Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

54
i

Transcript of Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

Page 1: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

i

Page 2: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

ii

Juli 2015 Lisanne van Ruiten, trainee Met dank aan gesprekspartners en iedereen die een internationaliseringsvoorbeeld voor dit rapport heeft gedeeld.

Page 3: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

iii

Internationalisering in het primair en

voortgezet onderwijs: overbodige luxe of

noodzakelijk thema?

- Een adviesrapport voor de onderwijssector -

Goed onderwijs is de sleutel voor de ontwikkeling van

kinderen en van de samenleving.

1.457.343 kinderen in het primair onderwijs 992.017 kinderen in het voortgezet onderwijs

Wat willen we deze kinderen meegeven over de wereld?

Page 4: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

Inhoud

Samenvatting ........................................................................... 1

Internationalisering in het funderend onderwijs ................... 3

De politieke agenda ................................................................. 7

Een kijkje in de klas ................................................................ 12

Europese mogelijkheden ....................................................... 22

Vanuit Nederland bekeken .................................................... 33

Mogelijkheden voor Nederland ............................................ 39

Bijgewoonde bijeenkomsten & gesprekspartners ............... 44

Meer informatie..................................................................... 46

Page 5: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

1

Samenvatting

Internationalisering, je wereld vergroten en verder kijken dan

de grenzen van je eigen cultuur en land. Hoe geven we hier

eigenlijk vorm aan in het Nederlands funderend onderwijs en

zijn er mogelijkheden voor Europese samenwerking?

Binnen de onderwijssector wordt er op diverse manieren vorm

gegeven aan internationalisering. Sommige scholen richten zich

op taal en op andere scholen wordt er bijvoorbeeld aandacht

besteed aan wereldburgerschap. Scholen bepalen immers zelf

of én hoe ze invulling geven aan internationalisering in hun

curriculum. Daarnaast zien we ondersteuning door de

koepelorganisaties bij het formuleren van beleidsplannen

internationalisering voor scholen en diverse initiatieven voor

virtuele mobiliteitsmogelijkheden voor leerlingen. In het veld

lijken voornamelijk veel initiatieven op het gebied van

internationalisering van leerinhoud en mobiliteit terwijl er

minder aandacht lijkt voor internationalisering in beleid.

Binnen de Europese Unie zijn er diverse mogelijkheden voor

internationalisering van funderend onderwijs. Hierbij wordt in

toenemende mate ingezet op strategische impact. De nadruk

ligt op kennisuitwisseling, bijvoorbeeld tussen organisaties of

scholen uit verschillende landen. Ten opzichte van het vorige

programma zijn mogelijkheden voor fysieke leerlingenmobiliteit

beperkt.

Page 6: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

2

Door deze focus op strategische impact is het van belang om als

organisatie na te denken over wat je wil bereiken en hoe

internationalisering daaraan kan bijdragen. Deze visie op

internationalisering kan men vervolgens verankeren in

beleidsplannen. Dit is van belang voor zowel schoolleiders als

koepelorganisaties. Huidige nationale initiatieven als de

internationaliseringsagenda en Onderwijs2032 bieden een

goede mogelijkheid om in gesprek te gaan hoe

internationalisering kan bijdragen aan goed onderwijs.

Internationalisering in het funderend onderwijs is een thema

waar aandacht voor nodig is vanuit de onderwijssector. De

wereld internationaliseert, en er ligt een belangrijke taak bij het

onderwijs om leerlingen hierop voor te bereiden. Binnen de

Europese Unie liggen er diverse kansen om internationaal

samen te werken op het gebied van primair en voorgezet

onderwijs. Zo zijn er diverse Europese netwerken, initiatieven

en projecten waarbij aangesloten kan worden. Hierbij liggen

mogelijkheden voor het Nederlands funderend onderwijs om

kennis uit te wisselen. Naast de kennisuitwisseling op Europees

niveau is er ook een kans voor het funderend onderwijs om bij

te dragen aan het mede vormgeven van de Europese agenda.

Page 7: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

3

Internationalisering in het funderend

onderwijs

Aanleiding Onze samenleving en arbeidsmarkt worden steeds

internationaler. Ook in het funderend onderwijs (primair en

voortgezet onderwijs) is er aandacht voor het onderwerp, maar

we zijn er nog niet over uit of internationalisering een

noodzakelijk thema is of overbodige luxe.

Dit rapport geeft een indruk hoe het Nederlands funderend

onderwijs vorm geeft aan internationalisering en waar

mogelijkheden liggen voor Europese samenwerking. Tot slot

worden er aanbevelingen gedaan voor de Nederlandse

onderwijssector.

Page 8: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

4

Definitie In dit rapport wordt internationalisering geïnterpreteerd in de

breedste zin van het woord: ‘Je wereld vergroten en verder

kijken dan de grenzen van je eigen cultuur en land’. Of je nu

leerling, schoolleider of beleidsmedewerker bent, iedereen in

de onderwijssector heeft te maken met internationalisering. In

dit rapport wordt onderscheid gemaakt tussen drie

verschillende onderdelen van internationalisering in het

funderend onderwijs: beleid, leerinhoud en mobiliteit.

- Beleid: Internationalisering in beleid begint vaak met de

vraag wat er van andere landen geleerd kan worden,

bijvoorbeeld in gezamenlijke uitdagingen en/of het

delen van goede voorbeelden. Internationalisering in

beleid kan voorkomen op verschillende niveaus, van

overheid en koepelorganisaties tot schoolbesturen.

- Leerinhoud: Internationaliseringsactiviteiten op school

refereren naar het onderdeel leerinhoud. Dit kunnen

activiteiten zijn voor leerlingen, maar kunnen ook

plaatsvinden op lerarenopleidingen. De activiteiten

kunnen zijn ingebed in het curriculum of eenmalige

projecten.

- Mobiliteit: Mobiliteit refereert specifiek naar

internationale uitwisseling van leerlingen en leraren.

Deze uitwisseling kan fysiek zijn, maar ook virtueel. De

uitwisseling kan onderdeel zijn van het curriculum of

een eenmalig project.

Een beschrijving van de verschillende onderdelen van

internationalisering in het funderend onderwijs is weergegeven

in Figuur 1.

Page 9: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

5

Figuur 1. Overzicht onderdelen internationalisering.

Methode

Voor dit rapport is er schriftelijke en digitale informatie

verzameld en zijn er gesprekken gevoerd met zowel

Nederlandse als Europese betrokkenen. Daarnaast zijn er

gesprekken gevoerd met mensen uit de onderwijssector over

het onderwerp op relevante bijeenkomsten. Het rapport is niet

uitputtend en beoogt een eerste indruk te geven van

internationalisering in het funderend onderwijs en de

mogelijkheden op Europees niveau. Internationalisering moet

hierbij geen doel op zich worden.

Page 10: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

6

Leeswijzer

In het hoofdstuk ‘De politieke agenda’ wordt gekeken in

hoeverre internationalisering in het funderend onderwijs speelt

in de Nederlandse en Europese politiek. In het hoofdstuk ‘Een

kijkje in de klas’ wordt gekeken hoe het funderend onderwijs op

dit moment handen en voeten geeft aan internationalisering.

Deze beschrijving is aan de hand van de drie geïdentificeerde

onderdelen: beleid, leerinhoud en mobiliteit. Concrete

voorbeelden van internationalisering worden geïllustreerd in

blauwe vakken. In het hoofdstuk ‘Europese mogelijkheden’

worden mogelijkheden in de Europese Unie (EU) beschreven

voor internationalisering voor beleid, leerinhoud en mobiliteit.

Het hoofdstuk ‘Vanuit Nederland bekeken’ beschrijft hoe

Nederlandse betrokkenen de mogelijkheden voor

internationalisering in de EU ervaren. In dit hoofdstuk wordt ook

beschreven wat zij graag anders zouden zien en waar nog

mogelijkheden liggen. In het hoofdstuk ‘Mogelijkheden voor

Nederland’ wordt uiteengezet waar kansen liggen voor het

funderend onderwijs in de EU en waar het funderend onderwijs

kan bijdragen. Tot slot is er een lijst opgenomen met websites

van alle initiatieven die genoemd worden in het rapport en

bijgewoonde bijeenkomsten en gesprekspartners.

Page 11: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

7

Staat internationalisering in het funderend onderwijs op

de politieke agenda in Nederland en de EU?

De politieke agenda

In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens gekeken naar de

politieke dialoog in Den Haag en Brussel. Hoe belangrijk vindt de

politiek internationalisering in het funderend onderwijs?

Verschilt dit ten opzichte van het middelbaar onderwijs en

hoger onderwijs en hoe uit dit zich in beleid?

Nederlandse politieke agenda

Cruciaal belang

Aandacht voor internationalisering in het onderwijs is niet

nieuw. Echter wordt internationalisering van het onderwijs wel

meer en meer gezien als een noodzakelijke manier om te

reageren op onze veranderende samenleving. Jet Bussemaker,

minister van Onderwijs, schrijft in haar visiebrief over de

internationale dimensie van hoger onderwijs (ho) en

middelbaar beroepsonderwijs (mbo): “In mijn ogen is

internationalisering cruciaal voor het verwerven van kennis,

vaardigheden en beroepscompetenties. Tegelijkertijd is

internationalisering ook zeer waardevol voor de persoonlijke

ontwikkeling en identiteitsvorming”.1

1 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

publicaties/kamerstukken/2014/07/15/kamerbrief-over-internationale-dimensie-van-hoger-onderwijs-en-middelbaar-beroepsonderwijs.html

Page 12: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

8

Rol funderend onderwijs

Zowel EP-Nuffic als de VO-raad hebben opgemerkt dat er geen

verbinding wordt gelegd met het Nederlands funderend

onderwijs in de brief van Bussemaker.2 Hierdoor kan men zich

afvragen of internationalisering geen rol van betekenis speelt in

primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). Het

tegendeel blijkt waar, zo hebben bijvoorbeeld het tweetalig

onderwijs in het vo en het leren van vreemde talen vroeg in het

po de laatste jaren een enorme groei doorgemaakt.3,4

Internationalisering binnen het po en vo gaat echter verder dan

alleen het gebruik van vreemde talen. Het gaat om het vergoten

van je wereld, namelijk het leren om verder te kijken dan de

grenzen van je eigen cultuur en land.

Onder andere naar aanleiding van deze reactie van EP-Nuffic en

de VO-raad wordt het funderend onderwijs meegenomen in de

internationaliseringsagenda voor het onderwijs 2015-2020 van

de Onderwijsraad.5 Deze internationaliseringsagenda wordt

eind 2015 verwacht en zal advies uitbrengen over hoe

internationalisering in het funderend onderwijs vorm kan

krijgen.

2 http://www.vo-raad.nl/themas/internationalisering/vo-ontbreekt-in-

internationaliseringsbrief 3 http://www.europeesplatform.nl/vvto/wp-

content/uploads/sites/7/2015/02/VISIEDOCUMENT_DEFINITIEF.pdf 4http://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/publicaties/volledig/vreemde_tale

n_in_het_onderwijs.pdf 5 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22452-43.html

Page 13: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

9

Blik op de toekomst

Naast de internationaliseringsagenda is er ook binnen

Onderwijs2032 ruimte voor een maatschappelijk debat over de

positie van internationalisering in het po en vo. Zo wordt er

bijvoorbeeld in het project de dialoog aangegaan over de vraag:

‘Onderwijs en werk verplaatsen zich over de wereld en jij

verplaatst mee. Wat kan de school doen om je daarop voor te

bereiden?’. Binnen het project wordt benadrukt dat

internationalisering van onze samenleving een beroep doet op

onze interculturele vaardigheden.6 Bij de aftrap van het project

verwijst Sander Dekker naar de 21st century skills: sociale en

culturele vaardigheden, samenwerken, creativiteit, ICT-

geletterheid , communiceren, probleemoplossend vermogen en

kritisch denken. De vaardigheden die kinderen nodig hebben

om zich te redden in de maatschappij van de 21ste eeuw.7

Internationalisering van het curriculum is een van de manieren

waarop scholen trachten hun leerlingen deze vaardigheden bij

te brengen.

6 http://onsonderwijs2032.nl/welke-kennis-vaardigheden-en-houding-heb-je-nodig-in-

een-geglobaliseerde-wereld/ 7 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/onderwijs-2032/documenten-en-

publicaties/kamerstukken/2014/11/17/kamerbrief-over-toekomstgericht-funderend-onderwijs.html

Page 14: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

10

Europese politieke agenda Samenwerking in onderwijs Op Europees niveau is aandacht voor samenwerking op het

gebied van onderwijs. Zo is er bijvoorbeeld het werkprogramma

Onderwijs en Opleiding 2020 (ET2020). ET2020 is de opvolger

van het werkprogramma Onderwijs en Opleiding 2010 (ET2010).

Dit laatste werkprogramma was het eerste kader voor Europese

samenwerking op onderwijs en opleidingen.8 Binnen ET2020

zijn benchmarks vastgesteld zoals ‘maximaal 15% van alle

vijftienjarigen mag onvoldoende scoren voor lezen, rekenen en

exacte vakken’. Elk jaar worden de benchmarks bijgewerkt om

zo de voortgang te bewaken en uitdagingen te signaleren.

Landen ontvangen land specifieke aanbevelingen op basis van

de vastgestelde benchmarks. Daarnaast hebben landen de

mogelijkheid om in werkgroepen, georganiseerd door de

Europese Commissie, samen te werken en ervaringen met

elkaar te delen.9

Aandacht voor funderend onderwijs

Binnen de EU is dus wel aandacht voor samenwerking in het

onderwijs. Deze aandacht is echter vooral toegespitst op het ho

en mbo. Binnen het ho en mbo is er bijvoorbeeld tussen

lidstaten samenwerking op Europees niveau in het

Bolognaproces10 en het Kopenhagenproces11. Binnen het po en

vo is geen samenwerking tussen lidstaten zoals te zien is binnen

het ho en mbo. Ook als we kijken naar het bekendste

8Conclusies van de Raad van 12 mei 2009. Publicatieblad van de Europese Unie C119, 28-05-2009, p. 2. 9 http://ec.europa.eu/education/policy/strategic-framework/index_en.htm 10http://www.eua.be/eua/jsp/en/upload/OFFDOC_BP_bologna_declaration.10687148

25768.pdf 11 http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=uriserv:ef0018

Page 15: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

11

onderwijsprogramma van de EU, Erasmus+, zien we een nadruk

op het ho en mbo. Van het totale budget van bijna 15 miljard

euro gaat 65% naar het ho en mbo ten opzichte van 15% voor

het funderend onderwijs.12

Concluderend, staat het funderend onderwijs en

internationalisering op de politieke agenda in de EU en

Nederland? Internationalisering van het onderwijs staat in

zekere mate op de politieke agenda. Echter, dit gaat dan

grotendeels over internationalisering in het mbo en ho. Voor

internationalisering in het funderend onderwijs is tot op heden

weinig aandacht. Nationale ontwikkelingen als onderwijs2032

en de internationaliseringsagenda kunnen hier verandering in

brengen.

In de EU staat het onderwijs op de agenda met benchmarking

tussen landen en werkgroepen om van elkaar te leren maar ook

binnen de EU is de aandacht het grootst voor

internationalisering in het ho en mbo.

12 http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/documents/erasmus-plus-in-

detail_en.pdf

Page 16: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

12

Hoe geeft het funderend onderwijs vorm aan

internationalisering?

Een kijkje in de klas

In dit hoofdstuk nemen we het funderend onderwijs onder de

loep. Een oproep via nieuwsbrief van Neth-ER en navraag bij

nationale betrokkenen leverde een grote diversiteit aan

internationaliseringsvoorbeelden op. Voorbeelden en de rol van

Nederlandse betrokkenen worden besproken aan de hand van

de drie onderdelen van internationalisering: beleid, leerinhoud

en mobiliteit. De internationaliseringsvoorbeelden worden

geïllustreerd in de blauwe vakken.

Beleid

De koepelorganisaties van het funderend onderwijs, de PO-raad

en VO-raad onderschrijven beiden het belang van

internationalisering. Zo kijken zowel de PO-raad als de VO-raad

naar ontwikkelingen in het buitenland ten behoeve van hun

beleidsvorming. Daarnaast bieden zowel de PO-raad en de VO-

raad handreikingen aan voor hun leden over de mogelijkheden

voor internationalisering.

Handreiking Internationalisering Op de website van de VO-academie staat een handreiking voor schoolleiders over de diverse mogelijkheden voor schoolleiders om over de grens te kijken, leren en/of samen te werken. Hierbij geeft de VO-academie diverse vragen ter overweging: Waarom ga ik naar het buitenland? Wat is mijn concrete leervraag? De VO-academie biedt hiermee handvatten om schoolleiders (kritisch) te laten nadenken over hun leervragen en doelen. De website attendeert de achterban ook op de mogelijkheid om aan te sluiten bij de jaarlijkse studiereis voor schoolleiders.

Page 17: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

13

De koepelorganisaties trekken samen op met EP-Nuffic. EP-

Nuffic heeft een belangrijke rol als kenniscentrum voor

internationalisering. Zo stimuleert EP-Nuffic onderzoek naar

internationalisering. Vorig jaar is er bijvoorbeeld met

ondersteuning vanuit EP-Nuffic onderzoek gedaan naar

motieven voor internationalisering in het vo.13 Daarnaast biedt

EP-Nuffic via het online platform Line een omgeving om kennis

en ervaringen op het gebied van internationalisering op te doen

en uit te wisselen.14 Zo worden er bijvoorbeeld modules

aangeboden voor scholen die starten met internationalisering

en scholen die een stapje verder willen gaan met

internationalisering door het schrijven van een beleidsplan.

13 http://www.europeesplatform.nl/wp-

content/uploads/2014/11/EM_Internationalisering-in-het-VO_311014_2.pdf 14 Line is te bereiken via www.internationalisering.nl

Toolbox internationalisering De PO-raad heeft in samenwerking met EP-Nuffic een toolbox internationalisering gemaakt voor bestuurders, schoolleiders en coördinatoren internationalisering. In de toolbox zitten handvatten en diverse voorbeelden voor internationalisering die scholen kunnen gebruiken naar behoefte van de eigen school.

Page 18: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

14

Leerinhoud

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Om internationalisering van de leerinhoud mogelijk te maken,

schept het Ministerie van OCW de randvoorwaarden. Een

voorbeeld van de randvoorwaarden die het Ministerie mogelijk

maakt is de recente aanpassing op de Wet op het primair

onderwijs en de Wet op expertisecentra. Door deze aanpassing

is het mogelijk om 15% van de onderwijstijd in het Frans, Engels

of Duits te geven.15 Op dit moment loopt er ook een pilot voor

tweetalig onderwijs in het primair onderwijs. Na de pilot zal er

een evaluatie plaatsvinden. Bij een positieve uitkomst zullen

mogelijk meer basisscholen tweetalig primair onderwijs (TPO)

mogen geven. Binnen het vo heeft tweetalig onderwijs de

laatste jaren aan populariteit gewonnen, veel van de scholen

zijn verenigd in het netwerk tweetalig onderwijs.16

15 http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-

publicaties/kamerstukken/2014/09/18/voorstel-van-wet-over-regelen-mogelijkheid-om-engels-duits-of-frans-in-primair-onderwijs-te-geven/voorstel-van-wet-over-regelen-mogelijkheid-om-engels-duits-of-frans-in-primair-onderwijs-te-geven.pdf 16 http://www.europeesplatform.nl/tto/scholen/

Tweetalig Primair Onderwijs TPO is een pilot op 18 basisscholen, deze scholen geven vanaf de kleuterklas minimaal 30% en maximaal 50% van het onderwijs in het Engels. De pilot is gestart in 2014 na initiatief van scholen en duurt tot 2019. EP-Nuffic is de pilotcoördinator van TPO.

Netwerk Tweetalig Onderwijs Het netwerk tweetalig onderwijs voor het vo wordt gecoördineerd door EP-Nuffic. Om kwaliteit te waarborgen, hebben de scholen in het netwerk een ‘standaard’ opgesteld en een keurmerk voor scholen die hieraan voldoen. Begin 2014 waren er 127 scholen aangesloten bij het netwerk.

Page 19: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

15

Naast het scheppen van de randvoorwaarden voor

internationalisering heeft het Ministerie van OCW een subsidie

beschikbaar voor verankering van internationale oriëntatie en

samenwerking (VIOS) in het po en vo. Deze subsidie is het

vervolg op de subsidie voor bevordering van internationale

oriëntatie en samenwerking (BIOS). Binnen de BIOS-subsidie

stond het bevorderen van internationalisering in po en vo

centraal. De VIOS-subsidie richt zich vooral op het verankeren

van internationalisering in het curriculum. De subsidie kan

onder andere aangevraagd worden voor lerarenmobiliteit en

curriculumontwikkeling. 17

17 http://www.europeesplatform.nl/projecten/vios

Page 20: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

16

International Baccalaureate Het IB is een internationale organisatie zonder winstoogmerk en biedt diverse internationaal erkende opleidingen aan voor leerlingen van 3 tot 19 jaar. Alle programma’s richten zich op een ‘leerlingenprofiel’ met als centrale thema’s: nieuwsgierigheid, reflectie, deskundigheid, betrokkenheid en communicatie.

Diversiteit in internationalisering

Internationalisering is geen expliciet kerndoel in het po en vo.

Scholen bepalen dus zelf of én hoe zij invulling geven aan

internationalisering van de leerinhoud. Hierdoor zien we in het

veld een enorme diversiteit aan projecten en initiatieven. Zo zijn

er diverse initiatieven die zich richten op taal (Earlybird),

wereldburgerschap en interculturele competenties (UNESCO-

scholen) of beiden (ELOS-scholen). Daarnaast zijn er

internationaal erkende programma’s als het International

Baccalaureate (IB). EP-Nuffic ondersteunt scholen bij het

vormgeven van internationalisering. Daarnaast coördineert zij

diverse nationale netwerken van scholen. ELOS en het vroeg

vreemdetalenonderwijs (VVTO) is slechts een kleine greep uit de

bestaande internationaliseringsnetwerken gecoördineerd door

EP-Nuffic.

Page 21: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

17

ELOS-scholen Op ELOS-scholen is internationalisering structureel verankerd in het curriculum. Binnen het curriculum is onder andere aandacht voor interculturele competenties en het leren van twee vreemde talen. De verworven vaardigheden zijn gebaseerd op het referentiekader Common Framework for Europe Competence. Om de kwaliteit te waarborgen hebben de Nederlandse ELOS-scholen gezamenlijke ‘schoolstandaarden’ afgesproken.

Earlybird Earlybird is een methode voor het vroeg leren van Engels in het po. Kinderen maken spelenderwijs kennis met Engels in groep 1/2. Gaandeweg worden er vanaf groep 4 meer formele leeractiviteiten zoals lezen en schrijven geïntroduceerd. Om kwaliteit te waarborgen maakt Earlybird gebruik van een ‘kijkwijzer’. Hierin wordt gekeken of de ondernomen activiteiten voldoen aan de kwaliteitsstandaard van Earlybird.

UNESCO-scholen De 32 UNESCO-scholen in Nederland maken deel uit van een internationaal netwerk van ongeveer 9700 UNESCO-scholen. In het curriculum zijn UNESCO-thema’s als vrede en mensenrechten, intercultureel leren, wereldburgerschap en duurzaamheid ingebed om bij te dragen aan meer begrip voor elkaars land en cultuur om de wereldvrede te bevorderen. Scholen kunnen zelf met behulp van een kwaliteitskader invulling geven aan het schoolprofiel door aan te sluiten bij lopende UNESCO-projecten of zelf projecten en materialen te ontwikkelen.

Page 22: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

18

Internationalisering op de lerarenopleiding

Internationalisering krijgt ook aandacht binnen sommige

opleidingen voor leraren en klassenassistent. Deze aandacht

loopt uiteen van een kort project over de EU in het curriculum,

bijvoorbeeld op ROC West-Brabant in het project ‘tien voor

Europa’ (lees meer over dit project op pagina 31) , tot leerlijnen

in het curriculum gedurende de opleiding bij de internationale

PABO.

Tien voor Europa Bij de opleiding tot klassenassistent van ROC West-Brabant wordt er door het project ‘tien voor Europa’ aandacht besteed aan het belang van de EU. Door een interactief project worden de aankomende klassenassistenten bewust gemaakt van de invloed van de EU. ROC West-Brabant sluit het project af met een bezoek in Brussel.

Internationale PABO De internationale PABO, ook wel bekend als International Teacher Education for Primary Schools, aan Stenden Hogeschool heeft internationalisering in het curriculum ingebed. Studenten lopen zowel nationaal als internationaal stage en er wordt veel aandacht besteed aan de Engelse taal en het onderwerp wereldburgerschap. Afgestudeerden kunnen aan de slag als leraar op een Nederlandse, internationale of tweetalige basisschool.

Page 23: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

19

Overkoepelende initiatieven

Naast projecten en initiatieven gericht op specifieke onderdelen

van leerinhoud is er ook het project ‘Buurtalen’. Binnen dit

project kan er subsidie aangevraagd worden voor diverse

projecten die betrekking hebben op internationalisering.

Buurtalen Limburg Buurtalen heeft als doel Limburgse jongeren op te leiden met de competenties die vereist zijn voor het leven, leren en werken in Limburg. Het is een gezamenlijk initiatief van de gehele onderwijskoepel. Binnen Buurtalen is een strategische agenda opgesteld met zes programmalijnen: instrumenten, implementatie, externe relaties, onderwijs en arbeidsmarkt, schooling en onderzoek, en mobiliteit. Het project biedt binnen de programmalijnen een flexibel raamwerk met diverse doelstellingen. Een van de doelstellingen in de programmalijn implementatie is: ‘Alle deelnemende instellingen beschikken binnen twee jaren na ondertekening van het convenant over een scholingsplan voor de professionalisering van docenten in het kader van de strategische agenda’. Scholen en/of bedrijven kunnen deelnemen op basis van behoeften en mogelijkheden. Nieuwe partijen die zich willen inschrijven worden gekoppeld aan een buddy, een ervaren partij die de vrager inhoudelijk verder helpt. Door de provincie en gemeenten worden jaarlijks middelen beschikbaar gesteld. In 2014 bedroeg dit €650.000.

Page 24: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

20

Mobiliteit Leerling

Mobiliteitsprojecten voor leerlingen vinden plaats op initiatief

van de school en/of leraar. Voor leerlingen vinden er zowel

fysieke als virtuele uitwisselingen plaats. Binnen het po vinden

uitwisselingen voornamelijk virtueel plaats. Voor

mobiliteitsprojecten zijn er diverse faciliterende initiateven

zoals Connecting Classrooms.

Leraar

Naast leerlingenmobiliteit zijn er ook diverse projecten waarbij

lerarenmobiliteit centraal staat. Zo kunnen leraren bijvoorbeeld

voor langere tijd naar het buitenland om daar les te geven en

scholen kunnen buitenlandse leraren ontvangen om les te laten

geven. Daarnaast zijn er diverse projecten professionalisering

zoals nascholing en jobshadowing. Bij jobshadowing gaan

leraren gedurende korte tijd met buitenlandse collega’s

meelopen om van hen te leren.

Connecting Classrooms Connecting Classrooms is een initiatief van de British Council en heeft als doel het voorbereiden van leerlingen voor leven en werken in een globaliserende wereld. Connecting Classrooms biedt onder andere scholen de mogelijkheid om een partnerschap aan te gaan met een buitenlandse school. Dit initiatief is ook toegankelijk voor Nederlandse scholen.

Professionalisering van leraren Basischool De Wilge is een TPO school in Hilversum. Naast de trainingen die De Wilge zelf organiseert, hebben leraren de mogelijkheid om voor nascholingen een week naar Canterbury te gaan. Gedurende hun verblijf verblijven de leraren bij gastgezinnen. Leraren kunnen een scholing doen op gebied van taalvaardigheid, maar ook vakinhoudelijke didactische scholingen zijn mogelijk.

Page 25: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

21

Concluderend, hoe geeft het funderend onderwijs vorm aan

internationalisering? Het onderwijsveld is op zeer diverse

manieren bezig met internationalisering. Van ondersteuning

van de koepelorganisaties bij het formuleren beleidsplannen

internationalisering voor scholen tot aan virtuele

mobiliteitsmogelijkheden voor leerlingen.

Er lijken vooral veel initiatieven op het gebied van

internationalisering van leerinhoud en mobiliteit. Vanuit het vo

lijken er meer scholen aangesloten bij de bestaande initiatieven

dan vanuit het po. Initiatieven voor internationalisering van

leerinhoud en mobiliteit richten zich zowel op vreemde talen als

interculturele competenties. Taalinitiatieven zijn zowel op

gebied van Engels (TPO) als Frans en Duits (Buurtalen).

Page 26: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

22

Wat zijn de mogelijkheden voor internationalisering van

het funderend onderwijs binnen de EU?

Europese mogelijkheden

Waar in vorig hoofdstuk Nederlandse voorbeelden werden

beschreven, onderzoekt dit hoofdstuk wat voor initiatieven er

spelen in Brussel op het gebied van internationalisering in het

funderend onderwijs. Er wordt onder andere gekeken naar

mogelijkheden voor internationale samenwerking, aansluiting

bij relevante Europese netwerken en relevante bijeenkomsten

en projecten. De mogelijkheden worden geïllustreerd aan de

hand van de drie onderdelen van internationalisering: beleid,

leerinhoud en mobiliteit.

Beleid

Europese Commissie

Binnen de EU zijn er een aantal voor de hand liggende spelers

op het gebied van onderwijs, zoals het Directoraat Generaal

voor onderwijs en cultuur (DG EAC) van de Europese

Commissie en het Uitvoerend Agentschap onderwijs,

audiovisuele media en cultuur (EACEA). Beiden hebben een

essentiële rol op het gebied van Europese samenwerking. DG

EAC bijvoorbeeld bij het ondersteunen van lidstaten bij

uitvoering van het strategisch kader voor Europese

samenwerking in onderwijs en opleiding (ET2020).18 EACEA

draagt zorg voor het coördineren van het programma

Erasmus+ en ondersteuning van het netwerk Eurydice.

18 http://ec.europa.eu/education/policy/strategic-framework/index_en.htm

Page 27: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

23

Scholen, leraren en meertaligheid

Binnen DG EAC is er, naast de afdelingen die werken aan het

programma Erasmus+, nog een afdeling die zich bezig houdt

met beleid op gebied van scholen, leraren en meertaligheid.19

Binnen de afdeling houden de units scholen en leraren zich

onder andere bezig met ondersteuning van lidstaten in

manieren om effectiviteit en kwaliteit van lerarenopleidingen

te verbeteren. Daarnaast wordt er gekeken naar methodes om

scholen te stimuleren in het aangaan van samenwerkingen.

19 http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/docs/organisation_en.pdf

ET2020 werkgroepen Een belangrijk onderdeel van ET2020 zijn de werkgroepen, gericht op bevorderen van beleidsontwikkeling op ET2020-prioriteiten door wederzijds leren en identificeren van good practices. De huidige zes werkgroepen bouwen voort op het werk van eerdere werkgroepen. Van de huidige werkgroepen zijn er drie relevant voor het funderend onderwijs: Transversal skills, Digital and online learning en Schools. Nederland neemt deel aan de werkgroepen Schools en Digital and online learning.

Eurydice Eurydice is een netwerk van 41 units, gevestigd in 37 landen, gecoördineerd door EACEA. Het netwerk geeft beschrijvingen van nationale onderwijssystemen en brengt vergelijkende studies uit over specifieke thema’s, indicatoren en statistieken De uitgebrachte thematische rapporten focussen zich op onderwerpen die als prioriteit gesteld zijn door DG EAC.

Page 28: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

24

De unit meertaligheid houdt zich bezig met het draaiend

houden van initiatieven opgezet in de tijd dat hiervoor meer

aandacht was. Meertaligheid had van 2007 tot 2009 een

aparte Eurocommissaris, Leonard Orban. Orbans portefeuille

had als focus het promoten van het leren van vreemde talen.

Hiervoor zijn toentertijd diverse acties ondernomen om

meertaligheid te bevorderen. Bijvoorbeeld een

maatschappelijk platform voor input op het talenbeleid en het

opzetten van een Europese indicator van taalvaardigheid.

Bovendien was er binnen de voorganger van het Erasmus+, het

Leven Lang Leren, expliciete aandacht voor het leren van

vreemde talen (bijvoorbeeld op scholen). Naast het aanleren

van vreemde talen had de afdeling een sterke focus op

interculturele communicatie en competenties. Na 2009 werd

de portefeuille weer samengevoegd met de portefeuille

onderwijs en cultuur. Sindsdien is binnen de DG EAC zowel de

aandacht als de beschikbare mankracht voor meertaligheid

drastisch terug gelopen. Midden 2014 zijn er twee rapporten

uitgebracht met vergelijkende analyses tussen landen

betreffende het leren van talen in het voortgezet onderwijs als

afsluiting van de werkgroep meertaligheid. 20,21 Op dit moment

is meertaligheid slechts een van de onderdelen van de

werkgroep transversal skills. Hiermee is er ook minder

aandacht gekomen voor het onderwerp.

20 http://ec.europa.eu/languages/library/studies/lang-eat_en.pdf 21 http://ec.europa.eu/languages/library/studies/lang-peer_en.pdf

Page 29: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

25

Europees Parlement

Binnen het Europees Parlement houdt de Commissie Cultuur

en Onderwijs zich onder andere bezig met het funderend

onderwijs. Zo is het Parlement op dit moment bezig met het

vaststellen van het rapport ‘bevorderen van jong

ondernemerschap door middel van onderwijs en opleiding’.22

Daarnaast werkt het Parlement op dit moment aan twee

rapporten die zeer interessant zijn voor het funderend

onderwijs.23 Namelijk het rapport ‘de EU leren op school’ en

het rapport ‘de rol van interculturele dialoog, culturele

diversiteit en onderwijs bij het uitdragen van de fundamentele

waarden van de EU’.

Europese netwerken

Binnen de EU zijn er diverse netwerken en organisaties die

actief zijn op het gebied van funderend onderwijs. Een greep

uit de netwerken:

European Schoolnet, een netwerkorganisatie van 31

Ministeries van Onderwijs, stelt Ministeries in staat

om ervaringen te delen en van elkaar te leren,

bijvoorbeeld op het gebied van ICT en innovatie in de

klas.

European School Heads Association (ESHA) is de

Europese koepel van nationale organisaties voor

schoolleiders zoals de PO- en VO-raad. ESHA beoogt

22 http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-

%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-554.783%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL 23 http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/cult/work-in-progress.html

Page 30: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

26

onder andere de internationale samenwerking te

bevorderen.

European Civil Society Platform on Lifelong Learning

(EUCIS-LLL) is een koepel van 36 Europese

organisaties actief op het gebied van onderwijs en

opleiding. EUCIS-LLL is een belangrijke

gesprekspartner op het gebied van ‘een leven lang

leren’ voor de Europese Instellingen. Daarnaast richt

de organisatie zich onder andere op het faciliteren

van uitwisseling van good practices, ervaringen en

expertise.

Bijeenkomsten

Ook worden er met enige regelmaat bijeenkomsten

georganiseerd op gebied van funderend onderwijs, door de

eerdergenoemde netwerken, instellingen of andere actoren.

Een greep uit (recente) bijeenkomsten:

‘Teaching Entrepreneurship? New Needs - New

Methods’ een expertpanel discussie over

ondernemerschapsonderwijs.

‘Delivering strong school leaders: Trends and inspiring

practices in Europe’ een peer-learning bijeenkomst

over sterk schoolleiderschap en vier voorbeelden van

professionaliseringstrajecten.

Page 31: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

27

Europese middelen

In het programma Erasmus+ is binnen Key Action 3 ruimte voor

financiële ondersteuning van beleidshervormingen.24 Voor

beleid zijn er 3 prioriteiten waaronder een breed scala aan

activiteiten ondergebracht kan worden: kennisopbouw,

beleidsinnovatie en samenwerking met internationale

organisaties.25 Enkele voorbeelden van gefinancierde

projecten zijn de eerdergenoemde ET2020-werkgroepen,

studies van Eurydice en subsidie voor het netwerk EUCIS-LLL.

Leerinhoud Schoolprojecten

Binnen de EU worden er veel en diverse projecten opgezet met

als doel leerlingen over de grens te laten kijken. Vanuit het

Europees Parlement Bureau Nederland wordt onder andere

het programma een ’tien voor Europa’ georganiseerd voor

onder andere het vo (voorbeeld op pagina 22). Scholen die zich

aanmelden, krijgen lesmateriaal die de leerlingen op een

interactieve manier bewust maken van de invloed van de EU in

hun dagelijks leven. Door middel van het project kunnen

scholen zich kwalificeren als European Parliament Ambassador

School. Naast het project ’tien voor Europa’ organiseert het

Bureau Nederland ook ‘Euroscola’. Hierbij kunnen scholen het

parlement in Straatsburg bezoeken. Daarnaast organiseert

Bureau Nederland een profielwedstrijd voor vo-scholieren die

een profielwerkstuk over EU-gerelateerd onderwerp schrijven.

24 https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/actions/key-action-3-support-for-policy-

reform_en 25 http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/documents/erasmus-plus-

programme-guide_en.pdf

Page 32: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

28

Ook vanuit de Europese Commissie vinden er diverse

initiatieven plaats. Zo hebben zij onder andere het Europees

talenlabel in het leven geroepen. Elk jaar wordt er een prijs

uitgereikt voor het meest innovatieve project van het jaar. Dit

jaar is het thema ‘taal sociaal’. Ingestuurde good practices zijn

beschikbaar in een rapport en online database ter inspiratie

voor scholen. Naast het Europees talenlabel organiseert de

Commissie jaarlijks de vertaalwedstrijd ‘Juvenes Translatores’

voor 17-jarige scholieren.

Europese middelen

In het programma Erasmus+ is binnen Key Action 2 ruimte voor

financiële ondersteuning van strategische partnerschappen.

Strategische partnerschappen kunnen gesloten worden tussen

verschillende organisaties op verschillende niveaus: sectoraal

tussen scholen, tussen lokale/regionale onderwijsautoriteiten

of actoren, tussen jeugdzorg en onderwijs, of sector-

overstijgend (bijvoorbeeld tussen onderwijs en bedrijfsleven).

Strategische partnerschappen kunnen zich richten op het

uitwisselen van good practices, het bevorderen van innovatie

op gebied van onderwijs of het bevorderen van actief

burgerschap en ondernemerschap.26

26 http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/documents/erasmus-plus-

programme-guide_en.pdf

Page 33: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

29

Informatie en netwerken voor leraren

Vanuit European Schoolnet (zie pagina 29) is begin 2015

SchoolEducationGateway gelanceerd met als doel Europese

informatie over onderwijs toegankelijker te presenteren voor

leraren en ander onderwijspersoneel. Daarnaast biedt de

website hulpmiddelen voor Erasmus+, bijvoorbeeld een tool

voor scholen om een partnerschapsschool te vinden en

mogelijkheden voor lerarenmobiliteit. Daarnaast heeft

European Schoolnet een online academie met (gratis)

cursussen voor leraren in het po/vo via de European Schoolnet

Academy.

Naast het informatieplatform SchoolEducationGateway is er

vanuit het veld de Europese vereniging van

geschiedenisleraren, EUROCLIO. Via het online portaal

Historiana beoogt de vereniging een digitale aanpak van

transnationaal geschiedenisonderwijs te bevorderen. Het

portaal biedt informatie vanuit verschillende perspectieven,

landen en bronnen over een breed scala aan onderwerpen dat

gebruikt kan worden door zowel leraren als leerlingen.

Ook buiten de traditionele onderwijsnetwerken zijn er diverse

interessante netwerken die zich bezighouden met projecten

ter bevordering van internationalisering. Zo is er bijvoorbeeld

het European Network for Education and Training (EUNET),

een Europese koepel organisatie actief voor niet-formeel

leren. Er zijn ook andere projecten waaraan scholen kunnen

meedoen. Een voorbeeld hiervan is het Borders-project waarin

kinderen en jongeren uitgedaagd werden om na te denken

Page 34: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

30

over landgrenzen en dit creatief vorm te geven, bijvoorbeeld

in een videoclip of digitale animatie.

Lesmethoden

In sommige gevallen is DG EAC ook ondersteunend voor

lidstaten op gebied van leerinhoud, bijvoorbeeld onderzoek

naar effectiviteit van lesmethoden. Zo heeft DG EAC naar

aanleiding van het werkgroep rapport over het leren van talen

in het voortgezet onderwijs onderzoek gedaan naar methodes

voor effectief leren van vreemde talen. Hierin evalueert DG

EAC methodes voor het leren voor vreemde talen.27

Mobiliteit Leerlingenmobiliteit

Een belangrijke mogelijkheid voor digitale leerlingenmobiliteit

is eTwinning. eTwinning biedt een online platform voor

leerlingen die via het platform kunnen samenwerken. Leraren

kunnen projecten ontwikkelen en communiceren met collega’s

uit andere landen. eTwinning biedt een database met

projecten (zowel vakinhoudelijk als vakoverstijgend). Een

project kan gestart en geregistreerd worden als er minimaal

twee leraren deelnemen vanuit verschillende Europese

landen. Zodra een project geregistreerd is, kunnen leerlingen

in een afgeschermde ruimte online met elkaar samenwerken.

Onder Erasmus+ zijn er minder fysieke

mobiliteitsmogelijkheden voor leerlingen zoals die mogelijk

27 http://ec.europa.eu/languages/library/studies/clil-call_en.pdf

Page 35: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

31

waren onder het Comenius-programma.28 Voor niet ho-

studenten is er op dit moment binnen Erasmus+ alleen

uitwisseling mogelijk in het kader van strategische (school)

partnerschappen en binnen de jeugdsector. Binnen de

strategische partnerschappen voor scholen is

leerlingenmobiliteit mogelijk wanneer de toegevoegde waarde

voor het project is aangetoond. Binnen de jeugdsector kunnen

scholen alleen in aanmerking komen als deelname vrijwillig is,

uitwisselingen buitenschools zijn en gebaseerd op niet-formeel

leren.29

Lerarenmobiliteit

In het programma Erasmus+ is er binnen Key Action 1 ruimte

voor financiële ondersteuning voor mobiliteit om kennis en

vaardigheden onder leraren en ander schoolpersoneel te

vergroten. Mobiliteit is gericht op het verankeren van

internationalisering in het schoolbeleid. De directie/bestuur

van een onderwijsinstelling vraagt de Europese subsidie aan en

coördineert de mobiliteitsactiviteiten. Activiteiten die

ondernomen kunnen worden zijn bijvoorbeeld

nascholingscursussen, trainingen, jobshadowing en lesgeven

in een ander land.30

28 https://erasmusplus.org.uk/file/346/download 29 http://www.erasmusplus.nl/1_36_Mobiliteit-voor-jongeren-en-

jongerenwerkers.aspx 30 http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/documents/erasmus-plus-

programme-guide_en.pdf

Page 36: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

32

Concluderend, wat zijn de mogelijkheden voor

internationalisering van het funderend onderwijs binnen de

EU? Binnen de EU zijn er diverse mogelijkheden voor

internationalisering van funderend onderwijs. Zo zijn er de

ET2020-werkgroepen van de Europese Commissie waarin van

elkaar leren tussen landen centraal staat en wordt er

onderzoek gedaan naar good practices. Vanuit het Erasmus+

programma wordt er meer dan ooit ingezet op strategische

impact. De nadruk met name op kennisuitwisseling,

professionalisering voor onderwijspersoneel en strategische

partnerschappen. Ten opzichte van het vorige programma zijn

de mogelijkheden voor fysieke leerlingenmobiliteit beperkt.

Ook binnen het Europees Parlement speelt

internationalisering binnen het funderend onderwijs. Zo buigt

de Commissie voor cultuur en onderwijs zich op dit moment

over twee rapporten die van belang kunnen zijn voor het po en

vo. Naast de Europese instellingen zijn er veel verschillende

netwerken in Brussel die zich richten op uitwisselingen van

good practices in het onderwijs, organiseren van activiteiten,

projecten of bijeenkomsten. Een aantal van deze netwerken,

zoals European Schoolnet en EUCIS-LLL, zijn bekender dan

anderen.

Page 37: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

33

Hoe zien Nederlandse betrokkenen de mogelijkheden voor internationalisering in de EU en wat zouden zij

graag anders zien?

Vanuit Nederland bekeken

Na het beschrijven van de mogelijkheden in de EU in het vorige

hoofdstuk, kijken we in dit hoofdstuk naar de ervaren

mogelijkheden door Nederlandse betrokkenen. In gesprekken

is gevraagd aan betrokkenen hoe zij de rol zien van de EU en

wat idealiter aan activiteiten ondernomen zou worden. De

mogelijkheden worden beschreven aan de hand van

geïdentificeerde overkoepelde thema’s.

Visie op internationalisering

In de Europese Unie Betrokkenen ervaren dat de internationaliseringsvisie vanuit

EU strategie voornamelijk wordt beredeneerd vanuit

inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en hiermee individualiteit.

Een voorbeeld hiervan is het leren van vreemde talen en de

skills die leerlingen nodig hebben om te wonen en werken in

een ander land. Betrokkenen ervaren dat er langzaam iets

meer aandacht vanuit de EU is voor de vraag: ‘Wat willen wij

de kinderen in deze samenleving meegeven over de wereld?’

Deze insteek is bijvoorbeeld terug te zien in de conclusie van

de informele top van onderwijsministers in Parijs 17 maart

2015: “We have a special duty to ensure that the humanist and

Page 38: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

34

civic values we share are safeguarded and passed on to future

generations”.31

In het onderwijsveld

Er moet vanuit het onderwijs een duidelijke visie zijn wat de

onderwijssector leerlingen zou moeten meegeven voor de

toekomst en vanuit daar beredeneren hoe internationalisering

hieraan bijdraagt. Een aantal betrokkenen is van mening dat

hierover in het onderwijsveld vaak nog te weinig nagedacht

wordt. Zij benadrukken dat internationalisering te snel gaat

over vreemde talen of mobiliteit. Alhoewel vakken als Engels,

Duits en Frans ingang kunnen geven voor discussie over

culturele gebruiken, kan de onderwijssector misschien nog

explicieter kijken naar onderwerpen als wereldburgerschap,

democratie en interculturele competenties. Daarnaast wordt

er de kanttekening gemaakt dat alleen kijken binnen Europa

geen zin heeft, internationalisering houdt niet op bij EU-

grenzen.

Van elkaar leren

Sectoraal Veel betrokkenen zijn het erover eens dat de EU een

belangrijke rol kan spelen in het delen van good practices

tussen landen, bijvoorbeeld op gebied van beleid of juist meer

inhoudelijk op het gebied van lesmethodes. Alhoewel er nu

uitwisseling van good practices tussen landen op ministerie

niveau plaats vindt, zijn betrokkenen van mening dat juist

31 http://ec.europa.eu/education/news/2015/documents/citizenship-education-

declaration_en.pdf

Page 39: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

35

tussen veldorganisaties uit verschillende lidstaten veel van

elkaar geleerd kan worden. Ondanks dat onderwijssystemen in

landen drastisch van elkaar verschillen, zien betrokkenen wel

degelijk kansen om van elkaar te leren op strategisch niveau.

Vervolgens kunnen geleerde lessen verder verspreid worden,

bijvoorbeeld met andere nationale of lokale actoren. De EU

kan hierin een belangrijke rol in spelen, bijvoorbeeld door

faciliteren van Europese platforms. Een belangrijke

kanttekening die gemaakt wordt bij de platforms, is dat er zicht

moet blijven op kwaliteit. In het geval van interactieve

platforms is het gevaar dat er teveel irrelevant informatie op

komt.

Ook blijkt uit gesprekken met betrokkenen dat Europese

initiatieven voor samenwerking zoals ET2020 volledig aan de

sector voorbij gaan.

Intersectoraal Naast ‘traditionele’ netwerken voor het po/vo kan er ook veel

geleerd worden van andere sectoren binnen het onderwijs,

aldus geïnterviewde betrokkenen. Waarom niet samenwerken

met informele leernetwerken zoals EUNET op het gebied van

interculturele competenties?

Van project naar strategische impact Het merendeel van de betrokkenen geeft aan dat binnen

Erasmus+ het moeilijker en/of ingewikkelder is om een beurs

te krijgen vanwege de insteek op strategische impact. Zo is

voor veel mensen in het veld onduidelijk wat bedoeld wordt

met strategische partnerschappen zoals beschreven onder Key

Action 2 in Erasmus+. Betrokkenen erkennen het belang van

Page 40: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

36

een strategische impact en zijn van mening dat er niet adhoc

zonder visie gewerkt moet worden. Echter zien zij dat het veel

meer tijd en kennis vraagt van de onderwijssector. Tijd en

kennis die niet altijd beschikbaar is. Één van de betrokkenen

legt het uit als volgt: “Door de verschuiving naar een

bestuurlijke insteek is het voor enthousiaste leraren met visie

onmogelijk geworden om een projectvoorstel in te dienen”.

Betrokkenen zien hier een belangrijke taak voor de EU

weggelegd om toegankelijk informatie aanbieden voor het

onderwijsveld en laten zien wat de mogelijkheden zijn,

bijvoorbeeld door middel van voorbeelden.

Betrokkenen geven ook aan dat Erasmus+ vooral lijkt aan te

sturen op grote en uitgebreide projecten terwijl dit niet per se

de wens van het veld is. De mogelijkheid tot het indienen van

kleine voorstellen Erasmus+ een stuk toegankelijker maken en

tegemoet komen aan de wensen van het veld. De aankomende

calls voor strategische partnerschappen komen overigens al

tegemoet aan deze wens. Zo worden er een aantal

veranderingen doorgevoerd in de programmagids voor 2016,

zodat er ook binnen de strategische partnerschappen ruimte

komt voor kleinere projecten. Zo kan er in de toekomst

gekozen worden voor twee verschillende doelen binnen

strategische partnerschappen, respectievelijk ontwikkeling

van innovatie en uitwisseling van good practices.

Laatstgenoemde zal naar verwachting meer mogelijkheden

bieden voor kleinere projecten.

Page 41: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

37

Kerndoelen

Alhoewel dit rapport beoogt te kijken naar de samenwerking

en mogelijkheden op Europees niveau, kwam beleid op

nationaal niveau ook meermalen ter sprake.

Betrokkenen zijn het niet eens of internationalisering

(explicieter) verankerd moet worden in de kerndoelen voor het

po en vo. Voorstanders van verankeren beargumenteren dat

internationalisering hiermee een meer duidelijke positie in het

onderwijs krijgt. Tegenstanders beargumenteren dat

interculturele competenties al verankerd zijn in de kerndoelen

en dat het juist goed is dat er ruimte is voor scholen om zelf

visies te ontwikkelen hoe zij hierop willen inzetten.

Betrokkenen geven aan dat het op dit moment ook afhangt van

de uitkomsten van Onderwijs2032 hoe er vorm gegeven wordt

aan internationalisering. Sommige betrokkenen hopen dat het

Ministerie van OCW een visie formuleert voor

internationalisering in het funderend onderwijs naar

aanleiding van Onderwijs2032. Op basis van deze visie kunnen

scholen zelf de invulling hiervan vormgeven. Hetzelfde wordt

gehoopt voor de uitkomsten van het advies van de

Onderwijsraad. Kortom, er speelt op dit moment veel in het

funderend onderwijs op nationaal niveau.

Page 42: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

38

Concluderend, hoe zien Nederlandse betrokkenen de

mogelijkheden voor internationalisering in de EU en wat

zouden zij graag anders zien? Vanuit de EU is

internationalisering op dit moment vooral gericht op skills voor

employability, terwijl betrokkenen graag zien dat het gericht is

op een bredere vraag: ‘Wat willen wij kinderen in het

onderwijs meegeven over de wereld?’. Wel zien sommige

betrokkenen langzaam een kleine verandering op gang komen

in de EU. Door de verschuiving naar strategische impact binnen

het Erasmus+ ervaren betrokkenen het programma als een

stuk minder toegankelijk voor het onderwijsveld. De EU zou

een duidelijke positie moeten innemen in het aanbieden van

toegankelijke informatie voor het onderwijsveld, bijvoorbeeld

door middel van voorbeelden. Daarnaast zien betrokkenen

een belangrijke faciliterende rol voor de EU in het uitwisselen

van kennis en good practices tussen (veld)organisaties.

Page 43: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

39

Is internationalisering in het funderend onderwijs

overbodige luxe of noodzakelijk thema?

Mogelijkheden voor Nederland

In voorgaande hoofstukken hebben we respectievelijk gekeken

naar mogelijkheden binnen de EU en de ervaren

mogelijkheden door betrokkenen. In dit hoofdstuk zijn deze

perspectieven naast elkaar gelegd om te identificeren waar

kansen liggen voor het Nederlandse funderend onderwijs.

Verschuiving De laatste jaren zien we er binnen de EU een duidelijke

verschuiving met meer focus op strategische impact. Een van

de manieren om dit te bereiken is door werkgroepen zoals

ET2020 en projectfinanciering hier meer op te richten. Waar

vroeger bijvoorbeeld veldpartijen betrokken werden bij

werkgroepen van DG EAC, zijn dit nu voornamelijk de

betreffende beleidsmedewerkers van het Ministerie.

Daarnaast zien we dat binnen de financiering van Erasmus+ het

vaak van belang is dat bijvoorbeeld de school (schoolbestuur,

en schoolleider) en/of koepelorganisatie een beurs aanvraagt

voor Erasmus+ in plaats van de individuele leraar. Hiermee

beoogt de Europese Commissie dat activiteiten breder en

structureel geïmplementeerd worden bijvoorbeeld in

beleidsplannen dan dat het een eenmalig project is in één klas.

Visieontwikkeling Op dit moment lijkt het Nederlandse onderwijsveld zich vooral

te focussen op internationalisering binnen de scholen door

middel van leerinhoud en leerlingenmobiliteit. Echter met de

verschuiving naar strategische impact wordt het meer en meer

Page 44: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

40

van belang om als organisatie na te denken over wat je wil

bereiken en hoe internationalisering daaraan kan bijdragen.

Bijvoorbeeld door middel van een visie ontwikkeling in een

beleidsplan internationalisering. Dit is van belang voor zowel

schoolbesturen en schoolleiders als nationale betrokkenen.

Zet de Nederlandse agenda Voor de vraag: ‘Wat willen wij bereiken in het onderwijsveld

en wat kan internationalisering daaraan bijdragen?’, kan goed

aangehaakt worden op nationale discussies binnen

Onderwijs2032 en het advies van de Onderwijsraad over de

internationaliseringsagenda. Voor betrokkenen ligt hier een

belangrijke kans om internationalisering breder in het primair

en voortgezet onderwijs op de agenda te krijgen door het

belang van internationalisering voor het onderwijs te laten

zien. Zo heeft op het gebied van internationalisering EP-Nuffic

een bijdrage geleverd aan de nationale discussie over

Onderwijs2032.32

32 http://www.europeesplatform.nl/wp-content/uploads/2015/07/Magazine-2032-

EP-Nuffic.pdf

Page 45: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

41

Zoek aansluiting Op dit moment gaan EU-initiatieven als ET2020 nog volledig

aan de Nederlandse onderwijssector voorbij. Terwijl het juist

belangrijk is om te weten wat er speelt op EU niveau zodat de

sector hierop kan inspelen en in dialoog kan blijven met de

Europese instellingen: ‘Hoe pakken wij het in Nederland aan,

wat werkt of wat werkt niet?’. Vanuit het Nederlandse

onderwijsveld wordt een duidelijke rol gezien voor de EU om

faciliterend op te treden voor het uitwisselen van good

practices. Ook hiervoor is het van belang om kennis te nemen

van bestaande platforms zoals SchoolEducationGateway. Ook

hier is het belangrijk om in gesprek te blijven: ‘Wat verwachten

we van een platform, hoe draagt het voor ons bij aan goed

onderwijs en wat willen wij laten zien via dit platform?’. Hierbij

is het van belang zowel te kijken naar EU instellingen als naar

netwerken zoals European Schoolnet en EUCIS-LLL.

Zet de Europese agenda Naast de kennisuitwisseling op Europees niveau is er ook een

kans voor het funderend onderwijs om bij te dragen aan het

zetten van de agenda. Zo heeft het Nederlands onderwijs tal

van goede initiatieven op gebied van talen. Het is goed

denkbaar dat deze initiatieven interessant zijn voor de afdeling

meertaligheid binnen de Europese Commissie. Daarnaast

bieden ook de rapporten, waar het Parlement zich over buigt

interessante mogelijkheden voor het uitwisselen van

perspectieven met Europarlementariërs in de betreffende

parlementscommissie. Voor het funderend onderwijs ligt hier

een mogelijkheid om haar stem te laten horen.

Page 46: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

42

Concluderend, Is internationalisering in het funderend

onderwijs overbodige luxe of noodzakelijk thema?

Internationalisering in het funderend onderwijs is zeker geen

overbodige luxe maar een thema waar aandacht voor nodig is

vanuit de onderwijssector. De wereld internationaliseert, en er

ligt een belangrijke taak bij het onderwijs om leerlingen hierop

voor te bereiden. Er liggen op dit moment binnen de EU kansen

om met andere landen en actoren samen te werken, van elkaar

te leren, aan te haken bij bestaande projecten en bij te dragen

aan Europese initiatieven. Echter scholen en/of de

onderwijssector moet een duidelijke visie hebben over hoe

internationalisering bijdraagt aan beter onderwijs voor de

leerling. Huidige nationale initiatieven als de

internationaliseringsagenda en Onderwijs2032 bieden een

goede mogelijkheid om dit gesprek aan te gaan.

Page 47: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

43

Aanbevelingen Voor scholen: Internationalisering in het onderwijs is

meer dan internationaliseren van de leerinhoud en

stimuleren van mobiliteit. Stel jezelf de vraag als

school of koepelorganisatie wat je wilt bereiken en hoe

internationalisering hieraan kan bijdragen. Hiervoor

kan ook geleerd worden van andere

onderwijssectoren die hier al meer ervaring mee

hebben zoals het mbo en ho.

Voor PO-raad, VO-raad en EP-Nuffic: Wees je bewust

van de organisaties die actief zijn en projecten die

georganiseerd worden op EU niveau. Leer van elkaar,

zoek aansluiting en ga niet het wiel opnieuw uitvinden.

Voor PO-raad, VO-raad, EP-Nuffic en scholen: Waar

ben goed in en wat wil je anderen laten zien?

Internationalisering is meer dan alleen informatie

opdoen, het gaat om van elkaar leren en

kennisuitwisseling. Kijk daarbij ook naar de

mogelijkheden om in Europa de stem van het

funderend onderwijs te laten horen.

Voor EP-Nuffic: Ondersteun schoolleiders bij het

formuleren van een visie op internationalisering: ‘Hoe

kan het bijdragen aan wat je kinderen wilt meegeven

binnen het onderwijs?’. Geef schoolleiders handvatten

om hierover na te denken. Inspireer ze door middel

van andere voorbeelden en formuleer vragen

waarover nagedacht kan worden. Laat hierbij de

toegevoegde waarde zien van internationalisering.

Page 48: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

44

Bijgewoonde bijeenkomsten &

gesprekspartners

Bijeenkomsten EP-Nuffic Jaarcongres 2015 ‘Onderwijsbreed internationaliseren’ EP-Nuffic Workshop Strategische Agenda: ‘Naar een onderwijsbrede internationaliseringsagenda’

Gesprekpartners Miriam Appelman Senior beleidsadviseur internationalisering, VO-raad Elvira Arkesteijn Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training, EP-Nuffic Robert Coelen Professor Internationalisation of Higher Education, Stenden Hogeschool Kristina Cunningham Beleidsmedewerker Unit B2 Schools and educators; multilingualism, Directoraat-Generaal Onderwijs en Cultuur Suzan van Dieren Coordinator Elos programma en Teamcoordinator Internationaal Curriculum, EP-Nuffic Myrna Feuerstake Adjunct-directeur, Earlybird/ Coordinator VVTO, EP-Nuffic

Page 49: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

45

Adinda van Gaalen Senior beleidsmedewerker, EP-Nuffic Mtinkheni Gondwe Senior beleidsmedewerker, EP-Nuffic Thomas Heckeberg Vertegenwoordiging, EUNET Wim Horsch Beleidsadviseur College van Bestuur, SVO PL Joke van der Leeuw-Roord Secretaris-Generaal EUCIS-LLL Stephan Meershoek Hoofd Netwerken en Relaties, EP-Nuffic Berlinde Tellegen Projectmedewerker Eurydice, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Luca Tomasi Beleidsmedewerker Unit B2 Schools and educators; multilingualism, Directoraat-Generaal Onderwijs en Cultuur Mark Weekenborg Senior beleidsadviseur internationalisering, PO-raad Daphne de Wit Beleidsmedewerker Unit B2 Schools and educators; multilingualism, Directoraat-Generaal Onderwijs en Cultuur

Page 50: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

46

Meer informatie Nieuwsgierig geworden naar een van de genoemde projecten of netwerken? Hier zijn alle webadressen voor u op een rijtje gezet. Buurtalen Limburg Wilt u meer weten over de mogelijkheden onder het Buurtalen-initiatief, kijk dan op http://www.buurtalenlimburg.eu of neem contact op via [email protected] Earlybird Kijk voor meer informatie over het vroeg vreemdetalenonderwijs Engels programma op http://www.earlybirdie.nl Erasmus+ Wilt u meer informatie over het Erasmus+ programma? Neemt u dan een kijkje op de website van het Nationaal Agentschap http://www.erasmusplus.nl/ ELOS-Scholen Meer informatie over ELOS-scholen kunt u vinden op http://www.europeesplatform.nl/elos/wat-is-elos-2/. Het Common Framework for Europe Competence kunt u vinden via http://www.europeesplatform.nl/elos/wp-content/uploads/sites/3/2013/12/Elos-CFEC-2013-NED.pdf

Page 51: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

47

ET2020-werkgroepen Voor meer informatie over de huidige ET2020 werkgroepen kunt u terecht op http://ec.europa.eu/education/policy/strategic-framework/expert-groups_en.htm eTwinning Interesse in eTwinning? Schrijf u dan in via http://www.etwinning.net/ en blader door het aanbod of zet zelf een project op. Voor vragen kunt u contact opnemen met EP-Nuffic. Kijk voor de contact gegevens op http://www.europeesplatform.nl/etwinning EUCIS-LLL Wilt u meer weten over EUCIS-LLL, kijk dan op http://www.eucis-lll.eu EUNET (Borders) Het borders-project is inmiddels afgelopen maar kijk op http://www.european-net.org/ onder het kopje projecten voor nieuwe initiatieven op het gebied van niet-formeel leren. EUROCLIO Wilt u meer weten over de Europese vereniging van geschiedenisleraren? Kijkt u dan op http://www.euroclio.eu European School Heads Association Wilt u meer weten over de European School Heads Association? Kijk dan op http://www.esha.org

Page 52: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

48

European Schoolnet (Academy) Meer informatie over European Schoolnet vind u op http://www.eun.org/. Wilt u meer weten over de online cursussen voor leraren? Kijk dan op http://www.europeanschoolnetacademy.eu Europees talenlabel Wilt u meedoen? Meld u aan via de site van EP-Nuffic: http://www.europeesplatform.nl/europeestalenlabel/ Via een database van de Europese Commissie kunt u zoeken in eerdere initiatieven: http://ec.europa.eu/education/language/label/label_public Ook is er een rapport beschikbaar waarin de good practices van de afgelopen 7 jaar gebundeld zijn: http://ec.europa.eu/languages/library/publications/7-year-ell-llp-projects.pdf Eurydice Wilt u meer informatie over onderwijssystemen in EU landen of de heeft u interesse in de rapporten van EURYDICE? Kijk dan op: https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice Handreiking Internationalisering PO-Raad Wilt u meer weten over de toolbox internationalisering van de PO-raad, kijk dan op http://www.poraad.nl/ledenondersteuning/toolboxen/internationalisering/internationalisering

Page 53: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

49

Handreiking Internationalisering VO-academie Meer weten over de internationaliseringhandreiking van de VO-academie, kijk dan op http://www.vo-academie.nl/internationalisering Historiana Bent u geïnteresseerd in het online portaal van EUROCLIO? Neemt u dan een kijkje op http://historiana.eu/ International Baccalaureate Meer informatie over het International Baccalaureate kunt u hier vinden: http://www.ibo.org Internationale PABO Wilt u meer weten over de Internationale PABO opleiding aan Steden Hogeschool? Kijk dan op: https://stenden.com/opleidingen/internationale-pabo-iteps Juvenes Translatores Voor meer informatie over de Juvenes Translatores wedstrijd kijk op: http://ec.europa.eu/translatores/index_nl.htm Line Wilt u een module volgen over internationalisering in het po/vo via Line? Gaat u dan naar www.internationalisering.nl Netwerk tweetalig onderwijs Bent u geïnteresseerd in het netwerk tweetalig onderwijs? Kijkt u dan op http://www.europeesplatform.nl/tto

Page 54: Rapport: Internationalisering in funderend onderwijs

50

Tien voor Europa Wilt u meedoen met het project tien voor Europa of een ander project van het Europees Parlement Bureau Nederland? Kijk dan op: http://www.europeesparlement.nl/nl/projecten_voor_jongeren.eu Tweetalig Primair Onderwijs Wilt u meer weten over de pilot Tweetalig Primair Onderwijs? Kijk dan op de website: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/basisonderwijs/vraag-en-antwoord/wat-houdt-de-pilot-tweetalig-primair-onderwijs-tpo-in.html SchoolEducationGateway Bent u leraar en/of onderwijsprofessional en wilt u meer weten over Europese projecten en gebruik maken van tools voor Erasmus+? Ga dan naar: http://www.schooleducationgateway.eu UNESCO-scholen Wilt u meer weten over UNESCO-scholen in Nederland? Kijkt u dan op: http://www.unescoscholen.nl Vroeg vreemdetalenonderwijs Interesse in vroeg vreemdetalenonderwijs? Kijkt u dan op: http://www.europeesplatform.nl/vvto