Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

35
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 02) 1 GEBRUIKSAANWIJZING GREE AIRCONDITIONERS MODELLEN: GTHN 12A4 NK3AA (R410A) GTHN 18A4 NK3AA (R410A) GTHN 24A1 NK3AA (R410A) GTHN 36A2 NM3AA (R410A) GTHN 42A2 NM3AA (R410A) Lees voor het in bedrijf stellen eerst deze gebruiksaanwijzing aandachtig door RoHS Conform

description

GEBRUIKSAANWIJZING MODELLEN: Lees voor het in bedrijf stellen eerst deze gebruiksaanwijzing aandachtig door RoHS Conform G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 02) 1

Transcript of Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

Page 1: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02) 1

GEBRUIKSAANWIJZING

GREE AIRCONDITIONERS

MODELLEN: GTHN 12A4 NK3AA (R410A) GTHN 18A4 NK3AA (R410A) GTHN 24A1 NK3AA (R410A) GTHN 36A2 NM3AA (R410A) GTHN 42A2 NM3AA (R410A)

Lees voor het in bedrijf stellen eerst deze gebruiksaanwijzing aandachtig door RoHS Conform

Page 2: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

2

Lees, voordat de airconditioning wordt ingeschakeld, deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.

Gebruiksaanwijzing

zrgvuldig. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor later.

Inhoud

Inhoud 2 Functies 4 Onderdelen 5 Afstandbediening 6 Batterijen vervangen 13 Beveiligingen 14 Fout codes 15 Onderhoud 16

Besc

hrijving

afstandbediening

Aanwijzigingen gebruiker 17 Voorzorgsmaatregelen 18 Storingen en oplossingen 19

Gebru

ik en onderh

oud

Page 3: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

3

Functie Gebruiksaanwijzing

Koelen

Verlagen van de temperatuur in de zomer. Tijdens warme dagen kan de airconditioner de kamertemperatuur verlagen en de warmte naar buiten afvoeren.

Drogen

De airconditioner kan de lucht ontvochtigen, terwijl de temperatuur in te stellen is. Met deze functie wordt ervoor gezorgd dat de vochtigheidsgraad afneemt.

Ventileren

Als de temperatuur en de vochtigheidsgraad goed zijn, kan de airconditioner ook alleen als ventilator worden gebruikt, zodat op energie wordt bezuinigd.

Verwarmen

Verhogen van de temperatuur in het najaar en in de winter. Tijdens koude dagen kan de airconditioner de kamertemperatuur verhogen en de koude naar buiten afvoeren.

Ontwerp De Gree airconditioner bestaat uit een binnen- en buiten - unit. Deze twee units zijn verbonden door een koelleiding. Omdat de belangrijkste geluidsbron zich aan de buitenzijde van het gebouw bevindt en de binnen - unit is voorzien van een centrifugaal ventilator, is het geluidsniveau van de airconditioner lager dan bij ander type airconditioners. Bovendien is de binnen - unit fraai vormgegeven, zodat deze niet misstaat in het interieur. De airconditioner is voorzien van een infrarood afstandsbediening, die eenvoudig te bedienen is.

1

Page 4: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

4

Onderdelen Gebruiksaanwijzing

Luchtuitlaat Buitendeel

Binnendeel

Condensafvoer

Koelleidingen Luchtinlaat

Status indicatielampjes

1. Voeding indicator lampje: AAN/UIT voor werking van toestel En knipperen als het systeem in de veiligheid status staat.

2. Koelen indicator lampje: AAN/UIT voor werking van toestel in koelfunctie

3. Verwarmen indicator lampje: AAN/UIT voor werking van toestel in verwarmfunctie

2

Page 5: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

5

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing

Notie:

� Zorg ervoor dat er niets tussen de ontvanger en de afstandsbediening komt. � De afstandsbediening werkt tot een afstand van 10 meter. � De afstandsbediening is niet bestand tegen vallen of nat worden. � Plaats de afstandsbediening ook niet in het directe zonlicht of op een plaats

waar het heet is. Belangrijk! De volgende functies zijn bij deze airconditioning niet van toepassing: SAVE-LIGHT-HUMID-AIR-ANION

Swing toets Met deze knop starten de horizontale lamellen automatisch. Door nog een keer te drukken wordt deze functie weer uitgeschakeld.

Fan toets Door deze toets in te drukken verandert de snelheid van de ventilator.

TEMP. Toets De in te stellen temp. vermindert met 1°C door op de min toets te drukken De in te stellen temp. vermeerdert met 1°C door op de plus toets te drukken

Mode toets Door deze toets in te drukken verandert de functie van het toestel

1/0 toets Met deze toets wordt het toestel aan- of uitgeschakeld

4

Page 6: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

6

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Beschrijving van de afstandsbediening (klep open)

� Sommige toetsen worden niet beschreven omdat deze geen functie hebben. � De functie van deze toetsen hebben geen invloed op de normale werking van

het toestel.

Display Display toont alle functies

Sleep toets Door deze toets 1 maal in te drukken Wordt de sleepfunctie ingeschakeld. Door nogmaals te drukken weer uitgeschakeld.

Timer OFF toets Als men deze knop indrukt terwijl het toestel functioneert, kan men een uitschakeltijd instellen van 0 tot 24 uur. Het toestel stopt dan automatisch. (Timer OFF)

Timer ON toets Als men deze knop indrukt terwijl het toestel uit staat, kan men een inschakeltijd instellen van 0 tot 24 uur. Het toestel start dan automatisch. (Timer ON)

Page 7: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

7

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Koel functie Notitie:

� Afhankelijk van het verschil tussen de ruimte – temperatuur en de ingestelde temperatuur zal de airconditioning wel of niet gaan draaien.

� Als de ruimte – temperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur zal de compressor functioneren.

� Als de ruimte – temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur zal de compressor stoppen en alleen de ventilator van het binnendeel zal blijven draaien.

� De in te stellen temperatuur ligt tussen 16° C en 30° C. 4. Toets de FAN knop in en

stel de gewenste snelheid in.

3. Toets de swing knop in

en de horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer.

5. Toets de temperatuur

knop in en stel de gewenste temperatuur in.

2. Toets de MODE knop in

en kies Mode.

1. Met deze knop schakelt u

het toestel uit.

Page 8: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

8

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Verwarming functie Notitie:

� Als de ruimte – temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur dan zal de airconditioner werken als verwarming.

� Als de ruimte – temperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur zal de airconditioner stoppen en tevens zal het buitendeel stoppen. De horizontale lamellen worden nu automatisch recht gezet.

� De in te stellen temperatuur ligt tussen 16° C en 30° C.

3. Toets de swing knop in en

de horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer. 4. Toets de Fan knop in en stel de gewenste snelheid in

5. Toets de temperatuur

knop in en stel de gewenste temperatuur in.

1. Met deze knop schakelt u

het toestel uit.

2. Toets de MODE knop in

en kies Mode.

Als de airconditioner (alleen koelen) een signaal krijgt in de verwarming functie, dan zal deze verder gaan op de laatst ingestelde waarde

Page 9: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

9

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Droog functie

� Als de ruimte – temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur stopt de compressor, de ventilator van het binnendeel en de ventilator van het buitendeel.

� Als de ruimte – temperatuur ligt tussen +/- 2° C van de ingestelde temperatuur dan zal de airconditioner werken als droger.

� Als de ruimte – temperatuur meer dan 2° C bedraagt da de ingestelde waarde dan zal de airconditioner werken volgens de COOL mode.

� De temperatuur is in te stellen tussen 16° C en 30° C. 3. Toets de swing knop

in en de horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer.

4. Toets de temperatuur

knop in en stel de gewenste temperatuur in.

2. Toets de MODE knop

in en kies Mode.

1. Met deze knop

schakelt u het toestel uit.

Page 10: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

10

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Auto functie Notitie:

� Als men de AUTO functie heeft ingeschakeld dan is de standaard ingestelde temperatuur 25° C voor koelen en 20° C voor verwarmen.

1. Met deze knop schakelt u het

toestel uit.

2. Toets de MODE knop in en kies

Mode

Page 11: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

11

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Timer functie Notitie:

� Met deze functie kan men de airconditioner automatisch in en uit laten schakelen.

Timer on toets Als het toestel uit staat druk dan de TIMER ON in en stel een tijd in tussen 0 en 24 uur. Dit gaat met stappen van 0,5 uur. (opm. de tijd gaat in vanaf het moment van instellen)

0 24 uur RESET TIMER

Timer on toets Als het toestel uit staat druk dan de TIMER ON in en stel een tijd in tussen 0 en 24 uur. Dit gaat met stappen van 0,5 uur. (opm. de tijd gaat in vanaf het moment van instellen)

1 24 uur RESET TIMER

Page 12: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

12

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Sleep functie Notitie:

� Wanneer de airconditioning functioneert in de mode COOL of DRY en de sleep toets wordt ingedrukt, dan zal de ingestelde temperatuur 1° C toenemen in 1 uur en 2° C toenemen in 2 uur.

� Wanneer de airconditioning functioneert in de mode Verwarming en de sleep toets wordt ingedrukt, dan zal de ingestelde temperatuur 1° C afnemen in 1 uur en 2° C afnemen in 2 uur.

4. Toets de Fan knop in en stel de gewenste snelheid in

3. Toets de swing knop in en de

horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer.

6. Met deze sleep toets wordt de

sleep functie ingeschakeld . Door nogmaals te drukken wordt deze functie weer uitgeschakeld.

5. Toets de temperatuur knop in en

stel de gewenste temperatuur in.

2. Toets de MODE knop in en kies

Mode.

1. Met deze knop schakelt u het

toestel uit.

Page 13: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

13

Afstandbediening Gebruiksaanwijzing Vervangen batterijen � Verwijder de

achterkant van de afstandbediening.

� Plaats twee nieuwe

batterijen (type AAA) en druk op het knopje ACL.

� Plaats de achterkant

weer terug op de afstandbediening.

Notitie: � Verwissel de oude en

nieuwe batterijen niet.

� Verwijder de

batterijen als de afstandsbediening lang niet wordt gebruikt.

� De afstand tussen

toestel en afstandbediening mag niet meer dan 10 mtr. bedragen.

� De levensduur van

de batterijen is ongeveer 1 jaar. (afhankelijk hoe vaak men deze gebruikt).

� De

afstandsbediening kan beïnvloed worden door elektrische apparatuur.

1. Verwijder de achterzijde 3. Herplaats de achterzijde

2. Plaats de batterijen

Page 14: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

14

Beveiligingen Gebruiksaanwijzing

� Compressor hoge druk beveiliging ( De persdruk van de compressor is te hoog, met als gevolg dat de compressor stopt en het display vertoont de code E1)

� Anti bevriezing beveiliging van binnendeel ( De temperatuur van de

verdamper van het binnendeel is te laag, dit betekend dan de compressor stopt, code E2)

� Compressor lage druk beveiliging ( De zuigdruk van de compressor is te

laag, met als gevolg dat de compressor stopt en het display vertoont de code E3)

� Hogedruk temperatuur beveiliging ( De hoge druk temperatuur is hoger

dan mag, de unit stopt hierdoor en het display vertoont de code E4)

� Maximale stroom beveiliging ( Als de stroom van de compressor boven de normale waarde komt, stopt de compressor en het display vertoont de code E5)

� Communicatie storing (Als gedurende 3 minuten geen communicatie is

geweest, zal de unit stoppen en E6 zal op het display verschijnen)

� Binnenunit ruimtesensor storing (Als deze storing optreedt, zal F1 op het display verschijnen)

� Binnenunit buissensor storing (Als deze storing optreedt, zal F2 op het

display verschijnen)

� Buitenunit ruimtesensor storing (Als deze storing optreedt, zal F3 op het display verschijnen)

� Buitenunit buissensor storing (Als deze storing optreedt, zal F4 op het

display verschijnen)

� Buitenunit ontdooi storing (Als deze storing optreedt, zal F5 op het display verschijnen)

� Ontdooien (Als de buitenunit aan het ontdooien is, zal HI op het display

verschijnen)

5

Page 15: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

15

Fout codes CODE Fout

E1 Compressor hogedruk beveiliging

E2 Anti bevriezing beveiliging

E3 Compressor lagedruk beveiliging

E4 Hogedruk temperatuur beveiliging

E5 Maximale stroom beveiliging

E6 Communicatie storing

F1 Storing ruimte sensor binnenunit

F2 Storing buis sensor binnenunit

F3 Storing ruimte sensor buitenunit

F4 Storing buis sensor buitenunit

F5 Storing ontdooi sensor buitenunit

HI Buitenunit is aan het ontdooien

Page 16: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

16

Onderhoud Gebruiksaanwijzing

6.1 Schoonmaken van de luchtfilters Verwijder de luchtfilters; reinig deze met een stofzuiger of als ze heel erg vies zijn met water en zeep. Maak ze daarna helemaal droog alvorens ze weer terug te plaatsen.

6.2 Reinigen van de airconditioning

Reinig de airconditioner en de afstandbediening alleen met een droge doek. Als er toch gebruik wordt gemaakt van een vochtige doek zorg er dan voor dat alles weer wordt droog gemaakt.

� Gebruik geen oplosmiddelen zoals thinner of nagel removers

� Reinig het toestel en de filters niet met

water warmer dan 40° C.

6.3 Controleren voor gebruik 6.4 Controleer na gebruik

� Zorg ervoor dat er niets voor de airconditioner staat of hangt.

� Schakel de spanning uit als het toestel langdurig niet wordt gebruikt.

� Laat de airconditioner niet functioneren

zonder filters, dit kan schade veroorzaken.

� Maak de filters en andere onderdelen van het binnendeel schoon.

� Controleer of de condensafvoer open is. � Laat de ventilator 2 tot 3 uur na het laatste

gebruik doordraaien zodat het toestel droog is als het niet meer wordt gebruikt.

� Controleer of alles binnen en buiten nog in orde is.

6

Voordat men begint met inspectie en onderhoud altijd eerst het toestel spanningsvrij maken.

Suggestie: � Als het filter vies is , dan is er

minder luchtverplaatsing. Het toestel zal hierdoor tot 6% meer stroom opnemen. Dus regelmatig schoonmaken is belangrijk

LET OP !

Page 17: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

17

Aanwijzingen gebruiker Gebruiksaanwijzing

Let op: De temperatuur moet tussen de 18° C en de 30° C zijn.

� Selecteer de juiste temperatuur dit bespaard u een hoop energie

� De uitblaas kan nauwkeurig geregeld worden.

� Voor koelen naar boven voor verwarmen naar benden.

� Reinig de filter iedere week voor een hogere efficiëntie.

� Laat tijdens het gebruik van de airco geen ramen en deuren open. Dit verminderd de capaciteit.

� Sluit de gordijnen eventueel om rechtstreekse intrede van de zon te voorkomen.

� Om voor voldoende ventilatie te zorgen, mogen de ramen en deuren eens in de tijd een keer open.

7

Page 18: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

18

Voorzorgsmaatregelen Gebruiksaanwijzing

� Controleer de spanning, die

vermeld staat op de zijkant van de airconditioner.

� Schakel de airconditioner uit als hij lange tijd niet wordt gebruikt.

� Zorg voor de juiste afzekerwaarde

� Steek niets in de luchtinlaat als de airconditioner functioneert, dit kan leiden tot ernstige schade aan het toestel.

� Plaats tijdens het gebruik van de airco geen obstakels voor de uitblaas zowel binnen als buiten, dit kan leiden tot schade.

� Zorg ervoor dat de uitblaas opening niet rechtstreeks op personen of dergelijke gericht wordt.

� Zorg ervoor dat er geen verwarmings toestellen in de buurt van de airconditioner worden geplaatst.

8

Page 19: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

19

Storingen Gebruiksaanwijzing Controleer de storingen alvorens men contact op neemt met de fabrikant.

PROBLEEM OPLOSSING Binnendeel koelt niet meteen nadat hij opnieuw is aangezet.

Als de airconditioning één maal is gestopt op zijn bereikte temperatuur, of is uitgeschakeld, dan zal 3 minuten worden gewacht om de compressor te beschermen.

Men ruikt een vreemde geur die uit de airconditioning komt.

Deze geur krijgt men doordat de verschillende geuren door de airconditioning worden aangetrokken, in de ruimte waar deze hangt.

Er is een vreemd sissend geluid te horen nadat de airconditioning is ingeschakeld.

Dit sissend geluid wordt veroorzaakt, door het koudemiddel dat door de airconditioning heen gaat.

Er komt een soort mist uit de airco.

Dit is mogelijk doordat de ruimte te snel wordt afgekoeld. De uitgeblazen lucht ziet eruit als mist.

Men hoort krakende geluiden uit de airconditioning komen.

Deze geluiden die men hoort hebben te maken met het werken van het materiaal, door de temperatuur verschillen.

De airconditioning doet helemaal niets.

� Staat er spanning op? � Is de aardlekschakelaar eruit? � Is er ergens een draad los? � Ligt het voltage tussen 206 V – 244 V? � Staat de TI MER ON aan?

Het toestel koelt niet goed.

� Is de “SET Temp” goed? � Is de uitblaas niet geblokkeerd? (ijs) � Zijn de filters schoon? � Staat de ventilator snelheid op laag? � Zijn er teveel warmte bronnen aan?

De afstand- bediening doet niets.

� Is de afstand te groot tussen de airco en de bediening? � Vernieuw de batterijen. � Staan er obstakels tussen de airco en de bediening?

9

Page 20: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 01)

20

Stop onmiddellijk de airconditioner en neem contact op met de leverancier als:

� Men een vreemd geluid hoort tijdens het in bedrijf zijn. � De zekeringen er steeds eruit gaan. � Zich lekkages voordoen. � De stekker en de kabel zéér warm worden. � De uitblaaslucht continu een sterke reuk uitblaast.

Page 21: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

INSTALLATIE VOORSCHRIFTEN

GREE AIRCONDITIONERS

MODELLEN:

GTHN 12A4 NK3AA (R410A) GTHN 18A4 NK3AA (R410A) GTHN 24A1 NK3AA (R410A) GTHN 36A2 NM3AA (R410A) GTHN 42A2 NM3AA (R410A)

Lees voor het in bedrijf stellen eerst deze gebruiksaanwijzing aandachtig door RoHS Conform

Page 22: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Installatie binnendeel Installatie instructie

Bepaal de plaats van het binnendeel

Let op bij de installatie voor de volgende ruimtes:

� Zoek een plaats waar de koele lucht ongehinderd kan uitblazen.

� Daar waar te veel olie in de ruimte staat.

� Zoek een plaats waar men gemakkelijk het condens water kan

afvoeren.

� Daar waar te veel zuur in de ruimte staat.

� Zoek een plaats dat het gewicht van het binnendeel kan dragen.

� Daar waar te hoge statische elektriciteit heerst.

� Zoek een plaats waar je eenvoudig onderhoud kunt doen.

� Zoek een plaats waar je eenvoudig de leidingen met het buitendeel kunt aansluiten.

� Zoek een plaats die minimaal 1 meter van audio apparatuur verwijderd is.

� Vermijd ruimtes waar extreme hitte, hoge relatieve vochtigheid of

ontvlambare stoffen aanwezig zijn.

� Gebruik het binnendeel niet in de omgeving van een douche, bad of dergelijke.

� Controleer de afmetingen volgens het installatie diagram.

� De ruimte rondom de unit is van essentieel belang voor de ventilatie. (zie fig. 2)

Fig. 1

Er zijn twee types binnendelen • Plafond type • Vloer type Beide types zijn op de volgende manier

gelijk aan elkaar 1.1 Bepaal de montageplaats op het plafond of de muur door het sjabloon te gebruiken. 1.2 Verwijder het aanzuigrooster, de zij panelen en de ophang beugels van het binnendeel volgens onderstaande procedure.

• Verwijder de aanzuigroosters zoals is aan gegeven in fig. 2.

• Verwijder de schroeven van het zijpanel zoals is aangegeven in fig. 3.

• Maak de M8 schroef van de ophangbeugel los en draai deze ± 10mm uit.

• Verwijder de zegelschroeven (M6) aan de zijkant.

• Verwijder de ophangbeugels door ze naar achteren te trekken zie fig. 5.

1

Page 23: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Installatie binnendeel Installatie instructie

1.3 Bepaal waar de M10 bouten of draadstangen moeten komen.

• Meet van te voren de afstand van het plafond tot aan de unit, zie fig. 4. 1.4 Monteer de ophangbeugel met behulp van de M10 bouten of draadstangen.

• LET OP • Zorg ervoor dat de montage bout binnen in het aangewezen gebied blijft zie fig. 6. • De ophangbout moet binnenin de plastic kap blijven. Verwijder nooit deze plastic kap. 1.5 Hang het binnen deel op aan de ophang beugel zie fig. 7. 1.6 Bevestig beide ophang bouten (M8) zodat men het toestel nog kan bewegen zie fig. 5.

1.7 Schroef aan beide zijde de M6 zegelschroeven licht vast. 1.8 Richt de unit zo uit dat hij lichtjes afhangt richting de condensafvoer.

• Draai de ophang bouten aan zie fig. 8 Als het toestel komt te hangen Het is mogelijk om de unit op te hangen zonder dat de beugels worden verwijderd, en naar binnen worden gedraaid zie fig. 9

Plafond

Fig.4 Fig.5

Plafond

Fig. 6

Fig. 7

Fig.8 Fig.9

40 mm of minder

Ophangbout

Ophang beugel

Ophang beugel

Zegel schroef M6

Ophang bout M8

Ophang beugel

Page 24: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Installatie binnendeel Installatie instructie

• Elektrische bedrading 1. Open het aanzuig rooster. 2. Verwijder de beschermingskap van de elektrische aansluitingen. 3. Voer de kabels naar binnen vanaf de achterzijde van de unit. 4. Sluit de blauwe kabel aan op de “N”, de bruine op “L”, en de zwarte op “A” zie fig. 10.

5. Plaats de beschermingskap van de elektrische aansluitingen weer terug. 6. Plaats het aanzuig rooster weer terug. 7. De temperatuur van het koelcircuit zal hoog zijn, houd de ‘connector’ kabel weg van de koperen buis.

8. Geschatte waarde voor zekering: AC 230 Volt; 3.15A; 5.00 A

Fig. 11 Fig. 10 BEDRADING: De vloer / plafond modellen zijn voorzien van een datacommunicatie print Hiervoor heeft men enkel een 4 aderig kabel (2,5 mm²) nodig tussen binnen - & buitendeel. Voeding komt op het buitendeel.

Voedings kabel

Trekontlasting

Rubber bevestiging

Bescherm kap elektrische aansluitingen

Page 25: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Installatie buitendeel

Installatie instructie

Waar mag je het buitendeel installeren ? • De bodem moet stevig genoeg zijn om het gewicht en de eventuele vibraties te kunnen weerstaan.

• De ruimte om het buitendeel moet aan alle zijden voldoende zijn. • De gekozen locatie mag niet in de buurt zijn van explosieve gassen. • Service en onderhoud moeten goed kunnen worden uitgevoerd. • Zorg ervoor dat de gekozen plaats geen last veroorzaak voor omwonenden. • Zie beide figuren voor de exacte maten. Meer dan 10 cm Meer dan 10 cm Meer dan 10 cm Meer dan 35 cm Meer dan 70 cm

Meer dan 10 cm Meer dan 30 cm Meer dan 30 cm Meer dan 35 cm Meer dan 120 cm

Let op !! Installatie op de volgende plaatsen kan problemen opleveren. Het is verboden een van onderstaande plaatsen te gebruiken zonder overleg met de leverancier.

• Een plaats waar veel machine olie wordt gebruikt. • Een plaats waar zeer zoute lucht hangt, zoals direct aan zee. • Een plaats met explosief gas. • Een plaats met hoogfrequente golven.

2

Page 26: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Installatie buitendeel Installatie instructie

Elektrische aansluitingen 1. Verwijder de voorplaat zie fig. 12 2. Breek de invoeropening voor de kabels weg en plaats de rubber ring 3. Trek alle kabels door deze opening. 4. Monteer alle kabels zoals aangegeven op het schema aan de binnenzijde van de

voorplaat. Controleer of alles goed is aangesloten !!!! 5. Bevestig alle kabels met de daarvoor bestemde trekontlastingen. Let op !! GTHN12A4NK3AA GTHN18A4NK3AA GTHN36 NM3AA GTHN 24A1 NK3AA GTHN 42A2 NM3AA Verkeerd aansluiten kan leiden tot kortsluiting. Trek niet aan de kabel als deze zit vast gemaakt met de trekontlasting. Bevestig ten alle tijden de trekontlasting. Alle elektrische werkzaamheden moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Controleer of de juiste spanning aanwezig is Iedere airconditioner moet worden voor zien van een aparte zekering.

Voeding 230 V Naar binnendeel Voeding 3~N 400V Naar binnendeel

Zorg voor de juiste zekering. Aansluiting voeding Zorg ervoor dat ieder buitendeel is voorzien van een werkschakelaar.

Zij plaat Klemmen

Voorplaat Klemmen Invoer kabels Kabels

Page 27: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Leidingen Installatie instructie

Leidingen en elektra kabels Snijijzer Goed Beide fout

• Gebruik een goed en scherp snijijzer.

• Controleer goed de diameter. • Snij de buis iets langer af dan gemeten.

• De voeding kabel moet 1,5 m langer zijn dan de koelleiding.

Afbramen Leiding

• Reinig de binnenzijde van de koel – Leiding Afbramer

leiding goed. onderste

• Tijdens het afbramen de leiding ondersteboven houden.

boven houden.

Verbinden van leiding met kabel Zie figuur aan de rechter zijde.

Aansluitkabel persleiding

Naar binnendeel Naar buitendeel

3

zuigleiding

Page 28: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Leidingen afmetingen Installatie instructie

Gebruik de koperen leiding zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Zorg ervoor dat de leidingen zijn afgedicht om te voorkomen dat er vocht of stof in komt. Vermijd zoveel mogelijk scherpe bochten, als er bochten gemaakt moeten worden dan zorg ervoor dat de radius minimaal 3 tot 4 cm is. Persleiding

Model Leiding Dikte (mm)

GTHN12A4NK3AA ¼” 0,8

GTHN18A4NK3AA ¼” 0,8

GTHN24A1 NK3AA ⅜” 0,8

GTHN36A2 NM3AA ½” 1

Pers en zuig leiding isolatie is afhankelijk GTHN42A2 NM3AA ½” 1

van de dikte van beiden.

Zuigleiding

Model Leiding Dikte (mm) GTHN12A4NK3AA ½” 0,8 GTHN18A4NK3AA ½” 0,8 Kabel GTHN24A1 NK3AA ⅝” 0,8 GTHN36A2 NM3AA ¾ “ 1 Zuig - Pers -

GTHN42A2 NM3AA ¾” 1 Leiding Leiding

Tape

Condensafvoer

De verbinding tussen binnen en buiten unit. • Verwijder de afdichtingmoeren van de koelleidingen van het binnendeel, als er geen gas uit komt is dit een aanwijzing voor een lekkage in het binnendeel.

• Monteer de beide koelleidingen en de afdichtingsringen op de juiste wijze en draai de moeren met de hand vast.

• Gebruik voor het aandraaien van de moeren TWEE passende sleutels.

4

Page 29: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Installeren buitendeel

Afpersen Vacumeren en Lektest 1. Verwijder de moeren van de kranen. 2. Plaats de koelleiding recht boven de

kranen en draai de moeren met de hand vast. (zie Fig.9)

3. Draai de moeren vast met een passende sleutel en volgens de voorschriften.

4. Verwijder de eindkappen van de kranen.

5. Plaats een manometerset en sluit de stikstofcilinder aan.

6. Zet de installatie op stikstofdruk. (Max. 1,3 x MTW)

7. Sop alle koppelingen en lassen af met zeepsop of ander testmiddel.

8. Controleer of alles 100% dicht is, verhelp eventuele lekkage.

9. Laat de druk af en vacumeer, tot de benodigde druk. (zie Fig.10)

10. Verwijder de vacuümmeter en pomp. 11. Draai de inbusschroeven los en

controleer opnieuw met een lektester of alles dicht is.

12. Plaats de eindkappen terug 13. Laat het toestel proefdraaien en

controleer de druk.

Afvoer buitendeel alleen bij warmtepomp

Als het toestel verwarmt of in ontdooistand staat dan vormt het buitendeel water. Dit water wordt dan afgevoerd via de bijgeleverde afvoerplug. Zorg dan ook voor dat het water voldoende weg kan lopen i.v.m. ijsvorming in de winter. Installatie: Monteer de bijgeleverde plug aan de onderzijde van het toestel. Sluit eventueel een passende leiding aan voor een goede afvoer.

Page 30: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Afpersen , lektesten en vacumeren Installatie instructie

Drukbeproeving en lektest Deze handelingen dienen te gebeuren door een STEK- erkend bedrijf.

5

Page 31: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Condens afvoer Installatie instructie

1. Zorg ervoor dat de condensafvoer voldoende vrij kan uitstromen.

2. Alles dient voldoende vastgezet te worden

3. Alle leidingen dienen voldoende te worden afgewerkt met tape van boven tot onder

Figuur 1 1. Aftapen dient te gebeuren van onderen naar boven.

2. Alle buizen en kabels dienen te worden samen gebonden met tape en het gat dient te worden afgedicht om lekkage te voorkomen.

3. Bevestig alles goed met beugels.

Figuur 2

6

Als het buitendeel lager geïnstalleerd

is dan het binnendeel fig. 1

Afdichting

Zadels

Condens- afvoer

Als het buitendeel hoger geïnstalleerd is dan het binnendeel fig. 2

Page 32: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Condens afvoer na installatie Installatie instructie

Controleer altijd na installatie of de afvoer goed functioneert. 1. Condens afvoer • De condens afvoer kan zowel aan de linker als aan de rechter zijde worden aangesloten.

• De afvoer moet gelijk zijn of groter dan aansluiting van de unit. ( 20 mm ) • Hou de afvoer zo kort mogelijk en laat deze voldoende aflopen, 1 cm per meter. Zie fig. 1

• Gebruik de bijgeleverde afvoerstuk (4) en klem (5). Plaats het afvoerstuk tot aan de aanslag op de aansluiting van de lekpan. Draai hier na de klem vast zodat de speling niet groter is dan 4 mm. Zie fig. 2.

• Wikkel de bijgeleverde isolatie om de klem. Zie fig. 3 • Zorg ervoor dat de afvoer afloopt. Zie fig. 4 2. Let er op dat het vervolg van de afvoer ook goed afloopt. • Giet na montage wat water in de lekpan van de unit en controleer of de afvoer goed afloopt. Zie fig. 5

Fig. 2

Fig. 1

Fig.3 Fig.4 Fig.5

7

Let op goede afloop

Afvoer niet omhoog

Geen bochten omhoog

Afvoer niet in water leggen

Plak gebied (grijs)

Afvoer (4)

Klem (5)

Uitblaas

Gieter

Klem (5) Grote isolatie

Page 33: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Uittesten Installatie instructie

Uittesten van de airconditioning

• Alvorens in te schakelen controleer nog een keer of alle elektrische aansluitingen goed zijn.

• Gebruik een thermometer voor controle van aanzuig en uitblaas lucht. • Het verschil tussen lucht in en lucht uit moet meer zijn dan 8° C.

• De airconditioning heeft een auto herstart functie nadat de stroom is uitgevallen.

Page 34: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Controlle na installatie Installatie instructie

Controle na installatie

Controleren Oorzaak

Is het goed gemonteerd ? De unit maak herrie of vreemd geluid.

Is er een lektest gedaan ? Mogelijk te weinig freon.

Is alles goed geïsoleerd ? Mogelijk condens druppels of lekkage.

Doet de afvoer het goed ? Mogelijk condens druppels of lekkage.

Klopt het voltage met wat er op de unit staat ?

Het kan elektrische storingen veroorzaken of stuk gaan.

Is er een goede aarde aanwezig ? Mogelijke lekspanning.

Is de voedingskabel goed aangesloten ? Het kan elektrische storingen veroorzaken of stuk gaan.

Kan het binnen – en buitendeel vrij uitblazen ?

Dit kan leiden tot verminderde capaciteit.

Komt de lengte van de koelleidingen overeen met de maximale lengte ?

Verminderde koelcapaciteit, bijvullen.

9

Page 35: Instructie Manual VLOER EN PLAFOND 2008

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften

2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008

(REVISIE 02)

Vloer / Plafond met warmte pomp

Technische gegevens

Type

GTHN12A4NK3AA GTHN18A4NK3AA GTHN24A1NK3AA GTHN36A2NM3AA GTHN42A2NM3AA

Art. nr. 0890820 0890830 0890901 0890710 0891001

Model 29 30 19 20 21

Koelvermogen W/BTU 3.500/12.000 5.000/18.000 7.000 / 24.000 10.000 / 36.000 12.000 / 42.000

Verwarmen W/BTU 3.900/13.000 5.600/19.000 7.650 / 26.000 11.200 / 38.000 13.500 / 45.000

Voeding V / Hz 230 / 50 230 / 50 230 / 50 400 / 50 400 / 50

Voeding op Buitendeel Buitendeel Buitendeel Buitendeel Buitendeel

Vermogen kW 2,80 2,80 2.98 4.37 4.80

COP waarde 2,80 2,80 2.60 2,61 2.50

Klasse B B C C D

Stroomsterkte Amp 7.50 11.50 16.2 7,60 12

Afzekerwaarde Amp 16 Traag 16 Traag 20 Traag 16 Traag (3N) 16 Traag (3N)

Luchthoeveelheid m³ 600/555/490 700/595/515 1.170/1.080/980 2.100/1.750/1.600 2.200/1.800/1.650

Afmetingen binnendeel

Hoogte mm 595 695 600 695 695

Breedte mm 836 836 1.300 1.310 1.590

Diepte mm 238 238 188 195 238

Gewicht Kg 27 27 32 42 42

Geluidsniveau dB(A) 46/42/38 47/44/40 49/47/45 49/47/45 49/47/45

Afmetingen buitendeel

Hoogte mm 540 680 840 840 1.280

Breedte mm 848 913 950 1.050 1.110

Diepte mm 320 378 412 412 450

Gewicht Kg 40 52 75 100 112

Geluidsniveau dB(A) 56 59 57 60 62

koelmiddel R 410 A R 410 A R 410 A R 410 A R 410 A

Koelmiddel Kg 1,25 1,50 2.4 3.3 3,5

Koelleiding inch 1/4 x 1/2 1/4 x 1/2 3/8 x 5/8 1/2 x 3/4 1/2 x 3/4

Ontvochtiging Ltr/h 1,60 1,60 2.4 2.6 2,6

Max Leiding lengte Mtr 10 10 10 10 10

Min Leiding lengte Mtr 3 3 3 3 3

Max. leiding hoogte Mtr 5 5 5 5 5