IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat...

9
Toelichting voor docenten bij de cursus ‘Laat jouw buurt zoemen’ In de korte cursus ‘Laat jouw buurt zoemen’ leren de cursisten hoe zij samen met buurtbewoners en hun gemeente een stuk openbaar groen bijvriendelijk kunnen inrichten en onderhouden. Daar hebben zowel de bijen als de buurt wat aan! Met de cursusmaterialen die beschikbaar zijn gesteld door het project Nederland Zoemt, kan elke vrijwilligersgroep of afdeling zelf de cursus ‘Laat jouw buurt zoemen’ geven. In deze toelichting lees je wat de cursus inhoudt, hoe je de cursus organiseert en geeft, en waar je de benodigde materialen vindt. Ook staan in deze toelichting de notities voor docenten bij de presentaties. Doelgroep Volwassenen die hun buurt en tuin bijvriendelijk willen inrichten en onderhouden. De deelnemers zijn vrijwilliger bij een natuur- of een buurtorganisatie, of willen dat worden. Leerdoelen De cursisten kennen na de cursus: het verschil tussen honingbijen, hommels en solitaire bijen; de reden van de achteruitgang van de wilde bijen; 1

Transcript of IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat...

Page 1: IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat gaan we doen De excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert,

Toelichting voor docenten bij de cursus ‘Laat jouw buurt zoemen’In de korte cursus ‘Laat jouw buurt zoemen’ leren de cursisten hoe zij samen met buurtbewoners en hun gemeente een stuk openbaar groen bijvriendelijk kunnen inrichten en onderhouden. Daar hebben zowel de bijen als de buurt wat aan! Met de cursusmaterialen die beschikbaar zijn gesteld door het project Nederland Zoemt, kan elke vrijwilligersgroep of afdeling zelf de cursus ‘Laat jouw buurt zoemen’ geven. In deze toelichting lees je wat de cursus inhoudt, hoe je de cursus organiseert en geeft, en waar je de benodigde materialen vindt. Ook staan in deze toelichting de notities voor docenten bij de presentaties.DoelgroepVolwassenen die hun buurt en tuin bijvriendelijk willen inrichten en onderhouden. De deelnemers zijn vrijwilliger bij een natuur- of een buurtorganisatie, of willen dat worden.LeerdoelenDe cursisten kennen na de cursus:

het verschil tussen honingbijen, hommels en solitaire bijen; de reden van de achteruitgang van de wilde bijen; de eisen die wilde bijen stellen aan nestelgelegenheid en

voedselvoorziening; de basisprincipes van bijvriendelijke groeninrichting en -onderhoud; en ze weten hoe ze zelf een buurtproject kunnen opzetten rond

bijvriendelijk groen.

1

Page 2: IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat gaan we doen De excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert,

Daarnaast vormen de cursisten een netwerk om van elkaar te leren en elkaar te helpen.DuurDe cursus bestaat uit 3 avonden van 2,5 uur (19:30 tot 22:00 uur). Plan minimaal drie weken tussen de cursusavonden want de cursisten moeten tijd hebben om de huiswerkopdrachten te maken. Afsluitend kun je een excursie organiseren naar een bijenplek in de buurt (optioneel).Meest geschikte cursusperiodeVoorjaar en zomerBeschikbaar cursusmateriaalCursistenpakket

Cursusreader (48 pagina’s) Evaluatieformulier

Docentenpakket Cursusreader (48 pagina’s) Lesplannen Presentaties

Deze materialen kun je downloaden van https://www.ivn.nl/cursus-laat-jouw-buurt-zoemen-geven. Prijs cursusmateriaal De digitale cursusreader, lesplannen en presentaties zijn gratis. De gedrukte cursusreader kost € 12,50 in de IVN Webwinkel (of € 7,50 per stuk bij bestelling van 5 of meer).Prijs cursusJe kunt als vrijwilligersgroep of -afdeling zelf de prijs van de cursus bepalen. De richtprijs is 30 tot 40 euro voor leden en 55 tot 65 euro voor niet-leden. Wie kunnen de cursus geven?Vrijwilligersgroepen en -afdelingen gericht op natuur, biodiversiteit, en/of buurtgroen kunnen de cursus ‘Laat jouw buurt zoemen’ organiseren. De docent die de cursus geeft heeft basiskennis nodig over wilde bijen en inheemse flora, en liefst enige ervaring in samenwerken met de gemeente. Als voorbereiding leest de docent de cursusreader en bekijkt de presentaties en de bijbehorende notities (zie bijlage hieronder). Hij/zij kan vervolgens op basis van de lesplannen de cursus geven.

Docent inhurenIs er geen geschikte docent aanwezig? Je kunt ook een trainer inhuren die de cursus al eerder heeft gegeven. Neem hiervoor contact op met Sjoerd Luiten van IVN: [email protected]

2

Page 3: IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat gaan we doen De excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert,

CursusorganisatieJe geeft de lessen op basis van de lesplannen en de presentaties. Dit komt er verder nog kijken bij het geven van de cursus:

Een cursuslocatie reserveren/huren Als je een excursie geeft: de excursielocatie regelen Cursisten werven en inschrijven Begroting maken Eventueel cursusgeld innen Koffie, thee en wat lekkers regelen voor in de pauze

Meer informatieVragen? Neem gerust contact op met het IVN Cursushuis via [email protected] of 020 - 622 8115.

Bijlage: Extra informatie bij de presentatiesEr zijn drie presentaties (zie https://www.ivn.nl/cursus-laat-jouw-buurt-zoemen-geven), voor elke les één. Hieronder staat extra informatie bij deze presentaties. Het is informatie die je als docent kunt gebruiken om de dia’s toe te lichten, vragen te stellen aan de cursisten, en antwoord te geven op vragen die in de presentaties staan.

Info bij ‘Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen’Dia 4, wat gaan we doenDe excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert, vertel dit dan bij deze dia.Dia 6, bijendroomGeef de cursisten de inspiratiekaarten (gekocht of zelfgemaakt) met verschillende soorten afbeeldingen erop, om hun droom bij te associëren. Zie ook het lesplan voor Les 1.Dia 7, bijendroom – rondjeRondje maken langs de cursisten waarbij ze elke deze vragen beantwoorden. Samenvattend stel je vast welke gezamenlijke droom ze hebben. Zie ook het lesplan voor Les 1.Dia 8, bijen op de rode lijstAchtergrondinfo: Er waren 359 soorten bijen. 1 daarvan maakt honing. Daarvan zijn nu tientallen verdwenen, en ongeveer de helft van de overgebleven soorten is bedreigd, gevoelig of kwetsbaar.Dia 9, over afname massa insectenVraag bij deze dia aan de cursisten: Waaraan kan je zien dat er minder insecten zijn? Antwoord:- Lantarenpalen- Auto hoeft niet meer door de wasstraat na een rit door de polderDia 12, over voedselwebAchtergrondinfo:

3

Page 4: IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat gaan we doen De excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert,

- 80% van de van de planten is afhankelijk van bestuiving- 75% van ons plantaardige voedsel moet bestoven wordenDia 13, hoeveel voedsel moet bestoven worden?Het antwoord op de vraag is: 75% van ons voedsel moet bestoven worden (aantal plantensoorten) 87 van de 115 belangrijkste landbouwproducten worden bestoven 35% van het volume moet bestoven wordenDia 15, de economische waardeHet antwoord op de vraag is: 15 miljard euro/jaar in Europa (153 miljard euro/jaar wereldwijd)Dia 17, oorzaken bijensterfteDe belangrijkste oorzaken van de bijensterfte zijn: monocultuur in de landbouw grootschaligheid; weinig kleine landschapselementen geen bloemen / weinig soorten bloemen gebruik van bestrijdingsmiddelenDia 21, op welke foto’s zie je een bij?Antwoord: op alle foto’s behalve de foto linksonder. Op de foto’s boven staan van links

naar rechts:1. Tuinhommel2. Bladsnijderbij3. Tronkenbij op Jacobskruiskruid4. Honingbij

Op de foto’s onder van links naar rechts:1. Stadsreus (een zweefvlieg)2. Grijze zandbij op wilg3. Roodharige wespbij

Info bij ‘Presentatie Les 2 Laat jouw buurt zoemen’Dia 10, nestelgelegenheid is voorwaardeAchtergrondinfo die je hierbij kunt geven: Bovengrondse bestaande gangen kwamen vroeger vaker voor in de bebouwde omgeving: in oude houten en stenen schuren, rietdaken, houten hekken, verweerde gebouwen en muren, oude afrasteringspalen van onbewerkt hout, ongemaaide overhoeken, struweel. Hierin vonden bijen kieren, spleten, zachte mortel, rottend hout, holle plantenstengels, dood hout enz. Nieuwe bouwmethoden en het efficiënt inrichten van het erf én de verstening van de tuinen hebben nestmogelijkheden op het in de bebouwde omgeving beperkt. Dia 11, structuurvariatieDoor voldoende structuurvariatie ontstaan verschillende microklimaten met foerageer-, schuil- en voortplantingsplaatsen voor wilde bijen en andere insecten, spinnen, amfibieën, vogels en kleine zoogdieren. In het algemeen geldt: hoe complexer de groenstructuur, hoe groter de biodiversiteit. Dia 12, structuurvariatie vervolgStructuurvariatie kun je door bewust beheer creëren. Zo kun je door bewust maaibeleid een zoomvegetatie laten ontstaan aan de rand van een bos(je). Nog mooier is als je deze zoomvegetatie laat slingeren, waardoor er nog meer microklimaatjes ontstaan.

4

Page 5: IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat gaan we doen De excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert,

Dia 14, variatieHoe complexer/gedetailleerder de vegetatiestructuur des te groter de biodiversiteit. In een bos of beplanting met alleen een boom- en moslaag komen veel minder soorten vogels voor dan in een bos met verschillende vegetatielagen. Dit geldt ook voor floristische diversiteit. Meer soorten planten betekent heel vaak meer soorten insecten. De gedetailleerdheid moet wel in verhouding staan tot de grootte van het terrein. Op een kleine oppervlakte moet je niet alles willen. Hoewel dus grotere oppervlakten in het algemeen meer soorten herbergen, kan een klein gebied met veel structuurvariatie (lees habitatvariatie) toch een veel hogere biodiversiteit hebben dan een groot gebied met weinig structuurvariatie en minder soorten planten.Dia 15, voedselLaat cursisten alle planten die ze kennen samen noteren op post-its en samen een overzicht maken van de soorten die ze kennen. 15 min.

Dia 18, bloeiende bomenDe aantallen tussen haakjes op deze en volgende dia’s zijn het aantal verschillende bijensoorten dat vliegt op deze plant.Dia 20, klimopKlimop bloeit pas na een aantal jaar, maar is een heel nuttige plant voor veel insecten.Dia 21, bloeiende bordersDe laatste decennia zijn vaste plantenborders uit veel gemeentegroen verdwenen vanwege de hogere onderhoudskosten. De laatste jaren keren ze in de openbare ruimte terug op beeldbepalende plaatsen zoals rotondes of in stadscentra. Hieraan heeft het vaste plantenconcept GreentoColour van kwekerij Griffioen bijgedragen. Dit concept is ontwikkeld met de beheerkosten als uitgangspunt. Er is eerst bepaald aan welke eisen geschikte vaste planten in het openbaar groen moeten voldoen. De eisen zijn o.a.: snel dichtgroeien, droogteresistentie, langlevendheid, maaibaarheid, aantrekkelijk winterbeeld enz. Er zijn vervolgens zo’n honderd soorten vaste planten geselecteerd die aan deze eisen voldeden. Doordat de vegetatie zeer snel dichtgroeit, heeft onkruid minder kans en wordt het onderhoud beperkt. Werkt goed voor honingbijen en hommels, niet altijd voor wilde bijen.Dia 22, bloeiende bermenIn de reader staat een lijst met aanbevolen planten voor wilde bijen (eenjarigen, tweejarigen, vaste planten, struiken en bomen) op pagina 19-21.Dia 25, bloeiend graslandOp de foto de Aa landen, Zwolle. Ongemaaide graslanden bieden dekking, schuil- en overwinteringsplaatsen aan uiteenlopende diergroepen: ongewervelde dieren, kleine zoogdieren en reptielen en amfibieën. Dia 16, waar hebben bijen niets aan?Aan tuinen met alleen maar stenen en zonder bloeiende planten hebben bijen niets. Bijen hebben ook weinig aan (bijna) steriele planten zoals hortensia’s.

Info bij ‘Presentatie Les 3 Laat jouw buurt zoemen’Dia 2, ecologisch beheerDefinitie ecologisch beheer: Beheermaatregelen worden zoveel mogelijk afgestemd op natuurlijke processen. De levenscyclus van planten en dieren probeert men zo min mogelijk te verstoren en het beheer is er op gericht de biodiversiteit te vergroten door het scheppen van gevarieerde milieus.Alle beheerhandelingen (afmaaien, afzetten, snoeien) werken verstorend: het

5

Page 6: IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat gaan we doen De excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert,

voedselaanbod vermindert/verdwijnt, nestplaatsen worden verstoord/vernietigd, het microklimaat verandert en de mogelijkheid tot oriëntatie wordt bemoeilijkt. Zeker als de vegetatie volledig wordt gemaaid, afgezet of gesnoeid is dat voor insecten en dus zeker (de plaatsgebonden) wilde bijensoorten rampzalig. Daarom beheer je:- gefaseerd: je laat bewust een deel van de vegetatie met rust.- gedifferentieerd: je beheert gelijksoortige vegetatie op verschillende manieren.- flexibel: het beheertijdstip wordt bepaald door de vegetatie.Dia 4, verschralingsbeheerIngezaaide border in Veenendaal met 1-2 jarigen en overblijvende planten. Vijf jaar later dezelfde border: door verkeerd beheer (o.a. niet tijdig of niet vaak genoeg gemaaid) sterk vergrast. Eerst ontwikkelbeheer, daarna komen de bloemen. Dia 5, verschralingsbeheer vervolgDe bovenste 30-40 cm voedselrijke grond wordt afgevoerd. Als er zich fosfaat diep in de bodem heeft opgehoopt, is afplaggen/afgraven niet zinvol. Op stikstof- en kaliumarme bodems is de rol van fosfaat beperkt. Maar door de stikstofdepositie (de hoeveelheid stikstof die uit de lucht op de bodem terecht komt, veroorzaakt door uitstoot van o.a. landbouw, verkeer, industrie) blijft fosfaat een krachtige productiefactor bij de ontwikkeling van biomassa. Hierdoor verschralen de bodems nauwelijks. In zo’n situatie is het afvoeren van de toplaag niet zinvol en bovendien een erg kostbare methode. Een bodemkundig onderzoek laten uitvoeren is zeker bij grote projecten noodzakelijk. Dia 9, beheer gras en kruidenHoe meer je maait, hoe meer je de grassen bevoordeelt omdat grassen maaitolerant zijn. Hoe minder je maait, hoe minder dicht de graszode wordt en hoe meer kans kruidachtige bloemplanten hebben zich te vestigen en te zaaien. Het aantal keren dat jaarlijks wordt gemaaid én het tijdstip van maaien (na zaadvorming) bepalen de voorkomende plantensoorten.Dia 12, beheer gras en kruiden Maai altijd gefaseerd! Dat kan in stroken, zoals op de Lekdijk, maar ook door pleksgewijs stukken berm over te slaan. Laat minimaal 15% van het oppervlak staan. Dit geeft dekking, voedsel en voortplantingsgelegenheid aan insecten. Na de (laatste) maaibeurt dient 15% ongemaaid de winter in te gaan.Dia 15, beheer gras en kruidenFaunavriendelijk maaien is mogelijk door de berm/dijk:- over de lengte in twee gelijke stroken te verdelen en deze stroken tweemaal per jaar te maaien (en te hooien). Als er minstens drie weken tussen het maaien van de ene strook en de andere strook zit, heeft de vegetatie in de eerste strook de tijd zich te herstellen en opnieuw in bloei te komen, maar bekijk dat flexibel. Zie boven (Lekdijk Lekkerkerk in september, gemaaid in opdracht van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard))- over de lengte in twee ongelijke stroken te verdelen. Doe dat in een brede strook die tweemaal per jaar wordt gemaaid en gehooid en een smalle strook (minstens 15%) die slechts één keer wordt gemaaid óf blijft overstaan.Sla pleksgewijs stukken over.

6

Page 7: IVN - Beleef de natuur! · Web viewbij ‘ Presentatie Les 1 Laat jouw buurt zoemen ’ Dia 4, wat gaan we doen De excursie (dag 4) is optioneel. Als je een excursie organiseert,

Dia 20, beheer ruigtekruidenZolang de ruigte niet dicht groeit met houtige soorten hoeft er doorgaans niet te worden gemaaid. In dit voorbeeld (vochtige grond) zal er regelmatiger moeten worden gemaaid om opslag te voorkomen. Gefaseerd maaien en afvoeren!Dia 22, beheer houtachtige vegetatieWilgen zijn heel belangrijk als voedsel in het vroege voorjaar. Ze bloeien op tweejarig hout. Door niet alle wilgen tegelijk te knotten zorg je ervoor dat er uitwijkmogelijkheden zijn om voedsel te zoeken.Dia 25, beheer houtachtige vegetatieBehalve dat bloeiende houtige beplanting zelf een bron van voedsel is, geldt dat ook voor de beplanting op de bodem van bosjes en struweel. Beplantingen en bossen met beuken en haagbeuk hebben een dicht bladerdek met weinig onder begroeiing. Licht reguleren is moeilijk, vraagt ervaring. Als het te donker is groeit er alleen mos en paddenstoelen. Te veel snoei/dunning veroorzaakt teveel licht en daardoor verruiging.Dia 35, onkruidbeheerVeel bestrijdingsmiddelen (gewasbeschermingsmiddelen: herbiciden, pesticiden) komen in stuifmeel en nectar terecht (en dus ook in honing van honingbijen) en zijn vaak dodelijk voor bijen en andere insecten. Dat is niet alleen nadelig voor onze voedselproductie (minder bestuiving) maar ook voor o.a. insectenetende vogels, amfibieën en zoogdieren en daarmee nadelig voor de biodiversiteit. Voor overheden en bedrijven zijn de regels voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen strenger geworden, maar particulieren gebruiken helaas nog volop. Zoek naar alternatieven voor het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen. Plagen bestrijden met bestrijdingsmiddelen is in het groen zelden nodig of is uit te voeren met milieuvriendelijker middelen en methoden. In de cursusreader staan verschillende tips voor het bestrijden van ongewenste dieren en planten zonder chemische bestrijdingsmiddelen.

7