INLEIDING - · PDF filetoonaangevende opiniemaker het advies om “een paar lessen...

download INLEIDING -   · PDF filetoonaangevende opiniemaker het advies om “een paar lessen dictie” te nemen.5 Ook de niet om een gebrek aan geciviliseerdheid bekend staande Guy Verhof

If you can't read please download the document

Transcript of INLEIDING - · PDF filetoonaangevende opiniemaker het advies om “een paar lessen...

  • 3

    INLEIDING

    Kevin Absillis, Jrgen Jaspers & Sarah Van Hoof

    In de zomer van 2011 stelde Pascal Smet daags na Belgis nationale feestdag deconceptnota Samen taalgrenzen verleggen voor. Het document verzamelt inspira-tie en fundamentele inzichten voor diverse decreten waarmee de Vlaamse minis-ter van Onderwijs het talenbeleid op en rond de school wil aanpakken.1 Hetvalt alleen maar toe te juichen dat de overheid belang hecht aan taal en taalbe-heersing. Dat ze zowel oude problemen als nieuwe uitdagingen herkent, durft tebenoemen en zich grondig over oplossingen bezint, verdient alle lof, zeker alshaar finale streefdoel de bestrijding van uitsluiting en de bevordering van ont-moeting heet te zijn (Smet 2011: 4). Heel wat van de ideen en suggesties uit denota lijken op zich ook best bruikbaar om mettertijd enkele grenzen te verleggen.Alleen dreigt dezelfde nota intussen andere grenzen in beton te gieten.

    1. Makkik binnen?

    De socialist Pascal Smet beschouwt het Algemeen Nederlands als een breekijzervoor maatschappelijke emancipatie. Voor wie opgroeit in kansarmoede en zekervoor kinderen uit niet- of nauwelijks Nederlandstalige families heet de beheer-sing van de standaardtaal in zijn nota zelfs de ultieme route naar een betere toe-komst. Die visie sluit niet alleen naadloos aan bij die van Smets voorganger enpartijgenoot Frank Vandenbroucke, de hele argumentering is schatplichtig aande oudste idealen van de Vlaamse Beweging. Die geloofde namelijk van in hetprille begin dat de inwoners van de noordelijke provincies van de nieuwe staatBelgi een uit Nederland gemporteerde standaardtaal moesten gaan praten omzich te emanciperen. Het voornaamste verschil is dat er twee eeuwen geleden noggeen sprake was van anderstalige allochtonen en dat het eerst niet zozeer dearbeiders- als wel de middenklasse was die verzocht werd om haar Vlaamse, Bra-bantse of Limburgse dialect af te zweren en zich via het Standaardnederlands te

    manke.usurpator.book Page 3 Thursday, August 16, 2012 4:12 PM

  • KEVIN ABSILLIS, JRGEN JASPERS & SARAH VAN HOOF

    4

    verheffen. Alleen zo kon ze naar verluidt een rooskleurige toekomst afdwingen ineen staat die door Franstalige bovenlagen werd gedomineerd.

    Inmiddels hebben die Franstalige bovenlagen in het autonome gewest Vlaan-deren maar weinig meer in de melk te brokkelen. Dat blijkt indirect trouwens uitde nota van Pascal Smet. Die plaatst wie geen rijke kennis van het Standaard-nederlands verwerven wil of kan, namelijk onverbiddelijk buiten de Vlaamsegemeenschap:

    In Vlaanderen groeien nog steeds veel kinderen op voor wie de moeder-taal een regionale variant van het Standaardnederlands en dus niet hetStandaardnederlands is. Daarnaast is voor 15% van de kinderen in het ba-sisonderwijs en 10% van de kinderen in het secundair onderwijs de thuis-taal niet het Nederlands [...], dus een andere taal dan de omgevingstaal, ofde instructietaal van ons onderwijs. Nochtans is een rijke kennis van hetStandaardnederlands d voorwaarde voor wie in Vlaanderen wil leren,wonen, werken, leven. Wie van elders komt, en geen Standaardnederlandsleert, blijft in de beslotenheid van het eigen gezin of de eigen gemeenschapleven, en leeft in Vlaanderen buiten Vlaanderen. (Smet 2011: 3)

    Door Standaardnederlands-onkundigen retorisch uit Vlaanderen te verbannen,onderstreept deze nota feitelijk en in nogal straffe bewoordingen het territoriali-teitsbeginsel dat sinds de jaren 1930 aan de basis ligt van het Belgische taalbeleid.Het houdt in dat het noorden en het zuiden van het land officieel eentalig horente zijn: respectievelijk homogeen Nederlandstalig en Franstalig. Het blijft belang-rijk om aan te tekenen dat dit beleid het resultaat is van allerlei politieke afwegin-gen en afspraken, en dus niet op een of andere natuurwet stoelt. Dat beleid zelf isop zich uiteraard niet onverdedigbaar of verkeerd gelet op de voorgeschiedenisis het in ieder geval begrijpelijk maar het is minder vanzelfsprekend dan Smetsnota ons voorhoudt.2

    Wie de in Smets talennota ontvouwde redenering doordenkt, komt al gauwuit bij de vraag hoeveel Vlamingen anno 2012 eigenlijk nog binnen Vlaanderenleven. Vele opiniemakers en taalkundigen houden namelijk niet op te bewerendat de meeste Vlamingen zich niet in het Standaardnederlands uitdrukken maarin een tussentaal, een idioom dat geen dialect is, maar ook veraf staat van watvroeger Algemeen Beschaafd heette. Die tussentaal wordt in het beste gevalmeewarig Schoon Vlaams genoemd, maar moet het meestal stellen met nogminder flatterende etiketten zoals hamburgertaal, sloddertaal, koetervlaams,nepdialect, ontaal of het door Geert van Istendael twee decennia geledenbedachte en intussen goed ingeburgerde Verkavelingsvlaams.

    manke.usurpator.book Page 4 Thursday, August 16, 2012 4:12 PM

  • 5

    INLEIDING

    Het leven gelijk het leven in Vlaanderen is, lijkt zich tegenwoordig haast inte-graal in dit Verkavelingsvlaams af te spelen. Uithangborden in Antwerpse stratensporen automobilisten aan om vaart te minderen met de slogan Merci om tragerte rijden. Langs de snelwegen waarschuwt het Belgisch Instituut voor de Ver-keersveiligheid diezelfde automobilisten met de boodschap: Gene zever: bin-nenkort speekseltest tegen drugs in het verkeer. En de NMBS promoot haarblue bikes, blauw geverfde fietsen die reizigers kunnen lenen aan stations, metaffiches van gefingeerde treinhaltes als de bomma en ongelooflijk toffe botten;de laatste beeldde als bestemming een schoenwinkel af.

    Typische zinnetjes en tussenwerpsels als makkik binnen, amai, oekanda? enmij hoort ge nie klagen zijn niet alleen te horen bij de bakker of op kantoor, zeweerklinken ook in liedjes, op het toneel, in films en op televisie. Dat zoveelkromspraak niet uit de publieke ruimte wordt geweerd, wekt geregeld wrevel.Toen professor emeritus Stijn Verrept in september 2009 de negatieve gevolgensignaleerde van het taaltje dat met zijn vele slordigheden de beeldbuis teistert,brak in De Standaard een discussie los die wekenlang aansleepte.3

    Naast acteurs en televisiemakers krijgen ook zangers en presentatoren gere-geld op hun donder, net als de hele politieke elite overigens. Zo vindt Geert vanIstendael dat ambtenaren giftige woordenpap oplepelen, kabinetsleden vanministeries onwelriekend taalbraaksel lozen en politici smerige on-taal uit-kramen (van Istendael 2001: 155). Wie namen wil van onvolmaakt Nederlandsbrabbelende politici, hoeft niet lang te zoeken. Zijn hele ambtstermijn alsminister van Cultuur was Bert Anciaux (SP.A) om zijn manier van spreken eengeliefkoosd mikpunt van spot.4 Zijn opvolgster Joke Schauvlieghe (CD&V)had nauwelijks voor de eerste keer haar mond geopend, of ze kreeg van eentoonaangevende opiniemaker het advies om een paar lessen dictie te nemen.5

    Ook de niet om een gebrek aan geciviliseerdheid bekend staande Guy Verhof-stadt is om zijn tongval gegispt6, net als zijn intellectuele sparring partner BartDe Wever, die volgens De Morgen-columnist Hugo Camps alleen maar verka-veld Vlaams bazelt.7

    Uitspraken als de bovenstaande blijven de overtuiging voeden dat Vlaanderenniet over een eigen spraakmakende gemeente beschikt, of, preciezer nog, dat demaatschappelijke elite die normaliter de taalstandaard zou moeten bepalen, inVlaanderen hoogst onbetrouwbaar is. Omdat ze niet altijd een voorbeeld [kan]worden genoemd weigert alvast de VRT-taaladviseur Ruud Hendrickx rekeningte houden met de taal van Vlaamse politici, academici en topmensen uit hetbedrijfsleven (Hendrickx 2003; 287; zie ook Hendrickx 1998: 8). Bepalen watwel en wat niet tot de standaardtaal behoort doet hij naar eigen zeggen beterzelf.

    manke.usurpator.book Page 5 Thursday, August 16, 2012 4:12 PM

  • KEVIN ABSILLIS, JRGEN JASPERS & SARAH VAN HOOF

    6

    Het tekent de situatie dat ook Pascal Smet geen spraakmaker mag heten. Hijspuugt taal, noteerde wederom Hugo Camps over de zo voor een vlekkelozebeheersing van het Algemeen Nederlands strijdende minister van Onderwijs.8 AlsCamps gelijk heeft, moeten we dan maar concluderen dat de minister feitelijk inVlaanderen buiten Vlaanderen leeft? De hele toestand lijkt wel voer voor psycholo-gen. Zo is het op zich al hoogst opmerkelijk dat de nota Samen taalgrenzen verleg-gen geen seconde stil staat bij de taalevolutie die de laatste decennia de gemoede-ren het meest heeft opgeschud. De omschrijving regionale variant van hetStandaardnederlands in de eerder aangehaalde passage is de enige die zou kun-nen wijzen op het bestaan van een Vlaamse tussentaal in het hele document. Determ tussentaal zelf of enkele van de bekende synoniemen zijn niet te bespeuren.Ter vergelijking: de nauwelijks veertig bladzijden van Smets nota tellen 77 keerhet begrip Standaardnederlands. Minstens lijkt hier sprake van verdringing. Ookwie de portee van uitspraken als die van Hugo Camps of Geert van Istendael nietwil onderschrijven en de stigmatiserende effecten ervan verwerpelijk vindt, kannamelijk moeilijk ontkennen dat de meeste inwoners van Vlaanderen dagelijksmaar weinig Standaardnederlands horen en spreken. Zeker de schoolomgevingvormt hierop geen uitzondering. Niet toevallig maken alerte burgers zich wel eenszorgen over de taal die hun zonen en dochters in de klas wordt bijgebracht.9 Hetis trouwens maar de vraag of het huidige taalbeleid van de overheid die zorgenwel kan wegnemen. Men lijkt ervan uit te gaan dat als men het Standaardneder-lands maar luid genoeg aanprijst als emancipatiemiddel, de tussentaal wel weervanzelf zal verdwijnen. Dat scenario is echter weinig plausibel.

    2. Een verwaande parvenuAlle nijd over de Vlaamse tussentaal zat eigenlijk al voorgeprogrammeerd in denaam die Geert van Istendael er meer dan twintig jaar geleden voor bedacht:Verkavelingsvlaams. Het prestigieuze Nieuw Wereldtijdschrift lanceerde de vondstin het najaar van 1988 toen het een voorproefje opdie