Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

96
1 Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

description

Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer. Ontwikkelingsleer. Inleiding en situering Lichamelijke ontwikkeling Conditionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Invloeden op de ontwikkeling Talentdetectie en talentselectie. 1. Inleiding en situering. Referentiekader - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

Page 1: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

1

Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B)Ontwikkelingsleer

Page 2: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

2

Ontwikkelingsleer1. Inleiding en situering2. Lichamelijke ontwikkeling3. Conditionele ontwikkeling4. Motorische ontwikkeling5. Invloeden op de ontwikkeling6. Talentdetectie en talentselectie

Page 3: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

3

1. Inleiding en situering1. Referentiekader2. Begrippen

Page 4: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

4

1.1 Referentiekader

motorische leerprocessen training

sociale en culturele invloedenpsychosociale invloeden

intellectuele invloeden

genetisch bepaald

80%

20%

omgevingsinvloeden

normale lichamelijke ontwikkeling

normale motorische ontwikkeling

Page 5: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

5

1.2 Begrippenbiologische groei

maturatie ontwikkeling

natuurlijke ontwikkelingnormale ontwikkeling

verstoorde ontwikkeling

nature nurture

biologische leeftijdkalenderleeftijdskeletale leeftijd

Page 6: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

6

1.2 Begrippenbiologische groei

• toename van de grootte van het lichaam als geheel

• toename van de grootte van bepaalde onderdelen

• oorzaken van groei:

• hypertrofie (grootte van cellen)

• hyperplasie (aantal van cellen)

• accretie (intracellulaire vloeistof ifv structuur)

Page 7: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

7

1.2 Begrippenmaturatie

• verwijst naar het tempo en de timing van de biologische groei

• timing en tempo van de biologische groei is afhankelijk van het lichaamsonderdeel

• kinderen verschillen onderling

• zeer sterk in tempo en timing

Page 8: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

8

1.2 Begrippenontwikkeling

• omvat groei, tempo en timing• houdt rekening met sociale, culturele, emotionele, intellectuele invloeden

• voor geboorte (genetisch)• na geboorte (genetisch en omgeving)

• lichamelijke ontwikkeling• motorische ontwikkeling• …

Page 9: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

9

1.2 Begrippennatuurlijke ontwikkeling• ontwikkeling zoals die zou verlopen als alleen genetische factoren een rol

spelen• erfelijke kenmerken bepalen voor meer dan 80% groei, tempo, timing,

lichaamsstructuur

normale ontwikkeling• de invloed van omgevingsfactoren wordt mee in rekening gebracht

(20%)• omgevingsinvloeden beïnvloeden de ontwikkeling die door de genetische

aanleg bepaald wordt

verstoorde ontwikkeling• afwijking van de normale ontwikkeling• afwijkingen kunnen genetisch bepaald zijn, maar kunnen ook door de

omgeving worden veroorzaakt

Page 10: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

10

1.2 Begrippennaturegroei, maturatie en ontwikkeling die alleen door de genetische aanleg wordt gestuurd

nurtureinvloed van de omgeving op de groei, maturatie en ontwikkeling

Page 11: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

11

1.2 Begrippenkalenderleeftijd• leeftijd volgens de kalender• grote niveauverschillen tussen leeftijdsgenoten

biologische leeftijd• leeftijd in het proces op weg naar volwassenheid (ten opzichte van de

gemiddelde populatie)• niet noodzakelijk = aan kalenderleeftijd• vnl. erfelijke factoren• storende factor bij talentdetectie en talentselectie

skeletale leeftijd• maat voor graad van volwassenheid van het skelet en beenderen

Page 12: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

12

2. Lichamelijke ontwikkeling1. Ontwikkelingspatronen2. Gestalte en gewicht3. Lichaamssamenstelling4. Botten5. Spieren6. Hart, bloedsomloop en ademhaling7. Hormonen8. Zenuwstelsel

Page 13: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

13

2.1 Ontwikkelingspatronen

• relatief trage lichamelijke ontwikkeling

• trage geslachtelijke ontwikkeling• snelle neurale ontwikkeling• motorische ontwikkeling

voltooiing van groei en ontwikkeling

• hormonale veranderingen• snelle lichamelijke ontwikkeling• snelle geslachtelijke ontwikkeling• gedragsveranderingen• puberteit is gedragsmatig• adolescentie is lichamelijk en gedragsmatig

snelle groei in alle lichaamsweefsels, organen, structuren

Page 14: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

14

2.1 Ontwikkelingspatronenkenmerken

• vereenvoudiging van de grote variatie in individuele ontwikkeling geeft duidelijk de verschillen in ontwikkeling tussen de verschillende weefsels, organen, structuren, …

• ontwikkeling = combinatie van:• genen• hormonen• voeding• omgevingsfactoren

Page 15: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

15

2.1 Ontwikkelingspatronenkenmerken• S-vormig (sygmoïd)• gestalte, gewicht, spiermassa,

botten, lichaamsdimensies, ademhaling, hart, bloedvaten, spijsvertering, urinesysteem

snelle groei geleidelijke groei groeiversnelling (groeispurt) voltooiing van de groei

timing + groeisnelheid = individueel verschillend

kleine interindividuele variatie+ variatie wordt groter grote interindividuele variatie

Page 16: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

16

2.1 Ontwikkelingspatronenkenmerken• hersenen, zenuwstelsel, ogen,

bovenste deel van het gelaat, delen van de schedel

zeer snelle groei groei vertraagt, rond 8 jaar > 90% volgroeid+ trage groeivoltooiing

snelle ontwikkeling geeft op jongeleeftijd coördinatieproblemen

kleine interindividuele variatie+ variatie wordt groter grote interindividuele variatie

Page 17: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

17

2.1 Ontwikkelingspatronenkenmerkenprimaire geslachtskenmerkeneierstokken/eileiders, baarmoeder/vagina, teelballen, prostaat/penissecundaire geslachtskenmerkenborsten, haar rond geslachtsorganen, strottenhoofd, baard en snor

relatief snelle groei bijna geen groei groeiversnelling (groeispurt) voltooiing van de groei

timing + groeisnelheid = individueel verschillend

kleine interindividuele variatie+ variatie wordt groter grote interindividuele variatie

Page 18: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

18

2.1 OntwikkelingspatronenKenmerken• lymfeklieren, thymusklier,

appendix, lymfeweefsel in de darm (regulators immuunsysteem)

zeer snelle groei zeer snelle groei+ maximum ±11 jaar (200%) dan vermindering immuniteit

timing + groeisnelheid = individueel verschillend

kleine interindividuele variatie+ variatie wordt groter grote interindividuele variatie

Page 19: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

19

2.2 Gestalte en gewichtrelevantie voor de trainingspraktijk• gestalte en gewicht zijn belangrijk voor elke sportÞ fysiek profiel voetballer vs gymnastÞ fysiek profiel van een targetspits, centrale verdediger, doelman,

flankaanvaller, …

• zeer duidelijk:• algemeen ontwikkelingspatroon• groeispurt• variatie in groei• variatie in groeisnelheden• ontstaan van geslachtsverschillen

• nadelen van vroegtijdige specialisatie omwille van gestalte!• waar zet een coach die niets weet over ontwikkeling zijn grootste of

kleinste jeugdspeler meestal en waar zeker niet?• levert dit de beste opleiding op of het beste resultaat in het weekend?

Page 20: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

20

2.2 Gestalte en gewicht

snelle groei geleidelijke groei groeiversnelling (groeispurt) voltooiing van de groei

kleine interindividuele variatie+ variatie wordt groter grote interindividuele variatie

Page 21: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

21

2.2 Gestalte en gewicht snellere groei dan gemiddeld en max. groeivoorsprong op 1 jaar tragere groei dan gemiddeld enmax. groeiachterstand op 8 jaar grotere groeiversnelling (groeispurt) dan gemiddeld voltooiing van de groei, gelijkaan gemiddeld

variatie in groeisnelhedenÞ percentielen: p97 – p95- p90 – p75 -

p50 - p25 – p10 – p5 – p3

Page 22: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

22

2.2 Gestalte en gewicht

Page 23: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

23

2.2 Gestalte en gewichtoorzaken van verschillen

• kleinere PHV bij meisjes (2cm/jaar)

• pre-adolescente groei bij jongens duurt 2 jaar langer (5cm/jaar)

• groei bij meisjes stopt 2 jaar vroeger

Page 24: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

24

2.2 Gestalte en gewichtgemiddelde PHV

± 14 jaar bij jongens± 12 jaar bij meisjes

PHV -1 jaar

PHV -2 jaar

PHV+1 jaar

PHV+2 jaar

laat matuurgroeiachterstand

wordt weggewerkt tegen de

volwassenheid

gemiddeld matuurvroeg matuurgroeivoorsprong

• grotere gestalte• groter gewicht• bredere heupen, smallere schouders• kortere beenlengte• meer vetmassa• meer spiermassa• grotere botbreedte

Page 25: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

25

2.2 Gestalte en gewichtkenmerken gewicht jongens en meisjes ongeveer gelijk gewichtstoename jongens en meisjes ongeveer gelijk, jongens iets groter gewicht groeispurt van meisjes begint vroeger, meisjes tijdelijk iets zwaarder dan jongens jongens zwaarder dan meisjes grote verschillen in gewicht

gewicht

Page 26: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

26

2.2 Gestalte en gewicht

oorzaken van verschillen

• kleinere Peak Weight Velocity (PWV) bij meisjes

• pre-adolescente gewichtstoename bij jongens duurt 2 jaar langer

• gewichtstoename bij meisjes

stopt 2 jaar vroeger

Page 27: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

27

2.2 Gestalte en gewicht

gewichtgestalte²

85 kg(1,90m)²

Body Mass Index (BMI)

20 25

normaal gewicht

ondergewicht overgewicht

30

obesitas

tijdens adolescentie is BMI niet betrouwbaar:• eerst groeispurt• dan pas gewichtstoename

Page 28: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

28

2.3 Lichaamssamenstelling

water eiwitten mineralen vetten

uithouding-sporten

kracht-sporten

belastende en zeer energetische

sportenzwemmen

een kind heeft procentueel meer lichaamswater dan volwassenen:Þ kan het kind dan beter de lichaamswarmte regelen?neen want:• kleinere zweetcapaciteit• kleinere mechanische efficiëntie

Þ extreme hitte: overvloedig drinken (steeds belangrijk!)Þ koude: opgelet want kinderen koelen zeer gemakkelijk af

relevantie voor de trainingspraktijk

Page 29: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

29

2.3 Lichaamssamenstelling

water eiwittenontwikkeling

• absoluut volume: sygmoïde toename

• procentueel volume: afname met 10-15% jongens hebben vanaf de adolescentie meer lichaamswater dan meisjes

procentuele toename met 5%

mineralen

procentuele toename met 3%

Page 30: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

30

2.3 Lichaamssamenstelling

vettenontwikkeling

vetmassa stijgt• van 10 naar 15% bij mannen• van 10 naar 25% bij vrouwenvetvrije massa daalt• van 90 naar 85% bij mannen• van 90 naar 75% bij vrouwen

vetmassa• voor de adolescentie: weinig

geslachtsverschillen• tijdens groeispurt:• sterke toename bij vrouwen• constante vetmassa bij mannen

• volwassenheid:• vrouwen ±150% van de vetmassa

van mannen (10 vs 14kg)

Page 31: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

31

2.3 Lichaamssamenstelling

vettenontwikkeling

toename vetmassa• eerste levensjaar: hypertrofie• kindertijd en adolescentie: hyperplasie = kritieke periode

vetverdeling• intern vetweefsel rond organen: vooral toename tijdens de kindertijd• onderhuidse vetweefsel (isolatie, bescherming, metabolisme): is sterk

verdeeld over het lichaam en ontwikkelt zich vooral tijdens de adolescentie

• appeltype vs peertype

Page 32: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

32

2.3 Lichaamssamenstellinglichaamstypes

endomorf• bolronde lichaamstype• ronde buik en romp• veel onderhuids vet mesomorf• zware atletische lichaamsbouw• veel spiermassa• grote botbreedte• weinig onderhuids vet• brede schouders ectomorf• lang en smal• weinig onderhuids vet• zeer lange romp en ledematen

Page 33: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

33

2.3 Lichaamssamenstellinglichaamstypes

2-5-2 voetballer2-4-4 afstandsloper4-8-1 powerlifter

Page 34: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

34

2.4 Botten

• botbreuken bij kinderen• groeischijven van kinderen• onaangepaste belasting kan leiden tot een verkalking van pezen

relevantie voor de trainingspraktijk

miniatuurmodel van het botkraakbeen

continu proces van botaanmaak en botafbraakdoor osteoblasten en osteoclasten

lengtegroei en breedtegroei van het botverschillen in botontwikkeling

lange botten ontwikkelen meestal voor de korte bottenbij meisjes is de botontwikkeling meestal vroeger voltooid

geslachtsverschillen in botbreedte treden pas op na de adolescentiebotverkalking (osteocyten)

einde van botverkalking en einde van lengtegroei vallen meestal samen

Page 35: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

35

2.5 Spierenrelevantie voor de trainingspraktijk• veranderingen in:• spiermassa, spieromtrek, spierdikte• contractiele eigenschappen• metabole eigenschappen

• weten wanneer geslachtsverschillen ontstaan zodat oefeningen kunnen aangepast worden

• lactaatverwijdering is minder efficiënt bij kinderen waardoor er bijzondere aandacht moet zijn voor de opeenvolging van verschillende trainingen

Page 36: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

36

2.5 Spierenontwikkelingspiermassa• spiervezeldiameter neemt toe naarmate een kind ouder wordt• spiermassa van jongens en meisjes verschilt niet tot de adolescentie,

daarna wel• spiermassa van jongens vergroot tot 17 jaar (50% gewicht)• spiermassa van meisjes vergroot tot 13 jaar (40-50% gewicht)• reden: hormonale veranderingen bij meisjes

• geslachtsverschillen in spiermassa zijn groter in de spieren van het bovenlichaam dan in de spieren van het onderlichaam

Page 37: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

37

2.5 Spierenontwikkeling• contractiele eigenschappen

over geslachtsverschillen in spiervezeltypes bestaat geen zekerheid

spiervezeldiameter (SVD)• tot de adolescentie: SVD bij jongens en meisjes gelijk• na adolescentie: SVD van jongens wordt groter dan bij meisjes

spiervezellengte: spiervezellengte vergroot tijdens de groei

spiervezeltype type I type II onbepaaldgeboorte 40% 45% 15%1ste levensjaren omvorming van 15% naar I of IIvolwassenheid 40-55% 45-60% 0%

Page 38: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

38

2.5 Spierenontwikkeling• metabole eigenschappen => ifv energielevering aan het lichaam

oxidatieve capaciteit van de spiervezels neemt sterk toe tijdens de ontwikkeling

spiervezeltype ATP CP glycogeengeboorte laag laag laag1ste levensjaren stijgt zeer snel stijgt zeer snel = VW waardevolwassenheid (VW) X5 na 1j tot VW 45-60%

Page 39: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

39

2.6 Hart, bloedsomloop en ademhalingrelevantie voor de trainingspraktijk• veranderingen in ademhalingssysteem en bloedcirculatie hebben een

impact op elke sportactiviteit• volwassenen en kinderen reageren anders op inspanningen

Page 40: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

40

2.6 Hart, bloedsomloop en ademhalingstructurele aanpassingen

geboorte kindertijd adolescentiehartgrootte laag neemt 10-15 keer toe tijdens groeihartvolume laag neemt 10-15 keer toe tijdens groeihartritme 140 80 op 6j

70 op 10j57-60 mannen62-63 vrouwen

geen geslachtsverschillen lager bij jongensslagvolume rust 3-4ml 40ml 60ml

inspanning nog veel groter en vertoont dezelfde toenamecardiale output(HF x slagvolume)

0.5l 3l 5l

systolische bloeddruk 40mm Hg 75-95mm Hg jongens: 110mm hgmeisjes: 100mm hg

diastolische bloeddruk vrijwel constant tijdens de ontwikkeling(± 70 mm Hg)

Page 41: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

41

2.6 Hart, bloedsomloop en ademhalingstructurele aanpassingen• structuur van het hart (grootte, volume, hartritme, slagvolume, cardiale

output, bloeddruk) wordt gunstiger voor het leveren van aërobe en anaërobe inspanningen naarmate men ouder wordt

• nochtans is er geen enkele fysiologische belemmering voor het leveren van aërobe inspanningen door kinderen

Page 42: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

42

2.6 Hart, bloedsomloop en ademhalingsamenstelling van het bloed

geboorte kindertijd adolescentiehemoglobine 20g/100ml

halveert na 0,5 jaar tot 10g/100ml

stijgt 16g/100ml mannen

rode bloedcellen laag stijgt mannen 20% meer dan vrouwen

witte bloedcellen hoog daalt 20% van bij geboorte

hematocriet 50% maar daalt tot 30%

stijgt mannen: 40-45%vrouwen: 38-42%

bloedvettenlipoproteïnen

hoog daalt hoger bij vrouwen

bloedvolume 400ml stijgtgeen geslachts-

verschillen

5lmannen meer bloedvolume

Page 43: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

43

2.6 Hart, bloedsomloop en ademhalingsamenstelling van het bloedde bloedsamenstelling (hemoglobine, rode en witte bloedcellen, hematocriet, bloedevtten, lipoproteïnen, bloedvolume) wordt tijdens de ontwikkeling gunstiger voor het leveren van aërobe en anaërobe inspanningen

Page 44: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

44

2.6 Hart, bloedsomloop en ademhalingademhaling

geboorte kindertijd adolescentielongen 60-70gr stijgt >1kglongalveolen laag stijgt sterk tot 8j

(= volwassen waarde)longvolume 200ml stijgt sterk 8lademfrequentie 40 30-22 16

geen geslachts-verschillen

ademvolumeademcapaciteit

sygmoïde ontwikkeling

maximale vrijwillige ventilatie 50l/min 100l/minde ademhaling (longen, longvolume, ademfrequentie, ademvolumes en ademcapaciteiten) wordt tijdens de ontwikkeling gunstiger voor het leveren van aërobe en anaërobe inspanningen

Page 45: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

45

2.7 Hormonenrelevantie voor de trainingspraktijk

lichamelijke ontwikkeling

genen (80%)

hormonen

voeding

zenuwstelselomgeving

• tekort of overvloed kan ontwikkelingsstoornissen veroorzaken

• de hormonen zijn verantwoordelijk voor het verschil in lichamelijke ontwikkeling tussen mannen en vrouwen

• door doping probeert men dezelfde verschillen in lichamelijke ontwikkeling te veroorzaken

Page 46: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

46

2.7 Hormonenontwikkeling• groeihormoon• regelt de normale lichamelijke groei (ev. groeiachterstand)• concentratie = constant tijdens ontwikkeling

• schildklierhormonen• regelt de normale lichamelijke groei, botontwikkeling en ontwikkeling

van lichaamsweefsels, geslachtshormonen (androgenen, testosteron)• regelt de normale lichamelijke groei, sexuele maturatie, toename in

spiermassa en fusie tussen de groeischijven• bij mannen (testosteron en androgenen): meer spiermassa• bij vrouwen (oestrogenen): betere botverkalking, ophoping van vet

in heup en borsten

• insuline• regelt het metabolisme van de koolhydraten en proteïnen voor het

vormen van spiermassa

Page 47: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

47

2.8 Zenuwstelsel

• belangrijke factor in de ontwikkeling van de motoriek• vele vaardigheden ontwikkelen zich spontaan uit reflexmatige

bewegingen• vanaf jonge leeftijd moet een zo groot mogelijke variatie aan

bewegingsimpulsen gegeven worden om het zenuwstelsel zo gevarieerd mogelijk te ontwikkelen

relevantie voor de trainingspraktijk

Page 48: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

48

2.8 Zenuwstelselontwikkeling

eerst ontwikkeling van ruggenmerg en lage hersenstructurenreflexen en reactievermogen

dan pas ontwikkeling van hogere hersenstructuren (motorische cortex)gecontroleerde grootmotoriek en fijnmotoriek vanaf 5 maanden

eerst trage bewegingen omwille van trage geleidingssnelheid van spiervezels

later ontwikkelen snellere bewegingen

primitieve of locomotorische reflexen

moro reflex: ontwikkelt later totkruipen, gaan, zwemmen, …

posturale reflexencorrectie van

evenwichtstoringen

Page 49: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

49

3. Motorische ontwikkeling1. Inleiding2. Conditionele eigenschappen

Page 50: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

50

3.1 Inleidingafbakening

sportspecifieke bewegingsvaardigheden

fundamentele bewegingsvaardigheden

conditioneleontwikkeling

motorischeontwikkeling

lichamelijkeontwikkeling

INVLOED

• lenigheid• kracht• snelheid• uithouding• coördinatie• evenwicht

• gestalte• gewicht• lichaamssamenstelling• botten• spieren• hart• bloedsomloop• ademhaling• hormonen• zenuwstelsel

Page 51: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

51

3.2 Conditionele eigenschappenspierkracht - ontwikkeling

functionele spierkracht stijgt door:• toename van de spiermassaen• hormonale invloeden• neurale invloeden (isolatie van de

zenuwvezels)• betere coördinatie tussen spieren• betere activatie van motorische eenheden

kindertijd adolescentie• geen geslachtsverschillen• 6 jaar: 20% van volwassen spierkracht• 10 jaar: 35% van volwassen spierkracht• 12 jaar: 50 – 60% van volwassen spierkracht

• geslachtsverschillen ontstaan (reden: mannelijke geslachtshormonen)• jongens: groeispurt in spierkracht• meisjes: geen groeispurt in spierkracht (60-80% van spierkracht jongens)• grootste geslachtsverschillen in schouder- en armkracht, bijna geen geslachts-verschillen in romp- en beenkracht

max. toename spiermassa: 14,3 jaar

max. toename spierkracht: 14,7 jaar

Page 52: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

52

3.2 Conditionele eigenschappenspierkracht – gevolgen krachttrainingkindertijd adolescentie• verhoogt de spierkracht• oorzaak is niet hypertrofie maar wel neuraal• procentuele krachttoename bij jongens en meisjes door krachttraining is identiek• passief bewegingsapparaat (botten) heeft wel een kleine belastbaarheid waardoor op chronische letsels kunnen ontstaan• krachttraining kan een verlies aan lenigheid veroorzaken• krachttraining kan een toename van de beenderlengte veroorzaken (tennis, gym)• vele negatieve effecten van krachttraining worden pas op lange termijn zichtbaar• juiste dosering van trainingsprikkels• juiste techniek• voldoende opvolging en feedback

• verhoogt de spierkracht• oorzaak kan hypertrofie van de spieren zijn• procentuele krachttoename bij jongens en meisjes door krachttraining is identiek• botdensiteit en botmineralisatie kan verhogen (tennis, hockey)• juiste dosering van trainingsprikkels• juiste techniek• voldoende opvolging en feedback

Page 53: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

53

3.2 Conditionele eigenschappenspierkracht – richtlijnen

Page 54: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

54

3.2 Conditionele eigenschappenlenigheid - ontwikkeling• lenigheid is noodzakelijk voor het onderhouden van de

gewrichtsmobiliteit en het vermijden van blessures op elke leeftijd

• kleuters: lenigheid onderhouden maar niet trainen• 6-9 jaar: extra lenigheidoefeningen voor heup, schouder en wervelkolom• 9-12 jaar: lenigheid moet veel getraind worden, anders sterke afname• 12-16 jaar: sterke lengtegroei van de beenderen waardoor de lenigheid

sterk afneemt• na 16 jaar: verdere afname, dus regelmatige lenigheidtraining

Page 55: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

55

3.2 Conditionele eigenschappenlenigheid - richtlijnen

Page 56: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

56

3.2 Conditionele eigenschappensnelheid - ontwikkelingcomponenten:• reactiesnelheid: verbetert sterk tussen 6 en 12 jaar

• startsnelheid: verbetering bij jongens tussen 5 en 17 jaarverbetering bij meisjes tussen 5 en 12 jaargeslachtsverschillen vanaf groeispurt

• max. loopsnelheid: verbetering bij jongens tussen 5 en 17 jaarverbetering bij meisjes tussen 5 en 12 jaargeslachtsverschillen vanaf groeispurt

• wendbaarheid: sterke verbetering tussen 5 en 8 jaargeen geslachtsverschillen

Page 57: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

57

3.2 Conditionele eigenschappensnelheid - richtlijnen

Page 58: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

58

3.2 Conditionele eigenschappenuithouding - ontwikkeling

uithoudinghart

bloedvatenlongenspieren

warmteregulatieaëroob anaëroob• daalt• hartritme• ademhalingsfrequentie

• stijgt• longventilatie• cardiale output• zuurstofpols• VO2max• submaximaal vermogen

bij bepaalde HF• mechanische efficiëntie

en warmteregulatie• constant• relatieve maximale

zuurstofopname

• geslachtsverschillen ontstaan (geslachtshormonen)• anaërobe drempel

• kinderen + volwassenen: ± 75%VO2max• kinderen HF 185-200; volw HF 160-170• kan door training verschuiven

• anaëroob vermogen (ATP, CP)• lager bij kinderen

• lactaatopstapeling• wordt minder verdragen door kinderen waardoor ze een inspanning vroeger stopzetten

• lagere anaërobe belastbaarheid bij kinderen• maximaal geleverd vermogen is duidelijk lager bij kinderen

Page 59: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

59

3.2 Conditionele eigenschappenuithouding - richtlijnen• training van de aërobe uithouding kan altijd (ook in de kindertijd), maar

of er een trainingseffect optreedt is niet zeker• opletten met anaërobe trainingen voor de adolescentie omwille van

lagere anaërobe belastbaarheid• na de adolescentie kan door doorgedreven uithoudingstraining de aërobe

en anaërobe uithouding verbeterd worden

Page 60: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

60

3.2 Conditionele eigenschappenevenwicht - ontwikkeling• evenwichtsregeling is stroef in begin maar wordt vloeiender• grote correcties van evenwicht worden dan kleiner• evenwichtsregeling onderscheidt toppers en subtoppers en

beginnelingen• evenwichtsregeling wordt sterk beïnvloed door wijzigingen in lichaams-

proporties tijdens de ontwikkeling• evenwichtsregeling is een beperkende factor in het aanleren van

verschil-lende motorische vaardigheden

Page 61: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

61

3.2 Conditionele eigenschappenevenwicht - richtlijnenbabyperiode: snelle ontwikkeling van evenwicht door ontwikkeling van de houdingsspieren

Page 62: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

62

4. Motorische ontwikkeling1. Zintuigen en perceptie2. Motorische vaardigheden3. Invloed van maturiteitsverschillen

Page 63: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

63

4.1 Zintuigen en perceptierelevantie voor de trainingspraktijkontwikkeling van de zintuigen en de perceptuele vaardigheden is belangrijk voor de ontwikkeling van de motorische vaardigheden:

• positie van het lichaam in de ruimte

• oriëntatie van de ledematen

• inschatten van een balbaan

• vermijden van contact met tegenstrevers

• reageren op een startschot

• herstellen van evenwichtsstoringen

Hoe besteed je als trainer aandacht aan deze componenten?

Page 64: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

64

4.1 Zintuigen en perceptiezicht en visuele perceptie

kindertijd adolescentiegezichtsscherpteaccommodatiecontrastgevoeligheid

• zwak ontwikkeld bij geboorte• geleidelijke ontwikkeling in kindertijd

• ontwikkeling is ± voltooid bij aanvang adolescentie• de ontwikkeling van de gezichtsscherpte en accommodatie is bepalend voor de ontwikkeling van de diepteperceptie en perifeer zicht

diepteperceptie • zwak ontwikkeld bij geboorte• geleidelijke ontwikkeling in kindertijd

• ontwikkeling is ± voltooid bij aanvang adolescentie

Page 65: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

65

4.1 Zintuigen en perceptiezicht en visuele perceptie

Page 66: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

66

4.1 Zintuigen en perceptiezicht en visuele perceptie

kindertijd adolescentiegrootte, vorm, beweging van object:object – achtergronddeel – geheel

• zwak ontwikkeld bij geboorte• nog tragere ontwikkeling in kindertijd

ontwikkeling is ± voltooid bij aanvang adolescentie

ruimtelijke oriëntatie • vanaf ± 4j redelijke inschatting van hoog-laag, over-onder, voor-achter• vanaf 8 jaar kunnen hoeken ingeschat worden maar nog verwisseling van links – rechts

Page 67: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

67

4.1 Zintuigen en perceptiegevoel en gevoelsperceptiede gevoelsperceptie geeft informatie over:• de relatieve positie van lichaamsdelen, • positie van het lichaam in de ruimte, • lichaamsbewegingen, …

Page 68: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

68

4.1 Zintuigen en perceptiegevoel en gevoelsperceptieverschillende PROPRIORECEPTOREN vertalen de informatie:• proprioreceptoren• nauwkeurigheid verhoogt sterk tot 7 jaar

• lichaamsperceptie• 4 jaar: kinderen weten wat voor, achter, naast, boven of onder is• daarna verbetert de LP sterk tot de adolescentie

• lateralisatie• het besef van 2 aparte lichaamshelften ontwikkelt pas vanaf 4/5

jaar• rond 10 jaar is de lateralisatie normaal ontwikkeld

• laterale dominantie (voorkeur linker/rechter voet)• ontwikkelt vanaf 7 maanden na de geboorte• 4 jaar: dominantie van een voorkeurshand is normaal ontwikkeld• 8 jaar: dominantie van een voorkeurvoet is normaal ontwikkeld

• lichaamspositie, lichaamsbeweging en positie ledematen• 8 jaar: normaal volledig ontwikkeld

werken op 2-voetigheid

Page 69: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

69

4.1 Zintuigen en perceptiegehoor en auditieve perceptie• absolute geluidsdrempel

hoog bij kinderen, maar volledig ontwikkeld tegen 8 jaar• differentiële geluidsdrempelhoog bij kinderen, maar volledig ontwikkeld tegen 8 jaar• gehoorscherpteverbetert sterk tijdens kindertijd en adolescentie• plaats en afstand van geluidgeluiden dichtbij worden beter ingeschat dan geluiden veraf rond 3 jaar bijna volledig ontwikkeld• verschillen in geluid, timing, frequentie, ritmeontwikkelt volledig tegen 10 jaar• voor-achtergrond geluidgeeft zeer dikwijls problemen bij kinderen tot de adolescentiekinderen zijn snel afgeleid

Þ belang van de goede positionering van de trainer tijdens training en wedstrijd!

Page 70: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

70

4.1 Zintuigen en perceptiesamenvatting• ontwikkeling van zintuigen en zintuiglijke perceptie is voltooid voor de

adolescentie• vlak na de geboorte: zeer snelle ontwikkeling• kindertijd: geleidelijke voltooiing van ontwikkeling

• informatie-uitwisseling tussen alle vormen van perceptie

• beweging tijdens eerste levensjaren en de kindertijd is NOODZAKELIJK voor een optimale ontwikkeling van de zintuigen en de perceptie

groepsopdracht:• in voetbal spelen zowel visuele, auditieve als tactiele prikkels een

belangrijke rol• bespreek per ¾ hoe dit zich vertaalt naar de praktijk en licht toe voor de

groep

Page 71: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

71

4.2 Motorische vaardighedenrelevantie voor de trainingspraktijk

• leeftijden waarop 60% van de jongens en meisjes voor het eerst een bepaalde motorische vaardigheid uitvoeren en de volwassen vorm bereiken

• tussen en worden de verschillende vorderingsstappen doorlopen

meisjesjongens

Page 72: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

72

4.2 Motorische vaardighedenrelevantie voor de trainingspraktijk

ervaren beseffen beheersen

bewegingsnatuur bewegingscultuur

buiten bereik binnen beleving

Page 73: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

73

4.2 Motorische vaardighedenGAAN

hoofd oprichten, kruipen, rechtstaan met hulp, alleen rechtstaan

korte en wankelende stappen, voeten plat op grond, armen vooruit, benen breed uit elkaar

ontwikkelingsstappen:• armen zakken• grotere passen en afrollen voeten• voeten worden beter onder lichaam geplaatst• romp wordt meer voorwaarts gebracht• paslengte en wandelsnelheid nemen toena groeispurt: gangpatroon blijft vrij constant

Page 74: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

74

4.2 Motorische vaardighedenLOPENlopen ontwikkelt vrij spontaan als paslengte groot genoeg wordt (zweeffase)ontwikkelingsstappen:• grotere passen en afrollen voeten• voeten worden beter onder lichaam geplaatst• buigen van steunbeen bij overbrengen van lichaamsgewicht• armen eerst naast het lichaam, maar zwaaien geleidelijk mee

• eerst telgang• dan gekruiste coördinatie

• vergroten romprotatie• looppatroon zonder evenwichtsverlies: ± 6 jaar• efficiënt maken van looppatroon kost veel tijd• specifiek en geautomatiseerd maken van looppatroonveel clubs besteden 20’ per week aan loop-techniektraining bij jeugdspelers => zinvol?

Page 75: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

75

4.2 Motorische vaardighedenSPRINGEN

ontwikkelingsstappen:• <2 jaar: sommige kinderen springen al voor 2 jaar eerst ergens af springen (tot 50-60 cm), landen op 2 voeten

• 3–6 jaar: zo ver mogelijk springen• asymmetrische afstoot zonder arminzet• afstoot wordt vlakker• lichaamsstrekking verbetert• landing verbetert

• 6-8 jaar: hoog of ver springen kunnen kinderen kiezen

AFST

OOT

op 2

voe

ten

Page 76: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

76

4.2 Motorische vaardighedenSPRINGEN

ontwikkelingsstappen:• 8-11 jaar:• kinderen leren afstoten op 1 voet• er wordt een aanloop toegevoegd• afstoten wordt best door spelvormen en speelse oefenvormen

aangeleerd• technische vaardigheden:

• kniezwaai, armzwaai• lichaamsstrekking• plaatsen afstootvoet• evenwichtsregeling in lucht landingAF

STOO

T op

1 v

oet

Page 77: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

77

4.2 Motorische vaardighedenWERPEN

2–3 jaar

vanaf 2 jaarsystematisch

ontwikkelingsstappen:• <2 jaar: rudimentaire werpvormen met 2 handen• 2-3 jaar: worpen uitsluitend met de arm (strekken elleboog)• 3-10 jaar: • zelfde voet als werparm wordt voorwaarts geplaatst• tegengestelde voet wordt voorwaarts geplaatst• romp buigt opzij om meer kracht in worp te steken• verwringing schouderas en bekkenas wordt groter • werparm wordt meer achterwaarts gebracht en

tegengestelde arm dient• meer en meer als evenwicht• doorvolgbeweging

Page 78: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

78

4.2 Motorische vaardighedenWERPENgeslachtsverschillen:• tot 7 jaar: zo goed als geen geslachtsverschillen• 7-11 jaar: geslachtsverschillen worden geleidelijk groter• rond 12 jaar:• ontwikkeling van het werppatroon en vangpatroon stopt bij meisjes• jongens kunnen een veel betere slagworp uitvoeren dan meisjes

• vanaf 12 jaar:• sporttakspecifieke onderhandse, bovenhandse, zijwaartse

werppatronen worden door de meeste jongens gemakkelijk aangeleerd

• meisjes zullen bepaalde werpvaardigheden nooit aanleren

Page 79: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

79

4.2 Motorische vaardighedenVANGENlijkt eenvoudig, maar is het niet voor kinderengebrek aan balvaardigheid bij vele kinderen wordt veroorzaakt door:• slechte anticipatie op balbaan• gebrek aan lichaamsbesef• schrik om een bal te vangen

anticipatie is minder indien:• hindernissen of tegenstrevers de verplaatsing naar

de bal hinderen• interceptiepunt van de bal verder is• de bal klein is• de balbaan hoog is• contrast tussen bal en omgeving niet duidelijk is• snelheid van de hoog of zeer laag is

Page 80: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

80

4.2 Motorische vaardighedenVANGENontwikkelingsstadia• bal wordt meer afgeremd met handen• verplaatsing naar het interceptiepunt wordt efficiënter• vingers worden meer gespreid• vingers opwaarts gericht voor een hoge balbaan• vingers neerwaarts gericht voor een lage balbaan• vangbeweging wordt korter zodat onmiddellijk een pas gegeven kan

worden

eerste vangbewegingen• bal wordt tussen armen en borst geklemd• wegdraaien van het hoofd• sluiten van de ogen (bij meisjes dikwijls nog tijdens de adolescentie)

in een spelersgroep zitten 2 doelmannen: 1jongen en 1 meisje – hoe los je hun verschillendontwikkelingspatroon op in je training?

Page 81: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

81

4.2 Motorische vaardighedenTRAPPENbeweging van het lichaam afstellen op beweging van de baldit is niet eenvoudig voor kinderen

ontwikkelingsstadia:stilliggende bal (vanaf 1,5 jaar)• onderbeen duwt de bal weg• romp, armen en benen zijn passief• trapbeen wordt na balcontact teruggetrokken • steunbeen wordt voorwaarts naast de bal geplaatst• romp wordt meer achterwaarts gebracht• meer romprotatie• achterwaarts brengen van armen voor evenwicht• follow-through

Page 82: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

82

4.2 Motorische vaardighedenTRAPPENbeweging van het lichaam afstellen op beweging van de baldit is niet eenvoudig voor kinderen

ontwikkelingsstadia:rollende bal (vanaf 3,5 jaar)• anticipatie op balbaan wordt moeilijker• inschatten van de plaats waar het steunbeen moet geplaatst worden• bal die naar hen toe rolt• bal die dwars voor hen rolt• bal die wegrolt

bal in zweeffase (vanaf 3,5 jaar)• trappen op een bal die van dichtbij wordt toegeworpen• bal die ze zelf laten vallen of opwerpen• bal met willekeurige balbaan (>5 jaar)

Page 83: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

83

4.3 Invloed van maturiteitsverschillenrelevantie voor de trainingspraktijk• tot 4 jaar: geringe interindividuele verschillen

• vanaf 4 jaar: interindividuele verschillen worden snel groter• omgeving waarin kinderen opgroeien (bewegingsprikkels)• voorkeur voor bepaalde bewegingsfamilies• genetische aanleg• participatie in club of jeugdbeweging• tot 6 jaar kan men ieder kind echter voldoende boeien met

gevarieerde bewegingsactiviteiten• specialisatie is niet nodig tot 6 jaar• kinderen moeten een voldoende conditionele onderbouw (motorische

ontwikkeling ipv fysiek werk!) meekrijgen waarop ze nadien hun sportspecifieke ervaringen kunnen bouwen

Page 84: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

84

4.3 Invloed van maturiteitsverschillenrelevantie voor de trainingspraktijk• 4-15 jaar (tot en met PHV):• vroeg mature kinderen hebben:

• meer armkracht• meer sprongkracht• meer kracht in buikspieren en heupbuigers• betere prestaties op verschillende motorische vaardigheden zoals

lopen, springen, werpen, evenwicht, wendbaarheid, slaan, vangen• betere aërobe capaciteit en absolute VO2max (hartvolume en

slagvolume)• laat mature kinderen hebben:

• betere relatieve VO2max (invloed van gewicht wordt uitgeschakeld)

• verschillen zijn het grootst bij de jongens

• na 15 jaar (PHV): maturiteitsverschillen verdwijnen terug

Page 85: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

85

5. Invloeden op de ontwikkeling1. Inleiding2. Sociale en culturele invloeden3. Psychosociale invloeden4. Intellectuele ontwikkeling

Page 86: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

86

5.1 Inleidinginvloed van sociale, culturele, psychologische en intellectuele factoren op de motorische ontwikkeling en fysieke activiteit

welke factoren:• sociale en culturele normen• familiale achtergrond• beroep• inkomen• studiekeuze• populariteit van een bepaalde sport• psychologische ontwikkeling• intellectuele ontwikkeling• fysieke activiteit

iedereen zou de kans moeten krijgen om aan sport te doen omwille van de positieve effecten op groei, maturatie en ontwikkeling

sport heeft ook een zeer positief effect op de verstandelijke ontwikkeling

Page 87: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

87

5.2 Sociale en culturele invloedengeslachtsspecifieke gedragspatronen• mannelijke en vrouwelijke gedragspatronen (ook in sport)• jongens worden van kinds af gestimuleerd tot klimmen, lopen,

springen, voetballen (invloed computergames?)• meisjes spelen meer met poppen

Þ meisjes oefenen minder hun motorische vaardigheden, wat leidt tot minder vaardigheid en succesbeleving

Þ drop-out is veel groter bij meisjes• sommige vaardigheden ontwikkelen bij sommige meisjes niet verder na

de adolescentie

rol van de omgeving van het kind• de sportieve vrijetijdsbesteding van de ouders, broers en zussen

beïnvloedt de sportieve ontwikkeling van de kinderen• de grootte van het gezin heeft eveneens een invloed• sportidolen, vrienden of sportbegeleiders kunnen een voorbeeldrolmodel

spelen

Page 88: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

88

5.2 Sociale en culturele invloedeninvloed van ras of etniciteit• verschillen in groei en maturatie• gestalte van zwarten > blanken bij kinderen (niet op volwassen

leeftijd)• gewicht van blanken > zwarten bij kinderen (niet op volwassen leeftijd)

• verschil in morfologie (lichaamstypes)• verschillen in motorische ontwikkeling• sommige motorische vaardigheden, loopsnelheid, werpafstand,

spronghoogte, oog-hand coördinatie, uithouding

invloed van economische factoren• voeding, incidentie van ziekten, levensomstandigheden, medische

verzorging• beter economisch milieu: groter, zwaarder, vetter, PHV vroeger, …

Page 89: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

89

5.2 Sociale en culturele invloedeninvloed van klimaat• warme landen: betere warmteregeling, meer ectomorf, vroeger matuur,

lager gewicht• koude landen: meer mesomorf of endomorf (warmte bijhouden)• hoogte: meer zuurstof in bloed, kleiner, lichter, later matuur

Page 90: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

90

5.3 Psychosociale invloedenzelfwaardering• effect op motivatie• zelfwaardering van kinderen mag niet ondermijnd worden Þ belang positieve coaching op maat van het kind!

drop-out• stoppen kinderen met sport omdat ze motorisch minder vaardig zijnof• stoppen kinderen met sport omdat ze een lagere zelfwaardering krijgen

opgedrongen, gedemotiveerd geraken, belemmerd worden in de motorische ontwikkeling en dan stoppen

attributiessucces en mislukking worden op een bepaalde manier ingeschat

Page 91: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

91

5.4 Intellectuele ontwikkelingrelevante sportieve kennis• feiten• uitvoeringen en bewegingen• keuzemogelijkhedenbij volwassenen lukt dit allemaal beter dan bij kinderen

voor 6 jaar• kinderen moeten eerst kennis verwerven (duurt niet lang)• dan ontwikkelen ze een rudimentaire vorm van de vaardigheid• dan kunnen ze juiste beslissingen nemen

6-8 jaar• verbale informatie wordt nog niet goed begrepen• demonstratie is veel beter

vanaf 9 jaar• kinderen kunnen ook via de klassieke instructie voldoende info opnemen

kinderen zijn meer of minder vatbaar voor één bepaalde manier van informatie aanbieden => differentieer! (demo, uitleg, tekening, vragen, …)

Page 92: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

92

5.4 Intellectuele ontwikkelingsnelheid van de cognitieve functies• de beschikbare kennis moet snel kunnen aangesproken worden• kinderen hebben meer tijd nodig om info te herinneren• reactietijd is trager bij kinderen• bewegingstijd is trager bij kinderen• selectie van de juiste bewegingsantwoorden wordt beter gestructureerd

Page 93: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

93

6. Talentdetectie en talentselectie1. Relatieve leeftijdseffect (RLE)2. Bedreiging en oplossingen

Page 94: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

94

6.1 Relatieve leeftijdseffect (RLE)relatieve leeftijd• fysieke verschillen:• kalenderleeftijd (geboortemaand effect)

- speler geboren in januari is 11 maanden ouder dan speler geboren in december

- hoe ouder een speler, hoe krachtiger, hoe meer hij/zij in de jeugd het verschil kan maken

• biologische leeftijd (verschil in maturiteit)- vroegrijpe spelers:

biologische leeftijd > kalenderleeftijd- normaal rijpe spelers:

biologische leeftijd = kalenderleeftijd- laatrijpe spelers:

biologische leeftijd < kalenderleeftijd • cognitieve verschillen • verschillen in ervaring

Page 95: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

95

6.2 Bedreiging en oplossingenbedreiging

• in sporten waarin de fysieke component belangrijk is om wedstrijden te winnen, lijken talentdetectie en –selectie duidelijk beïnvloed door fysieke présence eerder dan door technische of tactische vaardigheid

‘winning isn’t everything, it’s the only thing’

• RLE wordt in de hand gewerkt wanneer talentdetectie en –selectie reeds georganiseerd worden op jonge leeftijd (<groeispurt) en in functie van resultaat

groepsdiscussie aan de hand van enkele stellingen:• een spits die 5 goals maakt bij U8 of U14 moet ‘ne goeie’ zijn• we moeten zoeken naar kleine, wendbare, snelle spelers• een grote speler is vroeg matuur en dus niet interessant met het oog op

de toekomst

Page 96: Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer

96

6.2 Bedreiging en oplossingenoplossingen

• talentdetectie en -selectie in functie competenties en profielen (specifieke voetbaleigenschappen)

Þ talent dus loskoppelen van kalender- en biologische leeftijd!Þ nationale jeugdploegen ‘FUTURS’Þ dispensatie voor laat mature spelers

• mentaliteitswijziging is de sleutel factor!

‘learning isn’t everything, it’s the only thing’