1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog...

15
5 e Jaarcongres SAMEN STERK! 12 maart 2015 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch www.claudicationet.nl Twitter mee @ClaudicatioNet of #ClaudicatioNet Programma- & abstractboek 5 jaar!

Transcript of 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog...

Page 1: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

5e Jaarcongres

samen sterk!

12 maart 2015 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch

www.claudicationet.nl

Twitter mee @ClaudicatioNet of #ClaudicatioNet

Programma- & abstractboek

5jaar!

Page 2: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

1

VoorwoordSamen sterk!

Toen wij in 2014 de eerste voorbereidingen troffen voor dit 5e ClaudicatioNet Jaarcongres, ons eerste lustrum, was dit de titel die kwam bovendrijven. Samen sterk, al vijf jaar lang! Een geleidelijk groter wordende groep gemotiveerde en enthousiaste fysiotherapeuten in een open, ‘community-based’ netwerk voor gesuperviseerde looptherapie.

Maar, zo dachten wij, ook samen sterk naar de toekomst. Al wordt er onder fysiotherapeuten veel gemopperd over de huidige rol van de zorgverzekeraar(s), wij van ClaudicatioNet zien duidelijk de oprechte wens van twee grote zorgverzekeraars om gezamenlijk een impuls te geven aan de kwaliteit van de door u geboden zorg aan patiënten met claudicatio intermittens. Een wens die kansen biedt. Kansen voor de fysiotherapeut om zijn/haar vak op dit kleine stukje van het totale fysiotherapeutische pallet te etaleren. Etaleren als een onmisbaar onderdeel van een ‘stepped care’ benadering voor de patiënt met etalagebenen. Daar moet u ook zelf voor aan de bak. Helaas komen verwijzingen niet vanzelf op gang, maar daar gaan wij u bij helpen. Helaas gaat het ook allemaal niet zo snel als wij zouden willen. Regelgeving ‘van bovenaf’ en binnen de organisatie van zorgverzekeraars zorgt voor hobbels die in de komende jaren zullen moeten worden genomen.

Samen sterk, vanaf dit jaar transparant voor iedereen doordat de door u vastgelegde data, via de landelijke database fysiotherapie (samen sterk met het KNGF!), zichtbaar worden in uw portfolio. Uw data, alleen voor u inzichtelijk, afgezet tegen de 10 best scorende collegae in het land en de 10 dichtst in de buurt werkzame collegae. Ik kijk er naar uit om u vandaag de mogelijkheden die deze mijlpaal biedt te laten zien. Maar dat is slechts een klein onderdeel van een boeiend en leerzaam programma dat wij, gebaseerd op uw feedback van eerdere congressen, hebben samengesteld. Nieuwe inzichten, praktische handvatten voor de dagelijkse praktijk in workshopvorm, geen poespas of cabareteske voordrachten; dat is waar u behoefte aan heeft. Samen sterk!

Ik wens u wederom een leerzame dag toe.

Joep Teijink, voorzitter ClaudicatioNet

Online nascholingsinstituut voor de gezondheidszorg

Gratis cursust.w.v. 2 of 3 punten

Het gemak van online nascholen

Met een abonnement op CME-Online heeft u altijd en overal online toegang tot een ruim, actueel en praktijkgericht cursusaanbod. U kunt op maat uw nascholing volgen door uw eigen keuze te maken uit ons uitgebreide pakket. Hiermee kunt u 30 punten per jaar behalen. Kortom, bij CME-Online kunt u 24/7 terecht voor het onderhouden van uw nascholing. U kunt dit overal doen, thuis, op het werk of onderweg, op uw eigen PC, laptop of tablet.

Probeer gratis een online cursus

U kunt kiezen uit onderstaande cursussen:

• Chronische pijn bij artrose (lezing) prof. J. Nijs

• Neuromusculaire aandoeningen deel 1 E. Janssen

• CVA deel 1 - Diagnostiek en behandeling J.M.A. Lunter, C.E.M. Ceelaert, S. Nieuwhof en A. Grootonk

“Online punten halen wanneer het mij

uitkomt”

Meer informatie: (030) 26 44 100 | www.cme-online.nl | [email protected]

Gratis cursus uitproberen?

www.cme-online.nl/gratis_fysio

Page 3: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

32

Programma09:00 - 09:30 Inschrijven en welkom

09:30 - 09:35 Welkomstwoord Joep Teijink, voorzitter ClaudicatioNet, vaatchirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven

09:35 - 10:00 Polyfarmacie bij de claudicatio-patiënt: problemen of profijt van de medicatie? Ben Janssen, farmacoloog, Universiteit Maastricht

10:00 - 10:25 Gemotiveerd blijven is topsport! Jeroen Hertzberger, hockeyer Nederlands elftal

10:25 - 10:50 5 jaar ClaudicatioNet: Samen Sterk! Joep Teijink, voorzitter ClaudicatioNet, vaatchirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven

10:50 - 11:20 Pauze met mogelijkheid tot netwerken

11:20 - 12:20 Workshopronde I Vrije keuze

12:20 - 13:25 Lunch met mogelijkheid tot netwerken op regioniveau

13:25 - 14:25 Workshopronde II Vrije keuze

14:25 - 14:55 Pauze met mogelijkheid tot netwerken

14:55 - 15:25 Genderverschillen in perifeer vaatlijden: lessen uit de Cardiologie Angela Maas, hoogleraar Cardiologie voor vrouwen, Radboudumc, Nijmegen

15:25 - 15:55 Survival of the fittest, naar een nieuw paradigma in de zorg Cees van der Schans, hoogleraar Revalidatiegeneeskunde UMCG, lector

transparante zorgverlening, Hanzehogeschool, Groningen

15:55 - 16:25 Wetenschapsvlucht: nieuwste inzichten rondom PAV Lindy Gommans, arts-onderzoeker, ClaudicatioNet

16:25 - 17:00 Netwerkborrel

Overzicht WorkshopsWorkshop 1 – Zaal: Dexter 11-12Zonder tegenwind gaat een vlieger niet omhoog: motivational Interviewing voor gevorderdenStijn van Merendonk - expert/trainer Motivational Interviewing

Workshop 2 – Zaal: Dexter 13-14Stoppen met roken heeft na 24 uur al effect: hoe blijft de patiënt volhouden?Annet Janssen - longverpleegkundige

Workshop 3 – Zaal: Limousin 2Wat als looptherapie niet werkt? Een kijkje op de OK en de interventiekamerXander Tielbeek - radioloog

Workshop 4 – Zaal: Limousin 1Weet wat u doet bij de diabetische voetBart-Jeroen Petri - vaatchirurg i.o.

Workshop 5 – Zaal: Dexter 15-16Help, hoe werkt dat ClaudicatioNet portfolio? Tips & tricks!Team ClaudicatioNet

Workshop 6 – Zaal: Dexter 17-18Van Netwerk naar Pretwerk: stappenplan om samen je netwerk vitaal te maken en te houdenEdith Willigendael - vaatchirurg en Jenneke Satter - verpleegkundig specialist

Workshop 7 – Zaal: Dexter 19Effectiever trainen van CI-patiënten met comorbiditeitenMarjolein Stegeman - fysiotherapeut, inspanningsfysioloog

Workshop 8 – Zaal: Limousin 3Het gebruik van humor in je behandelingMarcellino Bogers - verpleegkundige, cabaratier

Workshop 9 – Zaal: Dexter 21-22Gangbeeldanalyse: van wetenschap naar fysiotherapeutische praktijkFrans Brooijmans - fysiotherapeut en Lindy Gommans - arts-onderzoeker

Workshop 10 – Zaal: Dexter 23-24Diagnostiek bij perifeer arterieel vaatlijden: welkom op het VaatlaboratoriumYvonne Maassen en Jolien Wielockx - vaatlaboranten

Workshop 11 – Zaal: Dexter 25-26Zelfkennis is het begin van alle wijsheidDick Otter & Rianne van Strien

Workshop 12 – Zaal: Dexter 27-28In gesprek over geneesmiddelenAnnemiek Linn - assistent professor gezondheidscommunicatie

Page 4: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

54

Abstracts

Polyfarmacie bij de claudicatio-patiënt: problemen of profijt van de medicatie?Ben Janssen, farmacoloog, Universiteit Maastricht

In Nederland zijn er ongeveer 965.000 patiënten van 65 jaar of ouder die chronisch 5 of meer medicijnen innemen. Hiertoe behoren veel claudicatio patiënten. De farmacotherapeutische mogelijkheden bij de behandeling van claudicatio zijn relatief gering. Een arts dient in elk geval een cholesterol synthese remmer (bv. simvastatine) en een antithromboticum (vaak acetylsalicylzuur) voor te schrijven ter preventie van acute ischemie. Maar omdat er vaak bijkomende problemen zijn zoals hoge bloeddruk, diabetes, cerebraal vaatlijden, angina pectoris of hartfalen komt het veel voor dat een claudicatio-patiënt nog aanvullende medicatie dient in te nemen. In de top-10 van middelen die het betreft zijn de beta-blokkers (bv metoprolol), ACE-remmers (bv enalapril), calcium antagonisten (bv amlodipine), diuretica (bv hydrochloorthiazide of furosemide) en bloedglucoseverlagende middelen (bv metformine of glimepiride) vertegenwoordigd. De vraag kan worden gesteld wat voor een invloed deze additionele medicatie heeft op de ernst van de claudicatio-klachten in deze patiëntengroep. In de presentatie zullen daarom de positieve en mogelijke negatieve effecten van deze veel voorkomende geneesmiddelen kritisch worden gewogen vanuit een pathofysiologisch perspectief.

Page 5: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

76

Gemotiveerd blijven is topsport!Jeroen Hertzberger, hockeyer Nederlands elftal

Jeroen Hertzberger is een Olympische hockeyer die meer dan 150 interlands speelde en alle grote toernooien meemaakte. Jeroen vertelt u over een periode van ups en downs en de rol van motivatie in de topsport. Gemotiveerd blijven, is ook voor claudicanten, absoluut topsport!Naast zijn carrière als topsporter is Jeroen oprichter en CEO van ThunderSports. Het thermo- en onderkleding merk dat sinds 3 jaar de Nederlandse markt bestormd. Met diverse producten die ontwikkeld en goedgekeurd zijn door Olympische sporters is ThunderSports een bedrijf; Van sporters, voor sporters.

Genderverschillen in perifeer vaatlijden: lessen uit de cardiologieAngela Maas, hoogleraar Cardiologie voor vrouwen, Radboudumc, Nijmegen

Cardiovasculaire (CV) gebeurtenissen ontstaan gemiddeld 7-10 jaar later bij vrouwen dan bij mannen omdat zij relatief “beschermd” zijn door hun oestrogene hormonen in de vruchtbare levensfase. Vrouwen maken echter een inhaalslag op middelbare leeftijd. In de jaren na de menopauze wordt het CV risicoprofiel ongunstiger met een stijging van de bloeddruk en de cholesterolwaarden. Ook de samenstelling van atherosclerotische plaques verandert in deze levensfase, waarbij de mate van atheroomvorming en kalkafzetting toenemen. Vrouwen hebben vaker een diffuus en wandstandig patroon van atherosclerose, zonder dat er significante stenosen aanwezig zijn (“outward remodeling”). Dit draagt bij aan het “atypischer” klachtenpatroon. De combinatie van een niet-obstructieve atherosclerose met een endotheeldysfunctie van het microvasculaire vaatbed komt bij symptomatische vrouwen vaak voor en is onlangs in de richtlijnen erkend als “microvasculaire angina pectoris”. Dit wordt getriggerd door de aanwezige risicofactoren, zoals een hoge bloeddruk en verhoogd cholesterol. Niet alleen hartklachten, maar ook perifeer vaatlijden (PAD) wordt bij vrouwen nog vaak onderschat. Op oudere leeftijd hebben vrouwen een grotere combinatie van CV risicofactoren en komt PAD meer voor dan het in werkelijkheid wordt vastgesteld. Ook hier geldt dat de klassieke klachten van intermitterende claudicatio minder voorkomen dan bij mannen en dat het patroon van atherosclerose diffuser is. Vrouwen lijken vaker een disfunctie te hebben van de grafts na operatieve interventie en hebben op termijn vaker een amputatie nodig. In 2012 heeft de American Heart Association een Scientific Statement uitgebracht* waarin een aantal belangrijke aspecten van PAD bij vrouwen zijn samengevat. Tezamen met de ervaringen uit de cardiologie is dit een belangrijke aanwinst voor ons huidige kennisniveau over genderverschillen bij PAD.

* Hirsch AT et al. A call to action: women and peripheral artery disease. A scientific statement from the American Heart Association. Circulation 2012; 125: 1449-1472.

Page 6: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

98

Survival of the fittest: naar een nieuw paradigma in de zorgCees van der Schans, hoogleraar Revalidatiegeneeksunde UMCG, lector transparante zorgverlening, Hanzehogeschool, Groningen

De gezondheidszorg is vooral georganiseerd op basis van ziekte van organen. Zorgprofessionals hebben zich in de loop der tijd steeds meer gespecialiseerd in aandoeningen, aspecten van aandoeningen of behandelingen. Het is de vraag of dit paradigma nog past bij de huidige patiëntenpopulatie. Door de toegenomen levensverwachting verandert de samenstelling van de bevolking. Dit heeft tot gevolg dat de gevolgen van veroudering zichtbaarder worden en dat er clustering ontstaat van chronische aandoeningen. De zorgvraag van een patiënt is niet meer terug te voeren tot één aandoening. Veel patiënten hebben meer dan twee aandoeningen en ondervinden tegelijkertijd de gevolgen van veroudering. De zorgprofessional die het beste hierbij aansluit heeft het meeste bestaansrecht. Dat is een zorgprofessional die enerzijds gespecialiseerd is maar anderzijds een brede expertise heeft die mogelijk zelfs verder gaat dan de grenzen van het beroep.

Wetenschapsvlucht: nieuwste inzichten rondom PAVLindy Gommans, fysiotherapeut en arts-onderzoeker, ClaudicatioNet

In 2014 werden meer dan 80 wetenschappelijke artikelen gepubliceerd op het gebied van claudicatio intermittens. Heeft u tijd om die allemaal zelf door te nemen…?In deze presentatie krijgt u een wetenschappelijk jaaroverzicht van het onderzoek naar claudicatio intermittens dat in 2014 gepubliceerd werd. Binnen een aantal thema’s worden belangrijke en opmerkelijke wetenschappelijke artikelen uitgelicht. Wat hebben wij geleerd over de claudicant? En wat zijn de nieuwste behandelinzichten?

Page 7: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

1110

Zonder tegenwind gaat een vlieger niet omhoog: motivational Interviewing voor gevorderdenStijn van Merendonk - expert/trainer Motivational Interviewing

Komt u ze ook tegen? Patiënten die steeds een discussie aangaan, die niets van u aannemen, uw deskundigheid in twijfel trekken en zich soms zelfs vijandig opstellen? Weerstand in gesprekken is absoluut lastig. Maar het is ook een kracht. Immers: “Zonder tegenwind gaat een vlieger niet omhoog”. Hoe voorkomt u dat u dan harder gaat werken? Of voor de ander gaat oplossen? Kortom, hoe zorgt u dat weerstand u niet te veel energie kost?

Stijn van Merendonk is expert op het gebied van Motivational Interviewing en gedragsverandering. Zijn passie: “het motiveren van patiënten voor gedragsverandering”. Door zijn jarenlange ervaring in het toepassen van Motivational Interviewing, in diverse zorgsettings en bij verschillende patiëntengroepen, is hij als geen ander in staat om een brug te slaan tussen de theorie en de dagelijkse praktijk van gedragsverandering. Stijn is auteur van de waaier Motiverende Gespreksvoering en Lid van Motivational Interviewing Network of Trainers (MINT) en MINTNed.

Voor wie?Voor iedereen die een basistraining in Motivational Interviewing heeft gevolgd en zijn competentie, in MI wil opfrissen, fine tunen en verder wil verbeteren.

DoelstellingNa afloop van deze workshop laat u zich niet meer uit het veld slaan als een patiënt in de weerstand schiet. Ook zult u merken dat het minder tijd kost om weerstand in gesprekken effectief te bespreken. Dit zal de relatie met uw patiënt verbeteren. U krijgt juist weer energie van “lastige” patiënten in plaats van er tegen op te zien. InhoudIn deze workshop komen verschillende technieken aan bod en leert u:• Hoeuiemandeffectiefeenspiegelvoorhoudt• Hoeuvoorkomtdatuzelfbooswordt• Hoeu“dehakkenuithetzand”krijgtTevens is er veel ruimte om te oefenen.

Stoppen met roken heeft na 24 uur al effect: hoe blijft de patiënt het volhouden?Annet Janssen, longverpleegkundige

InleidingStoppen met roken is belangrijk vanwege de gunstige invloed op andere hart- en vaatziekten en leidt tot vermindering van progressie van claudicatioklachten, minder invasieve ingrepen en betere resultaten na een operatie [Fritschi 2012, Gardner 2004, Price 1999, Smith 1996]. In een meta-analyse van 4 onderzoeken met 184 patiënten met perifeer arterieel vaatlijden over het effect van stoppen met roken op de loopafstand konden geen conclusies worden getrokken door de heterogeniteit van de uitkomsten [Girolami 1999].Uit een meta-analyse van prospectieve studies blijkt dat persisterende rokers een driemaal hoger risico hebben op restenose van de bypass na operatie (OR 3,09; 95%-BI 2,34 tot 4,08) Er is ook een duidelijke dosisresponsrelatie. Stoppen met roken, zelfs na de operatie, verbetert de doorgankelijkheid van de bypass tot het niveau van niet-rokers [Willigendael 2005].

ConclusieStoppen met roken is een essentieel onderdeel van het beleid bij perifeer arterieel vaatlijden omdat het leidt tot vermindering van progressie van de claudicatioklachten. Stoppen met roken leidt niet direct tot een verbetering van de enkel-armindex of de loopafstand (NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden).Methode van ondersteunen. Op 5 vlakken wordt het gedrag geïnventariseerd, waarna een individueel plan gemaakt wordt.• Cognitief:watweetdepatiënt?Geefeducatieoverhetbelangervan.• Attitude:isergeloofingedragsveranderingenheeftdepatiëntdaadwerkelijkdeintentie?

Wat zijn eventuele barrières?• Instrumenteel:welkevaardighedenenmateriaalzijnnodigvoorgedragsverandering?• Gedrag:welkcoping-gedragvertoontdepatiënt?• Sociaal:zijnermensenindeomgevingdiesteunensupportkunnenbieden?Dit model zorgt voor een zeer individuele counseling. Bij de interventie hoort o.a. geven van benodigde educatie en aanleren van vaardigheden om de barrières te overkomen.

DiscussieTijdens de Workshop kunnen we ingaan op welke benadering toegepast wordt, daarbij verliezen we niet uit het oog dat toestemming vragen een eerste voorwaarde is voor open benadering.Welke voordelen en nadelen ervaart de stopper en wat kunnen barrières zijn om er niet eens aan te beginnen?

Page 8: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

1312

Wat als looptherapie niet werkt? Een kijkje op de OK en de interventiekamerXander Tielbeek, interventieradioloog

Atherosclerotische vernauwingen of occlusies in het bekken en bovenbeen arteriën kunnen leiden tot claudicatio intermittens en zelfs tot kritieke ischemie. Indien gesuperviseerde looptraining en behandeling van de risicofactoren (diabetes, hypertensie, hypercholesterolemie etc.) onvoldoende helpen is een revascularisatie noodzakelijk en in nagenoeg de meeste gevallen wordt dan een zgn. dotterbehandeling verricht. Van te voren worden plaats en ernst (lengte stenose en/of occlusie) van de obstructie bepaald met behulp van duplex-echografie. Dit wordt gedaan op het vaatlaboratorium. De klinische verschijnselen en de bevindingen van het vaatlaboratorium worden besproken in de vaatbespreking: een multidisciplinaire bespreking waarin interventieradiologen en vaatchirurgen het behandelplan van de patiënt bespreken. Het behandelplan wordt vervolgens met de patiënt besproken. Een dotterbehandeling (synoniem: PTA, angioplastiek en genoemd naar Charles Dotter die deze ingreep voor het eerst uitvoerde in 1964) van bekken en been arteriën vereist geen narcose en kan worden uitgevoerd door de interventieradioloog of de vaatchirurg. Complicaties kunnen optreden maar zijn i.h.a. zeldzaam en bestaan o.a. uit beschadiging van de vaatwand zelf (te verhelpen met een stent), een nabloeding/hematoom van de punctieplaats en (zelden) afsluiten van het bloedvat door embolieën. De voordelen van de dotterbehandeling, geen narcose, geen grote incisie, snel herstel, zijn dermate groot dat ze ruim opwegen tegen de risico’s. De dotterbehandeling gebeurt nagenoeg altijd in dagbehandeling en de patiënt kan dus dezelfde dag naar huis. De procedure wordt na lokale verdoving verricht via een arteriële punctie in de lies. Een dun buisje (5 Fr of 6 Fr = 5 x 1/3 mm resp 6 x 1/3 mm doorsnede) wordt via een voerdraad ingebracht en er wordt allereerst een opname gemaakt van de hele arteria femoralis of iliaca. De plaats van de obstructie wordt exact bepaald en allereerst wordt een ballondilatatie verricht. De maat van de ballon hangt af van de doorsnede van het aangrenzend normaal gelegen arteriële segment en de lengte wordt bepaald door de lengte van de laesie. Nadat de ballondilatatie is verricht wordt opnieuw een angiografie, d.w.z. een opname met contrastvloeistof, gemaakt. Bij onvoldoende resultaat, door bijvoorbeeld terugveren van de vernauwing, wordt een stent geplaatst. Dit gebeurt bij dotteren van vernauwingen ongeveer in 11% van de gevallen (1.) Bij occlusies wordt veel vaker een stent geplaatst, tot wel in 90% van de procedures. Er zijn vele soorten stents in de handel en ieder heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Er is geen ideale stent, dit ondanks dat er al onderzoek wordt gedaan sinds de eerste studies over stents begin tachtiger jaren. Ook stents kunnen weer vernauwen door littekenvorming vanuit de aangrenzende vaatwand , dan wel kan de stent weer in zijn geheel tromboseren. Bij het gebruik van stents in het bovenbeen zijn breuken in stents geen uitzondering. Vernauwingen in de stent in het bovenbeen treden in het eerste jaar in 19-37% van de gevallen op (1). Deze vernauwingen kunnen wel weer opnieuw gedilateerd worden. De dotterbehandeling van vernauwingen in de bekkenvaten is veel succesvoller. Klinisch succes is na 1 jaar 81% en na drie jaar 67% (2). Dit in tegenstelling tot behandeling van de arteria femoralis. Het klinisch succes hiervan is na 1 jaar 63%. Echter, het succes percentage van de procedure is sterk afhankelijk van de type laesie (stenose of occlusie). Het lange termijn succes hangt ook nauw samen het type laesie en de co morbiditeit van de patiënt (diabetes, hypertensie etc.). Het blijvend succes wat in veel studies niet is meegewogen , hangt natuurlijk ook af van de gesuperviseerde looptraining en lifestyle interventies.

1. Laird et al. Nitinol stent implantation vs. balloon angioplasty for lesions in the superficial femoral and proximal popliteal arteries of patients with claudication; three year follow-up from the RESILENT randomised trial.

J Endovasc Ther. 2012;19:1-92. Kudo T1, Chandra FA, Ahn SS. Long-term outcomes and predictors of iliac angioplasty with selective

stenting. J Vasc Surg. 2005 Sep;42(3):466-75.

Weet wat u doet bij de diabetische voetBart-Jeroen Petri - vaatchirurg i.o.

Diabetes geeft, afhankelijk van hoe lang het bestaat, bloedvatafwijkingen. De wanden van de slagaders worden als gevolg van de diabetes langzaam verdikt. Daarnaast versnelt diabetes het proces van aderverkalking (atherosclerose). Dit leidt tot vernauwing van de bloedvaten waardoor de doorbloeding van weefsels en organen worden belemmerd. Vaak uit zich dit in problemen met de benen en met name bij de voeten. De zogenaamde micro-angiopathie in combinatie met de toenemende atherosclerose kan leiden tot diabetische ulcera. Er kan veel gedaan worden om deze ulcera te genezen, maar er wordt te weinig gedaan om te voorkomen dat deze ulcera ontstaan. Door alert te zijn op bepaalde symptomen kunnen bepaalde complicaties inderdaad beperkt of voorkomen worden. Gedurende deze bespreking zullen we ingaan op de pathofysiologie van de diabetische voet (ulcera), het voorkomen ervan en de rol van eenieder binnen de gezondheidszorg. Voor meer achtergrondinformatie kunt u het volgende artikel nog eens nalezen:Morey-Vargas, O.L. & Smith, S.A. 2015. BE SMART: Strategies for foot care and prevention of foot complications in patients with diabetes. Prosthetics and Orthotics International 2015, Vol. 39(1) 48–60.

Page 9: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

1514

Help, hoe werkt dat ClaudicatioNet portfolio? Tips & tricks!Team ClaudicatioNet

Bij ClaudicioNet heeft iedere therapeut een digitaal portfolio op de zorgzoeker, wat zichtbaar is voor verwijzers en patiënten. Het is van belang dat dit ‘visitekaartje’ er tip top uitziet. Hoe krijgt u dat voor elkaar? Op welke manier dient u de verslaglegging in? Wat staat u nog te doen op het gebied van scholing? Wanneer loopt de fase af? Waar vindt u relevante scholing? Hoe voegt u de praktijk toe aan de zorgzoeker? Wat is nu een pakkende introductietekst voor uw portfolio? Op al deze vragen krijgt u in dit uur antwoord.

Van Netwerk naar Pretwerk; stappenplan om samen je netwerk vitaal te maken en te houdenEdith Willigendael - vaatchirurg en Jenneke Satter - verpleegkundig specialist

Een actief regionaal ClaudicatioNetwerk is geen doel op zich, maar een middel om samen de zorg rondom deze kwetsbare patiëntenpopulatie te verbeteren. Een zo compleet mogelijk team waarin de gehele keten aan behandelaars is vertegenwoordigd, resulteert in laagdrempelige transmurale samenwerking en een verbetering van kennis, kunde en de behandeling.Deze workshop laat zien waarom een actief regionaal netwerk waardevol is. Het laat jullie ontdekken hoe je een dergelijk netwerk in de regio kan opzetten en welke activiteiten je kunt ontplooien om het te bereiken.Aan de hand van vele geïllustreerde voorbeelden laten de sprekers zien welke activiteiten gemakkelijk zijn op te zetten en uit te voeren en hoe dit eenvoudig in de eigen regio te bereiken is.Na deze workshop heb je genoeg kennis en inspiratie om binnen een jaar een bruisend regionaal ClaudicatioNetwerk te hebben.

Page 10: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

1716

Effectiever trainen van CI-patiënten met comorbiditeitenMarjolein Stegeman, MSc Physical Activity and Health met specialisatie (klinische) inspanningsfysiologie, fysiotherapeut, clustermanager en coördinator HVL netwerk Twente. Werkzaam bij FysioHolland Twente in Enschede.

Veertig tot zestig procent van de patiënten met claudicatio intermittens heeft ook andere ‘comorbiditeiten’, die eigenlijk vaak meer een voortschrijdende ziekte zijn. Met name hartaandoeningen, diabetes mellitus, obesitas, COPD en CVA komen vaak voor. Voor mensen met hoge risicofactoren voor cardiovasculaire aandoeningen en overlijden is er veel winst te behalen met effectieve training.De CI training richt zich met name op het vergroten van de loopafstand, vertrouwen in het lichaam en de eigen effectiviteit, een gezondere leefstijl en gedragsbehoud. De fysiologische effecten van de looptraining hebben vooral te maken met toename van de collaterale flow, redistributie van de aanwezige flow en metabole aanpassingen van de spiervezels waardoor er een afname is van de afhankelijkheid van het anaerobe metabolisme. Er wordt vaak onderbelast getraind tijdens de oefentherapie, vaak door onwetendheid over de (cardiale) belastbaarheid. De gesuperviseerde looptraining geeft te weinig trainingsprikkel, de intensiteit is middelmatig. Door ook 2-3x per week een intensievere trainingsprikkel toe te voegen verbetert de functionele capaciteit en het maximale (zuurstofopname)vermogen. Hierdoor worden compensatoir vele fysiologische systemen (circulatie en energiestofwisseling) verbetert en daarmee het functioneringsniveau. Door meer kennis te hebben van de individuele belastbaarheid van de verschillende systemen en vooral de algemene fysiologische effecten van training kunnen risicofactoren worden verminderd, de activiteiten in het dagelijks functioneren worden verbeterd en daarmee de kwaliteit van leven worden verhoogd.Ter illustratie wordt de casus van een 68-jarige CI-patiënte besproken. Zij meldt zich met claudicatio intermittens (Rutherford categorie III), in het verleden bekend met TIA (1999) en PCI (2005). Functionele loopafstand: 125m, maximale loopafstand 430m op 2.5km/uur. Tijdens de maximale inspanningstest (VO2peak) scoort ze ‘slecht’ met 13ml/kg/min (referentie <15ml/kg/min beperkt in ADL). Haar looptraining van maximaal 20 minuten, op een intensiteit van 50-55% heeft een te lage intensiteit om haar aerobe vermogen te vergroten, terwijl dit haar functionele capaciteit flink zou verbeteren. De focus van fysiotherapeutische interventie moet breder zijn dan alleen het vergroten van haar loopafstand.

Bronvermelding • ACSM’sExerciseManagementforPersonswithChronicDiseasesandDisabilities.PeripheralArterial

Disease. Womack CJ, Gardner AW. Champaign: Human Kinetics; 2003.• ACSM’sResourceManualforGuidelinesforExerciseTestingandPrescription.SwainDPetal,ACSM;

2012.• ExerciseandPhysicalActivityforOlderAdults.Medicine&ScienceinSports&Exercise,Chodzko-

ZajkoJuly et al: July 2009 - Volume 41 - Issue 7 - pp 1510-1530• Hart-envaatziekteninNederland.Cijfersoverkwaliteitvanleven,ziekteensterfte;2014.• Meerdaneenziekte.Degevolgenvancomorbiditeitvanuithetperspectiefvanchronischziekenen

gehandicapten. M.J.W.M. Heijmans, et al. – Nivel; 2003.• NHG-StandaardPerifeerarterieelvaatlijden(tweedeherziening).BartelinkMEL,etal.HuisartsWet

2014;57:81.• Vitalevaten–Effectvanleefstijlinterventiesbijpatiëntenmethart-envaatziektenofhoogrisico.

Nederlandse Hartstichting; 2009.

Het gebruik van humor in je behandelingMarcellino Bogers, verpleegkundige en cabaretier

Onderwerpen• Definitievanhumor• Humoralsinterventie• Lichamelijkeaspecten• Psychischeaspecten

• Socialeaspecten• Foutehumor• Humorwerkt

Definitie van humor• Humorisoogengevoelhebbenvoorvrolijkmakendetegenstrijdigheden(VanDale)• Humoriscommunicatie.Hetmiddelomonderlingerelatiesteversterken(Pasquali)• Humorisoverwonnendroefheid(G.Bomans)

Bulechek en Mccloskey• Hethelpenvandepatiëntomdatgenewatgrappig,vermakelijkofbelachelijkiswaartenemen,op

waarde te schatten en uit te drukken met de bedoeling relaties aan te gaan, spanningen te verlichten, boosheid te laten afvloeien, leren mogelijk te maken of om te leren leven met pijnlijke gevoelens.

Uit: Handbook of nursing interventions classification, Bulechek & Mccloskey, 2002

Blijf dus op zoek naar de lach in je werk!Verpleegkundige en cabaretier Marcellino Bogers schreef het boek Humor als verpleegkundige interventie, dat vanaf 15 november 2007 te verkrijgen is. Hij gaat in dit boek in op de werking, effecten en de mogelijkheden van het gebruik van humor. Marcellino Bogers: “Humor relativeert, ontwapent,ontspant, verbindt, bevrijdt, doorbreekt, ontgift, ontstresst, verlicht en is nog gratis ook. door je alleen al bewust te zijn van de impact en effecten van humor, kan de verpleegkundige zichzelf en de patiënten een dienst bewijzen.”

Over de auteurMarcellino Bogers was ziekenverzorger, verpleegkundige en verpleegkundig docent. Van 1991 tot 2000 was hij beleidsmedewerker en woordvoerder bij NU’91, de beroepsorganisatie voor verpleegkundigen. Sinds 1992 maakt hij deel uit van het cabarettrio Ernesto, Marcellino en Wilfried Finkers (www.ernesto-marcellino.nl). Sinds begin 2000 werkt Marcellino Bogers als congresontwikkelaar bij Elsevier Gezondheidszorg.

Humor als verpleegkundige interventie.Marcellino Bogers.ISBN 9789035229648 / Elsevier Gezondheidszorg / 2007/ 1e druk/ 100 blz./ € 19,95Verkrijgbaar via www.elseviergezondheidszorg.nl, de klantenservice, tel: 0314-358 358 en via de boekhandel.

Page 11: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

1918

Gangbeeldanalyse: van wetenschap naar fysiotherapeutische praktijkFrans Brooijmans, fysiotherapeut en Lindy Gommans, arts-onderzoeker

Gangbeeldanalyse is een gespecialiseerde onderzoeksmethode voor het lopen. Deze workshop begint met een theoretisch gedeelte over het lopen en de diverse onderzoeksmethoden voor het in kaart brengen van het looppatroon en bijkomende afwijkingen. De workshop richt zich met name op het lopen van patiënten met claudicatio intermittens, waarbij ook de eerste resultaten van de lopende ‘LoopPad studie’ besproken zullen worden. In deze studie met bijna 30 patiënten met claudicatio intermittens zijn diverse uitkomstmaten van het lopen onderzocht. Claudicanten blijken significant langzamer te lopen dan voor leeftijd gematchte controles. Daarnaast werden met name in de voetafwikkeling duidelijke verschillen gevonden tussen pijnvrij en pijnlijk lopen. In het tweede gedeelte zal beeldmateriaal van patiënten met claudicatio intermittens worden besproken en gaan deelnemers zelf aan de slag met een meting.

Diagnostiek bij perifeer arterieel vaatlijden:welkom op het VaatlaboratoriumYvonne Maassen en Jolien Wielockx, vaatlaboranten

Op het vaatlaboratorium worden non-invasieve vaatonderzoeken verricht middels Doppler en duplexonderzoeken.Wanneer er bij een patiënt verdenking is op perifeer arterieel vaatlijden (PAV) wordt er als eerste een enkel-arm index (EAI) verricht. Middels deze test kan PAV worden aangetoond of uitgesloten. De EAI is de verhouding van de hoogste systolische druk aan de enkel en de hoogste systolische druk aan de arm. Het principe van een EAI berust op het feit dat bij een vernauwing (stenose) of een afsluiting (occlusie) de druk achter de obstructie lager is dan ervoor.

Wanneer een EAI afwijkt, kan met een duplexonderzoek de afwijking in beeld worden gebracht. Duplex is een combinatie van conventionele echografie en Doppler. Het geeft zowel anatomische als hemodynamische informatie. De afmeting, het aantal en de ernst van de afwijking(en) kan zo in kaart worden gebracht.

Aan de hand van de diagnostiek op het vaatlaboratorium wordt een behandelplan voor de patiënt opgesteld.

Page 12: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

2120

“Zelfkennis is het begin van alle wijsheid”Bewegen als indicator van onze voorkeurenDick Otter en Rianne van Strien

Al eeuwenlang wordt geprobeerd om voorkeurstypen van mensen in kaart te brengen. Een veel gebruikte methode is de Jungiaanse Typologie, die voorkeuren van mensen in kaart brengt op basis van vier dimensies. De een heeft een voorkeur voor concreet en praktisch, de ander voor theoretisch en globaal; de een wil liever zakelijk, de ander meer persoonlijk en de een praat liever, terwijl de ander vooral goed kan luisteren.

Wij gaan in onze workshop uit van de bewegingen van mensen, die ons informatie verstrekt over onze voorkeursstijlen. We koppelen deze informatie aan de voorkeursstijlen op basis van de Jungiaanse Typologie.

De twee vragen, die we zullen beantwoorden tijdens deze workshop zijn:• Beweegjevanbovennaarbenedenofomgekeerd?• Beweegjeontkoppeldofgekoppeld?

Het geeft ons informatie over de manier, waarop we informatie willen verzamelen, de “taal”, die we het best begrijpen en de onderliggende motivatie voor onze besluitvorming.Je gaat het zelf ervaren door verschillende oefeningen, die we met elkaar gaan doen. Korte filmpjes illustreren de koppeling mentale en fysieke voorkeuren.Belangrijk om jouw eigen voorkeuren te kennen, maar ook die van de cliënten in te kunnen schatten.

In gesprek over geneesmiddelenAnnemiek Linn, assistent professor gezondheidscommunicatie

Chronische patiënten krijgen te maken met langdurig geneesmiddelengebruik, vaak voor de rest van hun leven. Patiënten nemen echter hun geneesmiddelen niet altijd trouw in. De communicatie tussen patiënt en hulpverlener wordt fundamenteel gezien bij het bevorderen van therapietrouw. Studies hebben zelfs aangetoond dat er een 19% hoger risico op therapieontrouw is bij niet-effectieve communicatie. Door effectieve communicatie kunnen gezondheidsprofessionals een positieve bijdrage leveren aan het verloop van de behandeling, resulterend in een verbeterd kwaliteit van leven. Het is hierbij belangrijk om in acht te nemen dat de redenen voor therapietrouw uitermate uiteenlopend kunnen zijn. Tijdens de workshop wordt een theoretische onderbouwing gegeven over communicatie op maat. Ook zullen participanten leren welke technieken zij kunnen toepassen om de communicatie te laten aansluiten op de behoeftes van de patiënt. Tenslotte zullen participanten in groepen deze kennis toepassen. Na de workshop kan de participant:• uitleggenwaaromcommunicatieopmaatbelangrijkis• redenenvoorontrouwemedicatieinnamebenoemen• medicijngerelateerdeproblemenbevragen• communicatieopmaattoepassen

Page 13: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

2322

Algemene informatieHet 5e jaarcongres ClaudicatioNet wordt mede mogelijk gemaakt door:

• DeHart&Vaatgroep• Disporta• ForcelinkB.V.• Fysiomanager• MonitoredRehabSystems

• MotivationalInterviewing• ProCareB.V.• Sensamove• Softmedia• ThunderSports

DoelgroepFysiotherapeuten, hart- en vaatverpleegkundigen, nurse practitioners/ PA vaatchirurgie, (vaat)chirurgen (i.o.), vasculair geneeskundigen (i.o.), huisartsen (i.o.)

Parkeren 1931 Congrescentrum BrabanthallenU kunt gratis parkeren bij de congreslocatie en u heeft geen parkeerticket nodig. De slagboom gaat bij vertrek automatisch omhoog.

Kosten InschrijvingFysiotherapeut € 310,-Verwijzer € 50,-

Het 5e jaarcongres ClaudicatioNet is geaccrediteerd door:• NederlandseVerenigingvoorHartenVaatVerpleegkundigen(NVHVV)met5punten• NederlandseVerenigingvoorHeelkunde(NVvH)met5punten

Accreditatie voor het 5e jaarcongres ClaudicatioNet is aangevraagd bij:• VerpleegkundigSpecialistenRegister• KwaliteitsregisterV&VenRegisterZorgprofessionals• HetspecifiekedeelvanhetCentraalKwaliteitsregisterFysiotherapievoorderegistersvanAlgemeenen

Geriatrie Fysiotherapeut

Contactgegevens ClaudicatioNet CongressecretariaatP/a Catharina Ziekenhuis Afd. Heelkunde, sectie Vaatchirurgie Postbus 1350 5602 ZA EINDHOVEN T: 040-2398764 Postbus [email protected] 5202 CK ‘s-Hertogenbosch T: 073-7003500 F: 073-7003505 www.congresscompany.com

Twitter mee @ClaudicatioNet of #ClaudicatioNet

Notities

Page 14: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

2524

NotitiesNotities

Page 15: 1931 Congrescentrum Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch samen ... · Xander Tielbeek - radioloog Workshop 4 – Zaal: Limousin 1 Weet wat u doet bij de diabetische voet Bart-Jeroen Petri

z KLINIMETRIE (O.A. CLAUDICATIOTEST)

z AUTOSPEED*

z GROOT SNELHEIDSBEREIK (VAN 0,4 TOT 18 KM/U)

z POSITIEVE EN NEGATIEVE HELLINGSHOEK

z BELASTBAAR TOT 235 KG

z OVERZICHTELIJK BEDIENINGS-PANEEL

z EXTREEM LAGE OPSTAP

z ELEKTRISCH VERSTELBARE ZIJBARREN

z MULTIFUNCTIONELE HANDGREPEN

z EN-TRACK SOFTWARE

z TFT-KLEURENSCHERM

z DESIGN EN FUNCTIONALITEIT

* = Autospeed is de revolutionaire automatische snelheids-aan-passing voor het hoogst mogelijke bewegingscomfort. De EN-Motion past zich aan naar de snelheid van de gebruiker. Sneller of juist langzamer lopen? De EN-Motion bewegingssensor ver-taalt dit snel en doeltreffend naar de (voor u) ideale loopsnelheid. Zonder dat u daarvoor iets hoeft te doen! Behalve lopen in een tempo, waarbij u zich lekker voelt.

Enraf-Nonius B.V.Vareseweg 1273047 AT RotterdamT 010 - 20 30 [email protected]

148x210_Enraf-Nonius_2015_v0.indd 1 1/19/2015 9:14:47 AM