Initiator Atletiek Theoretische basiskennis lopen Basiskennis didactiek/methodiek lopen

1

Initiator Atletiek

Theoretische basiskennis lopenBasiskennis didactiek/methodiek lopen

Voorjaar 2010

Initiator Atletiek - Module 2 & 3 - Lopen

2

Lesoverzicht ‘Lopen’

• Zaterdag 13/03 (9u-17u30)– Theoretische basiskennis lopen– Basiskennis didactiek/methodiek lopen

• voormiddag: fundamentele loopbeweging + variaties in spelvormen

• namiddag: sprint + start + aflossingen

• Zaterdag 01/05 (13u30-17u30)– Theoretische basiskennis lopen– Basiskennis didactiek/methodiek lopen

• hindernissen + uithouding


3

Lesoverzicht ‘Lopen’

• Zaterdag 22/05 (9u-13u00)– Didactische oefeningen lopen

• spelvormen aan elkaar in 2 groepen (‘oefenexamen’)

• opdracht (cf. mail 10-03-2010)

• Examens– theorie (08/05)

• opdracht spelvormen (cf. mail 10-03-2010)

• ppt + cursustekst

– praktijk didactiek (05/06)• indien opdracht lopen


4

Opbouw lessen

• Voor iedere loopdiscipline komen volgende zaken aan bod:– doelstellingen bij de jeugd: waarnaar wordt gewerkt?– methodologie bij de opbouw + foutenanalyse– vergelijking techniek kind – volwassene– praktische en organisatorische richtlijnen

• Niet steeds spelvormen, ook oefenvormen

• Theorie wordt meteen getoetst aan de praktijk


5

Herhaling fundamentele loopbeweging

• Essentieel bij het sprinten


6

1. De sprint: algemeen

• Snelheid is een basiseigenschap in alle atletiekdisciplines, komt best tot uiting in de sprint

• Veel oefenen!

• Van belang:– reactiesnelheid– versnellen– maximale snelheid– snelheidsuithouding


7

1. De sprint: doelstellingen bij de jeugd

• Pag. 96

• Voetplaatsing– bal van de voet– recht

• Lichaam neigt voorwaarts

• Armen en benen alternerend


8

1. De sprint: doelstellingen bij de jeugd

• Pasfrequentie

• Variaties– geen 60’s sprinten– tikspelen, puzzellopen, parcours, enz.


9

1. De sprint: methodologie en foutenanalyse

• Sprintonderdelen:– reactiesnelheid

• reactiespelen

– versnellen• bv. trekpaard

– maximale snelheid• spelvormen met voldoende afstand (30m)

– sprintuithouding• spelvormen met voldoende afstand (30m)


10


• Lichaamshoudingen– romp/hoofd– armen + handen– benen en knieën– voeten

• Basisoefeningen (cf. praktijk)


11


• Fouten– al springend ‘lopen’– te kleine passen– achteroverhellen van de romp– op de tenen lopen– onvoldoende armbeweging


12

1. De sprint: vergelijking volwassenen - kind

• Technische bouwstenen meer verfijnd (pag. 151)

• Betere coördinatie

• Krachtigere uitvoering


13

1. De sprint: praktische en organisatorische tips

• Lopen in eigen baan

• Uitbollen/uitwijkmogelijkheden

• Correcte verhouding inspanning vs. rust

• Goede opwarming


14

1. De sprint: vragen?


15

2. De start: doelstellingen bij de jeugd

• Pag. 97

• “Goed begonnen is half gewonnen”

• Staande start (verplicht voor benjaminen)– armen en benen tegengesteld– voeten in de looprichting– gewicht evenredig verdeeld– ellebogen (fair-play!)


16

2. De start: doelstellingen bij de jeugd

• Start uit startblokken– kennis van de startprocedure

• voor het startsignaal – “Op uw plaatsen” – “Klaar” – “Start”

– benen gebogen (90° – 120°) – vertrek van laag naar hoog– bekken boven schouderas– hoofd neerwaarts– duwen tegen de startblokken– schouders boven de handen (sterkte!)– reageren op signalen


17

2. De start: methodologie + foutenanalyse

• Vanuit reactieoefeningen in diverse houdingen opbouwen naar start uit startblokken

• Coördinatie + kracht als voorwaarde

• Afstand + hoogte blokken

• Zowel links als rechts


18

2. De start: methodologie + foutenanalyse


• Fouten– houdingen– coördinatie (springen, geen duwactie)– armbeweging– actie na de start


19

2. De start: vergelijking volwassenen - kind

• Pag. 152

• Beter ontwikkelde schoudergordel

• Hogere krachtproductie

• Betere coördinatie


20

2. De start: praktische en organisatorische tips

• Cf. veiligheidsaspecten sprint

• Voldoende afstand tussen kinderen

• Correcte opbouw (blessurepreventie!)


21

2. De start: vragen?


22

3. Aflossingen: doelstelling bij de jeugd

• Pag. 102

• Team is belangrijker dan het individu

• 1 ‘tactiek’ binnen de jeugd(categorieën)

• Taken gever (‘roepen – kijken – geven’)

• Taken nemer (blind vertrekken – aannemen)


23

3. Aflossingen: methodologie en foutenanalyse

• Leren doorgeven van materiaal

• Manier van doorgeven:– links aannemen, rechts doorgeven

• impliceert doorgeven tijdens het lopen

• iedereen kan op iedere plaats staan (uniformiteit)

• Regels– aanloopzone (10m)– aflossingszone (20m)


24

3. Aflossingen: methodologie en foutenanalyse

• Snelheid is belangrijk, niet cruciaal


• Fouten– nemer te snel of te traag– geen stabiele ontvangarm– achteruit kijken– foute manier van doorgeven


25

3. Aflossingen: vergelijking volwassenen - kind

• Tactiek

• Iedere loper kent zijn plaats

• Sneller lopen, snellere doorgave


26

3. Aflossingen: praktische en organisatorische tips

• Niet op het einde van een intensieve training (blessures + coördinatie)

• Geef duidelijke richtlijnen, aflossen is niet eenvoudig

• Maak gelijke groepen


27

3. Aflossingen: vragen?


Initiator Atletiek Theoretische basiskennis lopen Basiskennis didactiek/methodiek lopen

Documents

Transcript of Initiator Atletiek Theoretische basiskennis lopen Basiskennis didactiek/methodiek lopen