INRICHTINGSPLAN

OPENBARE RUIMTE

HAVENEILAND OOST

1 juni 2005

COLOFON

PRODUCTIE:Dienst Ruimtelijke Ordening:Jan Stigter, Frans de Rooy,Rob van den Hazel, Iris van der Helm

BEELDMATERIAAL:Rob van den Hazel, Jan Stigter

CIVIELTECHNISCHE ADVIEZEN:Matthew Marshall (Witteveen en Bos), Joep Mooren, Richard van Ravestein (IBA)

OPMAAK:Diana Janssen, Iris van der Helm

OPDRACHTGEVER:Projectbureau IJburg, Gemeente Amsterdam

INHOUDINLEIDINGSTEDENBOUWKUNDIG PLANRUIMTELIJKE OPZET EN ONTWERP OPENBARE RUIMTE

BRUGGENIJTRAMGROENSTRUCTUUROPENBARE VERLICHTINGKUNST

CATALOGUS OPENBARE RUIMTENUTSVOORZIENINGENFINANCIËNAFWIJKINGEN T.O.V. HET SPCOMMUNICATIEBIJLAGEN

3

HAVENEILAND OOST4

INLEIDINGInrichtingsplanIn het voorliggend plan is de inrichting van de openbare ruimte voor Haveneiland Oost vastgelegd. De uitgangs-punten voor de inrichting van de openbare ruimte zijn eerder beschreven in het op 19 november 2003 door de gemeenteraad vastgestelde Stedenbouwkundig Plan Haveneiland en Rieteiland Oost.

Dit Inrichtingsplan voor de Openbare Ruimte is een uitwerking op het niveau van een Voorontwerp. Als leidraad voor de inrichting geldt het Handboek voor Toegankelijkheid. Daar waar dit handboek geen uitspraak doet worden het CROW en het Programma van Eisen Openbare Ruimte Haveneiland en Rieteiland Oost gehanteerd (mei 2003, geactualiseerd in februari 2004).

BegrenzingHet Inrichtingsplan is opgesteld voor de openbare ruimte buiten de bouwblokken op het Haveneiland Oost. De niet openbare delen binnen de bouwblokken worden ontworpen door de architecten van het betreffende bouw-blok. Ook de openbare ruimte binnen de bouwblokken (indicatief aangegeven op ‘Openbare speelplekken en openbare ruimte binnen de bouwblokken’) wordt door de architecten van de bouwblokken nader uitgewerkt conform en in aansluiting op de openbare ruimte buiten de bouwblokken en in overeenstemming met het voor Haveneiland Oost nog op te stellen PvE Binnenterreinen (conform Haveneiland West). In dit Inrichtingsplan wordt ook ingegaan op het inrichtingsplan van het Pampuspark dat zich centraal op Haveneiland Oost bevindt.

Door de ontwikkelende partijen van de bouwblokken zijn Stedenbouwkundige Deelplannen opgesteld als uitwer-king van het SP. Deze zijn afgestemd met dit VO. Gelijk met de uitwerking van de VO- en DO bouwblokken wordt het DO inrichting openbare ruimte opgesteld.

Voor het Rieteiland Oost is een stedenbouwkundig deelplan ontwikkeld met een sterk van het Stedenbouwkundig Plan afwijkend voorstel voor de inrichting van de openbare ruimte. Dit plan wordt separaat afgerond en in een aparte notitie beschreven.

ToetsingBij het opstellen van dit Inrichtingsplan hebben verschillende actoren een rol gespeeld en het plan op onderdelen getoetst: als toekomstig beheerder van de openbare ruimte het stadsdeel Zeeburg, dIVV als toekomstig wegbe-heerder van het hoofdnet voor de IJburglaan en de Pampuslaan, DWR voor de waterkeringen en de waterhuis-houding. De ondergrondse profielen zijn getoetst door de Diensten en Bedrijven en vastgesteld in de Procuwo IJburg van 12 mei 2003. Het inrichtingsplan is in februari 2004 ter advisering voorgelegd aan het Kwaliteitsteam IJburg. Het Kwaliteitsteam heeft het plan zeer positief beoordeeld, wel werd zorg uitgesproken over het beheer van de stortstenen oever van de Noordkade (plantengroei). In maart 2004 is het plan besproken met het Maat-schappelijk Overleg IJburg. Inspraak over het plan, inclusief het ontwerp voor het park heeft plaatsgevonden in november/december 2004.

Bestuurlijk traject en vervolgNa verwerking van de reacties wordt het plan ter vaststelling aangeboden aan het College van B en W.

Na vaststelling van het Voorontwerp zal de gemeente het plan uitwerken in een Definitief Ontwerp en de engi-neering en de uitvoering van de openbare ruimte op Haveneiland Oost ter hand nemen. De inrichting van de openbare rumte zal gefaseerd worden aangelegd vanaf begin 2007, direct voorafgaand aan de oplevering van de bebouwing.

5

20 40 60 80 100

OVERZICHT STRAATNAMEN6

STEDENBOUWKUNDIG PLAN Haveneiland Oost is in grote lijnen een voortzetting van Haveneiland West. De twee delen vormen ruimtelijk gezien één eiland. Het is dan ook logisch dat voor eenzelfde inrichting van de openbare ruimte is gekozen.

Kenmerkend voor het Stedenbouwkundig Plan is het raster van straten met gesloten bouwblokken dat wordt doorsneden door een interne waterstructuur die bevaarbaar is. De openbare binnenterreinen van de blokken zijn autoluw. Nood- en hulpdiensten hebben wel toegang. Anders dan op Haveneiland West zijn alle straten buiten de hoofdinfrastructuur gelijk, dat wil zeggen dat er geen ‘brede vizieren’ zijn. De straten lopen van oever tot oever. De Pampuslaan doorsnijdt op een eigen wijze het raster en vormt met de IJburglaan de centrale verbindingsweg tussen de verschillende eilanden van IJburg. De oost- en zuidrand van het Haveneiland vormen de overgang naar de groene, luwe zijde van IJburg, naar het Rieteiland Oost en het Diemerpark.

In de openbare ruimte neemt het binnenwater een belangrijke plaats in. Door de aanleg van bruggen in de stra-ten is een doorgaande vaarroute binnen het Haveneiland mogelijk gemaakt. De oevers langs dit water worden deels bebouwd (met name bij de hoeken van de bouwblokken), waarbij de woningen oprijzen uit het water. Het overgrote deel van de oevers van het binnenwater is privé-gebied binnen de bouwblokken. Openbare oevers en kaden zijn er langs de groene zuid- en oostoever en langs de meer stedelijke kaden en oevers van de binnenha-ven, de noordkade en de Bert Haanstrakade.

Het Haveneiland Oost heeft via het Haveneiland West en het Steigereiland een verbinding met Amsterdam. Aan de oostkant sluit het gebied via twee bruggen aan op de Muiderstraat op het Centrumeiland. Deze straat maakt onderdeel uit van de oostelijke aansluiting van IJburg via de Diemer-vijfhoek op de A1/A9.

7

8

RUIMTELIJKE OPZET EN ONTWERP OPENBARE RUIMTEIn het Stedenbouwkundig Plan is het kwaliteitsniveau voor de openbare ruimte vastgelegd en zijn voorstellen gedaan voor de inrichting van de openbare ruimte en het materiaalgebruik. Bepalend voor de uitwerking van het ontwerp is de verkeersstructuur. De IJburg-/ Pampuslaan en de Bert Haanstrakade worden 50 km straten, de overige straten krijgen een 30 km regime. Op de IJburg-/ Pampuslaan op Haveneiland Oost komen twee met ver-keerslichten geregelde kruisingen. Dit zijn de enige doorsteken over de trambaan op het Haveneiland Oost. Op de Bert Haanstrakade komen -busvriendelijke- drempels. Sluipverkeer van A10 en A1 over het Haveneiland lijkt dan ook niet aannemelijk.

Door de keuze voor een rasterplan zijn grote delen van de openbare ruimte al bepaald. Het ritme van gelijkwaar-digheid in straten wordt slechts doorbroken door verschillen in architectuur, niet door verschillen in inrichting van het maaiveld. Slechts kleine uitzonderingen bepalen een verschil in sfeer, zoals bijvoorbeeld een verschil in boomsoort. Een beperkt aantal hoogwaardige materialen in combinatie met een consequent doorgevoerde vorm-geving vormt de basis van het ontwerp voor de inrichting van de openbare ruimte.

Straten met bomenDe straten zijn aan beide zijden met bomen beplant met tussen de bomen langsparkeren. Met uitzondering van de IJburglaan, de Pampuslaan en rond de binnenhaven is tussen een straat en de aangrenzende bebouwing, als overgang van het openbare naar het private gebied, een marge van 1,20 meter voorzien. Aan de zuid- en oostoe-ver is deze 3,00 meter. De margestrook maakt geen onderdeel uit van het openbare gebied.

De rijbanen en de langsparkeervakken in de straten met een 50 km regime worden geasfalteerd. De vrijliggende fietspaden met een breedte van 2,30 meter worden geasfalteerd in de kleur donkerrood. De voetgangersgebie-den worden bestraat met mangaanklinkers in lingeformaat.

De woonstraten buiten de hoofdstructuur hebben een breedte van 22,40 meter tussen de gevel, en van 20 meter openbare ruimte tussen de margestroken. De rijweg voor auto en fiets wordt 7,40 meter breed en bestraat met een granietkei. Om de snelheid in de woonstraten te beperken worden om de 80 meter drempels toegepast van beton (antraciet, kleur 30). Aan weerszijden van de rijweg zijn langsparkeervakken van 2,30 meter breed, inclu-sief een 30 cm brede betonband (antraciet, kleur 30) die rondom het hele bouwblok de overgang markeert tussen de rijweg (granietkei) en de parkeervakken en de troitoirs (beiden met mangaanklinkers in lingeformaat).

Ruimte voor de fietsIn IJburg wordt het fietsgebruik gestimuleerd. Op de IJburglaan, de Pampuslaan en de Bert Haanstrakade zijn vrijliggende fietspaden opgenomen. In de woonstraten met een 30 km/uur regime rijdt de fiets met de auto mee op de rijbaan. Voor de fietser zijn meer bruggen toegankelijk dan voor de auto, zodat de fietser binnen het raster een ruime keuze heeft aan routes.

Naast het aanleggen van vrijliggende fietspaden en het creëren van veilige routes en oversteekplaatsen, worden er ook voldoende stallingsmogelijkheden voor de fiets geboden. Bij de woningen en bij scholen worden fietspar-keerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd. Daarnaast worden in de openbare ruimte fietsparkeerplaatsen aan-gelegd voor bezoekers, zowel bij woningen (1 plaats per 10 woningen) als bij voorzieningen. Op de IJburglaan, de Pampuslaan en de Bert Haanstrakade liggen de fietsparkeerlocaties tussen de parkeerstrook en het fietspad. In de overige straten bevinden de locaties zich tussen de parkeervakken. Voor alle situaties geldt dat de beugels op 0,50 meter uit de trottoirband met de rijweg staan en haaks op de rijrichting. Bij winkelcentra en openbaar ver-voerhaltes worden de zogenaamde nietjes geplaatst.

9

IMPRESSIE STRAAT10

Parkeren in de openbare ruimte en antiparkeermaatregelenHet parkeren vindt plaats in de parkeervakken. Doordat de bomen 13 meter uit elkaar staan zijn er twee par-keerplaatsen tussen twee bomen mogelijk. Tussen de parkeervakken en de rijbaan is een hoogteverschil van 2 cm. Tussen de parkeervakken en de trottoirs is een hoogteverschil van 12 cm. Op de koppen van de straat is de band 18 cm hoog om foutparkeren tegen te gaan. Voor gehandicapten, kinderwagens ed. is een hellingbaan op de kop van ieder blok aangebracht en wordt er ook halverwege de straat een oversteekmogelijkheid gemaakt (in combinatie met aanbiedplaatsen voor huisvuil, zie detail). Inritten naar gebouwde parkeervoorzieningen worden binnen de breedtemaat van de parkeerstrook opgelost. De rechte lijnen van het trottoir blijven zo onaangetast. Het parkeren zelf en de hoogte van de trottoirband op de hoeken maken antiparkeervoorzieningen overbodig. Het parkeerregime staat alleen parkeren in de vakken toe.

Deelauto’s Ter beperking van de automobiliteit kent het plan een aantal extra stimulansen. Zo worden op minimaal drie loca-ties in de parkeerstroken langs de IJburg- Pampuslaan en/of de Bert Haanstrakade voorzieningen getroffen voor deelauto-aanbieders. Deze locaties worden nader uitgewerkt in het DO inrichtingsplan openbare ruimte.

Kiss en rideBij voorzieningen zoals scholen en kinderdagverblijven kunnen in de parkeerstroken zogenaamde kiss en ride-stroken opgenomen worden. Eventuele locaties worden in overleg met het stadsdeel o.a. voor wat betreft ver-keersveiligheid, nader uitgewerkt in het DO inrichtingsplan openbare ruimte.

StraatmeubilairStraatmeubilair wordt zoveel mogelijk beperkt en indien nodig in één lijn geplaatst, bij voorkeur in de bomenrij, zodat het zo min mogelijk een obstakel vormt in de openbare ruimte. In overleg met het stadsdeel wordt al het straatmeubilair zoals banken en afvalbakken, later geplaatst. Straatnaamborden, op de hoeken, worden zoveel mogelijk aan gevels geplaatst en bij het ontbreken van gevels indien mogelijk op standaardmasten voor de ver-lichting.

Straat met langsparkeren

Detail oversteek11

KRUISPUNT12

GranietkeienZoals aangekondigd in het Stedenbouwkundig Plan Haveneiland en Rieteiland Oost, zijn de eerste ervaringen met de daadwerkelijk toepassing van granietkeien op Haveneiland West (Paul Hufkade bij blok 4) geëvalueerd. De resultaten van deze evaluatie (zie bijlage) zijn positief wat belevings- en gebruikswaarde betreft. Beheeraspecten kunnen nog niet worden geëvalueerd. Gezien deze conclusies wordt in dit ontwerp daarom uitgegaan van de toepassing van granietkeien op Haveneiland Oost in de 30-km straten.

BinnenwaterDe Groene Tunnel met een breedte van 37 meter wordt net als in West aan weerszijden beplant met een brede rietkraag. Door de toevoeging van eilandjes wordt de omvang van de natuurlijke oevers aanzienlijk vergroot, wat de waterkwaliteit ten goede komt. De oevers van de Groene Tunnel zijn overwegend laag, m.u.v. de aansluiting bij de vleugelmuren van de bruggen waar een kademuur zit. In het brede deel van de Groene Tunnel is er vanaf de erfgrens de mogelijkheid tot het plaatsen van een steiger. Deze steigers mogen een maximale oppervlakte van 4m2 hebben, met een maximale breedte van 1 meter loodrecht op de oever (vergelijkbaar met Haveneiland west). In verband met onderhoud en beheer van het binnenwater moeten deze steigertjes eenvoudig verwijder-baar zijn. De Binnengracht is deels 10 meter en deels 24 meter breed. In het brede deel zijn net als in de Groene Tunnel met dezelfde voorwaarden, kleine steigers mogelijk (zie ook ‘Ligplaatsenplan pleziervaart Haveneiland Oost in de bijlage).

In alle grachten is een minimale vrije doorvaartbreedte van 10 meter vereist. Dit beperkt in enkel grachten het aanleggen van boten. In kademuren moeten grijpstenen en op geregelde afstanden reddingstrappen worden opgenomen. Bij de bruggen Binnengracht en Groene Tunnel zit er in de aansluitende vleugelmuren, per brug, aan weerszijden van het water een uitklimvoorziening (zie ook ‘Ligplaatsenplan pleziervaart Haveneiland Oost in de bijlage). Het overgrote deel van de oevers van het binnenwater ligt binnen de bouwblokken en zal in opdracht van en voor financiering van de marktpartijen aangelegd worden. Voor de Binnenhaven is een voorlopig steiger-plan opgenomen, in afwachting van een toekomstige exploitant. In de bijlage zijn van alle waterlopen profielen opgenomen.

SpeelvoorzieningenIn het plan voor het Haveneiland Oost is een aantal reserveringen opgenomen voor speelplekken. Verschillende leeftijdscategorieën vragen om een verschillende inrichting per plek. Voor oudere kinderen is er het nabijgelegen Diemerpark waar zich ook sportvelden bevinden. Het fietspad op de Bert Haanstrakade is extra breed uitge-voerd zodat ook skaters er gebruik van kunnen maken. Voor de allerkleinsten wordt in de speelbehoefte voorzien binnen de bouwblokken. Deze openbare speelplaatsen bevinden zich zo op korte afstand van de woningen en in een beschermde omgeving, vrij van verkeer. De precieze inrichting van de speelplekken wordt meegenomen met het ontwerp van de blokken. Voor de iets oudere jeugd wordt in het havenkwartier een openbare voetbal-/ basketbalkooi opgenomen. Tussen de blokken 45c en 51c komt een speelplek voor de kleinere kinderen. In het centrale park komt voor elk wat wils, een grote open ruimte met gras voor voetbal, een speelplek met klimrekken, een grote zandbak en een basket-bal-/ tennispleintje. Zie ook ‘Openbare speelplekken en openbare ruimte in de bouwblokken’ in de bijlage.

Voorbeeldbestrating bij Blok 4 Haveneiland

13

BRUGNUMMERS14

BRUGGEN

De vrije doorvaarthoogte van de bruggen is 2,50 m. t.o.v. zomerpeil NAP - 0.20 meter, m.u.v. brug 2051 naar de Diemerzeedijk (2,00 meter doorvaarthoogte). Deze laatste brug is voor fietsers, voetgangers en paarden. Het bruggetje over sluis 2050 is alleen voor voetgangers, onderzocht wordt of een combinatie met een sluisdeur mogelijk is of dat het hoogteverschil met een trapje overbrugd kan worden. Alle voet-/ fietsbruggen, m.u.v. de brug bij sluis 2050, zijn geschikt voor verkeerklasse 30 in verband met nood- en hulpdiensten. De autobruggen zijn geschikt voor klasse 45, met uitzondering van brug 2026 (klasse 60 met aanvullende tramspecifieke eisen, hoofd-structuur). De fiets-voetgangersbrug 2040 tussen Haveneiland West en Oost heeft aan de westzijde een helling van 1:20 in plaats van de minimale helling van 1:25 conform het Handboek voor Toegankelijkheid. Door de beperkte ruimte is dit de maximaal haalbare helling bij de noodzakelijke doorvaarthoogte.

Referenties bruggen Binnengracht en Groene Tunnel

15

16

IJTRAM

Het uitgangspunt bij de stedenbouwkundige inpassing van de IJtram is dat het tracé, zowel op het nieuwe land als op het oude land, als één geheel herkenbaar is. Dit betekent dat alle verticale elementen van de trambaan zoals verlichting, trammasten en abri’s als één familie worden ontworpen. De haltes van de tram maken onder-deel uit van de openbare ruimte op het Haveneiland en hebben daarom hetzelfde materiaalgebruik. De perrons op de IJburglaan en de Pampuslaan krijgen een verharding van mangaanklinkers (lingeformaat) opgesloten door een 50 centimeter brede trottoirband (beton kleur 30, antraciet). Er wordt naar gestreefd de bomenrijen langs de trambaan (deels) door te laten lopen op het perron.

Langs de trambaan komen bomen met een onderlinge afstand van 15 meter. Tussen de trambaan en de rijbaan komen aan de rand van de middenberm beukenhagen 2,50 m breed en 60 cm hoog zodat oversteken onmogelijk is. Op de kruisingen komt dezelfde trambaanverharding als op het Haveneiland West. Op de Pampuslaan moet ooit de Zuidtangent (bus) meerijden, ook daar komt tussen de rails trambaanverharding in beton (antracietkleur 30). Op de IJburglaan ligt het spoor in een ballastbed. Op Haveneiland Oost is maar één halte, net na de bocht in de Pampuslaan tegenover de middelbare school. De perrons liggen tegenover elkaar zodat er een compacte, overzichtelijke halte ontstaat, met aansluitingen naar de school en het park. In tegenstelling tot de overige haltes van de IJtram komt er wel een ‘achterdoorsteek’, om de loopafstanden te verkleinen.

Tot het moment dat de IJtram doorrijdt naar de 2e fase van IJburg met het Centrumeiland en het Middeneiland (na 2009) is er in de keerlus een exploitatiespoor met boogstralen r=30m, r=25m en r=27,5m. Na het doortrekken van het spoor wordt de keerlus een noodspoor voor calamiteiten en zijn aanpassingen aan het spoor nodig. De bogen worden dan vervangen door bogen met een straal r=20m en, indien mogelijk, r=18m. Tot die tijd is er in de 1e dwarsstraat naar de IJburglaan éénrichtingsverkeer. De spankabels in de keerlus komen tijdelijk aan masten te hangen en worden in de eindsituatie aan de gevels bevestigd. Aanvullend openbaar vervoer bestaat uit een nachtbus over de IJburg- en de Pampuslaan, deze halteert op de rijbaan. Over de Bert Haanstrakade komt een aanvullende buslijn te rijden. Daartoe worden er op deze kade busvriendelijke drempels toegepast.

Optie halte IJtram (eerste fase tot ± 2009)

17

GROENSTRUCTUURBomenDe bomenstructuur op het Haveneiland vormt een wezenlijk onderdeel van het inrichtingsplan voor het eiland. Haveneiland Oost sluit met de keuze voor soort, omvang en locaties aan bij het westelijke deel van het Haveneiland. Er is gekozen voor een relatief forse maat bomen met een gemiddelde stamomtrek van 20 cm. zodat al in een vroeg stadium een groen beeld aanwezig is. In- en uitritten van de bouwblokken moeten op het bomenplan afgestemd worden.

De meest geschikte soorten zullen geselecteerd worden op basis van de plantingseisen. In het definitief ontwerp zal een advies van een boomexpert worden verwerkt.De IJburglaan en de Pampuslaan die vanaf het Zeeburgereiland alle eilanden met elkaar verbinden hebben één boomsoort, namelijk de Plataan.

18

Plataan

Iep

Robinia

Onderdelen BomenstructuurplanStraten Haveneiland Oost Soortkeuze voor de straten is de Iep. Cultivar (=gekweekte variëteit binnen één soort, resistent tegen iepziekte) moet nader bepaald worden.Bomen staan in verharding (parkeerzone).Plantafstand in rij is 13 meter.

IJburglaan en PampuslaanSoortkeuze is de Plataan. Deze boom heeft naast zijn duidelijke aanwezigheid, die de hoofdontsluitingsweg kracht bij zet, tal van voordelen: hij kan o.a. tegen strooizout, en wind.Bomen staan op het trottoir in verharding, in de middenberm in aarde (tracé IJtram)Plantafstand, overeengekomen met het GVB, zowel op trottoir als in de middenberm 15 meter.

UitzonderingselementenDe doorgaande straat, in het verlengde van de IJburglaan en parallel daaraan ten noorden van het park, vormen een uitzondering op de overige straten. Deze straten krijgen een andere boomsoort, respectievelijk Prunus en Robinia Pseudoacacia aangeplant. Soortkeuze: Robinia’s. Cultivar moet nader bepaald worden. Bomen staan in verharding. Plantafstand in rij is 13 meter.

Incidenteel groenAan de zuidzijde van de Groene Tunnel zit een enkel, naar het water toe doodlopend straatje. Zo’n straatje, feite-lijk een parkstrook, krijgt geen laanbeplanting; de bomen staan solitair of in losse groepjes.Soortkeuze: Berk. Cultivar moet nader bepaald worden.Bomen staan in gras.

19

het lange pad

theehuis

de muur

verzonken veld

buitenruimte basisschool

buitenruimte basisschool

trapveld

Hagenkamer

Overzicht Pampuspark

speldwarspad -langzaam verkeer

10 20 30 40 50

20

Park Het park op Haveneiland Oost is een grote open plek in een zee van bomen. Deze open plek voor sport en spel ligt 1 tot 1,5 meter lager dan de (verhoogde) rand met bomen. Er ontstaat een naar binnen gekeerde ruimte, waardoor het park onderdeel wordt van het raster van het Haveneiland.In het lage deel is plaats voor een grote speelplek en een trapveld. Midden in het park, aan de rand van de speel-plek is ruimte voor een theehuis.

Langs de gehele westkant van het park, bij de Pampuslaan, komt een muur. De hoogte loopt op van 0 tot 200 cm en eindigt met een hoogte van 120 cm. Het maaiveld van het park stijgt met de muur mee. Met de opvallende vorm en de bomen op het verhoogde maaiveld krijgt het park een markant uiterlijk naar de Pampuslaan. Tegen-over de VO-school en bij de tramhalte vormt een ruime trap één van de ingangen van het park. Om de looplijnen door het park te beperken komt er langs een groot deel van het park een laag (zit-) muurtje van 45 cm hoogte.

Het ‘Verzonken Veld’, aan de zuidwestzijde, is de plek waar over een aantal jaren een verhard basketbalveld/ ten-nisveld zou kunnen komen. In de eerste fase is het slechts een 30 cm verdiept vlak zonder bomen, heel onopval-lend in het geheel. Aan de noordoostkant van het park komt de Hagenkamer, een speelplek met speeltoestellen voor de kleintjes, die omgeven wordt door 1 meter hoge beukhagen. Dicht bij de twee basisscholen zijn voor de bovenbouw verharde velden opgenomen als buitenruimte voor de scholen.

Met uitzondering van enkele paden en de speelplekken bestaat de hele oppervlakte van het park uit gemaaid gras. Er zijn boomsoorten met kleine bladeren gekozen (Iepen, Acacia’s en Valse Christusdoorn), die veel licht doorlaten en daardoor de groei van het gras garanderen. Hierdoor kan het gras op meerdere manieren gebruikt worden. Het middendeel van het park ligt voldoende hoog t.o.v. de grondwaterspiegel zodat er ook bij regen een speelbaar trapveld is. Het omringende deel wordt opgehoogd, met een flink pakket teelaarde ter plaatse van de bomen.

De paden zijn in de beginfase zo minimaal mogelijk gehouden. Eén lange rechte weg met één pad haaks erop. Het dwarspad is een langzaamverkeer route in de verbinding tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het Haveneiland. Als de bebouwing rondom gereed is komen er paden bij. Het park en de voorzieningen in het park zijn toegankelijk conform het Handboek voor Toegankelijkheid en voor de noodzakelijke voertuigen voor beheer en onderhoud. Bij de inrichting van het park wordt door het stadsdeel bekeken of de aanleg van een uitrenplaats voor honden gewenst is.

Met de aanleg van het park wordt zo snel mogelijk gestart zodat al voordat de eerste bouwblokken in Havenei-land Oost worden opgeleverd er een groenvoorziening op het eiland aanwezig is.

Het park zal in fases ingericht worden. Iedere fase sluit zoveel mogelijk aan bij het gebruik van het park in die specifieke fase van de bouw rondom het park. Voorlopige naam voor het park is Pampuspark.Fase 1: Gras, bomen, het lange pad en het dwarspad, de hoge muur en de muurtjes rondom het park.Fase 2: De buitenruimtes ten behoeve van de basisscholen en de speelplekken worden ingericht. Fase 3: Theehuis, afhankelijk van particulier initiatief.

21

Hoogtematen in het Pampuspark

Hoogste punt parkmuur

22

Inrichtingsplan Pampuspark

Dwarsdoorsnedes over het park23

OPENBARE VERLICHTING

De openbare verlichting zal alle openbaar toegankelijke ruimtes in het plan veilig verlichten. Dit betekent dat de ver-lichting aan alle vastgestelde normen moet voldoen, 5 lux verlichtingssterkte en een gelijkmatigheid van minimaal 0,25. Ook de verlichting van de openbaar toegankelijke binnenhoven van de blokken moet aan deze eisen voldoen. Op Haveneiland Oost zijn twee categorieën verlichting te onderscheiden: de buurtontsluitende (de woonstraten) is wit van lichtkleur, de wijkontsluitende (de 50 km straten) is geel van lichtkleur. Door DYNAMICON is een verlichtings-plan voor de openbare ruimte opgesteld dat is verwerkt in de Openbare Ruimtekaart.

Het Haveneiland Oost zal qua bebouwingshoogte op veel plaatsen naar verwachting lager worden dan West, waar-door er niet genoeg hoogte is om met spankabels te werken. Ook zal er op meerdere locaties een eenzijdig bebou-wing zijn (park, zuid-, oost- en noordoever, de binnenhaven). Om toch een evenwichtig verlichtingsplan te verkrijgen is gekozen voor masten. In de buurtontsluitingsstraten zijn masten met een hoogte van 8 meter noodzakelijk. Voor deze straten wordt uitgegaan van masten met een armatuur type ARC van Industria of gelijkwaardig.

Zowel in de IJburglaan als in de Pampuslaan worden masten geplaatst die door bureau NPK in samenwerking met dRO zijn ontworpen. Dit type mast zal op het hele traject vanaf het Centraal Station naar IJburg te vinden zijn. In de IJburglaan-/ Pampuslaan komt een combinatie van masten; één van 10 m hoogte voor de rijbaan en een kleinere mast van 4 m die het voet-/ fietspad verlicht. De trammasten van de IJtram zijn van een zelfde ontwerp en vormen samen met de verlichting één geheel. Op de Bert Haanstrakade is gekozen voor een zelfde standaard mast als in de overige straten, met een hoogte van 10 meter en voorzien van een variabele uitlegger. De mast heeft twee armatu-ren, één voor de rijbaan en één voor het voet-/ fietspad.

Naast deze standaard verlichting zijn er op het Haveneiland Oost ook nog enkele plaatsen met bijzondere verlich-ting. Uitzondering op de standaardverlichting vormt de in de brugleuning geïntegreerde verlichting van de bruggen 2048 en 2051 (familie Binnenwater), zoals deze ook in de bruggen familie Buitenwater op Haveneiland West voorko-men. In het Pampuspark wordt het dwarspad voor langzaam verkeer verlicht door hoge verlichtingsmasten. Dit pad zal ook ‘s avonds op deze wijze een goede verbinding dwars door het park zijn. Daarnaast wordt het verzonken veld verlicht zodat ook ‘s avonds er gebasketbalt kan worden of in de wintermaanden geschaatst kan worden.

LICHTMASTEN IN LANGS- EN DWARSSTRATEN

24

Lichtmasten

Materiaal: staal, gepoedercoat

Type: NPK, armatuur Phillips Decoflood of gelijkwaardig

Afmetingen: 10 meter hoog

Kleur: metaal kleurig

Toepassing: IJburglaan en Pampuslaan

Opmerkingen:

Lichtmasten

Materiaal: staal, gepoedercoat

Type: standaard mast met uithouder, armatuur ARC van Industria of gelijkwaar- dig

Afmetingen: 8 meter hoog (Bert Haanstrakade 10 meter)

Kleur: antraciet gepoedercoat

Toepassing: alle overige straten

25

KUNST

Voor het Haveneiland Oost zijn vooralsnog geen locaties in de openbare ruimte voor kunst aangewezen. In het kader van de aanleg van de IJtram loopt een apart traject met toepassing van kunst in de openbare ruimte, onder andere bij de tijdelijke keerlus van de IJtram op het Haveneiland Oost. Plannen hiervoor moeten nog ontwikkeld worden.

26

CATALOGUS OPENBARE RUIMTEAfvalbakken

Materiaal: RVS/gecoat staal Type: Capitole/Bammens

Inhoud: 50 ltr

Kleur: RAL 7021

Toepassing: Haveneiland en de Rieteilanden

Boomroosters

Materiaal: gietijzer

Type: diameter 96 cm

Inhoud:

Kleur:

Toepassing: IJburglaan en Pampuslaan

Fietsenrekken

Materiaal: RVS

Type: Nietje

Kleur:

Afmetingen: 1200 * 900 mm met anti-duikelstang en voetplaat

Toepassing: per 10 woningen 1 rek in de openbare ruimte, bij voorzieningen als winkels en scholen nog nader te bepalen

27

Abri’s

Materiaal: staal, glas

Type: IJtram, NPK

Afmetingen: verschillend

Kleur: glas en staal

Toepassing: IJtram haltes en t.p.v. bushaltes

Zitbank

Materiaal: onderstel verzinkt staal en Cumaru FSC-gecertificeerd tropisch hardhout) rondom geschaafd met afgeronde kanten hout

Type: canapé lang

Afmetingen: lengte 3100 mm op verdiept aangebracht betonvoet

Kleur: RAL 7021

Toepassing: Bert Haanstrakade, zuidoever en in het park

Opmerkingen: in het ontwerp van het park kan een afwijkend model opgenomen worden

Hekken en palen

Materiaal: staal

Type: Oostelijk Havengebied vast

Afmetingen: 950 mm

Kleur: RAL 7021

Toepassing: incidenteel, alleen waar noodzakelijk

Opmerkingen: gekozen is voor een paalluwe inrichting dus zoveel mogelijk oplossen met hoge trottoirbanden en parkeerbeleid

28

Kademuren

Materiaal: gebakken materiaal

Type: halfsteens verband gemetseld. Kleur: rood

Toepassing: Alle openbare kades van het binnenwater op Haveneiland Oost, bij de sluizen, de binnenhaven. M.u.v. de vleugelmuren bij de bruggen Binnengracht waar een bijzondere steen en een afwijkend metselverband worden toegepast.

Straatkolken

Materiaal: gietijzer

Type:

Afmetingen: 20 cm breed/ lengte 40-50 cm

Kleur: gietijzer

Toepassing: overal, langs de hoge banden

Glas- en papiercontainers

Materiaal:

Type:

Afmetingen:

Kleur:

Toepassing:

29

NUTSVOORZIENINGEN

Kabels en leidingen hoofdroutes

Combinatiegebouw

Regenwatermaal DWR

Vuilwatergemaal

Rioolclustergemaal DWR

Transformatorruimte NUON - E

Onederstation NUON - EL

Poldergemaal DWR

Tijdelijke gelijkrichterstation

30

NUTSVOORZIENINGENHoofdopzet kabels en leidingenNaast een hoofdtracé kabels en leidingen dienen kabel-en leidingnetten ten behoeve van de ontsluiting van de deelgebieden en de bebouwing aangelegd te worden. Deze distributiestroken worden in principe langs de entreezijden in openbaar gebied gelegd. Voor IJburg zijn standaard distributiestroken van 6,40 meter breedte met kabels- en leidingbezetting voor huisaansluitingen in de PROCUWO – IJburg vastgesteld. Omdat de afstand van een kabel of leiding tot een boom op sommige plaatsen in een profiel minder bedraagt dan 2 meter is het nodig plaatselijk wortelschermen toe te passen.

Gebouwde voorzieningenDe transformatorruimten, ketelinstallaties voor stadsverwarming en gebouwde voorzieningen van de telecom-municatie worden in de zogenaamde ‘combinatiegebouwen’ ondergebracht. Voor de gebouwde voorzieningen die niet in combinatiegebouwen worden opgenomen is uitgangspunt dat deze ondergronds worden geplaatst.

AfvalinzamelingOp het Haveneiland Oost wordt het principe van inpandige inzameling gehanteerd bij gestapelde bouw, en worden kliko’s gebruikt voor de inzameling van huisvuil bij eengezinswoningen. Bij de bepaling van aantallen en ligging van de aanbiedlocaties wordt, waar mogelijk, het Programma van Eisen afvalinzameling van het stadsdeel gehanteerd. Samen met het stadsdeel worden de aanbiedplaatsen nog nader uitgewerkt (zie voorbeelduitwerking hiernaast).Voor afvalbakken in de openbare ruimte wordt een stelpost opgenomen, zodat deze in een later stadium geplaatst kunnen worden bij locaties waar ook een bank komt, of waar bijzondere functies komen.Voor de inzameling van glas, papier en kleding worden op enkele locaties (in de parkeerstrook tussen de bomen) ondergrondse containers geplaatst.

Aanbiedplaatsen van rolcontainers/kliko’s31

FINANCIËNOp 19 november 2003 is het Stedenbouwkundig Plan Haveneiland en Rieteiland Oost (IJburg) en de daarbij beho-rende grondexploitatie vastgesteld door de Raad. Rekeninghoudend met hieronder genoemde afwijkingen kan gesteld worden dat het in de grondexploitatie opgeno-men budget voor de inrichting van de openbare ruimte Haveneiland Oost toereikend is.

AFWIJKING T.O.V. HET SPSluis 2050. In afwijking van het SP wordt bij sluis 2050 een openbare voetgangersverbinding toegevoegd.

Parkeernorm.In de openbare ruimte van Haveneiland Oost worden ca.1400 parkeerplaatsen gerealiseerd. Ditkomt vrijwel overeen met de norm uit het SP van 0,45 x 2800 woningen (1260 pp) + plekken bij de voorzieningen (100). Het aantal par-keerplaatsen bij de voorzieningen is met 100 plaatsen lager dan in het SP (ca. 150 pp) omdat er nog maar sprake is van één sporthal in plaats van een dubbele.

Parkeren middensegment.Enkele tientallen middensegmentwoningen in de gebiedsdelen zonder parkeerdruk (met name aan de oostkant en de zuidzijde van het eiland), krijgen geen parkeerplek op eigen terrein, en zijn daarom aangewezen op de openbare ruimte.

HondenbeleidIn afwijking van de bijlage (PvE Openbare Ruimte) bij het SP worden geen hondenuitlaatplaatsen aangelegd. Con-form beleid van stadsdel Zeeburg is de APV van Amsterdam van toepassing.

COMMUNICATIEHet gemeentelijk bezoekerscentrum IJburg verstrekt algemene informatie over de verschillende onderdelen en the-ma’s van IJburg. Naast dit informatiecentrum beschikt het Projectbureau over een actuele website www.IJburg.nl.

Voor IJburg is een maatschappelijk overleg ingesteld, waarin diverse maatschappelijke groeperingen zijn verenigd waaronder de ouderenbonden, de Fietsersbond en de vereniging Vrouwen Bouwen en Wonen. Het VO Openbare Ruimte is voor advies voorgelegd aan dit Maatschappelijk Overleg. Als extra borging voor de kwaliteit, heeft PBIJ het concept VO Openbare Ruimte op verzoek van diverse maatschappelijke organisaties laten toetsen door het Lande-lijk Bureau Toegankelijkheid.

Het concept VO is 17 december 2004 door de wethouder vrijgegeven voor inspraak. Vervolgens heeft het plan van 10 januari t/m 7 februari 2005 op de bekende adressen ter inzage gelegen. Via twee advertenties in Het Parool en in Stadsblad Amsterdam, via de website www.IJburg.nl en via het Bezoekerscentrum IJburg werden belangstellenden en geïnteresseerden hiervan op de hoogte gesteld. Inspraak was schriftelijk mogelijk door een ingezonden brief. De inspraakperiode liep van 10 januari t/m 7 februari 2005. De inspraakreacties zijn (in samengevatte vorm) gebundeld in een inspraaknotitie, die samen met het voorliggende VO ter vaststelling aan het gemeentebestuur wordt aangeboden.

32

BIJLAGEN: Openbare ruimtekaart

Details uitsnede straten

Dwarsprofielen

Bevaarbaarheid met principedoorsneden waterlopen

Openbare speelplekken en openbare ruimte in de bouwblokken

Evaluatie granietkeien

Ligplaatsenplan pleziervaart Haveneiland Oost

33

OPENBARE RUIMTEKAART

DETAIL UITSNEDE 4E LANGSSTRAAT

DETAIL UITSNEDE KRUISING 3E LANGS- EN 4E DWARSTRAAT

DETAIL UITSNEDE BRUG 2031

DETAIL UITSNEDE KRUISING 1E DWARS- / 3E LANGSSTRAAT(1E FASE IJTRAM EN ÉÉNRICHTINGSVERKEER TOT ± 2009)

DETAIL UITSNEDE 1E DWARSSTRAAT - IJBURGLAAN(1E FASE IJTRAM TOT ± 2009)

OVERZICHT PROFIELEN

PROFIEL 1: IJBURGLAAN

PROFIEL 2: PAMPUSLAAN

PROFIEL 3 EN 4: LANGSSTRAAT EN DWARSSTRAAT

PROFIEL 6: ZUIDOEVER

PROFIEL 7: OOSTOEVER

PROFIEL 8A: NOORDKADE

PROFIEL 8B: NOORDKADE

PROFIEL 9A: BERT HAANSTRAKADE

PROFIEL 9A: BERT HAANSTRAKADE PROFIEL 9B: BERT HAANSTRAKADE

PROFIEL 10: WESTKADE

PROFIEL 11 EN 12: PARKRAND NOORD, OOST EN ZUID (profiel 12 is gespiegeld van profiel 11)

PROFIEL 13: KADE BINNENKANT

PROFIEL 14: TRAMLUS

PROFIEL 15: WESTKADE

PROFIEL 16: DWARSTRAAT HAVENKWARTIER

PROFIEL 17: KADE BINNENHAVEN

PROFIEL 17: KADE BINNENHAVEN PROFIEL 18: KADE EILAND BINNENHAVEN

PROFIEL 19: DWARSSTRAAT HAVENKWARTIER

PROFIEL 19: DWARSSTRAAT HAVENKWARTIER BEVAARBAARHEID

OVERZICHT DWARSPROFIELEN WATERLOPEN

DWARSPROFIELEN WATERLOPEN (HOOGTEMATEN T.O.V. NAP, BODEMDIEPTE IS AANLEGDIEPTE)

DWARSPROFIELEN WATERLOPEN

DWARSPROFIELEN WATERLOPEN

DWARSPROFIELEN WATERLOPEN

OPENBARE SPEELPLEKKEN EN OPENBARE RUIMTE IN DE BOUWBLOKKEN

openbare speelplek voor kinderen tot 6 jaar

openbare speelplek voor kinderen boven de 6 jaar

EVALUATIE GRANIETKEIEN

In het Stedenbouwkundig Plan Haveneiland en Rieteiland Oost is opgenomen dat het besluit tot daadwerkelijke toepassing van granietkeien in de 30 km straten pas genomen wordt nadat ervaringen op Haveneiland West hiermee zijn opgedaan.

Achtergrond van het ‘uitstellen’ van de besluitvorming over de granietkeien op Haveneiland Oost ligt in de onzekerheid bij diverse (maatschappelijke) organisaties over de kwaliteit van de granietkeien op een aantal aspecten. De onzekerheid die bij enkele organisaties bestaat richt zich met name op: Gebruikswaarde - gebruiksgemak voor fietsers, gehandicapten e.d.; Belevingswaarde - esthetische kwaliteit; Beheer- en onderhoudslasten.

Inmiddels is op Haveneiland West een deel bestraat met granietkeien (kade bij blok 4 – Paul Hufkade), en dient voor het VO openbare ruimte voor Haveneiland Oost een finaal besluit over de toepassing te worden genomen.

Ten behoeve van een besluit over de toepassing van granietkeien op Haveneiland Oost is een aantal aspecten van de granietkeien op Haveneiland West beknopt geëvalueerd; met name de functionaliteit, en de waardering voor de esthetische kwa-liteit. De beheeraspecten zijn niet geëvalueerd, omdat hierover aan de hand van de ervaringen thans niet veel meer gezegd kan worden dan in het verleden is gebeurd (onderzoek Arcadis, juli 2001).

Wat de evaluatie van de gebruikswaarde betreft, komt uit het recent door Goudappel Coffeng uitgevoerde onderzoek (april 2004) naar voren, dat de bestrating met granietkeien zoals deze bij blok 4 is uitgevoerd, een betere gebruikswaarde heeft dan een bestrating met gebakken klinkers, en een vergelijkbare waarde heeft met een bestrating met betontegels van 30x30 cm. Slechts in vergelijking met asfaltbeton is de gebruikswaarde minder.

De belevingswaarde is steekproefsgewijs bekeken.Aan de hand van reacties van individuele bewoners en marktpartijen, blijkt bijzondere waardering voor de esthetische kwaliteit. Marktpartijen kennen een beperkt imago- en verkoopbevorderend effect aan de belevingswaarde van de natuurstenen keien toe (beperkt, omdat andere factoren, zoals oppervlak van de woning in relatie tot de prijs, een grotere rol spelen).Typerend voor wijze waarop de natuurstenen bestrating door bewoners wordt gewaardeerd, zijn de verontwaardigde reacties van (toekomstige) bewoners van het Kleine Rieteiland op Haveneiland West, toen deze bewoners op 17 april 2003 hoorden dat op dat eiland geen natuurstenen keien zouden worden toegepast.

LIGPLAATSENPLAN PLEZIERVAART HAVENEILAND OOST

InleidingHet binnenwatercircuit in Haveneiland Oost heeft naast een ruimtelijke en waterhuis-houdkundige ook een recreatieve functie. Onderdeel daarvan is de mogelijkheid om plezierbootjes aan te meren. In deze notitie wordt geïnventariseerd welke kades en oevers daarvoor in aanmerking komen, worden de condities aangegeven waaronder aanmeren hier is toegestaan en wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de handhaving is georganiseerd. De notitie is opgesteld door Projectbureau IJburg in overleg met Stadsdeel Zeeburg, DWR en BBA.

Er wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan:- de uitgangspunten en randvoorwaarden,- de ligplaatsenkaart, - beheeraspecten,- de dekking van de met dit plan gemoeide kosten- het uitvoeringproces voor het aanbrengen van aanmeervoorzieningen.

Uitgangspunten en randvoorwaardenStadsdeel Zeeburg, in de toekomst verantwoordelijk voor het beheer van IJburg, heeft aangegeven zoveel mogelijk te willen voorzien in de behoefte van bewoners om een boot aan te meren. Voor de grotere vaartuigen zijn daartoe op een aantal plaat-sen jachthavens geprojecteerd. Onder andere bij het Zeeburgereiland, het Centru-meiland en in de binnenhaven Haveneiland-Oost. Voor de kleinere pleziervaart zijn in het interne watercircuit mogelijkheden om de oevers en kades te benutten. De moge-lijkheden worden bepaald door de omstandigheden ter plaatse, zoals de inrichting van de kades en oevers, de breedte en diepte van de watergangen, het onderscheid openbaar- privé, etcetera.

Het interne watercircuit van Haveneiland Oost telt circa 4800 meter oever- en kade-lengte. Om te kunnen bepalen welk deel voor het aanmeren van de kleinere plezier-vaart kan worden aangewend, zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

- in principe komen alle kades en oevers, zowel privé als openbaar, in aanmer-king voor aanmeerplaatsen;

- op strategische plekken kan eventueel ruimte worden gereserveerd voor pas-santen, met een gelimiteerde aanlegduur en/of lengte van het schip. Haven-eiland-Oost heeft 2 zones met openbare kades die daarvoor in aanmerking komen:

* kade westzijde Binnenhaven voor schepen met een grotere lengte (vanaf 12 m)

* de kade bij blok 41

Het gebruik van de kades en oevers voor pleziervaart wordt enerzijds bepaald door de van toepassing zijnde beleidsuitgangspunten en anderzijds beperkt door de rand-voorwaarden vanuit het oogpunt van verantwoord waterbeheer:

- het handhaven van een goede waterkwaliteit betekent dat er voldoende ruimte moet zijn voor het onderhoudsmaterieel van DWR. Om die reden moet er een vaarroute van minimaal 15 meter breed worden vrijgehouden;

- privé steigers zijn toegestaan in het brede deel van de Groene Tunnel zoals op Haveneiland West, conform de notitie dd 7 jan. 2004 van M. de Lange;

- om vervuiling tegen te gaan zijn geïmproviseerde aanmeervoorzieningen (palen in het water, zelf geslagen ringen e.d.) niet toegestaan;

- de doorspoelbaarheid moet ten allen tijd zijn gegarandeerd, wat betekent dat in- en uitlaten van het binnenwater vrij van obstakels blijven ;

- de capaciteit van de toegangssluizen is maatgevend voor de omvang van de vaartuigen ;

- in de nabijheid van waterbouwkundige werken zoals sluizen, bruggen, gema-len ed. gelden aanvullende afmeerbeperkingen.

LigplaatsenkaartUitgangspunten en randvoorwaarden zijn vertaald in de Ligplaatsenkaart pleziervaart Haveneiland Oost. Op deze kaart is aangegeven waar wel en niet mag worden aan-gemeerd en onder welke condities. Als alle beschikbare ruimte wordt benut kunnen naar schatting 260 boten worden aangemeerd. Dit is exclusief de aanlegplaatsen aan de steigers in de Binnenhaven.

ZoneringRuimtelijk gezien kunnen drie zones worden gedefinieerd.

De Groene TunnelIn het brede deel van de Groene Tunnel zijn, onder strikte voorwaarden, privé stei-gers toegestaan. De steigers mogen een maximale oppervlakte van 4 m2 hebben, met een maximale breedte van 1 meter loodrecht op de oever. De steigertjes moeten eenvoudig verwijderbaar zijn in verband met onderhoud en beheer. Voor de aanleg van deze steigers, moet een aantal vergunningen en ontheffingen worden aange-vraagd. In de Groene Tunnel bevinden zich geen openbare aanmeerplaatsen. Wel is er aan de oostzijde een wachtplaats voor toegang tot de sluis (2050).

De BinnengrachtDe Binnengracht is evenwijdig aan de ‘langs’straten 10 meter breed. Aanmeren is hier over de volle lengte niet toegestaan. Het gedeelte van de Binnengracht evenwij-dig aan de ‘dwars’straten is 24 meter breed en aanmeren is hier wel toegestaan. Het betreft hier privé aanlegplaatsen. Onder strikte voorwaarden zijn hier steigers toe-gestaan. De steigers mogen een maximale oppervlakte van 4 m2 hebben, met een maximale breedte van 1 meter loodrecht op de oever. De steigertjes moeten eenvou-dig verwijderbaar zijn in verband met onderhoud en beheer.

De BinnenhavenGebruikers van de Binnenhaven zijn enerzijds de bewoners van het Haveneiland die in het bezit zijn van een boot, maar geen privésteiger hebben en hun boot niet op de openbare kade kunnen of willen leggen. Over de vorm van beheer en onderhoud van dit (oostelijk) deel van de Binnenhaven moet nog een beslissing worden genomen. Anderzijds zal de Binnenhaven (in beperkte mate) aantrekkelijk zijn voor wat grotere schepen die de sfeer en ambiance van de Binnenhaven zoeken. Dit betreft vooral boten die een relatie hebben met de bedrijven rondom de haven. De openbare kade

aan de westzijde is in principe voor deze schepen beschikbaar, wel moet binnenha-vengeld worden betaald.De Binnenhaven biedt plaats aan circa 140 boten (tot 12 m lengte) aan de steigers in het collectieve deel en 4 à 5 grotere schepen aan de westzijde.

ConditiesAanmeren langs de kades is alleen toegestaan aan de daartoe speciaal in de kade-wand aangebrachte haalkommen. Op de kade aan de westzijde van de Binnenhaven zijn ook bolders aangebracht.De haalkommen bevinden zich standaard 60 cm boven NAP, gerekend vanaf de bovenzijde. Dat komt overeen met 80 cm boven het zomer-peil. De onderlinge afstand bedraagt 5 meter. Ze worden uitgevoerd in 1 type. Voor zover in de privé kades aanmeervoorzieningen worden aangebracht, wordt hetzelfde type toegepast, geplaatst volgens hetzelfde stramien.

Het is niet de bedoeling dat het binnenwater dichtslibt met pleziervaartuigen. Langs de kades en oevers waar aanmeren is toegestaan, mag dat alleen binnen een bepaalde breedte ten opzichte van de kade-/oeverwand. Voor het grootste deel wordt deze marge bepaald door de vrij te houden onderhoudszone. Afhankelijk van de breedte van de gracht, varieert de aanmeerbreedte van 2, tot maximaal 5 meter. Binnen deze afstand kunnen één of meer schepen, afhankelijk van hun breedte, langszijdig aanmeren. Op borden staat op de betreffende kades aangegeven welke maat waar van toepassing is.

Het is verboden aan te meren aan straatmeubilair, uitklimtrappen en dergelijke. Het is tevens niet toegestaan zelf aanmeervoorzieningen aan te brengen, zoals ringen in een openbare kadewand of palen in de waterbodem. Ook privé steigers zijn verbo-den, behalve in het brede deel van de Groene Tunnel en het brede deel van de Bin-nengracht.

Uit- en instappen is in principe mogelijk nabij de bruggen, waar in enkele gevallen waterstoepen zijn geprojecteerd. Er worden in dit stadium geen plekken voor ‘kortpar-keerders’ gereserveerd.

BevaarbaarheidBepalend voor de typologieën van vaartuigen, die gebruik maken van het binnenwa-ter is de dimensionering van het plan in termen van waterpeil, doorvaarthoogte van de bruggen en de capaciteit van de sluizen.

De vrije doorvaarthoogte van brug 2052 naar de Binnengracht op Haveneiland West is 3,00 m. ten opzichte van NAP -0,20 m. en daarmee gelijk aan die van de al gerea-liseerde bruggen in de noordelijke Binnengracht op Haveneiland West. De vrije door-vaarthoogte van de andere bruggen op Haveneiland Oost is 2,50 m. ten opzichte van NAP -0,20 m. Deze hoogte is afgestemd op die van de overige bruggen op Havenei-land West en is voldoende voor de kleine recreatievaart en voor schaatsen.

De vaardiepte (t.o.v. winterpeil NAP – 0.40 m.) wordt op verschillende niveaus onder-houden:

- in de Groene Tunnel en de Binnengracht op 1.50 meter;- in de noordelijke Binnengracht naar West op 2.00 meter;

- in de westelijke dwarsgracht ten zuiden van brug 2040 op 1.50 meter, ten noorden van de brug op 2,00 meter;

- in de Binnenhaven op 2.30 meter.

De waterbodem loopt vanuit het midden van de grachten op waardoor gemiddeld aan de kades met een diepte van circa 0.80 meter onder NAP rekening moet worden gehouden.

Voor de doorgang van het IJmeer naar het binnenwater zijn er op Haveneiland Oost twee sluizen geprojecteerd. De sluis in de Groene Tunnel is een kleine sluis geschikt voor de kleinere recreatievaart. Voor de doorgang van wat grotere schepen en sche-pen met staande mast naar de Binnenhaven is een grotere sluis nodig (met een beweegbare brug). De doorgang sluit hier aan op een diepe vaargeul en op de pas-santenhaven bij het Centrumeiland. Sluis 2050 in de Groene Tunnel heeft een lengte van 16 meter bij een doorvaartbreedte van 6 meter. Sluis 2024 naar de Binnenhaven heeft een lengte van 35 meter bij een breedte van 6 meter.

Voor wat betreft de lengte van toegestane schepen wordt aangesloten op het ste-delijk beleid: vrij tot maximaal 12 meter. Voor langere schepen moet een ontheffing worden aangevraagd. Deze schepen tot een lengte van max. 35 m zijn wel toege-staan in de Binnenhaven.

Handhaving en beheerBij de handhaving en beheer van water en kades zijn verschillende partijen betrok-ken.

DWR is verantwoordelijk voor de kwantiteit en de kwaliteit van water en waterke-ringen. Dat impliceert onder andere dat toestemming van DWR is vereist voor het aanleggen van steigers. Dit gaat via een ontheffing op de keur van het Hoogheem-raadschap Amstel, Gooi en Vecht. DWR pleegt regelmatig onderhoud. Het houdt de grachten op diepte, zowel vanuit het oogpunt van de waterkwaliteit als het nautisch beheer, en verwijdert drijfvuil. Het inspecteert keringen en onderhoudt de natuurvrien-delijke oevers. DWR treedt handelend op in geval verontreiniging dreigt, bijvoorbeeld als gevolg van het plaatsen van vervuilende constructies of materialen in of nabij het water en achterstallig onderhoud aan bijvoorbeeld privé steigers.Bouwvergunningen voor steigers worden verleend door stadsdeel Zeeburg. BBA adviseert hierbij over nautische aspecten. BBA waarborgt de bevaarbaarheid van het binnenwater. In dit ligplaatsenplan wordt al veel geregeld, maar indien de doorvaart wordt gehinderd treedt BBA handelend op. De nautische regels waaraan de pleziervaart zich dient te houden zijn vastgelegd in het Binnenvaart Politieregle-ment (BPR). Via het BPR wordt geregeld waar wel en niet mag worden aangemeerd, over welke breedte aanmeren is toegestaan, hoeveel schepen maximaal langs elkaar mogen liggen, e.d. De aanmeerregels zijn op de kades via bebording aangeduid. BBA is gerechtigd wanneer de regels worden overtreden, handelend op te treden. BBA int ook het binnenhavengeld. Iedereen die met een vaartuig gebruik maakt van openbaar Amsterdams gemeentewater is binnenhavengeld verschuldigd. Als beta-lingsbewijs wordt een stickervignet uitgegeven. Deze verplichting geldt ook voor het binnenwater van Haveneiland Oost.

Stadsdeel Zeeburg bereidt aanvullend de invoering van een zogenaamde ‘lig-plaatsenheffing pleziervaartuigen’ voor. Dit moet een verplichting worden voor alle eigenaren die hun plezierboot in het stadsdeel willen aanmeren. Deze heffing is het antwoord op specifieke knelpunten waarmee het stadsdeel zich in de praktijk gecon-fronteerd ziet: een tekort aan ligplaatsen voor stadsdeelbewoners en wrakkenproble-matiek. Het invoeren van een ligplaatsheffing werpt naar verwachting een drempel op voor eigenaren van buiten de stad. Door de registratieplicht krijgt het stadsdeel bovendien een goed handhavingsmiddel in handen. Daarmee kan beter worden opgetreden tegen eigenaren van verkeerd aangemeerde, verwaarloosde of gezonken pleziervaartuigen.

DWR, BBA en Stadsdeel Zeeburg beschikken hiermee in principe over een instru-mentarium waarmee de situatie in het binnenwater op een verantwoorde manier te handhaven is. Het belang van een doortastend beheer is overigens niet alleen een nautisch noodzaak. Het beheer dient ook goed afgestemd te zijn op het handhaven van het vereiste waterkwaliteitsniveau. Het Haveneiland krijgt een gesloten watercir-cuit, met ecologische zuiveringszones en een waterkwaliteitsniveau dat een verant-woorde uitwisseling met het IJmeer te allen tijde mogelijk maakt. Actief beheer dient daarvoor te zijn gegarandeerd. Nader overleg hierover met de beheerders moet nog plaatsvinden.

Het uitwerken van het plan voor de ligplaatsenheffing valt buiten de orde van deze notitie en onder verantwoordelijkheid van het stadsdeel.

Privé-aanmeervoorzieningen worden door de eigenaars zelf onderhouden. Zij zijn ook zelf verantwoordelijk voor het aanmeerbeheer. Dat betekent dat in geval andere vaartuigen gebruik maken van een privé voorziening, geen beroep kan worden gedaan op één van de bovengenoemde beherende instanties.

Financieel kaderAlle aanmeervoorzieningen, behalve die aan privé-kades, privé-steigers en de stei-gers binnenhaven, vallen onder de grondexploitatie HE Oost. In dit ligplaatsenplan is uitsluitend sprake van in de openbare kades verzonken haalkommen en ter plaatse van de kade west- en zuidzijde Binnenhaven bolders op de kade. Openbare steigers zijn vooralsnog niet opgenomen.

Om de aanmeerregels van de ligplaatsenkaart in praktijk te brengen zijn borden noodzakelijk. Hiervoor wordt in overleg met BBA een bebordingsplan opgesteld. De kosten voor de uitvoering van het plan vallen onder de grondexploitatie van Havenei-land Oost.

Het beheer van de openbare kades en aanmeervoorzieningen valt onder verantwoor-delijkheid van het stadsdeel. Ook de openbare kades aan de oost- en noordzijde van de Binnenhaven vallen hieronder, ook indien zich steigers (van derden) op enige afstand van deze openbare kade bevinden.Voor privé-steigers en aanmeervoorzie-ningen bij privé-kades en oevers en de steigers in de binnenhaven zijn de eigenaren verantwoordelijk.

UitvoeringsprocesNa instemming van alle betrokken partijen kunnen de voorzieningen van de lig-plaatsenkaart in de uitvoering van kades en oevers worden meegenomen. PBIJ zal opdracht geven de voorzieningen in de openbare kades op te nemen in de bestek-ken. De kaart zal worden teruggekoppeld op de consortia die verantwoordelijk zijn voor de privé kades en oevers en die desgewenst conform de kaart tot het aanbren-gen van aanmeervoorzieningen kunnen overgaan.

Met BBA en in overleg met DWR en het Stadsdeel wordt een bebordingsplan opge-steld. PBIJ verstrekt daartoe opdracht aan een ingenieursbureau.

De inrichting en het gebruik van de kades hangen samen met de manier waarop het blok waarvan de kade deel uitmaakt wordt ingericht. Voor verscheidene blokken is er nog geen definitief ontwerp. Dat betekent dat ook de ligplaatsenkaart nog niet defini-tief is. Onder invloed van de planontwikkeling voor de blokken zullen zich hier nog de nodige wijzigingen in voordoen. De ligplaatsenkaart is pas definitief als alle blokken en kades definitief ontworpen zijn.

LIGPLAATSEN

UITKLIMTRAPPEN