Inhoudsopgave · Web viewNa elke les word de genoteerde feedback besproken. Beginsituatie...

Vincent van Gogh Lariks

Marc Renardel de Lavalette

13-05-15

Klas 1C

NAW-nummer : 318819

Acke Lemstra

Inhoudsopgave

ContentsInhoudsopgave.......................................................................................................................................2

Inleiding..................................................................................................................................................4

Beginsituatie Accommodatie........................................................................................................5

Beginsituatie Materialen...............................................................................................................6

...........................................................................................................................................................7

...........................................................................................................................................................7

Beginsituaties van de 4 klassen..............................................................................................................8

Lesvoorbereidingen..............................................................................................................................10

Lesgeefontwikkelingsplan....................................................................................................................29

Persoonlijke evaluaties van de lessen....................................................................................32

Conclusie op LOP..................................................................................................................................37

Teamevaluatie......................................................................................................................................38

BEOORDELINGSFORMULIER - ALO - kerntaak 1 - blok 1.3....................................................................39

Vaardigheidstoets: assessment............................................................................................................39

Inleverblad kerntaak 1 – Blok 1.3

Dit blad dient als eerste pagina te worden toegevoegd aan het kerntaak 1 verslag. Het is de verantwoordelijkheid van de student dat aan alle onderstaande punten is voldaan. Dit is voorwaardelijk voor beoordeling.

Let op:

Ook voor het verslag Sportstage of Outdoorstage dien je onderstaand inleverblad aan te houden. Je

levert het verslag voor Sport- of Outdoorstage in, wanneer je de 20 contacturen hebt gegeven en

uitgewerkt in lesvoorbereidingen. Hierbij dien je tevens het beoordelingsformulier ondertekend door

jouw Sport-/Outdoor-stagecoach toe te voegen (er hoeft geen cijfer te worden toegevoegd).

Vormeisen

□ Voorblad (titel, naam/namen, NAW-nummer(s), datum, …);

□ Opmaak van het document is netjes en overzichtelijk;

□ HBO waardige spelling en taalgebruik;

□ Inhoudsopgave;

□ Inleiding (Op welke school loop je stage? Vanaf wanneer? Stagemaatje? Stagecoach? Wat is jouw

rol tijdens de diverse lessen? enz.).

Ontwerpen

□ Uitwerking van de beginsituatie (stageschool, leerlingen, accommodatie; materiaal);

□ Uitgewerkte lesvoorbereidingen van alle verzorgde lessen.

Lesgeefontwikkelingsplan (LOP)

□ Beginsituatie eigen lesgeefdoelen, resulterend in individuele leerdoelen (SMART geformuleerd)

en actieplan (instrument om gericht feedback te verzamelen op leerdoel, bv. 360 graden-

feedback);

□ Persoonlijke evaluaties van de lessen;

□ Feedback van stagemaatje, stagecoach, oudere jaars studenten, leerlingen;

□ Reflectie op feedback en eigen bevindingen (bv. n.a.v. meet-/observatie instrumenten) en

daaruit resulterend Actieplan (bv. opnieuw formuleren leerdoel);

□ Beoordelingsformulier Kerntaak 1 (zelf ingevuld).

Inleiding

In het derde blok van het schooljaar wordt er stage gelopen op een middelbare school. Tijdens de SLB lessen aan het einde van het tweede blok werd er gevraagd om een stagepartner uit de klas te zoeken. Dit resulteerde in twee stagemaatjes, Justus en Cyrille.

Justus heeft goede connecties bij de school waar vorige jaar het eindexamen werd afgenomen. Al snel werd de conclusie getrokken dat ook bij deze school de stage zal volgen. De school bevindt zich in de plaats Assen. Binnen twee weken was alles afgerond rondom de stage en konden we als stageteam aan de slag. In de eerste ben ik afwezig geweest i.v.m. een trainingsweek in Barcalona. Vanaf 11 februarie sloot ik aan op het Vincent van Gogh.

De stagecoach voor het halfjaar stage is Marcel Marsz. Marcel heeft al menig jaren ervaring met in het lesgeven en heeft al meerdere keren stagaires begeleid. Op de stage dag wordt er bij drie verschillende docenten lesgegeven. Elke docent heeft ook verschillende klassen onder hem of haar hoede en hierdoor heb je over de dag gezien verschillende leeftijden en niveaus waar je mee te maken krijgt. Een havo 3 klas, VWO 2, Gymnasium 1 en TTO 1 klas.

Per week wordt er gekeken wat er voor lessen voor de week erna geplandt staan. Zo kan het zijn dat er bijvoorbeeld een lessenreeks moet worden gegeven. Dit kan varieren tot 3 a 4 lessen. De lessenreeks wordt gegeven door één iemand van het stageteam en de andere leden geven op de rest van de dag andere lessen die ook kunnen voorbestaan uit een lessenreeks. Dit wordt onderling verdeeld in het stageteam. Als jezelf geen les hoeft te geven dan wordt er geobserveerd. Dit kan betekenen dat er gefilmd wordt, aantekeningen worden gemaakt of samen met de docent in kwestie, feedback wordt genoteerd. Na elke les word de genoteerde feedback besproken.

Beginsituatie Accommodatie

Hierboven vindt u een plattegrond van de gehele nieuwe school Christelijke Scholengemeendschap Vincent van Gogh Lariks te Assen. Dit gebouw is volledig nieuw, nadat er vanaf begin 2013 begonnen is met de nieuwbouw. In januari 2014 is het gehele school op dezelfde locatie opgeleverd.

Naast dat de 50 jaar oude school nieuw is, zijn er ook nieuwe sportfacaliteiten gekomen.

Er is een kunstgras veld gekomen, waarbij er kan worden gesoftbalt, gehockeyed en gevoetbalt.Naast het kunstgrasveld zijn er twee basketbalvelden gemaakt op asfalt. Elk veld heeft 2 baskets.

Boven de kunstgrasveld en de basketbalvelden is een 100 meter atletiekbaan aangelegt. Dit is een rechte lijn, die gebruikt wordt voor Atletiek. Naast de binnenzalen is er een groot grasveld genaamd het Lariks Veld. Deze mag school van de gemeente gebruiken om sportlessen aan te bieden.

Boven de buitenvelden is het binnencomplex. Hier bevinden zich de 2 oude zalen zoals die voor de nieuwbouw al waren, een theorielokaal voor BSM studenten / reanimatie curcussen. Tevens is er op de beneden verdieping een nieuwe grote zaal gebouw, die door middel van een afscheidingswand meestal in twee zalen wordt verdeeld.

Gymzaal 1 Bovenverdieping

Gymzaal 2 Bovenverdieping

Gymzaal Benedenverdieping

Beginsituatie Materialen

Bij elke zaal bevinden zich grofweg dezelfde materialen. Elke zaal heeft 2 karren met 6 kleine matjes, samen met twee grote matten. Tevens heeft elke zaal 2 kasten, 1 bok en een paard.

Tevens is er bij elke grote mattenkar twee trampolines en 1 springplank. Zo heeft elke zaal dezelfde materialen tot zijn beschikking. Zowel op de bovenverdieping als op de benedenverdieping zijn er twee zalen. Bij elke verdieping heeft slechts 1 zaal de mogelijkheid om gebruik te maken van de ringen/trapezes. Bij de bovenverdieping zijn dit ouderwetse ringen die aan het plafond zijn bevestigd. Bij de nieuwe benedenzalen zijn dit geautomatiseerde ringen. Deze kunnen op afstand op hoogte en locatie in de zaal verplaats worden.

Ook zijn er zowel boven als beneden ballenkarren. Hierin zitten 30 basketballen en volleyballen. Ook zijn er voldoende voetballen en zachte ballen.

Op elke muur hangen diverse baskets. Omdat de grote zaal beneden een tussenwand heeft zijn er ook nog 4 baskets die rolbaar zijn. Zo kan er partij gespeeld worden als de zaal verdeeld wordt.

Beneden is er nog een opslag voor in totaal 40 complete judopakken en 20 schermpakken. Tevens is er een ander opslag hok. Hierin staan de volgende materialen: 75 Hockeysticks, 60 Softbalhandschoen (inclusief andere softbalmaterialen), Tennisrackets, Atletiek Hordes,

Materialen Benedenzaal 2

Materialen Benedenzaal Materialen Benedenzaal 1

Schermsabels, Cricketssetjes, handballen en American Footballen. Tevens hebben we gebruik gemaakt van een opblaasbaar Bossaball veld

Beginsituaties van de 4 klassen Klas E1A van Christel de Jong

Algemene gegevens van de groep:

De groepsgrootte:24 leerlingen maximaal De gemiddelde leeftijd:12 jaar Samenstelling jongens/meisjes:11 Meisjes en 13 jongens Motorisch gebied: De leerlingen zijn over het algemeen behendig. Ze presteren voor zeker 80 procent voldoende qua lenigheid, kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. Cognitief gebied: De leerlingen zijn in staat nieuwe oefeningen of sporten (zoals bijvoorbeeld cricket) goed en snel te begrijpen. De regels en het spel zelf wordt goed en doordacht gespeeld. Ze snappen de weg van de oefeningen naar het eindresultaat. Sociaal- affectief gebied: De band in de groep is heel goed, de leerlingen luisteren naar elkaar en helpen elkaar. Door het tweetalige wordt dit ook versterkt, doordat ze beter moeten luisteren en opletten wanneer iemand iets zegt, en ze denken wat beter na als ze wat willen melden. In deze klas merk je wel dat er een scheiding zit tussen de jongens en de meiden. Als er in groepen gewerkt worden wordt er niet vanuit de groep gemixt. Bij deze klas zit een moslims meisje. Zij mag niet worden gevangen, bij het hulpverlenen, door een jongen.

Klas A3C van Marcel Mràz Algemene gegevens van de groep:

De groepsgrootte:26 leerlingen maximaal De gemiddelde leeftijd:14 jaar Samenstelling jongens/meisjes:14 Meisjes en 12 Jongens Motorisch gebied: De leerlingen zijn over het algemeen zeer vaardig. 80 procent van de leerlingen presteert voldoende qua lenigheid, kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. De verschillen tussen de meiden en de jongens liggen niet heel ver uit elkaar. Cognitief gebied: Op dit gebied zijn de leerlingen al best ver. Ze pakken bijvoorbeeld een heel nieuw spel snel op. Ook zijn ze bij oefeningen vaak op zoek naar nieuwe uitdagingen. Ze vinden het nog wel lastig om direct gestuurde aanwijzingen om te zetten naar hun zelf. Sociaal- affectief gebied: Opvallend bij deze klas is dat de leerlingen elkaar veel coachen, er zijn geen groepjes, maar er is 1 grote groep. Daardoor luisteren ze goed naar elkaar en helpen ze elkaar wanneer iets niet lukt.

Klas A2C van Marcel Mràz


De groepsgrootte:14 leerlingen maximaal De gemiddelde leeftijd:13 jaar Samenstelling jongens/meisjes:8 meiden en 6 jongens Motorisch gebied: De leerlingen zijn over het algemeen iets minder aardig. 60 procent presteert voldoende qua lenigheid, kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. Bij een groot deel moet eerst goed worden geoefend voor er door kan worden gegaan naar een volgende oefening. De oefeningen worden wel uitgevoerd, maar niet altijd op de goede manier. Cognitief gebied: Over het algemeen zijn de leerlingen in staat te begrijpen waarom bepaalde oefeningen worden gegeven voor de uiteindelijke vorm. Bij deze groep is sterk te zien dat ze begeleiding nodig hebben bij het hulpverlenen. Zelf dit bedenken gaat bij deze groep soms wat lastig. Nieuwe spellen worden matig snel begrepen, maar als het eenmaal is begrepen dan kunnen ze er verder goed mee bezig. Sociaal- affectief gebied: Groepjes vorming is bij deze groep een beetje aan de orde. Vaak zie je ook aan de ene kant van de bank de jongens zitten en aan de andere kant de meiden. Ze luisteren goed naar elkaar en vertrouwen elkaar bij het hulpverlenen. Ook wordt er geholpen of tips gegeven aan elkaar bij lastige vormen.

Klas A2B van Akkie Visser


De groepsgrootte:21 leerlingen maximaal De gemiddelde leeftijd:13 jaar Samenstelling jongens/meisjes:9 Meisjes en 12 Jongens Motorisch gebied: Op dit gebied zitten er grote verschillen in deze klas. 60 procent van de leerlingen presteert voldoende qua lenigheid, kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. De rest vind het lastig om hierin mee te komen. Bij deze klas heeft dat ook te maken met de leeftijd en grootte van sommige leerlingen. Dit ligt soms namelijk best ver uit elkaar. Cognitief gebied: Op dit gebied kunnen de leerlingen goed meekomen, ze luisteren goed en aandachtig naar de opdracht en naar elkaar, en er wordt veel geholpen in de groep. Een aantal leerlingen steken erbovenuit als het goed om de opdracht snel begrijpen. Sociaal- affectief gebied: Hier zitten opnieuw grote verschillen in de groep. Er wordt namelijk goed met anderen rekening gehouden, maar een paar (jongens vooral) geven anderen geen complimenten en kraken elkaar af. Bij de meiden is het juist hier heel opvallend dat ze elkaar vaak vertellen dat ze het goed doen. Voor de rest is dit een erg rustige klas, die graag zelfstandig te werk gaan.

Lesvoorbereidingen

School: Vincent van Gogh

Klas: 2 gymnasium

Aantal leerlingen: 14

Les BO/VO

Datum: 17-03-2015

Tijd: 12:30

Naam lesgever: Marc Renardel

Naam en paraaf coach:

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.):

De leerlingen kunnen zwaaien in de ringen en de leerlingen kunnen zich uit de ringen laten vallen.

De leerlingen kennen het principe het dode punt al en dit kan ik als herhaling vragen.

Welk materiaal ga ik gebruiken:

- Kleine matjes- Ringen- Grote matten

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

Ik wil dat minimaal 60 procent van de leerlingen een hol bol beweging uit voeren en dit resulteerd in afgolven . Het andere deel kan achteruit de ringen landen zonder hulp van hulpverleners.

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten:

Organisatie (tekening en accenten):

5 min

Kruiwaag lopen.

Leerlingen maken groepjes van twee. De ene leerling pakt de ander bij de benen en tilt die wat omhoog. De ander steunt op de armen en zo lopen ze heen en weer.

- Staand persoon pakt de andere leerlingen bij de enkels.

- Liggend persoon steunt op de handen.

Veiligheid: Tempo van de leerlingen die op de grond steunt.

30 min

Afgolven:

We beginnen met inzwaaien. Hierbij mogen de leerlingen allemaal 1x vier keer vooruit en vier keer achteruit zwaaien.

Vervolgens zet ik twee hulpverleners aan beide zijkanten van de grote mat neer. De leerlingen moeten zich laten vallen op het dode punt en de hulpverleners vangen af door middel van de sandwichgreep.

Hierbij houden de leerlingen de armen gestrekt en de bij het landen door de knieën.

Voor dat ze zich laten vallen achterop de mat hebben ze in vier keer heen en weer hoogte gemaakt en bij de vijfde keer achteruit laat je je vallen.

Vervolgens gaan we in stand het afgolven oefen. Hierbij gaat een leerlingen tussen de ringen staan en maak een hol bol beweging en land vervolgens op twee voeten.

We breiden het uit naar dit in een voorzwaai te oefenen. Hierbij landen ze op de grote mat.

Rond deze tijd zal de les ook al afgelopen zijn.

Achter eruit springen:

- Dode punt- Door de knieen bij het

landen- Armen gestrekt houden- Sandwichgreep

hulpverleners.

Aandachtspunt voeten:

- Één, twee. (oftewel ta-dam)

Aandachtspunten:

- Gestrekte armen- Hol-bol beweging. - Twee hulpverleners aan

beide kanten die sandwich greep toepassen.

School: Les BO/VO Naam lesgever: Marc Renardel de Lavalette

Klas: 2 gymnasium

Aantal leerlingen:

Datum: 04-03-15

Tijd: 12:10- 12:45



Leerlingen kennen de ringen al en hebben al een keer ringzwaaien gehad.


- Ringen- Matjes- Grote

matten


Dit is de eerste les van een drie lessen reeks waarin we afgolven en draaien in de ringen leren. In de eerste les wil ik de leerlingen het draaien leren en vervolgens het afvolgen oefenen.

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen:

Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten:


3 min

Korte warming up waarin we rondjes rennen in de zaal. Hierbij geef ik aan wat de leerlingen moeten doen. Als ik fluit dan moeten de leerlingen hun armen vooruit zwaaien in huppelpas. Bij twee keer fluiten dan moeten de leerlingen de armen achteruit zwaaien. Bij 3keer fluiten moeten de leerlingen een push-up uitvoeren.

Na de warming up gaan we de les beginnen en

Hierbij heb ik geen specifieke aanwijzingen. Dat de leerlingen de gegeven opdracht goed uitvoeren.

Aandachtspunten:

15min

15min

gaan we ringzwaaien. Hierbij starten we door de groep te verdelen. Elke leerlingen gaat drie keer heen en weer zwaaien. Hierbij is het belangrijk dat we letten op de passen. Dat er snelheid word gemaakt en dat er hoogte ontstaat.

Drie keer op snelheid heen en weer zwaaien mogen de leerlingen afvegen me de voeten tot ze stil zijn.

Nadat de leerlingen dit goed hebben uitgevoerd gaan we kijken of de het draaien kunnen toepassen. De leerlingen komen eerst op snelheid en hoogte om vervolgen te draaien op het dode punt. Ze draaien in en ze draaien uit. Vervolgens zullen ze afvegen met de voeten.

(PLAATJE)

- Korte harden afzet. - Hol bol actie.- Benen omhoog zwaaien. - Armen gestrekt houden

Puntje veiligheid: Er staan altijd twee hulpverleners klaar aan de zijkant.

(PLAATJE)

Aandachtspunten

- Indraaien op het dode punt.

- Na het draaien zet je weer af.

- Vervolgens draai je weer uit

- Vooral opletten op het indraaien en uitdraaien via de tenen en niet via de heup.

Is het te lastig dan doen ze het op minder hoogte en snelheid en draai je overdreven in.


Klas: Gymnasium 2

Les BO/VO

Datum: 25-03-2015

Naam lesgever: Marc Renardel de Lavalette


Aantal leerlingen: 14 Tijd: 12:10


Leerlingen hebben in de afgelopen twee lessen kennis gemaakt met halve draai en afgolven. Vorige les uit stand en uit de ringen geoefend. Leerlingen kennen de principes van afgolven en weten hoe ze moeten hulpverlenen. (HERHALEN)


- Kasten- Matjes- Grote

matten- Trapeze- Ringen- Pylon


Aan het einde van de les wil ik dat elke leerlingen minsten 1x goed afgegolft van de trapeze over een lijntje heen. Dit mag vanaf de kast of via de trampoline.




Warming up:

Leerlingen door de zaal laten rennen zo dat ze warm

5min

worden. Op het teken van de leraar laat je ze oefeningen doen. Deze leg je van te voren uit. (knie heffen, armen vooruit zwaaien, armen achteruit zwaaien, hakke billen etc.)

Vervolgens even rekken in een kringetje. Hamstrings, liezen. Zelf voorbeeld geven en meedoen bij rekken!

Vervolgens zetten we de leerlingen op de lijn neer van groot naar klein. Hiervoor hebben ze 20 seconden. De grootste leerling stapt naar voren en daarop stellen we de ringen in.

We zetten twee a drie situaties neer. Aan de ringen worden een trapeze bevestigd.

We beginnen even heel simpel door inspringen in de trampoline. Dit doen we door middel van een streksprong.

Ze beginnen op de trampoline en dit doet iedereen 1x.

Vervolgens doen we dit met aanloop. Het is belangrijk dat we diep in de trampoline springen.

Iedereen springt met een aanloopje in de trampoline. Dit doen we 2x.

We houden de streksprong aan.

Tip 1:

Voor alle sprongen geldt dat de afzet in de minitramp goed moet zijn: fel en actief. Dan word je sprong pas echt mooi en hoog! Dus spring ruim aan naar de minitramp, 'schop' je voeten naar voren en zwaai je armen mee omhoog.

Tip 2:

Kijk recht vooruit en niet naar de plek waar je gaat landen. Als je dit wel doet, buig je met je hoofd naar voren, waardoor naar voren kunt duikelen. Recht vooruit kijken dus.

Tip 3:

Belangrijk tijdens de landing is dat je op je voorvoeten landt en door ietsjes door je knieën buigt om je gewicht op te vangen. Strek je daarna helemaal uit.

Streksprong

Je bent bij een streksprong helemaal gestrekt.

Belangrijke punten:

BELANGRIJK: als de leerlingen er te vroeg inspringen bij de trampoline of te laat, zet een pylon neer waar ze er wel in moeten springen.

- zwaai je armen recht omhoog tot net voor je oren

- span je lichaam goed aan als je in de lucht bent

- benen bij elkaar houden!

Tijd:

Activiteiten leerkracht en leerlingen:



Stap 1:Als dit allemaal goed eruit ziet kunnen we de trapeze gaan gebruiken. De trapeze hangt stil op dit moment en we springen er naar toe en raken hem aan.

Stap 2: Nu gaan we zwaaien. We springen in de trampoline pakken de rekstok en zwaaien de benen omhoog en springen af.

Stap 3: trampoline verder weg zetten en felle been inzet.

Stap 4: plaats een koord tussen de matten zodat ze hun benen opzwaaien en hierdoor mooi afgolven.

Stap 5: Als dit goed gaat kan je er een wedstrijdje van maken welk team de meeste keren achter elkaar kan springen zonder dat ze de trapeze missen of een extra moment overslaat.

Belangrijk is dat de leerling die afspringt een LICHT zetje

- Gezicht naar de trapeze- 1 voet afzetten en 2

voeten inspringen.- Gestrekt lichaam- Aanspannen

- Armen gestrekt houden.

- Denk aan hol bol.

Technische aandachtspuntje aanlopen:

Als de trapeze op zijn hoogste is begin je me aanlopen!

VEILIGHEID:

Er staat altijd een hulpverlener op de mat. Die vangt af door middel van de sandwich greep. Na het afvangen sluit je achteraan en de gene die heeft gesprongen vangt af.

(stel de veiligheid vragen aan de leerlingen, vraag ook naar de principes!)

geeft aan de trapeze.

School:

Klas: AC3


Les BO/VO

Datum: 04-03-15

Tijd: 13:10 – 13:50




De leerlingen kunnen in de ringen komen en hoogte maken. Vervolgens kunnen ze ook afspringen maar hoogste waarschijnlijk niet op de juiste manier nog.


- Ringen- Matjes- Grote mat


Reeks van drie lessen waarin we het afgolven leren. Ik wil de leerlingen na drie lessen een voldoende kunnen toekennen op het afgolven.

Hierin kan 75% van de leerlingen afgolven en op twee voeten landen.



5min

Korte warming up waarin we rondjes rennen in de zaal. Hierbij geef ik aan wat de leerlingen moeten doen. Als ik fluit dan moeten de leerlingen hun armen vooruit zwaaien in huppelpas. Bij twee keer fluiten dan moeten de leerlingen de armen achteruit zwaaien. Bij 3keer fluiten moeten de leerlingen een push-up uitvoeren.

Het juist uitvoeren van de oefening. Dit gebeurd in de hele zaal.




20min

20 min

De leerlingen gaan we het afgolven aanleren. Hierbij is het belangrijk dat weer eerst even warm worden in de ringen zelf. Hierbij gaan we alle leerlingen twee keer laten zwaaien. Hierbij is het belangrijk dat de Hol-bol actie naar voren komt en hoogte in het de ringen.

Vervolgens vegen ze af met de voeten zodat ze weer stil komen te staan.

Nadat de leerlingen weer kennis hebben gemaakt met de ringen gaan we door naar het afgolven. Ook elke leerlingen mogen dit 2 a 3x doen.

Bij het afspringen kijken we naar de veiligheid en naar de technieken van de leerlingen. Hierbij kan ik en de mede leraren aanwijzingen geven. Dit doen we in twee of 3 groepen afhankelijk van de beschikbaarheid in de zaal.

- Hoogte maken doormiddel van de hol bol actie.

- Harde afzet - Armen gestrekt

houden

Aandachtpunten

- Gestrekte armen- Benen omhoog

gooien alsof je over een muur heen moet.

- Essentie is de impulsoverdracht

-Veiligheid: Er staan twee leerlingen bij de grote mat die als ze persoon afspringt met een sandwichgreep de leerling vast houden bij het afspringen.

Ik geef zelf een voorbeeld waarin ik daarna de leerlingen bekijk hoe zij het doen en hier en daar aanwijzingen kan geven.


Klas: 1 TTO


Les BO/VO

Datum:

Tijd: 09:20 – 10:20




De leerlingen kunnen al springen in een trampoline. Hierdoor maken ze in ieder geval een beetje hoogte en komen ze vooruit. Misschien kennen ze al de namen: streksprong, hurksprong en spreidsprong.


- Grote matten- Pionnetjes- Kleine matten- Trampoline


Aan het einde van de les wil ik dat elke leerling een streksprong kan! De andere sprongen mogen voor 70% goed uitgevoerd worden. Belangrijkste is dat het goed word uitgevoerd.

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of


accenten:

5 min

Warming up:

Simpele warming up waarin de leerlingen rondjes gaan rennen door de zaal. Op het teken van de leraar voeren ze aangegeven oefeningen uit.

Dit kan zijn: knie heffen, hakke billen, zijwaarts, huppelen, hoog huppelen.

Vervolgens gaan we rekken en strekken. (denk hieraan de opbouw van Steven bij atletiek)

Actief meedoen van de leerlingen




30 minuten

Streksprong:

Begin simpel! Afhankelijk van de materialen leg je 2 of 3 grote matten neer met daarvoor een trampoline die wijst naar de mat.

Elke leerling laat je op en trampoline plaatsnemen en die springt omhoog en zet zich af naar voren. Denk hierbij aan de aandachtspunten hiernaast!

Na twee keer springen draaien we de trampoline om en gaan we dit proberen met een aanloop. Hierbij laat je dit iedereen een keer doen en kijk je hoe erin de trampoline word gesprongen. Als je ziet dat ze er fout in springen kan je uitleg geven( 1 voet in, twee voeten eruit).

Zet een pion neer vanaf waar de leerlingen vanaf moeten in springen.

Zie je dat het gemakkelijk loopt dan kan je ze met meer snelheid laten aanlopen. Laat ze dit allemaal stuk of 5 a 6 x doen.

Tip 1:

Voor alle sprongen geldt dat de afzet in de minitramp goed moet zijn: fel en actief. Dan word je sprong pas echt mooi en hoog! Dus spring ruim aan naar de minitramp, 'schop' je voeten naar voren en zwaai je armen mee omhoog.

Tip 2:

Kijk recht vooruit en niet naar de plek waar je gaat landen. Als je dit wel doet, buig je met je hoofd naar voren, waardoor naar voren kunt duikelen. Recht vooruit kijken dus.

Tip 3:

Belangrijk tijdens de landing is dat je op je voorvoeten landt en door ietsjes door je knieën buigt om je gewicht op te vangen. Strek je daarna helemaal uit.

Streksprong

Je bent bij een streksprong helemaal gestrekt.

Belangrijke punten:

- zwaai je armen recht omhoog tot net voor je oren

- span je lichaam goed aan als je in de lucht bent

- benen bij elkaar houden!

30 min

Hierna pak je de spreidsprong en hurksprong erbij.

Nadat je alles hebt behandeld kan je de drie situaties behouden en ze indelen makkelijk, moeilijk, gevorded of laat ze een keuze maken welke ze zelf leuk vinden en die oefenen.

Bij de spreidsprong moet je niet uitgaan van dat de leerlingen dit zomaar goed kunnen. Ze mogen de benen uit elkaar doen en hoeven niet gelijk met de armen hun tegen aanraken.

Leerlingen eerst springen en benen licht naar buiten. Per sprong kan je aangeven dat het breder kan. Wees hier niet streng.

Probeer individuele tips te geven en als je een groepsprobleem opmerkt leg je het even stil.

Veiligheid: elke keer staat ere en hulpverlener op de mat, die vangt af d.m.v, de sandwich greep. De gene die heeft afgevangen loopt door en de gene die sprong vangt af. Dit wisselt zo door.

ER IS ALTIJD 1 HULPVERLENER. WAARBORG DE VEILIGHEID.

Bewegingsprobleem: geen hoogte- laat ze er hoog inspringen.

Te ver naar voren: maak je groot en spring hoog in de trampoline.

Spreidsprong

De benen gaan tijdens het zweven in de lucht uit elkaar en weer bij elkaar . De armen zijn naast haar oren.

Je mag ook je armen iets spreiden bij de spreidsprong, je moet maar denken aan een X of aan een schaar die geopend is.

Belangrijke punten:

- Zwaai je armen recht omhoog tot net voor je oren

- Als je in de trampoline hebt gesprongen moet je je helemaal lang maken

- Op het hoogste punt spreid je je benen snel en zo ver mogelijk

- Houdt je benen en tenen gestrekt.

Hurksprong

Bij de hurksprong hurk je je benen op het hoogste punt in de lucht, daarna maak je je benen weer lang.

Belangrijke punten:

- Zwaai je armen recht omhoog tot net voor je oren.

- Maak je na de afzet eerst helemaal lang.

- Op het hoogste punt trek je snel je knieen naar je borst. Je armen gaan om je knieen heen, maar hou je benen niet

vast! Want daarna moet je snel weer uitstrekken.

- Je mag je armen ook naast je benen plaatsen en daarna uitstrekken.

15 min

EINDSPEL:

Voordat het eindspel begint laat je de leerlingen op de bank plaatsnemen. Je wijst een tal van leerlingen aan die wat mogen opruimen. Pas laten opruimen wanneer JIJ het zegt.

Vervolgens kies je een aantal leerlingen die je het eindspel laat opbouwen. De rest houdt plaats op de bank

Er staan in elke hoek 3 matjes. Is er geen hoek dan kan je kast gebruiken. De leerlingen worden verdeeld en per 3 matjes zijn 2 a 3 keepers. Word jouw matje geraakt dan ga je naar de bank en komt er een nieuwe speler in. (HET MATJE KAN NIET GERAAKT WORDEN ALS ER NIEMAND STAAT)

Gebruik een stuk of 4 ballen en laat ze snel doordraaien. Leerlingen die langer dan 5 minuten staan laat je ook doordraaien.

Differentiatie: Na een tijdje verveelt dit en kan je bijv. een geraakt matje gaat weg.

Denk aan samenwerking met je mede keeper.

Veiligheid: goed opletten als je het veld uitrent en het veld in rent.

Lesgeefontwikkelingsplan

Begin situatie lesgeefdoelen

In de tweede periode is er stage gelopen op een basisschool. Voor het tweede blok had ik ook doelen opgesteld om die te realiseren. Voor elke les had ik een formulier opgesteld waarin de doelen werden beschreven. Vervolgens gaf ik dit aan een observant die hierop feedback kon geven en of ik mij zelf ook specifiek richtte op de doelen. Dit waren meerdere doelen terwijl ik me in blok 1.3 juist op drie doelen had gefocust.

De doelen in blok 1.2 waren als volgt opgesteld:

- Ik wil de regels hanteren die we hebben afgesproken met de studieteams -Ik wil op een makkelijke en duidelijke naar voren brengen wat we gaan doen in de les -Ik moet me meer richten op de groep dan op het individu -Ik wil de les controleren. Geen achterblijvende kinderen die niet weten wat ze moeten doen of nog aan het ouwehoeren zijn

De doelen die ik heb gesteld voor blok 1.3:

- Een duidelijke en snelle instructie kun/kan hanteren. Dit resulteerd in een duidelijke en simpele vorm van informatie overdracht van leraar naar leerling. Maakt hierbij ook gebruik van de leerlingen voor de organisatie. Als leraar weet ik wat ik wil zeggen en dit is terug te zien in de lesvoorbereiding.

- De leraar laat duidelijk merken dat er plezier is, kan complimenteren en dit tevens ook verbaal en non-verbaal kan uiten.

- Uit de comfort-zone. Ik ben goed in het geven van bal sporten. Hierbij kan je denken aan hockey en voetbal. Dit blok zou ik graag er buiten willen treden door bijv. Turnen, dansen en atletiek tegeven.

In de eerste les van blok 1.3 merkte ik gelijk al dat dit twee punten zijn waar ik me in wou verbeteren. In de gegeven feedback is dit dan ook terug te lezen. Om deze doelen te verbeteren en te realiseren heb ik in de gegeven les zo af en toe de doelen laten invullen door de stagecoach of door mijn stagebuddy. Ook heb ik een tabel gemaakt waarin ik de doelen onder verdeel in deel-onderwerpen en deze per les laten invullen door de stage coach. Zo kan ik zien of er vooruitgang is geboekt of ik misschien wel achteruit ga.

Observatie formulier

Gymnasium klas 1, les 1

De tabel hieronder bevat de scores die het volgende beteken:

Tabel1. Nooit Slecht Onvoldoende2. Zelden Matig Zwak3. Soms Voldoende Matig4. Regelmatig Goed Voldoende5. Vaak Zeer goed Goed

Formulier

Waardering 1 tot en met 5 1 2 3 4 5Communicatie

- Intonatie stemgebruik X- Non verbale houding X- Complimenteren X- Individuele aanspreekbaarheid X

Lesgeven- Duidelijke en korte instructie X - Praatje, plaatje, daadje X- Gebruikt leerlingen voor de organisatie X- Speelt in op onverwachte situaties X- Differentiert X

Gymnasium klas 1, les 2

Formulier



Lesgeven- Duidelijke en korte instructie X- Praatje, plaatje, daadje X- Gebruikt leerlingen voor de organisatie X- Speelt in op onverwachte situaties X- Differentiert X

Havo klas 3, les 1

Formulier



Lesgeven- Duidelijke en korte instructie X - Praatje, plaatje, daadje X- Gebruikt leerlingen voor de organisatie X- Speelt in op onverwachte situaties X- Differentiert X

Persoonlijke evaluaties van de lessen

In periode 1.3 is er tijdens de stage mij een klas toegewezen waarin ik een lessenreeks van drie moest voorbereiden. De voor te bereiden lessenreeks ging over het onderwerp turnen waarin ringzwaaien werd behandeld. Turnen is een vak dat buiten mijn comfort-zone gaat en hierdoor werd ik getriggerd om informatie opzoeken en op te vragen. Het turnen draaide om afgolven en de halve draai in de ringen.

Les 1

De eerste turn les van het jaar voor de gymnasium klas 2. Begon de les met een korte warming up waarin de spieren worden opgewarmd en losgeschud. Vervolgens het inzwaaien, halve draai en afsluitend korte herhaling. De klas bestaat uit 14 leerlingen waar nog over heen kwam dat er een aantal leerlingen miste in het de eerste les d.m.v. ziekte. Door het kleine schaal aan leerlingen werd het mogelijk dat elke leerlingen gemiddeld meerdere keren in de ringen hing. Dit resulteerde in vermoeide armen en al snel kwam ik op het punt dat leerlingen het saai begon te vinden en de aandacht weg sijpelde. Het gevolg hierop is weer dat er geen informatie overdracht meer is en de les automatisch niet meer liep. Ingeving op dat moment was in overleg met Justus om een PLAATJE te laten zien en vervolgens nog wat informatie te geven en dit te laten herhalen. Op deze manier vulde ik de les zodat de 35 minuten om gingen.

Choatisch puntje: Geen uitgewerkte lopdoelen meegenomen en vervolgens ook nog eens geen LVB.

Feedback

Marcel:

W-up: Evt. Les specifiek.

Ringzwaaien: - Zet banken neer. Gebruik alle ringen- Eerst de leerlingen laten ervaren vervolgens pas de theorie er achter uitleggen.+ Overzicht, controle+ Complimenten

- i.p.v. ‘’Snapt iedereen het?’’ Wanneer moet je draaien en waarom? Wat is het dode punt?- Leg de dikke mat iets verder weg. Hierdoor word het afspringen ook meer getriggerd.

+ Voorbeeld met het gezicht naar de groep. Later deed je dat wel. - Uitleg techniek, laat de leerlingen ook zelf nadenken i.p.v. alles uit te leggen. - Zet de leerlingen snel neer op een rij van groot naar klein. Bijv. Binnen 20 seconden staat

iedereen op de gele lijn van groot naar klein.

Feedback stagemaatjes

- Stel het vragender wijs i.p.v. alles zelf te vertellen. + Erg enthousiast voor de groep hierdoor probeer je de leerlingen te motiveren voor het ringzwaaien.

- Duidelijk voor jezelf hebben wat je wilt vertellen en wat je wilt behandelen. - Lesvoorbereiding van te voren desnoods sturen naar Marcel zodat je al feedback kan krijgen

ConlusieDe eerst gegeven les was een les waarin er nog enorm veel verbeter punten zijn te behalen. Ik baalde achteraf ook enorm van de les omdat ik het gevoel kreeg dat ik de leerlingen weinig plezier heb gegeven en ze niet echt iets heb kunnen leren. Op deze manier merkte ik gelijk dat ik buiten de comfort-zone was getreden en dit ook resulteerde in een minderen les dan wanner ik een Hockey les zou geven.

Les 2

Het vervolg van de lessenreeks aan de 2 Gymnasium klas waarin het onderwerp turnen wordt behandeld. Voor de tweede les heb ik heb gelijk de verbeter punten meegenomen. Dit betekend dat ik mijn lesvoorbereiding heb meegebracht, LOP-doelen en de gegeven feedback van de week ervoor is verwerkt in de lesvoorbereiding. De week ervoor had ik lesgegeven in het oude lokaal. Dit lokaal heeft een beperkte ruimte en een verouderd systeem waarin de ringen hangen. In de tweede les bevondt ik me in de nieuwe zaal waar het nieuwe materiaal in gebruik is. Dit houdt in dat de ringen automatisch kan worden versteld en het niet handmatig meer hoeft. Het handmatige verstellen van de ringen in de vorige les zorgde voor een probleem waardoor de snelheid uit de les ging.

De les werd gestart met een korte en leuke variant voor het warm worden. Kruiwagen lopen van lijn naar lijn. Wat je gelijk zag bij de keuze voor deze warming-up was het plezier dat de leerlingen eruit hielden. Er werd gelachen en er onstond interactie tussen de leerlingen en de leerkracht. Na de warming-up vervolgende we de les bij de ringen. Op dit moment paste ik gelijk de feedback van Marcel toe door ze binnen 20 seconden van klein naar groot op de lijn voor de ringen neer te zetten. Vervolgens liet ik de leerlingen een aantal keer heen en weer zwaaien waarop ik vervolgens wat technische punten herhaalde d.m.v. vragen stellen aan de leerlingen. De leerlingen begonnen met het afgolven waarbij ik rond liep en idividuele tips gaf. Na een aantal minuten legde ik de les stil, legde wat uit, gaf een plaatje en vervolgens was het de beurd aan de leerlingen om de gegeven informatie toe te passen in het zwaaien De les liep een stuk soepeler door de gegeven feedback van de vorige les die ik ook kon toepassen. Aan het einde van de les vroeg ik de leerlingen om plaats te nemen zodat er een aantal leerlingen konden worden aangewezen voor het opruimen. De rest moest wachten op de bank tot alles opgeruimd was en vervolgens ze mochten gaan.

Feedback

Marcel:

Gegeven LOP-doel:- Duidelijk en snelle les instructie hanteren. Hierdoor loopt de les vlot en zitten er nauwelijks

tot geen haperingen in. Dit betekend dat je weet wat je wilt zeggen en dat het ook voor komt uit komt uit de lesvoorbereiding. Goede vragender wijs instructie. Goed dat je niet meteen antwoorden geeft en de leerlingen laat nadenken.

- leerlingen enthousiast complimenteren en dit ook uitstralen(mimiek en gebaren).Je deelt de leerlingen complimenten uit en geeft individuele aanwijzingen. Probeer ook met je stem te varieren en ze groepsgewijs ook te complimenteren.

Cyrille:

- Waar moeten de leerlingen staan die wachten? Bijv. Geef een lijn aan waar ze achter moeten staan.

- Je hebt een hele duidelijke uitleg, maar voor jezelf wil je nog sneller, dat hoeft niet altijd. Dit uit naar de leerlingen een gehaaste indruk.

- De hulpverleners weten nu niet waar ze bij het hulpverlenen moeten opletten. Uitleggen wat ze precies moeten doen. Veilig is enorm belangrijk bij ringzwaaien.

+ Je loopt goed rond en geeft veel individuelen aanwijzingen.

Conclusie

De les is vergeleken met de eerste les al een stuk gestructureerder. Er zit een duidelijk leerdoel in en door voor jezelf het praatje goed klaar te hebben en een duidelijk plaatje kan weergeven is het een stuk gemakkelijker voor de leerlingen. Er blijven altijd verbeter punten en dat was in deze les ook duidelijk. De cruciale fout was dat je nooit je eigen mening in een negatieve zin moet uiten naar de leerlingen. Dat over komt je één keer en nooit weer.

Les 3

Dit was de laatste les voor de toetsing waarbij de leerlingen het afgolven weer werd herhaald en dit keer werd dat mogelijk gemaakt d.m.v. een trapeze. Helaas was ik deze les afwezig i.v.m. ziekte. Werd dinsdag middag al ziek na Judo en dat uitte vervolgens in voedselvergifteging. De les is gegeven door Justus en het is nutteloos voor mij om deze feedback voor mezelf te verwerken. De lesvoorbereiding is door mezelf gemaakt en doorgestuurd naar Justus zodat hij wist wat er moest gebeuren. Wellicht is dit nog aangepast door Justus.

Les 4

Voor een vierde les moest ik een trampoline les voorbereiden. Deze les was op dezelfde dag als wat voor hierboven geldt.

Les 5

Een nieuwe lessenreeks werd toegekend en ook deze klas kreeg te maken met het onderwerp turnen waarin de ringen werden behandeld. De deelonderwerpen afgolven en vouwhang zou aangeleerd worden in drie lessen. In de eerste les wordt het afgolven behandeld. Voor wat ik heb gebruikt voor het Gymnasium klas kan ik nu ook toepassen op de havo 3 klas. Vanwege het feit dat de klas uit 24 leerlingen bestaat en de klas een blokuur heeft, deelden we de klas in twee waarin ik een les ringen geef en Justus ondertussen de andere helft van de klas basketbal geeft. Doordat ik een les van 12 leerlingen tot me beschikking kreeg had ik gemakkelijk overzicht. Korte warming-up waarin de leerlingen rondjes renden door de zaal en op mijn teken oefeningen uitvoerden. Deze oefeningen waar gericht op het warm worden van de armen spieren en de beenspieren. Gevolgd door meerdere malen in de ringen heen en weer te zwaaien kwam ik op het punt dat het afgolven werd toepgepast. Eerst liet ik het de leerlingen ervaren, uitleg en een plaatje. Van te voren benadrukt dat de veiligheid voorop staat en dat het belangrijk is dat de hulpverleners hun taak uitvoeren zoals dat hoort en er niet gekloot wordt. Ik liep rond en gaf individuele aanwijzingen. Legde het nog een keer stil om wat te vragen over de techniek waarna de leerlingen nog een aantal keer afgolfden Na 35 minuten wisselden de opgesplitste groepen en herhaalde ik wat er bij de eerste groep plaats vond.

Feedback

Marcel:

Gegeven LOP-doel:- Duidelijk en snelle les instructie hanteren. Hierdoor loopt de les vlot en zitten er nauwelijks

tot geen haperingen in. Dit betekend dat je weet wat je wilt zeggen en dat het ook voor komt uit komt uit de lesvoorbereiding

+ Duidelijk in wat je wil zeggen en dit resulteerd in organisatie en een duidelijk opbouw. + Goed gebruik gemaakt van de leerlingen die in de wacht staan door ze te laten hulp verlenen.

- leerlingen enthousiast complimenteren en dit ook uitstralen(mimiek en gebaren).Je hebt een harde stem, gebruik dit ook om de groep te complimenteren en niet alleen individueel. Verder was de uitstraling goed!

- Zorg ervoor dat de veiligheid altijd word gewaarborgd. - Het wisselsysteem duidelijk aangeven en uitleggen. Zorg ervoor dat dit ook met Justus goed

overlegd is zodat er geen chaos ontstaat wanneer er word gezegt dat er gewisseld moet worden.

Conclusie

Eerste les gegeven aan een derde klas. Doordat ik al twee lessen turnen had gegeven voelde ik me al veel meer op me gemak tijdens de derde les turnen maar dan aan een andere klas. Ik kon de gegeven feedback van de vorige lessen gebruiken waardoor ik de nieuwe klas voor me gevoel ook makkelijker onder controle had gekregen.

Conclusie op LOP

Als ik kijk naar hoe ik de LOP doelen heb verbeterd kan ik aardig tevreden zijn. Helaas is er in het derde blok weinig les gegeven door gigantisch veel uitval en een keer ziekte. Hierdoor heb ik drie echte lessen kunnen geven waarin ik me LOP heb kunnen verbeteren.

Het eerste LOP doel heb ik al aardig bereikt.het lop doel luidde als volgt: Duidelijk en snelle les instructie hanteren. Hierdoor loopt de les vlot en zitten er nauwelijks tot geen haperingen in. Dit betekend dat je weet wat je wilt zeggen en dat het ook voor komt uit komt uit de lesvoorbereiding

Dit is verbeterd door de gegeven feedback van de stagecoach. Door de gegeven feedback toe te passen in de lesvoorbereiding en het opnemen van de gegeven informatie heb ik in les twee en drie al een georganiseerdere les neergezet. Hierin kwam naar voren dat de heldere instructie en het gebruik van vragender wijs informatie overbrengen goed is toegepast.

Het tweede LOP doel: leerlingen enthousiast complimenteren en dit ook uitstralen(mimiek en gebaren) is ook aardig volbracht.

Ik heb me in de laatste lessen zelf erg aangestuurd om positief te complimenteren. Dit vertaal ik ook naar plezier en motivatie voor de leerlingen. In de eerste les kwam naar voren dat dit onvoldoende was. In les twee en drie is dat al een stuk verbeterd. Ik betrap mezelf er nog wel eens op dat het niet altijd overkomt als ik het meen.

Deze LOP doelen resulteren in het feit dat ik in de laatste periode een ander LOP doel er bij voeg. Dit LOP doel luidt als volgt:

- Een goede organisatie is het halve werk. Voor elke les wil ik dat de leerlingen duideijk krijgen wat de regels zijn en wat er gedaan wordt voor het opbouwen en afbouwen van het materiaal.

Dit LOP doel kwam al naar voren in de laatste lessen van blok 1.3 waarin duidelijk werd dat organisatie enorm belangrijk is. Deze drie LOP doelen wil ik uitwerken door middel van elke les een formulier te laten invullen waarop vragen staan vermeld die inzicht geven over het LOP doel. Dit laat ik invullen door de leraar en een stagebuddy. Aan het einde van blok 1.4 heb ik genoeg inzicht gekregen over het feit of ik wel of niet me LOP doelen heb behaald.

Teamevaluatie

Als team hebben we gekeken naar hoe we hebben gehandeld in het derde blok voor onze stage. Hierbij kijken we naar de afspraken tussen ons drieën, de lesvoorbereidingen en het contact met de school.Per week kregen we vaak te horen wat we voor de volgende week moesten voorbereiden qua lesvoorbereidingen. De ene keer kregen we te horen dat we een lessenreeks van drie lessen moesten maken en de andere keer was het één les waarin we bijvoorbeeld enkel een spel moesten geven. Bij de lessenreeks ging het er voornamelijk om, om een goede methodische opbouw te maken.Als we een lessenreeks toegewezen kregen, overlegden we binnen het team wie die reeks zou aanbieden. Vaak had iedereen wel een duidelijk keuze, en gunden we elkaar allemaal zijn/haar les. Je maakte zelf de toegewezen lesvoorbereiding. Voor elke stagedag was het de bedoeling dat je je les op Dropbox had geplaatst zodat de anderen feedback konden geven. Zo had iedereen de mogelijkheid om lessen te wijzigen, en vroegtijdig opmerkingen te geven.De lesvoorbereiding nam je mee naar stage zodat de docent er naar kon kijken en na afloop van de les feedback kon geven. De eerste paar lessen hadden we dit niet gedaan omdat er ook niet naar werd gevraagd. Pas bij de derde week namen we onze lesvoorbereidingen mee. Dit is zeker een verbeterpunt. Na elke les evalueerde we samen met de docent hoe de les ging en wat er beter kon. Hierbij hadden je stage partners enkele feedbackpunten opgeschreven. Deze punten gebruikten we voor de volgende lessen.De communicatie binnen het team ging vaak via Whatsapp en zo nodig op school. In tussenuren op maandag en dinsdag werkten we vaak aan de lesvoorbereiding van woensdag. De informatie voor een les haalden we bijna altijd van eigen ervaring / internet. Soms gebruikten we de kennis van medestudenten die de sport beoefenen of die training in geven. Af en toe hebben we een les gehad waarin we allemaal geen ervaring hadden. Voor die lessen hadden we vaak met z’n drieën overlegt wat voor een oefeningen we konden geven.Elke ochtend voor het lesgeven aan zitten we bij elkaar in de koffiekamer en bespreken we vaak nog even de dag door.De communicatie tussen ons en de leraren verliep goed. Op de stagedag kregen we na afloop te horen wat we de week erop gaan doen. Ook tijdens de lessen bespraken de gene die aan de kant zaten hoe de les verliep van de lesgever, met enkele verbeterpunten. Zo waren we constant bezig met feedback verwerken en het observeren van elkaar. We konden altijd onze lesvoorbereidingen en vragen sturen naar de docenten

BEOORDELINGSFORMULIER - ALO - kerntaak 1 - blok 1.3

Vaardigheidstoets: assessment

Datum:13-05-15 1e kans - 2e kans klas student:!C

Naam + handtekening assessor 1 / assessor 2:

Naam student:

Marc Renardel de Lavalette

Cijfer student:

In blok 1.3 ga je op basis van de eerste gegeven lessen een Lesgeef Ontwikkelingsplan (LOP) maken. Dit doe je op basis van een nulmeting. Deze nulmeting bevat onder andere een videoanalyse, feedback van je stagecoach en medestudent(en). Dit helpt je een goed idee te krijgen welk docentgedrag jij laat zien en waar je jezelf kunt ontwikkelen.

Bero

epst

aak

Het o

ntw

erpe

n va

n sp

ortp

rogr

amm

a's

Leeruitkomst 1De sportleraar in de BOS driehoek demonstreert dat hij op doelbewuste, adequate en gemotiveerde wijze effectieve lessen ontwerpt gericht op motorisch leren binnen een veilig leerklimaat in het voortgezet onderwijs (en de sport).

Criteria - De sportleraar:

a) Brengt het bewegingsniveau van de leerlingen in kaart (beginsituatie);b) Ontwerpt op basis van deze analyse interactieve werkvormen voor leerlingen (beginsituatie –

lesdoel – activiteiten);c) Afspraken omtrent organisatie en instructie komen terug in de lesvoorbereiding;d) Ontwerpt op basis van deze analyse gevarieerde bewegingssituaties voor leerlingen;e) Verwerkt evaluatie en feedback van eerdere lessen toe in het ontwerp.

Opmerkingen:

a) Dit is goed te zien op de eerste pagina’s van de het verslag.b) Aardig. Kan nog verbeterd worden! c) In de meeste LVB’s heb ik neergezet wat de instructie is en de organisatie vand de lesd) Ja, heb informatie gehaald voor de onderwerpen van ervaren leraren en internet

e) Heb ik toegepast alleen niet altijd genoteerd

http://www.hanze.nl/home/

Aantal punten (maximaal 20):

15

Bero

epst

aak

Het u

itvoe

ren

van

spor

tpro

gram

ma'

s

Leeruitkomst 2:De sportleraar in de BOS driehoek onderzoekt hoe hij op doelbewuste, adequate en gemotiveerde wijze effectieve lessen uitvoert gericht op motorisch leren binnen een veilig leerklimaat in het voortgezet onderwijs (en de sport).


a) Is in communicatie en omgangsvormen een voorbeeld voor zijn leerlingen;b) Legt de bedoeling van de leersituatie uit op het niveau van de leerlingen;c) Neemt maatregelen om leersituaties vlot en veilig te laten verlopen;d) Hanteert in de lessen methodische opbouw en vuistregels; e) Maakt en staat in contact met de leerlingen.

Opmerkingen:

a) Stel me op als een leraar en praat er ook naar. b) Ja, ik geef vaak een praatje,plaatje,daadje waarin ik woorden op niveau toepasc) Ja, ik heb erg gelet op de veiligheid rondom het ringzwaaiend) De methodische opbouw is gericht op lessen die wij zelf hebben aangeleerd tijdens

turnene) Sociaal kan ik makkelijk met de leerlingen omgaan.

Aantal punten (maximaal 20): 15

Bero

epst

aak

Het b

egel

eide

n va

n gr

oepe

n en

indi

vidu

en

Leeruitkomst 3:

De sportleraar in de BOS driehoek onderzoekt hoe hij op doelbewuste, adequate en gemotiveerde wijze leerlingen aanspreekt op gedrag en begeleidt in het motorisch leerproces binnen de lessen in het voortgezet onderwijs (en de sport).


a) Ondersteunt en beveiligt het oefenen van leerlingen, gericht op motorisch leren, door het geven van aanwijzingen en/of het aanleggen van passende hulpverleningstechnieken;

b) Demonstreert de mogelijke uitvoeringswijzen in bewegingssituaties op een aan de leerlingen aangepast niveau (differentiatie).

c) Stuurt in bewegingssituaties op leren en leerrendement.

Opmerkingen:

a) Ja, ik heb ze technieken aangeleerd en hierbij ook hulpverleningstechnieken.b) Ik laat altijd een plaatje zien. In de eerste les deed ik dat ook alleen de verkeerde kant

opc) Wat minder. Geef individueel veel aanwijzingen maar probeer er ook plezier uit te halen


16

Bero

epst

aak

Het e

valu

eren

van

spor

tpro

gram

ma’

s

Leeruitkomst 4:

De sportleraar in de BOS driehoek demonstreert dat hij op doelbewuste, adequate en gemotiveerde wijze effectieve lessen evalueert gericht op motorisch leren binnen een veilig leerklimaat in het voortgezet onderwijs (en de sport).


a) Stelt op basis van evaluaties lesdoelen en/of LOP-doelen bij;b) Trekt conclusies na observaties en evaluaties en bespreekt deze zo nodig met (aanstaande)

collega’s en leerlingen;c) Laat zien met observatie- en evaluatie instrumenten te kunnen werken; d) Stelt op basis van observaties, evaluaties en reflecties zijn handelen in de les, waar nodig, bij.

Opmerkingen:

A) Aan het einde van LOP heb ik een extra LOP doel toegevoegt. Rest is het zelfde

geblevenB) Dit heb ik minder gedaan dan zou moeten. Heb wel veel besproken maar niet alles

genoteerd.C) Ja, heb dit via een simpel formulier gedaan. Had dit ook uitgebreider kunnen doenD) Ja, heb de les meerdere keren aangepast naar aanleiding van de gegeven feedback


28

Beoo

rdel

ing

LOP / lesgeefdoelen:

1) Duidelijk en snelle les instructie hanteren. Hierdoor loopt de les vlot en zitten er nauwelijks tot geen haperingen in. Dit betekend dat je weet wat je wilt zeggen en dat het ook voor komt uit komt uit de lesvoorbereiding

2) : leerlingen enthousiast complimenteren en dit ook uitstralen(mimiek en gebaren) is ook aardig volbracht.

3)

Feedback

Inhoudsopgave · Web viewNa elke les word de genoteerde feedback besproken. Beginsituatie...

Documents

Transcript of Inhoudsopgave · Web viewNa elke les word de genoteerde feedback besproken. Beginsituatie...