Interview hartpatient

2
4 5 Luchtbrug Hart- verwarmend actief na een hartoperatie Herinneringen De krant -hiernaast afgebeeld- is van 31 mei 1977. Net mijn twintigste verjaardag gevierd. Het lijkt wel een eeuw geleden. Het waren ‘bij ons thuis’ zeer hectische tijden. Mijn vader (Piet van Overveld) en mijn moeder waren dag en nacht met hart en ziel bezig om operaties voor Nederlandse patiënten in het buitenland rond te krijgen. Vele mensen kwamen over de vloer de wan- hoop nabij. Ze moesten een levensreddende operatie ondergaan en de Nederlandse over- heid had hun doodvonnis getekend. Er was gewoonweg geen capaciteit. Dus: bekijk het maar. Einde verhaal. Maar daar was onze Vereniging: levensred- dend. Veel geruzie met cardiologen over medische gegevens die ze weigerden af te geven. Deze werden vaak door ons met enige dwang in ziekenhuizen door het hele land opgehaald. Vervolgens werd alles in Houston voorgelegd in afwachting van een verlossend telefoontje: patiënt geschikt be- vonden en mag komen... Weer iemand gelukkig gemaakt. En: wellicht een leven gered. Zonder dat mijn ouders zich dat zelf bewust waren! Ze waren dag en nacht voor die mensen bezig, maar ze wisten wat ze allemaal doormaakten. Mijn vader was uiteindelijk zelf op 38-jarige leeftijd met het probleem geconfronteerd en zelfs tengevolge van zijn hartziekte door zijn werkgever (farmaceutische industrie!) bij het afval gezet. Gelukkig was er toen voor hem (en voor zijn gezin) de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging. Die nam het voor hem op tegen zijn werkgever en streed voor hem, gaf hem hoop. Die hoop heeft hem doen overleven en hem gedreven het werk van oprichter Henk Fievet voort te zetten na diens overlij- den. Dat deed hij met volle overgave tot aan zijn dood. Nooit heeft hij beseft dat mede door zijn inspanningen zoveel mensenle- vens werden gered. Jan van Overveld, voorzitter Hartpatiënten Nederland Van de voorzitter ‘Toen ik terugkwam uit Amerika was ik dolgelukkig. Toen ik op de wachtlijst stond, dacht ik dat ik dood zou gaan maar ik had een nieuwe kans gekregen, extra tijd. Terug- kijkend moet ik toen nog herstellende zijn geweest, het was een zware operatie; mijn hele borstkas had open gelegen. Toch kan ik kan me de lichamelijke gevolgen van de operatie eigenlijk niet herinneren, zo blij was ik dat ik verder mocht leven! Toen ik te- Al eerder berichtten wij over dhr. Grefte uit Enschede die in 1976 als een van de eersten uit Noord-Oost Nederland met de hartbrug naar Houston ging. Nu, 33 jaar later, vertelt dhr. Grefte over zijn leven nà de operatie, een leven waarin hij ongelofe- lijk veel heeft kunnen betekenen voor andere mensen. Meneer Grefte heeft de originele krant nog: de Dordtenaar - Stad en Streek van 31 mei 1977, trots als hij is op de stichting! De redactie beloofte er zorgvuldig mee op te gaan en drukt de bewuste pagina hier nogmaals af.

description

Interview voor het Hartburg Magazine van Hartpatiënten Nederland.

Transcript of Interview hartpatient

Page 1: Interview hartpatient

4 5

Luchtbrug

Hart­verwarmend actief na een hartoperatie

Herinneringen De krant -hiernaast afgebeeld- is van 31

mei 1977. Net mijn twintigste verjaardag gevierd. Het lijkt wel een eeuw geleden. Het waren ‘bij ons thuis’ zeer hectische tijden. Mijn vader (Piet van Overveld) en mijn moeder waren dag en nacht met hart en ziel bezig om operaties voor Nederlandse patiënten in het buitenland rond te krijgen. Vele mensen kwamen over de vloer de wan-hoop nabij. Ze moesten een levensreddende operatie ondergaan en de Nederlandse over-heid had hun doodvonnis getekend. Er was gewoonweg geen capaciteit.

Dus: bekijk het maar. Einde verhaal. Maar daar was onze Vereniging: levensred-dend. Veel geruzie met cardiologen over medische gegevens die ze weigerden af te geven. Deze werden vaak door ons met enige dwang in ziekenhuizen door het hele land opgehaald. Vervolgens werd alles in Houston voorgelegd in afwachting van een verlossend telefoontje: patiënt geschikt be-vonden en mag komen...

Weer iemand gelukkig gemaakt. En: wellicht een leven gered. Zonder dat mijn ouders zich dat zelf bewust waren! Ze waren dag en nacht voor die mensen bezig, maar ze wisten wat ze allemaal doormaakten. Mijn vader was uiteindelijk zelf op 38-jarige leeftijd met het probleem geconfronteerd en zelfs tengevolge van zijn hartziekte door zijn werkgever (farmaceutische industrie!) bij het afval gezet.

Gelukkig was er toen voor hem (en voor zijn gezin) de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging. Die nam het voor hem op tegen zijn werkgever en streed voor hem, gaf hem hoop. Die hoop heeft hem doen overleven en hem gedreven het werk van oprichter Henk Fievet voort te zetten na diens overlij-den. Dat deed hij met volle overgave tot aan zijn dood. Nooit heeft hij beseft dat mede door zijn inspanningen zoveel mensenle-vens werden gered.

Jan van Overveld, voorzitter Hartpatiënten Nederland

Van de voorzitter

‘Toen ik terugkwam uit Amerika was ik dolgelukkig. Toen ik op de wachtlijst stond, dacht ik dat ik dood zou gaan maar ik had een nieuwe kans gekregen, extra tijd. Terug-kijkend moet ik toen nog herstellende zijn geweest, het was een zware operatie; mijn hele borstkas had open gelegen. Toch kan ik kan me de lichamelijke gevolgen van de operatie eigenlijk niet herinneren, zo blij was ik dat ik verder mocht leven! Toen ik te-

Al eerder berichtten wij over dhr. Grefte uit Enschede die in 1976 als een van de eersten uit Noord-Oost Nederland met de hartbrug naar Houston ging. Nu, 33 jaar later, vertelt dhr. Grefte over zijn leven nà de operatie, een leven waarin hij ongelofe-lijk veel heeft kunnen betekenen voor andere mensen.

Meneer Grefte heeft de originele krant nog:de Dordtenaar - Stad en Streek van 31 mei 1977, trots als hij is op de stichting!De redactie beloofte er zorgvuldig mee op te gaan en drukt de bewuste pagina hiernogmaals af.

Page 2: Interview hartpatient

6

Luchtbrug Luchtbrug

7

rugkwam, verscheen er in de krant een lang artikel met grote foto’s over mijn operatie in Amerika. Naar aanleiding daarvan werd ik benaderd door talloze wanhopige mensen die ook dolgraag in Houston geopereerd wil-den worden. Dan belde ik Yvette bij de Ne-derlandse Hartpatiënten Vereniging: ‘Ik heb een patiënt, kan dat?’ Ze moesten dan een katheteronderzoek doen bij dr. Van Schaar en dan werd bepaald of ze in aanmerking kwamen. Op die manier heb ik voor 91 men-sen bemiddeld. Als die mensen dan weer te-rug waren na hun operatie, ging ik bij ze op bezoek, horen hoe het gegaan was.’

Lichaamsbeweging en lotgenotencontact

‘Naar mijn baan kon ik niet terug na de operatie. Ik was onderhoudsmonteur en werkte bij hete ketels, dat was veel te zwaar geworden voor me. Licht werk was er wel, maar daar waren genoeg andere gegadigden voor. Omdat ik al 40 jaar gewerkt had, be-sloot de dokter dat het mooi geweest was en dat ik maar moest stoppen. Daar was ik eigenlijk wel blij mee en gelukkig hoefde ik me niet te vervelen. Ik zat namelijk bij een zwemvereniging en daarom vroeg mijn cardioloog me om een zwemclub op te rich-ten speciaal voor hartpatiënten. Hij stuurde mensen naar mij door en ik regelde dat er een speciaal zwemuur kwam in het plaatse-lijke zwembad. Dat klinkt eenvoudiger dan het was want er was veel strijd over allerlei zaken in die periode. Maar uiteindelijk be-moeide de burgemeester zich er mee en toen kwam dat speciale zwemuur er. De hartpa-tiënten konden veilig en op hun gemak, in hun eigen tempo zwemmen. Eerst kregen ze gewoon zwemles, maar later werden de lessen door speciale therapeuten gegeven. Dat speciale zwemuur voor hartpatiënten heeft ongeveer vijf jaar bestaan.

Behalve bij het zwemmen ontmoetten lotgenoten elkaar ook tijdens de kaartavon-

den die we organiseerden voor hartpatiën-ten en hun families. Ongeveer 9 jaar lang werd er op onze kaartavonden door een paar honderd mensen gekaart. We hielden op die avonden ook een loterij, omdat we op allerlei manieren wilden proberen de mensen bij elkaar te krijgen.‘

Voor de goede zaak ‘Het was niet zo lang na de operatie dat

Piet van Overveld contact met me opnam om te vragen of ik een regioafdeling wilde opzetten in Noordoost Nederland. Ik heb mijn leven te danken aan de vereniging, dat is geen kleinigheid, dus ik wilde alles wel voor ze doen! Ik verzamelde mensen om me heen en we gingen op beurzen staan om reclame te maken en voorlichting te geven. Op die manier hebben we ontzettend veel donateurs geworven. We organiseerden ook reanimatiecursussen. Daarvoor trokken we instructeurs aan; veelal A-verpleegkundigen die op de hart-bewaking werkten, we huurden zaaltjes, maakten reclame, gaven voorlichting, in-den het geld, schonken koffie, vergaderden en zorgden dat de instructeurs hun loon en hun kilometervergoeding kregen. Zo heb-ben we gezorgd dat er duizenden mensen opgeleid werden. Zelf kregen we er uiteraard niets voor, wij waren vrijwilligers.

Heel druk ben ik ook geweest met een handtekeningenactie voor een hartkliniek in Enschede. Die was er toen niet, en die is er mede door de handtekeningenactie, wel gekomen!

In 2001 kwam er volkomen onverwacht een beloning voor het vrijwilligerswerk dat ik met zoveel liefde deed. Ik kreeg, op voor-dracht van de mensen van de reanimatie-cursussen, een Koninklijke Onderscheiding! Wat een verrassing was dat!’

Nog lang en gelukkig ‘In mijn leven heb ik veel gezondheids-

problemen overwonnen. Veertien jaar na mijn operatie in Houston, heb ik nog een keer een hartoperatie gehad, deze keer in Nieuwegein. Dat was heel anders dan die keer in Houston. Waar ik toen ontzettend van schrok was dat iedereen die geopereerd

zou worden de avond van te voren bediend werd door een priester. Ik heb later anderen die naar Houston gingen daar wel voor ge-waarschuwd; je schrikt er toch van. Bij de tweede operatie was dat helemaal niet aan de orde, dat was toch meer ontspannen. Hoewel het ook wel heel heftig was, hoor. Die operatie duurde 17 uur. Later heb ik twee keer een aneurysma gehad, blaaskan-ker, en longkanker. Ook liep ik een virus op waardoor ik ernstig verward raakte en vier maanden opgenomen moest worden, ik moest alles weer opnieuw leren.

Maar elke keer kwam ik er weer boven-op! Nog steeds heb ik wel last van hartfa-len, maar ik heb medicijnen die daar goed tegen helpen. En ondanks alles ben ik er nog steeds! Ik ben nog altijd actief, ben be-

heerder van het pa-rochiecentrum en ga regelmatig biljarten met mijn clubje. Mijn vrouw en ik zijn heel

erg blij dat we ons kunnen redden en dat we nog met z’n tweeën zijn. Zij betekent al-les voor me. We hebben drie kinderen, vijf kleinkinderen en een achterkleinkind. Met de auto gaan we er nog regelmatig op uit. Ik mag al 33 jaar in reservetijd leven. Wij zijn tevreden mensen!

Ooit zei een cardioloog op tv dat de le-vensverwachting van iemand die een hart-operatie heeft ondergaan niet hoog is. Ik denk dat ik inmiddels het tegendeel wel heb bewezen!’

[ Ik mag al 33 jaarin reservetijd leven! ]