JAARBERICHT 2012 - Jaarverslag Fonds Sluyterman van...

15
JAARBERICHT 2012

Transcript of JAARBERICHT 2012 - Jaarverslag Fonds Sluyterman van...

JA A R B E R I C H T 2 0 1 2

COLOFON

SAMENSTELLING EN TEKST:

FONDS SLUYTERMAN VAN LOO, BEVERWIJK

ARS MEMORANDI, AMSTERDAM

ESSAY:

HIEKE JIPPES, AMSTERDAM

EINDREDACTIE:

ENKLAAR EDITING, AMSTERDAM

ONTWERP:

M A T ONTWERP, DEN HAAG

GRAFIEK:

STUDIO JOOST VAN GRINSVEN, AMSTERDAM

ILLUSTRATIES:

CRISTINA GARCIA MARTIN, AMSTERDAM

FOTO:

ROEL VAN NOREL FOTOGRAFIE, HOLLANDSCHE RADING

DRUK:

ANDO, DEN HAAG

OPLAGE:

1700 EXEMPLAREN

VELSERWEG 20

1942 LD BEVERWIJK

T 0251 - 260 650

F 0251 - 260 651

[email protected]

WWW.FONDSSLUYTERMANVANLOO.NL

JA A R B E R I C H T 2 0 1 2

2 - J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 3

FOND S SLUY T ER M A N VA N LO O ! OUDERENPROJECTEN B EVOR DERT

HET WELB EVINDEN VA N OUDER EN IN NEDER L A ND EN IN HET

C A R IB IS CH DEEL VA N HET KONINK R IJK .

HET FOND S ONDER ST EUN T INIT IAT IEVEN EN PRO JECT EN DIE

ZI CH R I CHT EN OP WA A R DI G HEID, ZIN G EVIN G, AU TON OM IE EN

WELB EVINDEN VA N OUDER EN.

HET FOND S DR A AGT B IJ A A N S O CIA A LWET ENS CHA PPELIJK

ONDER ZOEK .

HET FOND S H OUDT HET BUIT EN G OED A K ER ENDA M IN B EVERWIJK

IN STA ND.

Op Akerendam was in de zomer van 2012 – in het kader van het Jaar van de Historische Buitenplaats – een

tentoonstelling te zien van bloemperken die samen vijf eeuwen tuinkunst omvatten. Centraal hierbij stonden

de diverse modes en stijlen in de aanleg van kleurrijke bloemperken door de eeuwen heen. Voor zover bekend

was deze ontwikkeling nooit eerder aan de hand van speciaal ontworpen bloemperken getoond. Bloemperken

zijn een vorm van seizoensbeplanting waarbij men met behulp van vooral eenjarige planten en bolgewassen

kleurrijke patronen creëert. Iedere tijd gaf haar eigen invulling aan dit fenomeen.

Foto: ‘broche’ eind 19e eeuw

4 -

VLIEGWIELFUNCTIEDoor samen te werken met relevante partners kunnen wij met inzet van rela-

tief weinig financiële middelen een vliegwielfunctie vervullen. Een voorbeeld

hiervan is de voorbereiding van een landelijk stimulerings- en faciliterings-

programma dat ertoe moet leiden dat meer ouderen in kunst en cultuur par-

ticiperen. In dit kader hebben we samen met Stichting RCOAK, het Landelijk

Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) en het Fonds voor

Cultuurparticipatie een intentieverklaring voor samenwerking in de komen-

de vier jaar ondertekend. Met het drukbezochte congres ‘Ouderen en Kunst-

beoefening’ (januari 2012), en de publicatie van het in opdracht van Fonds

Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en LKCA geschreven rapport ‘Kunst-

beoefening met ambitie’* hebben we veel in beweging gebracht. Uit congres

en onderzoek blijkt overduidelijk dat kunstbeoefening daadwerkelijk bijdraagt

aan het fysieke en mentale welbevinden van ouderen. Maar we leerden ook dat

er te weinig specifiek op ouderen gericht aanbod is, en dat er nogal wat belem-

meringen moeten worden weggenomen om ouderen over de streep te kunnen

trekken. In een aantal Europese landen en in de VS is men hier veel verder

mee, en daar kunnen we in Nederland ons voordeel mee doen.

Inmiddels hebben ook het VSB Fonds en de Nederlandse Organisatie voor

Vrijwilligers (NOV) zich aangesloten bij de samenwerking. Wij hopen zomer

2013 met de ministeries van OCW en VWS een convenant te sluiten, dat erop

gericht is gezamenlijk te bevorderen dat kunst- en cultuurparticipatie door ou-

deren, zowel in actieve als passieve zin, substantieel toeneemt.

Krachten bundelen om gezamenlijk iets tot stand te brengen wat effectief in-

speelt op een duidelijke behoefte bij ouderen: dat is een nieuwe rol die wij als

fonds graag vervullen.

VITALITEIT ONTMOET KWETSBAARHEID !2013"2014#Aan ons thematisch subsidieprogramma ‘Vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’,

dat wij in samenwerking met onze partner Stichting RCOAK ontwikkelden,

ligt dezelfde gedachte ten grondslag: een beweging op gang brengen. Vitale se-

VO ORWO OR D J A A R B E R I C H T 2 0 1 2

De rol die ons fonds in de samenleving speelt, is aan het veranderen. In 2011

hielden wij ons intensief bezig met het herijken van ons beleid. In 2012 is hier

verder uitvoering aan gegeven.

Heroriëntering van de rijksoverheid op haar taken, wat gepaard gaat met ver-

gaande bezuinigingen en het overhevelen/teruggeven van verantwoordelijkhe-

den aan de civil society, de burger, nopen ook ons tot een herbezinning op onze

maatschappelijke positie.

Wij zien het niet als onze taak – en zijn evenmin in staat – om datgene op te

pakken wat het rijk afstoot. Maar we doen wél meer dan uitsluitend het hono-

reren van de meest veelbelovende aanvragen die bij ons binnenkomen. Het ac-

cent van ons werk verschuift naar agendasetting, het stimuleren van discussie

en het bijdragen aan een positieve beeldvorming over ouderen. Wij trachten

de ouderensector te prikkelen om intelligent en innovatief in te spelen op de

actualiteit, waarbij wij als motto hanteren: “Kijk niet naar wat niet (meer) kan,

maar naar wat (nog) wél mogelijk is.”

Dit jaarbericht geeft in beknopte vorm een beeld van de diverse manieren

waarop wij in 2012 dit motto in de praktijk hebben gebracht. In ons volle-

dige jaarverslag worden deze nader toegelicht. Zie hiervoor http://jaarverslag.

fondssluytermanvanloo.nl.

Namens het College van Regenten

Mr Els H. Swaab, voorzitter

J A A R V E R S L A G 2 0 1 2 - 5

*Dit onderzoek werd

uitgevoerd door het

Landelijk Expertisecen-

trum Sociale Interventie;

medefinanciers zijn

Ministerie van VWS,

Rabobank Foundation en

Pius Stichting.

6 - J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 7

2012 was in dit opzicht een bijzonder jaar. In ons reguliere subsidieprogram-

ma behandelden wij aanmerkelijk minder aanvragen dan in 2011. En van die

aanvragen wezen we er naar verhouding aanzienlijk meer af dan in voorgaande

jaren (2012: 37%, 2011: 22%). Diverse oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen:

• we hebben vaker gezien dat in tijden van bezuinigingen het aantal aanvragen

afneemt, alsook de kwaliteit ervan;

• in 2012 namen we geen aanvragen voor inrichtingskosten van zorginstel-

lingen meer in behandeling. Dat waren er voorheen zo’n honderd per jaar;

• ons thematisch subsidieprogramma ‘Vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’

concurreerde met ons reguliere programma: een behoorlijk aantal projecten

zou, zonder het themaprogramma, in ons reguliere programma zijn

aangeboden;

nioren zijn als vrijwilliger belangrijk voor kwetsbare ouderen. De ontmoeting

tussen ‘kwetsbaar’ en ‘vitaal’ kan de kwaliteit van leven voor beiden verhogen.

Dát is de kern van dit themaprogramma. Wij zien de gevolgen van de verso-

bering van formele zorg en ondersteuning als gevolg van bezuinigingen en

stelselwijzigingen. Denk aan de AWBZ, de WMO en het persoonsgebonden

budget. Dit is aanleiding geweest voor beide fondsen om met het programma

‘Vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’ aan de slag te gaan – een broodnodige aan-

vulling op andere goede particuliere initiatieven waaruit de zorg voor elkaar,

het omzien naar elkaar, spreekt.

Met dit themaprogramma willen wij onderzoeken hoe tussen vitale senioren

en vitale ouderen betekenisvolle ontmoetingen tot stand gebracht kunnen wor-

den. Wat werkt, wat werkt niet, wie zijn die kwetsbare ouderen, waarvoor zou-

den ze hulp willen krijgen, hoe bereiken we hen; wat hebben vitale senioren

nodig om van betekenis te kunnen zijn?

De belangstelling vanuit het veld was overweldigend. Een brede publiciteits-

campagne – waarvoor we van talloze organisaties belangeloze medewerking

kregen – leidde tot 465 vooraanvragen. Na twee intensieve selectierondes ho-

noreerden de beide fondsen uiteindelijk 40 projecten met een bedrag van in

totaal ca. 1,4 mln euro. Deze projecten gaan in de eerste helft van 2013 van

start. Het ministerie van VWS heeft met belangstelling van deze projecten ken-

nisgenomen. Zij zullen als voorbeelden worden meegenomen in het transitie-

programma WMO.

EEN SUCCESVOL JAARFonds Sluyterman van Loo wil de levenskwaliteit van ouderen bevorderen. Wij

doen dat door ieder jaar honderden projecten die zich hierop richten financieel

te ondersteunen. Ons fonds financiert met het reguliere subsidieprogramma

een breed scala aan initiatieven, waarvoor organisaties bij ons een aanvraag

kunnen indienen. Daarnaast voert ons fonds tweejaarlijkse thematische subsi-

dieprogramma’s uit.

TOEKENNINGEN EN AFWIJZINGEN !EXCL. PREMIEPL AN "

300

225

150

75

0

201020092008 2011 2012

2008 2009 2010 2011 2012

Toekenningen 235 237 274 295 200

Afwijzingen 93 95 97 138 135

TOEKENNINGEN EN AFWIJZINGEN !EXCL. PREMIEPL AN "

300

225

150

75

0

201020092008 2011 2012

2008 2009 2010 2011 2012

Toekenningen 235 237 274 295 200

Afwijzingen 93 95 97 138 135

8 - J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 9

hierover veel gesproken; steeds meer deskundigheid is beschikbaar. De tijd

lijkt rijp om hiermee daadwerkelijk aan de slag te gaan.

VIJF EEUWEN BLOEMPERKENIn het park van Akerendam organiseerden wij in 2012 in het kader van

het themajaar ‘Historische buitenplaatsen’ de tentoonstelling Vijf eeuwen

bloemperken. De expositie liet zien hoe de ‘tuinmode’ door de eeuwen heen

ingrijpend veranderde. Van mei tot september genoten vele duizenden be-

langstellenden van een ware bloemenzee. Mede dankzij de bergen werk die

een team van enkele professionals en ca. tachtig vrijwilligers verzette, werd

de tentoonstelling een groot succes.

OUD EN NIET AFGETAKELDUw bijzondere aandacht vragen wij voor het essay Oud en niet afgetakeld, dat

de journaliste Hieke Jippes op ons verzoek schreef (zie p. 10-19). Het is een

persoonlijke beschouwing geworden over leef-tijd, ouder worden, over hoe

wij naar ouderen kijken en hoe wij hen behandelen. Haar conclusie luidt

‘Relevant blijven, ook al ben je oud en – door verlies van werk en van licha-

melijke presentie – niet meer zo zichtbaar, is de opgave die met oud worden

gepaard gaat. Medemensen moeten daar oog voor hebben, maar ouderen

moeten daaraan ook zelf werken.’

• de organisatie en de beoordeling van het themaprogramma legde een groot

beslag op onze projectadviseurs; hierdoor ontstond vertraging bij de behan-

deling van de ‘gewone’ aanvragen, waarvan er een 70-tal pas in 2013 in be-

handeling genomen kon worden.

Per saldo echter, was 2012 een bijzonder succesvol jaar. Het reguliere traject

en het themaprogramma hebben er samen voor gezorgd dat we nog nooit zo-

veel projecten aangeboden kregen.

VERDUUR ZAMING VAN PROJECTEN EN NIEUWE SAMENWERKINGSVORMEN We worden enthousiast van initiatieven waarbij verder wordt gekeken dan

de duur van een project, van ideeën die gericht zijn op echte verandering en

van mensen die, naast inhoudelijke kennis en betrokkenheid, over een zekere

mate van ondernemerschap beschikken. Als aan deze en enkele andere rand-

voorwaarden is voldaan, gaan we soms al in de beginfase rond te tafel zitten

om samen na te denken over de uitwerking van het idee. Dit kan leiden tot een

langdurig partnerschap.

Formeel ondersteunen we alleen stichtingen en verenigingen zonder winst-

oogmerk. Maar we mogen onze ogen niet sluiten voor de ontwikkeling dat

steeds meer mensen als zzp’er gaan werken, en dat uit deze hoek vaak crea-

tieve, innovatieve en ondernemende ideeën ontstaan. We willen er, samen met

collega’s, over nadenken hoe wij hierop kunnen inspelen. Dit geldt eveneens

voor de manier waarop wij projecten financieren. In nagenoeg de meeste ge-

vallen doen wij dit met een bijdrage à fonds perdu.

In 2012 zijn we begonnen met het verstrekken van leningen. De komende

jaren willen we ook gaan experimenteren met het investeren in beloftevolle

ideeën, die uitgaan van een verdienmodel, want die vorm geeft uiteindelijk de

meeste kans op verduurzaming van een project. In de fondsenwereld wordt

1 0 - J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 1 1

AMSTERDAM, 15 februari 2013 – U, die dit leest! Hoe oud bent U eigenlijk?

Denkt u soms dat dit onderwerp u niet aangaat? Wat een misverstand. We

reizen – u en ik – allemaal gelijkelijk door de tijd, van een toevallig begin naar

een zeker einde. Degenen die ouder zijn dan u zijn alleen iets eerder bij dat

begin op de trein gestapt.

ZILVERKLEURIGE GOLFDe groep van gevorderden in jaren is geen categorie die bij voorbaat met veel

sympathie wordt bejegend. In ons welvarende Westen gaan per dag meer wer-

kenden met pensioen dan dat er werkenden bijkomen. Dat draagt bij aan het

negatief benoemde leger van ‘pensionado’s’. De vergrijzing van de samenle-

ving zou hun schuld zijn. Wat het nog erger maakt, is dat het bij deze oude-

ren niet gaat om in het zwart gehulde, krom gewerkte handarbeiders met een

versleten geest en lichaam, maar om een zilverkleurige golf van babyboomers:

lichamelijk en geestelijk goed geconserveerde zestigplussers die vaak nog een

derde van hun leven voor zich hebben. Hun langzame afsterven duurt langer

dan de periode om van klein kind volwassen te worden.

Ik weet hoe het voelt om tot die golf te behoren, want ik maak er zelf deel

van uit. Net als velen van hen ben ik – als een echt kind van de generatie die

sinds de Tweede Wereldoorlog alles voor de wind ging – vastbesloten niet toe

te geven aan dat ik-weet-dat-de-vakantie-ten-einde-loopt-gevoel en vooralsnog

optimistisch over de maakbaarheid van mijn eigen lot te denken.

HIEK E JIPPE S

O U D E N N I ET A F G ETA K E L D

ONTMOETING STAAT CENTRAAL " In het kader van het themaprogramma ‘Vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’ worden veertig projecten uitgevoerd. Het gaat om initiatieven waarbij een concrete activiteit met betekenisvolle ontmoeting tus-sen vitale senioren en kwetsbare ouderen centraal staat. De ontmoeting versterkt de kwaliteit van leven van beiden.

1 2 - J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 1 3

WANNEER BEN JE OUD?Wanneer ben je oud? Sociologen spreken over de derde (vanaf 65 jaar),

vierde (vanaf 75) en zelfs vijfde leeftijd, en houden daarna op met tellen.

De Nederlandse overheid houdt het op een leeftijd van 66 jaar – straks 67

–, want dan word je AOW’er of bejaarde. Zulke bejaarden heten in de VS

respectvol ‘seniors’, maar in het VK neerbuigend ‘old age pensioners’. Het

Nederlandse taalgebruik zet ouderen weg onder de verzamelnaam ‘de grijze

golf’. Dat allittereert lekker, maar roept tevens associaties op met iets grauws

en kleurloos. Geen wonder dat geen zinnig mens zichzelf als deel daarvan

wil zien. Waarom niet de ‘verzilvering van de samenleving’? Dat suggereert

tenminste nog iets kostbaars, zoiets als een volksdeel met een zilveren glans.

Wanneer ben je oud? Als anderen je als zodanig zien, bijvoorbeeld als je

meelacht met een groep jongere mensen en zij niet teruglachen, omdat

ze je niet als één van de groep beschouwen, of als je steevast met ‘u’ of

‘mevrouw’ wordt aangesproken i.p.v. met ‘je’. Een collega – doordeweeks

hard werkend – vertelde me hoe irritant hij ‘al die pensionado’s op hun

elektrische fietsen, met van die routeaanwijzingen op het stuur’ vond die hij

tegenkwam als hij op zijn vrije dag lekker rond het IJsselmeer wilde sjezen

op zijn racefiets. Dan denk ik: ‘Rot toch op!’ Er klinkt rancune in door, alsof

ouderen plaatsen bezet zouden houden die volgens rechtvaardigheidsnor-

men toebehoren aan (werkende) jongeren.

NEGATIEVE BEELDVORMINGDe beeldvorming die hier en elders in de westelijke wereld om ouderen

hangt, is zo negatief, dat zelfs wie technisch oud is niet bij die categorie

wil horen. Kreten als ‘zestig is het nieuwe veertig’ en het waarderende ‘wat

zie je er nog jong uit’ zijn bezweringsformules om de afschrikwekkende

wereld van steunkousen, inlegluiers en ander lichamelijk ongerief ver weg

te houden.

OUD EN NIET AFGETAKELD - ‘Relevant blijven, ook al ben je oud en niet meer zo zichtbaar, is de opgave die met oud worden gepaard gaat. Ouderen moeten daaraan ook zelf werken. Omgaan met jonge mensen, gebruikmaken van digitale mogelijkheden, openstaan voor nieuwe dingen.’

1 4 - J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 1 5

Volgens de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer worden ouderen door sommigen

gezien als ‘de vergrijsde elite van corrupte machthebbers van hun land’ die

als ‘boze senioren met rollators, wandelstokken en golfclubs, angstaanjagend

krakend met hun heupprothesen en spookachtig klapperend met hun kunst-

gebitten, als een traag naderend leger zombies kwijlend zullen optrekken naar

het Binnenhof’ om ‘jonkies als Rutte, Dijsselbloem en Samsom hardhandig

van het pluche te stoten’, omdat ze boos zouden zijn dat ook gepensioneer-

den moeten meebetalen aan de gevolgen van de economische crisis. Ik bedoel

maar: wie wil er nu bij ‘oud’ horen?

‘AGEISM’Tot voor kort had ik nog nooit gehoord van de Amerikaanse psychiater Dr Ro-

bert Butler. Hij blijkt de bedenker te zijn van het begrip ‘ageism’: discriminatie

op grond van ouderdom. Deze grondlegger van de gerontologie noemde al in

1968 bejaard zijn ‘het verwaarloosde stiefkind van de menselijke leeftijd’. Met

zijn Waarom overleven? Oud zijn in Amerika won hij in 1976 de Pulitzer Prize

for Non-Fiction, en na ruim veertig jaar geldt zijn stelling nog steeds: ‘De tra-

gedie van het oud worden ligt niet in het feit dat elk van ons nu eenmaal ouder

wordt en zal sterven, maar in het feit dat het proces waarmee dit gepaard gaat

zo onnodig en soms zo intens pijnlijk, vernederend en onterend is.’

Ik heb lang in het Verenigd Koninkrijk gewoond en was van plan daar tot mijn

dood te blijven, maar ben toch voortijdig naar Nederland teruggekeerd, mede

omdat bejaarde patiënten in Engeland vaak, machteloos en monddood als ze

zijn, slecht worden verzorgd en behandeld. The Times publiceerde in 2012 zelfs

een Manifest voor Ouderen. Een van de belangrijkste aanbevelingen daaruit is:

‘Zorg dat u niet in een ziekenhuis terechtkomt.’ Wie denkt dat dit overdreven

is, moet de rapporten maar eens lezen over ziekenhuizen in Mid-Staffordshire

waar (oudere) patiënten vergeefs aan hun bedhek rammelden om de aandacht

te trekken van het verplegende personeel en water uit bloemenvazen dronken

OUDEREN EN KUNSTBEOEFENING - Bezig zijn met kunst ‘werkt’: het inspireert, geeft zin aan het leven en brengt mensen nader tot elkaar. Daarom investeren wij in het verbreden van het kunstaanbod voor ouderen. Meer samen-werking tussen kunstinstellingen, welzijnsorganisaties en zorgaanbieders is nodig om dit voor elkaar te krijgen.

1 6 - J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 1 7

omdat ze uitgedroogd waren. Binnen een paar jaar zijn er ten minste vijfhon-

derd patiënten, velen van hen ouderen, nodeloos overleden.

U denkt dat dit in Nederland niet zou kunnen gebeuren? Met de aangekon-

digde bezuinigingen in de zorg, zou ik daarvoor mijn hand niet in het vuur

durven steken…

MONDIGHEIDIn Nederland bestaat de mogelijkheid om, als het lijden ondraaglijk wordt, een

zachte dood, een vrijwillig levenseinde, te bespreken. In veel landen om ons

heen blijft er voor degene die zijn leven wil beëindigen niets anders over dan

uit te wijken naar een Dignitaskliniek in Zwitserland of zelfmoord te plegen.

Mondige ouderen in Nederland laten zich inmiddels niet meer in de hoek

drukken waar het – volgens Dr Butler – noodzakelijkerwijs ‘pijnlijk, vernede-

rend en onterend’ is.

Butler legde de schuld voor de stigmatisering terecht ook bij de ouderen zelf.

Zo had hij geen goed woord over voor ‘een hoop oude mensen die alleen maar

golf spelen en niets bijdragen aan de samenleving’. Zelf werkte hij tot vlak voor

zijn dood nog 60 uur in de week.

Zeker, ouder worden houdt in dat je afstand moet doen van veel dierbaars,

zoals je werk en (seksuele) aantrekkelijkheid, en daarmee van een deel van

je status en gevoel van eigenwaarde. Dat is een pijnlijk proces. Wie heel oud

wordt, overleeft bovendien zijn vrienden en verliest daarmee veel sociale con-

tacten – het moeilijkst te verdragen verlies. Toch kun je ook als je oud bent een

enorme rol spelen bij het veranderen van negatieve beeldvorming rond begrip-

pen als ‘bejaarde’ of ‘gepensioneerde’.

DIANA ATHILLDe Engelse schrijfster Diana Athill, nu 96 jaar oud, schrijft met schaamteloze

openhartigheid over dat proces van ‘inleveren’ in Somewhere Towards The End

(2008). Zelfs haar amoureuze relaties tot op hoge leeftijd en het verlies daar-

GEDEELDE PASSIES - Samen musiceren, toneelspelen of dansen geeft plezieren levert nieuwe contacten op.

J A A R B E R I C H T 2 0 1 2 - 1 9

halen is. Deze categorie is voor veel kunstinstellingen hooguit interessant

als middel om subsidies te behouden. Gelukkig is er een tegenbeweging

waar te nemen. Mondige ouderen willen zich niet meer laten categoriseren

op basis van hun leeftijd of het feit dat ze met een rollator lopen. Ze weige-

ren geclassificeerd te worden op grond van hun leeftijd of kwaal en willen

gezien blijven worden als individu.’

RELEVANT BLIJVENCitaat van Diana Athill: ‘Je mening hoeft niet minder waard te zijn, alleen

maar omdat je toevallig oud bent!’ Ook al ben je niet meer zo zichtbaar

door het verlies van werk en van lichamelijke presentie, het is belangrijk

om relevant te blijven. Medemensen moeten daar oog voor krijgen, maar

ouderen kunnen er zelf ook aan werken. Dat kan door te blijven omgaan

met jonge mensen, zich niet af te keren van de digitale revolutie en open te

staan voor nieuwe dingen. Jonkers kwam bij haar onderzoek sociaal geïso-

leerde ouderen tegen voor wie de opgestoken hand van de postbode of het

praatje met de kassière bij de supermarkt het enige dagelijkse contact met

een medemens is. Wat haar betreft zouden daarom al aan kinderen sociale

vaardigheden, het investeren in vrienden en het aangaan van nieuwe, duur-

zame conctacten moeten worden bijgebracht.

Tot slot een opmerking van een 90-jarige, die nog steeds werkzaam is als

vertaalster: ‘Treed oude mensen tegemoet met respect. Sommige zoge-

naamde “hulpverleners” willen alleen maar macht over mensen die niet

langer alles voor zichzelf kunnen doen. Ik heb bewondering voor velen van

hen, maar persoonlijk ga ik liever straatvegen.’ Wat mij en mijn generatie-

genoten betreft: ze slaat de spijker op z’n kop!

1 8 -

van komen erin aan de orde. Dat alleen al zorgde voor een grote beroering in

Engeland. Stel je voor, oud en seks! Bij mijn weten is er nooit eerder zo helder

en humoristisch geschreven over het verlies en de afbraak die samengaan met

het ouder worden. Athill schrijft echter ook over de positieve kanten daarvan.

Al doen de tekenlessen haar al gauw beseffen dat ze hooguit een gebrekkige

illustrator is, ‘Ik heb er wel veel beter door leren kijken. Het feit dat je er elke

dag zo’n gulle schep plezier van krijgt, is alleen al een goede reden om nieuwe

dingen te proberen, zelfs als je oud bent.’ Elke HOVO-klas zou dit als motto

op het schoolbord kunnen zetten. Op zo’n manier oud worden? Wie zou dat

nu niet willen?

ONDER ZOEK VAN HET LESIAan Diana Athill en haar tekenklas moest ik heel erg denken na een bezoek aan

het Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie (LESI), dat zich onder meer

bezighoudt met onderzoek naar sociaal isolement bij ouderen. In 2012 onder-

zocht het LESI of het betrekken van ouderen bij gezamenlijke kunstbeoefening

een goede uitwerking zou hebben op hun welbevinden (zie hierover tevens

p. 5). Natuurlijk heeft dat een positieve uitwerking! Als je mensen maar een-

maal vanachter de geraniums vandaan krijgt, haal je ze uit hun isolement. Een

van de doelen van het onderzoek was te achterhalen hoe je dat het beste kunt

doen.

Sociaal isolement maakt kwetsbaar, kwetsbaar maakt afhankelijk, en afhankelijk-

heid kost de overheid (steeds duurdere) zorg. Voorkomen is beter dan genezen,

zullen de gemeenten denken, dus ze zijn steeds meer geneigd ‘risicogroepen en

hun problemen’ op te sporen en ‘burgers aan te spreken op hun eigen kracht’.

Dat die terminologie tegelijkertijd bezuiniging verhult, ontgaat ook ouderen niet.

Dr Marina Jonkers, onderzoekster bij het LESI, zegt: ‘De kunstwereld heeft tot

nu toe weinig op met ouderen. Het algemene beeld is dat er geen eer aan te be-

2 0 -

B E S T U U R E N B U R E AU I N 2 0 1 2

HET COLLEGE VAN REGENTEN

Mr. E.H. (Els) Swaab, voorzitter

Mr. K.W. (Koeno) Sluyterman van Loo, secretaris

Mr. P.A. (Peter) Blumenthal, penningmeester

Mr. R.G. (René) Mazel

Mr. drs. A.J. (Arthur) Modderkolk

Prof. dr. S.E.J.A. (Sophia) de Rooij

Prof. dr. P.A. (Pearl) Dykstra

HET BUREAU

Mr. K.W. (Koeno) Sluyterman van Loo, directeur

A.J. (Adri) Elkhuizen-van der Veer, projectmedewerker

Drs. M.J. (Maurits) van Heek, projectmedewerker

M.P.J.M. (Monique) van Ruth-Smit, officemanager

H. (Hans) Otten, tuinbaas

H. (Hillie) Zwaan-van der Galiën, huishoudster

VOLLEDIG JAARVER SLAG

Het volledige jaarverslag en informatie over de jaarrekening 2012 kunt u

vinden op de website http://jaarverslag.fondssluytermanvanloo.nl

1916, oprichting Stichting Sluyterman van Loo

In 1852 werd de vrederechter Mr Willem Louis Sluyterman van Loo eigenaar van de uit 1639 daterende

buitenplaats Akerendam te Beverwijk. Zijn drie ongetrouwde dochters Henriëtte, Anna en Paulina, die

het huis van hem erfden, besloten het een maatschappelijke bestemming te geven. Na het overlijden

van de laatste dochter in 1916 trad Stichting Sluyterman van Loo in werking, met als doelstellingen:

1. De huisvesting en verpleging, op Akerendam, van ongehuwde vrouwen, protestants en ouder dan

45 jaar, die een werkzaam leven achter de rug hebben.

2. Het zorgvuldig in stand houden van huis en park.

Een erfenis uit 1946

In 1946 liet de kinderloos overleden Ir Willem Sluyterman van Loo (neef van de oprichtsters en

eerste voorzitter van de stichting) zijn vermogen aan de stichting na. Nu kon het huis, dat na de

oorlog in slechte staat verkeerde, worden gerestaureerd. Ir Sluyterman van Loo had in zijn testament

bepaald dat er aanvullende woonruimte voor ouderen moest komen. In 1977 werd het park vergroot;

op het nieuw verworven terrein werden 114 serviceappartementen voor senioren gerealiseerd:

Nieuw Akerendam.

Een fonds ter ondersteuning van projecten voor ouderen

Sinds 2000 ondersteunt de stichting met financiële bijdragen honderden projecten per jaar die tot

doel hebben het welzijn van ouderen te vergroten. Ook het Caraïbisch deel van het Koninkrijk behoort

tot haar werkgebied.

ONTSTAANSGESCHIEDENIS