J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De...

36
Nederlandse Vereniging voor Radiologie Radiological Society of the Netherlands M emo R ad M emo R ad J AARGANG 9 N UMMER 1 2004 T HEMANUMMER O NDERWIJS

Transcript of J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De...

Page 1: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

Nederlandse Vereniging voor RadiologieRadiological Society of the Netherlands

MemoRadMemoRadJ A A R G A N G 9 • N U M M E R 1 • 2 0 0 4

THEMANUMMER ONDERWIJS

Page 2: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

For detection and characterisationof focal liver lesions

Well tolered fast bolus injection

Convient imaging window

Fixed volume and easy handling

Ferucarbotran

Resovist®

Resovist

Naam van het geneesmiddel Resovist

0,5 mmol Fe/ml, oplossing voor injectie

in voorgevulde spuit Samenstelling 1

ml oplossing voor injectie bevat 540

mg Ferucarbotran, wat overeenkomt

met 0,5 mmol (28 mg) ijzer. 0,9 ml

oplossing bevat 486 mg Ferucarbotran

en 1,4 ml bevat 756 mg Ferucarbotran.

Indicaties Resovist is een contrastmid-

del dat kan worden gebruikt voor mag-

netische kernspinresonantie (MRI) van

focale leverlaesies wanneer onderzoek

zondercontrastmiddelen een onzeker

resultaat heeft gegeven. Contra-indi-

caties Overgevoeligheid voor

Ferucarbotran of voor één van de hulp-

stoffen. Overgevoeligheid voor

Dextraan. De gebruikelijke veiligheids-

richtlijnen voor magnetische kernspin-

resonantie zijn van toepassing, met

name het uitsluiten van ferromagneti-

sche materialen (bijv. pacemaker, vaat-

clips). Belangrijkste bijwerkingen De

meest gerapporteede bijwerkingen

waren pijn, vasodilatatie (gevoel van

warmte) en paresthesie (gevoel van

kou), die bij minder dan 2% van de

patiënten werdengemeld. Verder

komen voor hoofdpijn, smaakstoornis-

sen, pijn op de borst, misselijkheid en

braken, pruritus, huiduitslag, asthenie,

rugpijn, reacties op de injectieplaats.

Zelden komen voor hypesthesie, angst,

duizeligheid, convulsies, parosmie,

hypertensie, flebitis, dyspneu, toege-

nomen hoesten, rhinitis, eczeem, urti-

caria, overgevoeligheid en anafylaxis.

Speciale waarschuwingen en voor-

zorgen bij gebruik Er is nog geen klini-

sche ervaring bij patiënten jonger dan

18 jaar. Het gebruik kan derhalve bij

deze patiënten niet worden aanbevo-

len. Patiënten met een neiging tot

allergie, waaronder een verleden van

astma, moeten extra in de gaten wor-

den gehouden, omdat onder deze

groep een tweevoudig hogere inciden-

tie van bijwerkingen is waargenomen.

Tijdens de zwangerschap dient Resovist

niet te worden gebruikt, tenzij het dui-

delijk noodzakelijk is. Het geven van

borstvoeding moet worden onderbro-

ken, en nadat Resovist is toegediend

dient de moedermelk gedurende een

aantal dagen te wordenafgekolfd en

weggegooid. Voor patiënten met aan-

doeningen die gepaard gaan met ijzer-

stapeling dient opgemerkt te worden

dat een grote hoeveelheid ijzer in de

lever de signaalintensiteit van de lever

beïnvloedt en het voordeel van

Resovist in deze gevallen kan beperken.

Er is geen klinische informatie beschik-

baar over herhaald gebruik van

Resovist. Resovist moet niet opnieuw-

worden toegediend voordat het sig-

naalverlies in de lever is teruggekeerd

tot basale waarden. Dit duurt tenmin-

ste 14 dagen. Zie verder de SmPC-tekst

Handelsvorm Verpakking met 5 voor-

gevulde spuiten van 2,25 ml gevuld

met 1,4 ml. Registratienummer RVG

26750. Naam en adres registratie-

houder Schering Nederland B.V.,

Postbus116, 1380 AC Weesp - tel.

(0294) 462424. Datum van goedkeu-

ring/ hernieuwing van deze tekst 17

december 2001. Afleveringsstatus UR.

Stand van informatie Maart 2004.

Uitgebreide informatie (deel

IB1=SmPC) is op aanvraag verkrijgbaar.

U-8

58-N

L 03

.200

4

Page 3: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 3

TEN GELEIDE

Dr. R. van Dijk Azn 4

BESTUURSCOLUMN

R.B. Noordveld 5

Dr. J. Stoker 6

ARTIKELEN

MR imaging bij coronairlijden Prof.dr. A. de Roos, T.A.M. Kaandorp, dr. H.J. Lamb,J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8

De hobby van de radioloogDe passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13

INGEZONDEN

Uitspraak Rechtbank ’s-Gravenhage inzake leeftijdsonderzoekDr. S.G.F. Robben 14

MEDEDELINGEN

Oproep promotie 15

Stappenplan richtlijnontwikkelingen 16

Jaarkalender NVvR 2004 16

Workshop PIER 16

Congressen & Cursussen 17

PERSONALIA

In memoriam prof.dr. W.H.A.M. Penn 19

In memoriam M.H.W.K. Dijkstra 21

In memoriam dr. J.W. Koch 21

In memoriam dr.mr. E.L. Mooyaart 22

In memoriam D.P. Tuyn 22

PROEFSCHRIFT

Diagnosis and management of upper extremity deep vein thrombosisDr. H.J. Baarslag 23

DIVERSEN

Waarnemer(s) gezocht voor SurinameDr. P.R. Algra 31

Radioloog als beeld (4) 32

De NVvR feliciteert 32

Erratum 32

Geknipt 32

Wenken voor auteurs 34

Colofon 34

JAARVERSLAGEN 2003

Sectie Bevolkingsonderzoek Borstkanker 25Sectie Kinderradiologie 26Sectie Accreditatie 26Historische Commissie 27Sectie Juniorleden 28Onderwijscommissie 28Subcommissie Examen van de Onderwijscommissie 29Commissie Videotheek 29Commissie Visitatie Niet-Opleidingsklinieken 30

I n h o u d

De Nickerie rivier in Suriname

Onderwijskaternpagina’s O-1 t/m O-44

Page 4: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

T E N G E L E I D E

Voor u ligt een bijzondere MemoRad, het

eerste themanummer. Daarmee is de

redactie een nieuwe weg ingeslagen. Het

staat boordevol informatie over onder-

wijs. Het aanbod was zo groot dat de

redactie zich nog heeft moeten buigen

over de vraag of de ‘opbrengst’ niet over

twee nummers moest worden verdeeld.

Omdat de voorkeur naar presentatie van

een geheel uitging, krijgt u dit keer een

extra dikke MemoRad.

I nteressant voor weinigen? Ik zelf wasverrast toen we ontdekten dat eenderde van onze beroepsgroep

op een of andere wijze bij onderwijsbetrokken is. Opleider, arts-assis-tent in opleiding of radioloog werk-zaam op een opleidingsafdeling –uiteindelijk zijn we allen bij onder-wijs betrokken, omdat hierdoor devaardigheden en kennis van onze nieuwe col-legae wordt bepaald. Fascinerend ook omdatstraks zich een nieuwe generatie zal presen-teren die meer probleem- dan feitengeoriën-teerd is. Op menige universiteit worden destudenten geneeskunde al in een vroeg stadi-um geconfronteerd met de zieke medemens,en wordt diens probleem hun uitdaging.

Hierbij niet gehinderd door kennis van anato-mie of citroenzuurcyclus, werken de studen-ten zich naar de oplossing van het probleem.Ik waag te betwijfelen of met dit probleemge-oriënteerde onderwijs wel de gulden midden-weg wordt bewandeld, maar het is uiteraardaan de historici van morgen om hierover teoordelen. Deze historici krijgen met dezeMemoRad wel op een presenteerblaadje watde stand van zaken is op onderwijsgebied bin-nen de radiologie anno 2004. En toch, hoe dikdit nummer ook is, er blijven nog vele vragente beantwoorden over.

Een woord van waardering voor initiatiefne-mer Lucas Kingma en gastredacteur Hans vanOverhagen is hier op zijn plaats. Zonder huninitiatief, stimulans en vasthoudendheid wasdit nummer niet ontstaan. Het was ook welwat meer werk dan aanvankelijk aangenomen.Je denkt al snel: e-mailtje aan de auteurs metonderwerp en vermelding van sluitingsdatum,stukjes aan elkaar plakken, en klaar is Kees!Als redactielid deelden we passief in hetintensieve e-mailverkeer, en dat was nietgering! Veel dank ook aan de auteurs die hun

steentjes bijdroegen. De kop is eraf, de toongezet, het format bepaald, en hopelijk zal ernog menig themanummer volgen.

Toch kent deze MemoRad ook een treurigemijlpaal. Tussen de In Memoriams staat er eenvoor Eduard Mooyaart. Veel te jong gestorven,maar met een staat van dienst waar weinigen

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie4 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

Roel van Dijk

aan kunnen tippen. Eduard stond aan debasis van MemoRad, destijds het ‘mededelin-genblad van de NVvR’. Kenmerkend voor zijnbescheidenheid was de ondertekening vanzijn bijdragen met ‘uw secretaris’.

Ondergetekende zal met dit nummer deredactie verlaten. De afgelopen jaren is deredactie uitgegroeid tot een klein gezelschapmet ieder een eigen aandachtsgebied. Deontwikkelingen zijn nog lang niet ten einde.Zo wordt er meer energie gestoken in het ver-krijgen van samenvattingen van proefschrif-ten en internationale publicaties, opdat eenieder op de hoogte is van ‘onze nationalewetenschappelijke prestaties’. Ook de banden de interactie met NetRad zullen wordenversterkt door een fusie van redacties – enbeide kunnen hiervan profiteren. Mijn redac-tiestoel zal worden bezet door Paul Algra. Ikheb het redactiewerk als buitengewoon verrij-kend ervaren en dank de redactieleden voorde stimulerende en vriendschappelijkesamenwerking.

Dr. R. van Dijk Azn

Het eerste themanummer!

Een derde van onze beroeps-groep is op de een of anderewijze bij onderwijs betrokken

Page 5: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

B E S T U U R S C O L U M N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 5

Halverwege vorig jaar heeft Peter

Wensing zijn termijn als penningmeester

bij de NVvR beëindigd. Het is voor mij een

grote eer om zijn functie te mogen over-

nemen en ik wil de leden bedanken dat zij

mij hun vertrouwen hebben gegeven.

D e functie van penningmeester staatbinnen het bestuur van een vereni-ging in de schaduw – een soort

boekhouder, althans dat dacht ik.Dit was ook het eerste wat in mijopkwam toen Frits BarneveldBinkhuysen mij vroeg om penning-meester te worden. Ik had dusbedenktijd nodig.

Vele vragen kwamen in mij op, zoals ‘wathoudt de functie precies in’? Als radioloogheb ik een drukke praktijk; maar ja, dat heb-ben alle radiologen, dus dat is een zwak argu-ment om te weigeren. Inmiddels is het mijduidelijk geworden dat het bestuur van devereniging veel moeite moet doen om invul-ling te krijgen van vacatures binnen hetbestuur. Is het dan soms zo’n hondenbaan? Ishet eigenlijk wel leuk? Als je het niet goeddoet, wat dan?

Ondanks alle beren die ik op de weg zag,heb ik de functie toch aanvaard. Een pen-ningmeester is geen boekhouder bij de NVvR,maar een lid van het bestuur, met onderandere het beheer van de financiën van devereniging in zijn portefeuille.

Het is mij opgevallen dat onze vereniging

(en het bureau van de NVvR) op een uiterstprofessionele wijze functioneert. Veel ledenzetten zich belangeloos in voor de verenigingen het vak radiologie. De sandwichcursussenworden telkens beter. Een van de leden heeftzelfs op zijn enquêteformulier geschreven:“Dit was de beste sandwichcursus aller tij-den!” De Radiologendagen worden op eenzeer professionele wijze georganiseerd.MemoRad en de website NetRad gaan uit-groeien tot het communicatiemedium vanonze vereniging. Door al deze ontwikkelingenheb ik besloten dat ik daar even bij wil horen,zij het maar voor de reglementaire bestuurs-periode van drie jaar.

Het hoogste besluitvormende orgaan bin-nen een vereniging is de Algemene Leden-

vergadering. Een bestuur is verantwoordelijkvoor de dagelijkse gang van zaken.Belangrijke besluiten worden voorbereid doorhet bestuur, maar worden genomen door deleden; zo werkt het nu eenmaal bij een ver-eniging. De vertegenwoordiging van de ledentijdens de algemene ledenvergaderingen isuiterst mager, ondanks het feit dat de verga-dering tijdens de sandwichcursussen plaats-vindt. Aan het eind van de middagvan de sandwichcursus loopt de zaalleeg en een ‘harde kern’ blijft achtervoor de vergadering. Daardoor wordtde NVvR eigenlijk door de ‘hardekern’ geleid. Ik zou de stille meerderheid weleens willen zien en horen op de ledenverga-deringen.

In persoonlijke contacten hoor ik kritiekop het bestuur en de vereniging. Het valt mij

Rob Noordveld

op dat ik deze kritiek juist hoor vanaf hetmoment dat ik penningmeester ben gewor-den. Dat is ook wel begrijpelijk. Vroeger gin-gen de gesprekken over gezellige zaken: ‘Hoegaat het met je vrouw, kinderen, praktijk,enzovoorts’.

Als ik nu een bekende tegenkom, danbegint het gesprek vaak met: “Ik heb gelezendat je penningmeester van de verenigingbent geworden. Je wordt bedankt voor derekening voor de contributie. De contributieis wel erg hoog! Het gaat niet goed met deDBC’s, en wat doet het bestuur nu eigenlijk?”.

Het is de bedoeling dat ik mijzelf ga voorstel-len aan de leden. Mijn opleiding als radioloogheb ik in het Academisch Ziekenhuis Leidenvoltooid. In 1990 ben ik als radioloog in hetGroot Ziekengasthuis in ‘s-Hertogenboschgaan werken. Dit ziekenhuis was toen netgefuseerd met het Willem AlexanderZiekenhuis en werd Bosch Medicentrumgenoemd. In het begin van deze eeuw volgdeweer een fusie met het Carolus-LiduinaZiekenhuis, en nu spreekt men van het JeroenBosch Ziekenhuis. Eind 2003 ben ik begonnenin het Medisch Centrum Alkmaar. Het is goedvoor jezelf en het vak om tijdens je loopbaanals radioloog ten minste eenmaal van zieken-huis te veranderen. Het zou vaker moetengebeuren. De belemmerende factoren, waar-

door het ‘switchen’ weinig voorkomt, heb ikvolop aan den lijve ondervonden. Alles komtdan tegelijk. De nieuwe werkkring, nieuwe enandere werkwijzen, goodwill afrekenen metoude en nieuwe maatschap, verhuizen (dit-

Nieuwe bestuursleden stellen zich voor

Penningmeester – is dat somszo’n hondenbaan?

‘Wat doet het bestuur nu eigenlijk?’

Page 6: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

B E S T U U R S C O L U M N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie6 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

Ik ben opgeleid in het Academisch

Ziekenhuis Rotterdam Dijkzigt, nu

Erasmus MC, met afronding van

de opleiding in 1994. In dat jaar

heb ik ook mijn proefschrift

afgerond met de titel ‘The percu-

taneous use of the Wallstent endopros-

thesis in malignant biliary obstruction’.

Aansluitend aan de opleiding ben ik als

staflid gebleven in het Academisch

Ziekenhuis Rotterdam Dijkzigt met als

aandachtsgebied body MRI.

I n 1998 werd ik staflid in hetAcademisch Medisch CentrumAmsterdam met als aandachtsgebied

abdominale radiologie. Research is met namegericht op gastro-intestinale imaging (CT-colonografie, MR-colonografie, MRI bijCrohn) en bekkenbodemimaging (incontinen-tie, perianale fistels), waarbij deze researchdeels wordt uitgevoerd met subsidies vanZONMW en KWF.

Een belangrijke reden voor mij ombestuurslid te worden – en mijn voornaamsteactiviteit binnen het bestuur – is de organisa-tie van de Radiologendagen. Na een aantaljaren lid te zijn geweest van het wetenschap-pelijk comité, krijg ik nu dus de gelegenheidom een grotere bijdrage te leveren aan deorganisatie van de Radiologendagen. Net alsde Radiologendagen 2003 zullen ook de

komende Radiologendagen worden georgani-seerd samen met Astrid Donkers-van Rossum.De organisatie van de Radiologendagen 2004is al weer van start gegaan. Hierbij zijn behal-

ve de datum (16 en 17 september 2004) enlocatie (Leeuwenhorst, Noordwijkerhout) ookde onderwerpen van de plenaire sessies enrefresher courses vastgesteld.

Buiten de radiologie ben ik lid van eentoonkunstkoor, waarbij werken worden uitge-voerd van Bach tot Martin. Eenmaal per tweejaar wordt de Matthaeus Passion uitgevoerd inde St. Jan in Gouda. Ook geschiedenis heeftmijn belangstelling. Het is dan ook leuk dat inhet AMC enkele laboranten CT-onderzoek uit-voeren van archeologische voorwerpen, zoalsmummies, Griekse vazen en glaswerk.

Dr. J. Stoker

Jaap Stoker

Mijn voornaamste activiteitbinnen het bestuur is de organisatie van de Radio-logendagen

maal met kinderen), andere woonomgeving.Voor mij was de tijd rijp. Nog minstens 15 jaarte gaan in het vak, jonge kinderen en eengemotiveerde echtgenote, leuke vacature inAlkmaar. Dit moment mocht ik niet missen,dus spullen pakken en volop de nieuwe uitda-ging tegemoet gaan.

Als ik over mijn hobby’s ga schrijven, dankrijg ik het gevoel dat ik bezig ben met hetschrijven van een curriculum vitae. Wat doetuw penningmeester in zijn vrije tijd? Scuba-duiken, fotografie en onderwaterfotografie,varen en natuurlijk penningmeester zijn vande vereniging, en dat alles tussen het aan-dacht schenken aan het gezin door.

In deze periode, waarbij ik aan het‘ingroeien’ ben in het bestuur en zicht hebgekregen op de kosten en baten, kan ik u ver-klappen, dat u waar voor uw geld krijgt. Watkosten bijvoorbeeld de sandwichcursussen ende Radiologendagen? Ik verzeker u, je kunt ereen huis voor kopen! U kunt zelf de jaarreke-ning van de vereniging opvragen; deze isnamelijk openbaar voor de leden. De jaarre-kening is onlangs door een lid opgevraagd,en dat is uniek! Als u vindt dat de contributiete hoog is, denk dan mee. De jaarrekening zalik graag aan u opsturen, zodat u weet waaruw contributie aan besteed wordt.

Tot slot wil ik aangeven dat ik u graag vandienst ben om de financiële belangen vanonze vereniging te bewaken en te behartigen.

R.B. Noordveld

Veel leden zetten zich belangeloos in voor de vereniging en het vak radiologie

Page 7: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

H E A L T H C A R E

Point of Knowledge

Agfa Nederland: met een aandeel van 37% leider op de PACS-markt

Het grote winstpunt van digitaal gaan met PACS is de verbetering

van de service naar de patiënt. Agfa is daarbij uw partner.

Deze ziekenhuizen kozen reeds voor PACS van Agfa:

Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen, Academisch Medisch

Centrum Universiteit van Amsterdam, Slingeland ziekenhuis Doetinchem, Zieken-

huis Bethesda Hoogeveen, Stichting Sint Anthonius Ziekenhuis Nieuwegein,

Streekziekenhuis Koningin Beatrix Winterswijk, Spaarne Ziekenhuis Haarlem,

Ziekenhuis Walcheren Vlissingen, Ziekenhuis Molendael Baarn, Ziekenhuis

St Jansdal Harderwijk, Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk, Sint Joseph Ziekenhuis

Veldhoven, West Fries Gasthuis Hoorn, IJsselmeer ziekenhuizen Lelystad en

Emmeloord, Ziekenhuis de Tjongerschans Heerenveen, Meander Medisch Centrum

Amersfoort, Sint Maartenskliniek Nijmegen, Stichting Habicura Dekkerswald

Groesbeek, Viecuri Medisch Centrum Venlo en Venray, Mesos Medisch Centrum

Utrecht, Nijmeegs Interkonfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmia, Ziekenhuis

Gelderse Vallei Ede, Academisch Ziekenhuis Groningen.

www.agfa.com/healthcare

Page 8: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

A R T I K E L E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie8 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

Albert de Roos, T.A.M. Kaandorp, H.J. Lamb, J.J. Bax en Ernst van der Wall

MR imaging bij coronairlijdenInleidingIn de westerse wereld staan ischemische hart-aandoeningen qua morbiditeit en mortaliteitop de eerste plaats [1]. MRI-toepassingen terbeoordeling van perfusie, functie en viabilityzijn thans zodanig gerijpt dat ze in aanmer-king komen voor routinematige klinische toe-passing. Een uitgebreid cardiaal MR-onder-zoek – inclusief bepaling van de myocardper-fusie en -functie in rust en onder stress, ver-traagd contrast enhancement voor viabilityimaging en MR-coronariografie voor hetopsporen van stenosen –, kan thans relatiefsnel (bijvoorbeeld in <1 h) worden uitgevoerd[2]. MR-technieken ter beoordeling van coro-nairstenose en bypass graft disease bevindenzich nog in ontwikkeling. Daarnaast kunnenMR-flowmetingen nuttig zijn bij het bepalenvan de functionele significantie van een coro-nairvatstenose.

In dit overzicht bespreken wij de MR-toe-passingen voor de beoordeling van coronair-lijden.

Klinische evaluatie van coronair-stenose en bypass graftsVoor het zichtbaar maken van coronairsteno-se staan ons verschillende MR-imagingtech-nieken ter beschikking. Het grootste pro-bleem bij MR-coronariografie vor-men de complexe driedimensionalebewegingen van het hart tengevol-ge van hartcontracties en adembe-wegingen, e.e.a. in combinatie metde minimale afmetingen van decoronairvaten, waardoor de moge-lijkheden tot imaging met hoge spa-tiale resolutie zijn beperkt.Ongeacht deze beperkingen kon metbehulp van free-breathing navigatorMR-angiografie ernstig coronairlij-den met grote nauwkeurigheid worden uitge-sloten. Deze MR-techniek werd toegepast ineen multicentrisch onderzoek bij 100 patiën-ten alvorens werd overgegaan tot electievecoronariografie met röntgencontrast.

Interpretatie van de beelden was mogelijk bij84% van de proximale en middelste coronair-segmenten. Toch zijn er nog beperkingen,getuige het feit dat 16% van de coronairseg-menten niet kon worden beoordeeld, en datbij 6% van de patiënten geen enkel coronair-lijden kon worden vastgesteld. Over het alge-meen lijkt deze benadering nuttig ter uitslui-ting van coronairlijden van de linker hoofd-stam of drietakslijden [3]. Figuur 1 laat eenvoorbeeld zien van een coronair MR-angio-gram. Onlangs berichtten Bogaert et al. [4]over de resultaten met commercieel verkrijg-bare 3D-real-time navigator MR-coronariogra-fie bij 21 patiënten. Hun resultaten warenminder gunstig (sensitiviteiten in de buurtvan 50%) wat het detecteren van coronairlij-den betreft.

Het gebruik van een contrastmiddel kande beeldkwaliteit verbeteren door verande-ring van de T1 en/of T2-relaxitiviteit van hetbloedplasma. Regenfus et al. [5] hebben bij50 patiënten verdacht van coronairlijden dewaarde bepaald van gadolinium-enhanced 3Dbreath-hold MR-angiografie (MRA) bij dedetectie van coronairstenose. Met MRA kon-den 34 van 36 patiënten mét en 8 van 14patiënten zónder significante coronairsteno-se correct geïdentificeerd worden, zoals aan-

getoond d.m.v. röntgencontrastangiografie(sensitiviteit 94,4%, specificiteit 57,1%). Deauteurs concludeerden dat met binnen éénbreath-hold verkregen contrast-enhancedMRA-beelden patiënten met coronairstenose

in de proximale en middelste segmenten vande belangrijkste coronaire arteriën met vol-doende nauwkeurigheid konden worden ge-

identificeerd. Als beperking van de studiewerd genoemd dat de distale takken buitenbeschouwing moesten blijven en dat de a.coronaria sinistra circumflex slechts in 50%van de gevallen kon worden geëvalueerd. Eenaantal bloedplasmamiddelen t.b.v. een verbe-terde imaging van de coronaire vaten bevindtzich momenteel in onderzoek [6].

Getransplanteerde venenconduits verto-nen een versnelde mate van atherosclerose.In verschillende studies werd de accuratessevan MRA bij de bepaling van patency en ste-nose van bypasses bepaald [7-9]. Langerak etal. [10] maakten gebruik van hoge-resolutienavigator-gated 3D MRA voor de detectie vanveneuze-bypassafwijkingen. Zij vergelekenMR-angiografie met conventionele coronario-grafie bij 38 patiënten met 56 veneuze graftsdie na een bypassoperatie last hadden vanperiodiek terugkerende pijn op de borst. ROC(receiver-operator characteristic)-analyse van

Figuur 1:

Voorbeeld van coronair MRA. Rechter coronairarterie, curved

multiplanar reformat.

Het grootste probleem bij MR-coronariografie vormen de complexe driedimensionalebewegingen van het hart tengevolge van hartcontractiesen adembewegingen

Page 9: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

A R T I K E L E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 9

de twee observers liet een AUC (area underthe curve) zien van 0,89 resp. 0,89 voor iden-tificatie van graftafsluiting, 0,81 en 0,87 voorstenose ≥50%, en 0,82 en 0,79 voor stenose≥70%. De interobserver-overeenstemming bijhet beoordelen van ≥50% en ≥70% graftaf-sluiting en stenose bedroeg resp. 94%, 72%en 82%. Dit onderzoek laat zien dat metbehulp van MRA niet alleen goed kan wordengedifferentieerd tussen open en afgeslotenveneuze grafts, maar dat veneuze-bypassaf-wijkingen met een behoorlijke diagnostischeaccuratesse kunnen worden bepaald. Dezeaanpak biedt perspectief als non-invasievediagnostische methode bij patiënten metterugkerende pijn op de borst na plaatsingvan veneuze grafts.

Het is interessant te constate-ren dat met MR-metingen van decoronaire flowreserve in-stent- restenose kan worden gedetecteerd.MR-flowmapping [11-12] in combi-natie met MRA kan als alternatiefdienst doen bij het onderzoek vande distale coronaire arteriën, omdatbaseline en stressflow in het proxi-male gedeelte van de graft functio-nele maten zijn van het gehele vaatbed dis-taal van het vlak van de flowmeting.Bovendien heeft invasief onderzoek aange-toond dat de morfologie van laesies nietnoodzakelijkerwijs een afspiegeling is van defunctionele status van de graft. Een gecombi-neerde aanpak met MRA en flowmapping zouderhalve tot verdere verbetering van de resul-taten kunnen leiden.

In een ander onderzoek bestudeerdenLangerak et al. [13] 69 patiënten met 166grafts (81 met een enkele-venegraft, 44 meteen graft van meervoudige venen en 41 metarteriële grafts), en wel op baseline en tijdensadenosine-geïnduceerde hyperemie (adenosi-ne 140 µg.kg-1.min-1). Flowmapping vondplaats in het proximale gedeelte van de graften loodrecht op het graftsegment volgens eenstandaardprotocol. De grafts werden inge-deeld in groepen met stenose ≥50% (n=72)en ≥70% (n=48) in de graft of de ontvangen-de vaten. Sensitiviteit en specificiteit watbetreft de detectie van enkele-venegrafts metstenose ≥50% en 70% bedroegen 94%/63%resp. 96%/92%. Dit betekent dat MRI-flowve-locity-metingen bruikbaar kunnen zijn voorde detectie van flowbeperkende laesies inbypass grafts en ontvangende vaten.

Nagel et al. [14] pasten navigator-gated

gradient echo MR toe bij 38 patiënten, na suc-cesvolle percutane coronaire interventie enhet aanbrengen van een stent, teneinde dereserve van de coronaire flowsnelheid tebepalen. De metingen in deze studie werdenloodrecht op het bloedvat gedaan, gebruik-makend van fase-contrast snelheidskwantifi-catie, 5 mm distaal van het stentartefact inrust en onder stress (adenosine 140 µg.kg-1 .min-1). De metingen werden na drie maandenherhaald en er werd vergeleken met invasievecoronariografie. De coronaire flow-snelheids-reserve kon bij 29 van de 38 patiënten (76%)worden bepaald. Na drie maanden werden sig-nificante verschillen gezien tussen coronairearteriën met en zonder restenose. Met eennauwkeurigheid van 86% en een positief-

voorspellende waarde van 94% kon een in-stent-reductie van de dwarsdoorsnede vancoronaire arteriën van ≥50% worden gedetec-teerd. Bij toepassing van een drempel voor deflowreserve van 1,2 werd bij ≥75% stenoseeen sensitiviteit van 83% met een specificiteitvan 94% bereikt.

Er zijn thans nieuwe MRI-techniekenbeschikbaar voor een verbeterde beeldvormingvan de coronairvaten. Een beter beeldcontrastkan verkregen worden door gebruik te makenvan steady-state free precession, beter bekendonder het acronym balanced FFE (balancedfast field echo), FISP (fast imaging with steady state free precession) en FIESTA (fastimaging employing steady state acquisition).Bunce et al. [15] vergeleken de nauwkeurig-heid van multisection true FISP met gadolini-um-enhanced MRA voor de detectie van CABG-patency bij 25 patiënten die recent conventio-nele coronariografie hadden ondergaan. Mettrue FISP-angiografie bedroeg de sensitiviteitvoor patency bij alle grafts 84%, de specifici-teit 45% en de nauwkeurigheid 78%. Met ga-dolinium-enhanced MRA was de sensitiviteitvoor detectie van graft patency 85%, de speci-ficiteit 73% en de nauwkeurigheid 84%. Denauwkeurigheid voor detectie van CABG-patency was vergelijkbaar voor gadolinium-

enhanced MRA en true FISP-angiografie. Metbetrekking tot evaluatie van pijn op de borstbij CABG-patiënten vond deze studie dat ga-dolinium-enhanced MRA noch true FISP-angiografie alleen een geschikt alternatiefvormt voor conventionele coronariografie.Zowel true FISP als gadolinium-enhanced MRAzouden deel kunnen uitmaken van een gecom-bineerde non-invasieve imagingstrategie.

Klinische evaluatie van myocardinfarctTegenwoordig is vertraagd enhancement natoepassing van gadolinium ter beoordelingvan myocardiale levensvatbaarheid een geac-cepteerde methode. Na toepassing van extra-cellulair gadoliniumcontrast toont normaalmyocard tijdens first pass een verhoogde sig-naalintensiteit, gevolgd door een wash-out-periode. Bij een geïnfarcteerd myocard ziet dewash-out-kinetiek van de contraststof eranders uit dan in normaal myocardweefsel. Inproefdiermodellen merkten Wendland et al.[16] op dat de longitudinale relaxatietijdenvan het beschadigde resp. normale myocardna toepassing van gadolinium-DTPA hun pre-contrastevenwicht verschillend snel terugvin-den. Met een inversion recovery pulse kan opeen geschikt tijdstip na toepassing van Gd-DTPA een zwaar T1-weighted beeld wordenverkregen dat het contrast tussen het bescha-digde en het normale myocard maximaliseert.Dit weefsel noemen we ‘hyperenhanced’ of‘delayed enhanced’, en de retentie van ga-dolinium-DTPA in dit gebied wijst op enigemate van myocardschade, uitlekken in hetinterstitium en geruptureerde myocyten.

Kim et al. [17] maakten gebruik van eeninversion recovery sequence om de waardeaan te tonen van toepassing van dit principebij het identificeren van beschadigd myocard.Zij onderzochten delayed contrast enhance-ment MR en wandbeweging na ernstige maarreversibele ischemische schade, acuut infarctmet en zonder reperfusie, en chronisch infarctbij chronisch geïnstrumenteerde honden.Tegelijkertijd werden ex vivo MR-beelden ver-geleken met trifenyltetrazoliumchloride-(TTC)gekleurde coupes. Bij 18 honden werdeen grote coronairarterie afgesloten vooronderzoek van een acuut of chronisch infarct,en een tweede coronairarterie werd reversibelafgesloten en met dopplerflowmeting bestu-deerd. Drie dagen na de ingreep werd bij

Vervolg op pagina 11

Zowel true FISP als gadolinium-enhanced MRA zouden deelkunnen uitmaken van eengecombineerde non-invasieveimagingstrategie

Page 10: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

advertentie Fujifilms

MemoRad 8.4 pag. 10

Page 11: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

A R T I K E L E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 11

acuut infarct m.b.v. cine-MRI een reductie vande wandverdikking aangetoond. Bij reversibe-le ischemische schade bedroeg de wandver-dikking voor, tijdens en na inflatie van deafsluiter gedurene 15 min respectievelijk35±5%, 1±8% en 21±10%, en de dopplerflowwas respectievelijk 19,8±5,3, 0,2±0,5 en56,3±17,7 cm/s – hiermee afsluiting, trans-iënte ischemie en reperfusie bevestigend. 30min na contrasttoediening verkregen delayed-enhanced MR-beelden toonden hyperenhan-cement van acute infarcering, echter geenreversibele ischemische schade. De locatie,spatiale uitgebreidheid en de driedimensiona-le contouren van de gebieden met verhoogdeMR-beeldintensiteit kwamen in wezen overeenmet die van irreversibel beschadigde gebie-den zoals gevonden door post mortem TTC.Vergelijkbare resultaten werden gezien nareperfusie bij 3-dagen-oude infarcten en naacht weken. Bij de onderzochte pathofysiolo-gieën kon met contrast-MRI gedifferentieerdworden tussen reversibele en irreversibeleischemische schade, onafhankelijk van wand-beweging en infarctleeftijd. Oshinski et al.[18] onderzochten of de grootte van hetenhanced gebied verandert met het tijdstipwaarop imaging plaatsvindt na injectie vanGd-DTPA bij een acuut MI na reperfusie. In eenratmodel van myocardinfarct na reperfusiebepaalden zij op welk tijdstip na injectie vanGd-DTPA het enhanced gebied de omvang vanhet infarct nauwkeurig voorspelt; het bestetijdstip hiervoor was 21±4 min. Een tekortko-ming van het onderzoek vormde de constanteinversietijd van 225 ms.

In een andere studie onderzochten Kim etal. [19] of MR na toediening van contraststofgeschikt was om te differentiëren tussenreversibele en irreversibele ischemische myo-cardschade, en of zodoende contrast-enhanc-ed MR gebruikt zou kunnen worden om tevoorspellen of gebieden met abnor-male kamercontractie bij patiëntenmet coronairlijden na revascularisa-tie zouden verbeteren. Zij pastengadolinium-enhanced MRI toe bij 50patiënten met ventrikeldisfunctie,alvorens deze chirurgische dan welpercutane revascularisatie onder-gingen. De transmurale omvang van de hype-renhanced gebieden vormde een weergavevan de transmurale omvang van niet levens-vatbaar myocard. Met cine-MR bepaalden zij

de mate van regionale contractiliteit vandezelfde gebieden bij 41 patiënten voor en narevacsularisatie. Contrast-enhanced MR toon-de bij 40 van 50 patiënten voor revascularisa-tie hyperenhancement van myocardweefsel.In de disfunctionele segmenten verminderdede waarschijnlijkheid van verbetering inregionale contractiliteit na revascularisatieprogressief met de toename van de transmu-rale omvang van hyperenhancement voorrevascularisatie. Zowel het disfunctionele alshet non-hyperenhanced percentage van hetlinkerventrikel vóór revascularisatie toondeeen sterke relatie met de mate van verbete-ring van de globale gemiddelde wandbewe-gingsscore en de ejectiefractie na revasculari-satie. De auteurs concludeerden dat reversi-bele myocarddisfunctie vóór coronaire revas-cularisatie kan worden geïdentificeerd d.m.v.contrast-enhanced MR.

Klein et al. [20] vergeleken MRI delayedenhancement met PET als gouden standaardvoor de detectie en kwantificatie van myocar-diaal littekenweefsel. Zij onderzochten 31patiënten met ischemisch hartfalen metbehulp van PET en MRI. De sensitiviteit enspecificiteit van MRI m.b.t. de identificatievan patiënten en segmenten met matchedflow/metabolismedefecten bedroeg resp.0,96 van 1 en 0,86 van 0,94. De met MRIkwantitatief bepaalde infarctmassa toondeeen goede correlatie met de infarctgroottezoals gemeten met PET. De onderzoekers con-cludeerden dat MRI- hyperenhancement alsmaat van myocardiaal littekenweefsel bij ern-stig ischemisch hartfalen nauwe overeen-stemming vertoont met gegevens uit PET-onderzoek.

Teneinde na te gaan of met delayedenhancement een verbetering van disfunctio-neel, echter levensvatbaar myocard voorspel-baar is, onderzochten Beek et al. [21] 30patiënten met cine-MR en MRI-delayedenhancement, drie dagen en drie maanden na

een acuut gereperfuseerd infarct. De waar-schijnlijkheid van verbetering van segmentenzonder hyperenhancement was 2,9, 14,3 en20 keer groter dan van segmenten met resp.

26-50%, 51-75% en ≥75% hyperenhance-ment. De waarschijnlijkheid van volledig func-tioneel herstel van segmenten zonder hyper-enhancement was 3,8, 11,1 en 50 keer groterdan van segmenten met resp. 26-50%, 51-

75% en ≥75% hyperenhancement. De studietoont aan dat functionele verbetering vanstunned myocard kan worden voorspeldm.b.v. delayed enhancement.

Kwong et al. [22] veronderstelden dat hetmogelijk moest zijn m.b.v. cardiaal MRI in rusteen mogelijk of waarschijnlijk acuut coronairsyndroom doeltreffend te beoordelen dooreen gecombineerd onderzoek van contractielefunctie, perfusie en viability. De diagnosti-sche prestaties van MRI werden beoordeeld ineen prospectief onderzoek bij 161 opeenvol-gende patiënten op de eerstehulpafdeling.Ingesloten werden patiënten met 30 min pijnop de borst die verenigbaar was met myocard-ischemie, echter een ECG dat geen diagnosetoeliet van acuut myocardinfarct. Binnen 12uur na presentatie van de patiënt werd MRIuitgevoerd, inclusief perfusion imaging,beoordeling van de linkerventrikelfunctie endelayed enhancement. De MRI-beelden wer-den kwalitatief geïnterpreteerd, echter ookkwantitatief geanalyseerd. De sensitiviteitresp. specificiteit voor detectie van acuutcoronair syndroom met MRI was 84% resp.85%, met een abnormaal ECG 80% resp. 61%,en met strikte ECG-criteria voor ischemie 16%resp. 95%. MR-onderzoek toonde een groteresensitiviteit dan de strikte ECG-criteria voorischemie en een grotere specificiteit dan eenabnormaal ECG. Multivariate logistischeregressieanalyse toonde aan dat MRI de

Vervolg van pagina 9

MRI is de krachtigste voor-speller van acute coronairesyndromen met toegevoegdediagnostische waarde

Figuur 2:

Voorbeeld van delayed enhancement. Let op anteroseptaal

infarct.

Page 12: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

A R T I K E L E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie12 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

krachtigste voorspeller was van acute coro-naire syndromen, met toegevoegde diagnos-tische waarde. Cardiaal MRI in rust brachtdiagnostische besturingscriteria aan het lichtdie geschikt zijn voor de triage van patiëntenop de eerstehulpafdeling met pijn op deborst. Spoedige toepassing van MRI terbeoordeling van pijn op de borst maakteaccurate detectie mogelijk van een hoog per-centage van patiënten met acuut coronairsyndroom, inclusief patiënten met enzym-negatieve instabiele angina pectoris. Figuur 2toont een voorbeeld van delayed enhance-ment bij een chronisch infarct.

ConclusieDoor gebruik te maken van verschillendetechnieken kunnen met behulp van MR-imag-ing veel relevante aspecten van coronairlij-den aan het licht gebracht worden. Zo is visu-alisering mogelijk van stenosen in natievecoronairarteriën, hoewel nog technische ver-beteringen geboden zijn. Imaging van veneu-ze bypasses is minder gecompliceerd vanwegehun grootte en minder bewegingsartefacten.Additioneel MR-flowmapping verschaft func-tionele informatie over de hemodynamischegevolgen van vaatstenose. Rechtstreeksevisualisering van ischemisch myocard is thanseen routinemethode. Vooral het toepassenvan delayed enhancement-technieken t.b.v.infarctimaging behoort nu tot het geaccep-teerd gereedschap. Deze aanpak is vrij een-voudig en wordt in de kliniek breed toege-past. Het klinisch effect van delayed enhan-cement imaging van ischemisch myocard konin veel studies worden aangetoond. De plaatsvan cardiaal MRI bij de work-up en risicostra-tificatie van patiënten met (verdenking van)coronairlijden dient in verder onderzoek teworden gedefinieerd.

Prof.dr. A. de Roos1

T.A.M. Kaandorp1

Dr. H.J. Lamb1

J.J. Bax2

Prof.dr. E.E. van der Wall2

Leids Universitair Medisch Centrum1Afdeling Radiologie2Afdeling Cardiologie

Literatuur1. Boersma H, Doornbos G, Bloemberg BPM, Wood

DA, Kromhout D, Simoons ML. Cardiovascular dis-eases in Europe. European registries of cardiovas-cular diseases and patient management.European Society of Cardiology, 1999.

2. Plein S, Ridgway JP, Jones TR, Bloomer TN,Sivananthan MU. Coronary artery disease: asses-sment with a comprehensive MR imaging protocol– initial results. Radiology 2002;225:300-7.

3. Kim WY, Danias PG, Stuber M, Flamm SD, Plein S,Nagel E, et al. Coronary magnetic resonanceangiography for the detection of coronary steno-ses. N Engl J Med 2001;345:1863-9.

4. Bogaert J, Kuzo R, Dymarkowski S, Beckers R,Piessens J, Rademakers FE. Coronary artery ima-ging with real-time navigator three-dimensionalturbo-field-echo MR coronary angiography: ini-tial experience. Radiology 2003;226:707-16.

5. Regenfus M, Ropers D, Achenbach S, Kessler W,Laub G, Daniel WG, Moshage W. Noninvasivedetection of coronary artery stenosis using con-trast-enhanced three-dimensional breath-holdmagnetic resonance coronary angiography. J AmColl Cardiol 2000;36:44-50.

6. Dirksen MS, Lamb HJ, Kunz P, Robert P, Corot C,Roos A de. Improved MR coronary angiographywith use of a new rapid clearance blood pool con-trast agent in pigs. Radiology 2003;227:802-8.

7. Wintersperger BJ, Engelmann MG, Smekal A von,Knez A, Penzkofer HV, Hofling B, et al. Patency ofcoronary bypass grafts: assessment with breath-hold contrast-enhanced MR angiography – valueof a non-electrocardiographically triggered tech-nique. Radiology 1998;208:345-51.

8. Molinari G, Sardanelli F, Zandrino F, Balbi M,Masperone MA. Value of navigator echo magneticresonance angiography in detectingocclusion/patency of arterial and venous, singleand sequential coronary bypass grafts. Int J CardImaging 2000;16:149-60.

9. Engelmann MG, Knez A, Smekal A von,Wintersperger BJ, Huehns TY, Hofling B, et al.Non-invasive coronary bypass graft imaging aftermultivessel revascularisation. Int J Cardiol2000;76:65-74.

10. Langerak SE, Vliegen HW, Roos A de, ZwindermanAH, Jukema JW, Kunz P, et al. Detection of veingraft disease using high-resolution magnetic res-onance angiography. Circulation 2002;105:328-33.

11. Langerak SE, Kunz P, Vliegen HW, Jukema JW,Zwinderman AH, Steendijk P, et al. MR flow map-ping in coronary artery bypass grafts: a valida-tion study with Doppler flow measurements.Radiology 2002;222:127-35.

12. Sakuma H, Globits S, O'Sullivan M, Shimakawa A,Bernstein MA, Foo TK, et al. Breath-hold MRmeasurements of blood flow velocity in internalmammary arteries and coronary artery bypassgrafts. J Magn Reson Imaging 1996;6:219-22.

13. Langerak SE, Vliegen HW, Jukema JW, Kunz P,Zwinderman AH, Lamb HJ, et al. Value of magne-tic resonance imaging for the noninvasive detec-tion of stenosis in coronary artery bypass graftsand recipient coronary arteries. Circulation2003;107:1502-8.

14. Nagel E, Thouet T, Klein C, Schalla S, Bornstedt A,Schnackenburg B, et al. Noninvasive determina-tion of coronary blood flow velocity with cardio-vascular magnetic resonance in patients afterstent deployment. Circulation 2003;107:1738-43.

15. Bunce NH, Lorenz CH, John AS, Lesser JR,Mohiaddin RH, Pennell DJ. Coronary arterybypass graft patency: assessment with true fastimaging with steady-state precession versus gad-olinium-enhanced MR angiography. Radiology2003;227:440-6.

16. Wendland MF, Saeed M, Lauerma K, Derugin N,Mintorovitch J, Cavagna FM, Higgins CB.Alterations in T1 of normal and reperfused infarc-ted myocardium after Gd-BOPTA versus GD-DTPAon inversion recovery EPI. Magn Reson Med1997;37:448-56.

17. Kim RJ, Fieno DS, Parrish TB, Harris K, Chen EL,Simonetti O, etal.. Relationship of MRI delayedcontrast enhancement to irreversible injury,infarct age, and contractile function. Circulation1999;100:1992-2002.

18. Oshinski JN, Yang Z, Jones JR, Mata JF, FrenchBA. Imaging time after Gd-DTPA injection is criti-cal in using delayed enhancement to determineinfarct size accurately with magnetic resonanceimaging. Circulation 2001;104:2838-42.

19. Kim RJ, Wu E, Rafael A, Chen EL, Parker MA,Simonetti O, et al. The use of contrast-enhancedmagnetic resonance imaging to identify reversi-ble myocardial dysfunction. N Engl J Med2000;343:1445-53.

20. Klein C, Nekolla SG, Bengel FM, Momose M,Sammer A, Haas F, et al. Assessment of myocar-dial viability with contrast-enhanced magneticresonance imaging: comparison with positronemission tomography. Circulation 2002;105:162-7.

21. Beek AM, Kuhl HP, Bondarenko O, Twisk JW,Hofman MB, Dockum WG van, et al. Delayed con-trast-enhanced magnetic resonance imaging forthe prediction of regional functional improve-ment after acute myocardial infarction. J Am CollCardiol 2003;42:895-901.

22. Kwong RY, Schussheim AE, Rekhraj S, Aletras AH,Geller N, Davis J, et al. Detecting acute coronarysyndrome in the emergency department with car-diac magnetic resonance imaging. Circulation2003;107:531-7.

Page 13: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

A R T I K E L E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 13

DE HOBBY VAN DE RADIOLOOG

‘Natuurbescherming in een roerig en instabiel continent’Tijdens een wandelsafari in Zimbabwe, enkelejaren geleden, kwam ik voor het eerst oog inoog te staan met een groep van twaalfAfrikaanse wilde honden. Sinds die tijd ben ikverknocht geraakt aan deze dieren.

D e natuur en het behoud ervan zijnvoor mij altijd een belangrijk onder-werp (van gesprek) geweest, maar

volgens mijn kinderen praatte ik er voornamelijkover en probeerde mijn schuldgevoelens af tekopen door giften te storten aan bijvoorbeeldhet Wereld Natuur Fonds.

Daar is nu verandering in gekomen – en daarheeft het tijdschrift Africa Geographic een grotebijdrage aan geleverd. Ik begrijp nu dat als jebepaalde diersoorten voor uitsterven wilt behoe-den, je eveneens grote ecosystemen beschermingkunt bieden zoals de Okavango en de Serengeti.En dat is een belangrijke doelstelling. En omdatik, samen met mijn echtgenote Marie-José, eengrote passie heb voor honden – we hebben thuisvijf Rhodesian Ridgebacks –, en geboeid raaktedoor de zeer sociaal gestructureerde leefwijzevan de Afrikaanse wilde hond, lag het voor dehand om daar mijn energie in te steken.

Eerst wat over de honden zelf. – De Afri-kaanse wilde hond is een ernstig in zijn bestaanbedreigde diersoort. Een eeuw geleden kwamener van deze uitsluitend in Afrika levende wolfach-tigen naar schatting ongeveer 500.000 voor, ver-spreid over het hele continent. Tegenwoordig isdaar nog maar 1% van over en treffen we ze nogslechts aan in het zuiden en oosten.

De wetenschappelijke naam is Lycaon pic-tus, ook wel genoemd painted dog of hyena-hond, hoewel er geen enkele verwantschap ismet hyena’s. De honden leven en jagen in groe-pen, variërend in grootte van enkele tot welveertig honden. Het alfapaar geeft leiding aan

beide opvattingen niet juist zijn. Maar het heeftwel geleid tot een ware klopjacht op de honden.De toename van de urbanisatie deed de rest –enerzijds door reductie van hun leefgebied,anderzijds door contact met mens en huisdier,waardoor ze veel aan ziekten werden blootge-steld zoals hondenziekte en hondsdolheid.

In Nederland bestaat ‘The African Wild DogFoundation’, een initiatief van de dierenarts AartVisee. Samen met een aantal personen die zeerbegaan zijn met het lot van de Afrikaanse wildehond, ben ik bezig de doelstelling van deze stich-ting aan te passen, zodat de stichting zich kaninzetten voor meerdere projecten ter bescher-ming en vermeerdering van deze zeer interessan-te en door zijn sociaal gedrag unieke diersoort.

De wilde honden kunnen wel wat hulpgebruiken, en mijn taak daarbij is vooral fond-senwerving en het houden van lezingen overAfrika en de wilde honden. Daarvoor reizenMarie-José en ik door Afrika met natuurfotogra-fen als Mark Tennant en Philip Briggs. Onzestichting steunt momenteel in het bijzonder eentweetal projecten. Het eerste is een wildehon-denproject in het Mkomazi Game Reserve inTanzania, en het tweede is het Painted Dogresearch project in Zimbabwe, dat ondanks demisère in dat land succesvol verloopt.

We willen samen met de S.A. Wild DogAction Group in 2005 een workshop houden,waarbij de wilde hond centraal staat met aan-dacht voor ‘conservation, sustainable economicdevelopment and education’. Ook toerisme kandaar een plaats in hebben, hoewel dat nietdirect een eerste prioriteit hoeft te zijn.

Wie de Afrikaanse wilde hond in eigen landwil zien, kan hiervoor terecht bij een tweetaldierentuinen. In Artis in Amsterdam zijn 22honden te bewonderen, en in Safaripark DeBeekse Bergen bij Tilburg heeft men 12 vandeze dieren.

Dr. G.A.P. In der Maur

de groep, maar is ook het enige paar dat zich,onder normale omstandigheden, voortplant.

De jonge hondjes worden geboren in eenhol onder de grond. Gezamenlijk zorgt het heleroedel voor het voeden en grootbrengen van dejongen. Een groep of roedel heeft een zeergroot jachtgebied nodig van ongeveer 400 vier-kante kilometer, en om inteelt te voorkomenzijn ongeveer tien roedels in een aaneengeslo-ten leefgebied gewenst. Helaas zijn er nog maarenkele van dit soort grote ecosystemen over,vooral gelegen in Tanzania, Zambia, Zimbabween Botswana. Organisaties als de IUCN (TheWorld Conservation Union) zien in dat bescher-ming van diersoorten zoals de wilde hond,belangrijk is voor bescherming van ecosyste-men. En dat geldt ook voor het omgekeerde.

De dreigende ondergang van de wilde hondheeft verschillende oorzaken, maar in de eersteplaats is dat een gevolg van direct en indirectingrijpen van de mens. Decennia lang werd dewijze waarop door wilde honden op hun prooigejaagd wordt niet gewaardeerd en bestempeldals wreed. Tevens zouden de dieren veel veedoden. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat

George In der Maur

George In der Maur, radioloog in Zwolle

De Afrikaanse wilde hond

Page 14: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

I N G E Z O N D E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie14 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

De leeftijdsbepaling door middel van conven-tionele röntgenfoto’s van de clavicula heefthet afgelopen jaar veel aandacht in de mediagehad. Ook in Medisch Contact werden ver-schillende aspecten van deze onderzoeksme-thode besproken in een recent artikel [1]. Ditresulteerde onder andere in twee uitsprakenvan de rechtbank, door collega Van Dijk Aznadequaat in het laatste nummer vanMemoRad beschreven [2,3].

De vluchtige lezer zou de indruk kunnenkrijgen dat de betrouwbaarheid van dezemethode wetenschappelijk is aangetoond. Datis echter niet zo. Er zijn veel anatomische stu-dies gedaan (gesneuvelde soldaten, anatomi-sche collecties) naar het aspect van de groei-schijf van de mediale clavicula. Hierbij werdde clavicula vrijgeprepareerd en visueelbeoordeeld. De groeischijf van de mediale cla-vicula is een late (laatste) rijper; deze sluitergens tussen het 19e en 30e jaar. Er zijn inde literatuur geen gevallen beschreven vanindividuen jonger dan 19 jaar waarvan dezegroeischijf al gesloten is. Ergo, als debetreffende groeischijf gesloten is kan eenindividu niet jonger zijn dan 19 jaar en wordtderhalve als meerderjarig beschouwd. Hieropberust de claviculamethode.

De achillespees van deze methode is detoegepaste radiologische techniek: de con-ventionele röntgenfoto. Zijn deze foto’sgeschikt om een ‘medico’legale uitspraak tedoen over het stadium van sluiting van degroeischijf ? Ikzelf krijg vaak een onbestemdgevoel als een laborant me vraagt om evenmee te kijken naar een sternoclaviculairgewricht omdat het (door overprojectie) eenlastig gebied is om te beoordelen. Een slui-tende groeischijf is zeer smal, en om dezegoed in beeld te krijgen moet deze tangen-tieel worden ingeschoten. Maar de groeischijf

vertoont een angulatie ten opzichte van hetsagittale vlak (Figuur 1).

Er zijn geen normaalwaarden voor deze hoekbekend. Het is dus onbekend hoeveel gradende patiënt geroteerd moet worden om degroeischijf tangentieel te treffen(Figuur 2). De radiologischeinsteltechniekboeken helpen niet;immers, deze bekommeren zichalleen maar om het visualiserenvan de mediale clavicula en zijnniet ontworpen om de groeischijfaf te beelden.

Door een suboptimale rotatie kaneen partieel gesloten groeischijfvolledig gesloten lijken en krijgthet betreffende individu tenonrechte het predikaat ‘volwassen’opgeplakt. Ook in de praktijk zijner geen artikelen die deze metho-de vergelijken met een goudenstandaard.

Simon Robben

Maar stel dat de epifysairschijf adequaatwordt ingeschoten, dan nog blijft de inter-pretatie een probleem: de sluiting van degroeischijf is een biologisch fenomeen en ver-loopt zeer geleidelijk. Wie bepaalt het ver-schil tussen volledig gesloten en bijna volle-

Uitspraak Rechtbank ’s-Gravenhage inzake leeftijdsonderzoek

Figuur 1A en B:

CT-coupe van een kind (a) en een schematische tekening van een adolescent (b). Mediale clavicula-uiteinden tonen een evidente

angulatie t.o.v. het sagittale vlak.

Figuur 2:

Schematische tekening met optimale rotatie van de patiënt, waardoor de

röntgenstraal parallel verloopt met de groeischijf.

Page 15: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 15

M E D E D E L I N G E N

dig gesloten? Radiologisch niet interessant,maar juridisch cruciaal. Om dit schemergebiedte kunnen ontsluiten is een atlas nodig à laGreulich & Pyle. Zonder een dergelijke atlasblijft elke interpretatie subjectief en niettoetsbaar. En zo’n atlas bestaat niet.

Het artikel van Van Dijk Azn wekt mis-schien de indruk dat de methode geaccep-teerd is, doch juridische acceptatie is blijk-baar anders dan een wetenschappelijkeacceptatie.

De Immigratie en Naturalisatie Dienst(IND) beschouwt, al dan niet uit onwetend-heid, de radiologie als een onfeilbare scheids-rechter tussen gesloten en open groeischijven,terwijl dit zeker niet zo is. Daarvoor kleven erte veel onzekerheden aan deze methode.

Ik heb sterk het idee dat de radiologievoor het karretje van deze instantie gespan-nen wordt en dat de betrokken radiologenderhalve misbruikt worden. Radiologen diehieraan meewerken zullen in het reine moetenkomen met hun geweten en deze methodeopenlijk verdedigen, wat tot op heden nietgebeurd is. De anonimiteit van de radiologenspreekt boekdelen.

Bovendien speelt er nog een hogerberoep, mogelijk tot bij het Europese Hof vanJustitie. Het laatste woord is hierover dus nogniet gesproken. Indien de methode in hoogsteinstantie toch als onbetrouwbaar wordtbeschouwd, zijn schadeclaims niet ondenk-beeldig.

Kortom, deze methode is in een semi-wetenschappelijk milieu gecreëerd, is niet evi-dence-based en wordt toegepast zonder inter-collegiale toetsbaarheid. Juridische accepta-tie rechtvaardigt mijns inziens geen radiologi-sche coöperatie.

Dr. S.G.F. Robben, kinderradioloogAcademisch Ziekenhuis MaastrichtPostbus 58006202 AZ Maastricht

Literatuur1. Keunen AM, Schumacher JH. Een slag om de arm;

Leeftijdsonderzoek bij ama’s op verzoek van justitie.

Medisch Contact 2004;59:22-4

2. Dijk Azn R van. Uitspraak rechtbank ’s-Gravenhage

inzake leeftijdsonderzoek. Claviculamethode geloof-

waardig geacht. MemoRad 2003;8(4):39.

3. Dijk Azn R van. Uitspraak Raad van State inzake

leeftijdsonderzoek. Uitvoering van de methode voldoet

niet aan de eisen. MemoRad 2004;8(4):39-40.

Oproep: Buitenkansje voor een emeritus-radioloogGevraagd: een radioloog die wil promove-

ren op het onderwerp “De wetenschappe-

lijke ontwikkelingen in de radiologie in

Nederland”.

R ond de millenniumwisseling steldendr. P.R. Algra en prof.dr.ir. F.Zonneveld een lijst op van de ruim

400 proefschriften van Nederlandse radiolo-gen sinds 1912 en de bijna 100 radiologischeproefschriften door niet-medici, met analyseen statistiek. Vanwege praktische en finan-ciële redenen paste dit belangrijke enomvangrijke werkstuk niet in het Eeuwboekvan onze vereniging ‘Van röntgenoloog totradioloog’ in 2001. Wel werd deze informatieopgenomen op de website van onze vereni-ging (www.radiologen.nl)).

Thans is het idee ontstaan om dit historischen wetenschappelijk uiterst boeiende onder-werp uit te werken tot een proefschrift (zoalsbij andere vakken reeds geschied is, bijv. dehuisartsen). Er is een mer à boire: aard vande aandacht, verschuiving van de onderwer-pen, trends van onderwerpen per universi-teit, trends door de eeuw heen, veranderingvan het medisch en wetenschappelijk denkengedurende de twintigste eeuw. Zeer belang-rijk daarbij zijn ook de inaugurele redes enafscheidsredes van hoogleraren, waarvaneen groot aantal in ons bezit is, doch waaropnog geen enkele analyse losgelaten is.

Dit promotieonderwerp is zeer geschikt vooreen oudere radioloog met kennis van het vakvan vroeger en van nu. Maar ook een jongereradioloog zou dit onderwerp zeer wel kunnenuitwerken. Enige kennis van de radiologie iswel noodzakelijk.

Deze promotie zal geschieden onder toezichtvan prof.dr. E.S. Houwaart, medisch-historicusaan de VU, dr. P.R. Algra ([email protected]),prof.dr. F.W. Zonneveld ([email protected])en prof.dr. J.H.J. Ruijs ([email protected]).U kunt vertrouwelijke en vrijblijvende inlich-tingen ontvangen bij genoemde personen enbij alle leden van de Historische Commissie.Wij hopen dat een radioloog zich opwerpt omdit leuke en reeds goed gedocumenteerdeonderwerp te transformeren in een historischmonument voor het nageslacht en van onzevereniging! Schroom niet: er is aardig watmateriaal, de begeleiding is goed.

De Historische Commissie

Page 16: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

1. NVvR ontvangt van CBO of OMS een ver-zoek tot het aanwijzen van (een) verte-genwoordiger(s) voor een bepaalde richt-lijnontwikkeling.

2. Het bestuur bespreekt dit verzoek in haarbestuursvergadering en vraagt een vanhaar leden om zitting te nemen in dezewerkgroep richtlijnontwikkeling.

3. Als het NVvR-lid de benoeming aanvaardt,wordt het CBO of OMS bericht gestuurdvan de naam van de NVvR-gemandateer-de. De gemandateerde ontvangt een kopievan deze brief en van eventuele eerderecorrespondentie die door de NVvR inzakedeze richtlijn is ontvangen.

4. De gemandateerde brengt regelmatig (bijvoorkeur tweemaandelijks, maar ten min-ste halfjaarlijks) schriftelijk verslag uitaan het bestuur over de voortgang van derichtlijn.

5. De voorlopige tekst van de richtlijn wordtop NetRad gepubliceerd (rubriek De

Praktijk/protocollen en richtlijnen), zodatleden deze kunnen bekijken en van even-tueel commentaar voorzien.

6. De gemandateerde neemt daarnaast, ophet daartoe geschikte moment binnen hettraject van de te ontwikkelen richtlijn,contact op met het bestuur voor hetinplannen van een bespreking van devoorgestelde richtlijn, bij voorkeur tijdensde Radiologendagen of AlgemeneVergadering. Voor het adequaat inplannenin het programma dient dit uiterlijk tweemaanden voor de volgendeRadiologendagen bij het bestuur te zijnaangemeld.

7. De tekst van de definitieve richtlijn, ofeen samenvatting ervan, wordt gepubli-ceerd in MemoRad en NetRad (rubriek DePraktijk/protocollen en richtlijnen).

Stappenplan voor NVvR-vertegenwoordigers inrichtlijnontwikkelingen

Workshop PIER

J A A R K A L E N D E R NV V R 2004Bestuursvergaderingen 2004

5 april, 3 mei, 7 juni, 5 juli,

6 september, 4 oktober, 1 november en

6 december

Algemene vergaderingen

(donderdag tijdens SW-cursus)

19 februari, 10 juni (Ede) en

11 november

Voortgangstoets

16 april en 29 oktober

Sandwichcursussen

8 t/m 11 juni: Als jongste geleerd, als

oudste gedaan; een interactieve cursus

alleen voor arts-assistenten (Ede)

9 t/m 12 november: Acute radiologie

Radiologendagen

16-17 september

Sluitingsdatum inleveren kopij

MemoRad

15 januari, 15 april, 15 juli en

15 oktober

Het Nederlands Genootschap voor Interven-tieradiologie (NGIR) organiseert in samen-werking met het Postgraduate & EducationOffice Radiologie AMC in mei 2004 een work-shop over PIER of sub-intimale recanalisatie.Het doel van deze workshop is de deelnemersin staat te stellen deze techniek beter teplaatsen binnen het spectrum van behande-lingen en eventueel zelf toe te passen.

13 mei 2004 workshop PIER ofsub-intimale recanalisatieDe PIER-techniek, ook wel bekend als subinti-male PTA, heeft langzamerhand een vasteplaats verworven binnen de behandeling vanchronische ischemie, Fontaine 3 en 4 van deonderste extremiteiten. Toch blijkt dat er nogsteeds veel onduidelijkheid is over de plaatsvan deze techniek, de techniek zelf en deresultaten. In deze workshop worden aan dehand van voordrachten, videopresentaties en‘hands-on’ alle aspecten van de PIER-tech-niek behandeld.

Voor de workshop geldt dat het interac-tieve karakter centraal zal staan. De deelne-mers worden van harte aangemoedigd omcasus uit hun eigen praktijk mee te nemen ente bespreken. De workshop zal van 13.00 tot17.00 uur gegeven worden op de afdelingRadiologie van het AMC. Om het karakterinteractief te houden is het aantal inschrij-vingen beperkt tot maximaal 45 deelnemers.De workshop is ook toegankelijk voor geïnte-resseerde vaatchirurgen.

De kosten voor deelname bedragen € 75voor leden van het NGIR en € 120 voor niet-leden. Inschrijving geschiedt op volgorde vanaanmelding. Let op: uw inschrijving is pasdefinitief nadat de betaling is verwerkt.

Inschrijven en nadere inlichtingen:Postgraduate & Education Office, mevr. M.R.Evers, afdeling radiologie, C1-210.1,Academisch Medisch Centrum, Universiteitvan Amsterdam, Meibergdreef 9, 1105 AZ,Amsterdam, telefoon: 020-5668698, fax:020-5669119, e-mail: [email protected].

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie16 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

M E D E D E L I N G E N

Page 17: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

C O N G R E S S E N C U R S U S S E N

1 t/m 2 april NoordwijkerhoutVaatdagen. [email protected] – www.congresscare.com 7 t/m 8 april ZeistDigitale Radiologie. www.phit.nl – [email protected] 23 t/m 27 april RigaECNR2004: European Course in Neuroradiology. Trauma and Degenerative Disease of the CNS. [email protected] t/m 21 mei Kyoto12th Scientific Meeting of the International Society for Magnetic Resonance in Medicine. [email protected] 19 t/m 22 mei Wiesbaden85. Deutscher Roentgenkongress. [email protected] t/m 23 mei VancouverSCAR 2004. Annual Meeting. 21st Symposium for Computer Applications in Radiology. [email protected] 23 t/m 28 mei MadridIRPA 11. 11th International Congress of the International RadiationProtection Association. [email protected] 5 t/m 11 juni Seattle42nd Annual Meeting of the American Society of Neuroradiology (ASNR). [email protected] 6 t/m 8 juni ManchesterUK Radiological Congress (UKRC 2004). [email protected] t/m 11 juni Heidelberg41st Annual Congress and 27th Postgraduate Course of the European Society of Paediatric Radiology (ESPR). [email protected] juni UtrechtMinisymposium Hersencirculatie. [email protected] t/m 11 juni EdeSandwichcursus ‘Als jongste geleerd, als oudste gedaan: een interactieve cursus (alleen voor arts-assistenten in opleiding tot radioloog). [email protected] 15 t/m 18 juni GenèveEuropean Society of Gastrointestinal and Abdominal Radiology. 15th Annual Meeting and Postgraduate Course. [email protected] 17 t/m 18 juni NijmegenHands-on Workshop Endovasculaire Technieken (NGIR). [email protected][email protected][email protected] t/m 19 juni Augsburg11th Annual Meeting of the European Society of Musculoskeletal Radiology (ESSR2004). [email protected] t/m 20 juni Tielt (B)Workshop Musculoskeletale Echografie. [email protected] t/m 25 juni AmsterdamErasmus Course on Magnetic Resonance Imaging (EMRI): Central Nervous System I. [email protected] t/m 26 juni ChicagoCARS 2004. Computer Assisted Radiology and Surgery. [email protected] t/m 29 juni Montréal23rd International Congress of Radiology (ICR 2004)[email protected] t/m 20 juli EdinburghSymposium Mammographicum 2004. [email protected] 15 t/m 19 augustus Whistler, BCAnnual Meeting Society of Computed Body Tomography and Magnetic Resonance-II. [email protected] t/m 11 september AkenESNR (European Society of Neuroradiology) XXIX Congress and 13th Advanced Course. [email protected] 9 t/m 12 september Santiago de Compostela11th Annual Symposium European Society of Urogenital Radiology (ESUR):Functional Imaging. [email protected]

9 t/m 12 september Kopenhagen21st Annual Meeting European Society for Magnetic Resonance in Medicine and Biology (ESMRMB). [email protected] en 21 september ’s-GravelandCursus medisch management voor arts-assistenten. [email protected] 16 t/m 17 september Noordwijkerhout9e Nederlandse Radiologendagen. [email protected] t/m 18 september RigaAdvanced Breast Imaging Seminar. www.ibus.org - [email protected] t/m 29 september BarcelonaCIRSE 2004 Annual Meeting and Postgraduate Course. [email protected] september t/m 2 oktober GroningenGesellschaft für Pädiatrische Radiologie (GPR) [D]. 41. Jahrestagung und 24. Fortbildungskurs. [email protected] oktober AmsterdamKwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO 25 jaar. www.cbo.nl20 t/m 22 oktober AmsterdamISQUA Wereldcongres. ‘Patiënt centraal’. CBO gastheer van het wereldcongres van de International Society for Quality Improvement in Health Care. www.cbo.nl & www.isqua.org24 t/m 28 oktober AmsterdamESTRO 23 – 23rd Annual Meeting of the European Society for Therapeutic Radiology and Oncology. [email protected] t/m 12 november UtrechtSandwichcursus acute radiologie. [email protected] 28 november t/m 3 december Chicago90th Meeting RSNA. [email protected]

2004

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 17

M E D E D E L I N G E N

Page 18: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

Het gebeurt. Röntgenfoto’s die per ongeluk

aan een ander persoon worden toegeschreven.

Patiëntgegevens die dreigen in een verkeerd dos-

sier terecht te komen. Dergelijke vergissingen

dienen direct te worden gecorrigeerd om te

voorkomen dat foutieve informatie wordt

gebruikt of gearchiveerd. Draadloze communi-

catie biedt hiervoor uitkomst.

Het digitaliseren van informatie is niet de

sleutel voor meer betrouwbaarheid of efficiency.

Systemen zoals RIS (Radiology Information

System) of PACS (Picture Archiving and Commu-

nications System) zijn primair bedoeld voor weer-

gave en opslag van informatie, zonder verdere

mogelijkheden voor interactie.

Draadloze communicatie zorgt ervoor dat

informatie overal en altijd beschikbaar is. Zo

heeft Ascom Nira een geïntegreerde, draadloze

oplossing beschikbaar die zorgt voor automati-

sering van de meest belangrijke taken en voor

verbetering van de informatievoorziening met

real-time notificatie. De medewerkers worden

automatisch op de hoogte gebracht van onder-

zoeksresultaten. Radiologen en andere specia-

listen hebben vanaf elke locatie toegang tot de

gewenste informatie.

Een andere Ascom Nira oplossing reduceert

het aantal fouten, zoals verkeerd gelabelde

afbeeldingen, door het automatisch oproepen

van de verantwoordelijke persoon.

Naderhand aangebrachte verbeteringen

worden automatisch opgeslagen. Op radiologie

afdelingen kan draadloze integratie met

bestaande systemen zorgen voor inzicht in de

door werkdruk ontstane knelpunten. De voor-

delen hiervan worden snel duidelijk.

Er is een uitgebreide brochure beschikbaar

over hoe draadloze communicatie het beschik-

baar komen van patiënteninformatie op radiolo-

gie afdelingen aanzienlijk kan versnellen. Onze

account manager komt de brochure graag bij u

presenteren. Bel (030) 240 92 20 of ga naar

www.ascomnira.nl voor uw aanvraag.

Ascom Nira B.V. Postbus 40242, 3504 AA Utrecht

Kan draadloze communicatie ditsoort missers voorkomen?

LLOOHHUUIISS,, TTOOMM

RREECCHHTTEERRHHAANNDD

Ascom Nira levert totaalconcepten voor communicatie en beveiliging

Page 19: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 19

P E R S O N A L I A

Tekst van de rede ter gedachtenis van prof.dr. William Penn, tijdens decrematieplechtigheid in Tilburg op 14februari 2004

Zeer geachte familie Penn, geachte aanwezigen,

Velen van de oud-leerlingen en oud-medewerkers van prof. Penn wisten algeruime tijd van de achteruitgang vanzijn gezondheid. Een man die bijnanooit over gezondheidsproblemenklaagde had ineens een dodelijkeziekte. Vandaag zijn wij bijeengeko-men om afscheid te nemen van pro-fessor dr. William Penn. Graag zou iksamen met u in de tijd teruggaan.

Begin 1955 vroeg de procuratorVan der Werf aan William Penn devoorlopige röntgenafdeling in hetnieuwe gebouw van het Radboud Ziekenhuis inNijmegen te plannen. Wat was het antwoordvan Penn: “Dat moet je vragen aan de man dieermee werken moet.” Antwoord van Van derWerf: “Ja, maar die hebben we nog niet.”

William Penn was toen 40 jaar oud ensinds 1947 als röntgenoloog aan het Canisius-Ziekenhuis in Nijmegen verbonden. Hij hadeen goede opleiding tot radioloog gevolgd inDen Haag bij Sassen en in hetRadiotherapeutisch Centrum in Rotterdam bijDen Hoed. – Om het kort te houden: WilliamPenn werd op 1 september 1956 hoofd van deop te richten röntgenafdeling van hetRadboud Ziekenhuis. In het A-gebouw begonhij met vier laboranten en drie onderzoekka-mers. Toen hij in 1982 afscheid nam werktenop de afdeling tien radiologen (waarvan driehoogleraren), 14 arts-assistenten, 60 radiolo-gisch laboranten en 40 administratief mede-

werkers. 80.000 patiënten werden jaarlijks in30 onderzoekkamers onderzocht.

Tussen 1956 en 1982, dus in een tijdperkvan 25 jaar, manifesteerde zich de pioniers-geest van William Penn. Omdat hij als enigevan de afdelingshoofden geen hoogleraarwas, moest hij soms harder vechten voor zijnafdeling. In die periode dachten internistenen pediaters de röntgenologie beter te ken-nen dan de radiologen. Om de afdeling verderop te bouwen en te versterken, zowel naarbinnen als naar buiten, moest hij duidelijk lei-derschap tonen. Bij een constant groeiendaantal medewerkers en bij uiteenlopendeinteressen was het instituut slechts met stevi-ge hand te leiden.

De aandacht van William Penn ging uitnaar patiëntenzorg, opleiding van radiologenen radiologisch laboranten, naar onderwijsaan studenten en onderzoek. Enkele onderde-

len konden zich pas ontwikkelen metde opbouw van de staf in de jarenzeventig. Zijn idee was dat in een zie-kenhuis – ook in een academisch zie-kenhuis – de patiëntenzorg op de eer-ste plaats moest staan. Voor goedepatiëntenzorg heb je goede medewer-kers nodig; dat zijn vooral radiologenen radiologisch laboranten. Hijbeschouwde de laborante als belang-rijkste partner van de radioloog. Zo ishet niet verwonderlijk dat hij toen algrote eisen stelde aan de vooroplei-ding en opleiding van de laboranten.Bij de sollicitatie voor de laboranten-opleiding was niet alleen de alge-mene ontwikkeling van belang, maarmoesten de dames er ook goed uit-zien.

Samen met prof. Van der Plaats inMaastricht, een ander enorm belang-rijke man voor de ontwikkeling van deradiologie, zorgde hij ook landelijk

voor een zeer goede opleiding. Internationaalgezien stond de opleiding voor laboranten inNederland aan de top. De NederlandseVereniging voor Radiologisch Laborantenheeft hem voor zijn verdiensten het erelid-maatschap verleend, de NVvR de erelegpen-ning en het erelidmaatschap.

Hoe leidde William Penn de assistenten op?Penn was lang de enige radioloog op de afde-ling. De overdracht van informatie en ervaringvan de al iets gevorderde assistent naar dejongere collega was relatief effectief. Deoudere assistent kon zo ook bewijzen wat hijal had geleerd. Dit systeem van overdrachtwas mogelijk door de indeling in stages.

In de jaren zestig waren niet veel radiolo-gen bereid een duidelijk slechter betaaldefunctie in een academisch ziekenhuis aan tenemen. Penn was pragmatisch: hij nam tij-

IN MEMORIAMWILLIAM PENN

1915 - 2004

Page 20: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie20 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

P E R S O N A L I A

dens een congres contact op met een radio-loog in toenmalig Tsjecho-Slowakije en maak-te een afspraak over stages van radiologen inNijmegen. Enkele jaren waren prominenteradiologen uit de CSSR in Nijmegen, zoalsRösch en Kolar. Ze hielpen bij de opleidingvan assistenten en konden daarvoor waarde-volle guldens mee naar huis nemen. Ze leer-den nieuwe apparatuur en technieken kennenen spijkerden hun vakliteratuur bij, die in hunland nauwelijks toegankelijk was. De naamWilliam Penn is nog steeds in Tsjechië bekend.

William Penn zelf heeft naast zijn werk-zaamheden als hoofd en radioloog in 1967zijn proefschrift afgerond. In 1970 werd hijtot eerste hoogleraar in de radiodiagnostiekvan de medische faculteit in Nijmegenbenoemd.

Voor de opbouw van een meer definitievestaf nam hij contact op met het buitenland. Zohebben wij elkaar leren kennen. In de jarenzeventig was het niet vanzelfsprekend eenDuitser in de staf op te nemen. Prof. Penndeed het wel. Überhaupt had hij zeer goedecontacten met buitenlandse radiologen enradiologische afdelingen. Hij kreeg daarvooronderscheidingen van de Nordrhein-Westfälische Röntgengesellschaft en de Duitseen de Tsjecho-Slowaakse Röntgengesellschaft.Van de AER kreeg hij de Boris Rajewsky-medaille uitgereikt.

William Penn was zeer in techniek geïnteres-seerd. De afdeling Radiologie was al vroegvoorzien van videorecorder, BV, cinematogra-fie, ontwikkelmachine en 70 mm-camera. Debetekenis van de computer voor de radiologiehad hij snel ingezien. Hij experimenteerde alin de jaren zeventig met geautomatiseerdeverslaggeving en met spraakherkenning voorverslaggeving. Hij zat daarvoor in internatio-nale organisaties en organiseerde diversecongressen en symposia. Deze werden tot in

de kleinste details gepland. Zijn kennis vantalen en zijn talent vrij te spreken kwamendaarbij goed uit. Als leerling van het jezuïe-tenbolwerk, het St. Canisius College inNijmegen, was hij naast de oude talen hetEngels, Frans en Duits machtig.

In Nijmegen organiseerde hij enkele zeergeslaagde symposia samen met de Nordrhein-Westfälische Röntgengesellschaft en enkelevoor de Nederlandse Vereniging voorRadiologie.

In 1974 initieerde hij het proefprojectBevolkingsonderzoek Borstkanker, dat JanHendriks, prof. Holland en prof. Verbeek totgrote internationale erkenning hebben ge-bracht.

Ik wil heel kort terugkomen op de assis-tentenopleiding. De refereeravonden, waarassistenten een door hun zelf gekozen onder-werp uitwerkten en verdiepten, waren van eenhoog niveau. Sommige voordrachten werdenook voor een groter publiek gebracht of von-den een plaats in een tijdschrift. De zgn.demonstratieavonden waren zeer nuttig eneducatief. De jaarlijkse Radiologendagen heb-ben de arts-assistenten en de radiologen vande ziekenhuizen bij elkaar gebracht. Goedediscussies ontstonden zo en soms ook asso-ciaties. Zevenenzeventig door William Pennopgeleide radiologen vestigden zich in zie-kenhuizen in alle uithoeken van Nederland.

De beginfase van de stafopbouw was nietaltijd makkelijk. William Penn moest eraanwennen dat naast hem nog andere radiologenwerkten. Wel werden de opkomende proble-men altijd besproken. In discussies stond hijopen voor alles, en de besluiten werden dandoor alle stafleden solidair uitgevoerd. Allesstond ten dienste van de afdeling.

Om op academisch niveau met andere kli-nische afdelingen samen te werken was hijvoorstander van subspecialisatie volgens

organen en niet volgens technieken. Een wijzevisie!

Toen de stafopbouw afgerond was, konWilliam Penn tijd investeren in het hoofdre-dacteurschap van ‘Diagnostic Imaging’, dathij door zijn kritisch vermogen en door hetaantrekken van vakmensen ter beoordelingvan manuscripten tot grote erkenning bracht.In 1982 werd hem ter gelegenheid van zijnafscheid een liber amicorum aangeboden. Eengroot aantal van (oud-)leerlingen leverdedaarvoor bijdragen uit diverse gebieden vande radiologie.

William Penn liet een goed gestructureer-de afdeling achter, die niet alleen inNederland prestige heeft verworven. Hij wasvan plan ter gelegenheid van het 50-jarigbestaan van de afdeling Radiologie in 2006een boek over de ontwikkeling van de afdelingte publiceren. Tot enkele weken voor zijn over-lijden heeft hij daaraan gewerkt en vragenvan de redactie beantwoord.

In de laatste jaren van zijn leven werdWilliam Penn milder. Tijdens een lunch metoud-medewerkers in zijn woning excuseerdehij zich met een glimlach voor zijn soms auto-ritair gedrag. Het was in het belang van deafdeling noodzakelijk geweest. Terugkijkend isdeze bijeenkomst een soort afscheid geweest.

Veel hoogleraren uit de beginperiode van hetAcademisch Ziekenhuis Sint Radboud zijn alheengegaan. Veel radiologen uit de naoorlog-se opbouwperiode zijn niet meer onder ons.Nu ook professor Penn.

Wij nemen afscheid van een markante per-soonlijkheid, een pionier in zijn vak. Hij wasvoor ons een zeer gewaardeerd en gerespec-teerd afdelingshoofd, een goede collega eneen vriend.

Gerd Rosenbusch

Page 21: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

P E R S O N A L I A

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 21

Op 20 november 2003 overleed te Breda inalle rust radioloog Minko Dijkstra op de hogeleeftijd van 92 jaar. Hij studeerde van 1929tot 1937 medicijnen in Leiden. Zijn grotebelangstelling voor techniek en voor radio’sdeed hem voor de radiologie kiezen. Er wasechter geen opleidingsplaats in Leidenbeschikbaar. Zijn vriend en jaargenoot VonRonnen was hem net voor geweest. Deze werdechter verliefd op zijn medeassistente SophieElink Schuurman, en dat betekende in diedagen dat zij elders haar opleiding moest ver-volgen. Er kwam zodoende een plaats voor dejonge Dijkstra vrij. In 1943 solliciteerde hijnaar de nieuwe functie als röntgenoloog inhet Ignatius Ziekenhuis in Breda. Het katho-lieke ziekenhuis moest, om de protestantDijkstra te benoemen, een speciale dispensa-tie vragen aan Mgr. Hopmans, de toenmaligebisschop van het diocees Breda. Na de bevrij-

ding van het zuiden van Nederland in 1944werd hij gemobiliseerd en deed dienst alsradioloog in het Eerste Nederlands MilitairHospitaal, dat gevestigd was in Schaerbeek bijBrussel.

Dijkstra is zijn hele leven het IgnatiusZiekenhuis trouw gebleven. Hij was een rustigman, althans zo oogde hij: hij wist zijn inner-lijke emoties goed voor zich te houden. Hij

liet zich niet opwinden en ging niet mee metde waan van de dag. Hij hield niet van moei-lijkheden, en als het enigszins kon ging hijdeze dan ook uit de weg.

Hij ‘las’ nog echt zijn foto’s vanaf zijnhorizontaal geplaatste lichtkast. Zijn techni-sche knobbel stelde hem in staat zelf rönt-genapparaten te repareren: iets dat in de oor-logsjaren goed van pas kwam. Zijn collegaevan destijds roemen zijn scherp zicht. Hij zagop foto’s elk detail. Bovendien kon hij beterdan welke laborante ook met een eenvoudigkogeltje de meest fraaie uitgedraaide foto’smaken. Na zijn pensionering op zijn 65e bleefhij in zijn vak geïnteresseerd. Wekelijks haal-de hij nog zijn leesmap op, en hij ontbrak opgeen enkele reünie. Een vriendelijke en inte-gere collega is heengegaan.

Peter van Wiechen

IN MEMORIAMMINKO DIJKSTRA

1911 - 2003

Op 82-jarige leeftijd is 28 juni 2003 overledendr. J. Werner Koch, radioloog te Helmond. Nazijn promotie te Utrecht op een gedegen ennu nog leesbaar proefschrift, ‘Angio-cardiographie in de diagnostiek van longaf-wijkingen’, vestigde hij zich in 1954 teHelmond, in het toenmalige St. AntoniusGasthuis. Hier begon hij met één onderzoek-kamer. Met de overgang naar de nieuwbouwvan het St. Lambertus Ziekenhuis werd deafdeling tot drie kamers uitgebreid en intro-duceerde hij daarnaast in 1957 de radiothera-pie. Dit werd in 1965 al vroeg gevolgd door deangiografie.

Zijn stijl van werken kenmerkte zich door

het hanteren van objectieve normen in debeschrijving van afwijkingen en een aanhou-dend streven naar kwaliteit. Werner was eengewetensvol en gedreven man. Vanwege zijn

aanspreekbaarheid voor het oplossen vanmoeilijke situaties werd hij tweemaal voorzit-ter van de medische staf. Bijgevolg was hijook maatschappelijk actief, onder andere alsplaatselijk voorzitter van het Rode Kruis. Nazijn vertrek in 1985 bleef hij, door zijn nietaflatende interesse in de nieuwe vakmatigeontwikkelingen, zeer regelmatig contact hou-den met de afdeling. Door zijn belangstellingin het wel en wee van zijn medewerkers werdalom zijn betrokkenheid ervaren. Hij was eengroot man en radioloog.

Hans van den Broek en René de WitteElkerliek Ziekenhuis Helmond/Deurne

IN MEMORIAMWERNER KOCH

1921 - 2003

Page 22: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

P E R S O N A L I A

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie22 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

De vele advertenties die 19 februari zijn over-lijden markeerden beschrijven elk aspectenvan de bijzondere persoonlijkheid van EduardMooyaart. Binnen de NVvR kende men hem alseen zeer bekwame radioloog, met uitgebreidekennis en ervaring ten aanzien van diversecardio-radiologische technieken en magneti-sche resonantie. Naast het vakgebied bestreekzijn werkterrein een zeer breed scala aanbestuurlijke en persoonlijke activiteiten.Gezegend met een zeer scherp verstand, eenalom tegenwoordige belangstelling voor men-sen, maatschappij en politiek in ruime zin,ontsnapte weinig aan zijn aandacht. Geenonderwerp bleef onbesproken, overal eengefundeerde mening, een onnoemelijke bij-drage in velerlei opzicht. Vele organisatori-sche (deel)taken binnen de afdeling en hetAcademisch Ziekenhuis Groningen werdenschijnbaar moeiteloos aangevuld met eengrote inzet aan patiëntenzorg, maar ook meteigen onderzoek en dat van anderen. Dit wastijdens de (te) korte verbintenis met het UMCNijmegen niet anders.

Het is bijkans onvoorstelbaar dat er dan nogtijd beschikbaar is voor een studie Rechten,afgerond met een snelheid waarop menig stu-

dent jaloers mag zijn, terwijl hij gelijktijdig –en dat vanuit Groningen – onder andere alssecretaris van het bestuur van de NVvR en alslid van de MSRC, actief deelnam aan landelij-ke werkzaamheden. Dat het dan ook nog luktom met regelmaat in gezelschap van een vastekern vrienden aan de geliefde golfsport tijd tebesteden, is helemaal ongelofelijk. Er moetgeen minuut verloren zijn gegaan, want hetgezin met twee opgroeiende dochters heeftbij dit alles toch ook aandacht gekregen.

Het valt niet mee om kort na de laudatie bijhet verlenen van de Erelegpenning op 2 okto-ber 2003, nieuwe woorden te vinden omEduard te beschrijven. Rechtlijnig en recht-schapen, altijd zijn grote energie positiefgebruikend, eigenzinnig en scherp, veeleisend van zichzelf én anderen, geestig, vaakons allen ver vooruit in de gedachten. Veleanekdotes zijn de laatste dagen gewisseld,alle mooi en typerend, maar daarnaast is min-stens zo veelzeggend de grote belangstellingtijdens zijn onverwachte en moeilijke ziekbed,met als slot de herdenkingen in Nijmegen,waar kort geleden immers een nieuw hoofd-stuk van zijn bezige leven, gesteund door zijngeliefde Monique, Eline en Marijn, was begon-nen. Het indrukwekkende afscheid in de HeiligLandstichting deed recht aan de grote ver-diensten in zijn vakgebied, zijn omgevingswe-reld, maar bovenal aan Eduard als mens.

Eduard stond, zoals duidelijk moge zijn,in menig opzicht bóven de stof. Dat hij invrede moge rusten.

Namens allen met wie Eduard heeft mogen verkeren,Hans Blickman en Lucas Kingma

IN MEMORIAMEDUARD MOOYAART

1952 - 2004

Dick Pieter Tuyn werd op 25 augustus 1929geboren te Soerabaya in Indonesië. Op kin-derleeftijd verhuisde hij naar Nederland engroeide verder op in Alkmaar. Hij studeerdegeneeskunde in Amsterdam.

Voorafgaand aan de specialisatie radiolo-gie studeerde hij pathologie-anatomie inTilburg. Dit was voor hem de basis van deradiologie, wat ook in zijn verdere leven alsradioloog bepalend was.

Tijdens de specialisatie radiologie inLeiden ontwikkelde hij zich tot een ‘lopendeencyclopedie’, niet alleen op medisch terreinmaar ook op vele gebieden daarbuiten. Op 1februari 1963 vestigde hij zich als radioloog inhet Laurentius Ziekenhuis te Roermond.Hij was een aimabele collega, vol van kennis

en zoekend naar vernieuwing in zijn werk. Insociale contacten toonde hij zich wat terug-

houdend; hij was er wel altijd bij, maar enta-meerde het zelf niet. Te allen tijde was hijbereid zijn grote kennis met anderen te delen;ook in de praktijkvoering toonde hij zich zeercollegiaal.

Bij zijn afscheid als radioloog op 31augustus 1994 organiseerde de hele afdeling– radiologen en personeel – een zeer grootfeest; iets wat eigenlijk niet bij zijn stijl paste.Echter, de radiologische afdeling vond dat hijzo moest worden uitgeluid.

Wij herinneren ons Dick Tuyn als een voor-treffelijk collega en een goed mens.

Namens de vakgroep radiologie,Johan Schlangen

IN MEMORIAMDICK TUYN1929 - 2003

Page 23: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

P R O E F S C H R I F T

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 23

Henk Jan Baarslag

Armvenetrombose komt in tegenstelling

tot trombose van de benen nauwelijks

voor. Hierover zijn tot nu toe weinig stu-

dies in de literatuur bekend; bovendien

zijn ze vaak niet betrouwbaar door kleine

patiëntenaantallen.

P rimaire armvenetrombose ontstaatspontaan of in relatie met zwareinspanning of sport. Secundaire

armvenetrombose wordt gezien bij patiëntendie behandeld worden met chemotherapieen/of via een lange lijn chemotherapie of voe-ding krijgen toegediend. Ook een aangeborenstollingsafwijking (bijvoorbeeld factor VLeiden) geeft een verhoogd risico van hetontstaan van trombose.

Patiënten met armvenetrombose presen-teren zich met pijn of zwelling, maar lichame-lijk onderzoek geeft in meer dan de helft vande gevallen geen uitsluitsel. Hiervoor isbeeldvormend onderzoek noodzakelijk. Goedonderzoek is vereist, aangezien volgens deliteratuur tussen de 3 en 36% van de patiën-ten met een armvenetrombose kans heeft oplongembolieën.

In de literatuur is flebografie de goudenstandaard, maar kleurenduplexechografie alseerste onderzoek ligt voor de hand. Hieroverzijn echter maar weinig prospectieve studiesbekend. Van 1996-2001 werd daarom bij 126opeenvolgende patiënten met verdenking oparmvenetrombose zowel echografie als flebo-grafie verricht. Flebografie bleek bij 18% van

de patiënten om medische redenen niet uit-voerbaar door een oedemateuze arm, slechtenierfunctie, zwangerschap of contrastaller-gie. Indien flebografie als gouden standaardwerd gebruikt, bleek echografie bij bijna 1 opde 5 patiënten een fout-positieve of fout-negatieve uitslag te geven. Oorzaak hiervan isvooral de aanwezigheid van clavicula en ster-num, wat echografie sterk bemoeilijkt. Deproximale v. subclavia en v. brachiocephalicaachter de clavicula en sternum kunnen niet ofnauwelijks in beeld worden gebracht, zodathiervan alleen indirect iets kan wordengezegd d.m.v. eventuele flowveranderingen.De aanwezigheid van zichtbare trombus en/ofniet-comprimeerbaarheid van een wel zicht-bare distale v. subclavia, v. axillaris of brachi-aalvenen blijkt een goede voorspellendewaarde te hebben. Bij aanwezigheid van geï-soleerde flowveranderingen bleek echter invergelijking met echografie slechts bij dehelft van de patiënten bij flebografie eentrombose aanwezig. Indien compressie dusniet mogelijk is of bij zichtbare trombus inechografisch zichtbare venen > diagnose arm-venetrombose. Indien alleen flowveranderin-gen aanwezig zijn (lage snelheid, anderpatroon dan aan de contralaterale zijde) >onzeker > flebografie (Figuur 1). Verder moetbij een klinische verdenking op armvenetrom-bose en een negatieve echografie een flebo-grafie worden verricht, aangezien het klinischonderzoek en de echografie dan tegenstrijdigzijn. Het probleem zit echter in de mate vanverdenking: wat is klinisch verdacht of nietverdacht voor trombose? Dat is per clinicusverschillend en dus moeilijk te categoriserenof te protocolleren. Bij een geringe verden-king op armvenetrombose zou een negatieveechografie ter uitsluiting kunnen volstaan.Maar wat is gering? Alleen zwelling van de

onderarm? Of alleen pijn? Hier komen we ineen grijs gebied, waarbij goed overleg met declinicus noodzakelijk is. Bij alles geldt: ingeval van twijfel flebografie. Verder wordt eengrote collateraal nog wel eens voor een v.subclavia aangezien. Kennis van de anatomieis dus noodzakelijk.

Is flebografie dan altijd betrouwbaar? Ook ditwerd onderzocht d.m.v. een intra-interobser-verstudie. Het blijkt dat een leercurve te ver-wachten is bij de beoordeling van flebogram-men. Kennis van pitfalls doet de score verbe-teren. Met flebografie kan een geïsoleerde v.cephalica-trombose worden gemist. Ookbeoordeling van de v. jugularis is alleen metecho goed mogelijk. De vasculaire interven-tieradioloog scoorde overigens beter dan dealgemene radioloog, maar dit kan toeval zijn.

Biedt MR-venografie nog mogelijkheden?Tot nu toe valt dat nog tegen. Wij hebben eenprospectieve studie uitgevoerd waarbij 2D-TOF(zonder contrast) en gadolinium-enhancedsequenties werden vergeleken met flebogra-fie. Deze MR-sequenties blijken matigbetrouwbaar voor het aantonen of uitsluitenvan armvenetrombose. Bovendien is MR matigtoegankelijk voor het plannen van dezepatiënten binnen dezelfde werkdag. Wel wordtin de nabije toekomst meer verwacht vanMRDTI: directe afbeelding van trombus zonderi.v. contrast, zoals dat al bij de benen bekendis in de literatuur. Wellicht is voor multi-sliceCT in de toekomst ook een rol weggelegd,zeker indien bij aanwezigheid van armvene-trombose ook meteen kan worden gekekennaar de aan- of afwezigheid van longembo-lieën.

Verder hebben we nog gekeken hoe het depatiënten met armvenetrombose in de loopvan enkele jaren is vergaan. Ongeveer 20%

Diagnosis and management of upper extremity deep vein thrombosis

Page 24: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

P R O E F S C H R I F T

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie24 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

van de patiënten met een trombose hieldondanks behandeling met antistollingsmidde-len van minstens drie maanden nog steedsoverwegend geringe klachten, het zogenaam-de posttrombotisch syndroom. Een niet-fatalelongembolie werd bij 12% van de patiëntengevonden; hierbij dient te worden vermelddat dit niet prospectief kon worden onder-zocht. – Longembolieën kunnen zoals bekendfataal zijn. Bekend is dat heparine en aanver-wante middelen zeker 24-48 uur nodig heb-ben voor enig effect.

Naast de reguliere behandeling met anti-coagulantia werd bij zeven hemodynamischinstabiele patiënten met fulminante longem-bolie een mechanische trombectomie verricht– bij vijf patiënten met goed resultaat.Dezelfde techniek is te gebruiken bij patiën-ten met kathetergerelateerde trombose dieafhankelijk zijn van een lange lijn voor che-motherapie of voedingsdoeleinden. Werd eer-der een lijn bij trombose verwijderd, thanszijn we door mechanische trombectomie instaat de lijn te redden.

Tot slotDe onderzoeksresultaten leveren – behalveeen betrouwbare bevestiging van eerderonderzoek op het gebied van de diagnosem.b.t. armvenetrombose – inzicht in nieuwetechnieken en het ziektebeloop bij de patiën-ten. Het onderzoek levert ook inzichten innieuwe behandelingsmogelijkheden van arm-venetrombose, zoals mechanische trombecto-mie als aanvulling bij de behandeling van

levensbedreigende longembolieën of het red-den van een lange lijn.

Amsterdam, 24 oktober 2003

Promotor: prof.dr. J.A. Reekers, AMC Amsterdam

Dr. H.J. Baarslag

Stellingen

1. Kleurenduplexechografie kan als initieelbeeldvormend onderzoek worden gebruiktom armvenetrombose aan te tonen (ditproefschrift).

2. Digitale contrastvenografie is, hoewelniet perfect zijnde, het referentieonder-zoek bij diagnostiek van armvenetrombo-se (dit proefschrift).

3. Tot op heden is beeldvormend onderzoekmet Magnetische Resonantie (MRI) nogniet betrouwbaar genoeg voor de diagnos-tiek van armvenetrombose (dit proef-schrift).

4. Mechanische trombectomie kan een aan-vullende behandeling zijn bij instabielepatiënten met uitgebreide longembolieënin de acute fase (dit proefschrift).

5. De achtergestelde plaats in de literatuurvan diepe veneuze trombose van de arment.o.v. de benen kan figuurlijk wordenvoorgesteld als een beeld zonder armen.

6. De ene radioloog is de andere niet endezelfde radioloog is soms zichzelf niet.

7. Superspecialisatie binnen de radiologieheeft als nadeel dat het aantal radiologenonevenredig dient toe te nemen om ade-quate bereikbaarheid te garanderen.

8. De wens van pas beginnende arts-assis-tenten Radiologie in opleiding altijd hetechografisch onderzoek uit te willen voe-ren op de meest geavanceerde echoappa-ratuur is te vergelijken met het nemen vanautorijles in een formule-1-raceauto.

9. In een academische setting dienen weten-schap en onderwijs tezamen een evengrote pijler te zijn als patiëntenzorg.

10. Voor het reduceren van wachtlijsten in degezondheidszorg op korte termijn heefthet beter inwerken en belonen van plan-ningsmedewerkers meer zin dan uitbrei-ding van medische apparatuur en opera-tieruimten.

11. Zolang we bij filevorming minder dan dehelft van de snelwegbreedte blijvengebruiken heeft uitbreiding van hetwegennet weinig zin.

12. Indien men een bocht beziet als hetgevolg van een omweg kan deze niet kortgenoeg worden genomen.

13. Onder het motto petje af voor de politiezouden caps en capuchons in de nabijheidvan videobewaakte kassa’s en pinautoma-ten moeten worden afgezet.

14. Geen stelling nog zo fel of een promotorcorrigeert haar wel.

Figuur 1a en 1b:

1a: Duplexechografie met trage flow in de v. axillaris links. Echo linkerzijde overigens als normaal afgegeven.

1b: Corresponderend flebogram met dubbelzijdige trombose juist achter de clavicula in de v. subclavia met normale v. axillaris met afvloed via collateralen.

a b

Page 25: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

JAARJAARVERSLAGEN 2003

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 25

De Sectie Bevolkingsonderzoek Borst-kanker vormt een onderdeel van deNVvR. Voor het reglement wordt verwe-zen naar het Jaarboek 2002 van de ver-eniging, bladzijde 114. Lid van de sectiekunnen worden leden van de vereniging,met aantoonbare kennis van, ervaring inen aandacht voor het bevolkingsonder-zoek en met een duidelijke dagelijksebetrokkenheid bij dit vakterrein. De sec-tie omvat ongeveer 150 leden.

Het bestuur van de sectie bestaat uit devolgende leden:A.C.W. Borstlap, voorzitterMw. C.E. van Die, secretarisP. Schipper, penningmeesterLid: vacature

De sectie organiseert een- tot tweemaalper jaar een ledenvergadering.

Het bestuur van de sectie heeft in 2003aandacht besteed aan de volgendezaken:

Het modelcontract Bevolkings-onderzoek op BorstkankerHet bestuur van de sectie heeft aandachtbesteed aan een landelijke invoering vaneen vernieuwd modelcontract tussenscreeningsradiologen en stichtingenBOB. Het modelcontract is vastgesteld inde algemene ledenvergadering van 14december 1991 (Blauwe klapper92/6001).

Op verzoek van de toenmalige voor-zitter van de vereniging is in 1997 bin-nen de sectie een ‘mini-CvB mamma-screening’ opgericht onder leiding vancollega Schuur. Deze commissie heeft deproblemen over de invoering van hetmodelcontract geïnventariseerd en voor-stellen gedaan tot wijziging op 5 oktober1998. Helaas zijn deze voorstellen blij-ven steken bij de Werkgroep JuridischeZaken van de vereniging.

Gelijktijdig met het ‘actualiseren’van de taakomschrijvingen van scree-

ningsradioloog en coördinerend radio-loog, zoals die zijn opgesteld in 1994 alsaanvulling op de ‘Richtlijnen voor deexploitatie en uitvoering van het bevol-kingsonderzoek naar borstkanker’, heefthet bestuur van de sectie aandachtgevraagd bij het bestuur van de NVvRvoor de voorstellen tot wijziging van hetmodelcontract van collega Schuur, ten-einde een landelijke en uniforme invoe-ring te bevorderen.

Discussie over een toenemend aantalclaims van patiënten met een interval-carcinoom tegen screeningsradiologenOp verzoek van het bestuur van de NVvRheeft de Werkgroep Juridische Zaken eenadvies uitgebracht over de vraag welkemaatregelen genomen zouden kunnenworden om het aantal claims van patiën-ten met een intervalcarcinoom tegenscreeningsradiologen te doen verminde-ren. Het bestuur van de sectie heefthierop in mei 2002 een reactie geformu-leerd en in september in de algemeneledenvergadering van de sectie ter dis-cussie aangeboden.

In de lijn van dit advies heeft hetministerie in overleg met het bestuurvan de sectie een landelijke informatie-folder opgesteld, terwijl de aanbevelin-gen van de optimalisatiestudie 1999-2001 eveneens binnen de sectie ter dis-cussie staan.

In het kader hiervan komt dereviewcommissie weer ter sprake. Eenaantal leden zal een voorzet doen overeventuele samenstelling en takenpakketvan de reviewcommissie.

Tarief en inventarisatie tijdbestedingscreeningsradioloog en coördinerendradioloogHet bestuur van de sectie heeft gemeendde discussie aan te moeten gaan met hetCollege van Zorgverzekeraars over dehoogte van het tarief. De vergoedingvoor de screenings- en coördinerendradioloog (€ 6,126 of ƒ 13,50 per ver-

Sectie Bevolkingsonderzoek Borstkanker

richt onderzoek) is sedert de invoeringin 1988 nooit verhoogd, terwijl de in1994 door de toenmalige Zieken-fondsraad toegepaste vergoeding, dieper onderzoek aan de screeningsorgani-saties wordt betaald, wel is verhoogd.

Het CvZ heeft nu de honorering vande radioloog uit de vergoeding die descreeningsorganisaties krijgen ‘gelicht’.Trendmatige aanpassingen kunnen numeelopen met jaarlijkse aanvragen vanVWS. De kosten voor de radioloog wor-den nu afzonderlijk begroot, en aanpas-singen in het honorarium worden bij descreeningsorganisaties verplicht gesteld.Hiermee is een indexering van het tariefbereikt.

Anderzijds stelt het CvZ dat hettarief nooit nader is onderbouwd. Aan dehand van de taakomschrijving van dewerkzaamheden (zie modelcontract) zalin nauw overleg met het bestuur van desectie een onderzoek plaatsvinden ominzicht te krijgen in de tijdbesteding.Voor waardering van de diverse werk-zaamheden wordt extern advies inge-wonnen bij Hoeksma, Homans & Menting(deze organisatieadviseurs hebben hetCvZ eerder geadviseerd over een syste-matiek voor monitoren en sturen van hetbevolkingsonderzoek en lijken dus ‘inge-wijd’). Dit tijdbestedingsonderzoek is in2003 uitgevoerd.

Dit voor ons onzekere traject is welafgedekt met de schriftelijke toezeggingvan het CvZ dat geen verlaging van hettarief van € 6,126 zal plaatsvinden.

Voorbereiding implementatie digitalemammografieDe ontwikkelingen op het gebied van demammografie zijn inmiddels zovergevorderd dat het bevolkingsonderzoeknaar borstkanker zich op de digitalise-ring moet voorbereiden. Het LRCB heeftin een ‘laboratoriumsetting’ de geschikt-heid van de digitale technieken voortoepassing in de borstkankerscreeningonderzocht. De veldfase van het project

vindt plaats bij de Stichting Preventiconin Utrecht.

Plannen 2004In 2004 zal aandacht worden geschon-ken aan de verdere implementatie van dedigitale mammografie, het werven vankandidaten voor een bestuursfunctiebinnen de sectie, en aan onderhandelin-gen met het CvZ over het screeningsta-rief. Tevens zal de noodzaak tot hetoprichten van een reviewcommissie ver-der worden geanalyseerd.

Mw. C.E. van Die, secretarisNijmegen, 11 januari 2004

^

Page 26: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

ERSLA

JAARVERSLAGEN 2003

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie26 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

De sectie heeft 40 leden. De sectie heftgeen contributie.

De sectie organiseert drie- tot vier-maal per jaar een bijeenkomst. In 2003is de sectie driemaal bijeengeweest.Tevens is de sectie nauw betrokkengeweest bij de organisatie en presenta-tie van de sandwichcursusKinderradiologie in 2003. De secretariswil met trots vermelden dat de cursusvolgens de verrichte enquête als eensucces kan worden beschouwd.

Meerdere leden van de sectie zijnals docent betrokken geweest bij deinteractieve cursus Radiologie van tho-rax en buik voor kinderartsen. Deze cur-sus, georganiseerd door de StichtingBevordering KinderRadiologie, is innovember 2003 gehouden.

Doelstellingen van de sectie:1. de behartiging van het huidig en

toekomstig professioneel belang vanradiologen in de kinderradiologie;

2. het naar buiten profileren van deradioloog die, geïntegreerd in deradiologie, kinderradiologie be-drijft;

3. het onderhouden en bevorderen vankwaliteit van het door radiologenuitgevoerde werk op het gebied vankinderradiologie;

4. het vertegenwoordigen van deNederlandse kinderradiologen naarwetenschappelijke groeperingen inbinnen- en buitenland, met name inde European Society of PediatricRadiology en de Society forPediatric Radiology.

Volgens het reglement wordt getracht dezedoelstellingen te bereiken middels:1. het regelmatig overleg voeren bin-

nen de sectie;2. het regelmatig voeren van overleg

met het bestuur van de NVvR, hetConcilium Radiologicum, de Com-missie voor Beroepsaangelegen-heden en met overige commissies

van de NVvR;3. met of (na overleg) namens het

bestuur van de NVvR participeren inbesprekingen met de SpecialistenRegistratie Verenigingen en overigeinstanties;

4. het in overleg met het bestuur vande NVvR formuleren van standpun-ten en het voorstellen van regelin-gen die de doelstelling kunnenbevorderen, met name eisen aan hetonderdeel van de opleiding totradioloog betreffende de kinderra-diologie en aan de vervolgopleidingvan de radioloog tot kinderradio-loog; na delegatie door het bestuurvan de NVvR kan de sectie ook uit-voerende taken krijgen;

5. het stimuleren en coördineren vanwetenschappelijke activiteiten ophet terrein van de kinderradiologie;tevens het inventariseren van hetwetenschappelijk werk van de leden;

6. het houden van wetenschappelijkebijeenkomsten en bevorderen vande publicatie van wetenschappelijkearbeid door de leden;

7. het gevraagd of ongevraagd gevenvan adviezen aan het bestuur van deNVvR met betrekking tot de doel-stellingen van de sectie;

8. alle andere wettige middelen.

PlannenIn 2004 zullen wederom kinderradiologi-sche bijeenkomsten worden gehoudenen zal de sectie deelnemen aan de sand-wichcursus ‘Als jongste geleerd, als oud-ste gedaan’. Collega Martijn zal van 30september tot 2 oktober 2004 de bijeen-komst van de Gesellschaft fürPädiatrische Radiologie e.V. inGroningen organiseren. – Het bestuurvan de sectie hoopt dat de goede bandentussen de leden zullen leiden tot multi-disciplinair wetenschappelijk onderzoek.

BegrotingGeen. De leden betalen geen contributie.

Sectie Kinderradiologie Sectie Accredita

Nota’s van onkosten van bijeenkomstenworden opgestuurd naar de NVvR enimmer vlot betaald.

Dr. F.J.A. Beek, secretaris15 december 2003

Samenstelling:Wouter van Es (St. Antonius, Nieuwegein)Nicole Freling (AMC)Jan Wilmink (AZM)Reginald Goei (AMC Heerlen)Tjeerd Wiersma (Rijnstate, Arnhem)

Het verwerken van accreditatieverzoe-ken verliep opnieuw efficiënt, dankzij deuitstekende medewerking van hetbureau van de NVvR (mw. J Streekstra-van Lieshout). De meeste verzoekenkonden binnen de gestelde termijn vanzes weken worden gehonoreerd.

Er werd dit jaar eenmaal vergaderddoor de commissie. In deze vergaderingstond het voorstel van de KNMG centraalom een centrale accreditatieorganisatieop te richten. De lopende zaken werdenvoornamelijk via e-mail, soms per tele-foon, afgehandeld.

In april namen we afscheid van ElsPersijn van Meerten, die wegens drukkewerkzaamheden haar functie in de com-missie moest neerleggen. Ook TjeerdWiersma heeft, na een korte, actieveperiode, de commissie verlaten. Wij zijnbenieuwd wie hem namens deOnderwijscommissie zal opvolgen.

Ook dit jaar heeft de commissie van ver-schillende leden het verzoek gekregendoor hen bezochte bijscholingsevene-menten te accrediteren. Dank aan dezeleden voor deze actieve houding.

De volgende punten zijn dit jaar binnende commissie aan de orde geweest:• de commissie heeft veel tijd en

energie gestoken in de discussierond het KNMG-voorstel over eencentrale accreditatie via de KNMGen zal binnenkort hierover met hetbestuur van gedachten wisselen;

• accreditatie voor nascholing viainternet: wordt aangehouden;

• EAR-CME (European Association ofRadiologists - Continuous Medical

Page 27: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

AGEN

JAARVERSLAGEN 2003

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 27

Education): is aansluiting bijEuropees accreditatiesysteem terealiseren? (te denken valt aan aan-tal punten, voorwaarden, kwali-teitsbeheersing): wordt aangehou-den;

• hoe te handelen bij klachten overafwijzing accreditatie: wordt ver-volgd, heeft raakvlak met KNMG-voorstel.

Nicole FrelingAmsterdam, januari 2004

atie

SamenstellingDr. C.J.L.R. Vellenga, coördinatorProf. dr. G. RosenbuschJ.F.M. PanhuysenProf.dr. J. Vermeij (namens VerenigingRadiotherapie)Prof.dr. C.B.A.J. PuylaertP. van Wiechen

De Historische Commissie kwam in 2003viermaal bijeen. De eerste vergaderingvond plaats op 20 mei te Utrecht in HoogBrabant, gevolgd door een werkdiner inStadskasteel Oudaen. Gasten hierbijwaren dr. R. van Dijk Azn (MemoRad),prof.dr. J.H.J. Ruijs en prof.dr. F.W.Zonneveld (proefschriften en oraties).De tweede bijeenkomst was de emeritus-middag op 2 oktober tijdens deRadiologendagen te Noordwijkerhout.De derde bijeenkomst was de jaarlijkseexcursie van 16 tot 19 oktober, ditmaalnaar Duitsland. De vierde had plaats op19 november in Stadskasteel Oudaen teUtrecht.

De onderwerpen in 2003 warenvoornamelijk de gebruikelijke: uitdiepenen conserveren van de geschiedenis derNederlandse radiologie, adviezen overhistorische onderwerpen, geschiedkun-dige onderwerpen voor MemoRad enandere lopende zaken van historischeaard. Wederom werd de emeritusmiddagtijdens de Radiologendagen georgani-seerd. Er werd een nieuwe serie inMemoRad gestart met de naam ‘In hetvoetspoor van Röntgen’, en er werd eenaanzet gemaakt tot een uniek gebeurenvan historische aard in Utrecht, dathopelijk in 2004 zijn beslag kan krijgen.

Een belangrijk onderwerp was hetop gang brengen van een promotie op deNederlandse proefschriften, laudaties enoraties. Op het gebied van de huisarts-geneeskunde bestaan reeds twee derge-lijke proefschriften; op radiologischgebied probeert de HistorischeCommissie dit samen met dr. Algra, prof.Zonneveld en prof. Ruijs van de grond te

krijgen. Dit vordert moeizaam. Op eenadvertentie voor een promovendus inMemoRad 2/2003 kwam geen enkelereactie. In 2004 worden krachtige nieu-we pogingen ondernomen.

Op 2 oktober woonde de HistorischeCommissie de door haar georganiseerdeemeritusmiddag bij. Het programmabestond uit een voordracht over moder-ne coronariografie d.m.v. CT, MRI en EBTdoor prof.dr. M. Oudkerk, een voordrachtvan prof.dr. J. van Aken over röntgen-doorlichting van middeleeuws papier enwatermerken. en ten slotte een voor-dracht van Th. Laurentius over röntgeno-logie en de etsen van Rembrandt. Dezeboeiende en afwisselende middag werddoor de aanwezigen met groot enthou-siasme ontvangen, doch voor de derdeachtereenvolgende keer was er bitterweinig belangstelling (nog geen 20 aan-wezigen). Om deze reden heeft deHistorische Commissie helaas moetenbesluiten dat het organiseren van eenemeritusmiddag tijdens de Radio-logendagen zinloos is, en kwetsend voordiegenen die de voordracht houden.Echter, de commissie zal de boeg in 2004omgooien en proberen wederom een bij-zondere bijeenkomst te organiseren inde trant van het symposium n.a.v. dehonderdste verjaardag van prof. Ziedsesdes Plantes in mei 2002.

Van 16 tot 19 oktober maakte devoltallige commissie met echtgenoteshaar jaarlijks uitje, ditmaal naarWürzburg en Giessen. In Würzburg gafoud-burgemeester Felgenhauer eenrondleiding door het instituut waarRöntgen in 1895 de X-stralen ontdekte.Zijn laboratorium is daar nog aanwezig.Ook deden de commissieleden in dezestad andere prachtige indrukken vanzowel culturele als medisch-historischeaard op. Het jaardiner werd genoten inGasthof 'Am Alten Kranen'. De laatstedag werd in Giessen namens de NVvR eengrafstuk op het familiegraf van Röntgengelegd.

Historische Commissie

Ten slotte zijn er nog een aantal perso-nalia te melden betreffende leden van decommissie: • kort voor het begin van 2003 publi-

ceerde Peter van Wiechen het‘Vademecum van de Oost- en West-Indische Compagnie’, een prachtiggeïllustreerd en gedocumenteerdboek van 400 pagina’s en 1000afbeeldingen. Het is te verkrijgenvoor € 59,50 bij antiquariaat Gert-Jan Bestebreurtje, p/a Postbus 364,3500 AJ Utrecht [email protected]

• op 5 maart verscheen het boekje ‘Degeschiedenis van de radiologie inAlmelo’ door Kees Vellenga, inmid-dels in MemoRad besproken doorprof. Ruijs. Er zijn nog enkele exem-plaren beschikbaar bij de auteur;

• 80ste verjaardag van prof.dr.C.B.A.J. Puylaert, boeiend becom-mentarieerd in MemoRad 2/2003 engelardeerd met veel anekdotes;

• artikel van Joris Panhuysen inMemoRad 3/2003 over zijn weder-waardigheden als radioloog inKosovo;

• afscheid van Peter van Wiechen vanhet Amphia Ziekenhuis te Breda;zijn afscheidsrede – waarin eenleven van radiologische ervaring envisie op o.a. fusies – stond inMemoRad 4/2003.

Dr. C.J.L.R. Vellenga

Page 28: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

GEN 2

JAARVERSLAGEN 2003

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie28 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

Samenstelling van het bestuur van deSectie Juniorleden per 31 december 2003

Dhr. O.D.F. HennemanVoorzitter, lid Dagelijks Bestuur NVvRMw. C.L. FrogerSecretaris, adviserend lid ConciliumRadiologicumMw. dr. W. van LankerenPenningmeester, toehoorder LVAGDhr. G.E.R. Grieverlid, adviserend lid OnderwijscommissieDhr. dr. D.R. Rutgerslid, adviserend lid Commissie In- enUitstroom, lid Junior RadiologistsForum EAR en beheerder internetsite

In 2003 vertrokken bestuursledenDhr. dr. R.A. Niezen - 14 juni Dhr. dr. H.W.M. Kayser - 4 november

Vergaderschema van 2003Algemene Ledenvergaderingen:11 februari, 14 juni, 4 novemberBestuursvergaderingen:20 januari, 11 februari, 6 juni, 15 juli, 2 oktober, 17 december

Activiteiten in 20031. Organisatie van de 11e Zeildag voor

arts-assistenten radiologie teLoosdrecht d.d. 14 juni

2. Het houden van een borrel voorarts-assistenten radiologie, aan-sluitend aan de sandwichcursus ende Algemene Ledenvergadering vande Sectie Juniorleden in februari ennovember

3. Organisatie van Toshiba-golfdagvoor arts-assistenten radiologie op20 september 2003 te Zoetermeer

4. Deelname aan de vergaderingen vande diverse commissies, LVAG en SRC,waaraan de bestuursleden uit hoof-de van hun functie verbonden zijn.Deelname aan de AlgemeneLedenvergaderingen van de NVvR.

5. Deelname opleidersvergaderingRadiologie 20 januari

6. Enquête betreffende evaluatie vande nieuwe voortgangstoets

7. Uitwerken sponsorplan8. Participatie door bestuursleden aan

de visitaties van de opleidingskli-nieken en mogelijke nieuwe oplei-dingsklinieken. De radiologieafde-lingen van de volgende ziekenhui-zen zijn gevisiteerd: Atrium MedischCentrum Heerlen, Medisch CentrumRijnmond-Zuid, UniversitairMedisch Centrum Groningen,Medisch Spectrum Twente,Universitair Medisch Centrum StRadboud, Universitair MedischCentrum Utrecht, Meander MedischCentrum Amersfoort, AlbertSchweitzer Ziekenhuis Dordrecht.

9. Voorbereidingen 7de Hands-on-cur-sus voor arts-assistenten radiologiein april 2004 te Den Haag; onder-werp: ‘acute-buikechografie’.

10. Opzetten en bijhouden Juniorsiteop www.radiologen.nl

11. Opheffen Commissie StudiefondsSectie Juniorleden

12. Actieve betrokkenheid bij JuniorRadiologist Forum (JRF) van deEuropean Association of Radiology.

Geplande activiteiten voor 20041. Organisatie van de 7de Hands-on-

cursus voor arts-assistenten radio-logie in april te Den Haag; onder-werp: ‘acute-buikechografie’

2. Deelname aan de vergaderingen vande diverse commissies, LVAG en EARwaaraan de bestuursleden uit hoof-de van hun functie verbonden zijn.Deelname aan de AlgemeneLedenvergaderingen van de NVvR.

3. Organisatie van de 12de zeildagvoor arts-assistenten radiologie teLoosdrecht in juni

4. Continueren van de traditioneleborrel voor arts-assistentenRadiologie aansluitend aan deAlgemene Ledenvergadering van deSectie Juniorleden

Sectie Juniorleden Onderwijs-commissie

5. Deelname aan de opleidersvergade-ring Radiologie 19 januari 2004

6. Up-to-date houden van de internet-site voor juniorleden

7. Uitwerken sponsorplan8. Herhalen enquête voor evaluatie

van voortgangstoets 9. Actieve deelname Junior

Radiologist Forum (JRF) en partici-patie Junior Radiologist Forum ver-gadering te Wenen in maart 2004

Libuse Froger, secretaris

De Onderwijscommissie heeft in 2003weer drie sandwichcursussen (SWC)georganiseerd. De cursussen AFIP inHolland, Kinderradiologie en Gastro-enterologie zijn zeer goed bezocht enbeoordeeld. In aansluiting op deze cur-sussen heeft de Onderwijscommissie ver-gaderd. Besloten is de sandwichcursusStralingshygiëne te laten vervallen; inplaats daarvan dient in elke verplichtesandwichcursus een lezing ingeruimd teworden over stralenbescherming entechniek. De cursus Stralingshygiëne dievoor zomer 2004 gepland stond, wordtvervangen door een cursus met een sterkinteractief karakter die acht deelgebie-den van de radiologie bestrijkt, gerichtop alleen assistenten.

Het stemsysteem is dit jaar weergebruikt in de cursus Kinderradiologie,en de ervaringen zijn zo dat in de toe-komst hiermee vaker gewerkt gaat wor-den.

De samenstelling van het dagelijksbestuur van de Onderwijscommissie isdit jaar niet gewijzigd. Het bestuur ver-gaderde wekelijks, voornamelijk telefo-nisch. Eenmaal vergaderde het dagelijksbestuur met het bestuur van de NVvR;hierbij werden een aantal beleidspuntenop elkaar afgestemd. Daarnaast is er eenevaluatiebijeenkomst met de industrie-relaties geweest.

De Onderwijscommissie neemt ver-der deel aan de wetenschappelijke com-missie van de Radiologendagen en heefteen bijdrage geleverd aan het onderwijs-nummer van Memorad.

Dit jaar is voor het eerst twee keerde voortgangstoets afgenomen van dearts-assistenten.

Dr. F.B.M. Joosten, secretarisDecember 2003

Page 29: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

2003

JAARVERSLAGEN 2003

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 29

Samenstelling:Dr. J.B.C.M. Puylaert, voorzitterDr. H.C.Holscher, secretaris Dr. F.J.A. Beek Prof.dr. J.G. Blickman Dr. O.M. van Delden S. Frouws Mw. M.J. van Kints J.A. Vos P.E. Warmerdam D. Wink

De subcommissie organiseert viermaalper jaar een bijeenkomst. Dit jaar heeftvoor het eerst een andere vorm van exa-mineren plaatsgevonden, namelijkd.m.v. de voortgangstoets. Deze wordttweemaal per jaar afgenomen bij alleassistenten in opleiding tot radioloog.Dezelfde toets wordt ook voorgelegd aaneen aantal (reeds op de oude wijze gedi-plomeerde) referentieradiologen. Desubcommissie heeft een jaar langgewerkt aan de totstandbrenging vandeze nieuwe toetsvorm. Ook heeft over-leg met vertegenwoordigers van deUniversiteit Maastricht plaatsgevondenover de verwerking en scorebepaling.Het Interfacultair Centrum voorLerarenopleiding, Onderwijsontwikke-ling en Nascholing (ICLON) in Leidenheeft de verwerking en berekening vanresultaten voor zijn rekening genomen.De evaluatie van de resultaten laat ziendat er globaal een stijging is in hetbehaalde resultaat per jaarcohort. Bij delaatste toets van 14 november echterhad het derde opleidingsjaar de besteresultaten. Tevens verzorgt de werkgroepeen lijst van studiemateriaal.

TakenDe subcommissie heeft de volgendetaken:• het vaststellen van de examenstof;• het voorbereiden, organiseren en

(doen) uitvoeren van de voort-gangstoetsen, waaronder tevensverstaan:

- het vaststellen en bekendmakenvan de data,

- het opstellen van de examenvra-gen, het (doen) beoordelen vande antwoorden en het ter kennisvan betrokkenen brengen van deresultaten,

- het behandelen van bezwaar-schriften tegen de uitslag vanvoortgangstoetsen; en

- het evalueren van de voort-gangstoetsen en van de gang vanzaken in de praktijk, en het (jaar-lijks) opstellen van een evaluatie-verslag ten behoeve van deOnderwijscommissie en het be-stuur van de NVvR.

PlannenIn 2004 zullen wederom twee voort-gangstoetsen worden gehouden. Hierbijzal ook voor het eerst beeldmateriaalworden gebruikt in de toets. Het ligt inde bedoeling ten minste tien praktischecasussen met beeldmateriaal op tenemen en naar aanleiding hiervan eenaantal juist/onjuist-vragen te stellen.Indien dit een succes blijkt, zal het aan-tal casussen worden uitgebreid.

BegrotingGeen. De leden betalen geen contributie.Nota’s van onkosten worden opgestuurdnaar de NVvR en immer vlot betaald.

Dr. H.C. Holscher, secretaris20 december 2003

Subcommissie Examen van de Onderwijscommissie

De videotheekcommissie heeft zich in2003 toegelegd op het continueren vande dienstverlening zoals die reeds enke-le jaren is gerealiseerd. Het toenemendaantal taken van de bestuursleden bui-ten de commissie was mede debet aanhet minder ontwikkelen van nieuweinvalshoeken.

Het bestuur vergadert grotendeelsvia e-mail. Het jaarlijkse diner vond ditjaar plaats in Alphen aan den Rijn. Voorvolgend jaar is een beleidsvergaderinggepland met mogelijk uitbreiding vantaken en daarmee ook van bestuurs-leden.

De investeringen in nieuwe bandenwaren dit jaar conform vorig jaar.Doordat nu ook de RSNA haar nascholingop cd is gaan aanbieden, werden aan heteind van het jaar relatief veel cd-rom’saangeschaft. Zoals besproken met hetbestuur, zal de verzending op termijnworden overgedragen aan het secretari-aat. De eerste voorbereidingen hiertoezijn momenteel in gang gezet.

Er werd weer geïnvesteerd in infor-matie naar de leden door regelmatigepublicaties in MemoRad. De mailing werdprofessioneler gemaakt; ze liep hierdoorvertraging op. Op korte termijn zal decommissie ook van start gaan met hetpubliceren van reviews van nieuwe seriesbanden. Deze reviews zijn dan terug tevinden op NetRad.

Evenals vorige jaren was het aanbodaan nieuwe banden begin dit jaar matig,zodat de meeste nieuwe series pas aanhet eind van het jaar konden wordenbesteld. Er zijn in 2003 onder meer nieu-we series toegevoegd op het gebied vanmultislice CT, neuroradiologie, hoofd-halsradiologie en MRI, alsmede een aan-tal cd’s met selecte onderwerpen van deRSNA refresher courses. Een aantal vandeze vernieuwingen is echter nog nietgearriveerd.

De aan te schaffen onderwerpenvoor begin 2004 staan nog niet vast. Hetleengedrag en behoud aan diversiteit

dienen bij nieuwe bestellingen als lei-draad.

In 2003 lag de uitlening onder hetniveau van 2001 en 2002. Het blijkt dateen continue benadering van de ledennoodzakelijk is voor het handhaven vande uitlening op het niveau van de topja-ren 2001 en 2002. Wij geloven dat hethuidige niveau past bij het meer consol-iderend werken van de commissie in2003. Wel vindt er een duidelijke ver-schuiving plaats naar het lenen van cd-rom’s. De structurele inzet van op videoopgenomen refresher courses in deopleidingsstructuur blijft zeer beperkt.

Het on-line-bestelsysteem en deNetRad-pagina’s werkten zonder proble-men. Wij blijven Frank Brouwer dankbaarvoor het accuraat verwerken van deupdates en verbeteringen in onze cata-logus.

Aart van der Molen, voorzitter/penningmeester

Commissie Videotheek

Page 30: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

JAARJAARVERSLAGEN 2003

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie30 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

Samenstelling:P.J.A. Ophof,voorzitterH.J. Teertstra,secretaris/penningmeesterA.R. van den BiezenbosDr. J.F. de BruïneMw. dr. A.B. Donkers-van RossumA.G. van den HeuvelDr. G.A. HofflandP.M. HuismanP.H.M. van der ValkJ.A. Vos

DoelDe commissie geeft uitvoering aan eenspeerpunt van het kwaliteitsbeleid vande vereniging door het uitvoeren vanvisitaties van niet-opleidingsklinieken.Visitatie is een gestructureerde methodevoor het opsporen van verbeterkansenbinnen de omstandigheden waarin eencollega werkt.

Het doel van visitatie is het verbete-ren van de zorg- en dienstverlening aanpatiënten en verwijzers. Dit impliceertdat men zowel zicht heeft op de huidigeprestaties als op wat men zou kunnendoen om de prestaties te verbeteren. Erwordt gekeken naar de organisatie, demate van procesbeheersing en de resul-taten. De verkregen inzichten vormeneen eerste stap in het proces van kwali-teitsbevordering.

De visitatie wordt uitgevoerd aan dehand van een vragenlijst. Het is debedoeling dat het invullen van deze lijstde eigen praktijk in beeld brengt en aan-knopingspunten biedt voor zelfevalu-atie.

Op de visitatiedag worden vervol-gens gesprekken gevoerd met de maat-schap c.q. vakgroep, afdelingsmedewer-kers, ziekenhuismanagement, stafbe-stuur en verwijzers. Nagegaan wordt inhoeverre de kwaliteit wordt getoetst en(zo nodig) verbeterd, en hoe de kwaliteitwordt geborgd. In het visitatierapportworden aanbevelingen gedaan.

Nieuwe bestuursleden 2003Tijdens de decembervergadering heeftde secretaris zijn taak neergelegd.Tevens heeft hij zijn lidmaatschap van decommissie na de maximale zittingsduurbeëindigd. Als secretaris wordt hij in2004 opgevolgd door dr. G.A.Hoffland.

SecretariaatHet secretariaat van de CommissieVisitatie Niet-Opleidingsklinieken werdin het verslagjaar gevoerd door BureauSeconde, Paltrokmolen 17, 1723 CM teNoord-Scharwoude. Vanaf januari 2004wordt dit verzorgd door het bureau vande NVvR, adres: [email protected].

VergaderingenDe commissie is in 2003 viermaal plenairbijeengeweest en heeft tevens viermaaltelefonisch vergaderd.

Visitaties 2003In 2002 heeft de commissie negen visi-taties uitgevoerd. Het streven om in2003 twaalf afdelingen te visiteren isniet gerealiseerd door vaak verzetten enafzeggen van de visitatie door de te visiteren afdelingen.

Activiteiten 2003Naar aanleiding van enkele vergaderin-gen waarbij prestatie-indicatoren voorde radiologische praktijkvoering werdenbenoemd, en een kleine enquête ondergevisiteerden, werd in samenwerkingmet het CBO de vragenlijst wederomaangepast, waarbij deze korter en bruik-baarder is geworden en prestatie-indica-toren werden ingevoegd voor benchmar-king.

Daarbij is een aantal malen oriënte-rend gesproken over samenwerking meteen ICT-partner met het doel de vragen-lijst en de verwerking daarvan te digita-liseren, ook ten behoeve van deze benchmarking. Uiteindelijk is daarbijgekozen voor het CBO. Voorts werd hetbesluit genomen als proef enkele malen

te gaan visiteren samen met de NVMBRom te zien of een vorm van integratieten behoeve van meer efficiency moge-lijk en wenselijk is.

Door de voorzitter is in mei op het‘International Symposium on PracticalImplementation of Clinical Audit forExposure to Ionizing Radiation inMedical Practices’ te Tampere, Finland,een voordracht gehouden met de titel‘Experience on Clinical Audit in theNetherlands’. Door de commissie en hetCBO is een artikel geschreven voorMemoRad, met als doel meer bekendheidte geven aan het werk van de commissie.

Het reglement van de commissie isaangepast. Voorts is gewerkt aan dewebsite van de commissie, een projectdat in 2004 zal worden afgerond.

Ontwikkelingen 2004• In samenwerking met het CBO zal

het digitaliseren van de vragenlijstter hand worden genomen, hetgeenook tot afname van secretariaats-werkzaamheden zal leiden. Voortszal er gestreefd worden naar meeruniformiteit met betrekking tot deaanbevelingen.

• Verzorgen van voordrachten overvisitatie en kwaliteit op deRadiologendagen.

H.J. Teertstra, secretarisAmsterdam, 31-1-2004

Commissie Visitatie Niet-Opleidingsklinieken

Page 31: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

RHet Streekziekenhuis te Nieuw Nickerie (SZN)Het Streekziekenhuis te Nieuw Nickerie inSuriname zoekt (een) waarnemende radio-lo(o)g(en). Het betreft een klein ziekenhuismet 78 bedden en een navenante radiologie-afdeling met röntgenapparatuur en een echo-apparaat. Onkosten worden vergoed en inhuisvesting wordt voorzien. Een toelage iseveneens beschikbaar en is afhankelijk van dewaarneemperiode. De waarneemperiode is bijvoorkeur drie maanden of langer.

U kunt contact opnemen met dhr. D. C.Changkoer, directeur van het SZN of dhr. O.Dewanchand, voorzitter van de Stichting SZN([email protected]) of met Paul Algra([email protected]).

Algemene informatie Nieuw NickerieHet Streekziekenhuis te Nieuw Nickerie (SZN)

bestaat 45 jaar. Het heeft 78 bedden en erzijn zes vaste specialisten werkzaam, te wetentwee chirurgen, een uroloog, een internist,een kinderarts en een gynaecoloog. Op con-sultatieve basis zijn er o.a. radiologen uitParamaribo (PBO) beschikbaar.

De 33-jarige directeur is econoom enwordt bijgestaan door de voorzitter van deStichting SZN. De relatie met de kleine medi-sche staf is intensief en constructief; vrijwelalles wordt in gezamenlijkheid besloten.

Een belangrijke inkomstenbron van hetziekenhuis vormen de giften vanuit het bui-tenland en de diverse ontwikkelingsprojecten.Het ziekenhuis is volop in ontwikkeling. Ditjaar zal een Japanse groep investeren in o.a.daglichtontwikkelingsapparatuur, een nieuwröntgenstatief en een nieuw echoapparaat.

De afdeling RadiologieDe afdeling Radiologie wordt bemand dooreen drietal laboranten, waarvan er één alszodanig is opgeleid. De andere twee werkenonder zijn supervisie. Voorts is er een admini-stratieve kracht die o.a. het archief beheert.Er is een stationair en een mobiel röntgen-statief (beide Philips) en een echoapparaat(Toshiba Sonolayer, ongeveer 12 jaar oud).Als er een radioloog aanwezig is kan er ookbariumsuspensie vanuit Paramaribo komen,zodat maag- en colononderzoek kan wordengedaan. Ontwikkelen gaat geheel handmatig.

Exacte cijfers over de verrichtingenaantal-len zijn niet beschikbaar, maar de laborantschat het op 5000 per jaar exclusief de echo’s.

Elke week komt een radioloog over uitParamaribo (pendeldienst) om op zaterdageen echoprogramma te doen. Door de week iser geen radioloog beschikbaar, en de foto’sworden beoordeeld door de aanvragende art-sen zelf. Ook huisartsen vragen röntgenfoto’s

aan. Wie die beoordeelt is mij niet duidelijkgeworden.

Suriname en Nieuw Nickerie Suriname heeft een oppervlakte van 4 xNederland en heeft zo’n 400.000 inwoners,die voornamelijk langs de kust wonen. Debinnenlanden zijn goeddeels ongerept enbestaan uit een van de mooiste regenwoudendie er nog zijn.

Nieuw Nickerie (NN) is een stadje van40.000 zielen dat voornamelijk wordt bevolktdoor Hindoestanen en creolen. Het ligt aande kust, zo’n 250 km ten westen vanParamaribo. NN ontleent zijn naam aan detwee vorige vestigingen die door de zee zijnverzwolgen. Recent is er een zeedijk van 7 km

aangelegd die NN droog houdt. NN staatbekend om de rijstteelt, zij het dat deze min-der belangrijk is dan in het verleden, geziende dalende wereldmarktprijzen. Verder leve-ren veeteelt en landbouw (bananen) belang-rijke exportproducten.

Dr. P.R. Algra

Paul Algra

Waarnemer(s) gezocht voor Suriname

Hoofdstraat van Nieuw Nickerie met twee rijen palm-

bomen aan de zijkant en water met roze waterlelies in

het midden

D I V E R S E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie M e m o R a d J a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4 31

De Nickerie rivier

Page 32: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

ErratumWerkplek Rob de Vries In MemoRad 4/2003 staat op blz. 44 abu-

sievelijk vermeld dat Rob de Vries werk-

zaam is in Nijmegen. Dat is fout: hij werkt

nu in het Albert Schweitzer Ziekenhuis in

Dordrecht.

De NVvR feliciteertJaap Valk onderscheidenTijdens de recent gehouden bijeenkomst van de RSNA in Chicago werd prof.dr. Jaap Valk

onderscheiden als erelid van de Radiological Society of North America. De redactie zal hier-

aan in het volgende nummer van MemoRad meer aandacht aan besteden.

Gekn ip tUit de rubriek [email protected] (januari 2004)

KapsterTegenwoordig werken bij mijn kapper

enkele dames, en het moet gezegd wor-

den, ze doen hun werk uitstekend.

Onlangs kwam ik onder handen van een

nieuwe aanwinst, die moest weten hoe ik

mijn kapsel wilde. Ik zei, na enige aarze-

ling, want hoe beschrijf je zoiets wat al

een leven lang vanzelf gaat: “Meer zoals

de heer Bolkestein dan als de heer

Duisenberg.”

Daarop antwoordde de kapster: “Ik werk

hier pas kort, die heren ken ik nog niet.”

Carl Puylaert sr.

Radioloog als beeld (4)

Deze afbeelding is een typisch beeldje uit de jaren

vijftig van de vorige eeuw. Radiologen droe-

gen in die tijd lange witte schorten.

Deze witte schorten maakten een beetje

gelige indruk.

In zijn linkerhand houdt de radioloog een foto

van een botstuk vast. Wat hij in zijn rechterhand

houdt is niet helemaal duidelijk; wellicht een

boek. Het beeldje werd destijds gekocht bij de fa.

H. Meijers-Ruyter in Nijmegen. Het is van

Italiaanse makelij.

Ingezonden door W. M. Oudesluijs

te Nijmegen

D I V E R S E N

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie32 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

Page 33: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN
Page 34: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

D I V E R S E N

MemoRadMemoRadC o l o f o n

J A A R G A N G 9 • N U M M E R 1 • 2 0 0 4

MemoRad is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voorRadiologie en verschijnt vier maal per jaar in een oplage van 1500 exemplaren. Het tijdschrift wordt toegezonden aan alle ledenvan de vereniging alsmede aan een selecte groep geïnteresseerden.

MemoRad staat onder redactionele verantwoordelijkheid van de secretaris van de NVvR.

© 2004 Nederlandse Vereniging voor Radiologie

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de Vereniging.

ISSN 1384-5462

De redactie is niet aansprakelijk voor de inhoud van onder auteurs-naam opgenomen artikelen en van de advertenties.

RedactieR.H. Cohen, Amsterdam (hoofdredactie)L. Meiss, Amersfoort (coördinatie)Dr. P.R. Algra, HeilooF.W.H. Brouwer, WassenaarDr. R. van Dijk Azn, ArnhemDr. L.M. Kingma, ‘s-GravenhageMw. dr. A.M. Spijkerboer, BussumDr. E. Tetteroo, OisterwijkB.W. Haberland, Naarden (eindredactie)

Redactie en bureau van de NVvRNederlandse Vereniging voor RadiologiePostbus 1988, 5200 BZ ‘s-Hertogenboschtel.: (0800) 023 15 36 of (073) 614 14 78, fax: (073) 614 20 45

e-mail: [email protected][email protected] via www.radiologen.nl of www.nvvr.net

Advertentietarieven op aanvraag bij de NVvR.

Vormgeving en druk Los druk + design te Naarden

Wenken voor auteurs

MemoRad dient om de doelstellingen van de NVvR te verwezenlijken, namelijkhet bevorderen van de Radiologie en de belangen van de leden. MemoRadmoet dan ook een podium zijn voor nieuwe ontwikkelingen, discussies en ver-der voor alles wat er leeft binnen de NVvR. Hoewel het accent ligt op het ver-enigingsleven, de leden en maatschappelijke ontwikkelingen, zijn ook weten-schappelijke artikelen welkom.

Daarnaast wordt aandacht geschonken aan inaugurele redes, afscheids-colleges, recent verschenen proefschriften, congresagenda etc.

Eindverantwoordelijk voor de inhoud is de secretaris van de NederlandseVereniging voor Radiologie.

AANKLEDING VAN ARTIKELENOm van MemoRad een aantrekkelijk blad te maken en tevens het verenigings-leven te stimuleren, vragen wij aan de auteurs om op de volgende wijze meete werken aan de artikelen.1. Verzin een pakkende, uitdagende titel2. Stuur een (pas)foto mee3. Vermeld onder de titel roepnaam en achternaam4. Geef zelf een aanzet voor tussenkopjes om de structuur van het artikel te

accentueren5. Vermijd lange zinnen en onnodig gebruik van niet-Nederlandse

terminologie6. Vermeld onder het artikel:

6.1. titel(s), alle voorletters en achternaam6.2.belangrijkste (beroepsmatige) bezigheid, bijvoorbeeld radioloog,

neuroradioloog, emeritus-radioloog, etc. 6.3.voor het artikel relevante functies, bijvoorbeeld voorzitter CvB6.4. instituut waar auteur werkzaam is: naam en plaatsnaam6.5.correspondentieadres

Belangrijk: GEEN ACCENTUERINGEN aanbrengen in de tekst zoals vet, onder-streept en cursief, en maak uitsluitend gebruik van ÉÉN LETTERTYPE en LET-TERGROOTTE.

INZENDEN VAN KOPIJKopij dient digitaal te worden aangeleverd, bij voorkeur per e-mail naar [email protected]. Het alternatief is het opsturen van een diskettenaar het bureau van de NVvR (Postbus 1988, 5200 BZ ‘s-Hertogenbosch).

ILLUSTRATIESIllustraties en foto’s kunnen per post worden opgestuurd indien geen gedigi-taliseerde versie voorhanden is. Illustraties dienen te zijn genummerd envoorzien van naam van de auteur en indicatie van de bovenzijde. Foto’s mogenniet beschadigd worden door bijvoorbeeld paperclips.

Onderschriften worden op een aparte pagina vermeld in de tekst. Waar nodig dient de auteur bij de eigenaar van het auteursrecht om toe-

stemming te vragen voor reproductie van de figuren.

LITERATUURVERWIJZINGENIn de tekst worden verwijzingen aangegeven met arabische cijfers tussen vier-kante haken: [1]. Deze nummers corresponderen met de opgave in de litera-tuurlijst. Deze lijst wordt onder het kopje ‘Literatuur’ geplaatst aan het eindvan de tekst.

De literatuurlijst is opgesteld volgens de Vancouver-methode. Na het cij-fer volgen namen en voorletters. Indien er meer dan zeven auteurs zijn wor-den alleen de eerste zes genoemd en vervolgens et al. Vervolgens de volledi-ge titel van de publicatie, naam van het tijdschrift volgens de Index Medicusmet het jaartal, jaargangnummer, gevolgd door de eerste en laatste bladzij-de. Bij handboeken volgen na de naam van de redacteur de titel, plaats, uit-gever en jaar van publicatie.

VOORBEELDEN:1. Wit J de, Hein P. Nieuwe ontwikkelingen in radiologie op Nederlandse zee-schepen. Ned Tijdschr Geneeskd 2000;126:13-8.2. Ruyter MA de. Kosmische straling. In: Nelson B, red. Handboek stralings-hygiëne. Rotterdam: Hulst, 2001.

MemoRad is een van de uitgaven van de Nederlandse Vereniging voorRadiologie, naast NetRad (www.radiologen.nl, www.nvvr.net), hetJaarboek met de ledenlijst en EduRad (met samenvattingen van deSandwichcursussen).

Uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie34 M e m o R a dJ a a r g a n g 9 • N u m m e r 1 • 2 0 0 4

Page 35: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

PROFICIAT!

Kodak feliciteert hetNKI/AvL ziekenhuis te Amsterdammet de aanschaf van het Kodak full PACS/RIS systeem

Kodak is a trademark of Eastman Kodak Company.© Eastman Kodak Company, 2001

staand v.l.n.r.Dhr. H. TeertstraMevr. S. HavermansDhr. P. ElsakkersDhr. H. van der Woord

zittend v.l.n.r.Dhr. R. BrouwersMevr. S. MullerDhr. T. van Ooij

Page 36: J UMMER Memo RNad• 2004 · J.J. Bax en prof.dr. E.E. van der Wall 8 De hobby van de radioloog De passie van radioloog George In der Maur voor de Afrikaanse wilde hond 13 INGEZONDEN

Voor

aank

ondi

ging

Voor

aank

ondi

ging

V

Voor vragen kunt u contact opnemen met:

Schering Nederland B.V.Carla HaazenPostbus 116

1380 AC WeespTel.: 0294 • 46 24 24

Voor vragen kunt u contact opnemen met:

Schering Nederland B.V.Carla HaazenPostbus 116

1380 AC WeespTel.: 0294 • 46 24 24

3rd Schering Symposium Abdominal MRI and MRA: Clinical Practice of Today and Tomorrow

Kasteel De Vanenburg, Putten, the Netherlands, June 18, 2004

Prof. Richard C. Semelka, MDOverview: Abdominal MRI and MRA

How to evaluate: Benign liver lesions and liver metastases

Dr. Franz SulzerHow to do: MR Imaging of the Liver at 1.0T

Dr. Shahid M. HussainHow to do: MR imaging of the pelvis

How to do: MR Imaging of the Liver at 1.5THow to evaluate: HCC, FNH and liver adenoma

Michelle Brown, MDHow to evaluate: MR imaging of the uterus, cervix, and ovaries

How to evaluate: MR imaging of the acute female pelvis

Dr. Tim LeinerHow to do: Body MRA

How to evaluate: Body MRA

3rd Schering Symposium Abdominal MRI and MRA: Clinical Practice of Today and Tomorrow

Kasteel De Vanenburg, Putten, the Netherlands, June 18, 2004

Prof. Richard C. Semelka, MDOverview: Abdominal MRI and MRA

How to evaluate: Benign liver lesions and liver metastases

Dr. Franz SulzerHow to do: MR Imaging of the Liver at 1.0T

Dr. Shahid M. HussainHow to do: MR imaging of the pelvis

How to do: MR Imaging of the Liver at 1.5THow to evaluate: HCC, FNH and liver adenoma

Michelle Brown, MDHow to evaluate: MR imaging of the uterus, cervix, and ovaries

How to evaluate: MR imaging of the acute female pelvis

Dr. Tim LeinerHow to do: Body MRA

How to evaluate: Body MRA

Dit symposium wordt mogelijk gemaakt door samen-werking tussen het Erasmus MC te Rotterdam, hetAcademisch Ziekenhuis Maastricht en Schering NederlandB.V.

Voor de wetenschappelijke inhoud en organisatie zijn verantwoordelijk: dr. Shahid M. Hussain van het ErasmusMC en dr. Tim Leiner van het Academisch ZiekenhuisMaastricht.

Dit symposium wordt mogelijk gemaakt door samen-werking tussen het Erasmus MC te Rotterdam, hetAcademisch Ziekenhuis Maastricht en Schering NederlandB.V.

Voor de wetenschappelijke inhoud en organisatie zijn verantwoordelijk: dr. Shahid M. Hussain van het ErasmusMC en dr. Tim Leiner van het Academisch ZiekenhuisMaastricht.

Binnenkort zult u van ons een uitgebreid programma met aanmeldingsformulier ontvangen. Wij zijn ervan overtuigd u hiermee een programma van absolute topkwaliteit te bieden en verwachten dan ook veel belangstelling van radiologen en assistenten voor dit symposium. Graag maken wij u er vast op attent dat inschrijving op een first-come-first-served-basis gehonoreerd zal worden.

Binnenkort zult u van ons een uitgebreid programma met aanmeldingsformulier ontvangen. Wij zijn ervan overtuigd u hiermee een programma van absolute topkwaliteit te bieden en verwachten dan ook veel belangstelling van radiologen en assistenten voor dit symposium. Graag maken wij u er vast op attent dat inschrijving op een first-come-first-served-basis gehonoreerd zal worden.