Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op...
-
Upload
trinhhuong -
Category
Documents
-
view
217 -
download
4
Transcript of Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op...
HZ University of Applied Sciences
Internationalisering
Internationaliseringsbeleid voor de Academie voor Educatie & Pedagogiek
Marjo Schillings 0862978
18-03-2014
InhoudInleiding................................................................................................................................................. 2
1. Wat is het probleem........................................................................................................................... 3
2 Huidige beleid..................................................................................................................................... 3
2.1 Functies van onderwijs................................................................................................................. 3
2.2 de kaders van het beleid..............................................................................................................4
2.2.1 Nationaal............................................................................................................................... 4
2.2.2 Internationaal......................................................................................................................... 5
2.2.3 HZ.......................................................................................................................................... 5
2.2.4 Academie voor Educatie & Pedagogiek.................................................................................6
3. Oplossingen....................................................................................................................................... 7
4. Adviezen of voorstel.......................................................................................................................... 8
5. Consequenties................................................................................................................................... 9
6. Slot.................................................................................................................................................... 9
7. Reflectie............................................................................................................................................. 9
Literatuur............................................................................................................................................... 9
InleidingEen student van deze tijd moet worden voorbereid op een internationale maatschappij. Enerzijds is hij onderdeel van de globalisering van de wereld. Anderzijds moet hij als mens kunnen functioneren in een internationale interculturele wereld. Het beleid van Europa op internationalisering van het onderwijs is vastgelegd in verschillende overeenkomsten (Bologna, 1999; Lissabon, 2000). Het ministerie van onderwijs cultuur en wetenschappen heeft afspraken gemaakt om studenten voor te bereiden op de internationale interculturele samenleving. Voor de academie voor Educatie & Pedagogiek (AE&P) van de HZ University of Applied Sciences (HZ) betekent dit dat het curriculum aan deze eisen moet worden aangepast. Het bestaande krachtenveld wordt langs de meetlat gelegd van de drie functies van onderwijs zoals Biesta die onderscheidt; kwalificatie, socialisatie en subjectvorming. In deze notitie wordt het beleid beschreven vanuit de maatschappelijke context, wat de basis vormt voor de praktische uitvoering van internationalisering binnen het curriculum van de Academie voor Educatie & Pedagogiek (AE&P).In hoofdstuk 1 zal worden beschreven welk probleem ten grondslag ligt aan het beschrijven van dit beleid. Hoofdstuk 2 geeft de huidige situatie aan van het beleid op internationalisering. In hoofdstuk 3 wordt geschetst hoe dit beleid er idealiter in de toekomst uit zou kunnen zien voor de AE&P. Hoe kan het onderwijs op de academie voor educatie & pedagogiek een bijdrage leveren aan het maatschappelijke vraagstuk van de internationalisering. In hoofdstuk 4 worden daar een aantal adviezen voor gegeven waarbij in hoofdstuk 5 de consequenties van deze adviezen worden benoemd.
Schets van de aanleiding, probleemstelling, doelstelling, vraagstellingOpbouw van de notitie
Marjo Schillings18 maart 2014
1. Wat is het probleemDe samenleving is aan het internationaliseren. De Onderwijsraad (2005) geeft aan dat er een grote noodzaak is dat het onderwijs internationaliseert. Dit heeft volgens de raad zowel een economische als een sociaal-culturele noodzaak. Het doel hiervan wordt beschreven als: “het ontwikkelen van kennis en vaardigheden bij studenten, leerlingen en docenten waardoor ze bereid en in staat zijn tot samenwerken en samenleven met personen en instellingen van buitenlandse komaf en situering, in Nederland of in een ander land” (Onderwijsraad, 2005, p.16)Wat betekent dit specifiek voor de academie voor Educatie & Pedagogiek? Wat kan het onderwijs aan deze academie bijdragen aan dit maatschappelijke probleem afgezet tegen de drie functies van onderwijs? Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt hier eerst de context beschreven waarin het probleem zich bevindt.
De term internationaliseringInternationalisering en globalisering wordt vaak samen gebruikt. Globalisering (of mondialisering) verwijst naar het verspreid raken over de gehele wereld. Dit wijst op veranderingen op economisch, ideologisch, technologisch (informatie en communicatie) en cultureel gebied. Internationaliseren duidt op samenwerking op economisch gebied tussen verschillende landen of staten. Tegelijkertijd wijst het ook een sociaal-culturele samenwerking. Doordat mensen verspreid raken over de wereld, heb je als burger te maken met andere ideeën, denkpatronen en handelswijzen. (Onderwijsraad, 2005)Deze twee termen, economische en sociaal-culturele samenwerking, zijn in dit beleidstuk het uitgangspunt en worden bekeken vanuit de drie functies van onderwijs (Biesta, 2011)
Het krachtenveldIn figuur 1 is het krachtenveld uitgebeeld dat van invloed is op het huidige internationaliseringsbeleid.
Figuur 1 krachtenveld dat van invloed is op het internationaliseringsbeleid van de academie.
Dit beleid wordt in het volgende hoofdstuk uitgelegd en toegelicht.
2 Huidige beleidDit hoofdstuk geeft een analyse van het huidige beleid op internationalisering van het curriculum van de AE&P. Dit beleid wordt geanalyseerd vanuit de drie functies van onderwijs. Allereerst wordt uitgelegd wat daar in deze notitie mee bedoeld wordt.
2.1 Functies van onderwijsOm het beleid op internationalisering te bekijken is gekozen om dit te doen vanuit de functies die onderwijs zouden kunnen betekenen. Ze kunnen helpen bij het bepalen wat volwaardig en goed onderwijs is. Biesta (2012) onderscheidt kwalificatie, socialisatie en subjectwording.
Kwalificatie (Onderwijsraad, 2008; Biesta, 2012)Hierbij gaat het erom dat de studenten kennis, vaardigheden en houdingen ontwikkelen die relevant zijn voor zijn beroepenveld en om zich te kunnen handhaven in de samenleving.De kwalificaties moeten duurzaam zijn voor de korte en lange termijn. Zijn gericht op het beroep van pedagoog of leerkracht basisonderwijs, maar ook om bijvoorbeeld als wereldburger te kunnen functioneren in onze multiculturele samenleving.
SocialisatieLeerlingen moeten worden voorbereid op het zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij. Dit betreft de bijdrage aan de maatschappelijke integratie, sociale cohesie. Via het onderwijs worden studenten deel van een bepaalde sociale, culturele en politieke orde. (Biesta, 2012)
SubjectwordingBiesta (2012) benoemt persoonsvorming apart naast de functies socialisatie en kwalificatie. Hij noemt dit subjectvorming. Hij doelt hier op het ontwikkelen als individu: de persoonlijke ontwikkeling. Naast het kunnen functioneren in de samenleving en in een het beroep, ontwikkelt een student zich als persoon. Het doel hiervan is het autonoom en onafhankelijk worden van leerlingen in hun denken en handelen.
Deze drie functies van onderwijs houden sterk verband met elkaar en kunnen niet altijd gescheiden bekeken worden. Onderstaand Venn-diagram geeft dit weer.
Figuur 2 Drie functies en doeldomeinen van onderwijs (Biesta, 2012, p.32)
2.2 de kaders van het beleid.
2.2.1 NationaalSinds 1991 is internationalisering onderdeel van het beleid op onderwijs. In het begin was dit vooral gericht op ontwikkelingssamenwerking. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW, 1991), gaf voor het eerst in een notitie aan hoe het hoger onderwijs zich moet voorbereiden op de internationalisering. Er moest meer samenwerking komen tussen overheden en onderwijsinstellingen en meer mobiliteit en uitwisseling voor docenten en studenten. Dit alles was
kwalificatie
subjectwordingsocialisatie
gericht op de versterking van het bewustzijn over het belang van internationalisering. In 1997 werd het beleid aangescherpt en richtte het zich nog meer op Europese samenwerking en positionering (OCW, 1997). Dit was niet alleen meer gericht op individuele mobiliteit, maar meer op duurzame samenwerking gericht.In 1999 (OCW, 1999) worden er concrete doelstellingen geformuleerd. Door meer zelfregie van de instellingen, te selecteren met wie er wordt samengewerkt, en de positionering op de arbeidsmarkt, zou het onderwijs nog meer afgestemd kunnen zijn op de internationalisering.In 2001 verschijnt de laatste notitie vanuit de overheid gericht op internationalisering. Deze is gericht op wereldburgerschap (OCW, 2001). Hierin worden onder andere uitdagingen beschreven van het verbreden van internationalisering voor verschillende soorten van onderwijs (o.a. basisonderwijs voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs). Daarnaast is er de vraag naar de effectiviteit van internationalisering, de positionering van het Nederlands hoger onderwijs op de wereldmarkt, en de kansen van Europese eenwording.
In 2004 heeft de minister van OCW vanuit Europees beleid (OCW, 2005a) de hoofdlijnen voor internationalisering uiteen gezet:
Kennis en besef van Europa en Europees burgerschap versterken in het curriculum Stimuleren van mobiliteit Internationale ervaringen kunnen verzilveren
Daarbij worden er opdracht van OCW drie organisatie genoemd om het onderwijs te helpen: Het Europees platform voor het Nederlands onderwijs (primair en voortgezet onderwijs) CINOP (beroepsonderwijs en volwasseneducatie Nuffic (hoger onderwijs)
Deze drie instanties werken samen met het BISON (Beraad Internationale Samenwerking Onderwijs Nederland)
In 2005 komt de Onderwijsraad met tien agendapunten tot 2011. Deze zijn allereerst gericht op de verdere internationalisering van het curriculum, het bevorderen van internationale contacten, aansluiten bij andere internationale organisaties en richten op leven lang leren, en het richten op de internationale concurrentiepositie van het hoger onderwijs..
2.2.2 InternationaalAls onderdeel van de Europese Unie heeft Nederland afspraken gemaakt die vastgelegd zijn in verschillende verdragen. Daarin zijn beleidsafspraken gemaakt die betrekking hebben op internationalisering van het hoger onderwijs. De basis daarvoor is al gelegd in het verdrag van Maastricht (Europese Unie, 1992), waarin mobiliteit en samenwerking al wordt genoemd.Het Europese beleid is gericht op Europese eenwording en het stimuleren van internationalisering. Zo wordt er aangestuurd op een Europees kwalificatieraamwerk, zodat de verschillende Europese opleidingen kunnen worden vergeleken.In 1999 tekent Nederland vrijwillig de Bologna-verklaring (Bologna declaration, 1999) waarin de afspraken worden gemaakt over de herkenbaarheid van het diploma hoger onderwijs, de Bachelor-Master structuur, het studiepuntensysteem, de mobiliteit van studenten, docenten en wetenschappers (onderzoek), samenwerking in kwaliteitsborging. Er worden programma’s ontwikkeld die internationalisering van het onderwijs stimuleren.Voor het hoger onderwijs betreft dit stimulering van de mobiliteit: Erasmus (onderdeel van Socrates) (Onderwijsraad, 2004b). Ook in het verdrag van Lissabon (2007) wordt de samenwerking bij internationalisering binnen Europa als beleidspunt genoemd.
Trends en uitdagingenHet OECD (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) richt zich op mondiale economische ontwikkeling. Door middel van publicaties waarin onderwijsbeleid en onderwijsresultaten worden gepubliceerd heeft het OECD veel invloed op beleidsmaker. Tegelijkertijd geeft het een beeld van de trends op onderwijs (Verbiest, 2011)Trends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie afgebakend is, met mogelijke uitdagingen voor het onderwijs:
- De aarde wordt dichtbevolkt. Dit leidt tot meer migratie en verstedelijking. Door toenemende multiculturaliteit zijn er meer verschillende verwachtingen van ouders en
gemeenschappen. Om ongelijkheid in onderwijskansen tegen te gaan moeten jongeren om leren gaan met culturele diversiteit
- De economie globaliseert. Er ontwikkelt zich een diensten- en kenniseconomie. Jongeren moeten worden voorbereid om te kunnen werken in een geglobaliseerde kenniseconomie. (bijv. meer creativiteitsontwikkeling, sociale vaardigheden en meertaligheid)
- Er is sprake van minder arbeidszekerheid en kortere banen. Jongeren moeten vaker op zoek naar nieuwe banen. De kans op werk binnen de regio is klein. Toename in het zoeken naar banen buiten de provincie en buiten Nederland.
- Er zijn meer hoogopgeleiden. Er is meer geld beschikbaar voor onderwijs. Meer studenten studeren in het buitenland. Internationalisering kan bijdragen aan ‘brain-drain’ die vooral negatieve landen treft.
- ICT wordt sneller en meer beschikbaar. Meer gebruikers plaatsen zelf informatie op het net.
- Samenstelling van gezin en familie wordt diverser. Er is een wereldwijde diversiteit aan waarden. Daardoor zijn er mogelijk ook meer nieuwe opvoedingsverantwoordelijkheden. Jongeren moeten worden voorbereid op het omgaan met mensen met uiteenlopende waarden.
- Er is een groeiende welvaart, maar ook een stijgende consumptie. De armoede in de wereld houdt aan. Jongeren moeten worden gevormd tot duurzaam consumerende burgers. Is de aandacht voor cognitief, sociale fysieke en emotionele ontwikkeling in balans in het onderwijs?
.
2.2.3 HZDe HZ beschrijft in zijn instellingsplan 2013-2017 (De Buck, 2013) zijn visie op internationalisering. Daarbij richt het internationaliseringsbeleid zich grotendeels op de veranderende wereldeconomische infrastructuur. De HZ benoemt drie kenmerken van de HZ-student voor de toekomst. Ten eerste zal de student vakkennis en vaardigheden moeten ontwikkelen, waarmee ze binnen een internationale markt aan de slag kunnen gaan. Ten tweede sociale vaardigheden en inlevingsvermogen om te kunnen werken in een internationaler wordende samenleving. Op de derde plaats kunnen omgaan met de grote technologische ontwikkelingen en de invloed die dat heeft op de manier van leren.Er zijn vier thema’s waarin de HZ kansen zien:1. Het allerbeste uit jezelf halen. De student van de HZ studeert in een krimpregio, waarbij ook de werkgelegenheid in de regio afneemt. De student moet voorbereid zijn om te kunnen functioneren in een beroepsomgeving buiten de Regio door de krimpende economie en de groeiende internationale concurrentie.2. Beroepspraktijk. De opleiding moet zo goed mogelijk aansluiten op de beroepspraktijk. Al tijdens de opleiding moet er veel uitwisseling en kennis zijn vanuit de praktijk. Deze praktijk kan vanuit Nederland, Vlaanderen, Europa of daarbuiten liggen.3. Professionele en persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. Naast een bestaand curriculum moeten er mogelijkheden zijn voor persoonlijke keuzes. Dit moet niet alleen gericht zijn op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, maar ook op de persoonlijke ontwikkeling van de student.4. De Persoonlijke Hogeschool. Studenten moeten onder begeleiding van studieloopbaancoaches en docenten zich persoonlijk kunnen ontwikkelen. Een student moeten worden uitgedaagd op zijn eigen niveau, zodat hij het allerbeste uit zichzelf kan halen.
Het instellingsplan geeft verder aan dat de HZ een internationaal georiënteerde hogeschool is. Dit wordt meerdere malen gekoppeld aan markt-economische elementen en de ligging van de HZ in een krimpregio. Van daaruit is er een beleid op internationalisering dat praktisch betekent docenten zich moeten professionaliseren om studenten voor te kunnen bereiden om te kunnen functioneren in een internationale samenleving met economische marktwerking. Internationale oriëntatie wordt in het instellingsplan apart benoemd als een van de ambities van de HZ. Dit houdt in dat de student actief werkt aan zijn internationale oriëntatie en wereldburgerschap. Daarbij zouden het hebben van een internationale docentenpopulatie, instroom van buitenlandse studenten doordat het onderwijs Engelstalig is een extra dimensie zijn.Er zijn 3 doelen geformuleerd voor de periode 2013-2017
1. Minimaal 15% van de studenten doet buitenlandervaring op vanaf 2017
2. Alle curricula hebben een internationale oriëntatie vanaf 20153. Minimaal 40% van de opleidingen/ opleidingsvarianten wordt in het Engels aangeboden in
2016Dit beleid zou op de volgende manier binnen de academie moeten worden vertaald (Friso, 2012): Studenten:
- studentenmobiliteit voor een groep studenten in de vorm van een stage of minor- studentenexchange uitgaand of inkomend- Ontwikkeling van voldoende vaardigheden Engelse taal
Docenten:- docentenexchange uitgaand - internationale ervaringen- Ontwikkelen van voldoende vaardigheden Engelse taal
Curriculum:- course of joint agreement- internationaal review programma
Internationalisering in het curriculum:- literatuur- casuïstiek- gastsprekers- onderzoeksresultaten- peerreviews
.
2.2.4 Academie voor Educatie & PedagogiekDe Academie bestaat uit twee opleidingen: HBO-pedagogiek (pedagogiek) en de opleiding voor leraar basisonderwijs (pabo). Hoewel beide opleidingen opleiden voor een ander beroep vormen ze een academie. Ze hebben beide een eigen curriculum. Beide opleidingen leiden naar een sociaal-agogisch beroep. De opleiding Pedagogiek is nieuw binnen de HZ en is gestart in september 2012. Daardoor is het curriculum wat betreft internationalisering nog in ontwikkeling. Binnen de pabo wordt al ruim tien jaar geïnternationaliseerd. .
2.3 ConclusieNaar aanleiding van de eerdere beschrijving van het beleid op internationalisering kan geconcludeerd worden dat dit beleid zowel internationaal, nationaal als vanuit de instelling vooral gericht is kwalificatie en socialisatie. De functie van subjectwording is minder duidelijk binnen de beschrijving van het beleid op internationaal en nationaal niveau. De functie van subjectvorming is wel duidelijk binnen het beleid van de HZ. Het is de vraag of alle drie de functies in evenwicht moeten zijn voor het internationaliseringsbeleid. De grootte van de cirkels uit figuur 1 en 2 zou dit suggereren. Van waarde is dat het voor de beroepsgroep waar de academie voor educatie & pedagogiek zich op richt van belang is dat de persoonlijke identiteit van de student wordt gevormd en dat de student zich bewust moet zijn wie hij is als HBO-pedagoog of leraar basisonderwijs in de context van de maatschappij.
kwalificatie socialisatie
Subject-wording
Figuur 3 drie functies onderwijs huidige beleid op internationalisering HZ
3. OplossingenOm het huidige beleid op internationalisering goed te analyseren wordt door middel van een SWOT aangegeven waar de kansen liggen om het beleid te versterken en het beleid van de academie op te formuleren.
Het huidige beleid is gericht op het kwalificeren van de student
Aanvullen vanuit advies SER (advies internationaliseren) over de grenzen heenkijken ( ontwikkelen kennis en vaardigheden die nodig zijn voor globalisering van economie docenten mobiliteit stimuleert kennis en inzichten onderwijs internationaler inrichten
Zwakke punten- beleid gericht op hoger onderwijs algemeen niet
specifiek op pabo en pedagogiek; - niet sterk gericht op subjectwording
- kwalificerende functie wordt niet omgezet in doelen of gekoppeld aan competenties
- leeropbrengsten niet benoemd- topdown beleid
- -gemeenschappelijke visie niet geformuleerd
Kracht- persoonlijke hogeschool
- ligging in grensgebied- bestaande netwerken (o.a. Vlaanderen, ETEN,
vaknetwerken)- samenwerking beroepenveld
- Door top-down beleid ontbreken motivatie student / docent
- facilitering en finaciering- beperkt netwerk-vrijblijvendheid
Bedreigingen
-samenwerking beleid duurzaamheid, identiteit, wereldburgerschap, culturele diversiteit (trends OECD)- koppeling aan persoonlijke ontwikkeling student en
docent- samenwerken met Rotterdam en Vlaanderen
-kenmerken HZ-beleid student voor de toekomst
Kansen
SWOT
studenten mobiliteit joint degrees Mobility window international classroom diplomasuplement virtuele mobiliteit buitenlandse studenten toegankelijkheid vergroten kan krapte op arbeidsmarkt helpen verminderen
Aanvullen vanuit De Wit (2011) nieuwe inzichten kennisimmigratie transnationaal onderwijs virtuele mobiliteit strategische samenwerking
interculturele en internationale competenties ontwikkelen voorbereid op interculturele internationale samenleving en beroepspraktijk? mondiale kenniseconomie incidentele activiteiten teveel gericht op kwantitaieve doelen en minder op kwaliteit
Teveel gericht op activiteiten en niet op inhoud? Engelse taal minder aandacht andere talen. kwaliteit?studeren/ stage in het buitenland Erasmus doelen?
bevordering van internationalisering nummerieke doelen( 20% Bologna, 25% (kwalificatie inbedding, toetsing doelen? maar beperkt deel wordt hiermee geinternationaliseerd
internationaal onderwerp internationale inhoud, niet voldoende internationale doelen interculturele doelen
hoe meer samenwerking hoe meer internationaal? aantal partners beperken, maar deur open houden
internationalisering een doel op zich? dragen van realisatie proces van internationale, interculturele en globale dimensies
verantwoordelijkheid? verantwoordelijkheid bureau buitenland, coordinator moet bij OLC, manager, curriculumontwikkeling, docent visie moet gedragen worden nadruk op leeruitkomsten relatie beroepenveld internationale ontwikkeling vakgebied onderzoek samenstelling docentencorps samenstelling studentenpopulatie persoonlijke netwerken balans generieke en opleidingsspecifieke aspecten internationalisering focus niet teveel op kleine groep: dé internationale student niet te veel buitenlands/NLstudent, maar intercultureel, internationaal, mondiaal en lokaal door elkaar meer onderscheiden naar opleiding en student global citizens
Onderbouwing insteek subjectwording internationalisering voor docent en leerkracht vanuit (Klarenbeek & Beekwilder, 2012)
Varianten in internationalisering Twynstra en Gudde (2005)
Voorbeelden: HAN Arnhem, Hogeschool Leiden
Verder nog te koppelen bij adviezenaan:• verantwoordelijkheid delen• 2 coördinatoren: kwetsbaar beleid• - niet geïntegreerd in curriculum• curricula in ontwikkeling
• - ontwikkeling 21century skills• - beleid op professionalisering
• - beheersing Engels• - integreren in curriculum• gebruik maken van netwerkleren• betrokkenheid
•
4. Adviezen of voorstel (concreet maken van oplossingen)
5. Consequenties
6. Slot
7. Reflectie
Literatuur