INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit...

84

Transcript of INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit...

Page 1: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal
Page 2: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

1

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord College van Bestuur blz. 2

Raad van Toezicht blz. 5

1. Onderwijsgroep Noord

a) Organisatie blz. 9

b) Bedrijfsvoering blz. 13

2. Stichting Onderwijsgroep Noord

a) Beleid blz. 17

b) Medewerkers blz. 17

3. Financiën:

a) Geconsolideerde jaarrekening blz. 20

b) Enkelvoudige jaarrekening blz. 23

o Resultaat en kengetallen blz. 23

o Continuiteitsparagraaf blz. 24

o Treasury blz. 28

Bijlagen

Bijlage A – Instellingsgegevens blz. 30

Bijlage B – Nevenfuncties blz. 33

Bijlage C – Afkortingen blz. 35

Jaarrekening

Page 3: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

2

VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR

Alweer een jaar voorbij. Een jaar om trots op te zijn en daarom blikken wij graag met u terug op 2016.

Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze

scholen door de inspectie van het onderwijs overal als voldoende tot goed is bestempeld. Bij het mbo

is dat nog niet overal het geval, maar er wordt hard gewerkt om ook daar verbeterplannen in de

praktijk te brengen. De positieve beoordeling door de inspectie is een geweldige beloning voor de

scholen waar hard gewerkt is aan verbetertrajecten. Maar wij zijn ambitieus en daarom zijn we er nog

niet. Op alle scholen wordt met veel inzet gewerkt aan een veilige, inspirerende leeromgeving waar

onze leerlingen tot bloei kunnen komen. Om leerlingen deze kans te bieden is het belangrijk dat wij als

werkgever ook de medewerker ruime ontwikkelkansen bieden. Een gemotiveerde leraar die

enthousiast en geïnspireerd voor de klas staat is essentieel om ook de leerling te bieden wat hij/zij

nodig heeft.

Transitie

In de transitie stappen we verder. In 2016 zijn nieuwe managementstatuten vastgesteld en zijn de

(regio)directeuren benoemd. Bij drie van de vier stichtingen zijn de plaatsingsprocedures voor de

tweede managementlaag, de afdelingsdirecteuren/adjunct-directeuren afgerond. Hierdoor was 2016

nogal een ‘technisch’ jaar, maar dat was nodig om verder te kunnen. Nu is de leidinggevende laag min

of meer in positie en kunnen de eerste stappen worden gezet richting teamvorming om team-

gecentreerd te gaan werken. Ook hierin kiezen de stichtingen hun eigen methode en tempo.

Gedurende het hele jaar hebben we ons laten inspireren door interessante sprekers en workshops.

Sharda Nandram, Jasmijn Kester en Ben van der Hilst inspireerden een grote groep collega’s tijdens

een warme, zonnige dag in juni. Ben van der Hilst heeft ons op weg geholpen met teamvorming en

blijft een aantal van onze scholen hier voorlopig in ondersteunen. Het symposium op de Dag van de

Leraar was een groot succes, de hele zaal luisterde ademloos naar Claire Boonstra en ging daarna

aan het werk in diverse workshops. Alexander Minnaert heeft zijn kennis en ervaring gedeeld met

betrekking tot motivatie in teams door het benutten en inzetten van talenten. En ook binnen de

stichtingen zijn mooie studiedagen georganiseerd door en voor collega’s. Als bestuur spreken we een

aantal keren per jaar met Adriaan Bekman die ons helpt in onze zelfreflectie. Naast deze prachtige

bijeenkomsten met inspirerende mensen willen we ook graag benoemen dat wij vaak zeer

geïnspireerd worden door onze collegae en leerlingen. We zien prachtige dingen gebeuren binnen

onze stichtingen. Er ontstaan mooie samenwerkingen en innovatieve ideeën met durf om buiten de

gebaande paden te stappen. En dat allemaal om goed onderwijs aan onze leerlingen te geven. Wij

willen medewerkers graag aansporen hiermee verder te gaan en vooral leerlingen motiveren om

hierover mee te blijven denken.

Bestuurlijke agenda

De vier stichtingen hebben in de afgelopen jaren vele pagina’s ambities geformuleerd in

beleidsstukken zoals strategische beleidsplannen, toekomstplannen/ontwikkelplannen en

schoolplannen. Als College van Bestuur willen we graag faciliteren dat deze plannen ook

daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. Daarom hebben we een bestuurlijke agenda opgesteld. Dit is

niet meer en niet minder dan een selectie van de – volgens ons – belangrijkste thema’s die

overkoepelend zijn bij alle stichtingen en die zorgen voor het mogelijk maken van de plannen. Er zijn

vier hoofdthema’s: informatiebeleid, HRM, kwaliteit & control en Onderwijsgroep Noord in de

maatschappij. Per hoofdthema is een regiegroep benoemd die gevormd wordt door directeuren

waarbij inhoudelijke experts aanschuiven. De regiegroepen zijn net van start gegaan en zoeken nog

naar de beste werkwijze. Zij zullen voor het betreffende thema de prioritering van projecten bepalen

en de voortgang monitoren. Terugkoppeling vindt plaats in het OGN-beraad (voorheen

Page 4: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

3

concernberaad). Omdat dit zeer omvangrijk en complex is hebben we de inhoud van de bestuurlijke

agenda bijeengebracht in het Programma Instrumenten Bedrijfsvoering (werktitel) waarbij de

programmasecretaris zorgt voor ondersteuning van projectleiders en monitoring van de voortgang.

Constructie Onderwijsgroep Noord

Onderwijsgroep Noord bestaat uit vier stichtingen die door middel van een personele unie (dezelfde

personen vormen het College van Bestuur en dat geldt ook voor de Raad van Toezicht) aan elkaar

verbonden zijn. Wat delen zij nog meer behalve het bestuur en het toezicht? Dat is een vraag die in

2016 regelmatig gesteld is. De drie onderwijsinstellingen (Dollard College, rsg de Borgen en Terra)

delen ook de dienstverlening van de Ondersteunende Diensten (Stichting Onderwijsgroep Noord).

Verder kunnen de stichtingen natuurlijk met elkaar samenwerken, van en met elkaar leren en ‘best

practices’ uitwisselen. Een wederzijdse verplichting is er niet, het moet vooral toegevoegde waarde

hebben. Als bestuur hebben wij wel de ambitie om deze samenwerking zo goed mogelijk te faciliteren.

Dat doen we door bijvoorbeeld een OGN-symposium te organiseren voor alle medewerkers, zodat

collega’s van de verschillende stichtingen elkaar leren kennen en door de bestuurlijke agenda OGN-

breed uit te voeren.

Aangezien wij met zijn tweeën het College van Bestuur zijn van vier stichtingen wisselen wij

regelmatig van ‘pet’. Vergaderingen waarin besluiten genomen worden betreffen een van de

stichtingen. Als een besluit geldt voor alle vier de stichtingen, dan wordt dat besluit dus vier keer

genomen en wordt dit opgenomen in vier verschillende besluitenlijsten. In theorie zou deze constructie

een lastige situatie kunnen opleveren, denk aan belangenverstrengeling. In de praktijk hebben wij dat

nog nooit ervaren. Wij hebben nog geen besluiten hoeven nemen voor een van de stichtingen waarbij

een van de andere stichtingen benadeeld werd.

Als gevolg van onze constructie hebben wij te maken met twee cao’s, de WMS en de WOR en met

twee Codes Goed Bestuur. Omdat het aandeel van de vier stichtingen dat onder de cao mbo valt net

iets groter is, kiezen wij ervoor ons te verantwoorden volgens de branchecode goed bestuur in het

mbo. Overigens bevat de branchecode VO vergelijkbare thema’s en inzichten, dus ook hierin

herkennen wij ons. De inhoud van de code sluit aan bij de werkwijze die wij ook nastreven met onze

stichtingen. Bijvoorbeeld het voeren van de horizontale dialoog met belanghebbenden over

strategisch beleid. Zo hebben wij gesprekken met externe stakeholders gevoerd als input van de

strategische beleidsplannen. De Raad van Toezicht ziet erop toe dat deze gesprekken gevoerd

worden en was tegelijkertijd deelnemer.

Goed bestuur

De branchecode goed bestuur in het mbo maakt onderscheid tussen hard controls en soft controls. Dit

herkennen wij volledig en dat is eigenlijk de kern van de transitie waar wij middenin zitten. Wij willen

ruimte geven aan medewerkers en meer zeggenschap daar waar ook de beïnvloeding plaatsvindt.

Tegelijk moet ook de kwaliteit geborgd worden en moet verantwoording afgelegd worden. Hoe krijg en

houd je deze aspecten in balans? De start is gemaakt: veel dialoog, vallen en opstaan zullen

uiteindelijk ook tot een antwoord op deze vraag leiden, maar daar zijn we nog niet.

Een actueel onderwerp dat ook veel in de media is geweest is ‘het declaratiegedrag van bestuurders’.

Om zo zuiver mogelijk te werken, tekent het ene CvB-lid de declaraties van de ander voor akkoord.

Ook controleert de voorzitter Raad van Toezicht periodiek de declaraties van het College van Bestuur

en rapporteert hierover in de RvT-vergadering.

Ton Wennink trad in augustus 2015 aan als lid College van Bestuur. De rest van het jaar 2015 hebben

we gebruikt om in te werken en op elkaar ingespeeld te raken. Daarom hebben we toen zoveel

mogelijk samen gedaan. In 2016 hebben we een portefeuilleverdeling gemaakt. Ton is meer gericht

op bedrijfsvoering, financiën en huisvesting, Astrid meer op de onderwijs(innovatie)kant, zoals het

platform V(S)O-MBO in de provincie Groningen. Een aantal zaken doen we samen, zoals landelijk: de

VO-raad, MBO-raad en AOC-raad. Eventuele werkgroepen of expertisegroepen verdelen we. Interne

overleggen zoals het OGN-beraad of overleggen met de regiodirectie per stichting doen we samen.

Page 5: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

4

Thema’s als onderwijskwaliteit en de aansturing van de directeuren hebben we bewust niet verdeeld,

dat doen we samen. Overigens kan deze portefeuilleverdeling slechts gezien worden als een

verdeling van aandachtsgebieden, want het spreekt vanzelf dat we samen verantwoordelijk zijn voor

het geheel.

Verantwoording

Als College van Bestuur zijn we gesprekspartner van de medezeggenschap. In ons geval betekent dat

twee ondernemingsraden en twee medezeggenschapsraden. Sinds de (regio)directeuren zijn

benoemd is een andere verdeling van bevoegdheden van toepassing en zijn we met de betrokken

partijen in gesprek over wie het gesprek met de medezeggenschap voert op welk moment met welke

agenda. Volgens de managementstatuten is de directie samen met het College van Bestuur

gesprekspartner van de medezeggenschap. Binnen drie van de vier stichtingen wordt hier al handen

en voeten aan gegeven, bij één stichting zijn we nog niet zo ver. Hoe dan ook zijn we regelmatig met

elkaar in gesprek over wanneer de directie gesprekspartner is van de OR of MR, wanneer het bestuur

en wanneer samen. Bij een aantal thema’s is dat duidelijk, maar bij sommige ook niet. Gelukkig zijn

we goed in dialoog met de betrokken partijen en hebben wij er alle vertrouwen in dat we hier op korte

termijn goede, duidelijke afspraken over kunnen maken.

Natuurlijk leggen wij als bestuur verantwoording af aan de inspectie van het onderwijs. Wij ervaren bij

de inspectie steeds vaker een dialoog, waarbij de inspectie open staat voor onze zienswijze en

ideeën. Daardoor ervaren we steeds vaker samenwerking met de inspectie en minder

eenrichtingsverkeer waarbij wij verantwoording afleggen en de inspectie toezicht houdt. Wij zijn erg

positief over deze ontwikkeling en vinden deze ook passen bij de transitie die wij als organisatie

doormaken.

Samenwerking

Onderwijsgroep Noord beslaat met zijn vier stichtingen een groot geografisch gebied. Wij hebben

vestigingen in de drie noordelijke provincies en dat betekent automatisch dat wij een groot netwerk

hebben. Wij hebben te maken met veel verschillende partijen; overheden, onderwijsinstellingen,

bedrijfsleven, samenwerkingsverbanden et cetera. Dat is een dynamisch geheel waarin veel belangen

spelen. Wij zijn ons er zeer van bewust dat wij als onderwijsinstelling deze andere partijen nodig

hebben. Wij hebben voor het uitoefenen van onze maatschappelijke taak andere partners nodig. Heel

blij zijn wij met het Platform V(S)O-MBO in de provincie Groningen. In dit platform participeren alle

onderwijsbesturen en de doelstelling van dit platform is om er samen voor te zorgen dat we kwalitatief

goed onderwijs in de hele provincie kunnen bieden in deze tijden van leerlingen/bevolkingskrimp. In

Drenthe is een mooie samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot entree-opleidingen gesloten.

Ook hier weten onderwijspartners elkaar te vinden. Ook op kleinere schaal werken we nauw samen

met andere scholen, lokale overheden en soms andere maatschappelijke partners. Ook vindt ons

onderwijs regelmatig de weg naar het bedrijfsleven waar we prachtige samenwerkingen mee

aangaan. Kortom, als onderwijsinstelling staan we middenin de maatschappij.

In 2016 hebben we al veel bereikt. We hebben de stip op de horizon nog niet binnen handbereik.

Daarom kijken wij uit naar de volgende jaren. Het jaar 2017 zal vooral in het teken staan van

vooruitkijken. Systemen aanpassen aan de nieuwe organisatiestructuur en aan de slag met

meerjarenhuisvestingsplannen, strategische personeelsplanning, beleidsrijke meerjarenbegrotingen,

nieuwe onderwijsconcepten en een beter beeld krijgen van de toekomst van Onderwijsgroep Noord.

En dat alles voor duurzaam betekenisvol onderwijs voor onze leerlingen en studenten in onze regio’s.

Groningen, 15 maart 2017

Astrid Berendsen en Ton Wennink

College van Bestuur

Page 6: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

5

RAAD VAN TOEZICHT

Onderwijsgroep Noord is in ontwikkeling. Van een centrale aansturing is enkele jaren geleden

gekozen voor een meer decentrale aansturing. Medewerkers krijgen meer zeggenschap en invloed op

hun eigen werk. Om deze verandering mogelijk te maken was een andere organisatiestructuur nodig.

Vele voorbereidingen gingen hier aan vooraf en in 2016 hebben diverse van deze structuurwijzigingen

hun beslag gekregen.

De Raad van Toezicht heeft deze veranderingen aangegrepen om ook naar zichzelf te kijken. Hoe zie

je je rol als Raad van Toezicht binnen deze veranderende organisatie? In het najaar van 2015 hebben

wij als Raad van Toezicht een governancetraject doorlopen onder begeleiding van een externe

gespreksleider. De uitkomst van dit traject bestaat uit meerdere inzichten, waaronder een visie op

toezicht houden die wij in begin 2016 hebben vastgesteld. Vanzelfsprekend heeft dit geleid tot

onderlinge gesprekken over de gevolgen van deze visie. Een visie formuleren is een mooi

uitgangspunt, maar wat betekent dit in de praktijk? Ook heeft dit traject geleid tot een kritische houding

ten aanzien van de vergaderingen. Wij hebben afgesproken iedere vergadering te besluiten met een

korte evaluatie van de vergadering in zijn geheel en van de verschillende deelnemers. Wij zetten ons

graag in voor de organisatie, maar willen ook wezenlijk iets bijdragen. Wij kiezen voor een zelfkritische

houding, omdat we vooral efficiënt en effectief willen zijn als Raad van Toezicht.

Met een nieuwe organisatiestructuur en bijbehorende bevoegdheden vonden wij het vanzelfsprekend

om ook te kijken naar onze eigen positie binnen de organisatie. Als alle rollen veranderen, verandert

die van de toezichthouder ook. Als gevolg hiervan hebben we besloten dat wij actief willen uitdragen

dat we de transitie een belangrijke en goede ontwikkeling vinden en daarom hebben wij als Raad van

Toezicht het initiatief genomen voor een inspiratiedag voor medewerkers uit alle geledingen. Ook

willen wij graag vaker in gesprek met medewerkers. Wij willen in deze gesprekken het vak centraal

zetten en met dit uitgangspunt willen we graag luisteren naar wat de medewerkers ons te vertellen

hebben. Wij starten dit als experiment, maar we hebben er alle vertrouwen in dat we in de loop van de

tijd een mooie manier zullen vinden om met alle geledingen van de organisatie in gesprek te zijn. Wij

zijn ons er terdege van bewust dat onze rol in deze contacten heel duidelijk is: wij halen informatie,

ervaringen en denkbeelden op, maar brengen weinig anders dan een luisterend oor. De eerste

afspraak voor zo’n horizontale dialoog staat gepland in 2017.

Bijeenkomsten

In 2016 heeft de raad zeven maal met het bestuur vergaderd. Vier keer bij Ondersteunende Diensten

(voorheen het bestuursbureau) en drie keer op onderwijslocaties. Tijdens de informele bijeenkomsten

op de onderwijslocaties wordt per keer een onderwijsstichting bezocht en spreekt de Raad van

Toezicht ook de medezeggenschapsraad of ondernemingsraad van de betreffende stichting. Door het

informele contact met medewerkers en leerlingen heeft de raad de mogelijkheid om de school beter te

leren kennen. Tijdens een van de vergaderingen bij Ondersteunende Diensten heeft de raad de

ondernemingsraad van stichting Onderwijsgroep Noord ontmoet.

Verder is er extra overleg geweest, omdat het College van Bestuur de raad wilde informeren over een

aantal risicodossiers en heeft de raad tijdens een extra bijeenkomst aan het bestuur een

terugkoppeling gegeven op het governancetraject (waaronder de visie op toezicht houden van de

RvT) van 2015. Alle bijeenkomsten worden voorbereid door de voorzitter Raad van Toezicht, het

College van Bestuur en de bestuurssecretaris.

Enkele onderwerpen keren periodiek terug op de agenda van de vergaderingen. Sommige jaarlijks,

sommige enkele keren per jaar. Wanneer dat toegevoegde waarde heeft, wordt een interne of externe

deskundige uitgenodigd in de vergadering om een toelichting op een bepaald onderwerp te geven. De

accountant schuift eenmaal per jaar aan om het jaarverslag toe te lichten.

Page 7: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

6

Onderwerpen die in 2016 aan bod kwamen

Externe ontwikkelingen:

regiotafels provincie Groningen, specifiek samenwerking Dollard College - Ubbo Emmius; de

Raad van Toezicht is vele malen geïnformeerd door het College van Bestuur en heeft ingestemd

met het voorstel om een regiestichting op te richten;

(ingestemd met) samenwerkingsovereenkomst Drentse aanpak Entree-opleidingen;

terrein suikerfabriek Groningen, Gebiedscoöperatie Westerkwartier, nieuwbouwplannen

verschillende locaties;

OGN 2032: welke ontwikkelingen zien wij in het onderwijs en wat betekent dat voor

Onderwijsgroep Noord.

Bedrijfsvoering/onderwijs(kwaliteit):

jaarrekeningen en jaarverslagen 2015 (goedgekeurd);

begrotingen 2016 (goedgekeurd);

risicodossiers;

onderwijskwaliteit: in gesprek op twee verschillende niveaus. Hoe staan de onderwijsinstellingen

ervoor en hoe houd je hier toezicht op als Raad van Toezicht;

inspectieonderzoek naar organisatievorm Onderwijsgroep Noord in oktober 2016 (hiervan is het

rapport nog niet ontvangen, maar wel een telefonische terugkoppeling)

tractorsimulator (Terra);

informatie van Platform Raden van Toezicht + vereniging van Toezichthouders in

Onderwijsinstellingen (VTOI) + andere relevante informatie;

portefeuilleverdeling College van Bestuur besproken (goedgekeurd);

transitie Onderwijsgroep Noord, in totaal + specifieke situatie per stichting;

nieuw treasurystatuut: nieuwe regeling beleggen, lenen en derivaten met ingang van 1 juli 2016

(15 december 2016 vastgesteld door Raad van Toezicht );

beleidsrijke begroting: nieuwe manier van Planning & Control cyclus inrichten, inclusief

beleidsrijk begroten.

Interne Raad van Toezicht onderwerpen:

gesprekken met medezeggenschap;

WNT: bezoldiging College van Bestuur en Raad van Toezicht;

twee keer de procedure werving en selectie met aandacht voor diversiteit in combinatie met

specifieke kennis/ervaring en het zich kunnen vinden in de door de Raad van Toezicht

geformuleerde visie op toezicht houden. Dit heeft geleid tot twee benoemingen van een nieuw lid

Raad van Toezicht;

interne zaken; declaraties Raad van Toezicht en College van Bestuur, afschaffing fictief

dienstverband, hoogte bedrag afscheidscadeau Raad van Toezicht;

bestuurlijke agenda als input voor werkagenda Raad van Toezicht;

in 2016 is er geen zelfevaluatie gedaan in verband met de relatief nieuwe samenstelling Raad van

Toezicht en het eind 2015 afgeronde governancetraject. Wel is binnen de raad gesproken over

nevenactiviteiten van de leden en het voorkomen van/alert zijn op eventuele

belangenverstrengeling.

Informatie

Als Raad van Toezicht vinden wij het belangrijk om informatie via verschillende bronnen te verkrijgen.

Dat is in lijn met de branchecode waarin genoemd wordt dat goed bestuur en goed toezicht wint aan

kwaliteit wanneer voldoende tegenspraak georganiseerd wordt. Daarom woont (een

vertegenwoordiging van) de raad informele bijeenkomsten, symposia en lezingen bij die intern

georganiseerd worden. Ook zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd over de samenwerking tussen

Page 8: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

7

Dollard College en Ubbo Emmius en vanzelfsprekend was ook hier de raad aanwezig. Tijdens de

locatievergaderingen benutten we de gelegenheid om in gesprek te gaan met de

medezeggenschapsorganen, medewerkers en leerlingen.

Ook willen wij onze kennis met betrekking tot toezichthouden up-to-date houden. Zo hebben wij de

Dag van het Toezicht, georganiseerd door de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in

Onderwijsinstellingen) bijgewoond, bezoekt de voorzitter de bijeenkomsten van het Platform Raden

van Toezicht, een open netwerk van/voor Raden van Toezicht in het MBO georganiseerd door de

MBO-raad en wordt de informatie van dit platform altijd gedeeld onder alle leden van de raad. Het

spreekt vanzelf dat wij ook ontwikkelingen volgen waar het gaat om ontwikkelingen met betrekking tot

toezicht houden of gewijzigde wet- en regelgeving. De VTOI, VO-raad en MBO-raad zijn belangrijke

informatiebronnen, maar ook halen wij informatie en inspiratie van websites, uit boeken en natuurlijk

uit onze gesprekken met medewerkers en leerlingen.

Werkgever

De Raad van Toezicht is werkgever van het College van Bestuur. De remuneratiecommissie adviseert

de raad over de werkgeversrol. De commissie voert namens de raad het HRM-gesprek met het

College van Bestuur. In 2016 is het HRM-gesprek gevoerd met het lid College van Bestuur en naast

functioneren en ontwikkeling van persoon en organisatie was ook de bezoldiging een

gespreksonderwerp. De remuneratiecommissie heeft de inhoud van het gesprek voorbereid in een

besloten RvT-vergadering en heeft ook deze wijze een terugkoppeling op het HRM-gesprek gegeven.

Het gesprek met de voorzitter College van Bestuur heeft pas begin 2017 plaatsgevonden.

Bezetting Raad van Toezicht

In 2016 eindigde van twee leden van de Raad van Toezicht de tweede en laatste termijn. Er is in het

voorjaar van 2016 een werving en selectieprocedure uitgevoerd. Omdat de vertrekkende leden ook de

auditcommissie vormden, werd gezocht naar geschikte kandidaten die niet alleen passen in het

algemene profiel, maar ook een financieel/bestuurlijke achtergrond meebrengen. De

selectiecommissie heeft Klaas Johan Roffel voorgedragen als opvolger van Frits Migchelbrink en dit

advies heeft de raad overgenomen. In het najaar van 2016 is opnieuw een werving- en

selectieprocedure gestart. Naar aanleiding van deze procedure is mevrouw Pipien Silvius-Voogd

benoemd als nieuw lid van de Raad van Toezicht en opvolger van Harm Holman. De beide nieuwe

leden vormen ook samen de auditcommissie. Met de benoeming van twee relatief jonge leden, van

wie één vrouw, is de wens van de raad om de diversiteit in het team te vergroten vervuld.

Rooster van aftreden Raad van Toezicht Onderwijsgroep Noord per 1 januari 2017

Naam Aftredend en

herkiesbaar per

Aftredend en niet

herkiesbaar per

Rol / Commissie

Mevr. E.M. Pastoor-

Meuleman

01-04-2017 01-04-2021 Voorzitter RvT /

Remuneratiecommissie

Dhr. T. Wagenaar 01-08-2018 01-08-2022 Vice-voorzitter RvT /

Remuneratiecommissie

Dhr. E. van Zuidam 01-08-2018 01-08-2022 Kwaliteitszorgcommissie

Dhr. M. Krijnsen 01-08-2018 01-08-2022 Kwaliteitszorgcommissie

Dhr. K.J. Roffel 01-05-2020 01-05-2024 Auditcommissie

Mevr. C. Silvius-Voogd 01-01-2021 01-01-2025 Auditcommissie

Sparringpartner

Als actieve en betrokken Raad van Toezicht zijn wij voortdurend in gesprek met het College van

Bestuur, medewerkers en leerlingen over onze toezichthoudende rol. Hoe willen wij toezicht houden?

Hoe weten wij dat de onderwijskwaliteit op voldoende niveau is en wie bepaalt waar de lat ligt? Hoe

Page 9: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

8

weten we dat de organisatie financieel gezond is en de continuïteit geborgd is? Wij willen niet

herhalen wat de inspectie van het onderwijs al doet en de rol van het ministerie van OCW willen we

ook niet kopiëren, maar hoe krijgen we toch antwoord op onze vragen? Wij vragen rapportages waarin

het College van Bestuur verantwoording aflegt over belangrijke onderwerpen. Samen bespreken we

waar de lat ligt, deels bepaald door extern opgelegde kaders (wet- en regelgeving) en deels door

eigen ambities van de organisatie. Hierin verschillen de stichtingen soms van inzicht en dat is mooi.

De drie onderwijsstichtingen zijn erg verschillend in veel opzichten. Dat maakt het voor de hand

liggend dat ambities ook verschillen. Wij treden de stichtingen met grote belangstelling tegemoet,

maar zijn tegelijk ook kritisch. Wij zijn geïnteresseerd in de motivatie die ten grondslag ligt aan de zelf

geformuleerde ambitie en in de reden waarom bepaalde doelstellingen wel of niet behaald zijn.

Gezien de complexe wereld waarin wij leven en de dynamiek die dat oplevert voor een

onderwijsinstelling zijn wij als Raad van Toezicht naast toezichthouder ook graag sparringpartner van

het College van Bestuur. Wij werken samen op basis van transparantie en vertrouwen en dat maakt

dat we informatie vaak al in een vroeg stadium met elkaar delen. Hierdoor kunnen wij actief

meedenken met het bestuur en kunnen we ook regelmatig optreden als sparringpartner van het

bestuur. De transitie waar de organisatie middenin zit in combinatie met externe ontwikkelingen zoals

leerlingenkrimp, razendsnelle technologische ontwikkelingen en wijzigingen in wet- en regelgeving

maken het niet gemakkelijk om altijd de juiste beslissingen op het goede moment te nemen en dan

pakken wij graag onze rol als sparringpartner.

Vanuit de commissies Raad van Toezicht

Remuneratiecommissie

De remuneratiecommissie heeft een HRM-gesprek met het lid College van Bestuur gevoerd. Het

gesprek met de voorzitter College van Bestuur zal plaatsvinden in 2017. Ook het onderwerp scholing

komt als aan bod. De remuneratiecommissie heeft de inhoud van het gesprek voorbereid in een

besloten Raard van Toezicht-vergadering en heeft ook op deze wijze een terugkoppeling op het HRM-

gesprek gegeven. Verder heeft de remuneratiecommissie zitting genomen in de beide

sollicitatieprocedures voor lid Raad van Toezicht. In totaal heeft de remuneratiecommissie in 2016

deelgenomen aan vijf bijeenkomsten.

Auditcommissie

De auditcommissie heeft drie maal vergaderd, waarvan twee maal ook met de accountant.

Onderwerpen waar de auditcommissie zich in verdiept heeft zijn:

begroting;

jaarverslag/jaarrekening;

nieuwbouw Emmen;

financiële situatie rsg de Borgen.

Kwaliteitscommissie

De kwaliteitscommissie is vier maal bij elkaar geweest en heeft zich gebogen over de volgende

vraagstukken:

hoe houd je als Raad van Toezicht toezicht op onderwijskwaliteit (anders dan bijvoorbeeld de

inspectie);

het begrip ‘kwaliteit’ wordt breed opgevat. Hieronder valt bijvoorbeeld ook : hoe gaat het

met de transitie, hoe tevreden zijn medewerkers, leerlingen en ouders;

initiatief genomen om een congres met Wouter Hart en Danielle Braun te organiseren;

in gesprek met teams in de scholen: experiment starten.

Groningen, 15 maart 2017

Namens de Raad van Toezicht,

Elly Pastoor-Meuleman, voorzitter

Page 10: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

9

Dit jaarverslag gaat over:

Onderwijsgroep Noord, als bestuurlijke samenwerking van Dollard College, rsg de Borgen en Terra, en alle stichtingsoverstijgende zaken

De afzonderlijke Stichting Onderwijsgroep Noord waarin College van Bestuur, CvB-staf en Ondersteunende Diensten zijn ondergebracht

1. Onderwijsgroep Noord

a. ORGANISATIE

Onderwijsgroep Noord is een bestuurlijke samenwerking van Terra, het Dollard College en rsg de

Borgen. Terra biedt opleidingen op het gebied van groen, voeding, dier, natuur & milieu in het

praktijkonderwijs, lwoo, vmbo-groen, het Groene Lyceum, mbo en cursusonderwijs.

Het Dollard College en rsg de Borgen zijn brede scholengemeenschappen voor praktijkonderwijs,

mbo, havo, atheneum en gymnasium. Het Dollard College heeft daarnaast zesjarige havo, vwo

tweetalig onderwijs en een internationale schakelklas en rsg de Borgen het technasium.

Terra en het Dollard College nemen samen met het Noorderpoort deel in de Campus Winschoten.

Naast het bijbrengen van brede vaardigheden kenmerkt dit onderwijs zich evenzeer door de zorg voor

een goede doorstroom. Bovenal streeft Onderwijsgroep Noord naar een zorgzame en veilige

omgeving waarin persoonlijk talent tot ontwikkeling komt.

Binnen Onderwijsgroep Noord werken ruim 1400 medewerkers op 23 vestigingen in Groningen,

Friesland en Drenthe. Het College van Bestuur en de Ondersteunende Diensten zijn gevestigd in de

stad Groningen. Door middel van een personele unie bestaan de Colleges van Bestuur van

Onderwijsgroep Noord, Terra, het Dollard College en rsg de Borgen uit dezelfde personen.

Onderwijsgroep Noord levert beleidsvoorbereidende en ondersteunende diensten aan alle hierboven

genoemde instellingen.

Organogram van de bestuurlijke samenwerking

Page 11: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

10

Governance

Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden.

Instellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en

verantwoording. Het interne toezicht wordt bij Onderwijsgroep Noord uitgeoefend door de Raad van

Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate governance’ beter op orde hebben, kan het toezicht

vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van een

goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht.

In de statuten van Onderwijsgroep Noord is rekening gehouden met de bepalingen van de

‘Governance Code BVE‘. In verband hiermee zijn tevens reglementen opgesteld voor de Raad van

Toezicht en het College van Bestuur. Deze reglementen zijn door de Raad van Toezicht vastgesteld.

Daarnaast is een klokkenluidersregeling voor het omgaan met een vermoeden van een misstand

vastgesteld.

Identiteit

Onze identiteit is vastgelegd in een zogenaamd identiteitsbewijs. Daarin staat welke belofte wij doen

aan onze leerlingen en wat onze kernwaarden zijn. Kort samengevat:

we willen mensen laten ontdekken wat belangrijk en waardevol voor hen is;

we ‘zien’ mensen;

we verbinden ons aan onze belanghebbenden;

we zoeken anderen op en stellen hun belang voorop;

we zijn bewust, bekwaam, betekenisvol;

gemeenschappelijk versterkend;

gericht werken aan oplossen van gemeenschappelijke vraagstukken;

bewust persoonlijk;

elkaar kennen en erkennen, weten wat je voor elkaar kunt betekenen.

Missie

Wij willen jongeren en volwassen helpen om een waardevol leven te leiden, zowel in hun eigen ogen

als in de ogen van anderen. Wij helpen hen om succesvol te zijn in de samenleving, in het

vervolgonderwijs en in het beroep van hun keuze. Een belangrijk onderdeel van onze rol is dat wij hen

zelf leren ontdekken, keuzes maken en kansen zien. Wij willen hen daarbij begeleiden en hen zo goed

mogelijk toerusten om hun doelen te bereiken. We willen mensen laten ontdekken en bepalen wat

waardevol en belangrijk voor hen is.

Onderwijsgroep Noord neemt geen genoegen met de rol van traditionele (beroeps)opleider, hoe goed

we dat ook doen. We willen daarbovenop mensen uitdagen om betekenisbewust te worden. Hiermee

bedoelen we dat mensen die afkomstig zijn van Onderwijsgroep Noord bekwame (vak)mensen zijn die

bovendien weten welke bijzondere waarde ze voor anderen kunnen en willen hebben. We drukken

deze missie uit in onze merkbelofte:

Bij Onderwijsgroep Noord worden mensen bewust, bekwaam en betekenisvol.

Page 12: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

11

Visie

We willen onderwijs zien dat de toon zet waar het gaat om leren, talentontwikkeling en het vinden van

antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. Wij willen betekenisvol onderwijs zien, onderwijs dat

geen andere grenzen accepteert dan de grenzen van de ambities en talenten van mensen die aan

haar worden toevertrouwd. Betekenisvol onderwijs dat (jonge) mensen uitdaagt om te ontdekken

waarvoor ze staan, wat hen drijft, waarin ze goed zijn en wat ze waard zijn. Steevast vanuit de

overtuiging dat elk mens iets wil en kan betekenen voor anderen. Zo creëert onderwijs mede de

voorwaarden voor mensen om waardevol te zijn en te kunnen presteren: in hun persoonlijke leven, in

hun professionele leven en als burger in onze samenleving (een leven lang leren). Dat geldt niet

alleen voor onze leerlingen, maar ook voor onze medewerkers.

Besturingsfilosofie

De identiteit is de basis voor de besturingsfilosofie. Waar in ons identiteitsbewijs nadrukkelijk de

leerling centraal staat, geldt in het verlengde daarvan dat in onze besturingsfilosofie de medewerker

centraal staat. Wat hebben onze medewerkers nodig om de belofte aan de leerling waar te maken?

Centraal staat de professional, in zijn betekenis voor leerlingen.

Medewerkers zijn zich bewust van hun drijfveren, passie en mogelijkheden.

Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie.

De medewerker krijgt professionele ruimte om bewust, bekwaam, betekenisvol te handelen. De

verantwoordelijkheden worden zo ‘laag’ mogelijk in de organisatie belegd, daar waar de

beïnvloeding mogelijk is.

Samen werken = samen sterker.

Inspirerend en coachend leiderschap.

Management creëert condities waaronder medewerkers hun verantwoordelijkheid kunnen

waarmaken.

Professionaliseren is een verantwoordelijkheid van iedere medewerker.

Talentontwikkeling.

Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling.

Centraal wordt het ‘wat’ vastgesteld, decentraal het ‘hoe’.

Op weg naar 2032

Wat hebben onze toekomstige leerlingen aan kennis en vaardigheden nodig als ze straks in 2032 aan

hun werkende leven beginnen? Hoe ziet de wereld en het onderwijs er dan uit? Wat betekent dit voor

Onderwijsgroep Noord? Deze vragen waren voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur

aanleiding tot een discussie over de toekomst van Onderwijsgroep Noord. De discussie is verbeeld

door een cartoonist. Beeld en tekst is gebundeld in een digitaal boekwerkje. Het is in eerste instantie

bedoeld voor de Raad van Toezicht en het OGN-beraad. Het OGN-beraad wordt gevormd door het

College van Bestuur, de regiodirecteuren van het Dollard College, rsg de Borgen en Terra en de

directeur van de Ondersteunende Diensten. In een latere fase zal dit gebruikt worden voor de

discussie met adjunct-directeuren, collega’s binnen Onderwijsgroep Noord en onze partners in de

regio.

Samenwerking

Playing for Success

Onderwijsgroep Noord maakt deel uit van Playing for Success. Dit is een naschools programma voor

Page 13: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

12

leerlingen van 9 tot en met 14 jaar, die een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken, met name op

het gebied van sociaal- emotionele ontwikkeling. Gedurende tien weken volgen de leerlingen een

programma van een dagdeel in de week. Dit doen ze in het Playing for Success leercentrum, de Arjen

Robben skybox, gevestigd in het stadion de Euroborg. Ze gaan aan de slag met praktische taal-,

reken- en ict-opdrachten. Voetbal is hierbij de rode draad.

Naast Onderwijsgroep Noord participeren O2G2, Penta Primair, Marenland, Ubbo Emmius, VCOG en

FC Groningen in Playing for Success.

Leerlingen van de drie onderwijsstichtingen kunnen aan dit programma deelnemen. Het aanmelden

van leerlingen gebeurt op advies/selectie van de school. Het is vaak de leraar of zorgbegeleider die de

ouders van de leerling aanraadt om deel te nemen aan Playing for Success. Als het kind ook graag wil

meedoen, regelt de school vervolgens de aanmelding. Deelname aan het project is kosteloos voor de

leerlingen.

In maart 2016 bestond Playing for Succes vijf jaar. Ter gelegenheid daarvan is een jubileumkrant

verschenen. Deze krant is verspreid op alle scholen van de deelnemende partners van Playing for

Success Groningen en onder diverse relaties.

Regiotafels

De bestuurders van vrijwel alle VO-scholen in de provincie Groningen hebben het Onderwijsmanifest

Groningen getekend. Onderwijsgroep Noord heeft ook haar handtekening gezet. Er zijn tal van

ontwikkelingen op het voortgezet onderwijs af komen die het nodig maken om tijdig stappen te zetten

en beslissingen te nemen. Eén ontwikkeling is het dalende aantal leerlingen. De scholen hebben de

handen ineen geslagen om de negatieve gevolgen van krimp om te zetten in een kans. Daartoe wordt

overlegd aan een aantal zogenaamde regiotafels. Onderwijsgroep Noord is deelnemer aan drie

regiotafels:

Noordoost Groningen: Terra Winsum, Dollard College Woldendorp, Christelijke

Scholengemeenschap Groningen, Eemsdeltacollege en Lauwers en Eems. Gelet op de

uiteenlopende voedingsgebieden heeft de regiegroep besloten om aan deze regiotafel

onderscheid te maken in twee deelregio’s:

o Winsum (Terra), Warffum, Wehe-den-Hoorn en Uithuizen

o Woldendorp (Dollard College), Delfzijl, Appingedam en Siddeburen;

Oost Groningen: Dollard College en Ubbo Emmius;

West Groningen: rsg de Borgen en Terra Oldekerk.

In 2016 is begonnen met het onderzoek naar een aantal scenario’s met als doel goed onderwijs op

termijn in het gebied te behouden en er (een) levensvatbare en voor de regio aantrekkelijke school /

scholen van te maken.

Relatiemagazine Morgen

De RvT wil Onderwijsgroep Noord als grote onderwijskoepel presenteren, waarbij de

onderwijsstichtingen wel voorop staan. Gekozen is dit onder andere te doen door een jaarlijks

magazine voor alle relaties, genaamd Morgen. In dit magazine zijn onze ‘parels’ aan bod gekomen:

verhalen, foto’s en quotes over en van leerlingen, docenten, projecten en contacten waar we trots op

(mogen) zijn. Hoe werken we aan de kwaliteit van ons onderwijs? Hoe werken we samen in de regio?

Met al deze verhalen willen we onze identiteit en strategische koers zichtbaar maken. Het blad is in

mei verzonden naar alle relaties van Onderwijsgroep Noord en de onderwijsstichtingen.

Privacybeleid

Per 1 januari 2016 is de Wet meldplicht datalekken van kracht geworden. Voortaan moet een datalek

(lekken van tot een natuurlijk persoon herleidbare gegevens) binnen 72 uur gemeld worden aan de

Autoriteit Persoonsgegevens (AP, voorheen College Bescherming Persoonsgegevens). De AP kan bij

een datalek een boete van maximaal € 820.000,- opleggen. Of een boete daadwerkelijk wordt

Page 14: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

13

opgelegd zal onder meer afhangen van de getroffen voorzorgsmaatregelen, de juiste aanpak en de

adequate afhandeling.

Bovendien wordt 25 mei 2018 de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van

kracht. Hierin worden (nog) strengere eisen aan de bescherming en verwerking van

persoonsgegevens gesteld. Dit betekent enerzijds een versterking en uitbreiding van privacyrechten

van betrokkenen en anderzijds meer verantwoordelijkheden voor organisaties.

Om te kunnen voldoen aan eisen wet- en regelgeving is in opdracht van het College van Bestuur

binnen de Ondersteunende Diensten de projectgroep IBP (Informatie Beveiliging en Privacy)

geformeerd met daarin vertegenwoordigers van verschillende afdelingen. Deze projectgroep is in feite

de kwartiermaker voor het te ontwikkelen IBP-beleid. De eerste fase van het traject is gericht op

deskundigheidsbevordering en informatievoorziening. Op de portal van de verschillende stichtingen is

een begin gemaakt met het verspreiden van informatie over IBP. Op uitnodiging van afdelingen en

vestigingen wordt vanuit de projectgroep gesproken over dit thema.

Om de staat van het IBP-beleid goed in beeld te krijgen, heeft Kennisnet een nulmeting ontwikkeld.

Deze vrij omvangrijke nulmeting -85 stellingen- wordt nu als eerste uitgezet binnen de

Ondersteunende Diensten. Op basis daarvan wordt een eerste prioritering gemaakt, waarmee zo snel

mogelijk de vestigingen benaderd worden. Op deze manier willen we uiteindelijk komen tot een

gedragen IBP-beleid en nog belangrijker een algehele bewustwording waar het de privacy van

leerlingen, studenten, ouders en medewerkers betreft. Als eerste concrete stap zal de projectgroep

een voorstel voor een IBP-beleidsplan (basisdocument) en een stappenplan ‘datalekken’ opleveren.

b. Bedrijfsvoering

Leerlingenlaptops

Binnen alle stichtingen zijn trajecten gestart waarbij leerlingen een device van de school gebruiken en

waarbij de ouders in termijnen een bijdrage betalen. In totaal zijn hiervoor in 2015 en 2016 circa 2300

laptops aangeschaft. In 2016 is door productieproblemen de bestelling te laat geleverd op de scholen.

Er zijn gesprekken met de leverancier gevoerd om te late levering in de toekomst te voorkomen.

Onderwijsgroep Noord heeft veel aandacht besteed aan het optimaliseren van het beheer van de

laptops. Dit heeft geresulteerd in minder vragen rondom beheer en gebruik van de apparatuur. Een

belangrijk aandachtspunt m.b.t. de leerlingenlaptops is het afhandelen van schades door onzorgvuldig

gebruik (schades die buiten de garantie vallen). Samen met de leverancier wordt naar een geschikte

oplossing voor dit probleem gezocht.

Infrastructuur

In 2016 is gestart met de vervanging van alle apparatuur m.b.t. bedrade en draadloze verbindingen.

Dit is een groot project bestaande uit de volgende fases:

Metingen op alle vestigingen t.b.v. plaatsbepaling van apparatuur draadloze dekking

(accesspoints).

Adequate bekabeling op alle vestigingen.

Plaatsen van de benodigde apparatuur ten behoeve van draadloze dekking (accesspoints).

Inrichten en testen door Ondersteunende Diensten of de basisinrichting voldoet aan onze

eisen en wensen van gebruikers.

Uitrol van de nieuwe apparatuur (switches) en ingebruikname van nieuwe netwerk.

Begin 2017 is het project afgerond. De ervaringen met het nieuwe netwerk zijn positief.

Page 15: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

14

Huisvesting

Op de eerste verdieping van het gebouw van de Ondersteunende Diensten is een trainings- en

vergadercentrum gerealiseerd. Zo is een inspirerende, flexibel bruikbare ruimte ontstaan voor

ontmoetingen, trainingen, vergaderingen en andere gemeenschappelijke activiteiten voor alle

stichtingen. De OGN-academie maakt al veel gebruik van deze verdieping.

In 2016 zijn de voorbereidingen getroffen voor een opname van de actuele onderhoudsstaat van alle

gebouwen van de onderwijsstichtingen. Op basis van deze opnames wordt dan een meerjaren

onderhoudsplan opgesteld, waarop vervolgens ook strategisch en financieel gefundeerd

huisvestingsbeleid gebaseerd wordt. Hiermee wordt de basis voor vastgoedbeleid en –beheer op orde

gebracht.

Arbo & Veiligheidsbeleid

Op advies van de Arbodienst is in het verslagjaar aandacht besteed aan de risico’s uit de Risico

Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). De Arbodienst heeft in 2015 geadviseerd om niet vierjaarlijks de

vestigingen te bezoeken maar dit minstens jaarlijks te doen. Zo wordt de Arbo-expertise van de

Ondersteunende Diensten beter benut en worden risico’s geminimaliseerd. Om het

veiligheidsbewustzijn bij de scholen te vergroten is de afdeling Huisvesting & Facilitaire zaken in

november 2016 gestart met Arbo- en veiligheidsaudits op basis van branchevragenlijst van de

Arboscan VO. Uit deze lijst wordt jaarlijks een aantal onderwerpen gekozen waarop de nadruk ligt. In

2016 en 2017 zijn dit de bedrijfshulpverlening, brandpreventie, liften, legionella, orde en netheid

handvaardigheid/technieklokalen, keuringen (elektrische) handgereedschappen, ladders, gevaarlijke

stoffen en elektriciteit en gassen.

De meest in het oog springende adviezen van de Arbodienst waren:

Overweeg om formeel tijd beschikbaar te stellen aan de veiligheidscoördinatoren van de

vestigingen om hun preventietaken goed te kunnen uitvoeren.

Gebruik de output van de RI&E maar vooral ook de input van gebruikers en

veiligheidsfunctionarissen in een zo vroeg mogelijk stadium bij nieuw- en verbouwplannen.

Gebleken is dat het schoolveiligheidsbeleid en het eigenaarschap nog verder verbeterd kunnen

worden. De afdelingen Onderwijs en Kwaliteitszorg (sociale veiligheid leerlingen), Personeel en

Organisatie (sociale veiligheid medewerkers) en Huisvesting en Facilitaire zaken (fysieke veiligheid)

werken deze vraagstukken samen uit.

Inkoop en contractbeheer

Het overgrote deel van goederen en diensten wordt doelmatig en rechtmatig ingekocht. Om dit nog

beter te bewaken is op advies van de accountant gestart om per kwartaal een voortschrijdend

jaargemiddelde van de uitgaven te maken. Hierdoor kan eerder wordt gesignaleerd of er Europees,

nationaal, dan wel meervoudig onderhands moet worden aanbesteed. Op basis van één van de

kwartaal spendanalyses is bijvoorbeeld bij Terra in 2016 eenmaal geconstateerd dat niet is voldaan

aan de aanbestedingsrichtlijnen. Hierover is gerapporteerd aan het College van Bestuur die dit

vervolgens heeft opgenomen met de betreffende vestiging.

Afgeronde Europese aanbestedingen 2016

Per 1 februari 2016 is de Noord Nederlandse Reinigingsdienst (NNRD) uit Drachten de nieuwe

dienstverlener voor afvaldiensten.

Per 1 mei 2016 is Asito de nieuwe schoonmaakdienstverlener.

Per 1 april 2016 is Axians de nieuwe leverancier voor het draadloze ICT netwerk.

Page 16: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

15

Lopende Europese aanbestedingen

In oktober 2016 is gestart met de aanbesteding Marketing en Communicatie dienstverlening.

Contractbeheer

Goed contractbeheer is een belangrijke basis onder de bedrijfsvoering. In september 2016 is gestart

met het op orde brengen van deze basis door het opzoeken en registreren van alle contracten in een

centraal contractenregister. Dit omvat alle contracten die de stichtingen en Ondersteunende Diensten

hebben afgesloten voor leveringen en diensten; ook worden de huur- en verhuurcontracten

geregistreerd. Op 31 december 2016 waren al 310 contracten geregistreerd en daarvan heeft het

merendeel betrekking op Huisvesting & Facilitaire zaken. Het doel van de registratie is enerzijds het

inzichtelijk maken van contracten en anderzijds de bewaking van contracten op haar termijnen en

rechtmatigheid. Eveneens wordt inzichtelijk welke verplichtingen de instellingen zijn aangegaan.

Professionalisering en OGN-academie

Scholing

De OGN-academie pakt allerlei vragen met betrekking tot professionalisering op. Die

scholingsactiviteiten zijn voornamelijk in gesprek met de scholen tot stand gekomen. Ook vernieuwde

wet- en regelgeving kan aanleiding geven tot scholing. Afgelopen jaar is er zowel weer een open

aanbod alsmede een aantal maatwerktrajecten georganiseerd. Verder heeft de OGN-academie een

symposium georganiseerd rondom teamontwikkeling en teamvorming, het OGN congres en een

masterclass over motivatie georganiseerd.

Het uiteindelijke streven is dat de OGN-academie waar nodig tegemoet kan komen aan diverse

collectieve professionaliseringsvragen van de organisatie: van een training op een vestiging tot

loopbaangerichte opleidingen en workshops, van kenniscafé tot leernetwerk. Daarbij geldt: de OGN-

academie is er voor iedereen: voor docenten, voor onderwijsondersteunend personeel en voor het

management. In 2016 hebben 602 medewerkers een training, cursus of bijeenkomst gevolgd. Over de

periode na de zomervakantie zijn de gemiddelde feedback cijfers nog niet verwerkt. De feedback zelf

was echter positief.

In de rapportageperiode zijn de volgende activiteiten door de OGN-academie aangeboden/ontwikkeld:

Aantallen cursisten 2016

Voorjaar 2016

Cursus Aantal deelnemers

Mentortraining 12

Docentencoaches 16

Rekenspecialist 10

Excel (dec+ jan+ feb) 38

Excel Financiën 9

Excel voor administratie Dollard College 9

Sociale veiligheid op internet 5

Online tools in de les 8

Coördinerend docenten: samenwerken en feedback 21

coördinerend docenten: leidinggeven aan vergaderingen 32

Opleidingstraject voor Onderwijsassistent/Technisch onderwijsassistent 10

Correct Nederlands 9

Symposium Teamvorming en teamontwikkeling 119

EHBO voor LO van het Dollard College 16

Werkdruk -

Loopbaangesprekken voor het MBO 10

Page 17: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

16

Vertrouwenscontactpersonen Update & lezing van de Zedenpolitie 19

Totaal 343

Najaar 2016

Cursus Aantal deelnemers

Opleidingstraject voor Onderwijsassistent en technisch onderwijsassistent

Vertrouwenscontactpersonen Beginnende training 3

LOB (loopbaan oriëntatie en begeleiding) VO Dollard College 9

LOB MBO 7

Mentortraining basis 11

ECNO Effectief communiceren (Gesprekstechnieken) 10

ECNO Persoonlijk leiderschap 9

ECNO Samenwerken & feedback 7

ECNO Groepsprocessen 9

Organisatie breed OGN-congres (Time to share) 216

Mentortraining verdiepingstraining 9

ECNO Leidinggeven aan bijeenkomsten 11

LOB VO Emmen 10

Masterclass van Prof. Alexander Minnaert 67

Totaal 378

Heel 2016 721

AFAS

Ter voorbereiding op een toekomstige uitrol van e-HRM is in 2016 het personeelsinformatie- en

salarisverwerkingssysteem van leverancier AFAS opnieuw (toekomstbestendig) ingericht en

geïmplementeerd bij de afdeling personeels- en salarisadministratie. Alle personeelsgegevens zijn

succesvol geconverteerd naar het nieuwe systeem. Ook is, in samenwerking met de afdeling ICT, het

genereren van ICT-accounts gedigitaliseerd.

Page 18: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

17

2. Stichting Onderwijsgroep Noord

In de Stichting Onderwijsgroep Noord zijn het College van Bestuur en de Ondersteunende Diensten

ondergebracht. Het verslag van de afzonderlijke stichting is in dit deel opgenomen en de resultaten

van de stichting Onderwijsgroep Noord zijn weergegeven in de Enkelvoudige jaarrekening.

a. Beleid

Ontwikkelproces Ondersteunende Diensten

In 2013 is een ontwikkeltraject gestart onder de noemer ‘herontwerp Bestuursbureau’. Opdracht was

om een professionaliseringsslag te maken met het bestuursbureau om de dienstverlening optimaal

ondersteunend te laten zijn aan het onderwijsproces in de scholen. Per 1 augustus 2015 is een

kwartiermaker / beoogd directeur aangesteld, die op 1 augustus 2016 is benoemd tot directeur van het

bestuursbureau. Hij heeft in opdracht van het CvB in het voorjaar van 2016 een Ontwikkelplan

opgeleverd, waarin de strategie en de ambities van het bestuursbureau worden onderbouwd en

geconcretiseerd. Het Ontwikkelplan is met betrokkenheid van de medewerkers en in goed overleg met

de OR tot stand gekomen.

Vanaf zomer 2016 wordt gewerkt aan de implementatie van de beschreven ambities.

Een zichtbare verandering is de aanpassing van de naamgeving van het bestuursbureau: per 1

augustus 2016 is de naam ‘Ondersteunende Diensten’, daarmee recht doend aan de (beoogde)

toegevoegde waarde voor het onderwijsproces.

Per 1 september 2016 is ook een nieuw managementteam gestart bij de Ondersteunende Diensten.

Gekozen is voor vier adjunct-directeuren die ieder leiding geven aan een aantal stafafdelingen.

Daarnaast zijn zij, samen met de directeur, gezamenlijk verantwoordelijk voor de gehele

bedrijfsvoering van de Ondersteunende Diensten. Drie van de vier adjunct-directeuren zijn extern

geworven.

Naast deze structuurwijzigingen is ingezet op een aantal verbetertrajecten. Deels per afdeling, deels

afdelingsoverstijgend. In 2016 is onder meer gestart met een Lean-traject, waarbij vier daarop

geschoolde medewerkers het Lean-denken en –handelen zullen verspreiden binnen de afdelingen.

Daarnaast is er veel aandacht geweest voor de integrale samenwerking tussen afdelingen en voor het

investeren in de relatie met de collega’s van de scholen. Eerste aanzetten zijn gemaakt met

teamontwikkeling; per afdeling/team kent dit vaak een eigen tempo en inhoud.

b. Medewerkers

Nieuw functiegebouw

Het herontwerp van de Ondersteunende Diensten en de daaruit voortvloeiende transitie hebben

aanleiding gegeven om in 2016 te starten met het ontwerp van een nieuw functiegebouw. Via een

projectmatige aanpak is gewerkt aan het realiseren van een generiek functiegebouw. Als doelstelling

is geformuleerd: “Het functiegebouw is toekomstbestendig, professioneel en samenhangend ingericht.

Alle functies zijn generiek, resultaatgericht en toekomstgericht beschreven en gewaardeerd. Het

functiegebouw is zodanig ingericht dat meebewegen met organisatieontwikkelingen mogelijk is.

Nieuwe rollen en taken passen binnen de beschreven functies. Het aantal functies is met minimaal

50% teruggebracht. Rollen en verantwoordelijkheden passen bij de transitie van de Ondersteunende

Diensten.”

Page 19: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

18

Eind 2016 is het proces nog niet gereed, maar wel in een vergevorderd stadium. Er zijn

medewerkersbijeenkomsten georganiseerd, in de teams is het nieuwe functiegebouw onderwerp van

gesprek geweest en met de OR is constructief overleg gevoerd. Met de OR is ook gesproken over de

(arbeids)voorwaarden waaronder het nieuwe functiegebouw in 2017 geïmplementeerd zal worden.

Naar verwachting zullen de nieuwe functies medio 2017 van toepassing worden.

Medewerkersonderzoek

Binnen alle stichtingen van Onderwijsgroep Noord is in december 2016 een medewerkersonderzoek

uitgevoerd, en zo ook binnen de Ondersteunende Diensten. Onderzoeksbureau Effectory, die in

vrijwel alle mbo-instellingen en veel vo-instellingen onderzoek uitvoert, heeft alle medewerkers digitaal

uitgenodigd een vragenlijst in te vullen met ca. 80 vragen. De respons van de Ondersteunende

Diensten bedraagt ruim 85%. De uitkomsten worden in het nieuwe jaar bekend gemaakt. Daarna

zullen de teams binnen de stichting om tafel gaan om plannen te maken voor het behoud van de

positieve punten en de aanpak van de verbeterpunten.

Personeelsbestand Ondersteunende Diensten Formatie

Bij de Ondersteunende Diensten van Onderwijsgroep Noord werken eind 2016 88 medewerkers. Dit

aantal is opgebouwd uit medewerkers in loondienst (bepaalde en onbepaalde tijd) en externe inhuur.

Ten opzichte van eind 2015 is dit een stijging van 10,5%.

In onderstaande tabel is de verdeling in fte te zien.

Aanstellingen fte %

Onbepaalde tijd 58,5 76,4 % Bepaalde tijd eigen dienst 14,6 19 % Flex / detachering / ZZP 3,5 4,6 %

Totaal 76,6 100 %

Flexibele schil

De totale flexibele schil bedraagt ruim 23%. Daarbij dient te worden aangetekend dat de (vier)

medewerkers die door de overgangsregeling rsg de Borgen <> Onderwijsgroep Noord sinds 2007 op

detacheringsbasis werkzaam zijn, geen flex-medewerkers zijn volgens de juridische betekenis. Zonder

deze groep is de flexibele schil 20%. Onderwijsgroep Noord breed streeft men naar een flexibele schil

tussen de 10 en 15%.

Man-vrouwverdeling

In de grafiek rechts is de man-vrouw verdeling van het

personeelsbestand van de Ondersteunende Diensten

af te lezen. Deze is verdeeld in 46% vrouw en 54%

man.

Man 54%

Vrouw 46%

man-vrouw verdeling

Page 20: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

19

Leeftijdsverdeling

De leeftijdsverdeling binnen de Ondersteunende Diensten ziet er als volgt uit.

Ziekteverzuim Ondersteunende diensten

Voor de Ondersteunende Diensten van Onderwijsgroep Noord is het voortschrijdend verzuimcijfer

eind 2016 vastgesteld op 3,7%. Daarmee ligt het verzuim boven de afgesproken bovengrens van

3,5%. De Ondersteunende Diensten hebben op het gebied van verzuim een grillig jaar gehad. Naast

het kort verzuim was er helaas ook sprake van een aantal langdurige verzuimgevallen. Het

vervangingsbudget van 2016 is mede hierdoor volledig besteed.

Legenda:

BG De BG (bovengrens) is het maximaal geaccepteerde ziekteverzuim in een kalenderjaar.

In 2014 is de bovengrens vastgesteld op 3,5%.

ZV1 Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde

personeelssterkte (GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100%

ZV2 Idem als ZV1 maar exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd

VG Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim op basis van ZV1

11 20 30 26 10

5

10

15

20

25

30

35

25 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 65 en 65+

Leeftijdsverdeling

0123456789

Ziekteverzuim

ZV1

ZV2

Bovengrens

VG

Page 21: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

20

FINANCIËN

a. Geconsolideerde Jaarrekening

Geconsolideerd Resultaat

Consolidatie

Onderwijsgroep Noord heeft de Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de

Borgen op basis van zeggenschap en invloed van betekenis in de consolidatie betrokken.

Resultaat Onderwijsgroep Noord heeft het jaar 2016 afgesloten met een negatief geconsolideerd

resultaat van bijna -€ 3,3 miljoen (2015: 2,5 miljoen). Het resultaat is verminderd op het

groepsvermogen.

2016 2015

Toevoeging aan het Groepsvermogen -3.270.748 2.512.351

─────── ───────

Exploitatieresultaat -3.270.748 2.512.351

Geconsolideerd

De totale baten zijn € 2,3 miljoen hoger dan in 2015. Deze toename van de baten is met name het

gevolg van een toename van de rijksbijdragen met € 3,5 miljoen. Het betreft hier een toename van de

lumpsumbekostiging met € 2,8 miljoen, toename van de overige subsidies van het Ministerie van

Economische Zaken met € 0,3 miljoen en een toename van de overige subsidies van het Ministerie

van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen met € 0,4 miljoen. Voor het overige is sprake van

afgenomen baten uit werk in opdracht van derden, overige overheidsbijdragen en -subsidies en de

overige baten voor een totaalbedrag van € 1,2 miljoen.

In voorgaande jaren werden onder de overige subsidies OCW/EZ de, in het kader van de

onderwijsbekostiging in het verleden ontvangen en in het boekjaar vrijgevallen subsidies,

verantwoord, die aangewend zijn voor het doen van investeringen. Met ingang van 2016 wordt deze

bate van € 1,0 miljoen (investeringssubsidies) gesaldeerd met de afschrijvingen.

De lasten stijgen ten opzichte van 2015 met € 8,0 miljoen. Het grootste aandeel hierin hebben de

personeelslasten met € 6,0 miljoen. De loonkosten van personeel met een aanstelling en van extern

personeel nemen toe als gevolg van de CAO-verhoging van 3,0% per 1 januari 2016, alsmede als

gevolg van uitbreiding van het personeelsbestand. Daarnaast zijn de personeelslasten gestegen als

gevolg van het opnemen van een seniorenverlof (€ 2,6 miljoen).

De afschrijvingslasten zijn gestegen terwijl bij de huisvestingslasten sprake is van een daling.

De overige lasten nemen met € 1,2 miljoen toe ten opzichte van 2015. Deze stijging wordt nagenoeg

geheel veroorzaakt door hogere kosten voor onderwijskundige projecten (Terra). Deze

onderwijskundige projecten worden bekostigd uit de ontvangen projectsubsidies. Tegenover de kosten

staat een zelfde bedrag aan opbrengsten die zijn opgenomen bij de baten. Ook is sprake van extra

kosten door de activiteiten van TerraRijschool BV, die in 2015 nog niet bestond en van hogere lasten

voor inhuur van externe adviseurs voor diverse projecten. De overige lasten zijn tevens gestegen door

uitbesteding van het onderwijs aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het Dollard College

verzorgd het onderwijs aan deze leerlingen niet zelf maar heeft dat uitbesteed. De hiervoor ontvangen

bekostiging van overheidswege, wordt daarom doorbetaald en verantwoord als kosten voor uitbesteed

onderwijs.

De financiële baten en lasten zijn flink gedaald ten opzichte van 2015. Er is sprake van lagere

rentebaten door een daling van de geldmarkttarieven, maar ook van lagere rentelasten als gevolg van

aflossingen op de leningen.

Page 22: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

21

Financiële kengetallen (geconsolideerd)

Op basis van de geconsolideerde jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden

berekend:

2016 2015

Solvabiliteit 1 0,56 0,60 Solvabiliteit 2 0,62 0,63 Liquiditeit (current ratio) 1,34 1,44 Liquiditeit (quick ratio) 1,24 1,35 Rentabiliteit -2,93 2,29 De solvabiliteit 1 (verhouding eigen vermogen / totaal vermogen) is lager dan in 2015. De ratio blijft

binnen de, door de Inspectie van het Onderwijs in het ‘Toezichtkader bve 2012’ gehanteerde

bandbreedte van 0,20 tot 0,60.

Het eigen vermogen is door het negatieve exploitatieresultaat afgenomen. Relatief gezien is de daling

van het eigen vermogen groter dan de daling van het totale vermogen, waardoor de solvabiliteitsratio

daalt.

Het eigen vermogen is voldoende groot om bij te sturen in het geval van veranderende

omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de exploitatie.

Solvabiliteit 2 (verhouding eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen) is in 2016 0,01 lager en

blijft boven de, door de Inspectie van het Onderwijs in het ‘Toezichtkader bve 2012’ gehanteerde,

bandbreedte van 0,20 tot 0,60. Het eigen vermogen is afgenomen door het negatieve resultaat van

2016. De voorzieningen nemen echter toe door het opnemen van de voorziening voor het

seniorenverlof. Per saldo neemt het bedrag van het eigen vermogen + de voorzieningen af ten

opzichte van 2015.

De liquiditeit - current ratio (vlottende activa / vlottende passiva) is gedaald ten opzichte van 2015

maar ligt nog ruim boven de door de Inspectie van het Onderwijs in het ‘Toezichtkader bve 2012’

gehanteerde ondergrens van 0,5. Zowel de vlottende activa als de vlottende passiva zijn toegenomen,

maar de relatieve toename van de vlottende passiva is groter. De liquiditeit kan als voldoende worden

beschouwd.

Ook de liquiditeit - quick ratio (vlottende activa, exclusief voorraden / vlottende passiva) is gedaald ten

opzichte van 2015, maar ligt boven de door de Inspectie van het Onderwijs in het ‘Toezichtkader bve

2012’ gehanteerde ondergrens van 0,50. Ook hier geldt dat zowel de vlottende activa als de vlottende

passiva zijn toegenomen, maar de relatieve toename van de vlottende passiva groter is.

De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering / totale baten uit gewone bedrijfsvoering x100) is

lager dan in 2015 en zelfs negatief door het negatieve resultaat van 2016. Het negatieve resultaat

wordt veroorzaakt door drie incidentele posten: de waardevermindering van het terrein in Emmen, de

extra afschrijvingslast van de gebouwen in Oldekerk en de opname van een voorziening

seniorenverlof. Wanneer het resultaat wordt gecorrigeerd met deze posten is er sprake van een

positief resultaat. Ondanks de negatieve rentabiliteit kan worden geconcludeerd dat de exploitatie op

orde is.

Financiële instrumenten (geconsolideerd)

Algemeen

Onderwijsgroep Noord maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die

Onderwijsgroep Noord blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële

instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Onderwijsgroep Noord

handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van

Page 23: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

22

het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij

van aan Onderwijsgroep Noord verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende

verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of

fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin

van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet-

of marktrisico’s.

Kredietrisico

De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en

vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt.

Renterisico

Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en

uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele

looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd.

Kredietfaciliteit ABN-AMRO Bank

Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van € 16,2 miljoen met een variabele

rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om het renterisico te beperken is een renteswap

afgesloten met een initiële onderliggende waarde van € 16,2 miljoen die gedurende de looptijd minder

wordt, waardoor Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaald. De hoofdsom van de

langlopende schuld was aanvankelijk € 16,2 miljoen maar is ultimo 2016 € 6,7 miljoen.

20-jarige roll-over lening van € 16,2 miljoen.

Stand van de lening per 31 december 2016 is € 6,7 miljoen.

De einddatum van de lening is 2 november 2025.

Rente op basis van 1-maands Euribor met een opslag van 0,55.

15-jarige rente swap van € 16,2 miljoen.

Stand van de swap per 31 december 2016 is € 7,4 miljoen.

De einddatum van de swap is 1 november 2020.

Vaste rente van 3,9%.

Verwacht wordt dat de swap per balansdatum tot het einde van de looptijd, naar beste inschatting, niet

effectief zal zijn. De huidige ineffectieve swap is gewaardeerd als kortlopende schuld op basis van de

huidige waarde van de swap en daarmee beste inschatting van management per ultimo verslagjaar.

Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in 2010.

De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan.

Het verschil in waarde van deze ineffectiviteit tussen ultimo 2015 en ultimo 2016 wordt meegenomen

als last in de exploitatie. In 2016 is sprake van een negatieve aanpassing van € 11.277.

Het afsluiten van de nieuwe swap in 2008 kende een effect van € 100.485, welke gedurende de

resterende looptijd wordt gealloceerd naar de Staat van baten en lasten. Voor 2016 gaat het om een

vrijval van € 8.374.

Kredietfaciliteit ING Bank

Terra heeft bij de ING Bank een langlopende lening van € 6,0 miljoen met een vaste rente van 2,00%

per jaar. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaren waarvan de rentevaste periode 5 jaren bedraagt.

De hoofdsom van deze langlopende schuld was aanvankelijk € 6,0 miljoen, maar is ultimo 2016 € 5,5

miljoen.

In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van € 8.000.000 afgesloten ten behoeve van

de voorgenomen nieuwbouw in Emmen. Deze lening heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en

Page 24: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

23

de rente is gebaseerd op het 3-maands Euribor tarief met een opslag van 1,3% per jaar. De rente

wordt berekend over het opgenomen bedrag.

Deze lening is ultimo 2016 nog niet opgenomen. Over het niet opgenomen bedrag wordt een

bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar).

ING Rentevastlening van € 6,0 miljoen.

De rentevastperiode bedraagt 60 maanden.

De stand van de lening per 31 december 2016 is € 5,5 miljoen.

De einddatum van de rentevastlening is 1 april 2025.

De rentevastperiode bedraagt 60 maanden.

De vaste rente bedraagt 2,00% per jaar.

Roll-over lening ad € 8,0 miljoen.

De einddatum van de lening is 1 januari 2018.

Deze lening is ultimo 2016 nog niet opgenomen .

Rente op basis van 3-maands Euribor met een opslag van 1,30%.

Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per

kwartaal (0,4% per jaar).

Liquiditeitsrisico

Onderwijsgroep Noord bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende

liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor Onderwijsgroep Noord steeds

voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens

voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de

gestelde lening convenanten te blijven.

Reële waarde

De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder

vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

b. Stichting Onderwijsgroep Noord (enkelvoudig)

Enkelvoudige Jaarrekening

RESULTAAT

Het enkelvoudig resultaat over 2016 komt uit op bedrag van € -4.777. Er was sprake van een

sluitende begroting.

2016 2015

Exploitatieresultaat - 4.777 26.156

De baten zijn € 37.000 lager dan begroot. Daarbij zijn de opbrengsten van de OGN-academie hoger,

maar daar tegenover staan lagere opbrengsten voor detachering en inzet op projecten.

De lasten komen ten opzichte van de begroting € 38.000 lager uit. De personeelslasten zijn € 333.000

hoger dan is begroot. De kosten van personeel met een aanstelling komen hoger uit door uitbreiding

van het personeelsbestand en door de cao-verhoging van 3,0% per 1 januari 2016. De sociale lasten

Page 25: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

24

en de pensioenpremies zijn hoger dan begroot als gevolg van een hoger premiepercentage dan waar

bij het opmaken van de begroting rekening is gehouden.

De dotaties personele voorzieningen zijn hoger dan begroot. Dit is voornamelijk het gevolg van het

opnemen van een voorziening seniorenverlof.

De afschrijvingslasten zijn € 215.000 lager dan begroot als gevolg van het later of helemaal niet

uitvoeren van geplande investeringen. Bij de huisvestingslasten is sprake van lagere lasten dan

begroot. Het gaat hier om een bedrag van € 61.000 vanwege lagere onderhoudskosten en

schoonmaakkosten.

De overige lasten zijn € 94.000 lager dan begroot als gevolg van het niet aanwenden van de begrote

post voor onvoorziene uitgaven. Daarnaast is nauwelijks gebruik gemaakt van het begrote bedrag

voor innovatie.

De rentebaten komen lager uit dan begroot en de rentelasten zijn conform begroting.

Een uitgebreide toelichting op de verschillen staat bij de afzonderlijke posten in de jaarrekening.

Financiële kengetallen (enkelvoudig)

Op basis van de enkelvoudige jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden

berekend:

2016 2015

Solvabiliteit 1 0,30 0,26 Solvabiliteit 2 0,38 0,30 Liquiditeit (current ratio) 1,11 1,52 Weerstandsvermogen 0,17 0,18 Rentabiliteit -0,06% 0,3% Het eigen vermogen is door het negatieve exploitatieresultaat iets afgenomen. Maar door afname van

het balanstotaal zijn zowel solvabiliteit 1 als 2 gestegen. Het eigen vermogen is voldoende groot om

bij te sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de

exploitatie.

De liquiditeit - current ratio (vlottende activa / vlottende passiva) is gedaald ten opzichte van 2015. De

activa zijn toegenomen en de vlottende passiva zijn afgenomen. De liquiditeit kan als voldoende

worden beschouwd.

Het weerstandvermogen is iets afgenomen tov 2016 door een nagenoeg gelijkblijvende eigen

vermogen en hogere baten dan in 2015.

Continuiteitsparagraaf Begroting (enkelvoudig)

De cyclus van plannen maken, begroten, uitvoeren, rapporteren en verantwoorden start met de

begrotingsbrief van het College van Bestuur. Deze begrotingsbrief 2017 is op 26 september 2016 in

het CvB-overleg vastgesteld. De begrotingsbrief is tevens besproken met de Raad van Toezicht. In de

begrotingsbrief staan de financiële kaders, de omgevingsfactoren en de financiële effecten daarvan,

evenals de vastgestelde strategische thema’s die vertaald worden naar budgetten. Deze

begrotingsbrief vormt de basis van de budgetverdeling en omvat tevens de opdracht aan de directeur

Ondersteunende Diensten om de verdere keuzes te maken die leiden tot een sluitende, realistische,

maar bovenal breed gedragen begroting.

Page 26: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

25

Hiermee beoogt het College van Bestuur het verbeteren van de beheersing van de organisatie en de

afzonderlijke organisatieonderdelen.

De begrotingssystematiek is daarmee een strategisch instrument en gelet op de ontwikkeling van de

organisatie is het noodzakelijk om deze duidelijk te positioneren op centraal niveau. Daarbij wordt de

budgetverantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie neergelegd. Lasten worden zoveel

mogelijk aan de afdelingen toegerekend. Door meer lasten op een lager budgetniveau toe te rekenen,

ontstaat een grotere transparantie en een grotere invloed en eigenaarschap van de budgethouder op

de afdelingsexploitatie.

Met ingang van het begrotingsjaar 2017 is de begrotingscyclus anders ingericht. Onderwijsgroep

Noord heeft voor deze begroting een verdere stap gemaakt om een meer beleidsrijke begroting te

presenteren. Belangrijk uitgangspunt daarbij is geweest om de begroting zo op te stellen dat daar

waar de verantwoordelijkheid voor de besteding ligt ook de verantwoording ligt.

Continuïteit

Deze continuïteitsparagraaf beoogt inzicht te verschaffen in de wijze waarop het College van Bestuur

van Onderwijsgroep Noord omgaat met de financiële gevolgen in de jaren 2017 tot en met 2019 als

gevolg van het gevoerde en te voeren beleid. In deze paragraaf wordt zicht geboden op het verwachte

exploitatieresultaat in de komende jaren en de ontwikkeling van de vermogenspositie. Het proces om

majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en de gevolgen hiervan voor het resultaat en de

vermogenspositie te identificeren, is structureel ingebed in de organisatie van Onderwijsgroep Noord.

Hiertoe wordt in de meerjarenbegroting een tijdshorizon gehanteerd die nog drie jaren verder ligt dan

de tijdshorizon in deze continuïteitsparagraaf.

Kengetallen Personele bezetting

Op 1 augustus 2016 is er een directeur van de Ondersteunende Diensten benoemd en daarnaast zijn

er in 2016 vier adjunct-directeuren aangesteld. Een zichtbare verandering is de aanpassing van de

naamgeving van het bestuursbureau: per 1 augustus 2016 is de naam ‘Ondersteunende Diensten’,

daarmee recht doend aan de beoogde toegevoegde waarde voor het onderwijsproces.

Vanaf zomer 2016 wordt gewerkt aan de implementatie van de beschreven ambities. Ook in 2017

zullen per afdeling en afdelingsoverstijgend concrete en zichtbare verbetertrajecten worden

uitgevoerd, waaronder het doorlichten en optimaliseren van de belangrijkste bedrijfsprocessen met

behulp van de Lean-methodiek. Daarnaast wordt geïnvesteerd in strategische personeelsplanning,

strategisch huisvestingsplan, herijking van het functiebouwwerk en wordt de professionalisering van

alle medewerkers van het Ondersteunende Diensten geïntensiveerd.

Gestreefd wordt naar een flexibel en, qua leeftijd, evenwichtig opgebouwd personeelsbestand en een

grotere personele mobiliteit. Maatregelen om dit te realiseren zullen in de komende jaren

geïmplementeerd worden.

Voor de personele lasten is de formatie voor het schooljaar 2016-2017 en de daarbij behorende

loonsom als uitgangspunt genomen. In de meerjarenbegroting wordt uitgegaan van een jaarlijkse

loonkostenstijging voor periodieke verhogingen op grond van het carrièrepatroon van de

medewerkers.

Daarnaast wordt aangenomen dat de jaarlijkse stijging van de premies voor sociale lasten minimaal

zullen zijn. De pensioenpremie gaat wel stijgen in de komende jaren. In de begroting 2017 is rekening

gehouden met een stijging van 2,0%. Ook voor 2018 wordt een verdere stijging voorzien.

Page 27: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

26

Samenvattend overzicht personele bezetting

Balans (enkelvoudig)

Het binnen 1 jaar af te lossen deel van de langlopende lening is in 2016 onder kortlopende schulden

opgenomen. In 2017 en volgende jaren is de volledige lening onder langlopende schulden weergegeven.

De onderwijsinspectie vindt het onwenselijk dat het vermogen van Onderwijsgroep Noord verder wordt

versterkt met publieke middelen. Hier geldt dat er tenminste sprake moet zijn van een sluitende

exploitatie, zodat niet wordt ingeteerd op het vermogen.

Het bestaande vermogen bestaat geheel uit het bestemmingsfonds publieke onderwijsgelden

waarmee zichtbaar wordt gemaakt dat dit vermogen niet aan de publieke middelen wordt onttrokken.

Er is op dit moment geen sprake van een vrije algemene reserve. De solvabiliteit van Onderwijsgroep

Noord bedraagt 0,30 per ultimo 2016 en deze zal zich in de komende jaren, op basis van de

meerjarenbegroting, ontwikkelen tot 0,34% per ultimo 2019. Rekening houdend met het gegeven dat

KENGETALLEN 2016 2017 2018 2019

stand per 31-12 werkelijk begroot prognose prognose

College van Bestuur (fte) 4,9 4,9 4,9 4,9

Ondersteunend en beheerspersoneel (fte) 67,3 67,3 67,3 67,3

Totale personele bezetting (fte) 72,2 72,2 72,2 72,2

BALANS per 31-12 2016 2017 2018 2019

(x 1.000) werkelijk begroot prognose prognose

ACTIVA

VASTE ACTIVA

Materiële vaste activa 3.386 3.619 3.349 3.085

TOTAAL VASTE ACTIVA 3.386 3.619 3.349 3.085

VLOTTENDE ACTIVA

Vorderingen 53 75 75 75

Liquide middelen 1.028 589 739 884

TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA 1.081 664 814 959

TOTAAL ACTIVA 4.467 4.283 4.163 4.044

PASSIVA

EIGEN VERMOGEN 1.322 1.365 1.365 1.366

Bestemmingsreserves 1.322 1.365 1.365 1.366

VOORZIENINGEN 397 216 216 216

LANGLOPENDE SCHULDEN 1.770 1.770 1.650 1.530

KORTLOPENDE SCHULDEN 978 932 932 932

TOTAAL PASSIVA 4.467 4.283 4.163 4.044

Balansratio's 2016 2017 2018 2019

Solvabiliteit 1 0,30 0,32 0,33 0,34

Solvabiliteit 2 0,38 0,37 0,38 0,39

Liquiditeitsratio - current ratio 1,11 0,71 0,87 1,03

Huisvestingsratio 0,04 0,05 0,05 0,05

Weerstandsvermogen 0,17 0,18 0,18 0,19

Rentabiliteit -0,06% - - -

Page 28: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

27

de onderwijsinspectie het onwenselijk vindt dat het vermogen van Onderwijsgroep Noord verder wordt

versterkt vanuit de publieke middelen, is het actief versterken van het vermogen niet aan de orde.

De liquiditeitspositie van Onderwijsgroep Noord is voldoende. De liquiditeitsratio (current ratio)

bedraagt per ultimo 2016 1,11. De liquide middelen hebben het niveau dat voor een normale

bedrijfsvoering gewenst is, maar bij het uitvoeren van grote investeringen zal de liquiditeitspositie

nadrukkelijk betrokken moeten worden.

De huisvestingsratio zijn de huisvestingslasten + de afschrijvingen op gebouwen en terreinen,

uitgedrukt in een percentage van de totale lasten. De signaleringsgrens is > 0,10.

Het weerstandsvermogen is het eigen vermogen, inclusief het resultaat voor het jaar, uitgedrukt in een

percentage van de totale baten in een jaar, inclusief de financiële baten en exclusief de buitengewone

baten. Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de instelling in staat is om onverwachte

financiële tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen van Onderwijsgroep Noord ligt boven

de signaleringswaarde van < 0,05

De rentabiliteit geeft het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering weer in een percentage van de totale

baten uit gewone bedrijfsvoering, inclusief de rentebaten. Dit kengetal geeft aan of er 'winst of verlies'

is gemaakt met de beschikbare baten. De signaleringswaarden zijn:

3-jarig < 0

2-jarig < -0,05

1-jarig < -0,10

Door het negatieve resultaat over 2016 is er sprake van een negatieve rentabiliteit. Voor de komende

jaren worden er geen resultaat verwacht. De rentabiliteit is dan nul.

Staat van Baten en Lasten (enkelvoudig)

De begrote en geprognosticeerde cijfers voor de jaren 2017 tot en met 2019 zijn ontleend aan de

(meerjaren)begroting 2017-2022. Deze begroting is vastgesteld door het College van Bestuur en

goedgekeurd door de Raad van Toezicht.

Staat van Baten en Lasten 2016 2017 2018 2019

(x € 1.000) werkelijk begroot prognose prognose

BATEN

Baten werk in opdracht van derden 7.559 7.516 7.245 7.164

Overige baten 333 219 182 182

TOTAAL BATEN 7.892 7.735 7.427 7.346

LASTEN

Personele lasten 5.727 5.521 5.377 5.315

Afschrijvingslasten 284 411 370 364

Huisvestingslasten 214 239 229 231

Overige lasten 1.568 1.464 1.352 1.343

TOTAAL LASTEN 7.793 7.635 7.328 7.253

Saldo Baten en Lasten 99 100 99 93

Saldo financiële baten en lasten -104 -100 -99 -93

NETTO RESULTAAT -5 - - -

Page 29: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

28

Zoals uit de geprognosticeerde (enkelvoudige) Staat van Baten en Lasten blijkt, zal er in de komende

jaren sprake zijn van sluitende of positieve exploitatieresultaten. De baten zullen in de komende jaren

afnemen als gevolg van teruglopende leerlingenaantallen. Er is echter voldoende natuurlijk verloop,

op basis van de leeftijdsopbouw van het personeel, te verwachten om met deze ontwikkeling mee te

kunnen bewegen. Tevens wordt hierop al geanticipeerd bij het aannemen van nieuwe medewerkers.

Intern risicobeheersings- en controlesysteem

Bij Onderwijsgroep Noord is een aanvang gemaakt met de implementatie van een dynamisch

risicomanagementsysteem voor de gehele organisatie. In 2016 is met name aandacht gegeven aan

de ontwikkeling en versterking van de PDCA-cyclus. De (meerjaren)begroting 2017 heeft een andere

opzet gekregen en de opbouw van de begroting is verbeterd. Hierdoor kunnen (de effecten van) een

aantal risico’s beter in kaart worden gebracht en nemen de mogelijkheden voor een goede

risicobeheersing toe (bijvoorbeeld effect van afnemende leerlingen aantallen). Ook is gestart met het

strategisch huisvestingsplan en strategisch personeelsplan. Er wordt daarmee eerst aandacht besteed

aan een goed fundament voor de verdere ontwikkeling van het risico-managementsysteem en

daarmee is de basis verder op orde gebracht. In 2017 zal het risico-managementsysteem zelf weer

verder worden ontwikkeld.

Belangrijke aandachtspunten zijn o.a.

- Krimp van het aantal leerlingen.

- Ontwikkelingen t.a.v. personeel.

- Huisvesting.

- Kwaliteit van de opleidingen.

- Ontwikkelingen in bekostiging.

Om bovengenoemde risico’s te beheersen worden verschillende instrumenten ingezet zoals de eerder

genoemde ontwikkeling van het strategisch personeelsplan en het strategisch huisvestingsplan.

Hierbij worden zowel de kwantitatieve als kwalitatieve aspecten van huisvesting en personeel in beeld

worden gebracht en wordt inzichtelijk gemaakt waar op korte of langere termijn knelpunten gaan

ontstaan. Er kan dan geanticipeerd worden op deze risico’s. De effecten zijn, voor zover op dit

moment beschikbaar, meegenomen in de meerjarenbegroting.

Rapportage toezichthoudend orgaan

Zoals uit het verslag van de Raad van Toezicht blijkt, laat de Raad zich informeren over de belangrijke

ontwikkelingen en grote beleidsvraagstukken zodat de Raad haar toezichthoudende rol goed kan

vervullen. Bij deze thema’s denkt de Raad van Toezicht mee met het College van Bestuur en geeft

tevens adviezen (zie ook het verslag van de Raad van Toezicht).

Treasury

Stichting Onderwijsgroep Noord handelt binnen de kaders van het treasurystatuut. Dit statuut is

gebaseerd op de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2016.

Doel van het treasurystatuut is om het primaire proces van stichting Onderwijsgroep Noord te

ondersteunen. Met het beheer van financiële posities en financiële stromen streeft stichting

Onderwijsgroep Noord er naar de kosten en risico’s te minimaliseren en de opbrengsten te

maximaliseren. Het treasurystatuut is verankerd in de administratieve organisatie.

Stichting Onderwijsgroep Noord heeft het Treasurystatuut in 2016 gewijzigd naar aanleiding van de

nieuwe regeling 'Beleggen, lenen en derivaten OCW 2016', welke de oude regeling 'Beleggen en

Belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010' vervangt. Het statuut is opgesteld in

Page 30: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

29

overeenstemming met artikel 10 van de nieuwe regeling 'Beleggen, lenen en derivaten OCW 2016'.

Het statuut is vastgesteld door de raad van toezicht. Het financieel beleid wordt gevoerd in lijn met de

regeling.

Stichting Onderwijsgroep Noord heeft per einde 2016 de beschikking over € 1,950 miljoen aan liquide

middelen. De liquide middelen zijn direct opvraagbaar en risicoloos weggezet bij gezonde en solide

Nederlandse banken, conform het treasurystatuut. Stichting Onderwijsgroep Noord heeft tevens een

langlopende lening van € 2,85 miljoen. Hierop wordt jaarlijks € 0,12 miljoen afgelost. Er zijn in 2016

geen nieuwe leningen aangetrokken en gedurende 2016 heeft stichting Onderwijsgroep Noord geen

beleggingen uitstaan.

Het saldo van liquide middelen is teruggelopen met ca. € 0,9 mln. (van ca. € 1,95 mln per 1-1-2016

tot € 1,03 mln per eind 2016).

Over het jaar 2016 is er steeds voldoende saldo op de betaalrekening aangehouden om aan de

verplichtingen te kunnen voldoen. Het saldo op direct opvraagbare spaarrekeningen bedraagt per eind

2016 ca. € 0,8 mln. Er is geen behoefte aan externe financiering.

Financiële instrumenten (enkelvoudig)

Algemeen

Onderwijsgroep Noord maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die

Onderwijsgroep Noord blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële

instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Onderwijsgroep Noord

handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van

het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij

van aan Onderwijsgroep Noord verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende

verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of

fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin

van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet-

of marktrisico’s.

Kredietrisico

De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en

vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt.

Renterisico

Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en

uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele

looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd.

Liquiditeitsrisico

Onderwijsgroep Noord bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende

liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor Onderwijsgroep Noord steeds

voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens

voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de

gestelde lening convenanten te blijven.

Reële waarde

De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder

vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

Page 31: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

30

Bijlage A - Instellingsgegevens De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de situatie per 31 december 2016. Instellingsgegevens Naam instelling: Stichting Onderwijsgroep Noord Bezoekadres: Hereweg 101 Postadres: Postbus 17 Postcode/Plaats: 9700 AA Groningen Telefoon: (050) 529 29 29 E-mail: [email protected] Internetsite: www. onderwijsgroepnoord.nl Handelsregister: 2077745 Contactpersoon: dhr. P. Reitsma, adjunct-directeur Planning & Control E-mail: [email protected] College van Bestuur mw. A. Berendsen MBA Bunne, voorzitter dhr. A.G. Wennink Enschede, lid Raad van Toezicht mw. E. Pastoor, voorzitter dhr. H. Holman, lid dhr. F. Migchelbrink, lid (tot 01-06-2016) dhr. M. Krijnsen, lid dhr. T. Wagenaar, lid dhr. E. van Zuidam, lid dhr. K.J. Roffel, lid (m.i.v. 01-05-2016) De Raad van Toezicht kent drie commissies, de remuneratiecommissie, de auditcommissie en de commissie kwaliteitszorg. Remuneratiecommissie De remuneratiecommissie is verantwoordelijk voor: a) 1. voorstellen betreffende het te voeren vergoedingsbeleid voor leden van de Raad van

Toezicht ter vaststelling door de Raad van Toezicht; 2. voorstellen betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid voor leden van het College

van Bestuur ter vaststelling door de Raad van Toezicht; 3. voorstellen inzake de hoogte van de bezoldiging, afvloeiingsregelingen en overige

vergoedingen, van individuele leden van het College van Bestuur ter vaststelling door de Raad van Toezicht. b) De commissie is verantwoordelijk voor het geven van advies aan de Raad van Toezicht

met betrekking tot de periodieke beoordeling van het functioneren van het College van Bestuur en de rapportage hierover aan de Raad van Toezicht. De remuneratie-commissie bereidt gesprekken met het College van Bestuur voor en voert ze uit.

c) De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar beraadslagingen en bevindingen. d) De commissie kan naar eigen goedvinden ieder onderzoek dat zij voor de vervulling van

haar taken nodig of wenselijk acht uitvoeren. Zij heeft daartoe onbeperkt toegang tot

Page 32: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

31

documenten van en informatie betreffende het Dollard College. De voorzitter pleegt daartoe tevoren overleg met het College van Bestuur.

De remuneratiecommissie heeft een HRM gesprek met het lid CvB gevoerd. Het gesprek met de voorzitter CvB vond plaats in 2017. Ook het onderwerp scholing komt als onderwerp aan bod. De remuneratiecommissie heeft de inhoud van het gesprek voorbereid in een besloten RvT-vergadering en heeft ook deze wijze een terugkoppeling op het HRM-gesprek gegeven. Verder heeft de remuneratiecommissie zitting genomen in de beide sollicitatieprocedures voor lid Raad van Toezicht. In totaal heeft de remuneratiecommissie in 2016 deelgenomen aan vijf bijeenkomsten. Samenstelling remuneratiecommissie: mw. E. Pastoor, voorzitter dhr. T. Wagenaar, lid

Auditcommissie

De auditcommissie is verantwoordelijk voor het geven van advies aan de Raad van Toezicht met betrekking tot:

a) het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Toezicht over de financiële gang van zaken bij Onderwijsgroep Noord en de daarvan deel uitmakende instellingen en over de toetsing van de werking van de administratieve organisatie en controle; onder de financiële gang van zaken vallen de begroting, het jaarplan, het financieel jaarverslag, het algemeen jaarverslag en de accountantscontrole (inclusief de managementletter);

b) het jaarlijks rapporteren aan de Raad van Toezicht over de ontwikkelingen in de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid en eventuele niet-controlewerkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord;

c) het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Toezicht met betrekking tot de financiering van Onderwijsgroep Noord en de daartoe behorende instellingen.

De auditcommissie heeft drie maal vergaderd, waarvan twee maal ook met de accountant. Onderwerpen waar de auditcommissie zich in verdiept heeft zijn: - Begroting - Jaarverslag / jaarrekening - Nieuwbouw Emmen - Financiële situatie rsg Samenstelling auditcommissie: dhr. F. Migchelbrink ((tot 01-06-2016) dhr. H. Holman dhr. K.J. Roffel (m.i.v. 01-05-2016)

Commissie kwaliteitszorg

De commissie kwaliteitszorg is verantwoordelijk voor het geven van advies aan de Raad van Toezicht met betrekking tot kwaliteitszorg in brede zin.

a) Onderwijskwaliteit: is de basis op orde? Is de onderwijskwaliteit van het gewenste niveau? b) Medewerkers: medewerkers bepalen de kwaliteit van de organisatie. Hoe gaat de organisatie om

met professionalisering? c) Beweging: de organisatie maakt een transitie door, is in beweging. Hoe verloopt deze beweging? De kwaliteitscommissie is vier maal bij elkaar geweest en heeft zich gebogen over de volgende vraagstukken:

Hoe houd je als Raad van Toezicht toezicht op onderwijskwaliteit (anders dan bijvoorbeeld inspectie)?

Page 33: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

32

Het begrip ‘kwaliteit’ wordt breed opgevat. Hieronder valt bijvoorbeeld ook: hoe gaat het met de transitie, hoe tevreden zijn medewerkers, leerlingen en ouders.

Initiatief genomen om een congres met Wouter Hart en Danielle Braun te organiseren.

In gesprek met teams in de scholen: experiment starten.

Samenstelling commissie kwaliteitszorg: dhr. M. Krijnsen dhr. E. van Zuidam

Page 34: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

33

Bijlage B - Nevenfuncties (Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2016 College van Bestuur A.A. Berendsen, Bunne, voorzitter Voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord Voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College Voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen Voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra Lid Thema Advies Commissie bpv van de SBB Lid Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord (tot 1-10-2016) Lid Raad van Toezicht De Noorderbrug Lid Raad van Commissarissen Ommelander Ziekenhuis Groningen

A.G. Wennink, Enschede, lid Lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord Lid College van Bestuur Stichting Dollard College Lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen Lid College van Bestuur Stichting AOC Terra Lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs Lid MBO Raad Lid Raad van Toezicht, Kaliber Kunstenschool. Lid Raad van Toezicht, Centrum voor de Kunsten Twente Lid Raad van Toezicht, Twentse Welle Lid Bestuur, Stichting Personeelsbelangen Enschedese musea Lid stuurgroep Energy College Lid adviesraad UniPartners Twente Raad van Toezicht E.M. Pastoor-Meuleman, Haren, voorzitter

Elly Pastoor Advies, sociale en duurzame innovatie; zelfstandig ondernemer Wethouder gemeente Grootegast (parttime) Lid jury NPGZ Stimuleringsprijs (Noordelijk Platform Gehandicapten Zorg) Voorzitter vereniging Noorden Duurzaam Lid Raad van Toezicht Stichting Het Kopland Lid bestuur Stichting Nieuw Nabuurschap Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Dollard College Voorzitter Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen Voorzitter Raad van Toezicht Stichting AOC Terra

H. Holman, Steenbergen, lid Melkveehouder Vicevoorzitter European Dairy Farmers Europa Gemeenteraadslid Noordenveld Lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord Lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College Lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen Lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra

Page 35: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

34

F. Migchelbrink, Roden, lid (tot 01-06-2016) Lid Raad van Toezicht Certe, Groningen Lid Raad van Commissarissen Twaron BV, Arnhem Lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen Lid Raad van Commissarissen Target Holding, Groningen Lid Raad van Advies Sameen, Groningen Lid Raad van Advies Kredietunie Eemsregio, Delfzijl Voorzitter Raad van Toezicht Stichting KwamUTegen, Rijswijk Lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord Lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College Lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen Lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra M. Krijnsen, Gasteren, lid Voorzitter van de tafel Duurzame Inzetbaarheid bij de Vereniging Noorden Duurzaam Voorzitter van de stuurgroep Glas van Aa tot Hunze Lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord Lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College Lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen Lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra T. Wagenaar, Bontebok, lid Zelfstandig ondernemer voor interim werkzaamheden en advisering Lid van de Raad van Toezicht van Penta Primair Lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord Lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College Lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen Lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra

E. van Zuidam, Roden, lid Directeur Veiligheidsregio Groningen Lid Raad van Toezicht Regionaal Expertise Centrum Noord Nederland Cluster 4 Bijzonder Onderwijs (RENN4) Bestuurslid Stichting Vrienden van de Jeugdbrandweer Groningen Lid Raad van Advies Stichting Het Kopland Lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord Lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College Lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen Lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra K.J. Roffel, Leek, lid (per 01-05-2016) Directeur Financiën en Bedrijfsvoering Certe Lid Raad van Toezicht Willem Lodewijk Gymnasium Parttime docent Hogeschool Windesheim, Zwolle Lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord Lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College Lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen Lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra

Page 36: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

35

Bijlage C - Afkortingen AOC Agrarisch opleidingscentrum cao Collectieve arbeidsovereenkomst EHBO Eerste hulp bij ongelukken havo Hoger algemeen vormend onderwijs HRM Human resource management IBP Informatie beveiliging en privacy ICT Informatie- en communicatietechnologie LO Lichamelijke opvoeding LOB Loopbaanleren lwoo Leerweg ondersteunend onderwijs mavo Middelbaar algemeen vormend onderwijs mbo Middelbaar beroeps onderwijs MR Medezeggenschapsraad OCW Onderwijs Cultuur en wetenschappen OGN Onderwijsgroep Noord OR Ondernemingsraad PrO Praktijkonderwijs RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie RvT Raad van Toezicht vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs VO Voortgezet onderwijs VTOI Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs WMS Wet medezeggenschap op school WOR Wet op de ondernemingsraden

Page 37: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Jaarrekening

Page 38: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Jaarrekening

Geconsolideerde jaarrekening

Geconsolideerde balans per 31 december 2016

Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2016

Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2016

Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening

Toelichting behorende tot de geconsolideerde balans

Niet in de balans opgenomen verplichtingen en vorderingen

Toelichting behorende tot de geconsolideerde staat van baten en lasten

Enkelvoudige jaarrekening

Enkelvoudige balans per 31 december 2016

Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2016

Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening

Toelichting behorende tot de enkelvoudige balans

Toelichting behorende tot de enkelvoudige staat van baten en lasten

Verbonden partijen

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

Overige gegevens

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Bestemming van het exploitatiesaldo

Gebeurtenissen na balansdatum

Page 39: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Geconsolideerde

jaarrekening

Page 40: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Geconsolideerde balans per 31 december 2016(na resultaatbestemming)

€ €

Vaste activa

1.2 Materiële vaste activa 59.587.687 61.323.344

Totaal vaste activa 59.587.687 61.323.344

Vlottende activa

1.4 Voorraden 1.979.932 1.618.882

1.5 Vorderingen 2.224.912 2.252.173

1.7 Liquide middelen 23.020.876 22.234.176

Totaal vlottende activa 27.225.720 26.105.231

Totaal activa 86.813.407 87.428.575

2.1 Eigen Vermogen 48.736.420 52.007.168

2.2 Voorzieningen 4.866.756 2.842.052

2.3 Langlopende schulden 12.848.082 14.112.698

2.4 Kortlopende schulden 20.362.149 18.466.657

Totaal passiva 86.813.407 87.428.575

31-12-2016 31-12-2015

Page 41: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2016

2016 2015

€ €

3 Baten

3.1 Rijksbijdragen 104.390.441 100.887.718

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 313.497 812.955

3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 113.577 108.579

3.4 Baten werk in opdracht van derden 1.697.152 1.834.550

3.5 Overige baten 5.241.890 5.792.136

Totaal baten 111.756.557 109.435.938

4 Lasten

4.1 Personeelslasten 81.727.253 75.715.234

4.2 Afschrijvingen 7.225.374 6.075.155

4.3 Huisvestingslasten 7.400.719 7.755.432

4.4 Overige lasten 18.098.849 16.836.651

Totaal lasten 114.452.195 106.382.472

Saldo baten en lasten -2.695.638 3.053.466

5 Financiële baten en lasten -575.110 -880.443

Netto resultaat -3.270.748 2.173.023

Page 42: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2016

2016 2015

€ €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten -2.695.638 3.053.466

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 8.303.950 6.075.155

- vrijval uit investeringssubsidies -1.078.575 -1.122.036

- mutaties voorzieningen 2.024.704 129.886

9.250.079 5.083.005

Veranderingen in vlottende middelen:

- voorraden -361.050 -531.249

- vorderingen 13.967 -178.530

- schulden 1.892.589 3.456.858

1.545.506 2.747.079

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 8.099.947 10.883.550

Ontvangen interest 44.582 114.997

Betaalde interest -603.495 -617.791

-558.913 -502.794

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 7.541.034 10.380.756

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -6.037.010 -5.812.947

Desinvesteringen in materiële vaste activa 547.292 140.917

Mutatie wegens correctie Eigen Vermogen 0 0

-5.489.718 -5.672.030

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -5.489.718 -5.672.030

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen 0 0

Aflossing langlopende schulden -1.264.616 -1.264.616

-1.264.616 -1.264.616

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -1.264.616 -1.264.616

Mutatie liquide middelen 786.700 3.444.110

Stand per 1 januari 22.234.176

Mutatie boekjaar 786.700

Stand per 31 december 23.020.876

Page 43: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening

Algemene toelichting

Rechtspersoon en voornaamste activiteiten Onderwijsgroep Noord is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen en is ingeschreven bij het handelsregister onder nummer 02077745. Onderwijsgroep Noord levert beleidsvoorbereidende en ondersteunende diensten aan de onderwijsinstellingen die deel uitmaken van de groep. Deze onderwijsinstellingen zijn AOC Terra (een Agrarisch Opleidingscentrum), Dollard College en rsg de Borgen (onderwijsinstellingen voor Voortgezet Onderwijs).

Continuïteit De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit.

Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen: - Inschatting van de levensduur van activa.- Inschattingen in het kader van personele voorzieningen.

Consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens opgenomen van Onderwijsgroep Noord samen met haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Onderwijsgroep Noord direct of indirect overheersende zeggenschap kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enige andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum.

De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Deelnemingen waarop geen overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend (geassocieerde deelnemingen) worden niet betrokken in de consolidatie.

Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de Groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep.

De in de consolidatie begrepen groepsmaatschappijen zijn: Stichting AOC Terra, Groningen (100%) Stichting Dollard College, Groningen (100%) Stichting rsg de Borgen, Groningen (100%)

Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Terra of de moedermaatschappij van Terra en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.

Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.

Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.

Page 44: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Algemene grondslagen

Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen.

Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelsel- en schattingswijzigingen zoals opgenomen in de desbetreffende paragrafen.

Tot 1 januari 2016 werden de in het boekjaar vrijgevallen investeringssubsidies die betrekking hebben op een deel van de afschrijvingslasten, verantwoord als bate bij de Overige subsidies OCW/EZ en de Overige overheidsbijdragen en -subsidies. Vanaf 2016 worden deze baten gesaldeerd met de afschrijvingen. De vergelijkende cijfers over 2015 zijn dienovereenkomstig aangepast.

Operationele leasing Bij Onderwijsgroep Noord zijn er leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij Onderwijsgroep Noord ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract.

Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen, waaronder derivaten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze derivaten worden door de instelling niet gesepareerd van het basiscontract en derhalve in overeenstemming met het basiscontract verwerkt. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde­veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie­kosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) De eerste waardering voor afgeleide financiële instrumenten is de reële waarde. Na eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financieel instrument hangt af van de vraag of er hedge-accounting wordt toegepast.

Terra maakt gebruik van renteswaps om de renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de afgesloten leningen. Doordat kostprijs hedge-accounting wordt toegepast en het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, dient de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen te worden, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge-accounting, maar het financiële instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedge-accounting beëindigd. Dan dient het financiële instrument tegen kostprijs of lagere marktwaarde te worden verwerkt. Terra documenteert de hedgerelaties in hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat er geen sprake is van overhedges. Een verlies als gevolg van een overhedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar betreffende paragraaf.

Indien grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond.

Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen.

Page 45: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.

Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen 30 jaar Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie 10 jaar Apparatuur, machines en installaties 4-10 jaarMeubilair 10-15 jaarHard- en software 3 jaar

Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd, indien zij de gebruiksduur van het object verlengen.

Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruit ontvangen investeringssubsidies) en vallen jaarlijks vrij ten gunste van de rijksbijdragen danwel de overige overheidsbijdragen.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen wordt geen voorziening voor groot onderhoud gevormd. De kosten worden rechtstreeks in de resultatenrekening verantwoord.

Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt ervan uitgegaan dat er invloed van betekenis is.

De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming.

Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Onderwijsgroep Noord in deze situatie geheel of gedeeltelijk instaat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt hiervoor een voorziening getroffen.

De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering.

Als resultaat wordt verantwoord het bedrag waarmee de boekwaarde van de deelneming sinds de voorafgaande jaarrekening is gewijzigd als gevolg van het door de deelneming behaalde resultaat.

Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Als resultaat wordt in aanmerking genomen het in het verslagjaar gedeclareerde dividend van de deelneming, waarbij niet in contanten uitgekeerde dividenden worden gewaardeerd tegen reële waarde.

Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde (zie verder de paragraaf “Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa”); afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-en-verliesrekening.

Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogte van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom-genererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroom-genererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winst-en-verliesrekening onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief.

Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroom-genererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroom-genererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroom-genererende eenheid geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroom-genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardevermindering voor het actief (of kasstroom-genererende eenheid) zou zijn verantwoord.

Page 46: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Voorraden De voorraden betreffen de lesboeken en laptops die aan de leerlingen in bruikleen worden gegeven en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder toepassing van de FIFI-methode (‘first in, first out’) of lagere opbrengstwaarde. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken en de laptops vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats.

Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.

Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Eigen vermogen Omdat het vermogen van Onderwijsgroep Noord indirect ontstaat uit de publieke middelen van de drie onderwijsinstellingen binnen de groep, heeft het College van Bestuur van Onderwijsgroep Noord en de drie onderwijsinstellingen gemeend hiervoor een bestemmingsfonds publieke onderwijsgelden te moeten instellen waarmee zichtbaar wordt gemaakt dat dit vermogen niet aan de publieke middelen wordt onttrokken.

Aandeel derden Het aandeel derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd tegen het bedrag van het netto-belang in de netto-activa van de desbetreffende groepsmaatschappijen.

Voor zover de desbetreffende groepsmaatschappij een negatieve nettovermogenswaarde heeft, worden de negatieve waarde en de eventuele verdere verliezen niet toegewezen aan het aandeel derden, tenzij de derden-aandeelhouders een feitelijke verplichting hebben en in staat zijn om de verliezen voor hun rekening te nemen. Zodra de nettovermogenswaarde van de groepsmaatschappij weer positief is, worden resultaten toegekend aan het aandeel derden.

Voorzieningen De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden, een voorziening ambtsjubilea, een voorziening langdurig zieken een voorziening spaarverlof en een voorziening seniorenverlof.

Algemeen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: · een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en· waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en· het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijkdoor een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd.Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om deverplichtingen en verliezen af te wikkelen.

De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 0,356% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2016.

De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de gemiddelde verplichting in de afgelopen vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.

De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid.

De voorziening spaarverlof is gevormd voor de verplichting, uit hoofde van het levensfase bewust personeelsbeleid ten aanzien van het persoonlijk budget van 50 uur per jaar op grond van de CAO-VO. Medewerkers waarop de CAO-VO van toepassing is kunnen ervoor kiezen deze uren te sparen. Voor deze gespaarde uren is een voorziening getroffen.

De voorziening seniorenverlof is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst nog op te nemen verlof die ontstaat bij toekomstige deelname van medewerkers aan deze regeling en de verplichting aan huidige deelnemers aan de regeling voor de komende vijf jaar. Deze voorziening is alleen opgenomen voor medewerkers die niet onder de overgangsregelingen vallen.

Page 47: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Langlopende schulden Langlopende schulden worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, waarbij een verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Bij vervroegde aflossingen wordt de in rekening gebrachte boeterente verwerkt in de winst- en verliesrekening als financiële baten en lasten.

Voor alle langlopende leningen zijn zakelijke zekerheidstellingen verstrekt. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar.

Grondslagen voor bepaling van het resultaat

Resultaatbepaling In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.

Opbrengstverantwoording

Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.

Baten werk in opdracht van derden Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

Overige baten Onder overige bedrijfsopbrengsten worden resultaten verantwoord die niet rechtstreeks samenhangen met de levering van diensten in het kader van de normale, niet-incidentele bedrijfsactiviteiten. Deze opbrengsten worden toegerekend aan de verslagperiode in overeenstemming met de inhoud van de overeenkomst.

Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen.

Pensioenen Stichting onderwijswijsgroep Noord is aangesloten bij Stichting Pensioenfonds ABP. ABP is een bedrijfstakpensioenfonds met een toegezegde pensioenregeling (multi-employer defined benefit-regeling). Gezien het feit dat de pensioenregeling een multi-employer regeling betreft is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling (defined contribution-regeling) verantwoord. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van gereedheid voor ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en in uitvoering en vooruitbetaling wordt niet afgeschreven.

Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.

Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de overige baten respectievelijk onder overige lasten.

Page 48: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Segmentatie Dollard College In dit jaarverslag zijn overeenkomstig de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' afzonderlijke staten van baten en lasten, alsmede de daarbij behorende toelichting, opgenomen per BRIN-nummer. Het betreft hier BRIN-nummer 20CM 'Scholengemeenschap Dollard College voor Lyc Havo Mavo Vbo Lwoo' en BRIN-nummer 19UR 'School voor Praktijkonderwijs De Flint'. Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De directe kosten van de segmenten zijn volledig toegerekend aan het betreffende segment.

Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

Page 49: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Toelichting behorende tot de geconsolideerde balans

1.2 Materiële vaste activa Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde

1 januari 2016 afschrijvingen 1 januari 2016 2016 2016 2016 31 december 2016 afschrijvingen 31 december 2016

en waarde- en waarde-

verminderingen verminderingen

1 januari 2016 31 december 2016

€ € € € € € € € €

1.2.1 Gebouwen en

terreinen 98.170.386 31.934.467 66.235.919 245.312 0 5.560.306 96.360.770 35.439.843 60.920.927

1.2.2 Inventaris en

apparatuur 35.784.772 24.728.544 11.056.228 3.094.732 15.419 2.743.644 38.044.415 26.652.519 11.391.896

1.2.4 In uitvoering

en vooruit-

betalingen 312.358 0 312.358 2.731.862 531.873 0 2.512.346 0 2.512.346

1.2.5 Niet aan het

proces dienstbare

materiële

vaste activa 412.809 0 412.809 0 0 0 412.809 0 412.809

Materiële vaste activa 134.680.325 56.663.011 78.017.314 6.071.906 547.292 8.303.950 137.330.340 62.092.362 75.237.978

1.2.6 Vooruitontvangen

investeringssubsidies 16.693.970 0 16.693.970 34.896 0 1.078.575 15.650.291 0 15.650.291

Materiële vaste activa 117.986.355 56.663.011 61.323.344 6.037.010 547.292 7.225.375 121.680.049 62.092.362 59.587.687

1.4 Voorraden 2016 2015

€ €

1.4.1 Gebruiksgoederen 1.979.932 1.618.882

Voorraden 1.979.932 1.618.882

Stand per 1 januari 1.618.882 1.087.633

1.4.1.1 Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen 1.121.602 1.114.744

1.4.1.3 Af: Waardevermindering 754.860 583.495

1.4.1.3 Af: Voorziening incourantheid 5.692 0

Gebruiksgoederen 1.979.932 1.618.882

De boekwaarde van de materiële vaste activa (exclusief de investeringssubsidies) is ten opzichte van 2015 afgenomen met een bedrag van € 1,7

miljoen. In 2016 is voor een netto bedrag van € 6,0 miljoen geïnvesteerd. De totale afschrijvingslast bedroeg € 7,2 miljoen.

Het bedrag aan investeringen bij 1.2.1 Gebouwen en terreinen omvat tevens een bedrag uit de bij 1.2.4 in uitvoering en vooruitbetalingen vermelde

desinvesteringen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 0,1 miljoen.Het restant van het bedrag is ten laste van de exploitatie gebracht. Het betreft hier de

voorbereidingskosten van de nieuwbouw aan de Langgrafweg in Emmen.

In 2016 is voor een relatief klein bedrag geinvesteerd in gebouwen. Investeringen in gebouwen en terreinen vonden plaats bij Terra Groningen MBO,

Terra Wolvega VO en bij Onderwijsgroep Noord Ondersteunende Diensten. Het bedrag afschrijving gebouwen en terreinen bestaat uit afschrijvingen van

gebouwen €3,5 miljoen en het bedrag van de waardevermindering van het terrein Langgrafweg € 2.0 miljoen. De waardevermindering is het gevolg van

een nieuw uitgevoerde externe taxatie van de grondpositie te Emmen. Het bedrag van de waardevermindering is bepaald op basis van de verwachte

opbrengstwaarde van de activa op een actieve markt. De waardevermindering is ten laste gebracht van de staat van baten en lasten over het

kalenderjaar 2016.

In verband met de vervangende nieuwbouw voor de vestigingen in Emmen werd de boekwaarde op de bestaande gebouwen in Emmen, met ingang van

het jaar 2014, over de resterende gebruiksjaren tot april 2018 versneld afgeschreven; € 0,46 miljoen per jaar. Omdat de bouw op de geplande locatie niet

doorgaat, schuift de datum van vermoedelijke ingebruikname op. Op dit moment wordt uitgegaan van een ingebruikname in augustus 2020. De

afschrijvingen zijn opnieuw berekend over de nieuwe looptijd van 1 januari 2016 tot augustus 2020. Uitgangspunt voor de herberekening is de

boekwaarde van de betreffende gebouwen per 01-01-2016. Deze boekwaarde wordt afgeschreven over de resterende looptijd; € 0,25 miljoen per jaar. Dit

bedrag is opgenomen in het totaalbedrag van de aangegeven afschrijvingen. Voor het kalenderjaar 2016 betekent dit een verlaging van de afschrijving

van € 0,21 miljoen.

De vrijgevallen investeringssubsidies zijn verantwoord onder de rijksbijdragen, de overige overheidsbijdragen en -subsidies en de overige baten.

De investeringen in inventaris bedroeg € 3,0 miljoen en vonden bij alle vestigingen plaats. Hiervan heeft € 0,7 miljoen betrekking op ICT-apparatuur en

van € 1,7 miljoen in machines en apparatuur (met name klimaatbeheersing Hommesplein). Voor het overige is sprake van investeringen in school- en

kantoormeubilair en transportmiddelen.

Page 50: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

1.5 Vorderingen 2016 2015

€ €

1.5.1 Debiteuren 536.528 833.089

1.5.2 OCW/EZ 0 65.390

1.5.5 Studenten / deelnemers / cursisten 739.373 972.030

1.5.6 Overige overheden 336.666 138.261

1.5.7 Overige vorderingen 49.918 4.729

1.5.8 Overlopende activa 763.134 415.015

1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid 200.707 176.341

Vorderingen 2.224.912 2.252.173

1.5.7.1 Personeel 7.120 4.684

1.5.7.2 Overige 42.798 45

Overige vorderingen 49.918 4.729

1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 640.221 261.374

1.5.8.2 Verstrekte voorschotten 0 0

1.5.8.3 Overige 122.913 153.641

Overlopende activa 763.134 415.015

1.5.9.1 Stand per 1 januari 176.341 270.644

1.5.9.2 Onttrekking 87.792 268.130

1.5.9.3 Dotatie 112.158 173.827

Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid 200.707 176.341

1.7 Liquide middelen 2016 2015

€ €

1.7.1 Kasmiddelen 10.141 18.941

1.7.2 Tegoeden op bankrekeningen 23.010.735 22.215.235

Liquide middelen 23.020.876 22.234.176

2.1 Eigen vermogen Saldo Resultaat Overige mutaties Stand per

1 januari 2016 2016 2016 31 december 2016

€ € € € € €

2.1.1 Groepsvermogen 52.007.168 -3.270.748 0 48.736.420

Eigen vermogen 52.007.168 -3.270.748 0 48.736.420

Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.

Alle liquide middelen zijn direct opeisbaar.

De vorderingen zijn ten opzichte van 2015 gedaald met € 0,03 miljoen.

De hoogte van de vorderingen op debiteuren is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per jaar verschillen. Ten opzichte

van 2015 zijn de vorderingen op debiteuren met € 0,3 miljoen afgenomen. Het debiteurensaldo is lager omdat vorderingen op Samenwerkingsverbanden,

die per periode worden betaald maar waarvan de totale vordering is opgenomen, zijn gesaldeerd met de overige overlopende passiva. De vorderingen

op de ministeries van OCW en EZ en op de studenten, deelnemers en cursisten zijn ook met € 0,3 miljoen afgenomen. De vordering van 2015 op het

Ministerie van Economische zaken is afgewikkeld.

De overlopende activa zijn toegenomen als gevolg van een aanpassing in de berekening van de ineffectiviteit van de renteswap. Dit bedrag valt in de

komende vijf jaren vrij ten laste van de exploitatie.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de de opstelling bij het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening.

De voorraad betreft het boekenfonds van de onderwijsinstellingen waarvan zowel de lesboeken als de digitale devices (laptops en iPads) deel uitmaken.

De boeken en devices worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur

van de boeken en devices vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats.

In 2016 is voor een bedrag van € 1,1 miljoen aan boeken en devices aangeschaft. Het betreft deels nieuwe boeken in verband met de toename van het

aantal leerlingen en deels nieuwe boeken ter vervanging van oude methoden Daarnaast betreft het de aanschaf van devices, zoals laptops, iPads en

Thinkpads, voor de leerlingen.

De waardevermindering van ruim € 0,7 miljoen betreft zowel de lesboeken als de devices.

Page 51: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

2.2 Voorzieningen Stand per Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand per Kortlopende Langlopende

1 januari 2016 2016 2016 2016 31 december 2016 deel < 1 jaar deel > 1 jaar

€ € € € € € €

2.2.1 Personeelsvoorzieningen

Voorziening wachtgelden 1.648.398 868.742 899.776 0 1.617.364 708.025 909.339

Voorziening ambtsjubilea 447.000 122.428 94.428 0 475.000 88.250 386.750

Voorziening langdurig zieken 421.654 622.180 431.838 28.380 583.616 214.241 369.375

Voorziening spaarverlof 325.000 438.785 52.804 0 710.981 0 710.981

Voorziening seniorenverlof 0 1.479.795 0 0 1.479.795 0 1.479.795

Voorzieningen 2.842.052 3.531.930 1.478.846 28.380 4.866.756 1.010.516 3.856.240

2.3 Langlopende schulden Aflossings-

Stand per Aangegane verplichtingen Stand per Looptijd Looptijd Rente

1 januari 2016 leningen 2016 2017 31 december 2016 > 1 jaar > 5 jaar voet

€ € € € € € %

ABN-AMRO Bank N.V. 1 6.747.698 0 844.616 5.903.082 5.903.082 2.524.618 variabel

ABN-AMRO Bank N.V. 2 1.890.000 0 120.000 1.770.000 1.770.000 1.327.500 5,350

ING Bank N.V. 3 5.475.000 0 300.000 5.175.000 5.175.000 3.975.000 2,000

2.3.3 Kredietinstellingen 14.112.698 0 1.264.616 12.848.082 12.848.082 7.827.118

Langlopende schulden 14.112.698 0 1.264.616 12.848.082 12.848.082 7.827.118

Het verloopoverzicht toont het verloop van het langlopende deel van de leningen. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar zijn opgenomen

onder de kortlopende schulden.

Lening 1 is een lening op roll-over basis van € 16.200.000 met een looptijd van 20 jaren. Per 1 november 2005 is van deze lening een bedrag van €

13.200.000 opgenomen en per 1 december 2009 het restant van € 3.000.000. De rente is gebaseerd op één-maands euribor vermeerderd met een

opslag van 0,55% en wordt berekend over het opgenomen bedrag.

Het renterisico voor lening 1 is middels een rente-swap afgedekt vanaf 1 november 2005 tot 2 november 2020 op het niveau van 3,90%. Met betrekking

tot lening 1 zijn de volgende zakelijke zekerheidstellingen verstrekt:

. Eerste recht van hypotheek op de onroerende zaken in eigendom bij Terra, met uitzondering van de onroerende zaken die bij lening 3 in hypotheek zijn

gegeven;

. Eerste pandrecht op alle zaken, waardepapieren en effecten die de financier, of een derde voor haar uit welken hoofde ook, van of voor Terra onder

zich heeft of krijgt, aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer die de financier onder haar beheer heeft of krijgt, en alle

bestaande en toekomstige vorderingen van Terra op de financier uit welke hoofde ook.

. Een negatieve verklaring met belofte betreffende de activa van Terra welke niet zonder voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de financier

geheel of gedeeltelijk mogen worden vervreemd, ten behoeve van derden belast, noch het aangaan van een verbintenis jegens derden tot vervreemden

of belasten.

De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De looptijd en omvang van de voorziening is bepaald

op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen per individuele (voormalige) medewerker. Bij het berekenen van de contante

waarde wordt een rentepercentage van 0,356% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2016.

De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de

voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de gemiddelde verplichting in de afgelopen vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot

een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.

De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan

personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of

arbeidsongeschiktheid.

De voorziening spaarverlof is gevormd voor de verplichting, uit hoofde van het levensfase bewust personeelsbeleid ten aanzien van het persoonlijk

budget van 50 uur per jaar op grond van de CAO-VO. Medewerkers waarop de CAO-VO van toepassing is kunnen ervoor kiezen deze uren te sparen.

Voor deze gespaarde uren is een voorziening getroffen.

De voorziening seniorenverlof is een voorziening voor de verplichting voor nog op te nemen verlof die ontstaat bij toekomstige deelname van

medewerkers aan deze regeling en de verplichting aan huidige deelnemers aan de regeling voor de komende vijf jaar. Deze voorziening is alleen

opgenomen voor medewerkers die niet onder de overgangsregelingen vallen.

Lening 2 is een rentevastlening voor een bedrag van € 6.000.000 met een vaste rente van 2,00% per jaar. Deze rentevastlening loopt tot uiterlijk 1 april

2025. De rentevastperiode bedraagt 60 maanden.

Voor deze lening zijn de volgende zekerheden verstrekt:

. Recht van eerste hypotheek voor de hoofdsom, vermeerderd met 40% voor rente en kosten, op de onroerend zaken in eigendom bij Terra, met

uitzondering van de onroerende zaken die bij lening 1 in hypotheek zijn gegeven;

. Verstrekking tot zekerheid van het pandrecht op de roerende zaken die behoren tot de in onderpand gegeven onroerende zaken;

. Afgifte van een compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari passu en cross default verklaring.

In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van € 8.000.000 afgesloten ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw in Emmen. Deze lening

heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en de rente is gebaseerd op het 3-maands EURIBOR tarief met een opslag van 1,3% per jaar.

Deze lening is ultimo 2016 nog niet opgenomen. De rente wordt berekend over het opgenomen bedrag. Over het niet opgenomen bedrag wordt een

bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar).

Page 52: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

2.4 Kortlopende schulden 2016 2015

€ €

2.4.1 Kredietinstellingen 1.264.616 1.264.616

2.4.3 Crediteuren 2.705.336 3.419.733

2.4.4 OCW/ELI 0 0

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.696.653 3.511.218

2.4.8 Schulden terzake van pensioenen 883.041 854.827

2.4.9 Overige kortlopende schulden 0 0

2.4.10 Overlopende passiva 11.812.503 9.416.263

Kortlopende schulden 20.362.149 18.466.657

2.4.7.1 Loonheffing 2.743.729 2.612.685

2.4.7.2 Omzetbelasting 15.659 26.515

2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen 937.265 872.018

Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.696.653 3.511.218

2.4.9.2 Overige 0 0

Overige kortlopende schulden 0 0

2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt 2.422.195 2.375.292

Terug te betalen subsidies OCW/EZ geoormerkt 0 0

Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ niet-geoormerkt 2.648.148 1.474.851

2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen 697.300 248.391

2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.677.048 2.598.265

2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 80.163 62.705

2.4.10.7 Rente 73.747 78.872

2.4.10.8 Overige 3.213.902 2.577.887

Overlopende passiva 11.812.503 9.416.263

Algemeen

Kredietrisico

Financiële instrumenten

Onderwijsgroep Noord maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die Onderwijsgroep Noord blootstellen aan markt-

en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Onderwijsgroep Noord

handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te

beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan Onderwijsgroep Noord verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende

verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten

zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of

marktrisico’s.

Alle kortlopende schulden hebben een lootijd korter dan één jaar.

De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico

inzake deze vorderingen is beperkt.

De kortlopende schulden zijn bijna € 2,0 miljoen hoger dan ultimo 2015.

Het crediteurensaldo is lager dan per ultimo 2016. Het saldo is echter afhankelijk van het moment van factureren en betalen en verschilt per jaar. Ultimo

2015 was sprake van een aantal projectafrekeningen met deelnemende onderwijsinstellingen. Voor het overige is bij de crediteuren geen sprake van

bijzonderheden.

Met betrekking tot belastingen en sociale premies is sprake van een stijding van bijna € 0,2 miljoen. Dit is het gevolg van een toename van het aantal

personeelsleden.

De overlopende passiva zijn ultimo 2016 met € 2,3 miljoen gestegen. De vooruit ontvangen subsidies van OCW/EZ zijn toegenomen met € 1,2 miljoen.

De geoormerkte subsidies zijn nagenoeg gelijk gebleven, maar de niet-geoormerkte subsidies zijn toegenomen met €1,2 miljoen. De toename bestaat

voornamelijk uit subsidies voor de kwaliteitsafspraken (prestatiedeel en studiewaarde) en een nieuwe subsidie uit de Regionale Investerings Fondsen,

waarvan met de besteding nog een start moet worden gemaakt. Daarnaast is er minder subsidie ingezet in 2016. Dit laatste wil niet zeggen dat de

projecten niet zijn uitgevoerd, maar dat kosten voor eigen rekening zijn genomen. Het bedrag van de vooruitontvangen termijnen is ultimo 2016 hoger

dan ultimo 2015. De oorzaak hiervan is de mogelijkheid om de vrijwillige bijdrage voor de leerlingdevices in één keer te betalen in plaats van in vier

termijnen. DaarnaastBij de is het bedrag aan voorgefactureerde schoolreizen hoger dan vorig jaar. Bij de overige overlopende passiva wordt de toename

van € 0,6 miljoen overwegend veroorzaakt door een stijging van nog te besteden projectgelden en middelen van de regionale samenwerkingsverbanden,

waarvan de besteding over een langere periode plaatsvindt. Tevens is hierin een bedrag voor de ineffectiviteit van de renteswap opgenomen. De

ineffectiviteit wordt jaarlijks berekend op basis van een opgave van de bank.

Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van € 16,2 miljoen met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om

het renterisico te beperken is voor € 16,2 miljoen een renteswap afgesloten met een initiële onderliggende waarde van € 16,2 miljoen die gedurende de

looptijd minder wordt, waardoor Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaald. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk

€ 16,2 miljoen maar is ultimo 2016 € 6,7 miljoen.

Page 53: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Renterisico

Lening ABN AMRO Bank

Swap

Liquiditeitsrisico

Rente op basis van 3-maands Euribor met een opslag van 1,30%

Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar)

Lening 2 ING Bank

15-jarige rente swap ad € 16,20 miljoen

Stand van de swap per 31 december 2016 is € 7,4 miljoen

De actuele waarde van de swap bedraagt per 31-12-2015 € 1,22 miljoen negatief

Terra documenteert de hedgerelaties in hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties. Een verlies als gevolg van een

overhedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Stand van de lening per 31 december 2016 is € 6,7 miljoen

Rente op basis van 1-maands Euribor met een opslag van 0,55

De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden,

benadert de boekwaarde ervan.

Onderwijsgroep Noord bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor

Onderwijsgroep Noord steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële

ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven.

Reële waarde

De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden,

De actuele waarde van de swap bedraagt per 31-12-2016 € 0,97 miljoen negatief

De einddatum van de swap is 1 november 2020

Vaste rente van 3,9%

Verwacht wordt dat de swap per balansdatum tot het einde van de looptijd, naar beste inschatting, niet effectief zal zijn. De huidige ineffectieve swap is

gewaardeerd als kortlopende schuld op basis van de huidige waarde van de swap en daarmee beste inschatting van management per ultimo verslagjaar.

Het afsluiten van de nieuwe swap in 2008 kende een effect van € 100.485, welke gedurende de resterende looptijd wordt gealloceerd naar de Staat van

baten en lasten. Voor 2016 gaat het om een vrijval van €8.374.

Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in 2010. De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als

gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. Het verschil in waarde van deze ineffectiviteit tussen ultimo 2015 en ultimo 2016 wordt

meegenomen als last in de exploitatie. In 2016 is sprake van een negatieve aanpassing van € 11.277.

Lening 1 ING Bank

10-jarige rentevastlening ad € 6,0 miljoen.

De rentevastperiode bedraagt 60 maanden

Stand van de lening per 31 december 2016 is € 5,5 miljoen

De einddatum van de lening is 1 april 2025

Vaste rente van 2,0% per jaar

Roll-over lening ad € 8,0 miljoen

De einddatum van de lening is 1 januari 2018

Deze lening is ultimo 2016 nog niet opgenomen

Terra maakt gebruik van renteswaps om de renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de afgesloten leningen.

Doordat kostprijs hedge accounting wordt toegepast en het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een

toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige

transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide

instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, dient de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de

winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen te worden, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de

transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-

verliesrekening. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, maar het financiële instrument niet wordt

verkocht, wordt ook de hedge accounting beëindigd. Dan dient het financiële instrument tegen kostprijs of lagere marktwaarde te worden verwerkt.

Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een

vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd.

Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van € 16,2 miljoen met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om

het renterisico te beperken is een renteswap afgesloten met een initiële onderliggende waarde van € 16,2 miljoen die gedurende de looptijd minder wordt,

waardoor Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaald. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk € 16,2 miljoen maar is

ultimo 2016 € 6,7 miljoen.

Terra heeft bij de ING Bank een langlopende schuld van € 6,0 miljoen met een vaste rente van 2,00% per jaar. Deze schuld heeft een looptijd van 10

jaren waarvan de rentevaste periode 5 jaren bedraagt. De hoofdsom van deze langlopende schuld was aanvankelijk € 6,0 miljoen, maar is ultimo 2016 €

5,5 miljoen. In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van € 8.000.000 afgesloten ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw in Emmen.

Deze lening heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en de rente is geb.aseerd op het 3-maands EURIBOR tarief met een opslag van 1,3% per jaar.

De rente wordt berekend over het opgenomen bedrag. Deze lening is ultimo 2016 nog niet opgenomen. Over het niet opgenomen bedrag wordt een

De einddatum van de lening is 2 november 2025

20-jarige roll-over lening ad € 16,20 miljoen

Page 54: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

Huren

Investeringsverplichtingen

Overige verplichtingen

Europese aanbestedingen

Contractant Goed of dienst Einddatum contract Totale

verplichting

Verplichting

< 1 jaar

Verplichting

1-5 jaar

Verplichting

> 5 jaar

Scholten Awater Computers 1 maart 2019 P.M. P.M. P.M. 0

Maetis Arbo diensten 31 december 2017 P.M. P.M. P.M.

Iddink Schoolboeken 1 april 2019 P.M. P.M. P.M. 0

E.ON via Hellemans

Consultancy BV

Elektriciteit 1 januari 2017 P.M. P.M. P.M.

0

Eneco via Hellemans

Consultancy BV

Gas 1 januari 2017 P.M. P.M. P.M. 0

USG People Inhuur uitzendkrachten 31 juli 2018 P.M. P.M. P.M. 0

Deli XL Kantine inkopen 1 oktober 2017 P.M. P.M. P.M. 0

Staples Kantoorartikelen 1 april 2017 P.M. P.M. P.M. 0

NNRD Afval en reiningdiensten 31 januari 2022 P.M. P.M. P.M. 0

Konica Minolta Multifunctionals 1 februari 2021 79.856 19.964 39.928 0

Axians Draadloos netwerk 1 april 2020 0 0 0 0

Groot Haar + Orth Reclame-activiteiten 1 april 2017 P.M. P.M. P.M. 0

Asito Schoonmaak 30 april 2026 P.M. P.M. P.M. 0

Amlin + Raetshagen Verzekeringen gebouwen 31 december 2017 P.M. P.M. P.M. 0

Garanties

Het jaarbedrag van met derden aangegane erfpacht-, huur- en leaseverplichtingen bedraagt € 1.670.855. De huurverplichtingen hebben een

looptijd van één tot vijfentwintig jaar.

Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen hebben aan de ING Bank een compte joint- en mede-

aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari passu en cross default verklaring afgegeven. Deze afgegegeven verklaringen

gelden als zekerheid voor de door de ING Bank N.V. verstrekte kredietfaciliteit van € 6.000.000 aan Stichting AOC Terra. De negatieve

pledge heeft een waarde van € 7.500.000.

Stichting AOC Terra heeft een verplichting jegens het Waarborgfonds BVE waarbij sprake is van een latente claim van 2% van de jaarlijkse

rijksbijdrage. In het geval het Waarborgfonds BVE niet aan haar verplichtingen kan voldoen, kan de Stichting AOC Terra worden

aangesproken tot het maximum van deze claim.

Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier

onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken, kantoorartikelen en uitzendkrachten. Deze contracten zijn Europees

aanbesteed voor zover de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan.

Terra heeft een perceel grond in Meppel verkocht aan een projectontwikkelaar. De verkoopprijs, alsmede de datum van feitelijke levering, zijn

afhankelijk van de planologische mogelijkheden en de beschikbaarheid van een bouwvergunning voor de betreffende projectontwikkelaar.

Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2016 belopen de geldelijke verplichtingen € 195.691. Hiervan heeft € 34.500 betrekking op

gebouwen en € 161.191 betrekking op inventaris en apparatuur.

Onderwijsgroep Noord is zelf als stichting niet aanbestedingsplichtig en lift mee op de aanbestedingen van Terra, Dollard College en rsg de

Borgen.

Onderstaand een overzicht van het jaarbedrag van met derden aangegane verplichtingen naar aanleiding van Europese aanbestedingen:

Daar waar P.M. is opgenomen betreft het in alle gevallen raamovereenkomsten waarbij geen vaste afname verplichtingen zijn aangegaan.

Konica Minolta heeft de huur van de multifunctionals die de stichtingen moeten betalen voor 4 jaar bij een lease maatschapppij

ondergebracht.

Alle bedragen zijn indicatief en exclusief BTW en gebaseerd op het boekjaar 2016 of ander relevant jaar.

Page 55: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Hoofdelijke aansprakelijkheid

Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Kredietfaciliteit

Regeling Duurzame Inzetbaarheid

Statutair is bepaald dat Stichting Onderwijsgroep Noord hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van Stichting AOC

Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen.

Stichting rsg de Borgen heeft een vordering van € 1.018.605 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de

personeelskosten over het jaar 2005 die, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het ministerie zal deze

vordering verrekenen wanneer Stichting rsg de Borgen ophoudt te bestaan.

De vorderingen op het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze vordering

worden verrekend indien Stichting Dollard College ophoudt te bestaan.

Terra heeft een vordering van € 178.056 op het Ministerie van Economische Zaken wegens in mei 1992 betaald vakantiegeld over de

maanden juni en juli 1991 en de in 1996 betaalde IZK/IBIZA april tot en met december 1995. Deze maanden behoorden nog tot de periode

van declaratiebekostiging. Het ministerie zal deze vorderingen verrekenen indien Terra ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet

invorderbare vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op

het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activum.

Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vorderingen, tenzij op een moment daadwerkelijk de scholen worden opgeheven. Om die reden

is in 2007 besloten de vorderingen op het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activum.

Vordering op het Ministerie van Economische Zaken

Gerechtelijke procedures

Er is bij Terra sprake van twee geschillen met medewerkers. In beide geschillen is geen sprake van een rechtzaak. In één geschil is sprake

van onderhandelingen tussen advocaten over een vaststellingsovereenkomst. Hierbij gaat het op dit moment om een bedrag van € 32.000. Er

is nog geen overeenstemming en er is nog geen vaststellingsovereenkomst getekend.

Bij het tweede geschil is het nog niet tot onderhandeling gekomen. In dit geval is er dus nog geen bedrag te bepalen.

In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van € 8.000.000 afgesloten ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw in Emmen.

Deze lening heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en de rente is gebaseerd op het 3-maands EURIBOR tarief met een opslag van 1,3%

per jaar. De rente wordt berekend over het opgenomen bedrag.

Deze lening is ultimo 2016 nog niet opgenomen. Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van

0,1% per kwartaal (0,4% per jaar).

Fiscale eenheid

Stichting Onderwijsgroep Noord vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en

Stichting rsg de Borgen. Op grond van de Invorderingswet zijn de individuele stichtingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de

combinatie verschuldigde belasting.

Terra heeft de beschikking over een krediet in rekening -courant bij de bank tot een bedrag van € 453.780. Van deze kredietfaciliteit was

ultimo 2016 geen gebruik gemaakt. De hiervoor verstrekte zekerheden zijn vermeld bij de toelichting behorende bij de balans onder de

langlopende schulden (lening 2).

De regeling duurzame inzetbaarheid is bedoeld om werknemers in de gelegenheid te stellen afspraken te maken die hen helpen om ook op

langere termijn het werk goed, gezond en met plezier te blijven doen. Eigen verantwoordelijkheid en keuze van de werknemer staan daarbij

voorop.

De werknemer heeft recht op een persoonlijk (basis)budget van 50 uur ten behoeve van zijn duurzame inzetbaarheid. Indien de werknemer

gebruik maakt van seniorenverlof dan wel van één van de overgangsregelingen, dan vervalt het recht op het persoonlijk budget. Aangezien

deze uren niet kunnen worden gespaard is ultimo boekjaar geen sprake van een saldo te waarderen verlofuren.

Page 56: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Toelichting behorende tot de geconsolideerde staat van baten en lasten

3.1 Rijksbijdragen 2016 2015

€ €

3.1.1 Rijksbijdrage OCW/EZ 98.158.200 95.299.375

3.1.2 Overige subsidies OCW/EZ 6.232.241 5.588.343

Rijksbijdragen 104.390.441 100.887.718

3.1.1.1 Rijksbijdrage OCW 43.929.946 41.500.227

3.1.1.2 Rijksbijdrage EZ 54.228.254 53.799.148

Rijksbijdrage OCW/EZ 98.158.200 95.299.375

3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 214.755 143.428

3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 2.720.012 2.306.356

3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies 0 107.452

Overige subsidies OCW 2.934.767 2.557.236

3.1.2.1.2 Geoormerkte subsidies 1.720.105 1.801.071

3.1.2.2.2 Niet-geoormerkte subsidies 1.577.369 939.762

3.1.2.3.2 Toerekening investeringssubsidies 0 290.274

Overige subsidies EZ 3.297.474 3.031.107

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2016 2015

€ €

3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 313.497 812.955

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 313.497 812.955

3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 2016 2015

€ €

3.3.2 Cursusgelden sector BVE 113.577 108.579

College-, cursus-, les- en examengelden 113.577 108.579

De rijksbijdragen zijn ten opzichte van 2015 gestegen met € 3,5 miljoen. De normatieve rijksbijdrage is

gestegen met € 2,8 miljoen als gevolg van de toename van het aantal leerlingen en verhoging van de bijdrage

per leerling.

De overige subsidies zijn per saldo toegenomen met € 0,6 miljoen. De geoormerkte subsidies zijn gedaald als

gevolg van het eindigen van een aantal geoormerkte subsidies in 2016, maar deze daling wordt nagenoeg

geheel gecompenseerd door een aantal nieuwe (meerjarige) subsidies in 2016. De niet-geoormerkte subsidies

zijn daarentegen toegenomen. Voor VSV zijn prestatiesubsidie ontvangen, de bijdrage per leerling van de

prestatiebox VO is verhoogd, een hogere subsidie voor de 1e opvang vreemdelingen / nieuwkomers als gevolg

van meer leerlingen en een nieuwe regeling en de rijksbijdrage Kwaliteitsafspraken MBO is toegenomen.

Met ingang van boekjaar 2016 zijn de in het verleden ontvangen en in het boekjaar vrijgevallen subsidies,

gesaldeerd onder de afschrijvingskosten. Deze subsidies zijn in het verleden aangewend voor het doen van

investeringen.

De gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn ten opzichte van 2015 gedaald. Enerzijds is er een extra bedrag

ontvangen (€ 180.000) ter compensatie voor de kosten van asbestsanering op het Hommesplein en anderzijds

is er sprake van minder ontvangen subsidies omdat de investeringssubsidies voor 2016 anders worden

verwerkt. In voorgaande jaren werden bij de overige overheidsbijdragen en -subsidies de, in het kader van de

gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de huisvesting, in het verleden ontvangen en in het boekjaar

vrijgevallen subsidies verantwoord die aangewend zijn voor het doen van investeringen. Met ingang van 2016

wordt deze bate gesaldeerd met de afschrijvingen.

Page 57: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

3.4 Baten werk in opdracht van derden 2016 2015

€ €

3.4.1 Contractonderwijs 1.539.804 1.672.597

3.4.3 Overige baten werk in opdracht van derden 157.348 161.953

Baten in opdracht van derden 1.697.152 1.834.550

3.4.3.3 Overige baten in opdracht van derden 157.348 161.953

Overige baten in opdracht van derden 157.348 161.953

3.5 Overige baten 2016 2015

€ €

3.5.1 Verhuur 187.128 187.856

3.5.2 Detachering personeel 765.245 1.026.105

3.5.3 Schenking 13.050 6.274

3.5.5 Ouderbijdragen 2.090.244 2.108.793

3.5.6 Overige 2.186.223 2.463.108

Overige baten 5.241.890 5.792.136

4.1 Personele lasten 2016 2015

€ €

4.1.1 Lonen en salarissen 74.141.293 70.667.231

4.1.2 Overige personele lasten 8.021.854 5.405.099

4.1.3 Af: uitkeringen 435.894 357.096

Personeelslasten 81.727.253 75.715.234

4.1.1.1 Bruto lonen en salarissen 59.051.165 55.787.119

4.1.1.2 Sociale lasten 7.691.347 7.553.607

De ontvangen cursusgelden worden afgedragen aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. Deze

afdracht wordt verantwoordt onder de overige lasten. Het gaat hierbij om het wettelijk cursusgeld voor BBL

leerlingen van 18 jaar en ouder. De ontvangsten in 2016 zijn hoger dan in 2015. Het aantal studenten is

weliswaar lager, maar omdat er sprake is van meer studenten in niveau 3/4, zijn de ontvangsten toch hoger dan

in 2015.

De overige baten zijn gedaald met ruim € 0,5 miljoen ten opzichte van 2015.

De opbrengsten uit detachering van personeel is per saldo afgenomen. Een stijging doet zich voor bij Dollard

College doordat er meer medewerkers zijn gedetacheerd aan Terra en aan het Samenwerkingsverband. Bij

Terra zijn de opbrengsten uit detacheringen lager. In 2015 was sprake van tripartite overeenkomsten met

RENN4 en de nieuwe Samenwerkingsverbanden. De bijdrage van RENN4 was eenmalig. Het bedrag dat via de

Samenwerkingsverbanden wordt ontvangen wordt in de komende jaren afgebouwd. Dit verschilt echter per

samenwerkingsverband.

De ouderbijdragen zijn iets lager dan in 2015. De vrijwillige (ouder)bijdrage wordt vanaf 2016 geïnd via WIS

collect. Dit betekent dat het verzoek om een bijdrage digitaal wordt verstuurd en niet meer via een factuur. De

opbrengst wordt gerealiseerd op het moment dat de ouders/verzorgers/leerling een keuze van de te betalen

bijdrage(n) hebben gemaakt en niet meer op het moment van het aanmaken van de factuur. Daar staat

tegenover dat er geen voorziening voor niet betaalde facturen nodig is voor deze bijdragen.

De daling van de overige baten wordt veroorzaakt omdat een deel van de baten van het

Samenwerkingsverband zijn overgeheveld naar 2017. Daarnaast was er in 2015 sprake van eenmalige baten.

De baten uit niet-bekostigd onderwijs zijn licht afgenomen ten opzichte van 2015. Eind 2015 is TerraStart

begonnen met het op projectbasis aanbieden van contractonderwijs via Gemeenten. Dit is in 2016 verder

uitgebouwd. Dit heeft (nog) niet de omzet kunnen genereren die is weggevallen door de gewijzigde regelgeving,

waardoor de omzet lager uitkomt dan in 2015.

Page 58: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

4.1.1.3 Pensioenpremies 7.398.781 7.326.505

Lonen en salarissen 74.141.293 70.667.231

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 3.497.952 1.889.184

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 3.542.131 2.501.655

4.1.2.3 Overige 981.771 1.014.260

Overige personele lasten 8.021.854 5.405.099

Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) 2016 2015

College van Bestuur 4,9 1,4

Directie en (onderwijs)ondersteunend- en beheerspersoneel 268,2 250,2

Onderwijsgevend personeel 835,4 858,2

Totaal (exclusief inhuur) 1.108,5 1.109,8

4.2 Afschrijvingen 2016 2015

€ €

4.2.2 Materiële vaste activa 7.225.374 6.075.155

Afschrijvingen 7.225.374 6.075.155

De overige personele lasten zijn ten opzichte van 2015 licht gedaald. Het betreft hier lagere kosten voor woon-

werkverkeer, personele attenties en studietoelagen.

De uitkeringen uit sociale fondsen zijn ten opzichte van 2015 € 0,07 miljoen hoger als gevolg van toegenomen

ZW en WAO-uitkeringen.

De kosten voor personeel niet in loondienst zijn hoger dan in 2015. Er is in toenemende mate sprake van

inhuur van externe personeelsleden, zoals uitzendkrachten, gedetacheerden en ZZP-ers, zowel voor projecten,

reguliere onderwijswerkzaamheden als voor vervanging bij ziekte. Vanaf 2016 is de TerraRijschool actief.

TerraRijschool heeft zelf geen personeel in dienst. Al het personeel dat nodig is voor de verschillende

activiteiten wordt ingehuurd.

Het personeelsbestand per 31 december betreft uitsluitend medewerkers met een dienstverband. De toename

van het aantal fte's wordt veroorzaakt door de invulling van vacatures, onder andere in verband met de transitie.

De personeelslasten zijn gestegen ten opzichte van 2015.

De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling zijn gestegen met ruim € 3,4 miljoen. De stijging

wordt veroorzaakt door de CAO-verhoging van 3,0% per 1 januari 2016, alsmede als gevolg van uitbreiding van

het personeelsbestand. Daarnaast is er sprake van een stijging van de bedragen voor sociale lasten. De

pensioenpremies zijn iets hoger dan in 2015. In eerste instantie was er sprake van een lager

premiepercentage,maar per april 2016 is de premie weer verhoogd.

De overige personele lasten zijn ten opzichte van 2015 gestegen met bijna € 2,6 miljoen.

Dit is voornamelijk het gevolg van het opnemen van een voorziening seniorenverlof. Met betrekking tot de

personele voorzieningen is sprake van een hogere totale dotatie in vergelijking met 2015. De voorziening

langdurig zieken is toegenomen door meer langdurig zieken ultimo 2016. De voorziening spaarverlof is opnieuw

bepaald (nieuwe berekeningsmethode) op basis van de inventarisatie onder medewerkers. Daarnaast is de

omvang van de voorziening voor ambtsjubilea en voor wachtgelden opnieuw bepaald, rekening houdend met de

huidige wachtgeldverplichtingen. In 2016 is, naast nieuwe verplichtingen, ook sprake van lagere verplichtingen

voor enkele wachtgelders die elders werk hebben gevonden. Per saldo nemen de totale verplichtingen toe

waardoor de totale dotatie in 2016 € 1,6 miljoen hoger uitkomt.

Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om financiële buffers te hebben: extra geld voor tijden dat het financieel

slechter gaat. De pensioenregels schrijven voor dat de beleidsdekkingsgraad van het Algemeen Burgerlijk

Pensioenfonds (ABP) 128% moet zijn. Daarnaast is ook wettelijk bepaald dat de beleidsdekkingsgraad niet

langer dan vijf jaren onder de 104,2% mag liggen.

De beleidsdekkingsgraad wordt berekend uit de dekkingsgraden, de verhouding tussen de bezittingen en

verplichtingen, in een periode van twaalf maanden. Ultimo 2016 bedroeg de beleidsdekkingsgraad van het ABP

96,6%.

Page 59: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

4.3 Huisvestingslasten

2016 2015

€ €

4.3.1 Huur 1.198.954 1.126.526

4.3.2 Verzekeringen 81.652 84.799

4.3.3 Onderhoud 2.173.416 2.462.135

4.3.4 Energie en water 1.745.275 1.588.876

4.3.5 Schoonmaakkosten 1.746.020 2.042.723

4.3.6 Heffingen 455.402 450.373

Huisvestingslasten 7.400.719 7.755.432

4.4 Overige lasten 2016 2015

€ €

4.4.1 Administratie- en beheerslasten 6.723.113 6.633.412

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 11.040.340 9.807.801

4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 112.158 167.271

4.4.4 Overige 223.238 228.167

Overige lasten 18.098.849 16.836.651

Bij de administratie- en beheerslasten zijn de kosten voor het kopieren, ICT-voorzieningen en de inhuur van

externe adviseurs gestegen ten opzichte van 2015. Ook is sprake van extra kosten door de activiteiten van

TerraRijschool BV, die in 2015 nog niet bestond.

De kosten van inhuur van externe adviseurs komen hoger omdat er spoedadvies is ingewonnen bij BMC inzake

een bekostigingsvraagstuk en vanwege inhuur externen voor examentraining/surveillanten.

Er is daarnaast sprake van lagere kosten door het niet aanwenden van de post 'onvoorzien' en niet

gerealiseerde kosten van de post 'transitie'.

Tot 1 januari 2016 werden de in het boekjaar vrijgevallen investeringssubsidies die betrekking hebben op een

deel van de afschrijvingslasten, verantwoord als bate. Vanaf 2016 worden deze baten gesaldeerd met de

afschrijvingen.

De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2015 gedaald met ruim € 0,3 miljoen. Deze daling wordt

voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten voor onderhoud en voor schoonmaakkosten. Dit is als gevolg van

nieuwe contracten voor zowel de schoonmaak als de afvalverwerking. De toename van de kosten voor Energie

en water zijn het gevolg van hogere kosten voor gas en elektra. De kosten voor water zijn daarentegen

afgenomen.

De overige lasten zijn met € 1,2 miljoen toegenomen ten opzichte van 2015. Deze stijging komt met name voor

rekening van de kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen. De administratie- en beheerslasten zijn licht

gestegen en de dotaties aan de overige voorzieningen zijn daarentegen licht gedaald. De overige lasten zijn

nagenoeg ongewijzigd gebleven.

De afschrijvingslasten van de materiële vaste activa zijn ten opzichte van 2015 gestegen met € 1,1 miljoen. Dit

wordt met name veroorzaakt omdat er ten laste van het resultaat van het boekjaar een bijzondere

waardevermindering is gebracht van € 2,0 miljoen. Dit houdt verband met een nieuw uitgevoerde taxatie van de

grondpositie te Emmen. Omdat een deel van de geplande investeringen later of helemaal niet zijn uitgevoerd

blijft de toename van de lasten beperkt.

Page 60: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Accountant 2016 2015

€ €

4.4.1.1 Honorarium controle jaarrekening en bekostiging 128.114 108.884

4.4.1.2 Honorarium overige controles 0 9.075

4.4.1.3 Honorarium fiscale adviezen 0 0

4.4.1.4 Honorarium overige dienstverlening 9.559 1.936

Accountantslasten 137.673 119.895

5 Financiële baten en lasten 2016 2015

€ €

5.1 Rentebaten 31.288 137.100

5.5 Rentelasten -603.495 -687.802

5.6 Ineffectiviteit derivaten -2.903 -329.741

Financiële baten en lasten -575.110 -880.443

Ook de rentelasten zijn in 2016 iets lager dan in 2015 als gevolg van aflossingen op de leningen.

Terra heeft in 2005 gekozen om het risico van een rentestijging af te dekken door middel van een renteswap.

Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in 2010. De

hedgerelatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. De waarde van

deze ineffectiviteit wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. De last van de ineffectiviteit voor 2016 bedraagt nog

geen € 3.000. Als gevolg van een nieuwe berekeningswijze was de last van de ineffectiviteit van de renteswap

in 2015 hoger. De nieuwe berekeningswijze doet meer recht aan de werkelijke waarde van de ineffectiviteit in

relatie tot de resterende looptijd van de renteswap.

De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid van vorderingen op

debiteuren, inclusief de oninbare ouderbijdragen. De lasten zijn lager dan in 2015 omdat er in 2015 een groot

aantal oude vorderingen alsnog is afgeboekt, omdat deze definitief oninbaar werden geacht. Na bepaling van

deze oninbare vorderingen op debiteuren en niet te ontvangen vrijwillige ouderbijdragen, was in 2015 een

hogere dotatie nodig om de voorziening weer op peil te brengen. De dotatie is tevens lager omdat de vrijwillige

(ouder)bijdrage in 2016 via WIS collect wordt geind en niet meer aan alle ouders wordt gefactureerd.

De financiële baten en lasten zijn gedaald ten opzichte van 2015.

De rentebaten zijn lager dan in 2015. Er is weliswaar sprake van een toename van de voorraad liquide middelen

in 2015 maar als gevolg van lagere geldmarkttarieven komen de rentebaten toch lager uit.

De post overige is nagenoeg gelijk aan 2015. Het betreft hier de inkoopkosten van de kantine waar ook

opbrengsten tegenover staan.

De sterke stijging van € 1,2 miljoen bij de kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen wordt nagenoeg

geheel veroorzaakt door hogere kosten voor onderwijskundige projecten (Terra). Deze onderwijskundige

projecten worden bekostigd uit de ontvangen projectsubsidies. Tegenover de kosten staat een zelfde bedrag

aan opbrengsten die zijn opgenomen bij de baten. Ook is sprake van extra kosten door de activiteiten van

TerraRijschool BV, die in 2015 nog niet bestond. Daarnaast zijn de kosten gestegen door uitbesteding van het

onderwijs aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het Dollard College verzorgd het onderwijs aan deze

leerlingen niet zelf maar heeft dat uitbesteed. De hiervoor ontvangen bekostiging van overheidswege,

verantwoord onder 3.1.1 Rijksbijdragen, wordt doorbetaald en hier verantwoord als kosten voor uitbesteed

onderwijs.

Daarnaast is sprake van een stijging van de kosten van boeken, lesmaterialen en kleine inventaris.

Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de stichting en de in de consolidatie betrokken

maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1,

lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk

waartoe de accountantsorganisatie behoort. Deze honoraria hebben betrekking op het onderzoek van de

jaarrekening over het boekjaar 2016, ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende het boekjaar zijn

verricht.

Het honorarium dienstverlening heeft grotendeels betrekking op advies dat is gevraagd met betrekking tot de

nieuwbouw in Emmen en externe projecten.

Page 61: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Enkelvoudige

jaarrekening

Page 62: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Enkelvoudige balans per 31 december 2016(na resultaatbestemming)

31-12-2015

€ €

Vaste activa

1.2 Materiële vaste activa 3.386.172 3.001.982

Totaal vaste activa 3.386.172 3.001.982

Vlottende activa

1.5 Vorderingen 53.574 68.339

1.7 Liquide middelen 1.027.850 1.950.799

Totaal vlottende activa 1.081.423 2.019.138

Totaal activa 4.467.596 5.021.120

2.1 Eigen Vermogen 1.322.770 1.327.547

2.2 Voorzieningen 397.072 479.571

2.3 Langlopende schulden 1.770.000 1.890.000

2.4 Kortlopende schulden 977.754 1.324.002

Totaal passiva 4.467.596 5.021.120

31-12-2016

Page 63: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2016

2016 Begroting 2016 2015

€ € €

3 Baten

3.4 Baten werk in opdracht van derden 7.558.968 7.567.000 7.081.565

3.5 Overige baten 332.552 362.000 416.844

Totaal baten 7.891.520 7.929.000 7.498.409

4 Lasten

4.1 Personeelslasten 5.727.064 5.394.000 5.319.446

4.2 Afschrijvingen 283.967 499.000 337.559

4.3 Huisvestingslasten 213.505 275.000 220.903

4.4 Overige lasten 1.567.808 1.662.000 1.490.994

Totaal lasten 7.792.344 7.830.000 7.368.902

Saldo baten en lasten 99.177 99.000 129.507

5 Financiële baten en lasten -103.953 -99.000 -103.351

Netto resultaat -4.777 0 26.156

Page 64: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening

De grondslagen bij de enkelvoudige jaarrekening, voor zover deze van toepassing zijn, wijken niet af van de grondslagen zoals deze staan

aangegeven bij de geconsolideerde jaarrekening.

Voor de grondslagen van de enkelvoudige jaarrekening verwijzen wij u naar de grondslagen bij de opstelling van de geconsolideerde

jaarrekening.

Page 65: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Toelichting behorende tot de enkelvoudige balans

1.2 Materiële vaste activa Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde

1 januari 2016 afschrijvingen 1 januari 2016 2016 2016 2016 31 december 2016 afschrijvingen 31 december 2016

en waarde- en waarde-

verminderingen verminderingen

1 januari 2016 31 december 2016

€ € € € € € € € €

1.2.1 Gebouwen en

terreinen 3.480.608 811.854 2.668.754 171.514 0 123.421 3.652.122 935.275 2.716.847

1.2.2 Inventaris en

apparatuur 2.520.933 2.187.705 333.228 282.620 43 160.545 2.803.510 2.348.250 455.260

1.2.4 In uitvoering

en vooruit-

betalingen 0 0 0 214.066 0 0 214.066 0 214.066

Materiële vaste activa 6.001.541 2.999.559 3.001.982 668.200 43 283.967 6.669.698 3.283.526 3.386.172

Materiële vaste activa 6.001.541 2.999.559 3.001.982 668.200 43 283.967 6.669.698 3.283.526 3.386.172

1.5 Vorderingen 2016 2015

€ €

1.5.1 Debiteuren 1.265 3.218

1.5.3 Groepsmaatschappijen 12.783 0

1.5.6 Overige overheden 0 0

1.5.7 Overige vorderingen 12.942 0

1.5.8 Overlopende activa 26.584 65.121

Vorderingen 53.574 68.339

1.5.7.2 Overige 12.942 0

Overige vorderingen 12.942 0

1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 26.584 65.121

Overlopende activa 26.584 65.121

1.7 Liquide middelen 2016 2015

€ €

1.7.1 Kasmiddelen 61 83

1.7.2 Tegoeden op bankrekeningen 1.027.789 1.950.716

Liquide middelen 1.027.850 1.950.799

Alle liquide middelen zijn direct opeisbaar.

Het bedrag uit de bij 1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen vermelde investeringen betreft de vervanging van het draadloos netwerk. Het project is in

2016 gestart maar in dit boekjaar nog niet volledig afgerond. De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 2015 gestegen met een

bedrag van € 384.190. In 2016 is voor een netto bedrag van € 282.620 geïnvesteerd in inventaris en apparatuur. Investeringen in gebouwen en

terreinen hebben plaatsgevonden voor € 171.514. De desinvesteringen bedroegen € 43 en de totale afschrijvingslast bedroeg € 283.967.

Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar.

De openstaande vorderingen op debiteuren en overlopende activa (vooruitbetaalde kosten) zijn ten opzichte van 2015 afgenomen.

Page 66: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

2.1 Eigen vermogen Saldo Resultaat Overige mutaties Stand per

1 januari 2016 2016 2016 31 december 2016

€ € € € € €

2.1.4 Bestemmingsfonds (publiek) 1.327.547 -4.777 0 1.322.770

Eigen vermogen 1.327.547 -4.777 0 1.322.770

2.1.4 Bestemmingsfonds Publieke onderwijsgelden 1.327.547 -4.777 0 1.322.770

Bestemmingsfonds (publiek) 1.327.547 1.322.770

Saldo Resultaat Overige mutaties Stand per

01-01-2016 2016 2016 31-12-2016

€ € € €

Enkelvoudig vermogen Onderwijsgroep Noord 1.327.547 -4.777 0 1.322.770

Vermogen Stichting AOC Terra 40.633.463 -3.569.031 37.064.432

Vermogen Stichting Dollard College 6.971.343 231.177 0 7.202.520

Vermogen Stichting rsg de Borgen 3.083.886 158.553 0 3.242.439

Geconsolideerd Vermogen Onderwijsgroep Noord 52.016.239 -3.184.078 0 48.832.161

2.2 Voorzieningen Stand per Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand per Kortlopende Langlopende

1 januari 2016 2016 2016 2016 31 december 2016 deel < 1 jaar deel > 1 jaar

€ € € € € € €

2.2.1 Personeelsvoorzieningen

Voorziening wachtgelden 419.716 -2.513 236.914 0 180.289 87.747 92.542

Voorziening ambtsjubilea 35.000 3.148 2.148 0 36.000 8.250 27.750

Voorziening langdurig zieken 24.855 -14.179 10.676 0 0 0 0

Voorziening seniorenverlof 0 180.783 0 0 180.783 0 180.783

Voorzieningen 479.571 167.239 249.738 0 397.072 95.997 301.075

2.3 Langlopende schulden Aflossings-

Stand per Aangegane verplichtingen Stand per Looptijd Looptijd Rente

1 januari 2016 leningen 2016 2017 31 december 2016 > 1 jaar > 5 jaar voet

€ € € € € € %

ABN-AMRO Bank N.V. 1.890.000 0 120.000 1.770.000 1.770.000 1.327.500 5,350

2.3.3 Kredietinstellingen 1.890.000 0 120.000 1.770.000 1.770.000 1.327.500

Langlopende schulden 1.890.000 0 120.000 1.770.000 1.770.000 1.327.500

De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De voorziening langdurig zieken is voor bestaande

verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of

gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden ter verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De omvang van de voorziening is bepaald op

basis van de contante waarde van de huidige verplichtingen per individuele (voormalige) medewerker. Bij het berekenen van de contante waarde

wordt een rentepercentage van 0,3560% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2016.

De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de

voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de gemiddelde verplichting in de afgelopen vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet

tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.

De voorziening seniorenverlof is een voorziening voor de verplichting voor nog op te nemen verlof die ontstaat bij toekomstige deelname van

medewerkers aan deze regeling en de verplichting aan huidige deelnemers aan de regeling voor de komende vijf jaar. Deze voorziening is alleen

opgenomen voor medewerkers die niet onder de overgangsregelingen vallen.

Consolidatie vindt plaats op basis van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang. Om die reden wijkt het enkelvoudig vermogen

af van het geconsolideerd vermogen. Het verschil tussen enkelvoudig en geconsolideerd vermogen wordt in onderstaand overzicht inzichtelijk

gemaakt.

Het vermogen van Onderwijsgroep Noord is indirect ontstaan uit de publieke middelen van de drie onderwijsinstellingen binnen de groep. Om die

reden heeft het College van Bestuur van Onderwijsgroep Noord en de drie onderwijsinstellingen gemeend hiervoor een bestemmingsfonds publieke

onderwijsgelden te moeten instellen. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt dat dit vermogen niet aan de publieke middelen wordt onttrokken.

Het verloopoverzicht toont het verloop van het langlopende deel van de leningen.

Page 67: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

2.4 Kortlopende schulden 2016 2015

€ €

2.4.1 Kredietinstellingen 120.000 120.000

2.4.3 Crediteuren 287.928 366.190

2.4.5 Schulden aan groepsmaatschappijen 0 366.496

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 247.087 225.024

2.4.8 Schulden terzake van pensioenen 53.596 51.988

2.4.10 Overlopende passiva 269.142 194.304

Kortlopende schulden 977.754 1.324.002

2.4.7.1 Loonheffing 192.218 176.900

2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen 54.869 48.124

Belastingen en premies sociale verzekeringen 247.087 225.024

2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 180.860 156.659

2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 14.278 10.164

2.4.10.7 Rente 26.077 27.481

2.4.10.8 Overige 47.927 0

Overlopende passiva 269.142 194.304

Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar.

De schulden terzake pensioenen, de belastingen en premies sociale verzekeringen en de overlopende passiva zijn in 2016 toegenomen. De schulden

aan groepsmaatschappijen en crediteuren zijn daarentegen gedaald. De overlopende passiva nemen toe door een additionele reservering voor

nabetalingen die kunnen voortvloeien uit de invoering van het nieuwe functiebouwwerk. Per saldo is, ten opzichte van 2015, sprake van een afname

van de kortlopende schulden.

Het betreft hier een hypothecaire lening welke is afgesloten voor aankoop van het kantoorpand aan de Hereweg 101 te Groningen.

Voor deze lening zijn de volgende zekerheden verstrekt:

. Recht van eerste hypotheek voor de hoofdsom, vermeerderd met 40% voor rente en kosten, op het recht van opstal c.q. erfpacht;

. Verstrekking tot zekerheid van het pandrecht op de huidige en toekomstige vorderingen, voor zover het toekomstige vorderingen betreft bij voorbaat,

op de kredietgever aan de kredietgever.

De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.

Page 68: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Toelichting behorende tot de enkelvoudige staat van baten en lasten

3.4 Baten werk in opdracht van derden 2016 Begroting 2016 2015

€ € €

3.4.3 Overige baten werk in opdracht van derden 7.558.968 7.567.000 7.081.565

Baten in opdracht van derden 7.558.968 7.567.000 7.081.565

3.4.3.3 Overige baten in opdracht van derden 7.558.968 7.567.000 7.081.565

Overige baten in opdracht van derden 7.558.968 7.567.000 7.081.565

3.5 Overige baten 2016 Begroting 2016 2015

€ € €

3.5.1 Verhuur 2.542 2.000 2.525

3.5.2 Detachering personeel 150.633 232.000 214.626

3.5.6 Overige 179.377 128.000 199.693

Overige baten 332.552 362.000 416.844

4.1 Personele lasten 2016 Begroting 2016 2015

€ € €

4.1.1 Lonen en salarissen 4.851.948 4.759.000 4.256.945

4.1.2 Overige personele lasten 880.638 645.000 1.107.804

4.1.3 Af: uitkeringen 5.522 10.000 45.303

Personeelslasten 5.727.064 5.394.000 5.319.446

4.1.1.1 Bruto lonen en salarissen 3.929.443 3.893.000 3.419.070

4.1.1.2 Sociale lasten 455.090 433.000 421.700

4.1.1.3 Pensioenpremies 467.414 433.000 416.175

Lonen en salarissen 4.851.948 4.759.000 4.256.945

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 167.239 52.000 290.114

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 634.767 506.000 737.330

4.1.2.3 Overige 78.632 87.000 80.360

Overige personele lasten 880.638 645.000 1.107.804

De opbrengsten vanwege verhuur betreft de verhuur van een kantoor aan het samenwerkingsverband.

De opbrengsten uit detachering van personeel komen lager uit dan in 2015. Ook waren deze lager dan is begroot. Er is

sprake van een afname van het aantal detacheringen.

De overige baten hebben betrekking op de organisatie van de OGN-academie. De baten zijn iets lager dan in 2015, maar

wel hoger dan begroot. Er zijn meer cursussen georganiseerd dan waar in de begroting van 2016 rekening mee is

gehouden, waardoor de baten hoger uitkomen dan begroot. Hier staan ook hogere lasten tegenover die zijn verantwoord

bij de administratie- en beheerslasten.

De opbrengsten voor de dienstverlening zijn € 477.403 hoger dan in 2015. De stijging wordt veroorzaakt door een stijging

van de baten bij de drie onderwijsinstellingen, onder andere door een toename van het aantal leerlingen. Ten opzichte van

de begroting zijn de opbrengsten nagenoeg gelijk. Voor 2016 is 6,60% als doorbelastings-percentage gehanteerd.

Page 69: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) 2016 2015

College van Bestuur 4,9 1,4

Ondersteunend- en beheerspersoneel 67,5 62,9

Totaal 72,4 64,3

Wet normering bezoldiging

topfunctionarissen publieke en

4.2 Afschrijvingen 2016 Begroting 2016 2015

€ € €

4.2.2 Materiële vaste activa 283.967 499.000 337.559

Afschrijvingen 283.967 499.000 337.559

4.3 Huisvestingslasten 2016 Begroting 2016 2015

€ € €

4.3.1 Huur 45.000 45.000 45.000

4.3.2 Verzekeringen 4.378 5.000 4.076

4.3.3 Onderhoud 53.096 89.000 56.978

4.3.4 Energie en water 50.512 55.000 43.612

4.3.5 Schoonmaakkosten 42.389 60.000 51.846

4.3.6 Heffingen 18.131 21.000 19.391

Huisvestingslasten 213.505 275.000 220.903

De personele lasten zijn gestegen ten opzichte van 2015 met € 407.618. Ten opzichte van de begroting is sprake van een

stijging van € 333.064.

De afschrijvingslasten zijn gedaald met €53.592 ten opzichte van 2015 en met €215.033 ten opzichte van de begroting. De

daling ten opzichte van 2015 wordt veroorzaakt door het beperkt uitvoeren van vervangingsinvesteringen. De daling ten

opzichte van de begroting is het gevolg van het later of helemaal niet uitvoeren van geplande investeringen.

De huisvestingslasten zijn in 2016 lager dan ten opzichte van 2015 en de begroting. Als gevolg van minder uitgevoerde

onderhoud aan het kantoorpand zijn de onderhoudskosten lager dan in 2015 en ten opzichte van de begroting. Voor zowel

de schoonmaak als de afvalverwerking zijn nieuwe contracten afgesloten, waardoor de kosten voor deze posten lager

uitkomen.

De dotaties aan de personele voorzieningen vallen aanmerkelijk hoger uit. Dit is voornamelijk het gevolg van het opnemen

van een voorziening seniorenverlof van €180.783. Daarnaast zijn er in 2016 minder afspraken (vrijval) met betrekking tot

wachtgeld gemaakt dan begroot.

De kosten voor personeel niet in loondienst zijn lager dan in 2015, maar vallen wel hoger uit dan was begroot. Er is slechts

in geringe mate sprake van inhuur van uitzendpersoneel maar wel in toenemende mate van het inhuren van externe

personeelsleden, zoals gedetacheerden of ZZP-ers.

Het personeelsbestand per 31 december betreft uitsluitend medewerkers met een dienstverband. De toename van het

gemiddeld aantal fte's wordt veroorzaakt door de invulling van vacatures.

De lonen en salarissen zijn met € 595.003 gestegen ten opzichte van 2015. De stijging is voornamelijk het gevolg van de

CAO-verhoging van 3,0% per 1 januari 2016 alsmede als gevolg van uitbreiding van het personeelsbestand. Daarnaast is

er sprake van een stijging van de sociale lasten en de pensioenpremies. In eerste instantie was sprake van een lager

premiepercentage, maar per april 2016 is de premie weer verhoogd. Ten opzichte van de begroting is sprake van een

vergelijkbaar beeld en komen de lonen en salarissen € 92.948 hoger uit.

De bezoldiging en toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten.

Page 70: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

4.4 Overige lasten

2016 Begroting 2016 2015

€ € €

4.4.1 Administratie- en beheerslasten 1.468.158 1.552.000 1.425.349

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 99.650 110.000 65.645

Overige lasten 1.567.808 1.662.000 1.490.994

Accountant 2016 2015

€ €

4.4.1.1 Honorarium controle jaarrekening 22.290 24.774

4.4.1.3 Honorarium fiscale adviezen 0 0

4.4.1.4 Honorarium overige dienstverlening 484 1.936

Accountantslasten 22.774 26.710

5 Financiële baten en lasten 2016 Begroting 2016 2015

€ € €

5.1 Rentebaten 1.286 7.000 8.103

5.5 Rentelasten -105.239 -106.000 -111.454

Financiële baten en lasten -103.953 -99.000 -103.351

De overige lasten zijn € 76.814 hoger dan in 2015, maar € 94.192 lager dan is begroot.

De administratie- en beheerslasten zijn €42.808 hoger dan in 2015. De kosten voor ICT-voorzieningen, contributies,

kopieerkosten, pr-activiteiten, representatiekosten en personeelsvoorziening zijn gestegen ten opzichte van 2015.

Daarentegen zijn de kosten van inhuur van externe adviseurs gedaald ten opzichte van 2015. De kosten van inhuur van

externe adviseurs waren in 2015 hoog in verband met diverse projecten en de transitie van de organisatie. De hogere

kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen ten opzichte van 2015 worden veroorzaakt door aanschaf van

vergaderstoelen voor de vergaderruimte op de 1e etage.

De administratie en beheerslasten zijn €83.842 lager dan begroot. Er is sprake van hogere kosten voor ICT-

voorzieningen, contributies, pr-activiteiten, kopieerkosten en personeelsvoorziening. Daarnaast zijn minder kosten

gemaakt voor telecommunicatie, drukwerk en formulieren, kosten externe adviseurs en bij-,her- en nascholing. Tevens zijn

de lasten lager door het niet aanwenden van de begrote post voor onvoorziene uitgaven.

De kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn per saldo lager dan de begroting. Enerzijds wordt dit

veroorzaakt door hogere lasten voor de post kleine inventarisaanschaffing (vergaderstoelen) en anderzijds door lagere

lasten omdat er nauwelijks gebruik is gemaakt van het begrote bedrag voor innovatie.

De rentebaten zijn lager dan in 2015. Door een lagere (en in sommige gevallen geen) rentevergoeding komen de

rentebaten lager uit en zijn de opbrengsten door een daling van de liquide middelen verder afgenomen.

De rentebaten zijn ook lager dan begroot omdat de renteverlaging groter is dan waarmee bij het opstellen van de begroting

rekening is gehouden.

De rentelasten zijn lager dan in 2015 als gevolg van aflossingen op de lening.

Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de stichting en de in de consolidatie betrokken

maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Wta

(Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk waartoe de

accountantsorganisatie behoort. Deze honoraria hebben betrekking op het onderzoek van de jaarrekening over het

boekjaar 2016, ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende het boekjaar zijn verricht.

Page 71: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Verbonden Partijen

Naam Juridische Statutaire Code Eigen Resultaat Art. 2:403 Deelname Consolidatie

vorm 2016 zetel activiteiten Vermogen jaar 2016 BW

31-12-2016

€ € Ja/Nee % Ja/Nee

Stichting AOC Terra stichting Groningen 4 37.064.432 -3.569.031 nee 0 nee

Stichting Dollard College stichting Groningen 4 7.202.520 231.177 nee 0 nee

Stichting RSG de Borgen stichting Groningen 4 3.242.439 158.553 nee 0 nee

Naam Onschrijving doelstelling Samenstelling Bestuur en directie

Stichting AOC Terra Onderwijs mw. A.A. Berendsen (Voorzitter College van Bestuur) en drs. A.G. Wennink MBA (College van Bestuur)

Stichting Dollard College Onderwijs mw. A.A. Berendsen (Voorzitter College van Bestuur) en drs. A.G. Wennink MBA (College van Bestuur)

Stichting Onderwijsgroep Noord Onderwijs mw. A.A. Berendsen (Voorzitter College van Bestuur) en drs. A.G. Wennink MBA (College van Bestuur)

Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen maken deel uit van Onderwijsgroep Noord. Deze zijn

verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.

Page 72: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

WNT-verantwoording 2016 Stichting Onderwijsgroep Noord.

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting

Onderwijsgroep Noord van toepassing zijnde regelgeving: WNT-maximum voor het onderwijs; klasse F.

Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Stichting Onderwijsgroep Noord is € 164.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking

geldt met ingang van 1 januari 2016 voor de eerste 12 kalendermaanden een afwijkende normering, zowel voor de duur van de opdracht als voor het uurtarief.

De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht zijn bestuurder respectievelijk toezichthouder van Onderwijsgroep Noord als geheel. Voor de volledigheid is in onderstaande WNT

verantwoording de totale bezoldiging van deze functionarissen opgenomen. De vermelde gegevens hebben betrekking op de WNT-entiteiten Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting

Agrarischopleidingscentrum Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen. Op deze functionarissen is klasse F (8-4-5) van toepassing met een bezoldigingsmaximum van € 164.000.

1. Bezoldiging topfunctionarissen

1a. Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking. Tevens leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling

bedragen x € 1 A.A. Berendsen A.G. Wennink T. Praamstra

Functiegegevens Voorzitter CvB Lid CvB Directeur Ondersteunende diensten

Aanvang en einde functievervulling in 2016 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/8 – 31/12

Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0 1,0

Gewezen topfunctionaris? Nee Nee Nee

(Fictieve) dienstbetrekking? Nee Nee Nee

Individueel WNT-maximum € 164.000 € 164.000 € 44.855

Beloning € 149.970 € 134.354 € 36.676

Belastbare onkostenvergoedingen - - -

Beloningen betaalbaar op termijn € 15.789 € 15.233 € 4.837

Subtotaal € 165.759 € 149.587 € 41.513

-/- Onverschuldigd betaald bedrag - - -

Totaal bezoldiging € 165.759 € 149.587 € 41.513

Verplichte motivering indien overschrijding Overgangsrecht van

toepassing

n.v.t. n.v.t.

Page 73: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Gegevens 2015

Aanvang en einde functievervulling in 2015 1/1 - 31/12 1/8 - 31/12 Geen topfunctionaris volgens de WNT

Omvang dienstverband 2015 (in fte) 1,0 1,0 -

Beloning € 150.510 € 51.668 -

Belastbare onkostenvergoedingen - - -

Beloningen betaalbaar op termijn € 15.559 € 6.518 -

Totaal bezoldiging 2015 € 166.070 € 58.186 n.v.t.

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking kalendermaand 1-12

Geen sprake van leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in 2016, voor 2015 eveneens niet van toepassing.

2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking

Geen sprake van uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionaris met of zonder dienstbetrekking in 2016, voor 2015 eveneens niet van toepassing.

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in 2016 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in

2016 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden

moeten worden.

Page 74: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

WNT-verantwoording 2016 Raad van Toezicht Onderwijsgroep Noord/AOC Terra/Dollard College/rsg De Borgen

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Onderwijsgroep

Noord van toepassing zijnde regelgeving: WNT-maximum voor het onderwijs; klasse F (8-4-5).

Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Onderwijsgroep Noord is € 164.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldt met

ingang van 1 januari 2016 voor de eerste 12 kalendermaanden een afwijkende normering, zowel voor de duur van de opdracht als voor het uurtarief.

1. Bezoldiging topfunctionarissen

1a. Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking. Tevens leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling.

(zie aparte overzichten)

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking

(n.v.t.)

1c. Toezichthoudende topfunctionarissen

bedragen x € 1 E.M. Pastoor-Meuleman

H. Holman F. Migchelbrink T. Wagenaar E. van Zuidam M. Krijnsen K.J. Roffel

Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid

Aanvang en einde functievervulling in 2016 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 – 31/5 1/1 – 31/12 1/1 – 31/12 1/1 – 31-12 1/5 – 31/12

Individueel WNT-maximum € 24.600 € 16.400 € 6.833 € 16.400 € 16.400 € 16.400 € 10.933

Beloning € 15.600 € 9.750 € 4.063 € 9.750 € 9.750 € 9.750 € 6.500

Belastbare onkostenvergoedingen - - - - - - -

Beloningen betaalbaar op termijn - - - - - - -

Subtotaal € 15.600 € 9.750 € 4.063 € 9.750 € 9.750 € 9.750 € 6.500

-/- Onverschuldigd betaald bedrag - - - - - -

Totaal bezoldiging 2016 € 15.600 € 9.750 € 4.063 € 9.750 € 9.750 € 9.750 € 6.500

Verplichte motivering indien overschrijding n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Gegevens 2015

Aanvang en einde functievervulling in 2015 1/1 – 31/12 1/1 – 31/12 1/1 – 31/12 1/1 – 31/12 1/1 – 31/12 1/1 – 31/12 n.v.t.

Beloning € 13.650 € 9.750 € 9.750 € 9.750 € 9.750 € 9.750 -

Belastbare onkostenvergoedingen - - - - - - -

Beloningen betaalbaar op termijn - - - - - - -

Totaal bezoldiging 2015 € 13.650 € 9.750 € 9.750 € 9.750 € 9.750 € 9.750 -

2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking

(n.v.t.)

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT

(n.v.t.)

Page 75: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Overige

gegevens

Page 76: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Newtonlaan 205, 3584 BH Utrecht, Postbus 85096, 3508 AB Utrecht

T: 088 792 00 30, F: 088 792 95 08, www.pwc.nl

‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op

deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het college van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Onderwijsgroep Noord

Verklaring over de jaarrekening 2016

Ons oordeel Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Onderwijsgroep Noord op 31 december 2016 en van het resultaat over 2016 in overeenstemming met Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ 640) en de bepalingen bij en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).

Wat we hebben gecontroleerd Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 van Stichting Onderwijsgroep Noord te Groningen (‘de stichting’) gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Onderwijsgroep Noord en haar dochtermaatschappijen (samen: ‘de groep’) en de enkelvoudige jaarrekening. De jaarrekening bestaat uit:

de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2016;

de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2016; en

de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.

Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is RJ 640 en de bepalingen bij en krachtens de WNT.

De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en de Regeling Controleprotocol WNT 2016 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Onafhankelijkheid Wij zijn onafhankelijk van Stichting Onderwijsgroep Noord zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Page 77: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Pagina 2 van 5

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:

het bestuursverslag.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

alle informatie bevat die op grond van RJ 640 is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

Het college van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag in overeenstemming met RJ 640.

Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole

Verantwoordelijkheden van het college van bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het college van bestuur is verantwoordelijk voor:

het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met RJ 640 en de bepalingen bij en krachtens de WNT; en voor

een zodanige interne beheersing die het college van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het college van bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het college van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het college van bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het college van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stichting.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Page 78: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Pagina 3 van 5

Ons controleoordeel beoogt een redelijke mate van zekerheid te geven dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.

Utrecht, 29 juni 2017 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

Origineel getekend door prof. dr. P.W.A. Eimers RA

Page 79: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Pagina 4 van 5

Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2016 van Stichting Onderwijsgroep Noord

In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt.

De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, de Regeling Controleprotocol WNT 2016, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze doelstelling is om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening vrij van materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude is. Onze controle bestond onder andere uit:

Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel

belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.

Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting.

Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het college van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan.

Het vaststellen dat de door het college van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven.

Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen bepaald om te waarborgen dat we voldoende controlewerkzaamheden verrichten om in staat te zijn een oordeel te geven over de jaarrekening als geheel. Bepalend hierbij zijn de geografische structuur van de groep, de omvang en/of

Page 80: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Pagina 5 van 5

het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten, de bedrijfsprocessen en interne beheersingsmaatregelen en de bedrijfstak waarin de stichting opereert. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was.

Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Page 81: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Bestemming van het exploitatiesaldo

2016 2015

€ €

Dotatie aan de Bestemmingsfondsen (publiek) -4.777 26.156

-4.777 26.156

Statutaire winstbestemming

In de statuten van de stichting is geen artikel opgenomen aangaande de winstbestemming.

Het exploitatiesaldo van Stichting Onderwijsgroep Noord is, conform het besluit van het College van Bestuur, verdeeld zoals

onderstaand is weergegeven.

Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2016 verwerkt.

Page 82: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Gebeurtenissen na balansdatum

Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.

Page 83: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

Bijlagen

Page 84: INHOUDSOPGAVE · 2019-01-30 · Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal

FK Financiële kengetallen

Geconsolideerde balans 2016 2015

Solvabiliteit 1 (excl. voorzieningen) 0,56 0,59

Solvabiliteit 2 (incl. voorzieningen) 0,62 0,63

Liquiditeit (current ratio) 1,34 1,41

Liquiditeit (quick ratio) 1,24 1,33

Liquiditeit (zonder investeringssubsidies) 1,34 1,41

Rentabiliteit (%) -2,93 1,98

Enkelvoudige balans 2016 2015

Solvabiliteit 1 (excl. voorzieningen) 0,30 0,26

Solvabiliteit 2 (incl. voorzieningen) 0,38 0,36

Liquiditeit (current ratio) 1,11 1,53

Liquiditeit (quick ratio) 1,11 1,53

Liquiditeit (zonder investeringssubsidies) 1,11 1,53

Rentabiliteit (%) -0,06 0,35

Huisvestingsratio 0,04 0,05

Weerstandsvermogen 0,17 0,18