met een zekere A n -dries Lenaerts, u i t L o o n op Z a n d , die daar "in­den Swaen " w o o n t . Deze Andr ies vertelt tegen Jan dat hi j bi j Mich ie l , de knecht van hebergier Jacobs "een liedecken" zou v i n d e n "vanden pre-dicant van Loon". A l snel w o r d t duide l i jk dat het hier een spotl ied betreft op de Loonse do­minee, w a a r i n bezongen w o r d t hoe diens kar i n den Bosch, "op de brugge aldaer", verbrand is. Andr ies geeft Jan de raad o m het liedje te laten d r u k k e n , "seggende: gij sulter duijsendt van ver-koopen". Begrijpeli jk: ook i n die t i jd was het v o l k niet wars van roddel , achterklap en leed­vermaak. En Jan hoeft echt niet te vrezen voor een financieel debacle, want , mocht de ver­koop onverhoopt tegenvallen, dan is Andries bereid de resterende liedjes "voor een schelling het stuck affte coopen".

Jan heeft er w e l oren naar; hi j r u i k t goede han­del . Helaas b l i jk t de bewuste knecht het papier met de liedtekst niet meer i n zi jn bezit te heb­ben: hi j heeft het aan de w e d u w e van Mich ie l Jan Symons gegeven. Ui te indel i jk l u k t het Jan toch o m het b lad met het "liedeke" te pakken te

Page 22: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

kri jgen en hi j brengt het naar Breda, "bij Cor­nelis Seldenslach inde Corte Brughstraet, daer uijt-hangende is de druckerij", o m er enkele exem­plaren van te laten d r u k k e n . Deze Seldenslach b l i jk t de opdracht weer te hebben uitbesteed aan een A n t w e r p s e collega: een dag of t ien la­ter koopt Jan bi j Seldenslach negen "boecken van het gemelde liedeken, zvaerop in sin staet: Ge-druckt t'Antwerpen bij Martinus Verhulst op d' Oude Coremerckt". V oor elk boekje heeft Jan vi j f stuivers betaald.

N a deze investering v a n een kleine twee en een halve g u l d e n k a n het grote geldverdienen beginnen. H i j t rekt naar L o o n op Z a n d , w a n t daar zal de belangstell ing voor het liedje w e l het grootst z i jn . Voor het huis en de herberg van Wouter Driessen, i n de Molenstraat, heeft Jan daar zi jn beruchte "liedeken " gezongen. En hi j heeft succes: "vijff a ses boeckxkens" heeft hi j i n Loon op Z a n d k u n n e n verkopen; een hoop­gevend begin. Hierna gaat Jan i n T i l b u r g z i jn geluk beproe­ven; deze keer is ook z i jn v r o u w lefken van de part i j . Een herhal ing v a n het musicale optre­den ti jdens de Ti lburgse jaarmarkt is echter m i n d e r succesvol: Jan en lefken w o r d e n gear­resteerd; de resterende liedboekjes w o r d e n i n beslag genomen. Z o belanden de beide liedjes­zangers i n het cachot v a n het Ti lburgse kasteel en e indigt h u n avontuur toch een stuk m i n d e r f o r t u i n l i j k dan h u n aanvankeli jk door A n d r i e s is voorgespiegeld: die v i j f of zes verkochte liedjes zu l l e n amper genoeg hebben opge­bracht o m de drukkos ten te k u n n e n compen­seren. N o g een geluk dat ze i n h u n overmoed geen d u i z e n d v a n die "boecxkens" hebben la­ten d r u k k e n . Een m o o i luchtkasteel is i n rook opgegaan.'^

6. Een kruidje-roer-mij-niet A d r i a e n , de 27-jarige zoon v a n A d r i a e n A n t h o n i s de Jonge en Soetje v a n Gils, moet echt een heetbroek zi jn geweest; zo eentje die maar w e i n i g v a n een ander kan verdragen en die er nogal eens rap op slaat als iemands ge­drag of w o o r d e n h e m niet z innen. Z i j n b u u r ­v r o u w , Anthonet , de h u i s v r o u w v a n A d r i a e n v a n G o r k u m , heeft dat i n 1727 aan den li jve mogen onderv inden . Waarschi jnl i jk heeft het nooit erg geboterd tussen die twee, maar als het n ieuwe jaar nog maar goed en w e l is be­gonnen, k o m t de b o m een keer echt tot bar­sten. Door A d r i a e n u i t te maken voor "hoeren-voocht" is A n t h o n e t - i n z i jn ogen - toch echt over de schreef gegaan. Daar moeten onver­mi jde l i jk moei l i jkheden van komen, w a n t de jongeman accepteert v a n n i e m a n d commen­taar op z i jn levenswandel , en zeker niet v a n z i jn b u u r v r o u w . A l s A d r i a a n op 2 januar i A n t h o n e t tegenkomt.

w i l hi j meteen het een en ander rechtzetten en het w o r d t dan ook beslist geen harteli jke ont­moet ing . H i j maakt z i jn b u u r v r o u w - op ge­heel eigen, dat w i l zeggen: hardhandige, ma­nier - d u i d e l i j k dat h i j v a n dat soort u i t l a t i n ­gen niet gediend is. A d r i a e n maakt er echter w e i n i g w o o r d e n aan v u i l , maar geeft de v r o u w b o t w e g "een clap op haer cop en een schop twee a drie onder haer gat". De jongeman h o u d t n u eenmaal v a n dui de l i jkh e i d . Of Anthonet met haar kwal i f icat ie het n u w e l of niet bi j het rechte e ind had, moeten w e i n het m i d d e n la­ten; het zou v a n haar echter w e l verstandiger z i jn geweest als ze zich w a t voorzichtiger had u i t g e d r u k t . De zoon van haar buren staat na­mel i jk a lom bekend als een echt kruidje-roer­mi j -niet : een l icht ontvlambare vechtersbaas, bij w i e de handen erg los z i t ten en wiens mes soms rap getrokken is. Ze had zo 'n reactie v a n A d r i a e n dus w e l k u n n e n verwachten en ze m a g nog v a n geluk spreken dat hi j haar niet op w a t ergers heeft getrakteerd. '*

Dat "de zoon van Soetjen aent Creijven" w e l eens w a t al te snel op zi jn teentjes getrapt kan zi jn, is een feit waar ook enkele andere Ti lburgers een boekje over k u n n e n opendoen. Zoals b i j ­voorbeeld A d a m Peter Daems. O p 2 j u l i 1729 is A d a m samen met A d r i a e n naar Dongen ge­lopen. O o k A d r i a e n v a n Heijst en Goijaert Mutsaerts met z i jn zoon maken deel u i t van het gezelschap. Wat het clubje i n Dongen g i n g doen, is niet be­k e n d . De heenreis schijnt i n alle pais en vree te z i jn ver lopen; van de thuisreis k u n je dat niet zeggen.

O p de terugtocht v a n h u n Dongens uitstapje -toch al g a u w een w a n d e l i n g van zo 'n d i k k e twee uren - neemt het groepje de w e g "door de heij". Ze hebben er f l i n k de pas i n en al pratend en gekscherend k o m t stilaan T i l b u r g weer i n zicht. A l s ze "omtrent het Swartven" z i jn aange­k o m e n ontstaat er een kleine woordenwisse­l i n g over de stok van Daems. Plagenderwijs w o r d t door een v a n het groepje - misschien was het w e l onze A d r i a e n - geconstateerd dat die stok te k r o m is. Daems a n t w o o r d t laco­niek: "W/7 ick hem op uwen rug eens recht maec-ken ? " A d r i a e n kan er de h u m o r niet v a n inzien en neemt de w o o r d e n v a n Daems een beetje te letterl i jk . D o o r h e m w o r d t A d a m s grapje op­gevat als een dreigement, en w a t als een plage­rijtje is begonnen, loopt daardoor u i t op een vechtpart i j .

Volgens de v e r k l a r i n g v a n de andere reisgeno­ten is A d r i a a n daarbij zo hevig tekeergegaan dat hi j i n z i jn d r i f t "bijna Adam sou hebben doot-geslaegen" als zi j d i t niet met vereende krach­ten hadden k u n n e n verhinderen. Een geluk

Page 23: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Aquarel van Nicolaas Wicart (1748-1815)

gemaakt in de omgeving van Tilburg (KUB, Brabant-collectie).

voor A d a m dat zi jn gezellen h e m voor erger hebben k u n n e n behoeden, maar ondanks de tussenkomst van z i jn makkers k o m t de goede m a n toch niet helemaal ongehavend u i t de str i jd : hi j h o u d t er een f l inke snee aan de l i n ­kerkant van zi jn neus aan over. Daarnaast heeft hi j nog een snee door zi jn l i p gekregen en nog eentje tussen z i jn d u i m en wi jsvinger . Z o gaat dat, als je met die heetgebakerde zoon van Soetje i n de cl inch raakt; die laat n u een­maal niet ongestraft de spot met zich dr i jven . Dat m a g voor iedereen d u i d e l i j k zi jn. '^

7. R o n d o m de m e i b o o m A n t h o n i s A d r i a e n de Jonge, een andere zoon van A d r i a e n en Soetje, is op 30 apr i l 1728 's avonds nog laat op pad . I n gezelschap van zi jn broer A d r i a e n komen w e h e m omstreeks twaal f u u r tegen i n de b u u r t van "het goed van Jacob Peter van Beurden ". Daar lopen ze drie ge­broeders Maes tegen het l i j f : Laureijs, Jan en Peter, de zonen van Matthi j s Maes. De drie broers voeren, samen met enkele andere jon­gelui , een vers omgehakte b o o m met zich mee. De boom, die zij op het perceel van Jacob van Beurden hebben "afgekapt", is bedoeld o m als "meibootn" te fungeren; het is tenslotte de v o l ­gende dag de eerste mei en kenneli jk is de aloude meiboomfolk lore in het achttiende-eeuwse T i l b u r g nog springlevend. '^

U i t latere verklar ingen van getuigen val t op te maken dat A n t h o n i s en A d r i a e n de Jonge de b o o m v a n het groepje zouden hebben w i l l e n afpakken. A d r i a e n zelf rept daar niet over als hi j voor de schepenen zi jn versie van het ge­beurde vertelt . Wel staat vast dat de gebroe­ders De Jong het groepje van de broers Maes hebben ui tgemaakt voor "schelmen en dieven, daerbij scheldende en roepende dat sij sig van daer weg soude maecken ". Veel i n d r u k schijnen deze w o o r d e n niet te maken op de tegenparti j ; "d ie

van De Jong" mogen dan terecht als vechters­bazen bekendstaan, Laureijs Maes laat zich door het tweetal geen schrik aanjagen. Dapper roept hi j terug: "Wij sijn soo xveinich canailje, ra­paille als gijlieden", er dreigend aan toevoe­gend: "Als gij niet gaet loopen zoo schieten wij u over hoop". Maar ook de beide broers De Jong laten zich niet in t imideren ; en zeker Anthonis niet. Zelfverzekerd loopt hi j op Laureijs Maes toe en vraagt hem of hi j aan de eigenaar wel toestemming gevraagd heeft o m die b o o m o m te hakken. M o c h t dat niet het geval zi jn "dan sultgij hem voor den duivel laten leggen ".

Z o ontstaat er een gespannen sfeer en Laureijs, die zich niet de wet w i l laten voorschri jven door A n t h o n i s en bovendien niet af w i l gaan i n de ogen van zi jn compagnons, reageert hier­op door tegen zi jn broers te roepen: "Brengt het stickaet, brengt het stickaet". Het k l i n k t als een bevel, en Laureijs w o r d t door zi jn broers op zi jn wenken bediend: ze overhandigen hem het verlangde wapen. Na nog wat dreigemen­ten over en weer is Laureijs het optreden van A n t h o n i s goed zat en hij steekt een paar keer i n diens r i ch t ing , nog zonder de jongen te ra­ken. Maar i n de hit te van de stri jd komen de beide tegenstanders geleideli jk dichter bij el­kaar en ontstaat er een gevaarlijke situatie. Ondanks het nachteli jk duister - of was het misschien toch een maanverlichte voorjaars­nacht? - heeft A d r i a e n , volgens de verklar ing die hi j later af heeft gelegd voor de schepenen, gezien dat Laureijs w e l t ien keer i n de r icht ing van A n t h o n i s heeft gestoken. Die probeert i n ­tussen u i t alle macht met zi jn stok de steken af te weren. Ten slotte - zo heeft A d r i a e n gezien -w o r d t "het stickaet" door Laureijs met opgehe­ven arm i n het l ichaam van zi jn broer gestoken en vervolgens er weer u i t getrokken. Meteen hierna stort A n t h o n i s neer en is "voor doot" op de g r o n d bl i jven l iggen. Aanvankel i jk staat ie­dereen hulpeloos en geschrokken r o n d het slachtoffer, maar na enige t i j d w o r d t het steeds duidel i jker w a t ze al vreesden is de harde wer­kel i jkheid : die laatste steek is dodel i jk ge­weest.

Met vereende krachten w o r d t het l i jk van de ongelukkige A n t h o n i s onder een d r u k k e n d st i lzwi jgen naar het huis van zi jn moeder, "achter de Hasselse Capel", gebracht. Het moet voor Soetje een zware slag geweest zi jn o m te zien hoe haar levenloze zoon w o r d t binnenge­dragen. A l s de volgende ochtend "het dode lig-haatn" van A n t h o n i s w o r d t "gevisiteerd" door doctor Eijmbers en ch i rurg i jn De Mei j , consta­teren zij dat er twee steken zi jn toegebracht . De ene is gestuit op de ribben, de andere steek is Anthonis fataal geworden: "aen de slincker sijde tussen de vierde en vijfde rib door de borst,

Page 24: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

dzoars door de hollicheijt van 't herte". De snee was zo breed "dat men tzvee vingeren neffens malcanderen daer kon doorsteecken". De meiboom zal w e l niet meer z i jn o p g e t u i g d en de eerste mei zal dat jaar aan "het Creijven " bepaald geen feestelijke dag z i jn geworden. '" '

8. E e n p i j n l i j k einde A l s de u i t Oirschot afkomstige M a r i j van Ge­loven i n 1711 i n T i l b u r g t r o u w t met Jan Peter Somers, zul len heel w a t famil ieleden, v r i e n ­den en bekenden haar gelukgewenst hebben. N i e m a n d kan toen vermoed hebben hoe tra­gisch M a r i j v i j f e n t w i n t i g jaar later o m het le­ven zal k o m e n . O p de late a v o n d van 12 okto­ber 1736 z i jn enkele Ti lburgers getuige van de barbaarse mishandel ing van v r o u w Somers, een mishandel ing die ui te indel i jk heeft geleid tot haar d o o d . Acht Ti lburgers hebben alles zien gebeuren; ze stonden erbij , ze keken er­naar en grepen nagenoeg niet i n . . .

Een van de getuigen verklaart dat hi j slechts

West- en Oostheikant op een deel van de kaart van

Diederik Zijnen uit 1760. Centraal de 'Heikantsche

Mole' waar Marij van Geloven in 1736 door een drietal mannen in elkaar

wordt geslagen en vermoord,

(coll. GAT)

"van verre volck gesien heeft"; toen hi j op straat "een zveijnig ramoer" hoorde is hi j "z>an sijn bedt opgestaen" en heeft hi j horen roepen: "Wilde mijn dan dootslaen?" Het hele gebeuren heeft zich afgespeeld omstreeks twaalf u u r 's avonds. Opgeschrikt - en sommigen wreed ui t h u n slaap gewekt - door een aanhoudend la­waai en een w a n h o p i g hulpgeroep - de getui­gen zelf spreken van "geraes en gevloek opte straet"- lopen enkele bewoners van de Heikant "omtrent de Niemve Molen" u i t bi j iets w a t aan­vankel i jk een ruzie of een vechtparti j l i jkt maar bij nader inzien beter een zware mishandel ing genoemd kan w o r d e n . Het slachtoffer is M a r i j van Geloven, de v r o u w van Jan Somers; haar belager is A d r i a e n van Beurden, "alias Huij­ben". Van Beurden verkeert in het gezelschap van M i c h i e l van Son, alias Van Geldrop, en A d r i a a n Bergmans, die ook Heuvelen ge­n o e m d w o r d t , maar die twee vervul len slechts een b i j ro l ; Van Beurden is du ide l i jk de hoofda­der. Sommige van de toegestroomde Heikant ­bewoners hebben alleen maar gezien dat Mar i j op de g r o n d lag, anderen zi jn er getuige v a n geweest hoe zij door het drietal , en dan voor­al door A d r i a a n van Beurden, onbarmhart ig w e r d afgeslagen. Bijna allemaal hebben ze de wanhopige M a r i j "horen roepen en kermen: Houd toch op. Het is zo ivel genoeg."

H o e w e l M a r i j op de g r o n d l ig t en al heel w a t rake k lappen heeft ontvangen, weet A d r i a a n nog al t i jd van geen ophouden. In b l inde woe­de slaat hi j genadeloos op haar i n met "een lari-gen eijken stock daer onder een knods aen zvas ". O p de g r o n d l iggend is M a r i j niet i n staat zich te verdedigen tegen deze overmacht van b l i n d geweld ; het enige w a t ze nog kan is roepen: "Adriaen, lieven Heer, jesus, hout op, zvant ik heb genoeg". N o g steeds gr i jp t n iemand van de toeschou­wers i n ; een enkel ing laat Van Beurden weten dat hi j er beter mee op kan houden, maar die o p m e r k i n g zet geen zoden aan de di jk . O o k de ongelukkige M a r i j probeert tevergeefs A d r i ­aan tot stoppen te brengen: "lek salt zmn mijn le­ven niet meer doen". En ook haar volgende w o o r d e n : "Wilt gij mij dan dootslaen? Laat mij noch eens sugten voor mijn sonden" hebben w e i ­n i g effect. M e t onverminderde kracht k o m t Adriaens stok telkens o p n i e u w neer op de machteloze M a r i j . De deerli jk toegetakelde v r o u w is intussen aan het e ind van haar krach­ten; haar armen en benen zi jn "aan stucken ge­slagen" en ze heeft een grote w o n d aan het h o o f d "daer het Moet in abondantie uijtliep".

Een van de omstanders, Gijsbert van G i n -hoven, "de roeper" (nachtwaker) , kan het niet langer aanzien en heeft geprobeerd "het slaen te beletten" door bi j Van Beurden de stok u i t

Page 25: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

zi jn handen te slaan. Maar M i c h i e l van Son weet Gijsbert de stok weer af te nemen en dre igt n u h e m daarmee te gaan slaan, "tegens hem seggende: gaet heenen, gij hebt hier niet te doen". De " D r i t t e i m Bunde" , A d r i a e n Berg­mans, v i n d t het nu ook welletjes en probeert Van Beurdens slagen "te stuijten". Tegen zi jn compagnon zegt h i j : "Scheijter uijt; het is ge-noch", en waarschuwend voegt hi j eraan toe: "Slaetse niet op de kop, want soo gijse doot slaat gij sultse voor een goede moeten betaelen ". Blijkbaar v i n d t ook Van Beurden nu dat v r o u w Somers genoeg heeft geleden; samen met z i jn beide gezellen v e r d w i j n t hi j i n het duister van de nacht, z i jn zwaargewonde slachtoffer hulpeloos achterlatend. Michie l van Son is echter "voor de tweede reijse wederom gecomen en heeft noch verder de ongeluckige vrouw soodanich geslaeghen dat (zij) kort daer naer de geest heeft gegeven ". Voordat het zover is, kan M a r i j tegen een aan­komende jongen nog met moeite ui tbrengen: "Gaet, haelt een krengen (een kreugel oftewel kru iwagen) en brengt mijn thuijs zvant ick kan niet gaen". En zo w o r d t M a r i j korte t i jd later door haar dochters met vereende krachten i n een k r u i w a g e n gehesen en naar huis gereden. N i e t lang hierna is ze overleden: "omtrent de clocque twee" is Jan Somers tegen "roeper" Gijs­bert v a n Ginhoven kom e n vertellen dat zi jn v r o u w al aan haar mishandel ing is bezweken.

Het onderzoek van de chirurgi jns , dat de v o l ­gende ochtend heeft plaatsgevonden, levert een lijst v a n v e r w o n d i n g e n op die niet mis is. Z i j constateren dat "den linkerarm effen boven de elleboog gebroken zvas, soodaenich dat een stuk van de {e\\e)pijp daeruijt stack". O o k haar l inkerbeen is gebroken, onder de knie . Verder bevinden zich "op het scheen van ieder been open z'erse xvon-den". Daarnaast vertoont het l i jk "een contusie" (kneuzing) boven de l inker heup. A a n de rech­terzijde van het h o o f d ontdekken de heren me­dic i nog twee w o n d e n , "diep tot op de muskei temporalis", t e r w i j l "de rug zmn agteren bozvn de heupen peers en blauw uijtsiet". De chirurgi jns k o m e n tot de vaststell ing dat deze v e r w o n d i n ­gen zonder twi j fe l tot d o o d van v r o u w Somers hebben geleid.

Intussen is A d r i a a n van Beurden spoorloos u i t T i l b u r g verdwenen. N u de veroorzaker van al d i t leed zich "fugitieff heeft gemaeckt" z i t er voor de rechter niet veel meer op dan h e m bij ver­stek te veroordelen. I n de processtukken w o r d t A d r i a e n omschreven als "van eenen boosaerdi-gen inborst en ongebonden leeven". H e m w o r d t ten laste gelegd dat hi j "godloos genog is ge-zveest" o m samen met V a n Son en Bergmans de v r o u w van Jan Somers "met stocken dusdanig te slaen, haer leeden breeckende, dat de doot daerop

zvas volgende". De voortv lucht ige Van Beurden kan zich beter maar niet meer in T i l b u r g laten zien, want h e m wacht daar niet veel goeds: het vonnis l u i d t nameli jk dat hi j voor zi jn misdri j f "sal zvorden geset in strickte gevancenisse om door de scherprechter (de beul.) soodanich aen den lijve gestrafft te zvorden tot er de dood naer volgen sal". In feite betekent dat dus dat A d r i a e n bij even­tuele terugkeer eenzelfde "behandel ing" staat te wachten als zi jn slachtoffer heeft moeten doorstaan. Ook Van Beurdens "complice", Mich ie l van Son is op de v lucht geslagen. H i j w o r d t "voor altoos uijt de jurisdictie van dese Heerlijckheijt" verbannen "op poene dat hij geapprehendeert" zal w o r d e n als hi j i n T i l b u r g terugkeert en dat er dan alsnog "naader tegens hem geprocedeert sal zvorden ". Beide vluchtel ingen hebben zich niet meer i n T i l b u r g laten zien. Een reden voor h u n woede-u i tbar t ing is nooit boven tafel gekomen.^"

Noten 1. Gemeentearchief Tilburg (GAT), Oud rechterlijl< archief

Tilburg (ORA), Crimineel 44; 1646.

2. G A T , O R A , Crimineel 55; 1647. 3. G A T , Notarieel archief .20, f 28,1658. 4. G A T , O R A , R 6; 01.07.1664. 5. G A T , O R A , Crimineel 110; 18.02.1662. 6. G A T , O R A , R.91; 04.12.1663. 7. G A T , O R A , R.6; 08-01-1682. 8. G A T , O R A , R.6; 10.08.1683. 9. GAT,ORA,R.6;11.07.1686. 10. G A T , O R A , R.6; 23.06.1687. 11. De vrouw van Cornelis van Beurden was lefken Claes

Dingeman Willems van de Rijen. 12. De Parijse Bloedbruiloft (ook Bartholomeusnacht ge­

noemd) vond plaats in de nacht van 24 op 25 augustus 1572. Vanwege het huwelijk van de Franse prinses Margaretha van Valois met de leider van de Franse protestanten (huge­noten), Hendrik van Bourbon, koning van Navarra, waren veel protestanten naar Parijs gekomen. Het plan van konin­gin-moeder Catharina de Medici om bij die gelegenheid een aantal hugenoten om het leven te brengen, leidde die nacht tot grote onlusten. Naar schatting had het bloedbad van die nacht in heel Frankrijk 12.000 tot 20.000 doden tot gevolg; alleen al in Parijs zou het aantal slachtoffers 2000 tot 3.000 bedragen.

13. G A T , O R A , R.6; 16.06.1687. 14. G A T , O R A , R.614; 03.12.1666. 15. G A T , O R A , R.614; 16.04.1669. 16. G A T , O R A , R.627; 08.01.1727. 17. G A T , O R A , R.627; 05.07.1729.

18. Weet iemand tot hoe lang de traditie van meiboomviering in Tilburg in stand is gebleven?

19. G A T , O R A , Crimineel 206; 30.04.1728. 20. G A T , O R A , Crimineel 222 en 223; 1736-1737.

Page 26: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Van de hoed en de rand, een repliek B.J . van S p a e n d o n c k

"You should learn not to make personal

remarks," Alice said with some severity:

"it is very rude." The Hatter opened his

eyes very wide on hearing this.

(Lewis CaroU, Alice's adventures in won­

derland: A mad tea-party).

De eerste kennismaking van C.G.W.P. van der Hei jden met de auteur v a n I n de w o l geverfd l i jk t hem, afgaande op

zi jn recensie, slecht bevallen te z i jn . Dat zou i n 1984 geweest z i jn . Intussen z i jn w e sinds L . A . vier Olympische zomerspelen verder, zodat zelfs bi j een historicus enige vervaging kan op­treden. De " h e v i g geëmotioneerde m a n " , die hi j i n de ouverture v a n z i jn recensie ten tonele voert, was niet degene voor w i e h i j h e m houdt , doch de toenmalige secretaris van de Vereni­g i n g v a n Katholieke Werkgevers i n de Textiel­n i jverheid . De Vereniging van Ti lburgse Fa­br ikanten van W o l l e n Stoffen was i n m i d d e l s opgeheven en de archieven v a n die organisa­tie aan de "rechtsopvolger" t o e v e r t r o u w d . De mededel ing "het was aan m r . B.J. van Spaen­donck te zien, dat h i j a l lerminst g e l u k k i g was

met m i j n aanwezighe id" steunt dus - ook v o l ­gens de toenmalige archivaris Frank Verste­den - niet op een feiteli jke w a a r n e m i n g van V a n der Hei jden, die zich ge lukk ig mocht p r i j ­zen met de m e d e w e r k i n g die hi j ondanks aan­vankeli jke aarzeling toch verkreeg. Reserves b e s t o n d e n er n a t u u r l i j k w e l . O p de eerste plaats op g r o n d v a n de ervaring, dat de raad­pleg ing v a n de archieven d i k w i j l s u i t l i ep op de o n d e r b o u w i n g v a n een voor ingenomen­h e i d v a n de scribent. Bovendien v o r m d e n de i n die t i j d nogal eens voorkomende verzoeken tot raadpleging v a n de archieven een belasting v a n de archiefbemanning, een argument dat door drs. Paul v a n ' t H o o f t , toen secretaris van het Bureau en zelf Utrechts historicus, i n die periode i n een brief aan een andere aanvrager ook als reden w e r d aangevoerd o m geïnteres­seerden te verzoeken de opzet v a n h u n onder­zoek en een aanbeveling van een hoogleraar over te leggen.

"Schoenmaker, bl i j f bi j je leest!" l i jk t V a n der Hei jden mi j voor te houden . Het ware beter geweest, i n d i e n deze studie ondernomen ware door een historicus, die v a n de hoed en de rand weet, i n plaats v a n door een jurist , die niet op de hoogte is " v a n elementaire spelre­gels" v a n het historisch onderzoek. Die o p v a t t i n g w o r d t door Van der Hei jden on­d e r b o u w d met een aantal aanti jgingen en i n ­sinuaties, die ten slotte tot z i jn conclusie voe­ren, dat de academische commissie het m a n u ­script ten onrechte heeft aanvaard als proef­schrift . Die promotiecommissie was als v o l g t samengesteld: prof . dr . W . A . A r t s ; leeropdracht: algemene en theoretische sociologie prof . dr . E.J.J. Schenk; leeropdracht: industr ie ­beleid prof . dr . K.F.E. Veraghtert ; leeropdracht: soci­aal economische geschiedenis prof . dr . A . A . L . G . W e n t i n k ; leeropdracht: ma­nagement v a n p r o d u c t i v i t e i t en k w a l i t e i t van en i n organisaties. H u n oordeel en dat van de promotor , prof . dr . H.F.J .M v a n den Eerenbeemt, heeft meer rele­vantie d a n de uiteenzett ing over de aanpak die V a n der Hei jden zou hebben gevolgd, i n -

Page 27: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

dien hij z ich aan dezelfde studie had gezet. Het is n a t u u r l i j k maar de vraag, of een h is tor i ­cus zich snel - naar het voorbeeld van Gabriël v a n den Br ink - de kennis van zaken kan eigen maken met betrekking tot "association ma­nagement" , arbeidsvoorwaardenbeleid, socia­le zekerheid, handelspoli t iek, ondernemers­overeenkomsten en regionale o n t w i k k e l i n g . O p deze terreinen, die centraal staan i n het proefschrif t met de ondert i te l De Tilburgse wol-lenstoffenindustrie vanuit de optiek van een lokale ondernemersvereniging (1896-1940), heb i k door jarenlange betrokkenheid en studie de nodige expertise o p g e b o u w d . Overigens v o r m t m i j n pro mot ie geen bekro­n i n g v a n een studie als historicus. N o c h de toelat ing van de Rector Magnif icus noch de verleende doctorsbul rept daarover. Daarui t citeer i k : "Krachtens een wi js besluit van onze i l lustere voorgangers is bepaald dat z i j , die i n enige wetenschap zi jn afgestudeerd en een academisch proefschrift hebben v o l t o o i d , een eervol getuigschrif t k u n n e n verkr i jgen ten be­wi jze van h u n inspanningen en v e r w o r v e n kennis . "

Ik heb bli jkbaar vooral de gramschap van C. v a n der Hei jden gewekt met de wi jze v a n ver­m e l d i n g van verschillende auteurs. Het was juist m i j n bedoel ing vooral de geraadpleegde schrijvers over de Ti lburgse w o l i n d u s t r i e aan h u n trekken te laten k o m e n . Het is j ammer dat

enkele onvolkomenheden zoveel n a d r u k moe­ten kri jgen.

Het gegeven dat ik als 75-jarige promovendus niet nog een aantal jaren aan een proefschrift kan besteden, maakt het nog niet tot een "haastklus" . Ik ben r u i m vier jaar nagenoeg f u l l t ime met het onderzoek dat ui te indel i jk re­sulteerde i n d i t proefschrift , bezig geweest. Dat V a n der Hei jden pas kort geleden van m i j n bezigheid hoorde, l i jk t een w a t vreemd argument voor de kwal i f icat ie "haastklus". Bovendien was m i j n opzet aanvankeli jk niet een proefschrift het l icht te doen zien. Een "haastklus" w e r d het pas bij de a fwerk ing van het geschrift, waarvoor het tijdschema vast­stond; toen traden computer-technische pro­blemen op, die door mi j - die wat d i t betreft op enige ervar ing kan bogen, maar niet i n alle op­zichten van de hoed en de rand weet - maar ook door deskundigen niet geheel onder de knie gekregen w e r d e n . Tot m i j n verdriet zi jn aldus i n de tekst een aantal storende fouten b l i jven staan en zelfs na eerdere correctie te­ruggekeerd. Wat betreft de slotvraag van Van der Hei jden: "Heef t hi j n u echt w a t te verbergen?" , ik no­d i g h e m u i t d i t nader te onderzoeken i n de ar­chivalia van de Vereniging van Tilburgse Fabrikanten van W o l l e n Stoffen, die door toe­doen van ondergetekende onlangs zi jn over­gedragen aan het Gemeentearchief.

Van de hoed en de rand, een dupliek C o r G . W . P . v a n der H e i j d e n

Met belangstell ing heb ik kennisgeno­m e n van de (te verwachten) reactie van de ' jonge doctor ' Barend Jan van

Spaendonck op m i j n ui tvoerige bespreking van diens proefschrift . Het is i n de geschiede­nis van d i t t i jdschri f t n o g niet eerder voorge­k o m e n dat er zes pagina's w e r d e n i n g e r u i m d voor een recensie van een dissertatie over een Ti lburgs o n d e r w e r p ; er zi jn zelfs proefschrif­ten over een specifiek T i lburgs o n d e r w e r p ver­schenen die i n Tilburg. Tijdschrift voor geschie­denis, monumenten en cultuur i n het geheel niet besproken z i jn en die het met een signalement i n de r u b r i e k ' T i l b u r g k o r t ' moesten stellen.

Tweederde van de tekst van m i j n bespreking van In de zool geverfd had betrekking op de r i jk­d o m van het boek en i n een relatief kort ge­deelte legde ik de vinger op enkele tekortko­mingen . Dat op het boek fundamentele kr i t iek geleverd kan/moet w o r d e n , kan de recensent niet aangerekend w o r d e n .

O m te v o o r k o m e n dat er nog meer pagina's van de schaarse r u i m t e i n d i t t i jdschrift aan d i t proefschrift besteed moeten w o r d e n , zal ik i n v i j f p u n t e n k o r t en zakeli jk op de reactie van V a n Spaendonck reageren: U i t de reactie v a n V a n Spaendonck op onze

Page 28: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

eerste kennismaking i n de zomermaanden van 1984 b l i jk t dat er i n het 'werkgeversverenigin-genbolwerk ' aan het Reitseplein w e l degeli jk grote scepsis bestond jegens historisch geïnte­resseerde onderzoekers. Ik proef i n deze reac­tie, ook al zi jn w e vier o lympiades verder, eni­ge teleurstel l ing en verbi t ter ing . Immers , ik 'mocht [me] g e l u k k i g pri jzen met de mede­w e r k i n g ' die ik kreeg. Overigens ben ik be­n i e u w d hoe de archiefbeheerders gereageerd zouden hebben i n d i e n een onderzoeker een aanbeveling had overlegd van prof . dr . Ger Harmsen. De kans dat een historisch onder­zoek u i t de school van Harmsen u i t was 'op de o n d e r b o u w i n g van een voor ingenomenheid ' l i jk t me nagenoeg h o n d e r d procent. In de tweede alinea geeft Van Spaendonck er bl i jk van het positieve oordeel, dat vervat is i n de hoofdt i te l die ik m i j n bespreking meegaf, niet begrepen te hebben. Waar ik schrijf dat Van Spaendonck ' v a n de hoed en de r a n d ' weet, bedoelde ik dat de auteur de materie door en door kent en er met veel kennis en i n ­zicht over schrijft, hetgeen het tegendeel is van de interpretatie v a n V a n Spaendonck: 'schoen­maker, bl i j f bi j je leest!' Van Spaendonck interpreteert m i j n o p m e r k i n ­gen over het te lage wetenschappeli jke gehalte van diens proefschrift w e l correct. De opsom­m i n g van de namen van de hoogleraren die deel u i tmaakten van de promotiecommissie .

geeft m i j geen reden m i j n oordeel te matigen. U i t eigen ervar ing weet ik hoe aan de K U B wel eens met de genade meegewerkt w o r d t o m een manuscr ipt met zo w e i n i g mogel i jk averij door de beoordelingscommissie te loodsen. De p r o m o t o r in kwestie, prof . dr . H.F.J.M. van den Eerenbeemt, heeft w a t d i t betreft een zes­de z i n t u i g . Het ware beter geweest indien het manuscr ipt van In de wol geverfd ook was voor­gelegd aan hoogleraren van bui ten de KUB. Prof. dr . E.J. Fischer en prof . dr . C.A. Davids z i jn uitstekend thuis i n deze materie en had­den ongetwi j fe ld o p m e r k i n g e n gemaakt die dicht i n de b u u r t van m i j n kr i t i ek komen. H u n zouden het ontbreken van een echte onder­zoekshypothese, de eenzijdigheid van de bron­nen en de onvol led ighe id van de lijst van ge­b r u i k t e l i teratuur wél zi jn opgevallen. A a n het slot van zi jn reactie valt Van Spaen­donck m i j (waarschi jnli jk onbedoeld) bij met de zinsnede dat In de wol geverfd aanvankeli jk helemaal niet als proefschrift bedoeld was. Ui teraard ben ik Van Spaendonck van harte dankbaar voor z i jn inspanning o m het archief v a n de V e r e e n i g i n g v a n T i lbur gsche Fabr i ­kanten van W o l l e n Stoffen te doen overdragen aan het Gemeentearchief T i l b u r g . Maar ik kan Barend Jan geruststellen: ikzelf zal niet gaan onderzoeken w a t er tot n u toe verborgen is ge­houden . Ik heb m i j n bi jdrage aan deze discus­sie i n voldoende mate geleverd.

Tilburg kort

T i l b u r g signalement X L I V

Jef van Gils, DeafstnmmeUngen van Goessen

Wijnsomven. Van Besau, Besouw, Bezouiv, Besomoen

('s-Hertogenbosch, Stichting Brabantse Regionale

Geschiedbeoefening, 2000), 300 blz., geb. ISBN

90-72526-44-9, ƒ 70,-. Verkrijgbaar bij de auteur

(tel. 013-505 20 53).

N.B. Tilburgse tak, p. 64-93; Berkelse tak p. 119-156;

Goirlese tak p. 184-265.

L.F.P.M. de Brouwer, 'Erfenisperikelen ten tijde van

pest', in: De Brabantse Leeuw, 49,2000, nr. 2, p. 74-83.

Paul van Dun, ' " I was overjoyed to find your bid­

prentjes". De grensoverschrijdende website van het

Tilburgse gemeentearchief', in: Noordbrabaiits

Historisch Nieuwsblad, 14, 2000, nr. 4, p. 1-5.

Leo Adriaenssen, 'Oisterwijkse kammen (vervolg)'.

in: De Kleine Meijerij, 51, 2000, nr. 3, p. 75-92.

N.B. Tilburgse lakennijverheid 15''-17'' eeuw passim.

Anna van der Burgt, 'Guido Geelen geeft klei een

nieuw gezicht. Varkentjes, aronskelken en een naakt

schaap', in: Brabant Cultureel, jrg. 49, nr. 7/8,

sept./okt. 2000, p. 26-29.

N.B. Kunstenaar woont en werkt in Tilburg.

Thijs Kemmeren, Norbert de Vries en Piet Wiercx

(red.), Goirtenaren en hun brandweer, jaarboeti 1999

(Goirle, Heemkundekring 'De Vyer Heertganghen',

2000), 129 blz., geïll.

N.B. Tilburg passim.

Jef van Gils en Frank van Gils, Drie eeuzoen landbouzo-

geschiedenis van Coirte (Goirle, 2000), 243 blz., geïll.,

ISBN 90-9014271-1, ƒ 52,50.

N.B. Tilburg passim.

Meghan Ferril, Bo.2 architectuur en adviseurs. Bollen

1995-2000 (Tilburg, Bo.2 architecten en adviseurs,

2000), 80 blz., geïll.

Jan Smits, Berkel Con Brio. Een kroniek van de muziek in

deparochie van Sint Willibrordus te Berkel. 35 jaar

Gemengd Koor Sint Willibrordus (2000), 59 blz.

Ronald Peeters en Karei Tomeï, Tilburg, 'n beeld van

een stad (Tilburg, Stads V V V Tilburg, 2000), 128 blz.,

ISBN 90-9013922-2, geïll.,ƒ49,95.

Maike Oosterbaan en Catja Edens, De Reeshof ont­

dekt. Een tocht langs architectuur en stedenbouzv van

Tilburgs grootste uieuzvbouzvzoijk (Tilburg, C A S T ,

2000), 64 blz., geill., ISBN 90-805807-1-6, ƒ 17,50.

Paul Spapens, Sinterklaas is jarig. 100 jaar openbare

Sint-Nicolaasviering in Tilburg (Tilburg, Syntax

Publishers, 2000), 135 blz., geïll., ISBN 90-361-9940-

9, ƒ 35.

Karei de Beer, Tilburgs bijnamenboek. Een terugblik op

het Tilburg van de voorbije eeuzeen in bijnamen (Tilburg,

2000), 142 blz., ISBN 90-6663-045-0, ƒ42,50.

R o n a l d Peeters

D e geboorte v a n het eerste Regionaal His tor isch C e n t r u m i n Noord-Brabant

Per 1 januar i 2001 zal de oude naam Gemeentearchief T i l b u r g (GAT) de-

Page 29: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

finitief in het archief v e r d w i j n e n . M e t ingang van die d a t u m zal de n ieuwe naam Regionaal Historisch C e n t r u m T i l b u r g (RHCT) ingevoerd w o r d e n . U zul t zich afvragen w a a r o m dat n o d i g is. I n d i t artikeltje zal ik dat proberen toe te l ichten. Toen i n 1997 de fusie met het streekarchief Het K w a r t i e r van Ois terwi jk plaatsvond, was het gemeentearchief i n een klap een dienst­verlenende inste l l ing voor T i l b u r g en de omliggende plaatsen Goirle , H i l v a ­renbeek, Loon op Z a n d en Oisterwi jk. In 1999 k w a m daar de gemeente D o n ­gen nog bi j . We voelden toen al dat de oude naam niet meer lang k o n bl i jven bestaan: die deed geen recht aan de re­gionale functie die met steeds meer succes v e r v u l d w e r d . Het management w e r k t e aan een n ieu­we Kerntakennota voor de periode 2001-2006. Daar in z o u een v a n de beslispunten voor het college de naamgeving w o r ­den. De doorslaggevende helpende hand, w a t betreft de naamgeving, k w a m deze keer van het Rijk. Het rap­por t 'Arch ieven i n de Etalage' geeft d u i d e l i j k aan dat het zaak is voor ar­chiefdiensten o m schaalvergroting na te streven. B u n d e l i n g van krachten v a n c u l t u u r h i s t o r i s c h e i n s t e l l i n g e n (musea, r i jksarchieven, gemeentear­chieven en bibl iotheken) i n Regionaal Historische Centra k u n n e n ervoor zor­gen dat er per provinc ie een aantal

krachtige en klantgerichte instel l ingen k o m e n die k u n n e n vo ldoen aan de be­hoefte aan goede informat ievoorzie­n i n g op cul tuurhis tor isch terrein. De r o l v a n de digi ta l i ser ing van b r o n ­nen is daarbij cruciaal. Steeds meer mensen w i l l e n op een andere manier kennisnemen van het verleden op een t i jdst ip dat h u n schikt. De b o v e n b o u w van het onderwi js w o r d t een steeds grotere afnemer van de beschikbare kennis. I n deze gedachtegang konden w i j ons goed v i n d e n en aldus ontstond het idee o m i n Brabant het eerste R H C van de g r o n d te t i l l en . Door de v o r m i n g van een R H C k u n ­nen w e een bi jdrage leveren aan het streven o m de integratie van erfgoed­instel l ingen een stapje verder te bren­gen. Mede gelet op het bovenstaande heeft het college van burgemeester en wet­houders van de gemeente T i l b u r g met inachtneming van de bestaande hel­dere dienstverleningsovereenkomsten met de omliggende gemeenten geko­zen voor een w i j z i g i n g v a n de naam­geving van het gemeentearchief. Door te kiezen voor de n ieuwe naam k u n ­nen er wel l i ch t i n T i l b u r g onder de pa­r a p l u van het Regionaal Historisch C e n t r u m T i l b u r g nog een heleboel mooie d ingen tot stand komen, die al­lemaal i n het belang z i jn van de stede­li jke en regionale cul tuurhis tor ie . Ze­ker voor de burgers i n en bui ten het

werkgebied die op een professionele wi jze gebruik w i l l e n maken van het ri jke verleden van T i l b u r g en omstre­ken.

W i m Reijnders , gemeentearchivaris

Architectuurgids D e Reeshof

Het C e n t r u m voor Archi tectuur en Stedenbouw T i l b u r g (CAST) heeft een aardig boekje over de jonge stadswijk de Reeshof uitgegeven. Een fietstocht is uitgezet i n een tiental onderdelen van deze vanaf 1979 aangelegde w i j k i n het westen van T i l b u r g . De beide auteurs, Maike Oosterbaan en Catja Edens, laten ons kennismaken met de grote verscheidenheid aan w o n i n g -bouwarchi tec tuur van de laatste 25 jaar. De tocht voert ons m i n of meer chronologisch door deze enorm uitge­breide stadswijk (er moeten uiteinde­l i jk 40.000 mensen gaan wonen) . Zi j schetsen de diversiteit i n stedenbouw­k u n d i g e o n t w i k k e l i n g : van het gezelli­ge of 'n ieuwe t r u t t i g h e i d ' , zoals zij dat noemen, van de jarenzeventig wi jken Gesworen Hoek en Huibeven, met kronkel ige labyrintische stratenpatro-nen en bakstenen woningen , via strak­ke en rechte straten zoals i n Campen-hoef en Heerevelden, tot modernist i ­sche en romantische architectuur i n D a l e m - N o o r d of stadse en dorpse ar­chitectuur i n D a l e m - Z u i d eind jaren negentig. Met de aanleg van DE W i j k vanaf 2000 w o r d t het stadsdeel ste­d e n b o u w k u n d i g ten slotte afgerond. De fraaie foto's van Studio Van Dus-seldorp, bekend o m zi jn architectuur­fotografie, ondersteunen de informa­tieve tekst die afwisselend over de ste­d e n b o u w k u n d i g e opzet en over de ar-chitctuur gaat. Deze uitgave is een goed init iat ief van CAST. Zo mogen er over de stad meer fietsgidsen komen.

R o n a l d Peeters

Maike Oosterbaan en Catja Edens, De Reeshof ontdekt. Een tocltt langs architec­tuur en stedenbouw van Tilburgs grootste nieuwbouwwijk (Tilburg, CAST, 2000), 64 blz., geïll., ISBN 90-805807-1-6, f 17,50.

Het De Pont-complex in 20ÜÜ, met linksboven liet centrum voor hedendaagse kunst De Pont, een van de foto's uit 'Tilburg, 'n beeld van een stad' (Foto Karei Tomeï).

Page 30: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

T i l b u r g , ' n beeld v a n een stad

Ronald Peeters en Karei Tomeï teken­den voor een n i e u w , uitermate fraai fotoboek over T i l b u r g dat onder de t i ­tel Tilburg, 'n beeld van een stad is ui tge­bracht door de Stads V V V T i l b u r g . Het duo werkte al eerder samen aan het boek Tilburg van boven, dat i n 1980 u i t k w a m .

Foto's anno 2000 w o r d e n i n Tilburg, 'n beeld van een stad afgewisseld met beeldmateriaal u i t vroegere jaren. Voor een f l i n k deel betreft dat de eer­ste decennia van de twint igste eeuw, toen T i l b u r g i n een f l inke groeifase zat en van een verzameling herdgangen groeide tot een m i n of meer aaneenge­sloten stad. Naast vergel i jk ingen van de vele luchtfoto's met materiaal u i t het begin van de eeuw, is met name voor de naoorlogse n i e u w b o u w w i j k e n ook de vergel i jking gemaakt met fo­to's u i t de jaren zestig en zeventig. De snelle veranderingen die i n T i l b u r g hebben plaatsgevonden i n de bebou­w i n g en b e w o n i n g zi jn daardoor uiter­mate goed zichtbaar.

Wat mi j al t i jd opval t bi j luchtfoto 's is het vele groen dat i n T i l b u r g zichtbaar is, ondanks het feit dat er i n het centra­le deel van de stad toch betrekkeli jk w e i n i g parken zi jn. Het heeft natuur­l i jk ook te maken met het t i jdst ip waarop luchtfotograaf Karei Tomeï de foto's gemaakt heeft. O p pagina 58-59 is een m o o i voorbeeld te zien v a n w a t bedoeld w o r d t . L inks de paginagrote l u c h t f o t o v a n de gr oe ne o m g e v i n g Boerhavestraat / Prof. Donderss t raa t met daarnaast enkele foto's u i t 1930, waarop de nieuwe aanplant van boom­pjes zichtbaar is. Een soortgeli jk beeld is te zien op de pagina's 28 en 29 van de omgeving Bredaseweg tussen de watertoren en het centrum. Mede door het kerkhof en het (voormalige) mis­siehuis is f l i n k w a t groen zichtbaar op de foto.

Tilburg, 'n beeld van een stad is een echt ki jkboek. Het is bu i tengewoon fraai vormgegeven met verschillende 'grap­jes' w a a r b i j g e b r u i k w o r d t gemaakt van de vanui t de lucht goed zichtbare vormen die i n de stad v o o r k o m e n . De samenstellers hebben bewust gekozen voor veel beeld en w e i n i g tekst.

'Rijden op tafel', een mooi gebruik dat helaas hard aan het verdwijnen is. Deze foto is gemaakt in 1955 (part. coll.).

Voora l voor diegenen die w a t m i n d e r goed bekend zi jn i n T i l b u r g had opna­me v a n een kaart met een globale w i j k -a a n d u i d i n g niet misstaan. Wie de stad k e n t zal zeker w e t e n w a a r h i j alles moet zoeken, maar - zoals b e k e n d -zien gebouwen, straten en ple inen er v an u i t de lucht soms verrassend an­ders u i t . Tilburg, 'n beeld van een stad v ie l goed i n de smaak, w a n t het boek is i n m i d ­dels aan een h e r d r u k toe.

H e n k v a n D o r e m a l e n

Ronald Peeters en Karei Tomeï, Tilburg, 'n beeld van een stad (Tilburg, Stads VVV Tilburg, 2000), 128 blz., ISBN 90-9013922-2, geïll., f49,95.

Sinterklaas is jar ig

Paul Spapens, journal is t bi j het Bra­bants Dagblad, o n t w i k k e l t z ich meer en meer tot specialist op het gebied v a n de v o l k s k u n d e i n M i d d e n - B r a ­bant. N a verhalen over uiteenlopende onderwerpen als de kapellen, kermis , carnaval, smokkelen, heil igen, dr ieko­ningen, volksdevot ie en andere t r a d i ­ties, vermeende tradities of weer her­n i e u w d e tradities, was het onont­koombaar dat Sinterklaas aan de beurt moest komen. De Goedhei l igman die zeker bi j de dertigers en ouderen nog bekend is van het 'op tafel r i j d e n '

hoefde i n vroegere t i jden nog niet te concurreren met de u i t de States over­gewaaide en commercieel h a n d i g u i t ­gebuite Kerstman. Sinterklaas h a d vroeger het r i jk alleen. Pas als hi j weer naar Spanje was, mocht de kerstver­siering tevoorschijn k o m e n . Paul Spa­pens is een v a n de vele mensen die zich mateloos i r r i teren aan het verpes­ten van het St. Nicolaasfeest door m i d ­denstanders en grootwinke lbedr i jven die het niet k u n n e n nalaten o m begin november de kerst al i n beeld te heb­ben. Die i rr i ta t ie was overigens niet de aan­l e i d i n g voor een boek over Sint-Nico-laas. De directe aanleiding was het feit dat het d i t jaar precies h o n d e r d jaar geleden was dat de Sint z i jn o p w a c h ­t i n g i n T i l b u r g maakte. 100 jaar open­bare Sint-Nicolaasviering i n T i l b u r g is d a n ook de ondert i te l v a n het boek i n cadeauverpakking

Sint-Nicolaas i n T i l b u r g gaat u i teraard ook over de aankomsten i n de Pius-haven, de tegenstelling n o o r d - z u i d (met aparte elkaar beconcurrerende comités), de overwegen waar de d i ­verse klazen elkaar i n vroegere dagen weieens tegenkwamen (het schrik­beeld v a n de ouders, w a n t leg dat maar eens u i t ) , de aankleding van de Sint, het bezoek thuis (wat voor onge­veer 1950 voorbehouden was aan de w a t beter gesitueerden) en nog veel meer v a n die onderwerpen. O n v e r m i j ­del i jk k o m e n ook de Tilburgse Sinter-

Page 31: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

klazen aan b o d . Er was op die m a r k t nogal w a t concurrentie, maar de enige echte Sinterklaas luisterde naar de naam Bart Mutsaers (1901-1919), Frie van Moorsel (1920-1940), André van Moorsel (1945-1955), Jan Oosterbaan (1956-1961), D o n van Gijsel (1962-1966), Jacques Berben (1967-1989) en W i l l e m v a n Heijst (1990-2000). Hoe g i n g de intocht vroeger, waar k w a m het geld vandaan, hoe z i t het met het zetten van de schoen, wanneer ontstond de k lo t te rmarkt , waar k w a ­m e n de paarden vandaan? A l die as­pecten w o r d e n door Spapens behan­de ld . Het boek is geïllustreerd met veel foto's, d i k w i j l s ook kiekjes u i t fa­mi l iea lbums, die kwal i ta t ie f wel is ­waar niet zo goed zi jn, maar die histo­risch zeker waarde hebben. De oudst bekende foto dateert u i t 1920. Sinter­klaas is jarig h a d w a t m i j betreft na­t u u r l i j k ook kleurenfoto 's mogen be­vatten, zodat de prachtige kostuums van de Sint, de Pieten en het gevolg er ook u i t w a r e n gekomen. Maar daar hangt een prijskaartje aan.

H e n k v a n D o r e m a l e n

Paul Spapens, Sinterklaas is jarig. 100 jaar openbare Sint-Nicolaasviering in Tilburg (Tilburg, Syntax Publishers, 2000), 135 blz., geïll., ISBN 90-361-9940-9, f35.

T i l b u r g s b i j n a m e n b o e k

De auteur heeft voor de zekerheid maar vast een antwoordkaar t i n z i jn boek gelegd met de oproep o m aan­v u l l i n g e n en o p m e r k i n g e n te geven, ' i n verband met een eventuele tweede d r u k ' . D i t boek is dus niet af en dat kan het n a t u u r l i j k ook nooit z i jn . A l le­zende w o r d t al snel d u i d e l i j k dat d i t boek een typisch p r o d u c t is van een verzamelaar. En een typische eigen­schap van verzamelaars is dat zij h u n verzamel ing n u eenmaal nooit com­pleet k u n n e n kr i jgen. D i t boek l i jk t daarom w e l een beetje op het T i l ­burgse woordenboek van Frans Ver­bunt , die daarvan al zeven 'perbeer-sels' heeft uitgegeven.

Een boek over b i jnamen uitgegeven, is een goed init iat ief . Bi jnamen vastleg­gen, is net zoals het vastleggen van het Tilburgse dialect, belangri jk voor de

lokale geschiedschri jving en volkscul ­t u u r . Het boek, met zo 'n d u i z e n d b i j ­namen, is i n vier hoofds tukken ver­deeld: hoofds tuk 1 personen waarvan de werkel i jke naam bekend is; h o o f d ­stuk 2 personen waarvan naam niet bekend is en de zogenaamde groeps-of soortnamen; hoofds tuk 3 schoolse bi jnamen (leraren en leraressen) en hoofds tuk 4 gebouwen, straten en 'an­dere spraakmakende zaken' . Toch maakt De Beer er zich soms mak­kel i jk van af. Het l i jkt w e l of hi j het boek perse n u u i t w i l d e brengen. Het heeft alles v a n een haastklus. M e t name veel data en juiste identif icatie van personen k o n hi j met een beetje moeite i n het Ti lburgse gemeentear­chief natrekken. A l s je het bi jvoor­beeld over 'de dames Diepen ' hebt, en je weet dat dat mogel i jk de ongehuw­de dochters van Diepen-Strater k u n ­nen zi jn , dan z i jn de namen van die dochters zo op te zoeken.

Het boek had, w a t mi j betreft, ook be­ter geïllustreerd kunnen w o r d e n , dan k w a m e n vele personen meer tot leven. O p v a l l e n d is ook dat veel foto's die er i n staan, afkomstig zi jn u i t de collectie van E. Pierson, maar die heeft bl i jk­baar reproducties bij het gemeentear­chief bestelt, w a n t u i t die collectie ko­men ze. Het Ti lburgse bi jnamenboek is een leuk boek o m vele keren door te blade­ren. Steeds weer k o m je bi jnamen te­gen die je kent. Ik k i jk n u al u i t naar het volgende 'perbeersel'.

R o n a l d Peeters

Karei de Beer, Tilburgs bijnamenboek. Een terugblik op het Tilburg van de voorbije eeuwen in bijnamen (Tilburg, 2000), 142 blz., ISBN 90-6663-045-0, f42,50.

nis hel .\lo>!cnliiieiiiickc, in dc liiitidtiuhsinuil icüll. GAT).

Page 32: Jaargang 18 – 2000 – nummer 3

Begunstigers:

BREDASEWEG 207 5038 NE Ti lburg Tel . 013-535 23 25 Fax 013-535 23 21

VAN RAAK STAAL B.v.

VêLLENHOVEN-OLIE

AANNEMINGSBEDRIJF

C.J.M. VAN GAALB.V. TILBURG

D E B R O N V O O R E L K E D A G

H o L L A P o e l m a n ^ A D V O C A T F. N

100 JAAR CATALONIËEIa VERPAKKINGEN BV

1900 2000

Gianotten Boeken, CD's & Multimedia

Emmapassage 17 Tilburg.Tel. (013) 4651111

Ua/

Rabobank Tilburg

QQO Bressers sinds 1893

Melis Gieterijen b.v. Tilburg

eiilfmii d r u k k e r i j

BREDASEWEG 61 TILBURG _ TEL 013-542 50 50 _

G R O E P Z O R G V E R Z E K E R I N G E N

BELLEN !