Inhoud - Techniek is fun · 2019-08-05 · 4 1. Probleemstelling 1. Behoefte Mick Jagger is iemand...
Transcript of Inhoud - Techniek is fun · 2019-08-05 · 4 1. Probleemstelling 1. Behoefte Mick Jagger is iemand...
2
Inhoud
Tablet of smartphone 3
1. Probleemstelling 4
1. Behoefte 4
2. Criteria onderzoeken 5
3. Overbrengingen 6
4. Hefbomen 7
5. Technisch proces 9
2. Ontwerp 11
1. Het probleem analyseren 11
2. Ontwerpoplossingen bedenken 12
3. De meest geschikte ontwerpoplossing kiezen 14
4. Schetsen 14
1. Conceptschets of voorontwerp 14
2. Realisatietekening of definitief ontwerp 15
3. Detailontwerp 15
5. Prototype 16
6. Ontwerpoplossingen voorstellen 16
3. Maken 17
1. Maakopdracht analyseren 17
2. Hulpmiddelen kiezen 18
3. Werkpost voorbereiden 20
4. Het ontwerp planmatig realiseren 21
4. In gebruik nemen 22
5. Voorstellen 23
6. Evalueren 24
7. Technische beroepen 26
8. Moeilijke woorden 27
9. Evaluatie attitudes 27
3
Tablet of smartphone
1. Als je in dit projectboekje een QR code ontdekt kan je deze
inscannen met QR scan app (application = toepassing)
2. Staat er bij een opdracht een icoontje van een app, dan zal deze
op de iPad geïnstalleerd zijn en kan je deze ook eens uittesten,
leuk en leerrijk hoor
Probeer maar eens
Nu verschijnen er op je tablet filmpjes of
extra info
Dit projectje is tablet vriendelijk, wat wil
dit nu zeggen?
4
1. Probleemstelling
1. Behoefte
Mick Jagger is iemand met de beste dansmoves die je kan indenken.
Moves komt van “to move” = bewegen.
We gaan zelf een toestel (technische realisatie) maken die een
figuurtje laat dansen. Zo een speelgoedrealisatie die beweging kan
genereren noemen we een automata.
Als onze automata klaar is stellen we die voor
door middel van een filmpje, je figuurtje moet
natuurlijk in de videoclip bewegen op muziek.
Je automata hoeft maar
één overbrenging, naar
keuze, te hebben maar
figuurtje moet wel
minstens 1cm springen en
ronddraaien
5
2. Criteria onderzoeken
Criteria zijn een duidelijke omschrijving waaraan een
technische realisatie moet voldoen, of eigenschappen die ze
moet bezitten.
Je automata moet aan drie criteria voldoen.
Criteria
Zet ja of neen indien je zelf keuzes
kan maken voor een criterium.
1. Je automata moet
minstens 1 overbrenging
hebben.
2. M.J. moet minstens 1 cm
omhoog springen
3. M.J. moet ronddraaien
tijdens het dansen.
Evaluatie: technisch proces uitvoeren vanuit behoeften en criteria
ET6.38
Criteria en normen
Tec 6.38.2
Je hebt voor
geen enkel
criteria
genoteerd of
je een keuze
kan maken.
Je hebt voor
1 criterium
niet
genoteerd of
je zelf een
keuze kan
maken.
Je hebt voor 2
criteria
genoteerd of
je zelf een
keuze kan
maken of niet.
Je hebt voor
elk criterium
genoteerd of
je zelf een
keuze kan
maken of niet.
Ik
De leraar
Er zijn bepaalde criteria waar je realisatie
moet aan voldoen.
Lees de behoefte eens aandachtig, dan zal je ook
de criteria ontdekken.
6
3. Overbrengingen
Welke overbrengingen vinden we eigenlijk allemaal terug in de automata?
Analyseer de automata in de
klas eens grondig, wat kan je
hier allemaal in terugvinden? Gebruik de informatiefiches
over overbrengingen om op zoek
te gaan.
Vul de onderzoekbladen die je
van de leerkracht krijgt
nauwkeurig in. Je mag de tandwielsets van in
de klas gebruiken om te
experimenteren en te
onderzoeken
7
Voorbeeld: ……………………………………………………………………………………………………………
4. Hefbomen
Hefboomwerking
O Ja O Neen Indien ja vul dan verder aan.
Draaipunt tussen last en kracht O Ja O Neen
Last tussen draaipunt en kracht O Ja O Neen
Kracht uitoefenen tussen last en kracht O Ja O Neen
Kan je bij de voorbeeldautomata ook
hefbomen ontdekken?
Gebruik de informatiefiches om op zoek
te gaan.
Duid op volgende foto’s ook eens de
overbrenging aan.
Geef zelf ook eens een voorbeeld van een
overbrenging bij jou thuis of in de klas.
8
Voorbeeld: ……………………………………………………………………………………………………………
Evaluatie: principes onderzoeken van technische systemen ET 6.36
Onderzoeken van
overbrenging en
hefboom
Tec 6.36.2.2
Je hebt geen
juiste
mogelijkheden
aangekruist.
Je hebt
minder dan de
helft van de
juiste
mogelijkheden
aangekruist.
Je hebt de
helft of meer
juiste
mogelijkheden
aangekruist. .
Je hebt alle
juiste
mogelijkheid
aangekruist. .
Ik
De leraar
Duid op volgende foto’s ook eens het
draaipunt en machtarm aan.
Geef zelf ook eens een voorbeeld van
hefboomwerking bij jou thuis of in de klas.
9
5. Technisch proces
We werken tijdens dit project ook steeds volgens het technisch proces
Waarvoor moet onze realisatie dienen?
Criteria bepalen!
Ontwerpen: schetsen en materialenlijst.
We maken ons technisch systeem (TS). We gaan ons technisch systeem (TS) in
gebruik nemen/testen.
Voldoet onze technisch systeem (TS)
aan de vooropgestelde criteria?
10
Werkwijze
Je werkt in groepjes van…
Hulpmiddelen
- Je mag deze projectbundel en alle andere hulpmiddelen zoals
gereedschappen, laptops, tablets, je smartphone, ... gebruiken.
- Er is ook een voorbeeld van een afgewerkte automata waarnaar je
steeds kan gaan kijken, werk zoveel mogelijk zelfstandig.
Tijd
Je krijgt hiervoor 10 lesuren te tijd, treuzel dus niet.
Wat zal je leren?
- Criteria ontdekken.
- Ontwerpen.
- Een technisch systeem maken rekening houdende met vooropgestelde
criteria.
- Hulpmiddelen correct gebruiken en onderhouden.
- Een goed werktempo (attitude) hanteren.
Evaluatie
- Zowel jij als je leerkracht zullen je technisch systeem en de
verschillende stappen in het proces beoordelen.
O Ja, omdat ............................................................................................
................................................................................................
O Neen, omdat .......................................................................................
................................................................................................
Als je technisch systeem klaar is kan je een
uitbreidingsopdracht maken of klasgenoten helpen
als techniek assistent.
Wat denk je, zal je deze opdracht graag doen?
Kruis en vul aan.
11
2. Ontwerpen
1. Het ontwerpprobleem analyseren
Wat moet je maken?
O Een automata.
O Een automata met dansende figuurtje.
O Een automata met overbrenginging en springende plus
draaiende figuurtje.
O Een automata met overbrenging en dansende figuurtje.
O Een automata met hefboom en draaiende figuurtje.
Evaluatie: onderzoeken principes van technische systemen ET 6.36
Probleemanalyse
Tec 6.36.1
Je hebt de
foute
mogelijkheid
aangekruist.
Je hebt de
juiste
mogelijkheid
aangekruist.
Ik
De leraar
Onderzoek de voorbeeldautomata
(en criteria) eens nauwkeurig en kruis
de meest volledige oplossing aan.
12
2. Ontwerpoplossingen bedenken i.f.v. de criteria
1. Bepaal de plaats van je assen in functie van de overbrenging.
2. De overbrengingswielen moeten mooi in één lijn met elkaar
liggen (uitlijning).
3. De overbrengingswielen mogen niet te los of te stroef op
elkaar inwerken.
4. Rietjes kunnen helpen om wrijving van assen te verminderen.
5. Als karton te weinig wrijving geeft kan je dit verhogen door
er schuurpapier op te kleven.
6. Meten is weten.
Het ontwerpen van een goede overbrenging is niet zo eenvoudig. Bij de
volgende stap zullen jullie verschillende deeloplossingen
voor het probleem bedenken. Gebruik hiervoor de resultaten
van de onderzoeken die je hebt uitgevoerd.
Je moet zelf een automata ontwerpen,
hieronder een paar tips.
13
probleem Deeloplossing 1 Deeloplossing 2
De wielen liggen niet mooi in
lijn met elkaar.
De overbrenging gaat te
stroef.
De overbrenging slipt door.
Evaluatie: Doorlopen van het probleemoplossende proces ET 6.48
Ontwerpoplossingen
bedenken
Stem 6.48.2
Je hebt
geen enkele
deeloplossing
gevonden.
Minder dan
drie
deeloplossing
en zijn
ingevuld.
Drie of meer
deeloplossing
en zijn
ingevuld.
Alle
deeloplossingen
zijn ingevuld op
basis van de
onderzoeks-
resultaten.
Ik
De leraar
Noteer voor de volgende problemen mogelijke
deeloplossingen.
14
3. De meest geschikte ontwerpoplossing kiezen en verantwoorden
Evaluatie: Doorlopen van het probleemoplossende proces ET 6.38
De meeste
geschikte oplossing
kiezen
Stem 6.38.2
Er is niet voor
alle criteria een
best passende
oplossing
omcirkeld.
Er voor elk
criterium de best
passende
deeloplossing
omcirkeld.
Ik
De leraar
4. Schetsen
1. Conceptschetsen of voorontwerp (VO)
Maak een aantal voorlopige eenvoudige schetsen, hou wel rekening met
de behoefte en criteria.
Bekijk en bespreek de schetsen in je groep en met de leerkracht.
Kies het beste concept.
Omcirkel in de probleemtabel (blz. 13) voor
elk probleem de beste deeloplossing. Je
moet ook kunnen zeggen waarom.
15
2. Realisatietekening of definitief ontwerp (DO)
Maak van je gekozen conceptschets nu een betere tekening.
Op je realisatieschets werk je liefst met een aantal aanzichten en
plaatst de belangrijkste maten zodat je steeds zicht
hebt op de juiste afmetingen.
3. Detailontwerp
Duid nu de verschillende delen aan en benoem deze, zet ook afmetingen
(in mimimeter) op je tekening. Maak tevens ook een materialenlijst (dit
mag eventueel op een apart blad) en bespreek deze met je leerkracht.
Als er bepaalde materialen niet in de klas aanwezig zijn kan je leerkracht
misschien alternatieven aanbieden of moeten deze aangekocht worden.
Maak je tekeningen op A4 bladen en voeg
deze hier toe. Teken je voorontwerpen op
schaal 1:4 en je definitief ontwerp
op schaal 1:2
Teken
16
5. Prototype
Indien je niet zeker bent of een concept wel zal werken kan je ook
opteren om een klein model te maken in karton (van een melkdoos) of een
ander materiaal.
Dit (niet werkende) model noemen we een prototype.
6. Ontwerpoplossingen voorstellen
Evaluatie: technisch proces uitvoeren vanuit behoeften en criteria
ET 6.38 , ET 6.40 en ET 6.46
Ik heb een
technische schets
gemaakt
Tec 6.38.5
Tec 6.40.2
STEM 6.46.3
STEM 6.46.4
Ik heb geen
enkele
technische
schets.
Ik heb een
heel
eenvoudige
schets zonder
maten.
Ik heb 1 of
twee
voorontwerpen
en een nette
schets met
daarop de
maten.
Ik heb drie
voorontwerpen
en een nette
schets in 3D en
kleur met
daarop de
maten
Ik
De leraar
Stel nu jullie ontwerp voor aan je groepje, de
leerkracht of de ganse klas, laat je tekeningen
zien en verdedig je keuze per criterium.
Merk je aan de hand van je prototype dat
er problemen zijn met je TS, pas je ontwerp
dan aan.
17
3. Maken
1. De maakopdracht analyseren
Doos (nummer van 1 tot 3)
... Gaten voor assen maken.
... asdoorgangen aftekenen;
... Gat voor figuursteun maken.
Overbrenging (nummer van 1 tot 10)
... Overbrengingswielen op assen monteren.
... Assen op lengte maken.
... Nok uitknippen.
... Nok aftekenen.
... Assen met overbrengingswielen (en nok) in de doos monteren.
... Nok op as aanbrengen.
... Figuurtje op steun monteren.
... Figuurtje uitknippen en platificiëren.
... Assen en overbrengingswielen op elkaar uitlijnen.
… Figuurtje op de doos monteren.
1. Doos voorbereiden (aftekenen + gaten) .......... min.
2. Overbrenging maken (assen + wielen) .......... min.
3. Het monteren in de doos .......... min.
4. Overbrenging uitlijnen .......... min.
5. Figuurtje monteren op de doos .......... min.
Plaats telkens de verschillende stappen in
de juiste volgorde.
Hoeveel tijd denk je nodig te hebben voor
het maken van je automata?
18
Evaluatie: TS realiseren op basis van een ontwerp ET 6.41
Planningstechniek
(stappenplan
tijdspad)
Tec 6.41.6
Je plaatste
meer dan 6
stappen niet in
de juiste
volgorde.
Je plaatste 3
tot 6 stappen
niet in de
juiste
volgorde.
Je plaatste 1
tot 3 stappen
niet in de
juiste volgorde.
Alle stappen
staan in de
juiste
volgorde.
Ik
De leraar
2. De nodige hulpmiddelen kiezen
In de werkplaats kan je verschillende gereedschappen en
materialen terugvinden. Hieronder een aantal voorbeelden.
Gereedschappen
Materialen
Een hulpmiddel kan echt van alles zijn, maar
bij het realiseren zijn dit toch vooral
gereedschappen en materialen
19
Doos Hulpmiddel
o asdoorgangen aftekenen
o gaten voor assen maken
o gat voor figuursteun maken
overbrenging
o assen op lengte maken
o overbrengingswielen monteren
o nok aftekenen
o nok uitknippen
o nok op as monteren
o assen monteren
o assen uitlijnen
o figuurtje uitknippen en plastificeren
o figuurtje op steun monteren
o figuurtje op doos monteren
Evaluatie: technisch proces uitvoeren vanuit behoeften en criteria
ET 6.38
Doel van de
hulpmiddelen
kennen
Tec 6.38.1
Je hebt meer
dan 2
hulpmiddelen
niet of fout
ingevuld.
Je hebt 2
hulpmiddelen
niet of fout
ingevuld.
Je hebt 1
hulpmiddel niet
of fout
ingevuld.
Je hebt alle
hulpmiddelen
juist ingevuld.
ik
De leraar
Noteer in de 2 de kolom welk hulpmiddel je
nodig hebt.
Onderzoek de hulpmiddelen in de klas maar
eens, de leerkracht zal met plezier tonen
hoe ze moeten gebruikt worden.
20
3. De werkpost voorbereiden
1. Leg het materiaal dat je voor de doos nodig hebt klaar en
werk deze af.
2. Leg het materiaal dat je voor de overbrenging nodig hebt
klaar en werk deze af.
3. Gebruik steeds de juiste meetgereedschappen.
Evaluatie: Gepaste hulpmiddelen en meetinstrumenten gebruiken ET 6.43
Juiste
hulmiddelen
gebruiken
Stem 6.43.1
Stem 6.43.2
Je hebt het
materiaal
niet klaar
gelegd.
Je hebt het
materiaal en
meetinstrumenten
soms klaar gelegd.
Je hebt het
materiaal en
meetinstrumenten
meestal klaar
gelegd.
Je hebt het
materiaal en
meetinstrumenten
altijd klaar gelegd
voor de doos en
de overbrenging.
ik
De leraar
Leg steeds alle materialen en
gereedschappen ordelijk klaar voor je aan
een (deel) van de realisatie begint.
21
4. Het ontwerp planmatig realiseren
Evaluatie: realiseren volgens TP ET 6.38
Realiseren volgens
het TP
Tec 6.38.3
Je hebt niet
alle stappen
planmatig
doorlopen en je
realisatie
werkt niet.
Je werkte niet
volgens het TP
en je ontwerp,
maar je
realisatie
werkt wel
Je hebt de
stappen
doorlopen maar
niet volgens jou
ontwerp.
Je hebt alle
stappen
planmatig
doorlopen
volgens je
ontwerp
Ik
De leraar
5. De werkpost opruimen met oog voor milieu
Karton: ...................................................................................................
Hout: ......................................................................................................
Restjes van rietjes: ...........................................................................
Voer nu het ontwerp uit volgens het plan
dat je op bladzijde 17 hebt opgesteld.
Let erop dat je steeds het juiste gereedschap
gebruikt voor de juiste bewerking.
Als je aan een bewerking of gereedschap
twijfelt, vraag dan hulp.
Berg je gereedschap en andere
hulpmiddelen terug op de juiste plaats op.
Waar hoort het volgende afval thuis?
22
Criteria
Vul in: Voldoet of voldoet niet.
1. Je automata heeft minstens één
overbrenging.
2. Je figuurtje springt minstens 1cm hoog bij
het dansen.
3. Je figuurtje draait rond bij het dansen.
4. In gebruik nemen
...............................................................................................
Noteer in de 2de kolom per criterium voldoet of voldoet niet.
Evaluatie:Testen of een TS voldoet aan de behoefte en criteria. ET 6.42
Testen van de
criteria.
Tec 6.42.2
Je realisatie
voldoet aan
geen enkel
criterium.
Je realisatie
voldoet aan 1
criterium.
Je realisatie
voldoet aan 2
criteria.
Je realisatie
voldoet aan 3
criteria.
Ik
De leraar
Nu zou je automata moeten werken, hoe
kan je dit testen?
23
5. Voorstellen
Evaluatie: digitale competentie ET 4.1
Ontwerpoplossingen
voorstellen
digitale inhouden
creëren en delen
4.1
Ik heb niets
gemaakt
Ik heb een
filmpje
zonder
muziek
gemaakt
Ik heb een
filmpje met
muziek
gemaakt
maar niet
gedeeld
Ik heb een
filmpje met
muziek gemaakt
en gedeeld.
Ik
De leraar
Maak een filmpje van je dansende figuurtje en monteer
daaronder muziek zodat je een mooie videoclip krijgt,
deel dit daarna op de facebookgroep van STEM zodat
iedereen kan meegenieten.
Je mag natuurlijk filmen en bewerken met je
smartphone indien je dit wenst.
24
6. Evalueren
Voldoet jouw realisatie aan alle criteria?
O Ja
O Neen
In welke stap(pen) van het technisch proces is het eventueel fout
gelopen?
........................................................................................................................................
Wat had je hier beter kunnen doen (of hoe kan je je ontwerp en
realisatie nog verbeteren) ?
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
Evaluatie: TS realiseren op basis van een ontwerp ET 6.41
Optimalisatie
Tec 6.41.2
Je hebt geen
verbetering
gevonden.
Je hebt een
optimalisatie
gevonden maar niet
doorgevoerd.
Je hebt een
optimalisatie
gevonden en
doorgevoerd.
Ik
De leraar
In de tabel blz. 22 heb je alle criteria
gecontroleerd, nu een paar belangrijke
vragen.
Je mag je vonden verbeteringen
natuurlijk ook echt doorvoeren.
25
Je hebt je
ontwerp
gebruikt bij het
realiseren
Tec 6.41.3
Mijn
realisatie
lijkt
helemaal
niet op
mijn
ontwerp
Je hebt dingen
weggelaten van
je ontwerp
tekening op je
realisatie
Je realisatie lijkt
op je
ontwerptekening
maar is niet
exact hetzelfde
Je realisatie
klopt perfect
met je
ontwerp
tekening
Ik
De leraar
Gebruik van de
juiste
hulpmiddelen
Tec 6.41.4
Ik weet echt
niet wat ik
moet
gebruiken als
hulpmiddel.
Ik gebruik soms
de juiste
hulpmiddelen.
Ik gebruik meestal
de juiste
hulpmiddelen.
Ik gebruikte
steeds de juiste
hulpmiddelen.
Ik
De leraar
Veilig werken
Tec 6.41.5
De
veiligheids
regels
interesseren
me niet.
Ik werk veilig als
iemand me er
attent op maakt.
Ik vergeet soms
mijn bril en de
veiligheidsregels.
Ik werk steeds
veilig en gebruik
instructie
kaarten en
veiligheidsbril.
Ik
De leraar
Ik ben tevreden met mijn realisatie O Ja O Neen
Ik heb deze opdracht graag gedaan O Ja O Neen
Heb je hetzelfde geantwoord als blz. 10? .....................................
Hoe komt dit? ........................................................................................
Wat ging er goed? .....................................................................................................
.....................................................................................................
Wat ging er minder goed? .......................................................................................
.....................................................................................................
In dit project heb je zelf een technisch systeem
gemaakt. In het begin (blz. 10) heb je aangeduid
of dit graag zou doen of niet.
Hoe denk je er nu over?
26
7. Technische beroepen
Er zijn vele interessante beroepen waar men met onderzoeken, ontwerpen,
overbrengingen, realiseren, … te maken krijgt.
Opdracht :
Kleef hieronder of op een A4 blad drie afbeeldingen van beroepen
die te maken hebben met wetenschappen, techniek, ontwerpen,
wiskunde, …STEM en die je bij die project eventueel zouden
kunnen helpen.
Kunnen al deze beroepen door zowel jongens als meisjes beoefend
worden?
O Ja O Neen
Evaluatie: STEM-beroepen relateren aan project ET 6.51
STEM-beroepen
en opleidingen
STEM 6.51.2
Je kan geen
beroep geven ifv
dit project.
Je kan 1
beroep geven
ifv dit
project.
Je kan twee
beroepen
geven ifv dit
project.
Je kan drie
beroepen geven
ifv dit project.
Ik
De leraar
27
Moeilijk woord
Woordverklaring
8. Moeilijke woorden
9. Evaluatie attitudes
Creatief zijn Ik heb het
voorbeeld
nagemaakt.
Ik heb het
voorbeeld een
klein beetje
aangepast.
Het voorbeeld
was mijn
inspiratie maar ik
heb mijn eigen
idee en ontwerp.
Ik heb een
volledig eigen
ontwerp bedacht
en gemaakt.
Ik
De leraar
Nauwkeurig
werken
Ik heb geen
ontwerp en/of
realisatie en
mijn bundel is
niet volledig.
Mijn
ontwerp/realisa
tie zijn slordig
en ik vulde
weinig in.
Ik vergat een paar
dingen in te vullen
maar mijn
ontwerp/realisatie
is volledig.
Ik heb een
ontwerp/realisatie
met veel details en
mijn bundel is
volledig ingevuld.
Ik
De leraar
Samenwerken
Ik werk altijd
alleen.
Ik werk liever
alleen maar help
wel als het
moet.
Ik werk niet altijd
samen maar help
wel waar ik kan.
Ik werk steeds
met plezier met
mijn
groepsgenoten
samen.
Ik
De leraar
Schrijf hieronder minstens drie moeilijke woorden
vanuit dit project en verklaar ze (zoek op of vraag aan
de leerkracht)