Interview met cécile rapol

2
We gingen op bezoek bij Cécile Rapol in Het Vrouwenhuis te Krottegem. Ze ontving ons met open armen en bood ons meteen iets om te drinken en te eten aan. Hierop volgde een vrucht- bare babbel. Van vrouw tot vrouw Het Vrouwenhuis is 33 jaar geleden opgericht met het doel vrouwen bij elkaar te brengen om heel uiteenlo- pende onderwerpen en problemen aan te halen. Cécile is al werkzaam in Het Vrouwenhuis van bij het prille begin. “We kwamen eerst samen in een gezellig cafeetje in Roeselare, waar veel jonge mensen kwamen. We deden dit enkele keren per maand en het bleek een enorm suc- ces te zijn. Elke keer kwamen er meer en meer vrouwen bij die hun verhaal deden over hun ervaringen.” “Op een gegeven moment was het zo succesvol dat we behoefte hadden aan een vaste stek. In verschillende steden bestonden er al vrouwenhui- zen en zo kwamen we terecht in Krottegem. Bij onze eerste opendeur- dag stonden we versteld door de gro- te opkomst, een honderdtal mensen kwamen nieuwsgierig een kijkje ne- men.” Al snel was er structuur nodig in het Vrouwenhuis. Een vzw, een raad van bestuur… Toch wordt het Vrouwen- huis nog steeds geleid door vrijwil- ligers. Het nodige geld wordt uit gif- ten en acties gehaald. Vrouwenpraat Elke dinsdag en donderdag worden er in de namiddag bijeenkomsten geor- ganiseerd. Dan komen vrouwen, uit diverse culturen en verschillende la- gen van de bevolking, samen. De hoofdgedachte van Het Vrouwen- huis bestaat uit 3 pijlers. Ten eerste is er de ontmoeting. Vrouwen komen bijeen en leren elkaar beter kennen. Ieder kan haar verhaal doen. Er wordt geluisterd en niemand wordt beoordeeld of veroordeeld. Bovendien blijft alles tussen de 4 muren. “Velen denken dat wat wij doen louter kof- fieklets is, maar ik noem het graag positieve koffieklets. Er worden nutti- ge onderwerpen aangehaald.” Een volgende pijler is vorming. Ze zitten dus niet alleen samen om te babbelen maar doen ook tal van acti- viteiten zoals politieke lezingen, lezin- gen over hedendaagse onderwerpen zoals het klimaat of een cursus zelf- verdediging. De laatste pijler is op- vang. “We geven de vrouwen de no- dige informatie, zodat ze weten waar ze terecht kunnen of we verwijzen ze door. Het is fijn om mensen te kun- nen helpen.” Girlpower in Krottegem

Transcript of Interview met cécile rapol

Page 1: Interview met cécile rapol

We gingen op bezoek bij Cécile Rapol in Het Vrouwenhuis te Krottegem. Ze ontving ons met open armen en bood ons meteen iets om te drinken en te eten aan. Hierop volgde een vrucht-bare babbel.

Van vrouw tot vrouw

Het Vrouwenhuis is 33 jaar geleden opgericht met het doel vrouwen bij elkaar te brengen om heel uiteenlo-pende onderwerpen en problemen aan te halen. Cécile is al werkzaam in Het Vrouwenhuis van bij het prille begin. “We kwamen eerst samen in een gezellig cafeetje in Roeselare, waar veel jonge mensen kwamen. We deden dit enkele keren per maand en het bleek een enorm suc-ces te zijn. Elke keer kwamen er meer en meer vrouwen bij die hun verhaal deden over hun ervaringen.”

“Op een gegeven moment was het zo succesvol dat we behoefte hadden aan een vaste stek. In verschillende steden bestonden er al vrouwenhui-zen en zo kwamen we terecht in Krottegem. Bij onze eerste opendeur-dag stonden we versteld door de gro-te opkomst, een honderdtal mensen kwamen nieuwsgierig een kijkje ne-men.”

Al snel was er structuur nodig in het Vrouwenhuis. Een vzw, een raad van bestuur… Toch wordt het Vrouwen-huis nog steeds geleid door vrijwil-ligers. Het nodige geld wordt uit gif-ten en acties gehaald.

Vrouwenpraat

Elke dinsdag en donderdag worden er in de namiddag bijeenkomsten geor-ganiseerd. Dan komen vrouwen, uit diverse culturen en verschillende la-gen van de bevolking, samen.

De hoofdgedachte van Het Vrouwen-huis bestaat uit 3 pijlers. Ten eerste is er de ontmoeting. Vrouwen komen bijeen en leren elkaar beter kennen. Ieder kan haar verhaal doen. Er wordt geluisterd en niemand wordt beoordeeld of veroordeeld. Bovendien blijft alles tussen de 4 muren. “Velen denken dat wat wij doen louter kof-fieklets is, maar ik noem het graag positieve koffieklets. Er worden nutti-ge onderwerpen aangehaald.” Een volgende pijler is vorming. Ze zitten dus niet alleen samen om te babbelen maar doen ook tal van acti-viteiten zoals politieke lezingen, lezin-gen over hedendaagse onderwerpen zoals het klimaat of een cursus zelf-verdediging. De laatste pijler is op-vang. “We geven de vrouwen de no-dige informatie, zodat ze weten waar ze terecht kunnen of we verwijzen ze door. Het is fijn om mensen te kun-nen helpen.”

Girlpower in Krottegem

Page 2: Interview met cécile rapol

Geboren en getogen in Krottegem Na een uitgebreid gesprek over Het Vrouwenhuis verlegden we het onderwerp naar Krottegem.

Hoe voelt u zich hier in Krot-tegem?

“I k ben hier geboren en ik groeide hier op. Ik woon hier graag. Een echt on-

veilig gevoel heb ik nooit gehad, maar wat er nu wel regelmatig de kop op steekt zijn vrouwen die hier langskomen en die ver-tellen over hun onveilig gevoel wanneer ze vanuit het station door de Ardooisesteenweg naar hier wandelen. Er staan vaak mannen in groepjes buiten te praten. Ik hoor dan vaak dat de vrouwen zich bekeken voelen. Er is zelden al eens iets misgelopen maar het geeft toch een onveili-ge indruk. Ikzelf heb geen erva-ring aangezien ik altijd met de auto kom.”

Afgezien daarvan, bent u toch blij dat u hier gevestigd bent?

“Ja, we hebben hier parking, we zitten niet midden in de stad waardoor het rustiger is. In het begin dacht iedereen dat het een vluchthuis is, maar dat is het he-lemaal niet.”

Vindt u de wijk aantrekkelijk of vindt u dat de stad het be-ter kan onderhouden?

“Er zijn bepaalde punten waarop het beter kan; in vergelijking met de Mandellaan is het hier tamelijk slordig. Dat kom je hier toch wel regelmatig tegen, zeker met de werken die hier nu bezig zijn. Het duurt allemaal ver-schrikkelijk lang.

Wat er wel veel verbeterd is, is bijvoorbeeld de GB in de Ardooi-sesteenweg die nu veranderd is in een Carrefour. Het is veel net-ter nu. Ik moet toch wel toege-ven dat onze straat niet altijd even goed onderhouden is; er staan veel verouderde huizen. Meestal wonen er mensen die het moeilijk hebben en dat zie je ook. Eerlijk gezegd vind ik het niet kunnen dat mensen in zo’n huizen worden gestoken. Som-mige mensen kijken recht op de muren van Soubry. Er wordt wel gezegd ’De mensen zijn blij dat ze zo’n huis hebben’, maar dat vind ik fout. Wie van ons zou nu in zo’n huis willen leven? In plaats van steeds nieuwe gebou-wen bij te zetten, waardoor we nog eens veel ruimte en groen verliezen, zouden ze beter de verouderde huizen renoveren en er iets moois van maken. Ik ben altijd blij als ik zie dat nieuwe mensen in onze straat intrekken en het huis verbouwen tot iets moois.”

Vindt u dat er vanuit het stadsbestuur genoeg naar u wordt geluisterd?

“Ja, we kunnen voor problemen direct terecht bij ‘t stad, dat is geen probleem. Maar ik weet niet goed hoe het zit met de an-dere bewoners. Zo is er ooit eens iemand hier voor de deur gevallen door een losliggende stoeptegel, we hebben dat ge-meld en er is dan meteen ie-mand gekomen om het te her-stellen, of bijvoorbeeld toen be-paalde mensen hun vuilnis voor ons huis kwamen stellen.

Dat zijn allemaal kleinigheden, maar die hebben we toch gemeld en die zijn toch opgelost ge-raakt.”

Heeft u nog nooit een echte onprettige ervaring gehad?

“Neen, niet echt. De vrouwen uit Het Vrouwenhuis wonen hier ook niet dus dat verschilt dan ook weer. Hiernaast staat een villa waar ze geregeld feesten houden en dan horen we soms wel eens wat muziek, maar daar hebben we niet meteen een probleem mee. Er is wel eens een fiets ge-stolen, maar dat gebeurt nu een-maal overal.”

Als u iets zou kunnen veran-deren aan de wijk, wat zou u dan doen?

“Er zijn reeds een aantal positie-ve dingen zoals het Voedselhuis en de wandelingen die u hier kunt maken maar ik zou veel meer groen willen. Enkele mooie parken waar we kunnen wande-len of waar kinderen terechtkun-nen om te spelen zou aange-naam zijn. De werken zullen al veel verbeteren. Ten tweede zou ik ook de veilig-heid veranderen, hiermee bedoel ik dan niet meteen ‘geweld’, maar eerder in het verkeer. Kin-deren zouden veilig op straat moeten kunnen spelen, zonder het gevaar van snel rijdende au-to’s. Maar dan opnieuw, dit zal wel verbeteren door de werken.”

Bedankt voor het interview, we vonden het heel aange-naam en verrijkend.

Friedriche en Marlies