Interreligieuze dialoog, lukt dat wel?

Wat gaan we doen dit uur?knelpunten en goede ervaringen met dialooggesprekken uitwisselen; afgesloten met een korte oefening

1. Welkom2. Rondje langs de deelnemers: Wat is je naam? Wat brengt je hier?

Wat heb je met dialoog? Voorbeelden van goede en minder goede ervaringen (20 min)

3. Presentatie van de spelregels van de dialoog van de site www.hagar-sarah.nl plus uitleg oefening (10 min)

4. proeven van de dialoog idem aan de hand van een casus uit het thema goed en kwaad (25 min)

5. korte terugblik: wat neem je mee? welke suggesties heb je over wat ook kan werken? (5 min)

6. afsluiting

Casus in het dialooggesprekEen moslimjongere van 16 jaar mag van zijn ouders op Nieuwjaarsavond niet de straat op, omdat zijn ouders vrezen voor overlast en dat hij eventueel in aanraking zal komen met politie. De jongere vind dat hij toch moet gaan, omdat hij het belangrijk vindt op deze avond bij zijn vrienden langs te gaan en hen een gelukkig Nieuwjaar te wensen. Hij is verder alleen maar van plan zich keurig te gedragen, maar komt helemaal buiten zijn schuld in een vechtpartij terecht. Zijn vriend wordt door een buurtbewoner aangevallen, die hem ten onrechte van diefstal beschuldigt. Had hij beter toch maar naar zijn ouders kunnen luisteren dan de stem van zijn hart te volgen?

Vragen bij de casus• Welke gevoelens komen bij je op als je dit leest?• Wat vind je van het gedrag van de jongere, zijn vriend, zijn ouders, de

buurbewoner.• Wat vind je goed of slecht in hun gedrag en heeft dit iets met je

levensbeschouwelijke of eventueel culturele achtergrond te maken? Waarom wel of niet?

• Wat zou je tegen de jongere willen zeggen vanuit jouw levensbeschouwelijke overtuiging?

Instructies voor het dialooggesprek• Er worden groepjes van 3-5 personen gevormd van zoveel mogelijk dezelfde

levensbeschouwelijke achtergrond.• Uit elk groepje neemt één persoon plaats in de kring in het midden. In de kring wordt het

gesprek gevoerd.• De andere personen uit dezelfde groep gaan achter hun groepslid staan.

De personen in het midden starten de dialoog en de anderen observeren. Als eenvan de andere groepsleden vindt dat hun vertegenwoordiger het niet goed(volgens de regels) doet in de dialoog, tikt hij hem/haar op de schouder.

• Het groepslid in de kring staat dan op en maakt plaats voor degene die hem/ haar heeft aangetikt. Deze probeert dan de dialoog op een betere manier voort te zetten. Dus als iemand in de middenkring wordt aangetikt staat hij/ zij op en maakt plaats voor de ander.