Destijds had de medische staf te veel invloed

Toine van de Goolberg:

opleiding moet een kop en een staart hebbenToine van de Goolberg is een van de meest ervaren opleiders van het NGS. Zijn verleden als gymleraar en als coach en trainer draagt bij aan zijn kwaliteiten. Maar wellicht is zijn methodische en gestructureerde aanpak, die hij toepast in zijn werk als trainer, ook zijn geheim voor de cursussen en workshops. Maak kennis met Toine van de Goolberg.Tekst: Dick Leseman

Toine van de Goolberg begon zijn sportieve carrire als atleet bij het Eindhovense PSV. Toen hij zijn mili-taire dienstplicht moest

voldoen in Arnhem, klopte hij aan bij Ciko66. De Arnhemse atletiekvereni-ging maakte in die tijd een bloeiperi-ode door en Van de Goolberg droeg zijn steentje bij op de sprintnummers. Hij won maar liefst zeven nationale titels op de 400m en kwam zelfs uit op het EK in Rome in 1974. Tijdens dit toernooi vestigde hij twee nationale records, 46,46 sec op de 400m en 3:06,36 op de 4 x 400m estafette.Al tijdens zijn carrire als at-leet studeerde hij aan het CIoS in overveen (1976) en de ALo in Den Haag (1979). Hij kon meteen aan de slag als bondscoach sprint bij de Atletiekunie. Veel te jong, kan ik achteraf stellen, blikt Toine van de Goolberg terug, ik ben drie keer

bondscoach sprint geweest, maar ik was waarschijnlijk een vervelend jon-getje en ik riep te veel. Destijds had de medische staf veel te veel invloed op het selectiebeleid. De dokter was heilig in die tijd. Ze moesten in mijn optiek dienend zijn.

eigen instituutHij ging overigens ook direct aan de slag als gymleraar. Aanvankelijk op een middelbare school, later op een HBo-instelling. Daarna begon hij als fysieke trainer, hersteltrainer en op-leider met zijn eigen International Institute for Training, veelal in het Duitstalige deel van Europa.Vanaf het begin van deze eeuw tot aan vorig jaar was Van de Goolberg

FoTo

: feyen

oordtr

aining.nl

14 Sportmassage | mei 2014

thema opleidingen - sportmassage

Toine van de Goolberg

in verschillende periodes actief als herstel- en conditietrainer bij het eerste team van Feyenoord en nEC. Tussendoor en tegelijkertijd was hij, naast vele andere werkzaamheden, krachttrainer voor paralympische sporters in het basketbal en zitvolley-bal. ook is hij opleider voor het nGS.

belastbaarheid en belastingToine van de Goolberg is de grond-legger van de Rehaboom, een be-grip dat staat voor een structurele en methodische aanpak van rehabi-litatie, ofwel herstel van een gebles-seerde sporter. Die aanpak is ken-merkend voor al zijn werk. Het is een protocollaire manier, een systema-tisch stroomdiagram in 26 stappen.De Rehaboom is een programma met een kop en een staart, stelt hij. Allereerst maak ik een uitgebreide analyse van de sporter met behulp van een intakeformulier. Wat heeft hij nodig? Wat is zijn historie? Wat zijn de wensen op het gebied van de belasting? Dan laat ik de sporter

een try-out doen om te onderzoe-ken wat de beperkende factoren zijn en wanneer de klachten optreden. Daarna treedt de Rehaboom in werking, waarbij ik stap voor stap de belastbaarheid van de sporter weer opbouw. We gaan niet door naar een volgende stap, als de vorige niet met succes is afgerond. Bovendien kent iedere stap drie niveaus, het startniveau, de middenreha en het eindniveau. Alles praat met elkaar en staat in verband met elkaar en is gebaseerd op de trainingsleer en inspanningsfysiologie.Het hele programma is gericht op het vergroten van de belastbaarheid die gevraagd wordt voor de specifie-ke sportbelasting, rekening houdend met de eventuele blessure.

wel of geen ProtoColDe Rehaboom kent dus een pro-tocollaire aanpak en zo noemt Van de Goolberg het ook op zijn web-site, hoewel hij zeer alert wordt bij het woord protocol. Een protocol is geen wurgconstructie of een 1-2-3-tje. Vaak gebruiken pas afgestudeer-de paramedici een vast protocol bij een bepaalde aandoening of blessu-re, ongeacht de persoon, de sport of zijn ontwikkeling in herstel, beweert hij stellig.Maar belangrijk is dat je de fysieke arbeid leest. Eigenlijk moet je voort-durend toetsen of de sporter toe is aan een volgende stap. Mijn protocol, of beter: stroomdiagram, is open. Er moet ruimte zijn voor aanpassingen. Hersteltraining blijft handwerk.

Niet doorgaan als de vorige stap niet is afgerond

Kort nieuwsthema opleidingen - sportmassage

FoTo

: feyen

oordtr

aining.nl

mei 2014 | Sportmassage 15

Van de Goolberg gebruikt dan ook geen of bijna geen apparaten. Een apparaat of computer app kan nooit leidend zijn. Het kan hooguit dienst-baar zijn aan het proces. Apparaten zijn eendimensionaal, terwijl een sportbeweging heel complex is. Die moet je specifiek trainen, zo verdui-delijkt hij zijn uitgangspunt. Ik houd me verre van apps, behalve als ik ze kan gebruiken om te meten. Meten is weten, maar spullen zijn secundair.

twaalf lessenVan de Goolberg vindt dat sportmas-seurs die een cursus of opleiding krijgen op het gebied van blessu-repreventie of herstel een derge-lijke aanpak onder de knie moeten krijgen. ook de opleiding moet een kop en een staart hebben. Het moet methodisch en didactisch een geheel vormen, stelt hij.Methodisch wil zeggen dat je van stap A naar B gaat en dan pas naar C. De oefening of de aangeboden stof moet bovendien zin hebben. Met di-dactisch bedoel ik dat je goed moet weten wanneer je iets aanbiedt en met welk sausje.Als de sportmasseur de opleiding gedaan heeft, moet hij volgens Van

de Goolberg een duidelijk uitgezet plan kunnen maken en uitvoeren om de geblesseerde weer vrijuit te laten sporten op het oude niveau.

VogelVluChtDe nGS-cursus allround condi-tie- en hersteltrainer bij Toine van de Goolberg bevat altijd een theo-riegedeelte en een praktijkdeel. In vogelvlucht is de inhoud van het programma als volgt: de basis van de cursus vormt de Rehaboom. In zijn praktijk als conditietrainer, maar ook in zijn cursus begint opleider Van de Goolberg met de sportana-lyse volgens de Rehaboom. In de tweede les behandelt hij Rehaboom zelf, gevolgd door het kracht-re-validatiesysteem in les drie en het

rug-revalidatiesysteem in vier. In de vijfde les komt het testen van de sprongkracht aan bod en in de zesde het samenstellen van een programma.Daarna volgen er vier lessen waarin de opbouw aan bod komt, respec-tievelijk de opbouw van kracht, snelheid, uithoudingsvermogen en plyometrie. Het onderwerp van de elfde les is complextrainingen en in de laatste les is het samenstellen van programmas opnieuw aan de orde. Het praktijkgedeelte volgt in het al-gemeen na de theorielessen en het toepassen van de protocollen van de Rehaboom. De opleiding moet een duidelijke kop en staart hebben, be-nadrukt hij nog maar eens.

Van feyenoord tot 80+onlangs is Toine van de Goolberg be-gonnen als vrijwilliger in een woon-zorgcentrum. Hij heeft een groep van acht senioren, die hij traint om bepaalde vaardigheden te kunnen blijven doen, zoals rechtop wandelen zonder rollator, opstaan uit een stoel, een trap op lopen. Het zijn vaardig-heden die mensen in hun dagelijks leven van pas komen en waarmee ze langer zelfstandig kunnen blijven. De groep kan niet al te groot zijn vanwe-ge het gevaar van vallen. De aanpak is gelijk aan die van de toppers van Feyenoord, maar natuurlijk aange-past aan de wensen, de belasting en mogelijkheden van de ouderen.ook hier begon ik met een ana-lyse en een opbouw volgens de Rehaboom. Ik heb inmiddels ac-creditatie aangevraagd voor deze trainingen, vertelt hij, en het werkt. Laatst vertelde een van de deelne-mers dat hij vergeten was waar de rollator was. Hij bleek hem bij de kapper te hebben laten staan. niet meer nodig blijkbaar.

Hersteltraining blijft handwerk

FoTo

: kees klerkX

16 Sportmassage | mei 2014

thema opleidingen - sportmassage