Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners...

6
Manifest Invoering van een rendementseis voor verwarmingsinstallaties in gebouwen en versnellen transitie naar alternatieven 28 maart 2018

Transcript of Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners...

Page 1: Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners (of woningbouwcorporatie); 5. Ruim voor de inwerkingtreding van de rendementseis

Manifest

Invoering van een rendementseis voor verwarmingsinstallaties in gebouwen en versnellen transitie naar alternatieven

28 maart 2018

Page 2: Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners (of woningbouwcorporatie); 5. Ruim voor de inwerkingtreding van de rendementseis

Manifest 2

Invoering rendementseis voor verwarmingsinstallaties in gebouwen

Het is van groot belang om meer snelheid te gaan maken met het verduurzamen van de warmtevoorziening in gebouwen. Zowel in het licht van de klimaatdoelstellingen als om het gebruik van Groningen-gas te verlagen. Die versnelling zal moeten worden bereikt door op allerlei terreinen vaart te gaan maken; denk daarbij aan isolatie, warmtenetten, hybride verwarmingssystemen1, all-electric warmtepompen, zonneboilers, etc.2 In een duurzame warmtevoorziening is daarbij in ieder geval geen plaats meer voor de “mono-cv-ketel”3, aangezien er inmiddels alternatieven beschikbaar zijn met betere rendementen en duurzaamheidsprestaties.

Om een forse versnelling in de verduurzaming van gebouwen te realiseren, pleiten wij voor het per 1 januari 2021 invoeren van een rendementseis voor nieuw te installeren verwarmingsinstallaties in gebouwen.4 Waarbij de rendementseis zo wordt geformuleerd dat de mono-cv-ketel er niet aan voldoet.

Het invoeren van de rendementseis per 2021 heeft de potentie om in 2030 te resulteren in een CO2-besparing van 3,6 Mton/jaar (17 Mton cumulatief) en een aardgasbesparing van 2,3 bcm/jaar (13 bcm cumulatief).5

Bij het invoeren van de rendementseis, moet ruimte bestaan voor speci� eke uitzonderingen, zoals: • Bepaalde verwarmingsinstallaties die gebruik maken van duurzame bronnen • Gebouwen waarvan bekend is dat ze op afzienbare termijn aangesloten gaan

worden op een warmtenet of gebouwen die gesloopt gaan worden • Gebouwen waarbij de installatie van een ander verwarmingssysteem

om praktische redenen aantoonbaar niet uitvoerbaar is

Daarnaast kan de rendementseis alleen daadwerkelijk ingevoerd worden als er bij de ingangsdatum aan een aantal randvoorwaarden voldaan wordt. De periode in aanloop naar het inwerkingtreden van de beoogde rendementseis (de opschalingsfase) kan gebruikt worden om de volgende essentiële randvoorwaarden te bewerkstelligen:1. Voorwaarden gerelateerd aan de verdere ontwikkeling van alternatieven voor de mono-cv-ketel, betrekking

hebbend op onder meer prijs/kosteneffectiviteit, geluidsniveau, netbelasting en ruimtebeslag;2. Er moeten voldoende vakbekwame installateurs zijn om deze alternatieve technieken en systemen te installeren;

onder meer begrip van lage temperatuur concepten en het goed inregelen van de systemen zijn hierbij cruciaal;3. Er moet een laagdrempelige � nancieringsregeling beschikbaar zijn voor consumenten om de benodigde

investering in een alternatief voor de mono-cv-ketel te kunnen � nancieren; huurproposities vanuit energie- en/of installatiebedrijven kunnen daar onderdeel vanuit maken;

4. Als er in een wijk onzekerheid bestaat over de mogelijke komst van een warmtenet (of het afsluiten van het gasnet), mogen de daaruit voortvloeiende � nanciële risico’s van het investeren in een alternatief voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners (of woningbouwcorporatie);

5. Ruim voor de inwerkingtreding van de rendementseis moet een toetsing plaatsvinden van de gestelde randvoorwaarden.

De rendementseis is in dit manifest op abstract niveau benoemd. Wij pleiten ervoor om gezamenlijk met de bij dit manifest betrokken partijen de rendementseis en de bijbehorende randvoorwaarden en uitzonderingen zo snel mogelijk nader uit te werken (zoveel mogelijk op basis van reeds bestaande normen, wet- en regelgeving, zoals Ecodesign en NTA8800), zodat maximale CO2- en gasvraagreductie bereikt kan worden, tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.

1 Gasgestookte cv-ketel in combinatie met een warmtepomp of andere duurzame warmteopwekker.2 Om tot een volledige verduurzaming van de warmtevraag van de gebouwde omgeving te komen, is het daarbij

ook van belang dat de elektriciteits- en gasproductie zo snel mogelijk en uiteindelijk volledig wordt vergroend.3 Met mono-cv-ketel wordt in dit manifest bedoeld: een volledig gasgestookte verwarmingsinstallatie,

niet gecombineerd met een warmtepomp of andere duurzame warmte-installatie.4 Geldend voor verwarmingsinstallaties tot een bepaald (nader vast te stellen) vermogen.5 Indicatie, gebaseerd op 350.000 vervangingen per jaar (bestaande bouw) van mono-cv-ketels door hybride warmtepompen.

Page 3: Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners (of woningbouwcorporatie); 5. Ruim voor de inwerkingtreding van de rendementseis

Manifest3

Activiteiten gericht op het versnellen van de adoptievan hybride verwarmings systemen en warmtepompen

• De leden van de VFK zullen maximaal inzetten op het realiseren van duurzame, comfortabele hybride verwarmingssystemen. Deze systemen zullen zorgdragen voor een versnelde verduurzaming van de warmtevraag van de gebouwde omgeving en zullen een lock-in van toekomstige innovaties op het gebied van verduurzaming van energiebronnen en energiedragers voor komen. Hierdoor kunnen woning- en gebouweigenaren optimaal pro� teren van toekomstige innovaties en de keuze hebben voor de voordeligste tarieven van schoon gas en schone stroom.

• Versnelde ontwikkeling van hybride verwarmingssystemen op het gebied van rendement, ruimte beslag, geluidsniveau, toegepaste laag GWP koudemiddelen, kostenef� ciency, geschiktheid voor schone gassoorten (groen gas, waterstof, h-gas), eenvoudige installatie en onderhoud.

• Ontwikkeling, in samenwerking met netbeheerders, van digitale technologie waarbij de hybride verwarmingssystemen anticiperen op beschikbaarheid van schoon gas en schone stroom en belasting van de netten waardoor balanceren van deze netten mogelijk is en ongewenste piekbelasting wordt voorkomen.

• Training en opleiding van installateurs voor het installeren, onderhouden en servicen van hybride verwarmingssystemen in samenwerking met installatiebranche.

• Actieve participatie in pilotprojecten op het gebied van hybride verwarmingssystemen.

• Het opstellen, uitwerken en onderbouwen van de rendementseis in samenwerking met alle relevante partijen.

• De DHPA zet zich maximaal in om de kostenef� ciëntie van warmtepompen te verbeteren, door mogelijke verlaging van aanschafprijs door technische innovatie rondom het verbeteren van rendement, vergroten van installatiegemak en onderhoudbaarheid.

• Er wordt continu gewerkt aan nog verdere verlaging van totale milieueffecten,inclusief geluidbelasting, en ook ruimtebeslag heeft aandacht.

• DHPA vindt tweeweg-interactie tussen warmtepomp en laagspanningsnet een voorwaarde en zal systemen hierop voorbereiden.

• DHPA leidt actief installateurs op het gebied van warmtepompen op en levert een actieve bijdrage aan initiatieven hiertoe in de markt

In zijn algemeenheid verwachten wij dat op de korte termijn met name drie alternatieven voor de mono-cv-ketel op grote schaal toegepast gaan worden:

• Hybride verwarmingssystemen (inclusief hybride warmtepompen) – met name in minder goed geïsoleerde bestaande bouw

• All-electric warmtepompen – met name in nieuwbouw en goed geïsoleerde bestaande bouw • Warmtenetten – stadswarmte

Naast een pleidooi voor de invoering van een rendementseis, zijn in dit manifest toezeggingen opgenomen van de betrokken partijen rondom het verbeteren van hybride verwarmingssystemen, all-electric warmtepompen, uitbreiden van warmtenetten en/of het versnellen van de adoptie daarvan. Hieronder een overzicht.

Page 4: Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners (of woningbouwcorporatie); 5. Ruim voor de inwerkingtreding van de rendementseis

Manifest 4

• Berekenen, uitwerken en onderbouwen van de hoogte van de rendementseis

• Het met stakeholders inrichten en regisseren van een ‘Leerlijn’ (initiële beroepsscholing én bijscholing) en ‘Kwaliteitslijn’ (relevante kwaliteitsregeling/-en (met een toegevoegde waarde voor klanten en installatiebedrijven)

• Het bieden van extra opleidingsfaciliteiten voor installatiebedrijven en speci� ek monteurs

• Actief communiceren van belang duurzame warmte- en koudetechnieken en inzet op duiding alternatieven voor aardgasgestookte cv-installaties naar haar leden

• Aanbieden van een toolbox met kennis-, bedrijfsvoerings- en marketing-instrumenten voor haar leden

• NVDE zet zich ervoor in om in 2050 de energievoorziening in de gebouwde omgeving volledig te baseren op hernieuwbare bronnen

• Daarbij werkt NVDE aan een gelijk speelveld voor de alternatieven voor aardgasgestookte verwarmingsinstallaties zoals warmtepompen, zonneboilers en bioketels. Dit doet zij door middel van campagnes zoals ‘Energiebesparen doe je nu’ en bijdragen aan online platforms als Duurzamewarmte.nl waar woningeigenaren de weg wordt gewezen naar duurzame warmte-opties, met behulp van een simpele keuzetool.

• NVDE heeft de ambitie om door in te zetten op opschaling, kostenreductie van de alternatieve warmte-installaties te bewerkstelligen

• Ontwikkelen van een totaaloplossing voor verduurzaming gebouw: isolatie i.c.m. hybride warmtepomp

• Aandacht blijven vragen voor het belang van isolatie en energiebesparing in de verduurzaming van de gebouwde omgeving

• Het ontwikkelen en aanbieden van een geschikte huurpropositie voor hybride warmtepompen

• Investeren en een nog grotere rol gaan spelen in de opleiding en het aantrekken van gekwali� ceerd technisch personeel

• Een propositie ontwikkelen voor woningcorporaties t.b.v (stapsgewijze) verduurzaming d.m.v. isolatie en uitrol hybride warmtepompen

• Gemeenten, NGO’s en andere stakeholders actief informeren over de mogelijkheid van grootschalige uitrol hybride warmtepompen als alternatief voor gas gestookte cv-ketels

• Het grootschalig vermarkten van de hybride oplossing Warmtewinner

• Uitbreiden warmtenetten in stedelijke gebieden, inclusief investeringenin duurzame bronnen

• Energie-Nederland zal pleiten voor het toepassen van marktconforme prijs prikkels om verduurzaming van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving te stimuleren.

• Energie-Nederland zet zich ervoor in dat bij het invullen van de energieprestatie eisen voor gebouwen ook speci� eke hernieuwbare warmtebronnen aan een woning of gebouw gealloceerd mogen worden. Dan wordt het speelveld tussen elektriciteit, groen gas en warmte gelijk. En dan heeft de gebouweigenaar de kaders voor een goede afweging voor zijn bijdrage aan de energie- en warmtetransitie.

Page 5: Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners (of woningbouwcorporatie); 5. Ruim voor de inwerkingtreding van de rendementseis

Manifest5

• Actief inbrengen van de optie van de hybride warmtepomp bij het benaderenvan gemeenten en provincies rondom hun omgevingsvisies energie (OVE) enomgevingsplannen energie (OPE)

• Traject om klantacceptatie van de hybride warmtepomp te vergroten bij vervanging en verhuizing

• Ondersteuning voor het opzetten van opleidingscentra voor het opleiden van installateurs van (hybride) warmtepompen

• Starten van een onderzoek naar de performance van hybride warmtepompen en de inzetbaarheid als � exibiliteitsinstrument in het energienet

• Ondersteuning voor het opzetten van opleidingscentra voor het opleiden van installateurs van (hybride) warmtepompen

• Testen performance en � ex-potentieel van de hybride warmtepomp

• Voor woningen waar vanuit het afwegingskader blijkt dat op korte tot middellange termijn (15 jaar) de mogelijkheden tot vergaande isolatie, en andere aanpassingen voor all-electric beperkt zijn, wil de sector versneld de introductie van hybride warmtepompen realiseren. Dit zijn woningen zoals monumentale panden, die niet als eerste naar nul-op-de-meter(s) of energieneutraal kunnen gaan. Hiertoe zoekt de gassector de samenwerking met gemeenten, installateurs, consumentenorganisaties, NMO’s en andere relevante partijen om in deze wijken een aanbod van hybride warmtepompen te realiseren. Op Ameland en in de provincie en gemeente Groningen wordt dit reeds gedemonstreerd.

• Achterban actief benaderen met alternatieven voor de volledig gasgestookte cv-ketel, inclusief de hybride warmtepomp

• Achterban actief benaderen met alternatieven voor de volledig gasgestooktecv-ketel, inclusief de hybride warmtepomp

• All-Electric Challenge

• Achterban actief benaderen met alternatieven voor de volledig gasgestookte cv-ketel, inclusief de hybride warmtepomp

• Draagvlak voor gastransitie vergroten en vertaling naar verbetering van de situatie in Groningen

• Aanbieden van de ‘warmtepompverkenner’: een online informatietool die voor de eindklant en de installateur hulp biedt bij de keuze tussen verschillende typen warmtepompen

• STEK draagt als onafhankelijke stichting bij aan de borging van de vakbekwaamheid van monteurs via een speci� ek warmtepompexamen / persoonscerti� caat (Fgas cat. 2) en van bedrijven via het STEK bedrijfscerti� caat (speci� eke module voor warmtepompen)

• Actieve kennisoverdracht voor monteurs en bedrijven door middel van bijeenkomsten en een e-learning om de competenties van de gekwali� ceerde installatiemedewerkers/monteurs ook na het behalen van hun diploma op peil te houden

Page 6: Invoering van een rendementseis voor ...voor de mono-cv-ketel niet afgewenteld worden op de bewoners (of woningbouwcorporatie); 5. Ruim voor de inwerkingtreding van de rendementseis