Integrale toelichtings- en screeningsnota ·...

89
IMAGINE THE RESULT Integrale toelichtings- en screeningsnota RUP POLDERSTRAAT Gemeente Bredene 6599 | Versie J | november 2015

Transcript of Integrale toelichtings- en screeningsnota ·...

Page 1: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

IMAGINE THE RESULT

Integrale toelichtings- en screeningsnota RUP POLDERSTRAAT Gemeente Bredene 6599 | Versie J | november 2015

Page 2: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

2/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

OPDRACHTGEVER

Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450 Bredene Yannick Wittewrongel [email protected] tel: 059 33 91 91

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN POLDERSTRAAT TOELICHTINGS- EN SCREENINGSNOTA

OPDRACHTNEMER

ARCADIS Belgium nv Posthofbrug 12 2600 Antwerpen – Berchem BTW BE 0426.682.709 RPR ANTWERPEN ING 320-0687053-72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 BIC BBRUBEBB

Contactpersoon:

Bart Antheunis Tel: +32 9 242 44 25 Fax: +32 9 242 44 45 [email protected] www.arcadisbelgium.be

Page 3: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

3/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Revisie

Versie Datum Opmerking

A december 2009 Schetsontwerp RUP

B augustus 2010 Voorontwerp RUP

C Februari 2011 Aanpassingen na toelichting CBS

D Februari 2012 Aanpassingen

E December 2013 Aanpassingen

F Februari 2015 Aanpassingen

G Maart 2015 Aanpassingen

H Mei 2015 Aanpassingen

I Juni 2015 Aanpassingen na plenaire vergadering

J November 2015 Aanpassingen n.a.v. openbaar onderzoek

Opgesteld

Afdeling/discipline Functie Naam Handtekening Datum

Infrastructuur,

Ruimte & Verkeer

Projectmedewerker

Ruimtelijke Planning

Marjolijn Claeys

Jasper Wittock

Mieke Belmans

Geverifieerd

Afdeling Functie Naam Handtekening Datum

Infrastructuur,

Ruimte & Verkeer

Projectverantwoordelijke

Ruimtelijk Planning

Bart Antheunis

24/11/2015

Goedgekeurd door klant

Afdeling Functie Naam Handtekening Datum

Page 4: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

4/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

TOELICHTINGSNOTA

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN POLDERSTRAAT

Provincie West-Vlaanderen

Gemeente Bredene

Dit plan werd opgesteld door één of meerdere erkende Ruimtelijk Planners:

Mieke Belmans

Bart Antheunis

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Bredene

in zitting van JJJJJJJJJ.

De gemeentesecretaris

De voorzitter gemeenteraad

Het college van burgemeester en schepenen van Bredene bevestigt dat onderhavig plan

ter inzage van het publiek werd neergelegd gedurende het openbaar onderzoek

van JJJJJJJJ. tot JJJJJJJJJJ.

De gemeentesecretaris

De burgemeester

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Bredene

in zitting van JJJJJJJJJ.

De gemeentesecretaris

De voorzitter gemeenteraad

Page 5: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

5/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Inhoudsopgave

TOELICHTINGSNOTA ................................................................................................................. 10

1 Inleiding .............................................................................................................................. 10

1.1 Aanleiding .............................................................................................................. 10

1.2 Afbakening plangebied .......................................................................................... 10

2 Beleidskader ....................................................................................................................... 11

2.1 De ruimtelijke structuurplannnen als kader ............................................................ 11

2.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) ................................................................ 11

2.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen ............................................... 12

2.1.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Bredene .......................................................... 13

3 Ruimtelijke situering .......................................................................................................... 17

3.1 Historische situering ............................................................................................... 17

3.2 Bestaande feitelijke toestand ................................................................................. 19

3.2.1 Mens - ruimtegebruik ................................................................................................... 19

3.2.2 Mens - Mobiliteit ........................................................................................................... 26

3.2.3 Bodem .......................................................................................................................... 26

3.2.4 Fauna en flora .............................................................................................................. 26

3.2.5 Water ........................................................................................................................... 27

3.2.6 Landschap ................................................................................................................... 28

4 Bestaande juridische toestand .......................................................................................... 29

4.1 Juridische tabel ...................................................................................................... 29

4.2 Verdieping bij de juridische tabel............................................................................ 32

4.2.1 Gewestelijk RUP afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende .............................. 32

4.2.2 RUP Kop van ’t Sas ..................................................................................................... 32

4.2.3 RUP Parkbos ............................................................................................................... 33

5 Doelstellingen, visie en concepten ................................................................................... 35

5.1 Doelstellingen ........................................................................................................ 35

5.1.1 Verdichten .................................................................................................................... 35

5.1.2 Waterfront .................................................................................................................... 35

5.1.3 Kern versterken ............................................................................................................ 35

5.2 Visie ....................................................................................................................... 36

5.3 Concepten ............................................................................................................. 36

5.3.1 Zichtassen naar de spuikom ........................................................................................ 36

5.3.2 Twee strategische hoofdassen .................................................................................... 37

5.3.3 Dijk als bindende promenade ...................................................................................... 37

5.3.4 Bindende hoofdontsluitingsas ...................................................................................... 38

5.3.5 Diversiteit in het wonen ................................................................................................ 38

6 Strategische projecten ....................................................................................................... 39

Page 6: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

6/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

6.1 Strategisch project voormalige gemeentelijke werkhuizen ..................................... 39

6.2 Strategisch project Europaschool ........................................................................... 40

6.3 Vertaling naar bestemmingszones ......................................................................... 45

6.3.1 Zone voor waterfront .................................................................................................... 45

6.4 Visserstraat ............................................................................................................ 46

6.4.1 August Plovieplein ....................................................................................................... 47

6.4.2 Zone voor gesloten bebouwing .................................................................................... 48

6.4.3 Zone voor gesloten en gegroepeerde bebouwing ....................................................... 49

6.4.4 Zone voor halfopen en open bebouwing ..................................................................... 50

6.4.5 Strategische projecten ................................................................................................. 50

6.4.6 Recreatiezone en waterpromenade............................................................................. 51

7 Milieubeoordeling ............................................................................................................... 52

7.1.1 Inleiding ........................................................................................................................ 52

7.2 Stap 1: Toetsing toepassingsgebied ...................................................................... 53

7.2.1 Toelichting decreet....................................................................................................... 53

7.2.2 Toetsing aan het decreet DABM .................................................................................. 53

7.3 Stap 2: is het plan van rechtswege plan-MER-plichtig ............................................ 54

7.3.1 Bepaling van de plan-MER-plicht van rechtswege ...................................................... 54

7.3.2 Toetsing aan de categorie A ........................................................................................ 54

7.3.3 Toetsing aan de categorie B ........................................................................................ 56

7.3.4 Conclusie over de plan-MER-plicht van rechtswege ................................................... 57

7.4 Stap 3: Milieubeoordeling ...................................................................................... 57

7.4.1 Screeningscriteria plan-MER-decreet .......................................................................... 57

7.4.2 Onderzoek naar aanzienlijke milieu-effecten ............................................................... 58

7.4.3 Grensoverschrijdende effecten .................................................................................... 66

7.4.4 Doorwerking van het milieuonderzoek in het RUP ...................................................... 67

8 Ruimteboekhouding ........................................................................................................... 68

9 Op te heffen voorschriften ................................................................................................. 68

9.1 Op te heffen gewestplanvoorschriften .................................................................... 68

9.2 Op te heffen verkavelingsvoorschriften .................................................................. 69

10 Register van de percelen die mogelijks in aanmerking komen voor

planschadevergoeding, planbatenheffing, bestemmingswijzigingscompensatie of

compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften ............................................................... 70

10.1 Planschade ............................................................................................................ 70

10.1.1 Het begrip planschade ................................................................................................. 70

10.1.2 Het bedrag van de vergoeding .................................................................................... 70

10.1.3 Toekenning van planschadevergoeding ...................................................................... 70

10.1.4 Uitzonderingen en vrijstellingen ................................................................................... 71

10.1.5 Meer informatie over planschade ................................................................................ 71

10.2 Planbaten .............................................................................................................. 71

10.2.1 Het begrip planbaten ................................................................................................... 71

Page 7: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

7/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

10.2.2 Het bedrag van de heffing ........................................................................................... 71

10.2.3 Inning van de planbatenheffing .................................................................................... 71

10.2.4 Uitzonderingen en vrijstellingen ................................................................................... 72

10.2.5 Meer informatie over planbaten ................................................................................... 72

10.3 Kapitaalschade ...................................................................................................... 72

10.3.1 Het begrip kapitaalschade ........................................................................................... 72

10.3.2 Het bedrag van de kapitaalschadecompensatie .......................................................... 72

10.3.3 Toekenning van de kapitaalschadecompensatie ......................................................... 72

10.3.4 Voorwaarden ................................................................................................................ 73

10.3.5 Meer informatie over kapitaalschadecompensatie ...................................................... 73

10.4 Gebruikersschade .................................................................................................. 73

10.4.1 Het begrip gebruikersschade ....................................................................................... 73

10.4.2 Het bedrag van de gebruikerscompensatie ................................................................. 73

10.4.3 Toekenning van de gebruikerscompensatie ................................................................ 73

10.4.4 Voorwaarden ................................................................................................................ 74

10.4.5 Meer informatie over gebruikerscompensatie ............................................................. 74

BIJLAGEN.................................................................................................................................... 75

Page 8: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

8/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Lijst der figuren

Figuur 1: Schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen, RSV................................... 11

Figuur 2: schematische weergave van de gewenste ruimtelijke structuur, PRS-WV ............................ 12

Figuur 3: (links) schematische weergave gewenste ruimtelijke structuur van de Kustruimte, PRS-WV

......................................................................................................................................................................... 12

Figuur 4: (rechts) schematische weergave gewenste ruimtelijke structuur van de Oostendse ruimte,

PRS-WV........................................................................................................................................................... 12

Figuur 5: Schematische weergave van gewenste ruimtelijke structuur Bredene, GRS ........................ 16

Figuur 6: Ferraris kaart 1770 en Chanlaire-Capitaine kaart 1792-1796 .................................................... 17

Figuur 7: Vandermaelen kaart 1795-1869 en MCI kaart 1885 .................................................................... 18

Figuur 8: MCI kaart 1913, luchtfoto 1971 versus huidige toestand, WVI ................................................. 19

Figuur 9: referentieontwerp lange termijn .................................................................................................. 33

Figuur 10: voorstel inrichtingsplan parkbos, Grontmij ............................................................................. 34

Figuur11: concepttekening zichtassen ....................................................................................................... 36

Figuur 12: concepttekening strategische projecten .................................................................................. 37

Figuur 13: concepttekening dijk als verbindende promenade ................................................................. 37

Figuur 14: concepttekening hoofdontsluitingsas ...................................................................................... 38

Figuur 15: concepttekening diversiteit in het wonen ................................................................................ 38

Figuur 16: referentiebeeld beoogde invulling............................................................................................. 40

Figuur 17: Palmbout MP 18/02/2010 - inrichtingsscenario ........................................................................ 41

Figuur 18: Palmbout MP 18/02/2010 - zicht op de school vanuit het Plovieplein. .................................. 42

Figuur 19: Palmbout MP 18/02/2010 - contour van het August Plovieplein ............................................ 43

Figuur 20: Palmbout MP18/02/2010 – twee verschillende sferen in de publieke ruimtes ...................... 43

Figuur 21: Palmbout MP18/02/2010 - zichtas naar Oostende ................................................................... 43

Figuur 22: Palmbout MP18/02/2010 - zicht op school vanuit Europastraat ............................................. 44

Figuur 23: Palmbout MP18/02/2010 - zicht op woonblokken aan de Spuikom. ....................................... 44

Figuur 24: Maximale bouwenveloppe waterfront ....................................................................................... 45

Figuur 25: Referentie – Borneo Sporenburg Amsterdam, MVRDV .......................................................... 45

Figuur 26: Maximale bouwenveloppe bebouwing verkaveling Vissersstraat ......................................... 46

Figuur 27: Maximale bouwenveloppe afwerking achterkant Polderstraat .............................................. 47

Figuur 28: Maximale bouwenveloppe art. 7 ................................................................................................ 48

Figuur 29: Maximale bouwenveloppe art. 9 ................................................................................................ 48

Figuur 30: Maximale bouwenveloppe .......................................................................................................... 49

Figuur 31: Nukkerwijkstraat ......................................................................................................................... 49

Figuur 32: Maximale bouwenveloppe .......................................................................................................... 49

Figuur 33: Watervliegpleinstraat .................................................................................................................. 49

Figuur 34: Impressie opwaardering garagestraatjes ................................................................................. 50

Figuur 35: Fritz Vinckelaan ........................................................................................................................... 50

Figuur 36: stappen in dit onderzoek tot milieueffectrapportage .............................................................. 52

Figuur 37: Zoneringsplan.............................................................................................................................. 59

Page 9: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

9/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Figuur 38: Overschrijdingen van de verschillende normen bepaald via de gemiddelde RIO-interpolaties

voor de jaren 2006-2007-2008 ....................................................................................................................... 61

Lijst der kaarten

Kaart 1: Ruimtelijke situering - Ruimtelijke context op macroniveau ...................................................... 17

Kaart 2: Ruimtelijke situering - Ruimtelijke context op mesoniveau ....................................................... 19

Kaart 3: Bestaande feitelijke toestand - Ruimtelijke context op microniveau ........................................ 19

Kaart 4: Bestaande juridische toestand – gewestplan .............................................................................. 29

Kaart 5: Bestaande juridische toestand – biologische waarderingskaart ............................................... 29

Kaart 6: Bestaande juridische toestand – VEN & Habitatrichtlijnen ........................................................ 29

Kaart 7: Bestaande juridische toestand – watertoets deel1...................................................................... 29

Kaart 8: Bestaande juridische toestand – watertoets deel2...................................................................... 29

Kaart 9: Bestaande juridische toestand – landschapsatlas en monumenten ......................................... 29

Kaart 10: Bestaande juridische toestand – buurt- en voetwegen & fietsroutenetwerk FRN ................. 29

Kaart 11: Grafisch register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten,

kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn ................................................................. 70

Page 10: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

10/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

TOELICHTINGSNOTA

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het RUP Polderstraat wordt opgesteld in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk

structuurplan Bredene (GRS). Het RUP geeft uitvoering aan de gewenste ruimtelijke

structuur voor de Nukkerwijk in Bredene, gelegen binnen het regionaal stedelijk gebied

Oostende.

De gemeente wil met dit RUP verder de ontwikkeling van een vernieuwde Spuikom

omgeving stimuleren en de aantrekkingskracht van de Nukkerwijk versterken. Ze beoogt

een zekere beeldkwaliteit die de leefbaarheid en het imago van de wijk moet opwaarderen.

Nieuwe strategische projecten worden mogelijk gemaakt die de wijk verder verdichten en

een vernieuwde, bij de identiteit van de wijk passende, skyline schenken aan de Spuikom.

1.2 Afbakening plangebied

Het plangebied wordt in het westen begrensd door de Spuikom. De grens van het

plangebied loopt langs het pad op de dijk. De helling van de dijk ligt immers nog op het

grondgebied van de gemeente Bredene. Het pad en de spuikom zelf vallen buiten het

grondgebied.

De noordelijke/noordoostelijke grens van het plangebied wordt bepaald door het openbaar

domein van de Spuikomlaan, dat nog volledig is opgenomen in het plangebied.

De Sportstraat wordt volledig opgenomen in het plangebied, net als de bebouwing die het

August Plovieplein begrenst. Deze vormen de oostelijke/zuidoostelijke grens van het

plangebied. De Fritz Vinckelaan wordt enkel in het plangebied opgenomen ter hoogte van

het August Plovieplein. Daar bepaalt de straat immers mee de sfeer op het plein.

De zuidelijke grens van het plangebied wordt bepaald door de bebouwing van de

Nukkerwijkstraat. Deze percelen zijn volledig opgenomen in het plangebied.

De oppervlakte van het plangebied van het RUP Polderstraat bedraagt ca. 18 ha.

Page 11: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

11/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

2 Beleidskader

2.1 De ruimtelijke structuurplannnen als kader

2.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

Op 23 september 1997 werd het eerste Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. De uitgangshouding is het realiseren van

een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. De belangrijkste doelstelling is het tegengaan van

de verdere verspreiding van stedelijke functies en de versnippering van de open ruimte.

Bredene is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen in het stedelijk netwerk Kust

opgenomen. Dit stedelijk netwerk is niet zozeer één aaneengesloten stedelijk gebied dan

wel een gebied waar enkele stedelijke gebieden op korte afstand van elkaar liggen en die

omwille van toeristisch-recreatieve voorzieningen en potenties van nationale betekenis

zijn. Hierbij moet rekening worden gehouden met de specifieke behoeften aan tweede

verblijven en vakantiewoningen.

Binnen het stedelijk netwerk Kust wordt Oostende geselecteerd als regionaalstedelijk

gebied. Delen van Bredene behoren tot dit regionaalstedelijk gebied.1

Figuur 1: Schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen, RSV

1 RSV: 2 Gewenste Ruimtelijke Structuur; Regionaalstedelijke gebieden; pg 338

Page 12: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

12/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

2.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen

Het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) is goedgekeurd bij

Ministerieel Besluit van 6 maart 2002. Op 22 april 2010 heeft de deputatie beslist om het

provinciaal ruimtelijk structuurplan in herziening te stellen. Op 11 februari 2014 is het

addendum van het provinciaal ruimtelijk structuurplan goedgekeurd bij ministerieel besluit.

De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van West-Vlaanderen wordt samengevat in het

motto “West-Vlaanderen: ruimte voor verscheidenheid”. Om deze verscheidenheid te

realiseren, hanteert de provincie verschillende deelruimten. De sterk verstedelijkte

kustband wordt daarbij als deelruimte aangeduid (Kustruimte) en komt overeen met het

stedelijk netwerk Kust geselecteerd op Vlaams niveau. De rol van deze deelruimte wordt

al grotendeels in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bepaald.

In het addendum PRS-WV worden op grondgebied van Bredene geen kernen geselecteerd

buiten het stedelijk gebied.

Figuur 2: schematische weergave van de gewenste ruimtelijke structuur, PRS-WV

Figuur 3: (links) schematische weergave gewenste ruimtelijke structuur van de Kustruimte, PRS-WV

Figuur 4: (rechts) schematische weergave gewenste ruimtelijke structuur van de Oostendse ruimte, PRS-

WV

Page 13: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

13/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

2.1.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Bredene

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bredene is bij besluit van 5 oktober 2006 van de

bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen goedgekeurd.

2.1.3.1 Relevante bepalingen uit het richtinggevend deel

In de globale visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Bredene wordt aangegeven

dat de gemeente wil streven naar het vrijwaren van de gemeentelijke dynamiek waarbij de

duale verhouding tussen de toeristisch-recreatieve activiteiten en de behoeften van de

lokale bevolking in balans moeten worden gehouden. De leefbaarheid van Bredene mag

niet ten koste gaan van deze dynamiek. Bredene wil zich voornamelijk profileren als een

onthaaste kustgemeente, een rustig en harmonieus woon- en toeristisch verblijfsoord

tussen duinen, water en polders, waar het aangenaam vertoeven is in de nabijheid van de

stad Oostende, van kwalitatieve recreatiemogelijkheden en een waardevolle natuur.

Om deze visie te bekrachtigen gaat de prioriteit o.m. uit naar volgende doelstellingen die

een ruimtelijke weerslag vinden in het RUP Polderstraat:

• Ruimte voor kwaliteit

Het streven naar kwaliteit is een van de meest algemene doelstellingen van Bredene.

Kwaliteitsvolle projecten zijn voornamelijk duurzame ruimtelijke ontwikkelingen. Hierbij is

het stimuleren van de sanering en renovatie van het bestaande woningpatrimonium een

belangrijk onderdeel. Volgens het GRS komt deze houding tot uiting in o.a. het procesmatig

behouden en versterken van bestaande ruimtelijke kwaliteiten, het oplossen van

knelpunten, optimaal benutten van kansen en het creëren van een samenhang tussen de

ruimtelijke fragmenten. Verder wordt het begrip kwaliteit gedefinieerd door het

onderscheiden van vier basispeilers:

1. Stedenbouwkundige kwaliteit – Hierbij is het straatbeeld en de ruimere omgeving in

relatie tot de draagkracht van de ruimte van belang.

2. Architecturale kwaliteit – Deze wordt bepaald door o.a. materiaalgebruik, vormgeving

en detaillering.

3. Financiële haalbaarheid – Dit moet de uitvoering van een project een effectieve

slaagkans geven.

4. Overleg met de bevolking – Alle ruimtelijke ontwikkelingen gebeuren volgens de traditie

in overleg met de bevolking. De bestaande overlegstructuren kunnen eventueel

worden uitgebreid met commissies die waken over de kwaliteit.

• Uitbouwen van een gestructureerde en gedifferentieerde verstedelijkte ruimte

Via het herwaarderen/opwaarderen van de woningvoorraad beoogt Bredene het behouden

en versterken van een kwalitatief woningaanbod. Langs de Spuikom, tussen de

Spuikomlaan en de Nukkerwijkstraat, treffen we verouderde bebouwing aan, oude

schoolpaviljoentjes en een braakliggend binnengebied. De gemeente wenst voor deze

potentievolle site een stedenbouwkundige studie op te maken die de mogelijkheden en de

draagkracht van dit gebied aftoetst. In afweging van de ruimtelijke draagkracht zal

nagegaan worden hoe inbreiding mogelijk is langs de Visserstaat en wat de potenties zijn

voor de leegstaande schoolgebouwen.

Page 14: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

14/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Dergelijke ontwikkelingen zouden moeten leiden tot het verbeteren van de verblijfskwaliteit

en het stimuleren van duurzaam wonen. Belangrijk bij de uitbreiding van het woningaanbod

is het creëren van diverse woningtypologieën, die een mix van bevolkingsgroepen,

leeftijdsgroepen en bevolkingsklassen moeten bevorderen.

• Creëren van een gedifferentieerd woningaanbod

Het creëren van een gedifferentieerd woningaanbod veronderstelt een woningaanbod

afgestemd op de bevolkings- en gezinssamenstelling enerzijds en een goede sociale

verweving anderzijds. Er is voornamelijk vraag naar grondontsloten woningen. Dit sluit

geen grote dichtheden uit. Het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën bieden hier

mogelijkheden. Anderzijds gaat de vraag van bepaalde bevolkingsgroepen uit naar meer

meergezinswoningen. Dit kan aangewend worden op plaatsen met voldoende ruimtelijke

draagkracht. Gebieden die hiervoor in aanmerking komen zijn ondermeer de omgeving van

de Spuikom en het Parkbos. Hier kan in beperkte mate middelhoogbouw (max 3+ 1)

gerealiseerd worden voor meergezinswoningen.

• Ontwikkelen van een kwalitatief waterfront

De gemeente streeft naar het benutten van de potenties van en rondom de stedelijke open

ruimte van de Spuikom, het parkbos en het Kanaal. De ontwikkeling van een volwaardig

waterfront langs de Spuikom en langs het Kanaal (ter hoogte van sas Slijkens en de

Polderstraat) zal aansluiten op de bestaande en toekomstige, ruimtelijke en functionele

netwerken. De Spuikom en het potentiële parkgebied worden ingezet als ruimtelijke link

met de rest van het stedelijke gebied.

Bij een dergelijke ontwikkeling hoort ook het realiseren van een ‘water-promenade’. Dit

veronderstelt een hoogwaardig uitgeruste publieke verblijfsruimte, een vrije doorgang voor

fietsers en voetgangers en het aanwenden van potentiële acties en rustplekken.

Een kwalitatief waterfront versterkt de relatie en de overgang tussen de natte open ruimtes

en de omliggende bebouwing. Door het wonen te (her)oriënteren naar de (natte) stedelijke

open ruimte, zal het vernieuwde waterfront helpen de bestaande wijken te herwaarderen.

De tegenwoordigheid van water en park biedt interessante kansen voor het creëren van

nieuwe vormen van huisvestigingsmogelijkheden voor verschillende bevolkingsgroepen.

• Ruimtelijk en functioneel herdefiniëren van de groene pool Spuikom-Parkbos-

Sportpark

Deze stedelijke open ruimte vormt een potentieel voor het omliggende bestaande en uit te

bouwen stedelijk wonen, voor de inwoners, enerzijds en voor de verdere ontwikkeling van

het toeristisch-recreatieve aanbod van het regionaal stedelijk gebied, voor de recreanten,

anderzijds.

Deze recreatieve pool vormt tevens een ontspannen binding tussen Bredene en Oostende.

Het koppelen van het toekomstige Parkbos en de Spuikom moet de gebruikswaarde en de

attractiviteit van de Nukkerwijk, Kop van ’t Sas en de Oosteroever opladen. De wederzijdse

betrokkenheid van deze stedelijke natuurelementen versterkt de uitstraling voor de

onmiddellijke omgeving, de gehele gemeente en de regio. Een sterkere verankering in het

stedelijke en toeristisch-recreatieve gebeuren is nodig. Voor de toekomstige stedelijke

woonomgeving vormen de waardevolle wandel- en fietsomgeving en doorsteekbaarheid

van het Parkbos belangrijke aspecten. De toeristisch-recreatieve functie van de Spuikom

Page 15: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

15/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

moet verder opgeladen worden. In dit kader moet aan de Spuikom de waterrecreatie

worden uitgebreid en ruimtelijk gereorganiseerd.

Ook is een sterkere link met het sportpark belangrijk. Deze moet worden versterkt als

groene pool en moet worden verbonden met de groenstructuur van de Zeelaan en de

waterinfrastructuur van de Spuikom. Het sportpark moet worden uitgewerkt als entrée-

gebied tot de tweespalt Spuikom-Parkbos.

De gemeente zal aan de hand van een stedenbouwkundige studie de mogelijkheden

onderzoeken om de woon- en leefomgeving langs de Spuikom thv de Nukkerwijk ( tussen

Spuikomlaan en Nukkerwijkstraat) op te krikken en de relatie met de Spuikom en het

sportpark te versterken. De krachtlijnen zullen vervolgens bindend worden vastgelegd in

een gemeentelijk RUP.

• Uitbouwen van een structurerend en samenhangend groennetwerk

De nadruk ligt op de samenhang, de toegankelijkheid en beleefbaarheid van de (stedelijke)

open ruimte. Ook de linken naar de niet stedelijke open ruimte gebieden worden versterkt.

Het komt er op neer de bestaande en toekomstige (stedelijke) groen- en waterelementen

verder uit te bouwen en met elkaar te verbinden tot een samenhangend en geïntegreerd

groennetwerk. Dit zal worden bereikt door het aanleggen, herwaarderen en verbinden van

publieke circulatie en recreatie ruimtes.

De groenelementen kronkelen langs en tussen de woonwijken en de publieke plaatsen.

Een netwerk van (groen) paden voor langzaam verkeer verbindt de verschillende

groenelementen en versterkt de relatie met de omliggende activiteiten en gebieden. In

relatie tot het plangebied moeten het Parkbos en de Spuikom de gebruikswaarde en de

attractiviteit van de omgeving opladen. De Spuikom en het Parkbos zijn bovenlokale

bevoegdheden, Bredene zal zich toeleggen op de opwaardering van de nabije omgeving

door de relatie met deze stedelijke open ruimte gebieden te versterken. De Spuikomdijk

vormt hierbij een belangrijke schakel tussen de open en de bebouwde ruimte.

2.1.3.2 Relevante bepalingen uit het bindend deel

In het bindend deel van het GRS zijn volgende selecties opgenomen die van toepassing

zijn voor het plangebied van dit RUP:

− De Nukkerwijk is geselecteerd als ‘herwaarderingszone’.

− De Visserstraat is geselecteerd als ‘inbreidingsproject’.

− De Polderstraat en het Parkbos zijn geselecteerd als ‘aandachtszone randafwerking

en landschappelijke integratie’.

− Fritz Vinckelaan is geselecteerd als lokale weg II.

Ook de volgende maatregelen en acties zijn in het bindend deel opgenomen:

− Opmaken van een stedenbouwkundig onderzoek voor de omgeving van de Spuikom

ter hoogte van de Nukkerwijk:

o Ruimtelijk onderzoek naar de mogelijkheden voor een inbreidingsproject op

de braakliggende gronden aan de Visserstraat.

o Ruimtelijk onderzoek naar de mogelijkheden voor de oude schoolpaviljoentjes

aan de Polderstraat.

Page 16: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

16/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

o Ruimtelijk onderzoek voor een kwalitatieve randafwerking en overgang

tussen de Polderstraat en de Spuikom.

o Versterken van de relatie tussen het sportpark en de watersport op de

Spuikom. Indien wenselijk zullen de krachtlijnen ervan worden vastgelegd in

een ruimtelijk uitvoeringsplan.

− Uitwerken van verkeersveilige schoolomgevingen:

o Bijkomende verkeersremmende maatregelen.

o Zone 30.

Figuur 5: Schematische weergave van gewenste ruimtelijke structuur Bredene, GRS

Page 17: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

17/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

3 Ruimtelijke situering

Kaart 1: Ruimtelijke situering - Ruimtelijke context op macroniveau

Bredene is gelegen aan de middenkust, ten oosten van de havengeul van de stad

Oostende en ten westen van de badplaats De Haan. Bredene heeft geen deelgemeenten

en situeert zich binnen de hiërarchie van steden en gemeenten als een matig uitgeruste,

niet-stedelijke gemeente. Bredene wordt begrensd door de zee, strand en duinen in het

noorden terwijl de Spuikom, de Achterhaven van Oostende en de Polders respectievelijk

in westelijke, zuidelijke en oostelijke richting Bredene flankeren.

De gemeente heeft op haar grondgebied geen directe aansluiting op de A10 maar met de

recente realisatie van de Kennedyrotonde - De Bolle is Bredene vlot toegankelijk vanaf de

A10 via Oostende. De voornaamste bovenlokale wegen zijn de N9 of de Brugsesteenweg

en de N34 of de Koninklijke Baan. Ze verzorgen de verbinding naar de naburige

kustgemeenten en Brugge. Langs de Koninklijke Baan, parallel aan de kust, bedient de

kusttram Bredene met drie halten. Oostende is een belangrijk verkeers- en

vervoersknooppunt voor Bredene met zijn treinstation, zeehaven en luchthaven.23

Het historisch centrum van Bredene ( Bredene-Dorp) bevindt zich bijna twee kilometer van

de kustlijn. Tegen de zee bevindt zich de toeristische kern, Bredene-Bad. In het zuiden van

de gemeente, ingesloten tussen de spuikom van Oostende en het kanaal Brugge-

Oostende ligt een derde kern, Sas-Slijkens. De bebouwing, van deze drie kernen, vormt

bijna één doorlopende verstedelijkte kern, die bovendien aansluit met de haven en de

Vuurtorenwijk in Oostende. In het oosten van de gemeente loopt de bebouwing langs de

kust door tot aan de wijk Vosseslag in De Haan. Tussen deze wijk en Bredene-Bad wordt

de ruimte door campings ingenomen.

Het RUP Polderstraat behandelt een gebied dat ten oosten van de Spuikom is gelegen en

voor een bebouwde verbinding tussen Bredene-dorp en Bredene-Sas zorgt.

3.1 Historische situering

De eerste vermeldingen van Bredene dateren van

de 2de en 3de eeuw na Christus in de Romeinse

periode, wanneer er een priorij wordt gesticht. De

kust wordt geteisterd door zware overstromingen en

aantasting van de beschermende duingordel. In de

11de eeuw worden er dijken aangelegd ter

bescherming. De drooggelegde gronden zijn zilt en

enkel geschikt voor het hoeden van schapen. Pas in

de 13de eeuw worden de eerste hoeves

gesignaleerd. Tegen de 16de eeuw zijn bijna alle

gronden gecultiveerd. In die periode is er een kleine

enclave ( Bredene-Dorp) ontstaan rondom de kerk

en priorij.

Figuur 6: Ferraris kaart 1770 en Chanlaire-Capitaine kaart

1792-1796

23 GRS Bredene: Ruimtelijke context: 1.1 regionaal niveau pg 18-21

Page 18: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

18/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

De overstromingen, door het afgraven van de duinen tijdens de belegering van Oostende

door de Spanjaarden (tegen de Geuzen), resulteren in een schorren- en slikkengebied

doorsneden door kreken, geulen en een nieuwe havengeul ten oosten van de stad.

In de 17de eeuw wordt er een kanaalverbinding tussen Brugge en Oostende gerealiseerd

waarbij de Sluizen van Slijkens verzanding moeten voorkomen. Rondom het fort St.

Philippe, gebouwd ter bescherming van de sluizen, worden er huizen gebouwd en zo

ontstaat de wijk ‘Bredene-Sas’. Deze wijk wordt versterkt door de oprichting van de

Compagnie der Zaegmolens’ in 1752.

Eind 19de eeuw annexeert Oostende grote stukken van het grondgebied van Bredene voor

haar grootse havenwerken. Tijdens deze havenwerken wordt ook de Spuikom uitgegraven.

De onteigenden verkiezen om toch in

Bredene te blijven wonen en gaan

zicht settelen in de wijk ‘Sas’.

In 1902 wordt een nieuwe kusttramlijn

ontworpen die parallel naast de

Koninklijke Baan wordt aangelegd.

Nabij het kruispunt van de Koninklijk

Baan en de Duinen ontstaat een

groeipool van toeristisch

georiënteerde ondernemingen,

Bredene-Bad.

Naarmate de 20ste eeuw vordert,

gaan er meer mensen wonen bij de

Nukkerbrug dan bij de Sasbrug. De

Nukkerstraat wordt meer en meer

volgebouwd tot voorbij de Nukkerbrug

en zo ontstaat de Nukkerwijk als een

uitbreiding van Bredene-Sas. Sinds

begin de jaren ’70 is de Nukkerwijk

sterk gegroeid, zowel in oostelijke

richting, naar de Noord Ede toe, als in

de richting van Bredene-Dorp.24

Figuur 7: Vandermaelen kaart 1795-1869 en MCI

kaart 1885

24 Beeldkwaliteit waterfront Spuikom-Nukkerwijk te Bredene pg12-13

Page 19: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

19/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Figuur 8: MCI kaart 1913, luchtfoto 1971 versus huidige toestand, WVI

3.2 Bestaande feitelijke toestand

Kaart 2: Ruimtelijke situering - Ruimtelijke context op mesoniveau

Het plangebied is gelegen binnen de ruimtelijke entiteit “verstedelijkte ruimte” cfr. het

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Deze verstedelijkte ruimte omhelst het westelijke deel

van het grondgebied van de gemeente waarin de kernen van de gemeente zijn gelegen:

Bredene-Sas en de omgeving van de Spuikom, Bredene-dorp en Bredene Duinen. Het

plangebied maakt deel uit van de uitlopers van de bebouwing van de kern Bredene-Sas.

De bestaand feitelijke toestand wordt hierna beschreven aan de hand van de disciplines

zoals deze ook in de screeningsnota in kader van het onderzoek tot mileu-

effectenrapportage werden beschreven.

3.2.1 Mens - ruimtegebruik

Kaart 3: Bestaande feitelijke toestand - Ruimtelijke context op microniveau

Binnen het plangebied kunnen een aantal woontypologieën worden onderscheiden. Deze

typologieën onderscheiden zich door verschillende inplanting op de percelen, bouwhoogte,

open of gesloten bebouwing, etc. en bepalen daardoor het straatbeeld. Het plangebied

bevat volgende straten: de Polderstraat; de Spuikomlaan; de Watervliegpleinstraat; de

Toekomststraat; de Visserstraat; de Verenigingsstraat; de Sportstraat; Fritz Vinckelaan;

August Plovieplein; de Schietbaanstraat; de Europastraat; de Unescostraat en de

Nukkerwijk. Deze verschillende straten worden hieronder kort besproken.

1 | Polderstraat:

De Polderstraat zorgt in het plangebied voor een noord-zuid-verbinding langs de dijk van

de Spuikom. De straat loopt in het noorden nog een stuk verder door, langs het parkbos

tot in Bredene-Dorp. In het zuiden komt de straat uit aan het August Plovieplein. De straat

is slechts aan één zijde bebouwd met voornamelijk lage rijwoningen van 1 of 2 bouwlagen

met een zadeldak. Hier en daar zijn er uitzonderlijk woningen met platte daken. Vaak zijn

Page 20: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

20/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

er garages voorzien in de bouwvolumes, die direct tegen het voetpad en de weg gelegen

zijn. De overkant van de Polderstraat wordt volledig ingenomen door de dijk aan de

Spuikom. In het noorden van de dijk zijn er lage gebouwen voorzien voor de watersport. In

het zuiden van de dijk is er een pleintje ontstaan door het verwijderen van de kleine

schoolgebouwen.

Polderstraat van op kruispunt met

Spuikomlaan

Polderstraat van op de dijk richting

kruispunt met Schietbaanstraat

Polderstraat van op de dijk: zadeldaken en

platte daken

Polderstraat

Open ruimte aan de vroegere

schoolpaviljoentjes.

De gebouwen van de watersport langs de

Spuikom

2 | Spuikomlaan:

De Spuikomlaan is de noordelijke rand van het plangebied. De straat zorgt voor een

functionele verbinding tussen het parkbos en het sportpark. Langs deze weg zijn er clusters

van rijwoningen variërend tussen 2 en 3 bouwlagen met een zadeldak. De voornaamste

functie is hier ook wonen hoewel er uitzonderlijk gelijkvloers kleinhandel aanwezig is. Op

het gelijkvloers zijn er meestal garages voorzien. Binnen het straatbeeld van de hoge

woningen met zadeldaken is er een opvallend nieuwbouwvolume (dicht bij de Polderstraat)

van 4 bouwlagen hoog met een plat dak). De Spuikomlaan heeft nog enkele vertakkingen

naar het binnengebied van de wijk via twee straten en enkele doorsteekjes.

Page 21: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

21/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Woningen met 2 bouwlagen tegenover het

sportpark

Woningen met 3 bouwlagen tegenover het

sportpark

Woningen met de 2e bouwlaag in het

zadeldak naast het sportpark

De complexen van het sportpark aan de

Spuikomlaan

Nieuwbouwvolume in het begin van de

Spuikomlaan

Doorsteek voor langzaam verkeer van de

Spuikomlaan naar binnengebied

De Spuikomlaan vormt de begrenzing van het plangebied. Aan de noordoostelijke zijde van

de Spuikomlaan, net buiten het plangebied wordt het gemeentelijk sportcentrum Ter Polder

gesitueerd. Hier wordt de sportaccommodatie van de gemeente gesitueerd. Het

sportcentrum bevat een grote polyvalente sporthal, verschillende buitenterreinen (2

tennisterreinen, 3 voetbalvelden), een visvijver, een zwembad met een instructiebad en

een speelplein. De aanwezigheid van het sportpark geeft de Spuikomlaan een groen

uitzicht.

3 | Watervliegpleinstraat:

Deze weg bestaat uit clusters van 3 à 4 rijwoningen waarvan de meeste 3 bouwlagen met

zadeldak zijn. De woningen zijn niet tegen de rooilijn aangebouwd en creëren zo

voortuintjes en opritten naar de garage. De voortuintjes geven deze straat binnen de wijk

een groener karakter.

4 | Toekomststraat:

Deze straat heeft een gelijkaardig karakter als de Watervliegpleinstraat. Ook hier zijn de

woningen met 2-3 bouwlagen en zadeldak dieper op hun perceel gelegen. Dit groenere

Page 22: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

22/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

karakter wordt gecombineerd met gesloten rijwoningen van 1-2 bouwlagen en zadeldak die

tegen de rooilijn zijn aangebouwd.

Doordat de beide straten parallel lopen zijn de woningen van de rakende percelen rug aan

rug gelegen. In deze strook hebben de woningen een toegangsweg naar de achtergelegen

garageboxen. Deze straten zijn onderling nog eens verbonden door doorsteekjes zoals die

in de Spuikomlaan.

Watervliegpleinstraat richting Spuikomlaan

Watervliegpleinstraat richting Visserstraat

Garageboxen tussen Watervliegpleinstraat

en Toekomststraat

Doorsteekje tussen Toekomststraat en

Watervliegpleinstraat

Toekomststraat richting Spuikomlaan

Toekomststraat richting Verenigingsstraat

5 | Visserstraat:

Deze straat verbindt het binnengebied met de Watervliegpleinstraat en de Toekomststraat.

De bebouwing van deze straat bestaat uit garageboxen en rijwoningen. De rijwoningen hier

zijn tegen de rooilijn aangebouwd en bestaan voornamelijk uit 2 bouwlagen en een

zadeldak. Door het ontbreken van een bebouwd hoekperceel ontstaat er aan de kruising

tussen de Visserstraat en de Watervliegpleinstraat een overwoekerd pleintje.

6 | Verenigingsstraat

De Verenigingsstraat is centraal gelegen in het plangebied en verbindt de Polderstraat met

de Sportstraat. Het straatbeeld is hier anders dan dat van de vorige straten. De straat

bestaat uit een volledig gesloten bebouwing van kleine arbeiderswoningen

(eengezinswoningen) van 1-2 bouwlagen en een zadeldak. In deze straat met rijwoningen

valt de meergezinswoning van 3 bouwlagen op. De woningen zijn hier tegen de rooilijn

aangebouwd wat de straat een smalle indruk geeft.

Page 23: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

23/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Zicht op Visserstraat en verwilderd perceel

Verenigingsstraat richting Sportstraat

Verenigingstraat richting Polderstraat

7 | Sportstraat

Deze straat is een aftakking van de Fritz Vinckelaan en bestaat uit een combinatie van

rijwoningen, die een gesloten bebouwing creëren aan de uiteinden van de straat, een

halfopen bebouwing in het midden van de straat en in de strook tussen de Sportstraat en

Fritz Vinckelaan open bebouwing. De bebouwing is hier ook 2 bouwlagen en een zadeldak

hoog. De functie is hier wonen met in het midden van de straat een kinesistpraktijk en

richting Fritz Vinckelaan nog een Apotheek.

Sportstraat richting August Plovieplein

Zicht op de naar achteren gelegen half

open bebouwing in de Sportstraat

Zicht op de open bebouwing tussen de

Sportstraat en Fritz Vinckelaan

8 | Fritz Vinckelaan

Langs deze lokale weg liggen voornamelijk vrijstaande woningen (of clusters van

koppelwoningen), behalve aan het August Plovieplein waar de pleinwanden om een

gesloten bebouwing vragen. Langs de Fritz Vinckelaan zijn er meer winkels en zaken

aanwezig dan in de rest van het plangebied. De aanwezige bouwhoogten variëren van 1

tot 4 bouwlagen met een zadeldak. De woningen zijn eengezinswoningen uitgezonderd de

appartementen boven de winkel langs het August Plovieplein.

Page 24: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

24/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Fritz Vinckelaan richting August Plovieplein

vanaf kruispunt met Sportstraat

Appartementsgebouw langs de Fritz

Vinckelaan en het August Plovieplein

Rijwoningen langs de Fritz Vinckelaan en

het August Plovieplein

Fritz Vicnkelaan richting Nukkerwijk

Fritz Vinckelaan richting August Plovieplein

tussen August Plovieplein en Nukkerwijk

Frituur en traiteur langs de Fritz Vinckelaan

9 | August Plovieplein:

Naast woningen, is er aan het plein ook een school, tea-room/ bakkerij en nog een winkeltje

op de andere hoek met de Fritz Vinckelaan. De woningen zijn op de rooilijn gebouwd en

bestaan uit 2 bouwlagen en een zadeldak. De voorgevels van de eengezinswoningen zijn

allen georiënteerd naar het groene speelpleintje dat omgeven is met parkeerplaatsen. Het

plein wordt vervolledigd door een gelijkaardige gesloten bebouwing aan de overzijde van

de Fritz Vinckelaan.

August Plovieplein en bakkerij

Speelplein en school

Speelplein en bebouwing naast de school

Overzicht van het plein vanaf het kruispunt

met de Polderstraat (deel1)

Overzicht van het plein vanaf kruispunt met

de Polderstraat (deel 2)

Overzicht van het plein vanaf kruispunt met

de Polderstraat (deel 3)

Page 25: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

25/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

10 | Schietbaanstraat

Deze weg verzorgt de toegang vanaf het August Plovieplein tot de dijk. Deze ‘straat’ is niet

toegankelijk voor wagens. De ‘straat’ ligt tussen 2 onbebouwde gronden van de school. Het

vormt een kruispunt met de Polderstraat, de Europastraat en het August Plovieplein.

11 | Europastraat

Aan deze straat ligt de Europaschool. Deze basisschool van het GO is met de gevel naar

de Spuikom gericht, maar heeft ook toegangen op het A.Plovieplein. Naast de school, zowel

in de richting van de Spuikom als in de richting van Nukkerwijkstraat, liggen twee

onbebouwde weilanden. Deze zijn ook in eigendom van de school. Verder in de straat is er

een gesloten bebouwing van 2 bouwlagen met zadeldak. Deze woningen staan met de

achtergevel naar de Spuikom georiënteerd. Het zijn allemaal eengezinswoningen gebouwd

op de rooilijn.

12 | Unescostraat

Deze straat verbindt de Europastraat met de Fritz Vinckelaan. De weg is gelegen tussen 2

schoolgronden en is dan ook enkel toegankelijk voor de school.

13 | Nukkerwijkstraat

De bebouwing in deze straat bestaat uit gelijkaardige woningen zoals de Verenigingsstraat.

De kleine woningen hebben geen voortuin en zijn voornamelijk 2 bouwlagen en een

zadeldak hoog.

De schietbaanstraat vanaf het A. Plovieplein

De schietbaanstraat vanaf de Spuikom

Zicht op de Europastraat vanuit de

Nukkerwijkstraat

De Unescostraat wordt afgesloten door de

schoolpoort

Onbebouwd weiland naast de school

Nukkerwijkstraat geeft uit op de Spuikom

Page 26: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

26/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

3.2.2 Mens - Mobiliteit

Het plangebied wordt begrensd door relatief belangrijke wegen die het wijkniveau

overstijgen. De belangrijkste is de Fritz Vinckelaan, een lokale weg II, die Bredene-Sas

verbindt met Bredene-Dorp. De andere belangrijke wegen die zorgen voor de ontsluiting

van het plangebied zijn de Spuikomlaan en de Polderstraat. De Spuikomlaan zorgt voor

een verbinding tussen de Fritz Vinckelaan en de Polderstraat en is tegelijk ook de

voornaamste toegangsweg tot het Sportpark. De Fritz Vinckelaan is de drukste weg van

het plangebied gevolgd door de Spuikomlaan.

Deze beide wegen maken ook deel uit van het openbaar vervoersnet van de Lijn. Langs

deze straten lopen de bovenlokale lijnen 35 en 46, die Bredene met de omliggende

gemeenten verbindt. De lijn 35 is een verbinding tussen Oostende en Brugge terwijl de 46

Oostende verbindt met De Haan via Bredene en Klemskerke. Verder is er ook de nog de

lijn 4/9 die Bredene-Sas, Bredene-Dorp, Bredene-Bad en Oostende onderling verbindt.

3.2.3 Bodem

Het plangebied bestaat voornamelijk uit antropogene bodems, namelijk sterk vergraven

gronden. Deze geroerde grond heeft geen grote wetenschappelijke en/of cultuurhistorische

waarde. Binnen het gebied komen ook kreekruggronden (Middelland – Oudlandpolders)

voor.

3.2.4 Fauna en flora

Het volledige plangebied is op de biologische waarderingskaart (kaart 5) aangeduid als

‘biologisch minder waardevol’. De Noord-Ede die in het zuidwesten aan het gebied grenst,

is geclassificeerd als ‘biologisch waardevol’. De BWK-eenheid is een min of meer brakke

plas.

Vroeger was het water van de Spuikom brak maar bij de huidige hogere zoutgehaltes

blijven veel organismen die typisch zijn voor lagere zoutgehaltes toch overeind.

Page 27: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

27/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Ten noorden van de Spuikom ligt het parkbos. Enkel het noordwestelijk deel van dit gebied

is aangeplant met bosgoed. Binnen dit gebied zijn 2 deelzones aangeduid als ‘biologisch

waardevol’. Het gaat om soortenarm permanent cultuurgrasland en veedrinkpoelen. In de

ruime omgeving komen er zones voor die zijn aangeduid als ‘complex van biologisch

minder waardevolle en zeer waardevolle elementen’, ‘complex van biologisch minder

waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen’ en ‘biologisch waardevol’.

Het plangebied zelf is niet gelegen in een vogel-, habitatrichtlijn- of VENgebied (kaart 6).

Het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied ‘de Polders’ bevindt zich op ca. 2 km ten

noordoosten van de Spuikom. Langs de kust strekt zich het habitatrichtlijngebied

‘Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin’ uit. Het VEN-gebied ‘De Middenkust’

bevindt zich eveneens langs de zee.

3.2.5 Water

Het plangebied behoort tot de subhydrografische zone “Noord-Ede van monding

Grootzwijn tot monding in Kanaal Gent-Oostende”, dat deel uit maakt van het bekken

“Brugse polders”.

Langs de Polderstraat stroomt een naamloze waterloop (3de categorie). In het zuidwesten

grenst de Noord-Ede (1ste categorie) aan het plangebied. Deze rivier stroomt vanuit de

gemeente Zuienkerke over het grondgebied van De Haan en Bredene, naar de voorhaven

van Oostende (ter hoogte van de wijk Sas-Slijkens in Bredene), waar het net voorbij het

Maartensas in de haven uitmondt.

Er komen geen risicozones voor overstromingen voor in het plangebied. Het gebied maakt

deel uit van de zeepolders en is van nature overstroombaar vanuit de zee. De strook tussen

Noord-Edestraat, Vredestraat en de Noord-Ede is recent overstroomd. Deze strook maakt

geen deel uit van het plangebied. Volgens de watertoetskaart zijn de terreinen van het

sportcentrum (ten noordoosten van de Spuikomlaan) en de strook langs de Spuikom

mogelijk overstromingsgevoelig maar geen risicozones voor overstroming (kaart 8).

Het volledig plangebied is gelegen in poldergebied en is hierdoor zeer gevoelig voor

grondwaterstroming (type 1). In poldergronden komt het grondwater immers ondiep voor

en zijn ook de kwelgebieden gelegen. Bovendien is het grondwater verzilt.

Door de ondiepe grondwaterstand is het plangebied niet infiltratiegevoelig.

Infiltratiegevoelige gebieden in de omgeving zijn het parkbos ten noorden van de Spuikom

en de terreinen van sportcentrum (kaart 7).

In de huidige situatie is het grootste deel van het terrein reeds verhard, de tuinen,

onbebouwde percelen en dijk langs de Spuikom buiten beschouwing gelaten. Het volledige

plangebied is voorzien van een gescheiden rioleringstelsel dat is aangesloten op een

rioolwaterzuiveringinstallatie (RWZI).

Het plangebied grenst in het westen aan de Spuikom. De Spuikom is het enige

oppervlaktewater in Vlaanderen met de wettelijke bestemming ‘schelpdierwater’.

Het water en de bodem van de Spuikom zijn bijzonder rijk aan voedingsstoffen waardoor

de Spuikom elk jaar opnieuw bijna dichtgroeit met zeesla. Tijdens warme dagen kan dat

voor zuurstofloos water zorgen wat nadelig is voor de natuurwaarden en de oesterkweek.

Wanneer na de zomer alle zeesla samentroept in het oostelijk deel van de Spuikom zorgt

dit opnieuw voor overlast.

Door het veelvuldig leegtrekken van de Spuikom en het constante insijpelen van

havenwater bij hoogwater, komt steeds een hoeveelheid slib in de Spuikom terecht.

Hierdoor wordt de Spuikom telkens een beetje minder diep. Bovendien bevat het havenslib

Page 28: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

28/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

veel vervuilende stoffen die de belasting van de Spuikom alleen kan verhogen. De

rechtstreekse toevoer aan voedingsstoffen via het water uit de Noord-Ede is sinds een paar

jaar gestopt met het dichten van de overloop tussen beide. Onrechtstreeks komen er echter

via het havenwater nog steeds voedingsstoffen vanuit het kanaal Oostende-Brugge en de

Noord-Ede, de Spuikom binnen.

3.2.6 Landschap

Bredene is gelegen in het traditionele landschap “Oostelijk Oudland”. In dit vlak

landbouwgebied komen kleine, lage kerndorpen en sterk verspreide alleenstaande

bebouwing voor. Typisch voor dit traditioneel landschap zijn de weidse panoramische

zichten.

Het plangebied is niet gelegen in een relictzone (kaart 9). In de omgeving komen wel de

volgende relictzones voor: ten noordoosten “Duinen Oostkust”, ten oosten “Poldergebied

Klemskerke-Zuienkerke” en ten zuiden de zones “Graslandgebied Zwaanhoek-

Oudenburg” en de “Historische polders van Oostende-Zandvoorde”. Deze relictzones

bevinden zich allen op meer dan ca. 2 km van het plangebied en hebben er geen

rechtstreekse ruimtelijke relatie mee.

Binnen het plangebied komen geen beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten

of monumenten voor. De dichtstbijzijnde bescherming is het landschap ‘Omgeving van Fort

Napoleon’ op ca. 2 km in noordwestelijke richting.

Bredene heeft ondanks zijn relatief lange geschiedenis slechts een beperkt bouwkundig

erfgoed. In het plangebied is er buiten de Europaschool geen bouwkundig erfgoed

aanwezig. Volgens de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) zijn er momenteel geen

archeologische vondsten gekend. In de ruime omgeving rond het plangebied wordt melding

gemaakt van archeologische vondsten uit de Romeinse tijd, resten van bewoning uit de

middeleeuwen en infrastructuurelementen uit de 20ste eeuw. Daarnaast is er ook nog de

Dijk van de Blankenberse Watering die dateert uit de late middeleeuwen.

In het zuidoosten van het parkbos, zijn restanten van een portaalkraan uit de 2de WO

aanwezig. Deze portaalkraan hield o.a. verband met het gebruik van watervliegtuigen. Als

oorlogserfgoed zijn deze restanten belangrijk.

Page 29: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

29/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

4 Bestaande juridische toestand

4.1 Juridische tabel

Kaart 4: Bestaande juridische toestand – gewestplan

Kaart 5: Bestaande juridische toestand – biologische waarderingskaart

Kaart 6: Bestaande juridische toestand – VEN & Habitatrichtlijnen

Kaart 7: Bestaande juridische toestand – watertoets deel1

Kaart 8: Bestaande juridische toestand – watertoets deel2

Kaart 9: Bestaande juridische toestand – landschapsatlas en monumenten

Kaart 10: Bestaande juridische toestand – buurt- en voetwegen & fietsroutenetwerk FRN

RUIMTELIJK

Gewestplan(nen) Gewestplan nr.2 Oostende-Middenkust (KB 26/01/1977).

Gewestplanwijzigingen: BVR 13/07/2001.

Gewestelijke ruimtelijke

uitvoeringsplannen

Afbakening regionaalstedelijk gebied oostende, (BS 22/06/2009).

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Geen

Algemene plannen van aanleg Geen

Bijzondere plannen van aanleg Geen

Gemeentelijke ruimtelijke

uitvoeringsplannen

RUP Parkbos (BS 23/09/2011)

RUP Kop van ’t Sas (BS 06/03/2009)

Verkavelingsvergunningen V1963/011/1 aangevraagd door de Gemeente Bredene - goedgekeurd

op:14/10/1963

V1967/013/1 aangevraagd door de Gemeente Bredene - goedgekeurd op:

16/11/1967

V1967/013/2 aangevraagd door Michils-Lemaire wijziging goedgekeurd op:

10/12/2007

V1970/008/1 aangevraagd door Devinck Arsène - wijziging goedgekeurd

op: 26/11/1970

V1973/010/1 aangevraagd door Beirens Andre- goedgekeurd op:

07/08/1973

V1977/001/1 aangevraagd door de Gemeente Bredene - goedgekeurd op:

24/03/1977

V1979/004/1 aangevraagd door Laroye E. - goedgekeurd op: 22/05/1979

V1979/004/2 aangevraagd door Minne Marc - wijzing goedgekeurd op:

19/06/2006

V 1997/005/1 aangevraagd door Sleuyter Franklin - goedgekeurd op:

11/08/1997

Bouwvergunningen N.v.t.

Vastgestelde bouwovertredingen N.v.t.

Page 30: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

30/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Milieuvergunningen N.v.t.

Bodemvervuiling N.v.t.

Gebieden met recht van voorkoop N.v.t.

SECTORAAL

Natuur

Vogelrichtlijngebieden Geen

Habitatrichtlijngebieden Geen

Gebieden van het duinendecreet Geen

Ramsargebieden Geen

Gebieden van het Vlaams Ecologisch

Netwerk (VEN)

Geen

Vlaamse of erkende natuurreservaten Geen

Bosreservaten Geen

Natuurinrichting Geen

Gebieden met recht van voorkoop Geen

Biologische waarderingskaart (BWK) Grenzend aan het plangebied:

biologisch waardevolle graslanden ter hoogte van het parkbos en aan de

overzijde van de Fritz Vinckelaan;

complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen

aan de overzijde van de Fritz Vinckelaan

Water

Beschermingszones

grondwaterwinningen

Geen

Bevaarbare waterlopen Geen

Onbevaarbare waterlopen (klasse) Geklasseerde waterloop 3de categorie (beheerder gemeente Bredene)

Watertoets -

Erosiegevoelige gebieden

Verspreid erosiegevoelig, verschillende kleine plekken en een strook langs

de Polderstraat zijn erosie gevoelig

Watertoets -

Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

Volledig plangebied zeer gevoelig voor grondwaterstromingen (type 1)

Watertoets –

Hellingenkaart

Hoofdzakelijk <0.5% , hier en daar plekken tussen 0.5% tot 5% en de dijk

aan de Spuikom van 5 tot >10%

Watertoets -

Infiltratiegevoelige gebieden

Plangebied niet infiltratiegevoelig

Watertoets -

Overstromingsgevoelige gebieden

Delen van het plangebied zijn mogelijks overstromingsgevoelig.

Watertoets –

Winterbedkaart

Behoort niet tot het winterbed van een grote rivier.

Page 31: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

31/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Risicozones overstromingen Geen

Gebieden met recht van voorkoop Geen

Landbouw

Ruilverkaveling Geen

Herbevestigde Agrarische Gebieden

(HAG)

Geen

Gebieden met recht van voorkoop Geen

Landschap

Beschermde monumenten Geen

Beschermde landschappen, stads-, en

dorpsgezichten

Geen

Landschapsatlas: ankerplaatsen,

relictzones, lijnrelicten, puntrelicten

Geen

Erfgoedlandschappen Geen

Onroerend erfgoed: bouwkundig erfgoed

en wereldoorlogerfgoed

Europastraat nr 1: Europaschool

Landinrichting Geen

Wonen

Woningbouw- en vernieuwingsgebieden Geen

Atlas van de woonuitbreidingsgebieden Geen

Gebieden met recht van voorkoop Geen

Recreatie en toerisme

Toeristische vergunning N.v.t.

Verkeer

Rooilijnen N.v.t.

Voet- en buurtwegen Buurtweg nr. 1(Sportstraat)

Buurtweg nr. 6 (Polderstraat)

Buurtweg nr 10 (Nukkerwijkstraat, Noord-Edestraat)

Bovenlokaal Functioneel

Fietsroutenetwerk

Functionele fietsroute langs de Schietbaanstraat en de Frits Vinckelaan

Gewestwegen Geen

Spoorwegen Geen

Leidingen (Hoogspanningsleidingen,

gasleidingenJ)

Geen

Openbaar vervoer De Lijn: lijn nr 35 en 46, 4/9

Page 32: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

32/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Industrie

Seveso-inrichtingen: lagedrempel- en

hogedrempelinrichtingen

AANPALEND op 1500 meter

Proviron Fine Chemicals, Stationsstraat 123 bus 2, 8400 Oostende

VLAO Bedrijventerreinen Geen

4.2 Verdieping bij de juridische tabel

4.2.1 Gewestelijk RUP afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende

In uitvoering van de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

worden de stedelijke gebieden afgebakend om er ruimte te voorzien voor wonen, werken,

groen, recreatie en andere stedelijke activiteiten.

Belangrijke delen van Bredene worden mee opgenomen binnen het regionaalstedelijk

gebied Oostende (BS 22/06/2009). Het plangebied van het RUP Polderstraat is volledig

gelegen binnen de afbakening.

Elementen uit het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan die relevant zijn voor dit RUP:

• Er wordt gestreefd naar een compact, samenhangen en kwalitatief stedelijk gebied om

tenslotte te komen tot een evenwichtiger ontwikkeling tussen de oostelijk en de

westelijke lob van het stedelijk gebied waarin er ruimte is voor kwaliteitsvolle

woonmogelijkheden, en dit met respect voor de open ruimte.

• Ook wordt er gestreefd naar een betere functionele en ruimtelijke binding tussen de

twee delen ten einde de barrièrewerking te verminderen, de relatie met de stad te

versterken en de haven terug als onderdeel van de stad te zien. Voor Bredene betekent

dit in hoofdzaak:

o de herontwikkeling van de bedrijvensite Kop van ’t Sas om o.a. de taakstelling

i.v.m. wonen te kunnen opvangen, om de Spuikom toeristisch-recreatief te kunnen

optimaliseren en om het stedelijk wonen en leven meer op de haven en de

Spuikom te betrekken ( in relatie met water) – deze herontwikkeling is in uitvoering.

o aandacht hebben voor de kwaliteit van de stedelijke woonomgeving en de

verweving met het recreatief gebeuren. Hierom worden aan de randen bijkomende

recreatieve mogelijkheden voorzien. Het betreft hier o.a. de realisatie van het

Parkbos, een meer kwalitatieve inrichting van het Noord Edepark en een

versterking van de toeristisch-recreatieve functie van de Spuikom.20 - De realisatie

van het Parkbos is in uitvoering.

4.2.2 RUP Kop van ’t Sas2

Het RUP Kop van ’t Sas (BS 23/09/2011) is net zoals RUP Parkbos en RUP Polderstraat

een onderdeel van de herinrichting/opwaardering van de Spuikom en haar omgeving. De

visie op de nieuwe stedelijke ontwikkelingen voor Kop van ’t SAS is ontstaan door

samenspel van theorievorming en ontwerpmatig onderzoek.

Uit de verschillende beleidsplannen volgt dat Kop van ’t SAS ontwikkeld moet worden tot

een volwaardige woonzone in het regionaal stedelijk gebied. Om de nodige ruimtelijke

relaties te ontwikkelen zijn 2 structuren van groot belang, nl. een zachte groene

20 Gemeente Bredene, Beeld kwaliteit waterfront Spuikom-Nukkerwijk discussienota pg18-20, WVI 2 4954_rap_029c.doc: RUP Kop van ’t SAS, Arcadis, pg 24-27

Page 33: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

33/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

ruggengraat rondom de spuikom en een harde minerale ruggengraat aan de voorhaven,

van waaruit dwarsstraten het gebied ontsluiten en zicht bieden op de Spuikom. De dubbele

oriëntatie van de site aan de voorhaven van Oostende, en ook in de wijk Sas-Slijkens van

Bredene, vertaalt zich in het RUP in twee woonsferen: kleinere en groter appartementen

met zicht op de stad Oostende en grondgebonden gezinswoningen of stadswoningen die

aansluiten bij de bestaande bebouwing. Beide woonsferen sluiten door middel van een

fijnmazig netwerk van langzaam verkeer en groenruimtes aan op een centrale

groenstructuur, die ruimtelijke relaties legt tussen het kanaal en de Spuikom en tussen de

oude en de nieuwe wijk.

Figuur 9: referentieontwerp lange termijn

4.2.3 RUP Parkbos3

De realisatie van het RUP Parkbos (BS 06/03/2009) gebeurt in samenspraak met de

Vlaamse overheid waardoor er wordt geopteerd om enkel de hoofdlijnen vast te leggen in

het RUP. Het voornaamste uitgangspunt van het RUP is de nodige grondverwerving van

de randstedelijke open ruimtes om het parkbos met een voldoende flexibiliteit te kunnen

realiseren.

Het Parkbos heeft zowel een landschappelijk ecologische als een recreatieve betekenis.

Het Parkbos vormt een onderdeel van een groter geheel van stedelijke groene gebieden

die onderling met elkaar in relatie staan via het fietsroutenetwerk. De gebieden zijn vooral

gericht op zachte recreatie en fungeren niet als attractiepool voor autobezoekers maar wel

voor voetgangers, fietsers en gebruikers van het openbaar vervoer (kusttram).

Omwille van de aanwezige natuurwaarden zijn de wandelpaden en de inrichting van het

gebied zodanig geïntegreerd dat bos en andere invullingen elkaar afwisselen en er meer

intense en meer luwe zones ontstaan. Een belangrijk concept is dus het creëren van een

gevarieerd landschap waarbinnen tevens de militaire restanten, de waterlopen, het

microreliëf als een kenmerk voor de omgeving, de sloten, de laantjes en een aantal eerder

zeldzame plantensoorten worden geïntegreerd. Een ander concept voor de herinrichting

van het gebied is het gedeeltelijk herstellen van de door akkerland verdwenen sloten en

de realisatie van een gemend loofbos kaderend binnen het totaal concept.

Binnen het Parkbos wordt er geopteerd voor een duidelijke hiërarchie binnen de

wandelstructuur in functie van de leesbaarheid en functionaliteit. Via het doortrekken van

3 RUP Parkbos Bredene, Grontmij, pg 16-20

Page 34: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

34/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

het wandelpad langs de Spuikom wordt een verbinding gemaakt met het fietsroutenetwerk.

De ontsluiting van het gebied wordt georganiseerd van op een aantal aanknopingspunten

gekoppeld aan een onthaalinfrastructuur.

Figuur 10: voorstel inrichtingsplan parkbos, Grontmij

Page 35: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

35/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

5 Doelstellingen, visie en concepten

5.1 Doelstellingen

Binnen het beleidskader van het GRS heeft de gemeente Bredene haar doelstellingen voor

de Nukkerwijk verder genuanceerd. De gemeente stelt hierbij de thema’s ‘verdichten’,

‘waterfront’ en ‘kern versterken’ voorop.

5.1.1 Verdichten

De directe aanleiding voor het opstellen van het RUP is het schetsen van een kader voor

de verdere verdichting van de Nukkerwijk. Er zijn nu al plannen in opmaak voor een aantal

concrete projecten. De gemeente wil deze en gelijkaardige projecten in goede banen leiden

en een kwalitatieve verdichting van de wijk verzekeren.

Een aantal leegstaande gebouwen en onbebouwde gronden halen het imago en de

leefbaarheid van de wijk naar beneden. Nieuwe ontwikkelingen in het plangebied kunnen

het startschot geven voor het opwaarderen van de woningvoorraad van de Nukkerwijk. Het

RUP Polderstraat moet dan ook nieuwe ontwikkelingen zoals de inbreiding aan de

Unescostraat en op de terreinen van de vroegere gemeentelijke werkhuizen mogelijk

maken. Daarbij moet naar een hoge woonkwaliteit worden gestreefd en moet er blijvend

aandacht zijn voor het bestaande woonweefsel. Nieuwe meergezinswoningen mogen het

bestaande woonweefsel niet verdringen. Er moet een evenwichtige mix van eengezins- en

meergezinswoningen ontstaan.

5.1.2 Waterfront

De Spuikom speelt een belangrijke rol in de opwaardering van de Nukkerwijk. De grote

open ruimte van de Spuikom kan zowel voor het wonen als in het publiek domein beter

worden ‘benut’.

De woningen aan de Polderstraat zijn nu meestal als klassieke woningen op de straat

gericht en niet naar de dijk en de Spuikom. Om naar een echt ‘waterfront’ te evolueren en

ten volle van de Spuikom te genieten, moeten deze woningen veel meer dan nu naar het

water zijn gericht. Ook de woonontwikkelingen gekoppeld aan het nieuwe schoolproject

kunnen een strategische rol spelen in de ontwikkeling van het waterfront.

Daarnaast moet de Spuikom als publieke ruimte ook toegankelijker en aangenamer

worden. Het ‘waterfront’ moet functioneren op niveau van de wijk. Het moet een

kwalitatieve verbinding voor langzaam verkeer worden en in het verlengde van het

toekomstige Parkbos ook de nodige verblijfskwaliteit krijgen.

5.1.3 Kern versterken

De projecten binnen het RUP Polderstraat en de in het GRS geplande verdichting van het

stedelijk woonweefsel, zullen de bevolkingsdichtheid in en rond het plangebied doen

stijgen. Meer inwoners vragen om meer voorzieningen. Niet alleen het wonen zelf, maar

ook een aantal buurtondersteunende functies moeten zich in het plangebied kunnen

ontwikkelen of aan vernieuwbouw kunnen doen. Zo is bijvoorbeeld de Europaschool aan

een grondige vernieuwing toe.

Het August Plovieplein heeft alle potenties om uit te groeien tot het centrum van de wijk.

Het nieuwe schoolproject kan ook hierin een strategische rol spelen. Door de nieuwe

school naar het heraangelegde Plovieplein te richten kan hier een nieuwe dynamiek

Page 36: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

36/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

ontstaan. Het RUP Polderstraat moet voor deze nieuwe centrumontwikkelingen een kader

schetsen, waarbij het August Plovieplein als wijkcentrum ondergeschikt blijft aan de

stedelijke kernen Bredene-Sas en Bredene-Dorp.

5.2 Visie

Het plangebied aan de Polderstraat bevindt zich in een woonweefsel tussen Bredene-Sas

en Bredene-Dorp. In tegenstelling tot deze twee kernen, heeft het tussengebied geen

uitgesproken identiteit. Het is een aaneenschakeling van verschillende woontypologieën

die de twee kernen meer en meer naar elkaar doet groeien. Een aantal verkavelingen in

het tussengebied hebben een herkenbaar karakter. Het gebied aan de Polderstraat is dan

weer minder planmatig aangelegd. Het plangebied heeft door zijn ligging - aan de Spuikom,

de F. Vinckelaan, het heraangelegde Plovieplein, het sportpark, J - veel potenties en kan

uitgroeien tot een buurtcentrum met voorzieningen voor de omliggende woonwijken. Een

herkenbare identiteit is daarbij belangrijk.

Het RUP Polderstraat moet de identiteit van deze wijk als rustige woonbuurt versterken.

Het aangenaam en kwalitatief wonen komt hier op de eerste plaats. Het RUP moet streven

naar een verhoogde kwaliteit van de woningvoorraad en een opwaardering van het

openbaar domein waarbij een herkenbaar buurtcentrum verbonden wordt met de

aanpalende grote recreatieve clusters.

5.3 Concepten

5.3.1 Zichtassen naar de spuikom

Belangrijk voor een ruimtelijke samenhang van verschillende elementen zijn

de onderlinge visuele en fysische relaties. In het plangebied zijn er veel assen

die op de Spuikom uitkomen. Deze assen hebben het potentieel om meer dan

enkel een verkeersas te vormen in de richting van de dijk. Deze assen vormen

een visuele verbinding tussen Spuikom en de wijk. Het behouden en

versterken van de zichten vanuit het woonweefsel op de open ruimte zorgt

voor een visuele aantrekkingskracht van de Spuikom. Deze

aantrekkingskracht maakt de Spuikom tot een meerwaarde voor de

achterliggende woonwijken.

Figuur11: concepttekening zichtassen

Page 37: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

37/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

5.3.2 Twee strategische hoofdassen

Twee van de zichtassen kunnen worden beschouwd als hoofdassen. Ze vragen

meer aandacht dan de andere omdat langs deze twee assen nieuwe invullingen

en bijzondere relaties mogelijk zijn. In het noorden vormt de Spuikomlaan de

eerste strategische verbindingsas tussen de Spuikom, het parkbos, een nieuwe

invulling op de terreinen van de vroegere gemeentelijke magazijnen en het

sportpark ‘de Polder’. In het zuiden verbindt de Schietbaanstraat de Spuikom

met het nieuw schoolcomplex en het centrum van de wijk aan het August.

Plovieplein.

Beide assen brengen de open ruimte tot diep in het woonweefsel en bundelen

een aantal centrumfuncties. Toch hebben ze ook alle twee een ander karakter.

De meest noordelijke as is een ‘groene as’, waarbij recreatie een belangrijke rol

speelt. De as aan het August Plovieplein fungeert meer als ‘centrumas’. Zij

vormt een oriëntatiepunt in het centrum van de wijk.

Figuur 12: concepttekening strategische projecten

5.3.3 Dijk als bindende promenade

De dijk rond de Spuikom is één van de belangrijkste elementen om de relatie

tussen de Spuikom en de woonwijk te verbeteren. De dijk zorgt niet alleen

voor een verbinding tussen de twee strategische projectassen maar hangt

de wijk ook op aan de Spuikom. Door een opwaardering van de dijk kan er

een aangename groene promenade ontstaan die het recreatieve karakter

van de Spuikom en het woonbestand kwalitatief versterkt. De promenade

kan ook, zoals hier boven vermeld, voor die extra aantrekkingskracht aan

de knooppunten met de zichtassen zorgen.

Een belangrijke kans hierbij is de afwerking van de randen langs de

Spuikom. De leegstaande gronden en de verouderde woningen langs de

spuikom moeten samen met de dijk als een geheel worden bekeken. Door

deze niet langer afzonderlijk te bekijken kan er een vernieuwd waterfront

worden gevormd waarbij de woningen meer interageren met de Spuikom.

Figuur 13: concepttekening dijk als verbindende promenade

Page 38: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

38/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

5.3.4 Bindende hoofdontsluitingsas

De Fritz Vinckelaan zorgt voor de ontsluiting van de volledige wijk en voor de

verbinding met Oostende, Bredene-Sas, Bredene-Dorp en Bredene Duinen.

Net als de dijk verbindt de F. Vinckelaan de twee strategische hoofdassen, die

hierdoor ook bovenlokaal aan belang winnen. De ligging van het August

Plovieplein, aan de Fritz Vinckelaan bevestigt ook haar potentie als centrum

voor buurtondersteunende functies.

Figuur 14: concepttekening hoofdontsluitingsas

5.3.5 Diversiteit in het wonen

In het plangebied zijn er diverse woonvormen te bespeuren. Naargelang de

ligging van de woningen hebben deze steeds een andere typologie. De

typologieën bepalen de verschillende straatbeelden in het plangebied.

Nieuwe, hedendaagse invullingen moeten niet alleen voor meer kwaliteit en

variatie in het woonaanbod zorgen, maar ook het straatbeeld versterken. Zij

moeten de bestaande kwaliteiten bevestigen en uitvergroten, zonder daarbij de

bestaande bebouwing te verdringen.

Op basis van de bestaande situatie worden ruimtelijke gehelen met typerende

bebouwing afgebakend. Aan de verschillende deelgebieden wordt een

maximale bouwenveloppe en een typologie (eengezinswoningen en/of

appartementen) toegekend.

Figuur 15: concepttekening diversiteit in het wonen

De belangrijkste wijziging doet zich voor in de Polderstraat. Hier

bestaat de bebouwing voornamelijk uit oudere rijwoningen van

gemiddeld twee bouwlagen en een zadeldak. Deze woningen

kijken recht op de dijk. Door in het RUP drie volledige bouwlagen

en een teruggetrokken 4de bouwlaag toe te laten, kunnen nieuwe

ontwikkelingen meer genieten van het zicht op de Spuikom. Deze

mogelijke ontwikkeling zou meteen ook betekenen dat het straatbeeld van de Polderstraat wordt vernieuwd.

Page 39: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

39/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

6 Strategische projecten

De twee hoofdassen worden strategische hoofdassen genoemd omdat er aan deze assen

ruimte is voor het ontwikkelen van strategisch project. Deze projecten kunnen in een eerste

vernieuwingsslag de aanzet geven tot de opwaardering van de hele wijk.

Aan de Spuikomlaan in het noorden van het plangebied wordt de site van de voormalige

gemeentelijke werkhuizen als strategisch project opgehangen.

Aan de as van het August Plovieplein in het zuiden van het plangebied wordt de

vernieuwing van de school als strategisch project opgehangen. Alle gronden in eigendom

van de Europaschool worden mee bekeken in deze projectzone waardoor een ruimere

invulling dan louter de school mogelijk wordt.

6.1 Strategisch project voormalige gemeentelijke werkhuizen

De site van de voormalige gemeentelijke werkhuizen op de hoek van de Polderstraat en

de Spuikomlaan krijgt eveneens een nieuwe invulling met wonen. De site is gelegen langs

de strategische as van de Spuikomlaan die in het dichte woonweefsel wordt beschouwd

als een visuele, open en groene connectie tussen twee groene ruimtes: enerzijds het

parkbos en anderzijds het sportpark. De bebouwbare oppervlakte van de site van de

voormalige gemeentelijke werkhuizen wordt dan ook strikt afgebakend. De andere helft

blijft open ruimte. Langs de Spuikomlaan moet ter hoogte van de site van de voormalige

gemeentelijke werkhuizen de ‘missing link’ gerealiseerd worden in de lineaire

groenstructuur van hoogstammen die ter hoogte van het sportpark enerzijds en de

watersportclub anderzijds reeds is aangezet. De nieuwe groene Spuikomlaan moet zo het

parkbos een entree geven en de aantrekkingskracht richting Spuikom vergroten.

De Spuikomlaan wordt reeds in de bestaande situatie gekenmerkt door bebouwing die een

ruimer profiel heeft dan in de achterliggende straten. Dit ruimere bouwprofiel wordt ook

doorgetrokken op de site van de voormalige gemeentelijke werkhuizen. Het project aan de

overzijde van de site kan gelden als een referentieproject voor het beoogde volume en de

architecturale kwaliteit in deze projectzone. Deze typologie leent zich bovendien het best

voor meergezinswoningen, wat in de projectzone van de voormalige gemeentelijk

werkhuizen dan ook toegelaten wordt.

Page 40: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

40/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Figuur 16: referentiebeeld beoogde invulling

Net zoals in het referentieproject aan de overzijde van de straat, zal de bebouwing op de

site van de voormalige gemeentelijke werkhuizen bestaan uit maximaal 3 bouwlagen en

een teruggetrokken 4de . Er dient evenwel voldoende afstemming gemaakt te worden met

het inbreidingsgebied Vissersstraat waar de bebouwing kleinschaliger is. Dit gebeurt ofwel

door af te bouwen ofwel door voldoende onbebouwde publieke ruimte te laten tussen de

bebouwing in de beide projectzones.

6.2 Strategisch project Europaschool

De gebouwen van de Europaschool voldoen niet meer aan de huidige noden van de basis-

en middenschool. Er werd vanuit het GO! een PPS-project opgestart voor de bouw van

een nieuwe school en woonontwikkelingen op de gronden in eigendom van de

scholengemeenschap. Deze gronden, gelegen aan het August Plovieplein, de

Europastraat, de Nukkerwijk en de Spuikom vormen een belangrijk deel van het RUP

Polderstraat. Nieuwe ontwikkelingen op deze gronden kunnen dan ook het beeld van de

wijk sterk bepalen en worden als een strategisch project beschouwd.

Palmbout Urban Landscapes ontwikkelt in opdracht van het GO! een masterplan voor de

campus BS-MS, Europaschool Bredene. Dit masterplan, zoals voorgesteld aan de

gemeente Bredene op 18 februari 2010, wordt voor deze gronden het vertrekpunt voor de

opmaak van het RUP Polderstraat.

In de stedenbouwkundige voorschriften wordt de gewenste ontwikkeling de Europaschool

en omgeving over meerdere projectzones verdeeld. Hier wordt het geheel als strategisch

project beschreven.

Page 41: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

41/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Figuur 17: Palmbout MP 18/02/2010 - inrichtingsscenario

De nieuwe school blijft in het masterplan aan het August Plovieplein liggen, maar krijgt nu

ook echt een ‘gezicht’ aan het plein. De oorspronkelijk nogal ‘verbrokkelde’ wand aan het

August Plovieplein wordt afgewerkt en begeleidt zo het zicht van het plein tot aan de

Spuikom. De school volgt hier het profiel van de bestaande bebouwing en heeft 3

bouwlagen.

Page 42: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

42/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Figuur 18: Palmbout MP 18/02/2010 - zicht op de school vanuit het Plovieplein.

Het bestaande voetgangers- en fietspad van het August Plovieplein naar de Spuikom wordt

behouden. Deze langzaamverkeersas verbindt twee publieke ruimtes met een duidelijk

verschillend karakter: het August Plovieplein met de meest noordelijke gelegen

schoolgrond, die zal worden gevrijwaard van bebouwing en aan de dijk wordt toegevoegd.

Het Plovieplein krijgt een meer versteend en meer stedelijk karakter. De open ruimte aan

de Spuikom wordt in het verlengde van de bestaande dijk groen ingericht. Zo zijn de

woningen langs de Polderstraat zeker van een vrij zicht over de Spuikom. Door het

behouden van het pad voor langzaamverkeer en de open ruimte aan de Spuikom blijft ook

een belangrijke zichtas op de kerktorens van Oostende bewaard.

Page 43: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

43/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Figuur 19: Palmbout MP 18/02/2010 - contour van het August Plovieplein

Figuur 20: Palmbout MP18/02/2010 – twee

verschillende sferen in de publieke ruimtes

Figuur 21: Palmbout MP18/02/2010 - zichtas naar Oostende

Het gezicht van de school ligt aan het August Plovieplein, maar de school krijgt ook een

tweede belangrijke toegang aan de Europastraat. Het profiel van deze straat wordt verbreed

om voldoende parkeerplaats voor de omwonenden en het personeel te voorzien en om zo ook

de circulatie naar en van de ‘kiss and ride’ aan de school te optimaliseren. De woonblokken

tussen de Europastraat en de Fritz Vinckelaan worden verder afgewerkt en ingevuld met

eengezinswoningen. De Unescostraat wordt opnieuw een publieke straat. Ook ten noorden

van de Europastraat wordt het bestaande bouwblok verder afgewerkt met

eengezinswoningen. Echter in afwachting van deze bestemming kan deze zone gebruikt

worden als tijdelijke huisvesting van de school.

In de ruimte tussen de school en de Spuikom worden twee woonvolumes los geschakeld rond

een groene binnenhof. De binnenhof zorgt voor de ontsluiting van de woonblokken en sluit

aan bij de publieke groenruimte van de Spuikom. Deze volumes maken deel uit van het

waterfront aan de Spuikom. De maximale hoogte van deze volumes wordt afgestemd op de

rest van waterfront langs de Spuikom (3 +1 bouwlagen).

Het totale masterplan omvat aan bebouwde oppervlakte:

Page 44: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

44/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

• 32 grondgebonden woningen met een gemiddelde kavelmaat van 202m²;

• 30 appartementen met een gemiddelde netto vloeroppervlakte van 100m².

• de school met een oppervlakte van ca. 4000m².

Figuur 22: Palmbout MP18/02/2010 - zicht op school vanuit Europastraat

Figuur 23: Palmbout MP18/02/2010 - zicht op woonblokken aan de Spuikom.

Page 45: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

45/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

6.3 Vertaling naar bestemmingszones

De essentiële bepalingen uit de ruimtelijke concepten worden vastgelegd in

stedenbouwkundige voorschriften. Bij deze stedenbouwkundige voorschriften wordt zoveel

mogelijk flexibiliteit gelaten om voldoende te kunnen inspelen op wijzigende

maatschappelijke trends.

In het plangebied is nu een grote diversiteit aan woontypologieën aanwezig, die de

gemeente in de toekomst ook wil behouden en versterken. Het concept ‘diversiteit in het

wonen’ wordt dan ook vertaald in een 5-tal woonzones.

6.3.1 Zone voor waterfront

Zo komen de woningen aan de Polderstraat in een zone voor waterfront te liggen. Door

hier extra bouwlagen toe te laten, wordt het zicht naar de Spuikom geoptimaliseerd. Er

worden maximaal 4 bouwlagen toegelaten, waarvan de 4de bouwlaag inspringt ten opzichte

van de voor- en achtergevel.

Figuur 24: Maximale bouwenveloppe waterfront Figuur 25: Referentie – Borneo Sporenburg

Amsterdam, MVRDV

Het zicht op de Spuikom wordt ook geoptimaliseerd door de volledige dijkzone te vrijwaren

van bebouwing en in te richten als publiek groen domein. Dit is een uitvoering van het

concept van de dijk als bindend promenade. Deze promenade bindt ook twee strategische

assen, aan de Spuikomlaan en aan het August Plovieplein.

Page 46: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

46/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

6.4 Visserstraat

De bestemmingszone Visserstraat omvat een verkaveling in uitvoering ter hoogte van het

binnengebied aan de Visserstraat. Aan dit binnengebied grenzen de tuinen van de

woningen langs de Spuikomlaan, de Polderstraat en de Watervliegpleinstraat. Langs deze

straten worden overwegend eengezinswoningen gesitueerd. Het binnengebied ligt dan ook

volledig ingesloten.

De typologie van de woningen uit het verkavelingsontwerp wordt doorvertaald in de

stedenbouwkundige voorschriften.

In de verkaveling is plaats voor zadeldakwoningen van 2 bouwlagen en een dak. De nieuwe

woningen worden grotendeels ‘rug aan rug’ met de bestaande woningen langs de

Spuikomlaan en de Watervliegpleinstraat gepositioneerd. Er worden bewust geen

woningen rug aan rug met de woningen langs de Polderstraat geplaatst omdat deze

percelen behoorlijk diep zijn en zouden kunnen opgesplist worden zodat in aanvulling op

de bebouwing in de verkaveling zelf, bijkomend nog woningen kunnen gerealiseerd

worden. In het verkavelingsontwerp is hier rekening mee gehouden.

Door de woningen in de bestemmingszone rug aan rug te plaatsen met de bestaande

woningen langs de Spuikomlaan en de Watervliegpleinstraat ontstaat in het midden van

het binnengebied een door voorgevels omsloten wijkpleintje. Dit pleintje heeft een groen

karakter en wordt als woonerf ingericht. Het langzaam verkeer staat hier, net als in de rest

van de wijk voorop. Vanaf het pleintje zijn verschillende paden voor langzaam verkeer

doorheen de wijk bereikbaar. In het referentieontwerp gebeurt de ontsluiting voor

gemotoriseerd verkeer door interne lussen. Het zuidelijke deel van het inbreidingsgebied

wordt ontsloten via de Visserstraat. Het noordelijke deel van het inbreidingsgebied wordt

ontsloten via de Spuikomlaan.

Voor de woningen in de

bestemmingszone wordt een

bouwenveloppe voorgesteld van 2

bouwlagen en een zadeldak.

Figuur 26: Maximale bouwenveloppe

bebouwing verkaveling Vissersstraat

Page 47: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

47/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Voor de woningen die kunnen

gebouwd worden op de afgespliste

perceelsdeel van de percelen langs de

Polderstraat wordt een

bouwenveloppe voorgesteld van 2

bouwlaag en een teruggetrokken

derde bouwlaag.

Figuur 27: Maximale bouwenveloppe

afwerking achterkant Polderstraat

1. Spuikom

2. Dijk

3. Polderstraat

4. Afsplitsbaar deel van de percelen langs de Polderstraat – gericht op Spuikom

5. Afsplitsbaar deel van de percelen langs de Polderstraat – gericht op de verkaveling

Vissersstraat

6. Omsloten wijkpleintje – woonerf

7. Nieuwe bebouwing binnen de verkaveling Vissersstraat

6.4.1 August Plovieplein

Bij de bebouwing rondom het August Plovieplein wordt gestreefd naar een volwaardige

pleinwand. De bebouwing kan hier variëren naar bouwhoogte en dakprofiel maar kan enkel

op de rooilijn bouwen. Hierdoor vormen de woningen gesloten gevelfronten die als een

volwaardige rand het plein omsluiten. Omdat het August Plovieplein als het centrum van

de wijk wordt aangeduid worden in deze zone rondom het plein ook buurtondersteunende

functies toegelaten. Aangezien historisch ook langs de Fritz Vinckelaan altijd

buurtondersteunende functies aanwezig zijn geweest, wordt dit in het RUP ook bevestigd.

Langsheen het August Plovieplein worden 2 verschillende bouwenveloppes voorgesteld.

Page 48: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

48/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Er wordt overwegend een typologie voorgesteld die eerder gericht is op

ééngezinswoningen. De huidige overheersende typologie is eerder kleinschalig en bepaalt

het karakter van het plein. De gemeente wenst het karakter van de bebouwing rondom het

plein te behouden.

Figuur 28: Maximale bouwenveloppe art. 7

Ten oosten van de Fritz Vinckelaan en ten noorden van de Louis Van De Schaegestraat,

wordt een typologie voorgesteld waarin ook gemakkelijk meergezinswoningen kunnen

ingericht worden. De Fritz Vinckelaan als lokale weg II, gebiedsontsluitingsweg, kan

dergelijke typologie verdragen. Bovendien is op de hoek van de Fritz Vinckelaan en de

Louis Van De Schaeghestraat reeds een appartementsgebouw gerealiseerd.

Figuur 29: Maximale bouwenveloppe art. 9

6.4.2 Zone voor gesloten bebouwing

De woonzones achter het Augustplovieplein blijven voorbehouden voor wonen. Bij de

straten dwars op de Spuikom wordt het straatbeeld bepaald door rijwoningen met twee

bouwlagen en een zadeldak. Deze typologie wordt versterkt door exacte bouwhoogtes voor

kroonlijst en nok vast te leggen. Hierdoor ontstaat een strakke lijnvoering in het straatbeeld

die het zicht naar de Spuikom begeleidt. In deze woonzones wordt hetzelfde profiel

aangehouden als voor kleinschalige bebouwing langs het August Plovieplein.

Page 49: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

49/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Figuur 30: Maximale bouwenveloppe Figuur 31: Nukkerwijkstraat

6.4.3 Zone voor gesloten en gegroepeerde bebouwing

In de wijk aan de Watervliegpleinstraat-Toekomststraat-Spuikomlaan krijgt een rustig

woonmilieu de prioriteit. In deze straten zijn de voorschriften gebaseerd op de aanwezige

woontypologie en wordt ook gestreefd naar een groener straatbeeld.

Figuur 32: Maximale bouwenveloppe Figuur 33: Watervliegpleinstraat

Page 50: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

50/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

De bestaande paden voor langzaam

verkeer doorheen deze zone worden

behouden. Deze paadjes worden vooral

gebruikt als garagestraatjes. Een betere

afstemming van de inrichting van deze

paadjes moet ervoor zorgen dat deze een

kwalitatief onderdeel van het netwerk voor

langzaam verkeer worden.

Figuur 34: Impressie opwaardering

garagestraatjes

6.4.4 Zone voor halfopen en open bebouwing

Ten noorden van het August Plovieplein, richting Bredene Dorp, wordt de Fritz Vinckelaan

gekenmerkt door halfopen en open bebouwingspatroon en een groen karakter door de

voortuinen en de laanbeplanting langs de Fritz Vinckelaan. Ter hoogte van het August

Plovieplein en in minderde mate ter hoogte van het pleintje aan de Sportstraat wordt de

Nukkerwijk aangekondigd door een gesloten bebouwingspatroon en wordt de bezoeker als

het ware de Nukkerwijk ingetrokken. Het bebouwingspatroon van open en halfopen

bebouwing langsheen de Fritz Vinckelaan behoeft bijgevolg wijziging om de Nukkerwijk

kenbaar te maken. De typologie wordt behouden en bestendigd in het RUP Polderstraat.

Figuur 35: Fritz Vinckelaan

6.4.5 Strategische projecten

Aan de twee hoofdassen, de Spuikomlaan en het August Plovieplein worden strategische

projecten aangeduid dewelke reeds eerder in voorliggende nota werden beschreven. Het

schoolproject moet de verbinding tussen de dijk en het August Plovieplein versterken, de

gevelwand aan het plein verder afwerken en fungeren als een oriëntatiepunt tussen dijk en

plein. Gezien alle gronden in eigendom van de school in beschouwing worden genomen,

worden meerdere projectzone aangeduid. De projectzone Unescostraat en

Page 51: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

51/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

waterfrontontwikkeling zijn bedoeld voor woonontwikkelingen. De projectzone school is

bedoeld voor de inrichting van een nieuwe school waarbij een menging met wonen of

andere woonondersteunende functies niet uitgesloten wordt.

Aan de Spuikomlaan wordt de site van de voormalige gemeentelijke werkhuizen als

strategisch project opgenomen. Er worden appartementen toegelaten in navolging van het

recente project aan de overzijde van de straat.

De strategische projecten werden beschreven in het voorgaande hoofdstuk. De

krachtlijnen zullen doorvertaald worden in de stedenbouwkundige voorschriften.

6.4.6 Recreatiezone en waterpromenade

De gebouwen en constructies van de watersportclub worden opgenomen in een zone voor

gemeenschapsvoorzieningen. De bestaande situatie kan gehandhaafd blijven en

onderhoudswerken kunnen uitgevoerd worden aan de gebouwen. In geval de

watersportclub ervoor kiest om zijn infrastructuur te optimaliseren kan er slechts één

volume worden opgetrokken over twee bouwlagen. Het gebouw moet als een alzijdige

constructie geconcipieerd worden waardoor de infrastructuur van de watersportclub een

duidelijk ankerpunt langsheen de Spuikom wordt. De aanleg van de open ruimte rondom

de gebouwen moet geïntegreerd worden in de rest van de open ruimte langs de Spuikom

zodat één samenhangend geheel ontstaat.

Page 52: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

52/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

7 Milieubeoordeling

7.1.1 Inleiding

Dit hoofdstuk onderzoekt of het RUP ‘Polderstraat’ te Bredene plan-MER-plichtig is volgens

het plan-mer-decreet dat op 1 december 2007 in werking getreden is. Het plan-mer-

decreet4 beschrijft de stappen die doorlopen moeten worden om de plan-MER-plicht na te

gaan. Deze stappen zijn:

• Stap 1: Nagaan of het plan onder het toepassingsgebied valt;

• Stap 2: Voor plannen die onder het toepassingsgebied vallen: nagaan of het plan

“van rechtswege” plan-MER-plichtig is;

• Stap 3: Voor plannen die onder het toepassingsgebied vallen én niet “van

rechtswege” plan-MER-plichtig zijn: nagaan of het plan aanzienlijke milieueffecten

kan hebben. Deze laatste stap wordt ook wel screening genoemd en is in strikte

zin het “onderzoek tot milieueffectrapportage”.

Hieronder wordt dit stappenplan schematisch voorgesteld en in dit hoofdstuk worden de

verschillende stappen doorlopen.

Figuur 36: stappen in dit onderzoek tot milieueffectrapportage

Op basis van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage

over plannen en programma’s (12 oktober 2007) werden 17 adviesinstanties per

aangetekende brief op 19 april 2010 aangeschreven met de vraag hun advies en/of

opmerkingen te formuleren op het ‘verzoek tot raadpleging’ voor het RUP ‘Polderstraat’.

Voor deze adviesvraag werd een screeningsnota opgemaakt. Op 20 mei 2010 werd een

rappelbrief verstuurd naar de instanties die nog geen advies geleverd hadden.

De dienst MER vna het departement Leefmilieu, Natuur en Energie heeft besloten dat

het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieueffecten en dat

4 Decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van DABM en van art. 36ter decreet natuurbehoud (B.S. 20/06/2007)

Page 53: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

53/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

de opmaak van een plan-MER niet nodig is. De dienst MER heeft deze beslissing

bevestigd in een schrijven van 6 juli 2010.

7.2 Stap 1: Toetsing toepassingsgebied

7.2.1 Toelichting decreet

De artikels 4.1.1 en 4.2.2 van het gewijzigde decreet DABM5 bepalen het

toepassingsgebied voor het decreet. De definitie van plan of programma bevat volgens het

decreet drie voorwaarden die tegelijkertijd moeten vervuld worden. Het betreft volgende

drie voorwaarden:

decretale of bestuursrechtelijke bepalingen moeten voorschrijven dat een plan of

programma wordt opgesteld en/of vastgesteld;

het moet gaan om een plan of programma dat door een instantie op regionaal, provinciaal

of lokaal niveau is opgesteld;

het plan of programma moet via een wetgevingsprocedure door het parlement of de

regering worden vastgesteld of door een instantie (regionaal, provinciaal of lokaal niveau)

worden vastgesteld.

Volgende plannen en programma’s vallen anderzijds niet onder het toepassingsgebied van

het decreet en zijn derhalve ook niet MER-plichtig (uitzonderingsregels):

• plannen of programma’s die uitsluitend bestemd zijn voor nationale defensie;

• financiële of begrotingsplannen en –programma’s;

• plannen of programma’s die worden medegefinancieerd in het kader van de

programmeringsperiode 2000-2006 betreffende EG-Verordening nr. 1260/1999

van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de

Structuurfondsen en de programmeringsperiode 2000-2006 en 2000-20007 van

EG-Verordening nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor

plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de

landbouw.

• plannen of programma’s die niet het kader vormen voor het toekennen van een

vergunning voor een project.

7.2.2 Toetsing aan het decreet DABM

Het plan waarvoor deze nota opgesteld wordt is een gemeentelijk RUP.

Dit plan valt onder het toepassingsgebied want er is voldaan aan de drie voornoemde

voorwaarden:

• Het decreet houdende de organisatie van ruimtelijke ordening schrijft de opmaak

van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor;

• De opsteller van het plan is een instantie, i.e. de gemeente Bredene;

5 Decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van DABM en van art. 36ter decreet natuurbehoud (B.S. 20/06/2007)

Page 54: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

54/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

• Het plan wordt vastgesteld door een instantie, i.e. de gemeente Bredene, waarna

de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen het moet

goedkeuren.

Het plan valt bovendien niet onder de specifieke uitzonderingsregels.

7.3 Stap 2: is het plan van rechtswege plan-MER-plichtig

7.3.1 Bepaling van de plan-MER-plicht van rechtswege

Onder de plannen en programma’s die onder het toepassingsgebied van het decreet

DABM vallen, onderscheidt men twee groepen van plannen en programma’s die ‘van

rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht:

Categorie A

Plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd:

betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer,

afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of

grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° DABM);

én

een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van

het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten;

én

niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging

inhouden.

Categorie B

Plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke

betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling

vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid DABM) tenzij het gaat om een plan of programma dat

het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt.

Hieronder wordt bekeken of het plan van rechtswege plan-MER-plichtig is, door na te gaan

of het voldoet aan alle voorwaarden voor plannen van categorie A of valt onder de plannen

van categorie B.

7.3.2 Toetsing aan de categorie A

7.3.2.1 Heeft het plan betrekking op een van de sectoren genoemd in het decreet?

Voorliggend plan is een RUP en heeft bijgevolg betrekking op de ruimtelijke ordening.

Aan deze voorwaarde is voldaan.

Page 55: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

55/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

7.3.2.2 Vormt het plan een kader voor project-mer-plichtige projecten?

Het project dat op het plan kan volgen is de ontwikkeling van de nieuwe woonzones. Dit

omvat een aantal ingrepen die aanleiding kunnen geven tot project-mer-plicht. Deze vallen

mogelijks onder categorie 10b van bijlage II van het project-mer-besluit:

Categorie 10b: Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra

en parkeerterreinen,

• met betrekking tot de bouw van 1.000 of meer woongelegenheden, of

• met een bruto-vloeroppervlakte van 5.000m² handelsruimte of meer, of

• met een verkeersgenererende werking van pieken van 1000 of meer personenauto-

equivalenten per tijdsblok van 2 uur.

• Op basis van het aantal onbebouwde percelen kunnen een 100-tal bijkomende

woningen opgericht worden. Er kan daarnaast een lichte stijging zijn van het aantal

wooneenheden door de vervanging van eengezinswoningen door kleine

meergezinswoningen (vb. 4 bouwlagen in de Polderstraat) en nieuwe

woningtypologieën zoals ‘kangoeroewoningen’. Aangezien de oppervlakte van het

plangebied bovendien beperkt is tot 17,8 ha, zal men ver onder de grens voor de

project-MER-plicht blijven.

• Ter hoogte van de onbebouwde groene binnenruimte in de Visserstraat zal

een inbreiding gerealiseerd worden. ‘Rug aan rug’ met de bestaande

woningen worden nieuwe woningen ingepland. Dit zal voornamelijk gebeuren

langs de oostkant van het binnengebied - richting Spuikomlaan en

Watervliegpleinstraat. Het gaat hierbij om ca. 30 woningen. In het midden van

het binnengebied ontstaat een omsloten wijkpleintje dat als woonerf wordt

ingericht.

• Aan het nieuwe schoolproject worden ook woonontwikkelingen gekoppeld. Er

worden 32 nieuwe woningen gerealiseerd en 2 appartementsgebouwen.

Deze ontwikkelingen zijn samen goed voor 72 bijkomende wooneenheden.

• Binnen het plangebied komen enkele braakliggende percelen voor die bij de

ontwikkeling van het RUP bebouwd zullen worden. Het gaat hier o.a. over de

percelen aan de kruising tussen de Visserstraat en de Watervliegpleinstraat

en de voormalige gemeentelijke bouw- en stapelplaats in de Spuikomlaan.

• Momenteel zijn de meeste handelszones gelegen langs de Fritz Vinckelaan en het

August Plovieplein. In de Spuikomlaan is er uitzonderlijk op het gelijkvloers kleinhandel

aanwezig. Binnen de gewenste ontwikkeling zullen langs de Polderstraat en rondom

het August Plovieplein enkele mogelijkheden voor nieuwe handelsruimten gerealiseerd

worden. De bruto-vloeroppervlakte blijft echter onder 5000 m².

• De zone ten oosten van de Polderstraat is bestemd voor wonen en aan het

wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante

voorzieningen worden verstaan: buurtondersteunende handel met een netto

handelsoppervlakte < 400m², horeca, diensten en vrije beroepen, openbare

groene en openbare verharde ruimten. De aan het wonen verwante

voorzieningen gaan steeds gepaard met de woonfunctie.

• De zone rondom het August Plovieplein is bestemd voor wonen en aan het

wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante

voorzieningen worden verstaan: detailhandel met een netto-vloeroppervlakte

Page 56: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

56/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

van maximaal 400m² per handelszaak, horeca, diensten en vrije beroepen en

gemeenschapsvoorzieningen.

• Er is geen extra verkeersgeneratie van bovenlokaal te verwachten ten gevolge van het

plan. Er zijn geen bijkomende functies die zware verkeersstromen genereren. Gezien

de beperkte bijkomende woon- en werkgelegenheid zal ook de verkeerstoename

eerder beperkt zijn.

• De Fritz Vinckelaan zal voor de ontsluiting van de volledige wijk zorgen en

voor de verbinding met Oostende, Bredene-Sas, Bredene-Dorp en Bredene

Duinen.

• Het RUP voorziet de herinrichting van de Spuikomlaan om een strategische

hoofdas te vormen tussen de Spuikom, het parkbos, de inbreiding aan de

Visserstraat en het sportpark ‘de Polder’. Het RUP werkt hierbij met het

concept van de Spuikomlaan als ‘dreef’.

• Ter hoogte van het woonerf aan de Visserstraat staat langzaam verkeer, net

als in de rest van de wijk, voorop. De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer

gebeurt door een interne lus, via de Visserstraat of door het doortrekken van

de Visserstraat tot aan de Spuikomlaan.

• De Europastraat ter hoogte van de school wordt verbreed en heringericht als

een lus waarbij in het midden parkeerplaatsen en bomen worden voorzien.

Conclusie: het plan vormt geen kader voor vergunningen van bijlage I of bijlage II- projecten

van het MER- besluit.

7.3.2.3 Betreft het plangebied een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging van een

bestaand plan?

Het totale plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 17,8 ha. Het plan is een

gemeentelijk plan en betreft een verfijning van het gewestplan. De oppervlakte is beperkt.

Bovendien zijn de wijzigingen die het plan voorstelt ten opzicht van de geplande situatie

klein. Het betreft voornamelijk de invulling en structurering van het gebied om de

ontwikkeling van een vernieuwde Spuikom-omgeving te stimuleren en de

aantrekkingskracht van de Nukkerwijk te versterken.

Omwille hiervan kan het plan beschouwd worden als een kleine wijziging van een bestaand

plan op lokaal niveau.

7.3.3 Toetsing aan de categorie B

Het plangebied zelf is niet gelegen in een vogel- of habitatrichtlijngebied. Het

dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied is ‘de Polders’, op ca. 2 km ten noordoosten van de

Spuikom. Langs de zee strekt zich het Habitatrichtlijngebied ‘Duingebieden inclusief

IJzermonding en Zwin’ uit.

Voorliggend plan betekent geen enkel direct ruimteverlies van habitat- of leefgebieden

binnen vogel- en habitatrichtlijngebied. Effecten op netwerkrelaties kunnen als

onbestaande worden beoordeeld. Eveneens kan aangenomen worden dat

verstoringeffecten niet zullen optreden. Het plangebied dat grenst aan de Spuikom, ligt op

1 km van het centrum van Bredene en heeft geen wisselwerking met de

beschermingsgebieden.

Page 57: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

57/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Op 2,5 km ten noordoosten van de Spuikom ligt het VEN-gebied ‘De Middenkust’. Dit VEN-

gebied strekt zich ook langs de zee uit. Volgens de biologische waarderingskaart zijn in het

plangebied geen biologisch waardevolle zones aanwezig.

Rekening houdende met de actuele toestand van het plangebied, langs de Spuikom en als

niet-biologisch waardevol aanzien, kan gesteld worden dat de globale huidige ecologische

structuur van het plangebied arm is en dat het plangebied geen bijdrage levert tot het

Natura2000 netwerk of enig ander netwerk van natuurwaarden.

Binnen het plangebied zijn geen beboste percelen of andere waardevolle groenelementen

aanwezig.

Rekening houdend met voornoemde, kan worden gesteld dat geen betekenisvolle

aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan worden

veroorzaakt. Er dient gesteld dat voor onderhavig RUP geen passende beoordeling is

vereist uit hoofde van artikel 36ter van het decreet voor natuurbehoud.

Bovendien werd in paragraaf 3.2.3 aangetoond dat het RUP een kleine wijziging van een

bestaand plan betreft.

7.3.4 Conclusie over de plan-MER-plicht van rechtswege

Een toetsing aan de drie voorwaarden van categorie A heeft aangetoond dat het plan niet

aan de drie voorwaarden voor plan-MER-plicht voldoet. Aangezien voor het plan geen

passende beoordeling opgemaakt moet worden, valt het plan ook niet onder categorie B.

Er kan dus geconcludeerd worden dat het plan niet plan-MER-plichtig is van

rechtswege en dat overgegaan kan worden tot een screening om na te gaan of het plan

belangrijke milieueffecten kan veroorzaken.

7.4 Stap 3: Milieubeoordeling

Voor plannen die het kader vormen voor een vergunning, doch niet vallen onder de plannen

die van rechtswege plan-MER-plichtig zijn, moet een onderzoek worden uitgevoerd naar

het mogelijke voorkomen van aanzienlijke milieueffecten, i.e. een screening. Indien uit dit

onderzoek als besluit volgt dat aanzienlijke negatieve effecten kunnen optreden, moet de

initiatiefnemer alsnog een plan-MER op (laten) stellen.

Een uitzondering vormen de plannen of programma’s die uitsluitend bestemd zijn voor

noodsituaties. Deze zijn niet onderworpen aan de MER-plicht. Deze plannen en

programma's vallen in beginsel wel onder het toepassingsgebied, maar niet onder de plan-

MER-plicht. Het plan dat in deze nota beschouwd wordt, is geen plan voor een

noodsituatie.

7.4.1 Screeningscriteria plan-MER-decreet

Dit onderzoek naar het mogelijke voorkomen van aanzienlijke milieueffecten is

noodzakelijk gezien uit het stappenschema blijkt dat het plan onder het toepassinggebied

valt maar niet plan-MER-plichtig is van rechtswege. Dit gebeurt:

• aan de hand van een lijst van selectiecriteria, opgenomen in bijlage I van het plan-MER

decreet, teneinde te oordelen over het al dan niet MER-plichtig zijn van plannen en

programma’s die niet van rechtswege MER-plichtig zijn. Deze criteria hebben enerzijds

betrekking op de kenmerken van het plan en anderzijds op de kenmerken van de

Page 58: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

58/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed. De tabel met deze criteria

is opgenomen in bijlage.

• via een bespreking van de mogelijk relevante effecten, cfr. de gebruikelijke mer-

praktijk.

7.4.2 Onderzoek naar aanzienlijke milieu-effecten

In dit hoofdstuk worden de potentieel relevante milieueffecten behandeld per discipline.

De beoordeling van de milieueffecten gebeurt vooreerst t.o.v. de huidige situatie. Dit is de

referentiesituatie. Het grootste verschil tussen de referentiesituatie en het RUP

Polderstraat is de bebouwing van het binnengebied aan de Vissersstraat en deze ter

hoogte van de school. Deze ontwikkelingen zijn ook mogelijk binnen de huidige geplande

situatie. Voor een grondige bespreking van de huidige situatie word verwezen naar deel 1

paragraaf 3.3.

Een tweede bespreking van de milieueffecten gebeurt t.o.v. de autonome ontwikkeling (het

zogenaamde nulalternatief) . Het RUP Polderstraat houdt voornamelijk een verfijning in

van het huidige gewestplan. Dit betekent dat de autonome ontwikkeling, zijnde de

ontwikkeling van het gebied zonder de uitvoering van het RUP Polderstraat, en de

geplande situatie zoals voorgesteld in het RUP gelijkaardig zijn. Bovendien is het RUP

reeds grotendeels gerealiseerd, waardoor de verschillen tussen de referentiesituatie, de

autonome ontwikkeling en het RUP vaak klein zijn.

7.4.2.1 Bodem

Referentiesituatie: Binnen het plangebied zijn sterk vergraven gronden en

kreekruggronden aanwezig. De antropogene gronden hebben geen wetenschappelijke

en/of cultuurhistorische waarde.

Autonome ontwikkeling: Met uitzondering van ‘parkgebied’ in het noordwesten van het

plangebied (tussen de Spuikomlaan, Polderstraat en Schietbaanstraat) en ‘gebied voor

dagrecreatie’ langs de Spuikom is het volledige gebied aangeduid als woongebied. Dit

betekent dat bij een autonome ontwikkeling al deze gronden bebouwd kunnen worden.

Doorwerking naar het plan: Het RUP leidt niet tot een bijkomende inname van gronden

t.o.v. de huidige geplande situatie. Enkel het verlies aan kreekruggronden wordt als licht

negatief beschouwd.

De vigerende wetgevingen (Bodemsaneringsdecreet en VLAREBO) bieden voldoende

waarborg voor de kwaliteit van de bodem.

Conclusie: Er zijn geen significante effecten te verwachten.

7.4.2.2 Water

Referentiesituatie: Het grondwater is verzilt. Daardoor is het gebied zeer gevoelig voor

grondwaterstroming (type 1). In dergelijke gebieden is het vooral van belang dat bij de

aanleg en instandhouding van ondergrondse constructies het grondwaterpeil niet in die

mate verstoord wordt (bvb. ten gevolge van bemalingen) dat er verzilting van het zoete

water optreedt.

Page 59: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

59/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Door de ondiepe grondwaterstand is het plangebied niet

infiltratiegevoelig.

Het volledige plangebied is voorzien van een gescheiden

rioleringstelsel dat is aangesloten op een

rioolwaterzuiveringinstallatie (RWZI) (zie Figuur 37).

Figuur 37: Zoneringsplan

Autonome ontwikkeling: Het gewestplan geeft geen bijkomende bepalingen met

betrekking tot het waterbeheer binnen het plangebied. Hierdoor kan bij een autonome

ontwikkeling het volledige plangebied verhard worden. Hierdoor zouden er minder zones

voorkomen waarin het hemelwater rechtstreeks in de bodem kan infiltreren.

Op termijn wordt een vernieuwing van het Maartenssas gepland en wordt er mogelijk een

pompgemaal geplaatst boven de Noord-Ede. Deze werken zijn gepland in het kader van

het integrale waterbeleid.

Doorwerking naar het plan: Er zijn in het RUP geen activiteiten gepland die een

belangrijke invloed hebben op de waterhuishouding. Het belangrijkste effect op de

waterhuishouding zal veroorzaakt worden door de bijkomende verharding voor gebouwen

en wegenis. Voor verhardingen is men verplicht om te voldoen aan de bepalingen van de

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake

hemelwaterputten. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 §4 van Vlarem II met

betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het

decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden- bergen- afvoeren’ dat

opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheer- plannen.

Aangezien de infiltratiecapaciteit van de bodem ter hoogte van het plangebied niet

voldoende is om bijkomende waterlast op te vangen zal de waterlast via hergebruik van

regenwater en bufferbekkens opgevangen moeten worden. Een andere optie is de afvoer

naar het parkbos of de terreinen van het sportcentrum waar de gronden wel

infiltratiegevoelig zijn. De specifieke uitwerking zal bij een vergunningsaanvraag gevoegd

moeten worden. Hierbij is het belangrijk dat het regenwater niet vervuild wordt. Indien een

kans op vervuiling bestaat, moet men het water zuiveren alvorens het te lozen.

Ook voor bijkomende wegenis moeten de regels van de gewestelijke

hemelwaterverordening gevolgd worden. Binnen de algemene voorschriften dienen

maatregelen in het kader van de goede waterhuishouding in elke zone te worden

toegelaten zonder dat de eigenlijke functie van de bestemming in het gedrang komt.

Aangezien het gaat over een type 1 gebied m.b.t. grondwaterstromingsgevoeligheid, moet

advies aangevraagd worden bij de bevoegde instantie indien een ondergrondse constructie

gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan

50 m.

Bij de aanleg van dergelijke ondergrondse constructies kan bemaling noodzakelijk is. De

volgende milderende maatregelen moeten genomen worden om de impact op het

grondwaterstromingspatroon en –kwaliteit te voorkomen, namelijk:

Page 60: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

60/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

• Kwaliteitscontrole op het grondwater i.v.m. verzilting en indien nodig het opleggen

van beperkende maatregelen inzake tijdsduur en debiet van de bemaling;

• Werken met een waterdichte bouwkuip met onderwaterstorting van de betonnen

vloerplaat;

• Geen permanente drainages.

Niet-verontreinigd zout bemalingswater wordt bij voorkeur in de Spuikom geloosd. Het

lozen van zout bemalingswater in zoete oppervlaktewateren moet worden vermeden. Het

lozen in de openbare riolering is enkel toegestaan als het conform de beste beschikbare

technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

De bepalingen van de zoneringsplannen en verplichtingen van Vlarem m.b.t. de sanering

van het afvalwater en de bescherming van de waterkwaliteit worden gerespecteerd.

De vernieuwing van Maartenssas en de mogelijke installatie van een pompgemaal boven

de Noord-Ede zijn nog steeds mogelijk na de uitvoering van het RUP.

Conclusie: Er moet voldoende buffercapaciteit aangelegd worden om significante effecten

te vermijden. Gezien een watertoets uitgevoerd moet worden bij de vergunningsverlening

voor een ontwikkeling van het gebied kan aangenomen worden dat aan deze voorwaarde

voldaan zal worden. Bij bemalingen moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid

van verzilt grondwater.

7.4.2.3 Geluid

Referentiesituatie: In de huidige situatie wordt de belangrijkste geluidshinder veroorzaakt

door het plaatselijk verkeer.

Autonome ontwikkeling: Volgens de huidige bestemmingsplannen zijn er binnen het

plangebied geen activiteiten mogelijk met een aanzienlijke geluidsproductie. Er kan wel

een toename van geluidshinder verwacht worden door een stijgende algemene

verkeersdruk.

Doorwerking naar het plan: Het RUP laat geen activiteiten toe met een aanzienlijke

geluidsproductie. Net zoals bij de autonome ontwikkeling zal de sterkste geluidsproductie

veroorzaakt worden door een toename van het plaatselijk verkeer. De schaal van de

ontwikkeling is voldoende klein om geen relevante impact op de geluidskwaliteit te hebben.

Conclusie: Er zijn geen significante effecten te verwachten.

7.4.2.4 Lucht en klimaat

Referentiesituatie: Volgens de gegevens van VMM is de huidige luchtkwaliteit in de

directe omgeving van het plangebied niet conform de grenswaarden uit de betrokken EG

richtlijnen. Met name de norm voor het aantal overschrijdingen van de daggemiddelde

concentratie van PM10 wordt overschreden. Verder wordt er ook een bijna overschrijding

van de jaargemiddelde concentratie van PM10 vastgesteld (Figuur 38).

Hierbij dient opgemerkt te worden dat door het gering aantal meetposten in de betreffende

regio, de actuele luchtkwaliteit via berekeningen (interpolatie, rekening houdend met het

bodemgebruik, bevolkingsdichtheid J) wordt bekomen. Het is hierbij opvallend dat aan de

kust de regio met de 3 belangrijkste havens er qua minder goede luchtkwaliteit uitspringen

(Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge). Op deze locaties is er een combinatie van

verhoogde industriële activiteit (meer oppervlakte op het gewestplan ingekleurd als

Page 61: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

61/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

industriegebied) en een hoge bevolkingsdichtheid. Voor de regio Oostende komt daar ook

nog eens de E40 als relevante verkeersader bovenop.

Figuur 38: Overschrijdingen van de verschillende normen bepaald via de gemiddelde RIO-interpolaties

voor de jaren 2006-2007-2008

Autonome ontwikkeling: Globaal gezien wordt naar de toekomst toe een verbetering

van de luchtkwaliteit verwacht. Achtergrondwaarden voor PM10 uit CAR Vlaanderen

voor de betreffende regio zijn 34 µg/m³ (2005) – 31 µg/m³ (2010) – 29 µg/m³ (2015).

Het plangebied kan volgens het gewestplan bijna volledig ontwikkeld worden als

woonzone. Dit houdt in dat de percelen allen bebouwd zouden kunnen worden. Bij

een autonome ontwikkeling kan er een toename verwacht worden van de emissies

ten gevolge van gebouwenverwarming en verkeer. De toename blijft beperkt

aangezien er slechts een 100-tal woningen gerealiseerd kunnen worden.

Doorwerking naar het plan: De ontwikkeling van het plangebied kadert in het

gewestelijk RUP ‘Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende’. In het plan-MER

dat werd opgesteld voor dit RUP werd de volgende conclusie geformuleerd i.v.m. de

luchtkwaliteit: “Op basis van geïnterpoleerde gegevens inzake de fijn stof emissies in

Vlaanderen zou te Oostende de grenswaarde voor daggemiddelde concentratie tot 70

keer per jaar worden overschreden daar waar dit slechts 35 keer zou mogen

bedragen. Elk plan of elke activiteit die leidt tot een verdere toename van de fijn stof

concentraties zou vanuit dit oogpunt dan ook negatief moeten worden beoordeeld.” In

het kader van het RUP Polderstraat moet deze uitspraak genuanceerd worden

aangezien door het plan enkel een toename van het aantal woningen mogelijk maakt.

Activiteiten die tot aanzienlijke emissies zorgen (bv. industrie) zijn volgens het RUP

niet toegestaan. Mogelijke emissies door de ontwikkeling van het plangebied zijn

hoofdzakelijk afkomstig zijn van voertuiggebruik en gebouwverwarming. Deze

emissies kunnen licht stijgen bij een realisatie van het RUP.

Page 62: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

62/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

De ontwikkelingen ten gevolge van het RUP zijn echter niet van die orde om een

significante bijdrage tot PM10 te leveren. De nieuwe gebouwen zullen immers

hoofdzakelijk met aardgas verwarmd worden waardoor enkel een toename van NOx te

verwachten is en niet van fijn stof. De belangrijkste polluent van het bijkomend verkeer is

NOx en in veel mindere mate fijn stof. De verkeerstoename zal niet significant zijn

aangezien het aantal nieuwe woon- en handelgelegenheden beperkt blijven.

Bij de ontwikkeling van de publieke ruimte kunnen groenvoorzieningen aangebracht

worden (bomen filteren grote hoeveelheden fijn stof uit de lucht).

Conclusie: Het uitvoeren van een plan-MER waarbij een modellering wordt uitgevoerd om

de evolutie van PM10 emissies te bepalen levert geen meerwaarde op. Bovendien worden

er geen significante verschillen verwacht ten opzichte van de autonome ontwikkeling.

7.4.2.5 Fauna en flora

Referentiesituatie: Binnen het plangebied zijn geen biologisch waardevolle zones

aangeduid. Wel is er in het binnengebied achter de Spuikomlaan, Watervliegpleinstraat en

Polderstraat een verruigd grasveld gelegen, dat dienst doet als speelplek voor omwonende

kinderen. De natuurwaarde is echter beperkt.

De belangrijkste waarden in de omgeving zijn de vallei van de Noord-Ede, het parkbos ten

noorden van de Spuikom en hooi- of weilanden, akkers en houtkanten.

Autonome ontwikkeling: Volgens het gewestplan kan bijna het gehele gebied ontwikkeld

worden als woonzone. Dit houdt in dat de percelen allen bebouwd zouden kunnen worden

en geen planologische bescherming hebben. Ook het verruigd grasveld gelegen achter de

Spuikomlaan, Watervliegpleinstraat en Polderstraat is aangeduid als woongebied en kan

dus vol gebouwd worden. Er zijn geen garanties voor de aanleg van groenelementen

binnen het plangebied.

Doorwerking naar het plan: De ontwikkelingen in het kader van het RUP vinden plaats in

een stedelijke omgeving. Er gaan bijgevolg geen belangrijke natuurwaarden verloren. De

autonome ontwikkeling verschilt hierin bijna niet ten opzichte van het RUP.

In het RUP worden echter maatregelen genomen om de beeldkwaliteit van het centrum te

verbeteren. Zo worden er groenelementen voorzien langs de bermen en dijk, rondom het

plein en op de parkeerplaatsen. Indien hierbij gebruik wordt gemaakt van streekeigen

soorten, kunnen deze groenstructuren bijdragen tot een biologische opwaardering van het

plangebied. Gevel- en dakbegroening kunnen eveneens nieuwe, stedelijke ecotopen

creëren.

De verstoring voor de aanwezige fauna en flora in de omliggende gebieden ten gevolge

van de uitwerking van het RUP (bv. bijkomend verkeer) is gezien de schaal van de

bijkomende ontwikkeling slechts gering.

Conclusie: Er zijn geen significante effecten te verwachten.

7.4.2.6 Landschap

Referentiesituatie: Het plangebied maakt geen deel uit van een ankerplaats of relictzone.

Er zijn tevens geen beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten of monumenten

gelegen. Enkel de Europaschool wordt beschouwd als bouwkundig erfgoed. In de

inventaris van het bouwkundig erfgoed worden de bas-reliëfs speciaal vermeld.

Beschrijving uit de inventaris:

Page 63: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

63/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Vlg. opschriften van gevelstenen in centraal poortrisaliet aan Europastraat, oorspronkelijk

gemeenteschool met eerste steen en inhuldiging resp. van 1956 en 1959; n.o.v. architect

W. Marchal en uitgevoerd door aannemer E. Coudron.

Vrijstaand, laag en breed uitgebouwd schoolcomplex nog aansluitend bij Nieuwe

Zakelijkheid, met gebouwen onder platte daken rondom twee rechthoekige speelplaatsen.

In hoekrisalieten aan Europastraat, typerende allegorische bas-reliëfs van Jo Maes

(Oostende) m.b.t. industrie, handel, nijverheid, onderwijsvakken...en pergola's weerszijden

de dienstoprit.

Functionele architectuur met structuur van gewapend beton; bakstenen bekleding.

Horizontale vensterregisters voorzien van brede ramen met metalen roedeverdeling.

Betonnen luifels aan speelplaatszijde

Momenteel is de school bouwtechnisch niet meer in orde en is er plaatsgebrek. Er staan

verschillende tijdelijke containerklassen.

Het plangebied heeft geen uitgesproken identiteit. Het is een aaneenschakeling van

verschillende woontypologieën.

Autonome ontwikkeling: De voorziene ontwikkelingen van de ruime omgeving met

wooninbreidingen en de ontwikkeling van de site Kop van ’t Sas, zullen mogelijk voor een

verdere uitbreiding van het leerlingenaantal zorgen. Men plant dan ook om het oude

gebouw af te breken en een nieuw schoolgebouw op te richten.

In vergelijking met het RUP zijn er bij een autonome ontwikkeling meer mogelijkheden tot

bebouwing en verharding zonder dat er voorschriften geformuleerd zijn om de

beeldkwaliteit van de Nukkerwijk te verbeteren.

Doorwerking naar het plan: Het doel van het RUP is het opwaarderen van het imago van

de Nukkerwijk door het verbeteren van de beeldkwaliteit. Hiervoor moeten leegstaande en

verouderde gebouwen worden vernieuwd. Naargelang de ligging van de woningen wordt

hierbij een bepaalde woontypologie gevolgd. De typologieën zorgen voor meer eenheid in

de verschillende straatbeelden in het plangebied.

Er worden zichtassen naar de Spuikom gerealiseerd. Deze assen vormen een visuele

verbinding tussen Spuikom en de wijk. Het behouden en versterken van de zichten vanuit

het woonweefsel op de open ruimte zorgt voor een visuele aantrekkingskracht van de

Spuikom. Om de strategische assen te benadrukken worden op de hoekgebouwen

accenten toegestaan.

Om de bewoners in de Polderstraat meer te laten genieten van het zicht op de Spuikom,

worden 3 volledige bouwlagen en een teruggetrokken 4de bouwlaag toegelaten. Hierdoor

wordt het straatbeeld van de Polderstraat eveneens vernieuwd.

De nieuwe gebouwen ter hoogte van de schoolomgeving vormen een hoogteaccent aan

het einde van de Polderstraat en geven op die manier diepte in het beeld van de

bebouwing.

Het August Plovieplein wordt opgewaardeerd door alle gevels naar het plein te richten en

het plein zoveel mogelijk te omsluiten.

De bas-reliëfs in de voorgevel van de school zijn beschermd als bouwkundig erfgoed. Bij

het indienen van de bouwaanvraag voor de Europaschool zal dan ook een erfgoedtoets

opgemaakt moeten worden. Bij de afbraak van de school moeten deze elementen

bewaard blijven. Eventueel kunnen ze ingewerkt worden in de gevel van het nieuwe

schoolgebouw.

Page 64: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

64/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Conclusie: Bij de uitwerking van het RUP zullen er positieve effecten te verwachten zijn

ten aanzien van het landschap. Het volledige verdwijnen van de Europaschool zou een

matig negatief effect hebben op het erfgoed. Aangezien het gebouw niet beschermd is; het

gebruik van het gebouw op dit ogenblik niet meer optimaal is en de school bouwtechnische

problemen heeft, wordt het mogelijke verdwijnen van de school niet als significant negatief

beoordeeld. Wel is het nodig om bij de stedenbouwkundige vergunning een meer

gedetailleerde onroerend-erfgoedtoets op te stellen, op basis waarvan Agentschap RO-

Vlaanderen een advies zal geven betreffende de omgang met dit bouwkundig erfgoed.

Aangezien de screening een beoordeling maakt op basis van het RUP, is hier niet met

zekerheid te beschrijven welke eigenschappen/ waarden mogelijk kunnen verdwijnen.

7.4.2.7 Mens

7.4.2.7.1 Externe veiligheid

Referentiesituatie: De gronden binnen het plangebied omvatten een aandachtsgebied,

namelijk woongebied.

Volgens de gegevens van de dienst Veiligheidsrapportering zijn er binnen het plangebied

geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied

zijn 2 hoge drempel Seveso-inrichtingen aanwezig, met name Proviron Functional

Chemicals en Proviron Basic Chemicals op 1500 m ten westen van het plangebied en een

hoge drempel Seveso-inrichting gepland is op ongeveer 1000 m. De dienst

Veiligheidsrapportering beschikt over voldoende elementen om de risico’s in te schatten

waaraan mensen in de omgeving van deze inrichtingen blootgesteld worden ten gevolge

van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen bij dit bedrijf.

Autonome ontwikkeling: Aangezien het volledige gebied (met uitzondering van het

‘parkgebied’ in het noordwesten en het ‘gebied dagrecreatie’ langs de Spuikom) is

aangeduid als woongebied, worden er binnen het plangebied geen Seveso-inrichtingen

verwacht bij een autonome ontwikkeling.

Doorwerking naar het plan: Door de uitwerking van het RUP blijven Seveso-inrichtingen

niet mogelijk in het plangebied. Op het vlak van de externe mensveiligheid stelt er zich

geen probleem door de uitwerking van het RUP.

Conclusie: Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht inzake externe veiligheid.

7.4.2.7.2 Ruimtelijke aspecten

Referentiesituatie: Hiervoor wordt verwezen naar §Fout! Verwijzingsbron niet

gevonden..

Autonome ontwikkeling: In woongebied worden activiteiten toegelaten zolang zij

verenigbaar zijn met wonen. Dit kan zeer ruim geïnterpreteerd worden. Handelszaken

kunnen zich hierdoor in principe overal vestigen.

Bij een autonome ontwikkeling zullen de onbebouwde percelen verdwijnen door de vraag

naar bijkomende woongelegenheden. Op (lange) termijn zal er dus eveneens een

verdichting in het plangebied optreden. Omdat er echter geen randvoorwaarden gesteld

om de beeldkwaliteit van het centrum te verhogen, zal er geen opwaardering van de

woonkwaliteit plaatsvinden.

In het huidige gewestplan is ook het binnengebied ter hoogte van de Vissersstraat bestemd

als woongebied. Aangezien dit gebied niet in een gesloten bouwblok ligt en er reeds een

weg naar toe ligt, kan het volledig vol gebouwd worden. Door hier een inbreidingsproject

Page 65: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

65/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

te voorzien kan men open ruimte vrijwaren. Het plan voorziet een zone die niet te

bebouwen is, om rekening te houden met de draagkracht van de buurt en het weefsel niet

in die mate te verdichten dat het de woonkwaliteit van omwonenden zou schaden.

Voor de campus BS-MS, Europaschool Bredene werd een masterplan opgesteld. Op de

gronden in eigendom van de scholengemeenschap worden de bouw van een nieuwe

school en woonontwikkelingen gepland. Ook zullen de 2 publieke ruimten in de buurt van

de school heringericht worden. Het August Plovieplein krijgt een meer versteend en meer

stedelijk karakter. Terwijl de meest noordelijke gelegen schoolgrond gevrijwaard wordt van

bebouwing en aan de dijk wordt toegevoegd.

Doorwerking naar het plan: De uitwerking van het RUP zal leiden tot een opwaardering

van de woonkwaliteit en het versterken van de kern met een aantal buurtfuncties.

Verouderde en leegstaande gebouwen moeten hiervoor worden vernieuwd. Er worden ook

maatregelen genomen om het woonweefsel te verdichten. Ter hoogte van de Visserstraat

wordt een wooninbreiding voorgesteld. Hierbij gaat het grootste deel van de huidige groene

binnenruimte verloren. In het RUP wordt echter bij de inplanting van de nieuwe woningen

ook een kwalitatieve publieke ruimte voorzien. Het binnenplein wordt ingericht als woonerf

met groenelementen. De huidige gebruikers van de groene ruimte indachtig, kan men best

kiezen voor een informeel karakter met een natuurlijke aanleg van spelprikkels. Dit mildert

het verlies ten gevolge van de wooninbreiding. In vergelijking met een autonome

ontwikkeling is het RUP dus een verbetering voor de omgeving t.o.v. de huidige geplande

situatie.

Ook voor de woningen en appartementen die ontwikkeld worden ter hoogte van de

schoolomgeving wordt een publieke groene zone voorzien. De schoolpaviljoenen op het

terrein tussen de Schietbaanstraat en de Polderstraat zijn afgebroken. Het terrein zal

ingericht worden als een groene ruimte met speelmogelijkheden.

Een andere publieke ruimte die door de uitwerking van het RUP opgewaardeerd zal worden

is het August Plovieplein. Het schoolproject zal hierin een strategische rol spelen. Door de

nieuwe school naar het heraangelegde Plovieplein te richten kan hier een nieuwe

dynamiek ontstaan.

In het RUP worden initiatieven gedaan om het wonen langs de dijk op te waarderen. Het

doel is het creëren van een aangename groene promenade die het recreatieve karakter

van de Spuikom en het woonbestand kwalitatief versterkt. Momenteel zijn de woningen

aan de Polderstraat op de straat gericht en niet naar de dijk en de Spuikom. Door het

toestaan van extra bouwlagen wordt voor de bewoners het zicht naar de Spuikom

verbeterd.

Ook voor de bewoners in de rest van de wijk worden voorstellen gedaan om de

woonkwaliteit te verbeteren. Er worden visuele assen aangeduid die gericht zijn op de

Spuikom. Het behouden en versterken van de zichten vanuit het woonweefsel op de open

ruimte zorgt voor een visuele aantrekkingskracht van de Spuikom. Deze

aantrekkingskracht maakt de Spuikom tot een meerwaarde voor de achterliggende

woonwijken. De herinrichting van de Spuikomlaan speelt hier eveneens een rol in. Deze

straat zal fungeren als een groene en recreatieve as tussen de Spuikom, het parkbos, de

inbreiding aan de Visserstraat en het sportpark ‘de Polder’.

Volgens het RUP zijn aan het wonen verwante voorzieningen, voor zover ze behoren tot

de normale uitrusting van de woonomgeving en niet hinderlijk zijn voor het wonen, enkel

toegestaan ter hoogte van de zone voor waterfront en ter hoogte van het August

Plovieplein. Het lokaliseren van deze functies draagt bij aan de herwaardering van deze

Page 66: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

66/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

publieke ruimten. Hierdoor wordt de Spuikom als publieke ruimte toegankelijker en

aangenamer en krijgt het August Plovieplein de kans om uit te groeien tot het centrum van

de wijk.

Conclusie: Bij de uitwerking van het RUP zullen er positieve effecten te verwachten zijn

ten aanzien van de ruimtelijke aspecten.

7.4.2.7.3 Mobiliteit

Referentiesituatie: De Fritz Vinckelaan zorgt voor de ontsluiting van de volledige wijk en

voor de verbinding met Oostende, Bredene-Sas, Bredene-Dorp en Bredene Duinen. Net

als de dijk verbindt de Fritz Vinckelaan de Spuikomlaan en Schietbaanstraat. Er zijn geen

cijfergegevens over de intensiteiten van het verkeer in dit gebied.

Autonome ontwikkeling: Aangezien bij een autonome ontwikkeling een verdichting van

het woonweefsel zal optreden, kan er een geleidelijke toename van de verkeersintensiteit

verwacht worden. De effecten van de autonome ontwikkeling zijn gelijkaardig als bij de

verkeerstoename ten gevolge van de ontwikkeling zoals vooropgesteld in het RUP.

Doorwerking naar het plan: De Spuikomlaan en Schietbaanstraat worden in het RUP

aangeduid als strategische hoofdassen. De verkeerstoename door de uitwerking van het

RUP zal niet significant zijn aangezien het aantal nieuwe woon- en handelgelegenheden

beperkt blijven.

Binnen de wijk staat langzaam verkeer voorop. Het pleintje dat gerealiseerd wordt aan de

Vissersstraat is bereikbaar via verschillende paden in de wijk. De ontsluiting voor

gemotoriseerd verkeer gebeurt door een interne lus, via de Visserstraat of door het

doortrekken van de Visserstraat tot aan de Spuikomlaan.

Door de ontwikkeling van de schoolomgeving kan een lichte verkeerstoename te

verwachten zijn. Mogelijk kunnen ter hoogte van de aansluiting van de Nukkerwijk op de

brug over de Noord-Ede verkeersproblemen ontstaan. Een betere ontsluiting is mogelijk

via de Unescostraat. Bij het verlenen van de bouwvergunning zal hier rekening mee

gehouden moeten worden.

Conclusie: Er zijn geen significant negatieve effecten te verwachten.

7.4.3 Grensoverschrijdende effecten

Het verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband werd op 25

februari 1991 aangenomen te Espoo (Finland) en ondertekend door de Europese

Gemeenschap. De doelstellingen van het verdrag van Espoo zijn dezelfde als van

milieueffectrapportage in het algemeen, zij het dat vooral de nadruk wordt gelegd op de

voorkoming, beperking en beheersing van belangrijke nadelige grensoverschrijdende

milieueffecten van voorgenomen activiteiten. Op 9 juni 1999 (B.S. 31/12/1999) heeft België

via de ‘wet houdende instemming met het Verdrag inzake milieueffectrapportage in

grensoverschrijdend verband, gedaan te Espoo op 25/02/1991’ het verdrag bekrachtigd.

Verder kan er inzake gewestgrensoverschrijdende milieueffecten ook verwezen worden

naar het samenwerkingsakkoord van 4 juli 1994 tussen het Vlaams Gewest, het Waals

Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en de Europese richtlijn van 27 juni 1985

betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten

(85/337EEG), gewijzigd door de richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997.

Page 67: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

67/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Conform art. 4; §2, 2° van het zogenaamde plan-MER besluit d.d. 12 oktober 20076 dient

het verzoek tot raadpleging in voorkomend geval een beoordeling te bevatten of het

voorgenomen plan of programma grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke

milieueffecten kan hebben.

Het geplande project is volledig op Vlaams grondgebied gelegen. Het centrum van

Bredene bevindt zich op ca. 30 km van de landsgrens met Nederlands, op ca. 35 km van

de landsgrens met Frankrijk en op 45 km van de gewestgrens.

Het plan is een beperkte aanpassing en verfijning van de bestaande geplande situatie.

Bovendien is de geplande situatie reeds grotendeels gerealiseerd. Ten slotte is ook

gebleken uit het onderzoek tot milieueffecten dat er geen aanzienlijke milieueffecten te

verwachten zijn ten gevolge van het plan.

Gezien de ligging, aard, context en omvang van het plan, kan gesteld worden dat in

onderhavig geval het voorgenomen plan geen (gewest)grensoverschrijdende

milieueffecten kan hebben.

7.4.4 Doorwerking van het milieuonderzoek in het RUP

Er zijn weinig concrete doorwerkingen van het milieuonderzoek naar de

stedenbouwkundige voorschriften of het grafisch plan. Enkel voor de wegenis wordt in de

voorschriften opgenomen dat deze ook de regels van de gewestelijke

hemelwaterverordening moet volgen.

Voor de realisatie van de nieuwe ontwikkelingen in het plangebied worden wel drie

aandachtspunten meegegeven:

1. Omdat het plangebied ligt in een type 1 gebied m.b.t.

grondwaterstromingsgevoeligheid, moet voor iedere ondergrondse constructie

met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m

advies worden aangevraagd bij de bevoegde instantie.

2. Bij de aanleg van dergelijke ondergrondse constructies kan bemaling noodzakelijk

zijn. Om de impact op het grondwaterstromingspatroon en de grondwaterkwaliteit

voldoende in te schatten moet bij deze projecten:

• een kwaliteitscontrolge gebeuren op het grondwater i.v.m. verzilting;

• gewerkt worden in een waterdichte bouwkuip met onderwaterstorting van

de betonnen vloerplaat;

• geen permanente drainages worden uitgevoerd.

3. Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning van het nieuwe schoolgebouw

zal een gedetailleerde onroerend-erfgoedtoets moeten worden opgesteld, op basis

waarvan Agentschap RO-Vlaanderen een advies zal geven betreffende de

omgang met dit bouwkundig erfgoed.

6 Besluit Vlaamse Regering d.d. 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s (B.S.

07/11/2007)

Page 68: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

68/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

8 Ruimteboekhouding

9 Op te heffen voorschriften

9.1 Op te heffen gewestplanvoorschriften

Na goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan door de deputatie van de

provincie West-Vlaanderen worden de voorschriften van de bestemmingen van het

gewestplan ‘Oostende-Middenkust’ (KB 26/01/1977), die binnen de begrenzing van het

RUP Polderstraat liggen, opgeheven en vervangen door de voorschriften van het

gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het betreft volgende bestemmingen overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 december

1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de (ontwerp)gewestplannen:

• Woongebied: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel,

dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om

redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied

moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele

inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen,

voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen

echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de

onmiddellijke omgeving.

• Parkgebied: De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn

bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte

gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

• Gebied voor dagrecreatie: De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de

recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle

verblijfsaccommodatie.

Gewestplan Verordenend grafisch plan Opp (m²)

0100- woongebied Publieke groenzone 2.934,42

0100- woongebied Zone voor grootschalige bebouwing langs de Fritz Vinckelaan 1.722,64

0100- woongebied Zone voor gesloten bebouwing 47.489,30

0100- woongebied Zone voor gesloten en gegroepeerde bebouwing 19.484,04

0100- woongebied Openbaar domein 36.930,45

0100- woongebied Zone voor open en halfopen bebouwing 3.939,14

0100- woongebied Projectzone school 7.882,14

0100- woongebied Projectzone Spuikomlaan - bebouwing 919,88

0100- woongebied Projectzone Spuikomlaan - publieke groenzone 1.837,91

0100- woongebied Projectzone Unescostraat 6.662,24

0100- woongebied Projectzone Vissersstraat 6.512,02

0100- woongebied Zone voor waterfront 20.823,91

0100- woongebied Projectzone waterfrontontwikkeling 4.765,80

0500- parkgebieden Publieke groenzone 73,17

0500- parkgebieden Recreatiezone 2.281,65

0500- parkgebieden Openbaar domein 3.304,19

0401- gebieden voor dagrecreatie Publieke groenzone 4.151,11

0401- gebieden voor dagrecreatie Recreatiezone 2.981,25

0401- gebieden voor dagrecreatie Zone voor gesloten bebouwing 341,75

0401- gebieden voor dagrecreatie Openbaar domein 2.604,54

0401- gebieden voor dagrecreatie Zone voor waterfront 340,67

0401- gebieden voor dagrecreatie Projectzone waterfrontontwikkeling 1.558,99

Totaal 179.541,20

Page 69: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

69/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

9.2 Op te heffen verkavelingsvoorschriften

Na goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan door de bestendige

deputatie van de provincie West-Vlaanderen worden de voorschriften van de verkavelingen

die binnen de begrenzing van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven

en vervangen door de voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Page 70: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

70/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

10 Register van de percelen die mogelijks in aanmerking komen voor planschadevergoeding, planbatenheffing, bestemmingswijzigingscompensatie of compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften

Kaart 11: Grafisch register van percelen waarop de regeling van planschade,

planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Een plan dat een perceel een nieuwe of aangepaste bestemming geeft, kan de waarde

van dat perceel beïnvloeden. Planschade, kapitaalschade en gebruikersschade zijn

financiële regelingen waarbij de overheid de waardevermindering van gronden als gevolg

van een planwijziging vergoedt. Bij de planbatenregeling betaalt de burger een belasting

op de meerwaarde die gronden krijgen door een planwijziging.

Overeenkomstig artikel 2.2.2.,§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet een

ruimtelijk uitvoeringsplan een register bevatten van de percelen waarop een

bestemmingswijziging wordt doorgevoerd of een overdruk wordt aangebracht die

aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een kapitaal-

of gebruikerssschadecompensatie. Een grafisch register in die zin is weergegeven op de

bijbehorende kaart.

Dit hoofdstuk verschaft uitleg over de items planschade, planbaten, kapitaalschade en

gebruikersschade die in het grafisch register worden opgenomen.

Het register heeft slechts een informatieve en indicatieve betekenis. Bij de planopmaak

wordt geen onderzoek verricht naar de eigendomsstructuur van de percelen, naar de

aanwezigheid van mogelijke vrijstellingen van planbatenheffing noch naar het voorhanden

zijn van uitzonderingsgronden inzake de genoemde vergoedingen.

10.1 Planschade

10.1.1 Het begrip planschade

De planschaderegeling is een vergoedingsregeling voor eigenaars van gronden die door

een bestemmingswijziging minder waard worden. Het moet gaan om een

bestemmingswijziging waarbij de grond vóór de wijziging bebouwbaar was, terwijl bouwen

of verkavelen na de wijziging niet meer toegelaten is.

10.1.2 Het bedrag van de vergoeding

De planschadevergoeding bedraagt 80% van de waardevermindering van de grond als

gevolg van de bestemmingswijziging.

10.1.3 Toekenning van planschadevergoeding

Een planschadevergoeding wordt niet automatisch toegekend. De eigenaar die er recht op

meent te hebben, dient een planschadevordering in bij de rechtbank van eerste aanleg. De

rechtbank beoordeelt of aan de toepassingsvoorwaarden is voldaan en stelt een

deskundige aan die een raming maakt van de geleden schade (de waardevermindering).

De aanvraag voor planschadevergoeding moet worden ingediend binnen het jaar, na:

• verkoop van de grond of inbreng in een vennootschap;

Page 71: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

71/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

• weigering van een vergunning;

• aflevering van een negatief stedenbouwkundig attest.

Het recht op planschadevergoeding vervalt vijf jaar na de inwerkingtreding van het plan.

10.1.4 Uitzonderingen en vrijstellingen

Een planschadevergoeding wordt slechts toegekend onder voorwaarden. De belangrijkste

voorwaarden zijn:

• het perceel moet gelegen zijn aan een uitgeruste weg;

• enkel de eerste 50 meter vanaf die weg komt in aanmerking voor een

planschadevergoeding.

Er gelden een aantal uitzonderingen waarin geen planschade verschuldigd is. Zo is er geen

recht op een planschadevergoeding in volgende gevallen:

• bij een bouwverbod dat voortvloeit uit een onteigeningsbeslissing;

• wanneer de waardevermindering minder dan 20% bedraagt van de waarde van

het perceel.

10.1.5 Meer informatie over planschade

Meer informatie over de planschaderegeling is te vinden in artikel 2.6.1 tot en met 2.6.3.

van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De codex kan geraadpleegd worden op

www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving.

De percelen die aanleiding kunnen geven tot planschade worden op het grafisch

register weergegeven.

10.2 Planbaten

10.2.1 Het begrip planbaten

De planbatenheffing is een belasting op de meerwaarde die een perceel krijgt door een

bestemmingswijziging. Dat is het geval bij bestemmingswijzigingen waarbij onbebouwbare

percelen herbestemd worden tot woonzone, zone voor bedrijvigheid of recreatiezone.

10.2.2 Het bedrag van de heffing

De planbatenheffing bedraagt tussen 1% en 30% van de geschatte meerwaarde van het

perceel. De meerwaarde wordt onderverdeeld in opeenvolgende schijven waarop een

stijgend percentage tussen 1 en 30 van toepassing is. Hoe groter de meerwaarde, hoe

meer die dus belast wordt.

10.2.3 Inning van de planbatenheffing

De eigenaar van een perceel waarop een planbatenheffing rust ontvangt een aanslagbiljet

van de Vlaamse Belastingsdienst. Een heffingsplichtige kan bij de Vlaamse

belastingsdienst een bezwaar indienen tegen de aanslag. De voorwaarden zijn vermeld op

het aanslagbiljet.

Page 72: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

72/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

De planbaten worden in principe slechts betaald op het moment dat de meerwaarde wordt

gerealiseerd (bijvoorbeeld bij verkoop van de grond of het bebouwen van de grond). Wie

vroeger betaalt kan echter een vermindering krijgen.

10.2.4 Uitzonderingen en vrijstellingen

Op de planbatenregeling gelden een aantal uitzonderingen. Dit zijn de belangrijkste:

• er is geen planbatenheffing verschuldigd wanneer de bestemmingswijziging die

planbaten veroorzaakt op minder dan 25% van het perceel betrekking heeft of op

minder dan 200 m²;

• percelen waarop een vergunde zonevreemde woning of bedrijf staat zijn vrijgesteld

van planbatenheffing indien de grond wordt bestemd voor woningen of bedrijven;

• er is geen planbatenheffing verschuldigd wanneer de bestemmingswijziging niet

tot gevolg heeft dat voor de grond een verkavelingsvergunning of een

stedenbouwkundige vergunning kan verkregen worden.

10.2.5 Meer informatie over planbaten

Meer informatie over de planbatenregeling is te vinden in artikel 2.6.4. tot een met 2.6.19.

van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De codex kan geraadpleegd worden op

www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving.

De percelen die aanleiding kunnen geven tot planbaten worden op het grafisch

register weergegeven.

10.3 Kapitaalschade

10.3.1 Het begrip kapitaalschade

Kapitaalschade is de schade die de eigenaar van een landbouwgrond ondervindt als

gevolg van:

• een bestemmingswijziging van “landbouw” naar “natuur”, “bos” of “overig groen”;

• het in een plan opnemen van een overdruk die de economische aanwending van

• landbouwgrond beïnvloedt;

• het opleggen van een erfdienstbaarheid die de economische aanwending van

landbouwgrond beïnvloedt.

Voor kapitaalschade kan een kapitaalschadecompensatie worden gevraagd.

10.3.2 Het bedrag van de kapitaalschadecompensatie

De compensatie voor kapitaalschade bedraagt 80% van de waardevermindering.

10.3.3 Toekenning van de kapitaalschadecompensatie

De kapitaalschadecompensatie wordt niet automatisch toegekend. De eigenaar die er

recht op meent te hebben dient een aanvraag in bij de Vlaamse Landmaatschappij.

De aanvraag moet ingediend worden binnen het jaar na de inwerkingtreding van het plan.

Page 73: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

73/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

10.3.4 Voorwaarden

Het perceel heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare of behoort tot een groep

percelen van dezelfde eigenaar met een totale oppervlakte van tenminste 0,5 hectare.

Het perceel moet geregistreerd zijn in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem van

de landbouwadministratie.

10.3.5 Meer informatie over kapitaalschadecompensatie

De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. tot en met

6.3.3. van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De

modaliteiten, randvoorwaarden en wijze waarop de vergoedingen bepaald worden zijn

geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 houdende de oprichting

van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie.

Zowel het Decreet grond- en pandenbeleid als het besluit over de kapitaalschaderegeling

zijn terug te vinden op www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving.

De contactgegevens van de VLM zijn terug te vinden via www.vlm.be. E-mail naar

[email protected]

Het plan lijkt geen aanleiding te geven tot kapitaalschadecompensatie.

10.4 Gebruikersschade

10.4.1 Het begrip gebruikersschade

Gebruikersschade is de economische schade die de gebruiker van een landbouwgrond

ondervindt

als gevolg van:

• een bestemmingswijziging van “landbouw” naar “natuur”, “bos” of “overig groen”;

• het in een plan opnemen van een overdruk die de economische aanwending van

landbouwgrond beïnvloedt;

• het opleggen van een erfdienstbaarheid die de economische aanwending van

landbouwgrond beïnvloedt.

Voor gebruikersschade kan een gebruikerscompensatie worden gevraagd.

10.4.2 Het bedrag van de gebruikerscompensatie

Het bedrag wordt geval per geval berekend op basis van de gegevens die over een perceel

en het bedrijf in kwestie zijn opgenomen in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem

(GBCS) van de Vlaamse administratie.

10.4.3 Toekenning van de gebruikerscompensatie

De gebruikerscompensatie wordt niet automatisch toegekend. De gebruiker van

landbouwgrond die er recht op meent te hebben, dient een aanvraag in bij de Vlaamse

Landmaatschappij.

Page 74: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

74/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

De aanvraag moet ingediend worden binnen het jaar na de inwerkingtreding van het plan.

10.4.4 Voorwaarden

Het perceel heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare of behoort tot een groep

percelen van dezelfde gebruiker met een totale oppervlakte van tenminste 0,5 hectare.

Het perceel is geregistreerd in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem van de

landbouwadministratie.

De gebruiker heeft een persoonlijk of zakelijk recht op de grond.

De gebruiker is als landbouwer geïdentificeerd in het Geïntegreerd Beheers- en

Controlesysteem.

De gebruiker kan het effectieve gebruik van de grond aantonen op het moment van de

inwerkingtreding van het plan.

10.4.5 Meer informatie over gebruikerscompensatie

De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009

houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij

bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De

modaliteiten, de randvoorwaarden en de wijze waarop de vergoedingen bepaald worden

zijn geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 houdende vaststelling

van een kader voor gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en

erfdienstbaarheden van openbaar nut.

Zowel het decreet als het besluit van de Vlaamse Regering over gebruikerscompensatie

zijn te vinden op www.codex.vlaanderen.be. Geef op het zoekscherm de term

‘gebruikerscompensatie’ in bij ‘zoeken op woorden in het opschrift’. De contactgegevens

van de VLM zijn terug te vinden via www.vlm.be E-mail naar [email protected]

Het plan lijkt geen aanleiding te geven tot gebruikersschade.

Page 75: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

75/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

BIJLAGEN

Bijlage 1 Informatieve kaarten

Page 76: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

!

!

!

!

!

!

!

!

! ! plangebied

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_003a.mxd

RUP Polderstraat | RUIMTELIJKE SITUERING - Ruimtelijke context op macroniveau

NOORD

Gistel

Jabeke

Oostende

Bredene

Gistel

Jabeke

Oostende

Bredene

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_001A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/100000

1

Page 77: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

! !

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!!

!

!

! !

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!!

!

!

! ! plangebied

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_002a.mxd

RUP Polderstraat | RUIMTELIJKE SITUERING - Ruimtelijke context op mesoniveau

NOORD

Oostende

Bredene-Bad

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_002A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/25000

2

Bredene-Dorp

Bredene-Sas

Oostende

Bredene-Bad

Bredene-Dorp

Bredene-Sas

Page 78: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

! ! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

!

! ! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

!

! ! plangebied

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_003a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND - microniveau

NOORD

parkbos

sportpark

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_003A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/9000

3

Polderlandschap

kop van 't Sas

parkbos

sportpark

polderlandschap

kop van 't Sas

Page 79: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

! ! ! ! ! ! ! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

P

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_004a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - gewestplan

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_004A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/4000

4

! plangebied0100- woongebied

0401- gebieden voor dagrecreatie0500- parkgebieden

Page 80: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

! ! ! ! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!!

!

!

!

!

!

!

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_005a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - Bodemwaarderingskaart

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_005A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/6000

5

! plangebiedbiologisch zeer waardevolcomplex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementenbiologisch waardevol

complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementencomplex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementencomplex van biologish minder waardevolle en waardevolle elementenbiologisch minder waardevol

Page 81: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_006a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - VEN & habitatrichtlijnen

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_006A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/15000

6

! plangebiedHabitatrichtlijngebiedenVogelrichtlijngebieden

Grote eenheid natuurGrote eenheid natuur in ontwikkelingNatuurverwevingsgebied

Page 82: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_007deel1a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - watertoets deel1

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_007deel1A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/12500

7

! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

! ! ! !!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

erosiegevoelige gebieden 1 / 12500 grondwaterstromings gebieden 1 / 12500

hellingskaart 1 / 12500 infiltratiegevoelige bodems 1 / 12500

! plangebiedNiet erosiegevoeligErosiegevoelig

! plangebiedGeen informatie beschikbaarZeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1)Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)

! plangebied< 0,5%0,5% - 5%5% - 10%> 10%

! plangebiedNiet infiltratiegevoeligInfiltratiegevoelig

Page 83: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_007deel2a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - watertoets deel2

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_007deel2A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/12500

7

! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

! ! ! !!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

overstromingsgevoelige gebieden 1 / 12500 winterbedkaart 1 / 12500

ROG2006 1 / 12500 NOG 1 / 12500

! plangebiedNiet overstromingsgevoeligEffectief overstromingsgevoeligMogelijk overstromingsgevoelig

! plangebiedBehoort niet tot het winterbed van de grote rivierBehoort tot het winterbed van de grote rivier

! plangebiedWaterloop

Waterloop/Modder

Afstromend waterRivier

Zee

! plangebied rog2006

Page 84: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

! ! ! ! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!!

!

!

!

!

!

!

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_008a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - landschapsaltlas & monumenten

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_008A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/6000

8

Page 85: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

! ! ! ! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!!

!

!

!

!

!

!

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\6599_krt_009a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - Buurt & voetwegen,FRN

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_009A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/6000

9

! plangebiedvoet- en buurtwegenfietsroutenetwerkv1

Page 86: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

ww

w.g

eovl

aand

eren

.be

Kaart° 1.1.1

S:\projecten\6599_Bredene_Polderstraat\GIS\Maps\Nieuw\6599_krt_010a.mxd

RUP Polderstraat | BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND - vogelatlas

NOORD

Bron: www.agiv.be | januari 2010 | 6599_krt_010deel1A.mxd | MC + JW | Schaal: 1/12500

10

! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

! ! ! !!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

! ! ! !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!

!

!

slaapplaatsen 1 / 12500 pleistergebieden 1 / 12500

seizoentrek buffer 1 / 12500 voedseltrek buffer 1 / 12500

! plangebied

[ belangrijke slaapplaats

slaaptrekslaapplaats 2km buffer

! plangebiedpleistergebieden view2008pleister buffers

! plangebiedseizoentrek buffers

! plangebiedvoedseltrek 1km buffer

Page 87: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

76/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Bijlage 2 Beslissing Dienst MER

Page 88: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

77/78 04/006599

Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx

Page 89: Integrale toelichtings- en screeningsnota · Q:\00_P\BE0100\BE0100046599\Rapportage\Rapporten\4_definitief_DA\6599_RAP_015J_TL.docx OPDRACHTGEVER Gemeente Bredene Centrumplein 1 8450

Kantoren www.arcadisbelgium.be

Maatschappelijke zetel

Brussel

Koningsstraat 80

B-1000 Brussel

T +32 2 505 75 00

F +32 2 505 75 01

Berchem-Antwerpen

Citylink – Posthofbrug 12

B-2600 Berchem

T +32 3 360 83 00

F +32 3 360 83 01

Hasselt

Eurostraat 1 – bus 1

B-3500 Hasselt

T +32 11 28 88 00

F +32 11 28 88 01

Gent

Kortrijksesteenweg 302

B-9000 Gent

T +32 9 242 44 44

F +32 9 242 44 45

Liège

26, rue des Guillemins, 2ème étage

B-4000 Liège

T +32 4 349 56 00

F +32 4 349 56 10

Charleroi

119, avenue de Philippeville

B-6001 Charleroi

T +32 71 298 900

F +32 71 298 901

ARCADIS Belgium nv BTW BE 0426.682.709 RPR BRUSSEL

ING 320-0687053-72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 SWIFT BIC BBRUBEBB

Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening. Detachering van projectmedewerkers.

Dit document is afgedrukt op papier met het FSC-label.