Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op...

14
HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES Internationaliseri ng Internationaliseringsbeleid voor de Academie voor Educatie & Pedagogiek Marjo Schillings 0862978 18-03-2014

Transcript of Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op...

Page 1: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

HZ University of Applied Sciences

Internationalisering

Internationaliseringsbeleid voor de Academie voor Educatie & Pedagogiek

Marjo Schillings 0862978

18-03-2014

Page 2: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

InhoudInleiding................................................................................................................................................. 2

1. Wat is het probleem........................................................................................................................... 3

2 Huidige beleid..................................................................................................................................... 3

2.1 Functies van onderwijs................................................................................................................. 3

2.2 de kaders van het beleid..............................................................................................................4

2.2.1 Nationaal............................................................................................................................... 4

2.2.2 Internationaal......................................................................................................................... 5

2.2.3 HZ.......................................................................................................................................... 5

2.2.4 Academie voor Educatie & Pedagogiek.................................................................................6

3. Oplossingen....................................................................................................................................... 7

4. Adviezen of voorstel.......................................................................................................................... 8

5. Consequenties................................................................................................................................... 9

6. Slot.................................................................................................................................................... 9

7. Reflectie............................................................................................................................................. 9

Literatuur............................................................................................................................................... 9

Page 3: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

InleidingEen student van deze tijd moet worden voorbereid op een internationale maatschappij. Enerzijds is hij onderdeel van de globalisering van de wereld. Anderzijds moet hij als mens kunnen functioneren in een internationale interculturele wereld. Het beleid van Europa op internationalisering van het onderwijs is vastgelegd in verschillende overeenkomsten (Bologna, 1999; Lissabon, 2000). Het ministerie van onderwijs cultuur en wetenschappen heeft afspraken gemaakt om studenten voor te bereiden op de internationale interculturele samenleving. Voor de academie voor Educatie & Pedagogiek (AE&P) van de HZ University of Applied Sciences (HZ) betekent dit dat het curriculum aan deze eisen moet worden aangepast. Het bestaande krachtenveld wordt langs de meetlat gelegd van de drie functies van onderwijs zoals Biesta die onderscheidt; kwalificatie, socialisatie en subjectvorming. In deze notitie wordt het beleid beschreven vanuit de maatschappelijke context, wat de basis vormt voor de praktische uitvoering van internationalisering binnen het curriculum van de Academie voor Educatie & Pedagogiek (AE&P).In hoofdstuk 1 zal worden beschreven welk probleem ten grondslag ligt aan het beschrijven van dit beleid. Hoofdstuk 2 geeft de huidige situatie aan van het beleid op internationalisering. In hoofdstuk 3 wordt geschetst hoe dit beleid er idealiter in de toekomst uit zou kunnen zien voor de AE&P. Hoe kan het onderwijs op de academie voor educatie & pedagogiek een bijdrage leveren aan het maatschappelijke vraagstuk van de internationalisering. In hoofdstuk 4 worden daar een aantal adviezen voor gegeven waarbij in hoofdstuk 5 de consequenties van deze adviezen worden benoemd.

Schets van de aanleiding, probleemstelling, doelstelling, vraagstellingOpbouw van de notitie

Marjo Schillings18 maart 2014

jrietje, 23-02-14,
Bron? In welke mate geldt dit voor een student die groepsleerkracht in wording is voor de Nederlands situatie?
jrietje, 23-02-14,
In de vorige comments dring ik nogal aan op bronnen en verdere verduidelijking van je doel en principiële (lees: (ped)agogische) keuzen. De moeilijkheid hierbij is dat dit een inleiding betreft. Daarin kun je niet uitweiden; daarvoor is de kern van je schrijven. Maar je kunt de lezer wel prikkelen door een eerste kleur te bekennen en dan te verwijzen naar het hoofdstuk waarin je die kleurbekenning verder uiteenzet en onderbouwt.
jrietje, 23-02-14,
Dit is te neutraal. Kom hier met je doelstelling; zoals eerder aangegeven aan jou via mail hoop ik dat je daarin de subjectwording laat prevaleren. Zie voor argumenten daarvoor de betreffende mail.
jrietje, 23-02-14,
Ik zou dit omdraaien. Eerst situatie beschrijving; descriptief. Vervolgens analyse en reflectie; prescreptief. Bij presciptie neem je een conceptueel uitgangsunt in als schot voor de visionaire boeg in dit schrijven.
jrietje, 23-02-14,
Ik neem aan dat dat vervolgens een aanleiding is voor een inhoudelijke richting te legitimeren voor een visie op internationalisering in het perspectief van de drie rollen zoals door Biesta wordt uiteengezet?
jrietje, 23-02-14,
Waarom?Kwalificatie: de vraag is dan of de professionele ontwikkeling van een leerkracht in opleiding ten positieve kan worden beïnvloed door internationalisering. Zo ja, de vraag dat dit (internationalisering) naast andere mogelijke middelen die daarvoor kunnen worden ingezet, de voorkeur heeft boven andere middelen.Socialisering: de vraag is dan of de processen die betrokken zijn bij het invoegen van een persoon in de sociaal-maatschappelijke orde van het lerarenbestaan, positief kunnen worden beïnvloedt door internationalisering. Dit lijkt me (voorlopig) een paradoxaal doel, gezien de tegenstelling erin. Maar wie weet...Subjectwording: de vraag is of de persoonlijke ontwikkeling, het worden van 'mens-zijn' achter de professionele leerkracht, ten positieve kan worden beïnvloed door internationalisering. Zie daarvoor mijn mail van afgelopen donderdag en mijn stelling dat juist internationalisering daarvoor bij uitstek geschikt is. De argumenten voor het bij uitstek geschikt zijn, heb ik ook in de betreffende mail uiteengezet en ook daarvóór een keer op facebook. In de kern gaat het daarbij om dat juist bij en met internationalisering de pluraliteit en de verantwoordelijkheid daarvoor, groot is en daardoor de mogelijkheid voor handelen in perspectief van 'uniciteit' en 'vrijheid' als mate van onafhankelijk kunnen zijn van bestaande (rationele) ordes en gemeenschappen (publieke domein waaronder ook het beroepenveld van (primair) onderwijs) (Biesta, 2012).Wel is het spannend om vanuit onderwijskundig perspectief te beschrijven hoe deze meer wijsgerig pedagogische reflectie gebruikt kan worden voor het inrichten van internationalisering in het curriculum van de Pabo (vgl, curriculaire spinnenweb van van den Akker). Naar mijn idee zullen de adviezen die je gaat geven daar dan met name op moeten ingaan. Niet te diepgaand, aangezien het dan tot een LA2 opdracht verwordt.
jrietje, 23-02-14,
Van wat?
jrietje, 23-02-14,
Nieuwe alinea.
jrietje, 23-02-14,
Lijkt me meer ‘deze ontwikkelingen’.
jrietje, 23-02-14,
Bron? En wat betekent deze internationale interculturele samenleving precies?
jrietje, 23-02-14,
Is het mogelijk daarvan een aspect te noemen wat alvast gerelateerd kan worden aan de doelstelling van dit beleidsstuk?
jrietje, 23-02-14,
Bron?
jrietje, 23-02-14,
Korte toelichting? “Dat betekent dat….”
Page 4: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

1. Wat is het probleemDe samenleving is aan het internationaliseren. De Onderwijsraad (2005) geeft aan dat er een grote noodzaak is dat het onderwijs internationaliseert. Dit heeft volgens de raad zowel een economische als een sociaal-culturele noodzaak. Het doel hiervan wordt beschreven als: “het ontwikkelen van kennis en vaardigheden bij studenten, leerlingen en docenten waardoor ze bereid en in staat zijn tot samenwerken en samenleven met personen en instellingen van buitenlandse komaf en situering, in Nederland of in een ander land” (Onderwijsraad, 2005, p.16)Wat betekent dit specifiek voor de academie voor Educatie & Pedagogiek? Wat kan het onderwijs aan deze academie bijdragen aan dit maatschappelijke probleem afgezet tegen de drie functies van onderwijs? Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt hier eerst de context beschreven waarin het probleem zich bevindt.

De term internationaliseringInternationalisering en globalisering wordt vaak samen gebruikt. Globalisering (of mondialisering) verwijst naar het verspreid raken over de gehele wereld. Dit wijst op veranderingen op economisch, ideologisch, technologisch (informatie en communicatie) en cultureel gebied. Internationaliseren duidt op samenwerking op economisch gebied tussen verschillende landen of staten. Tegelijkertijd wijst het ook een sociaal-culturele samenwerking. Doordat mensen verspreid raken over de wereld, heb je als burger te maken met andere ideeën, denkpatronen en handelswijzen. (Onderwijsraad, 2005)Deze twee termen, economische en sociaal-culturele samenwerking, zijn in dit beleidstuk het uitgangspunt en worden bekeken vanuit de drie functies van onderwijs (Biesta, 2011)

Het krachtenveldIn figuur 1 is het krachtenveld uitgebeeld dat van invloed is op het huidige internationaliseringsbeleid.

Figuur 1 krachtenveld dat van invloed is op het internationaliseringsbeleid van de academie.

Dit beleid wordt in het volgende hoofdstuk uitgelegd en toegelicht.

jrietje, 23-02-14,
Is daar alleen verspreiding voor nodig? Ik doel nu op de zeer lastige integratieproblematiek van bijvoorbeeld de 1e generatie allochtone Nederlanders. Ook bij de 3e generatie is het er zijn op zichzelf niet voldoende voor sociaal-culturele samenwerking te kunnen realiseren. Volgens mij is de achtergrond daarvan en de werkzame processen daarin, een (didactisch) kernpunt van internationalisering in het onderwijs om het te kunnen verbinden aan subjectwording met daarin in het kielzog ‘socialisering’.
jrietje, 23-02-14,
Wat houdt dat in?
jrietje, 23-02-14,
Wat houdt dat in?
jrietje, 23-02-14,
Ik zou hier het hoofdstuk mee beginnen. “Om het probleem in en van de huidige situatie van internationalisering te kunnen duiden, is het nodig om het betreffende fenomeen eerst te definiëren. Tevens is het nodig om de potentiële waarde van internationalisering te duiden, om zodoende haar mogelijke doelen voor onderwijs te kunnen beschrijven.”
jrietje, 23-02-14,
Het zijn meerdere vragen. En waar ga je de vragen beantwoorden?
jrietje, 23-02-14,
Waarom wil je dit afzetten tegen de drie functies van onderwijs? Zie ook comment 9. Dit is dan een kernpunt in de totale argumentatie, omdat zowel de huidige situatie als de voorgestelde toekomstige situatie van internationalisering op de Pabo vanuit dat kernpunt wordt belicht en geanalyseerd. Daarmee wordt ook je doelstelling van dit schrijven helder.
jrietje, 23-02-14,
Gezien comment 14 klopt dit verwijzen naar ‘dit’dus naar mijn idee niet.
jrietje, 23-02-14,
Naar mijn idee geeft dit nog niet de noodzaak aan; alleen het doel.
jrietje, 23-02-14,
Bron?
Page 5: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

2 Huidige beleidDit hoofdstuk geeft een analyse van het huidige beleid op internationalisering van het curriculum van de AE&P. Dit beleid wordt geanalyseerd vanuit de drie functies van onderwijs. Allereerst wordt uitgelegd wat daar in deze notitie mee bedoeld wordt.

2.1 Functies van onderwijsOm het beleid op internationalisering te bekijken is gekozen om dit te doen vanuit de functies die onderwijs zouden kunnen betekenen. Ze kunnen helpen bij het bepalen wat volwaardig en goed onderwijs is. Biesta (2012) onderscheidt kwalificatie, socialisatie en subjectwording.

Kwalificatie (Onderwijsraad, 2008; Biesta, 2012)Hierbij gaat het erom dat de studenten kennis, vaardigheden en houdingen ontwikkelen die relevant zijn voor zijn beroepenveld en om zich te kunnen handhaven in de samenleving.De kwalificaties moeten duurzaam zijn voor de korte en lange termijn. Zijn gericht op het beroep van pedagoog of leerkracht basisonderwijs, maar ook om bijvoorbeeld als wereldburger te kunnen functioneren in onze multiculturele samenleving.

SocialisatieLeerlingen moeten worden voorbereid op het zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij. Dit betreft de bijdrage aan de maatschappelijke integratie, sociale cohesie. Via het onderwijs worden studenten deel van een bepaalde sociale, culturele en politieke orde. (Biesta, 2012)

SubjectwordingBiesta (2012) benoemt persoonsvorming apart naast de functies socialisatie en kwalificatie. Hij noemt dit subjectvorming. Hij doelt hier op het ontwikkelen als individu: de persoonlijke ontwikkeling. Naast het kunnen functioneren in de samenleving en in een het beroep, ontwikkelt een student zich als persoon. Het doel hiervan is het autonoom en onafhankelijk worden van leerlingen in hun denken en handelen.

Deze drie functies van onderwijs houden sterk verband met elkaar en kunnen niet altijd gescheiden bekeken worden. Onderstaand Venn-diagram geeft dit weer.

Figuur 2 Drie functies en doeldomeinen van onderwijs (Biesta, 2012, p.32)

2.2 de kaders van het beleid.

2.2.1 NationaalSinds 1991 is internationalisering onderdeel van het beleid op onderwijs. In het begin was dit vooral gericht op ontwikkelingssamenwerking. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW, 1991), gaf voor het eerst in een notitie aan hoe het hoger onderwijs zich moet voorbereiden op de internationalisering. Er moest meer samenwerking komen tussen overheden en onderwijsinstellingen en meer mobiliteit en uitwisseling voor docenten en studenten. Dit alles was

kwalificatie

subjectwordingsocialisatie

jrietje, 23-02-14,
Mogelijk om zoals net bij 2.1. dit ook in te leiden met waarom het nodig is dit te beschrijven?
jrietje, 23-02-14,
Zoals ook eerder verwoordt in mijn mails en ook door Biesta ondersteund, staat socialisering de ware essentie van subjectwording in de weg namelijk. Socialisering behoeft enkele expliciteringen van haar (didactische) connotaties, wil het niet leiden tot dogma en dressuur.
jrietje, 23-02-14,
Kun je kort aangeven hoe dat dan zit?
jrietje, 23-02-14,
Naar mijn idee zul je subjectwording veel verder en dieper moeten duiden met Biesta. Of je geeft aan dat je voorlopig kunt volstaan met deze eerste duiding en dat bij het beschrijven hoe internationalisering een bijdrage kan leveren aan deze functie van onderwijs, hier verder in een meer wijsgerig (ped)agogisch kader op wordt ingegaan.
jrietje, 23-02-14,
Dit zou ik weglaten. Het refereert juist meer aan subjectwording.
jrietje, 23-02-14,
Ok, hier geef je een kernargument. Dit zou ik dan ook eerst uiteenzetten met argumenten gevolgd door een conclusie. Nu is het alleen een stellingname, die dus niet onderbouwd is. Dit hoef je niet vooraf te doen. Je kunt ook onderstaande uiteenzettingen koppelen aan internationalisering. Daarvoor heb ik in comment 9 al de eerste contouren geschetst. Wat ook kan is om dit later in je schrijven aan de orde te stellen. Dan zou na de zin “Ze kunnen helpen…onderwijs is.” moeten worden aangegeven dat je dit doet in hoofdstuk? of paragraaf?.
jrietje, 23-02-14,
Nogmaals het waarom daarvan aangeven. Zie ook comment 9.
Page 6: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

gericht op de versterking van het bewustzijn over het belang van internationalisering. In 1997 werd het beleid aangescherpt en richtte het zich nog meer op Europese samenwerking en positionering (OCW, 1997). Dit was niet alleen meer gericht op individuele mobiliteit, maar meer op duurzame samenwerking gericht.In 1999 (OCW, 1999) worden er concrete doelstellingen geformuleerd. Door meer zelfregie van de instellingen, te selecteren met wie er wordt samengewerkt, en de positionering op de arbeidsmarkt, zou het onderwijs nog meer afgestemd kunnen zijn op de internationalisering.In 2001 verschijnt de laatste notitie vanuit de overheid gericht op internationalisering. Deze is gericht op wereldburgerschap (OCW, 2001). Hierin worden onder andere uitdagingen beschreven van het verbreden van internationalisering voor verschillende soorten van onderwijs (o.a. basisonderwijs voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs). Daarnaast is er de vraag naar de effectiviteit van internationalisering, de positionering van het Nederlands hoger onderwijs op de wereldmarkt, en de kansen van Europese eenwording.

In 2004 heeft de minister van OCW vanuit Europees beleid (OCW, 2005a) de hoofdlijnen voor internationalisering uiteen gezet:

Kennis en besef van Europa en Europees burgerschap versterken in het curriculum Stimuleren van mobiliteit Internationale ervaringen kunnen verzilveren

Daarbij worden er opdracht van OCW drie organisatie genoemd om het onderwijs te helpen: Het Europees platform voor het Nederlands onderwijs (primair en voortgezet onderwijs) CINOP (beroepsonderwijs en volwasseneducatie Nuffic (hoger onderwijs)

Deze drie instanties werken samen met het BISON (Beraad Internationale Samenwerking Onderwijs Nederland)

In 2005 komt de Onderwijsraad met tien agendapunten tot 2011. Deze zijn allereerst gericht op de verdere internationalisering van het curriculum, het bevorderen van internationale contacten, aansluiten bij andere internationale organisaties en richten op leven lang leren, en het richten op de internationale concurrentiepositie van het hoger onderwijs..

2.2.2 InternationaalAls onderdeel van de Europese Unie heeft Nederland afspraken gemaakt die vastgelegd zijn in verschillende verdragen. Daarin zijn beleidsafspraken gemaakt die betrekking hebben op internationalisering van het hoger onderwijs. De basis daarvoor is al gelegd in het verdrag van Maastricht (Europese Unie, 1992), waarin mobiliteit en samenwerking al wordt genoemd.Het Europese beleid is gericht op Europese eenwording en het stimuleren van internationalisering. Zo wordt er aangestuurd op een Europees kwalificatieraamwerk, zodat de verschillende Europese opleidingen kunnen worden vergeleken.In 1999 tekent Nederland vrijwillig de Bologna-verklaring (Bologna declaration, 1999) waarin de afspraken worden gemaakt over de herkenbaarheid van het diploma hoger onderwijs, de Bachelor-Master structuur, het studiepuntensysteem, de mobiliteit van studenten, docenten en wetenschappers (onderzoek), samenwerking in kwaliteitsborging. Er worden programma’s ontwikkeld die internationalisering van het onderwijs stimuleren.Voor het hoger onderwijs betreft dit stimulering van de mobiliteit: Erasmus (onderdeel van Socrates) (Onderwijsraad, 2004b). Ook in het verdrag van Lissabon (2007) wordt de samenwerking bij internationalisering binnen Europa als beleidspunt genoemd.

Trends en uitdagingenHet OECD (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) richt zich op mondiale economische ontwikkeling. Door middel van publicaties waarin onderwijsbeleid en onderwijsresultaten worden gepubliceerd heeft het OECD veel invloed op beleidsmaker. Tegelijkertijd geeft het een beeld van de trends op onderwijs (Verbiest, 2011)Trends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie afgebakend is, met mogelijke uitdagingen voor het onderwijs:

- De aarde wordt dichtbevolkt. Dit leidt tot meer migratie en verstedelijking. Door toenemende multiculturaliteit zijn er meer verschillende verwachtingen van ouders en

jrietje, 23-02-14,
Dit hoort volgens mij bij de vorige paragraaf. Internationaal betekent mijns inzien, dat het onderwerp ‘internationalisering’ wordt beschreven met de vraag hoe dit onderwerp in andere landen dan Nederland, wordt gepositioneerd in (hoger) onderwijs.
jrietje, 23-02-14,
Zou je deze subparagraaf kunnen afsluiten met een conclusie ten aanzien van de drie functies van onderwijs? Daarvoor is dus ook comment 30 nodig om eerst uit te werken.
jrietje, 23-02-14,
Deze term behoeft enige toelichting, omdat het hiervoor gestelde doel blijkbaar niet afdoende was om te kunnen spreken van goed onderwijs. En waarom dus met ‘wereldburgerschap’ dan wel?
Page 7: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

gemeenschappen. Om ongelijkheid in onderwijskansen tegen te gaan moeten jongeren om leren gaan met culturele diversiteit

- De economie globaliseert. Er ontwikkelt zich een diensten- en kenniseconomie. Jongeren moeten worden voorbereid om te kunnen werken in een geglobaliseerde kenniseconomie. (bijv. meer creativiteitsontwikkeling, sociale vaardigheden en meertaligheid)

- Er is sprake van minder arbeidszekerheid en kortere banen. Jongeren moeten vaker op zoek naar nieuwe banen. De kans op werk binnen de regio is klein. Toename in het zoeken naar banen buiten de provincie en buiten Nederland.

- Er zijn meer hoogopgeleiden. Er is meer geld beschikbaar voor onderwijs. Meer studenten studeren in het buitenland. Internationalisering kan bijdragen aan ‘brain-drain’ die vooral negatieve landen treft.

- ICT wordt sneller en meer beschikbaar. Meer gebruikers plaatsen zelf informatie op het net.

- Samenstelling van gezin en familie wordt diverser. Er is een wereldwijde diversiteit aan waarden. Daardoor zijn er mogelijk ook meer nieuwe opvoedingsverantwoordelijkheden. Jongeren moeten worden voorbereid op het omgaan met mensen met uiteenlopende waarden.

- Er is een groeiende welvaart, maar ook een stijgende consumptie. De armoede in de wereld houdt aan. Jongeren moeten worden gevormd tot duurzaam consumerende burgers. Is de aandacht voor cognitief, sociale fysieke en emotionele ontwikkeling in balans in het onderwijs?

.

2.2.3 HZDe HZ beschrijft in zijn instellingsplan 2013-2017 (De Buck, 2013) zijn visie op internationalisering. Daarbij richt het internationaliseringsbeleid zich grotendeels op de veranderende wereldeconomische infrastructuur. De HZ benoemt drie kenmerken van de HZ-student voor de toekomst. Ten eerste zal de student vakkennis en vaardigheden moeten ontwikkelen, waarmee ze binnen een internationale markt aan de slag kunnen gaan. Ten tweede sociale vaardigheden en inlevingsvermogen om te kunnen werken in een internationaler wordende samenleving. Op de derde plaats kunnen omgaan met de grote technologische ontwikkelingen en de invloed die dat heeft op de manier van leren.Er zijn vier thema’s waarin de HZ kansen zien:1. Het allerbeste uit jezelf halen. De student van de HZ studeert in een krimpregio, waarbij ook de werkgelegenheid in de regio afneemt. De student moet voorbereid zijn om te kunnen functioneren in een beroepsomgeving buiten de Regio door de krimpende economie en de groeiende internationale concurrentie.2. Beroepspraktijk. De opleiding moet zo goed mogelijk aansluiten op de beroepspraktijk. Al tijdens de opleiding moet er veel uitwisseling en kennis zijn vanuit de praktijk. Deze praktijk kan vanuit Nederland, Vlaanderen, Europa of daarbuiten liggen.3. Professionele en persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. Naast een bestaand curriculum moeten er mogelijkheden zijn voor persoonlijke keuzes. Dit moet niet alleen gericht zijn op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, maar ook op de persoonlijke ontwikkeling van de student.4. De Persoonlijke Hogeschool. Studenten moeten onder begeleiding van studieloopbaancoaches en docenten zich persoonlijk kunnen ontwikkelen. Een student moeten worden uitgedaagd op zijn eigen niveau, zodat hij het allerbeste uit zichzelf kan halen.

Het instellingsplan geeft verder aan dat de HZ een internationaal georiënteerde hogeschool is. Dit wordt meerdere malen gekoppeld aan markt-economische elementen en de ligging van de HZ in een krimpregio. Van daaruit is er een beleid op internationalisering dat praktisch betekent docenten zich moeten professionaliseren om studenten voor te kunnen bereiden om te kunnen functioneren in een internationale samenleving met economische marktwerking. Internationale oriëntatie wordt in het instellingsplan apart benoemd als een van de ambities van de HZ. Dit houdt in dat de student actief werkt aan zijn internationale oriëntatie en wereldburgerschap. Daarbij zouden het hebben van een internationale docentenpopulatie, instroom van buitenlandse studenten doordat het onderwijs Engelstalig is een extra dimensie zijn.Er zijn 3 doelen geformuleerd voor de periode 2013-2017

1. Minimaal 15% van de studenten doet buitenlandervaring op vanaf 2017

jrietje, 23-02-14,
Dit lijkt niet logisch te koppelen aan ‘het allerbeste uit jezelf halen’.
jrietje, 23-02-14,
Ten aanzien van internationalisering? Dan lijkt het vierde thema niet logisch om te betrekken in het geheel van dit schrijven gericht op internationalisering…
jrietje, 23-02-14,
Idem comment 34.
jrietje, 23-02-14,
Idem comment 34
jrietje, 23-02-14,
Lees je ook ergens een argument/reden daarvoor in het IP?
jrietje, 23-02-14,
In het perspectief van de vorige comment, is mij niet duidelijk geworden hoe internationalisering wordt “aangepakt” in andere landen dan Nederland; ook niet in het licht van de drie functies van onderwijs. De bedoeling lijkt mij dan op basis hiervan de waarde van het onderwerp nog beter te kunnen inschatten en te kunnen bepalen. Mij lijkt dit immers de enige reden om je internationaal te oriënteren op het onderwerp; ervan kunnen leren om beter richting te kunnen bepalen (wellicht zelfs ‘good practices’?).
Page 8: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

2. Alle curricula hebben een internationale oriëntatie vanaf 20153. Minimaal 40% van de opleidingen/ opleidingsvarianten wordt in het Engels aangeboden in

2016Dit beleid zou op de volgende manier binnen de academie moeten worden vertaald (Friso, 2012): Studenten:

- studentenmobiliteit voor een groep studenten in de vorm van een stage of minor- studentenexchange uitgaand of inkomend- Ontwikkeling van voldoende vaardigheden Engelse taal

Docenten:- docentenexchange uitgaand - internationale ervaringen- Ontwikkelen van voldoende vaardigheden Engelse taal

Curriculum:- course of joint agreement- internationaal review programma

Internationalisering in het curriculum:- literatuur- casuïstiek- gastsprekers- onderzoeksresultaten- peerreviews

.

2.2.4 Academie voor Educatie & PedagogiekDe Academie bestaat uit twee opleidingen: HBO-pedagogiek (pedagogiek) en de opleiding voor leraar basisonderwijs (pabo). Hoewel beide opleidingen opleiden voor een ander beroep vormen ze een academie. Ze hebben beide een eigen curriculum. Beide opleidingen leiden naar een sociaal-agogisch beroep. De opleiding Pedagogiek is nieuw binnen de HZ en is gestart in september 2012. Daardoor is het curriculum wat betreft internationalisering nog in ontwikkeling. Binnen de pabo wordt al ruim tien jaar geïnternationaliseerd. .

2.3 ConclusieNaar aanleiding van de eerdere beschrijving van het beleid op internationalisering kan geconcludeerd worden dat dit beleid zowel internationaal, nationaal als vanuit de instelling vooral gericht is kwalificatie en socialisatie. De functie van subjectwording is minder duidelijk binnen de beschrijving van het beleid op internationaal en nationaal niveau. De functie van subjectvorming is wel duidelijk binnen het beleid van de HZ. Het is de vraag of alle drie de functies in evenwicht moeten zijn voor het internationaliseringsbeleid. De grootte van de cirkels uit figuur 1 en 2 zou dit suggereren. Van waarde is dat het voor de beroepsgroep waar de academie voor educatie & pedagogiek zich op richt van belang is dat de persoonlijke identiteit van de student wordt gevormd en dat de student zich bewust moet zijn wie hij is als HBO-pedagoog of leraar basisonderwijs in de context van de maatschappij.

kwalificatie socialisatie

Subject-wording

Figuur 3 drie functies onderwijs huidige beleid op internationalisering HZ

jrietje, 23-02-14,
Aangezien dit juist het kernpunt is waarop je adviezen gebaseerd zullen (moeten) gaan worden, lijkt mij het investeren in het onderbouwen wat je hier stelt zeer cruciaal. Zie ook comment 9 en 24 voor deze stellingname van mij. Wellicht komt dat in het volgende hoofdstuk?
jrietje, 23-02-14,
Waar blijkt dat dan uit? Zie comment 39
jrietje, 23-02-14,
Deze conclusie wordt meer gerechtvaardigd indien je comment 33, 39 en 40 uitwerkt.
jrietje, 23-02-14,
Zie comment 33. Daarvoor is dus eerst het uitwerken van comment 40 nodig.
jrietje, 23-02-14,
Wat is er allemaal te beschrijven vanuit het huidige beleid? Of is dat er niet op papier? Zo ja, dan hier meer op ingaan? Zo nee, dan op basis van interview met de coördinator wat meer duiden en beschrijven.
jrietje, 23-02-14,
Zie comment 33
Page 9: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

3. OplossingenOm het huidige beleid op internationalisering goed te analyseren wordt door middel van een SWOT aangegeven waar de kansen liggen om het beleid te versterken en het beleid van de academie op te formuleren.

Het huidige beleid is gericht op het kwalificeren van de student

Aanvullen vanuit advies SER (advies internationaliseren) over de grenzen heenkijken ( ontwikkelen kennis en vaardigheden die nodig zijn voor globalisering van economie docenten mobiliteit stimuleert kennis en inzichten onderwijs internationaler inrichten

Zwakke punten- beleid gericht op hoger onderwijs algemeen niet

specifiek op pabo en pedagogiek; - niet sterk gericht op subjectwording

- kwalificerende functie wordt niet omgezet in doelen of gekoppeld aan competenties

- leeropbrengsten niet benoemd- topdown beleid

- -gemeenschappelijke visie niet geformuleerd

Kracht- persoonlijke hogeschool

- ligging in grensgebied- bestaande netwerken (o.a. Vlaanderen, ETEN,

vaknetwerken)- samenwerking beroepenveld

- Door top-down beleid ontbreken motivatie student / docent

- facilitering en finaciering- beperkt netwerk-vrijblijvendheid

Bedreigingen

-samenwerking beleid duurzaamheid, identiteit, wereldburgerschap, culturele diversiteit (trends OECD)- koppeling aan persoonlijke ontwikkeling student en

docent- samenwerken met Rotterdam en Vlaanderen

-kenmerken HZ-beleid student voor de toekomst

Kansen

SWOT

jrietje, 23-02-14,
Naar mijn idee kan alleen ‘kansen’ hierin voorzien. Deze kansen zul je met een theoretisch kader moeten omkleden. De kern van het theoretisch kader is de vraag hoe internationalisering een bijdrage kan leveren aan de tot dusver gemiste functie van ‘subjectvorming’. Tevens hoe het een nog betere bijdrage kan leveren aan de functie van kwalificatie (of is dit al optimaal in jouw ogen?). Hoe internationalisering kan bijdragen aan de functie van ‘socialisering’, ontgaat mij tot dusver, vanwege de paradox die daarin gelegen is. Naar mijn idee bestaat er immers geen wereldlijke orde waarbij onderwijs een bijdrage levert om daarin te kunnen invoegen. Daarin is de sociaal-culturele diversiteit immers zo immens, dat dit onmogelijk is. Wel heeft het daardoor (via pluraliteit) een potentiële waarde voor subjectwording. ‘Potentieel’, omdat het een en het ander ook mede afhangt van de didactische (door)vertaling ervan in het gewenste curriculum via onderwijskundig ontwerpen. Zie ook einde comment 9.
jrietje, 23-02-14,
Dat heb je toch hiervóór gedaan?
Page 10: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

studenten mobiliteit joint degrees Mobility window international classroom diplomasuplement virtuele mobiliteit buitenlandse studenten toegankelijkheid vergroten kan krapte op arbeidsmarkt helpen verminderen

Aanvullen vanuit De Wit (2011) nieuwe inzichten kennisimmigratie transnationaal onderwijs virtuele mobiliteit strategische samenwerking

interculturele en internationale competenties ontwikkelen voorbereid op interculturele internationale samenleving en beroepspraktijk? mondiale kenniseconomie incidentele activiteiten teveel gericht op kwantitaieve doelen en minder op kwaliteit

Teveel gericht op activiteiten en niet op inhoud? Engelse taal minder aandacht andere talen. kwaliteit?studeren/ stage in het buitenland Erasmus doelen?

bevordering van internationalisering nummerieke doelen( 20% Bologna, 25% (kwalificatie inbedding, toetsing doelen? maar beperkt deel wordt hiermee geinternationaliseerd

internationaal onderwerp internationale inhoud, niet voldoende internationale doelen interculturele doelen

hoe meer samenwerking hoe meer internationaal? aantal partners beperken, maar deur open houden

internationalisering een doel op zich? dragen van realisatie proces van internationale, interculturele en globale dimensies

verantwoordelijkheid? verantwoordelijkheid bureau buitenland, coordinator moet bij OLC, manager, curriculumontwikkeling, docent visie moet gedragen worden nadruk op leeruitkomsten relatie beroepenveld internationale ontwikkeling vakgebied onderzoek samenstelling docentencorps samenstelling studentenpopulatie persoonlijke netwerken balans generieke en opleidingsspecifieke aspecten internationalisering focus niet teveel op kleine groep: dé internationale student niet te veel buitenlands/NLstudent, maar intercultureel, internationaal, mondiaal en lokaal door elkaar meer onderscheiden naar opleiding en student global citizens

Onderbouwing insteek subjectwording internationalisering voor docent en leerkracht vanuit (Klarenbeek & Beekwilder, 2012)

Varianten in internationalisering Twynstra en Gudde (2005)

Voorbeelden: HAN Arnhem, Hogeschool Leiden

Verder nog te koppelen bij adviezenaan:• verantwoordelijkheid delen• 2 coördinatoren: kwetsbaar beleid• - niet geïntegreerd in curriculum• curricula in ontwikkeling

• - ontwikkeling 21century skills• - beleid op professionalisering

• - beheersing Engels• - integreren in curriculum• gebruik maken van netwerkleren• betrokkenheid

Page 11: Internationalisering · Web viewTrends (OECD, 2008; OECD, 2013) die van invloed kunnen zijn op het beleid op internationalisering van het hoger onderwijs zoals dat in deze notitie

4. Adviezen of voorstel (concreet maken van oplossingen)

5. Consequenties

6. Slot

7. Reflectie

Literatuur