Informatie Keuzedelen Leerjaar 2

Astrum College Sport en Bewegen/ Sportkeuzedelen/ 2017-2018

1

Informatie Keuzedelen Leerjaar 2

Schooljaar 2017-2018

Cohort 2016-2019


2

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave……………………………………………………..2

Inleiding…………………………………………………………….3

Fitnesstrainer- A…………………………………………………...5

Groepsfitnessinstructeur ………………………………………….Fout!

Bladwijzer niet gedefinieerd.

Zwemmen…………………………………………………………8

Voetbal (TC III jeugd)……………………………………….…..13

Outdoor-activiteiten.…………………………..…………………14

Taekwon-Do leraar A……………………………………………15

Overzicht van de kerntaken met de daarbij

behorende werkprocessen……………………………………….15

Uitstroom…………………………………………………………21


3

Inleiding

Voor je ligt de informatiegids voor het vervolg van de opleiding Sport en Bewegen van het

Astrum College. Bij de overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2 wordt bepaald of je de richting

niveau 3 of niveau 4 gaat volgen.

De niveau 3 student volgt een algemeen programma en het programma van de uitstroom

“Sportstimulering”. De student wordt gediplomeerd tot sportleider.

De niveau 4 student volgt een algemeen en specifiek programma en wordt gediplomeerd tot

sportcoördinator. De niveau 4 student moet een keuze maken uit drie differentiaties.

In deze gids staat de belangrijkste informatie over de keuzedelen van de opleiding Sport en

Bewegen van het Astrum College voor de tweedejaars studenten. Elk keuzedeel bedraagt 240

klokuren op jaarbasis en bestaat uit les, BPV en zelfstudie in willekeurige verhouding.

Aan het kiezen van de sportkeuzedelen (SKD) zijn bepaalde

voorwaarden verbonden:

- De SKD-docent bepaalt of je een gekozen keuzevak wel of niet mag volgen.

De docent bepaalt zijn mening aan de hand van o.a. theorie-en praktijktoetsen.

- Switchen is niet mogelijk (behoudens bijzondere omstandigheden)

- BPV- uren: N3: voor het keuzedeel is 180 uur vereist en voor de uitstroom 130 uur.

In totaal dus 310 uur.

N4: voor beide keuzedelen 90 uur en voor de uitstroom 180 uur.

In totaal dus 360 uur.

- Bij te geringe deelname kan de opleiding er voor kiezen het keuzedeel of de differentiatie

niet aan te bieden. In dat geval kun je verplicht worden:

- de keuze op een andere locatie te volgen of

- voor een ander keuzedeel/ differentiatie te kiezen

- In verband met de organisatie kan er afgeweken worden van de vooraf bepaalde dagdelen

(zie bijlage) waarop het keuzedeel aangeboden wordt.

Je kunt je keuzen alleen kenbaar maken via internet. Ga hiervoor naar het volgende

webadres.

www.formdesk.nl/roca12/keuzevak

http://www.formdesk.nl/roca12/keuzevak


4

Er zijn bij bepaalde sportkeuzedelen twee varianten mogelijk:

Variant 1

Bepaalde sportkeuzedelen bieden de mogelijkheid om een extern diploma te behalen.

De examinering gebeurt dan ook door externe examinatoren. De kosten in de vorm van

boeken, eventueel materiaal en examenkosten zijn voor de student (zie hiervoor de

informatie bij de keuzedelen).

Variant 2:

Wanneer je ervoor kiest om voor een bepaald sportkeuzedeel geen extern examen te doen,

dan wordt het SB-programma van dit keuzevak aangeboden. Inhoudelijk is dit programma

gelijk aan het bonds- of brancheprogramma. De vorm van examineren kan anders zijn,

maar het niveau blijft hetzelfde!

Het verschil zit dus in de kosten en het biedt geen extern diploma. Als het SB-programma

met goed gevolg wordt afgelegd wordt er bij de diplomering, naast het algemene SB

diploma, een verklaring uitgereikt voor het behaalde keuzedeel.

Als je het SB-programma wilt volgen (en niet het bonds- of brancheprogramma)

moet je dit van te voren aangeven.

Wanneer heb je SKD behaald?

Je hebt het SKD afgerond als je aan de volgende voorwaarden hebt voldaan:

Je hebt, indien van toepassing, een voldoende gehaald voor de theorietoets.

Je hebt de bijbehorende BPV met voldoende uren en een voldoende beoordeling

afgesloten.

Je hebt voldaan aan de, eventueel, overige onderdelen: portfolio, panelgesprek,

(praktijk)examen

Wat gebeurt er bij het niet behalen van SKD:

Keuzedelen maken deel uit van de overgangseisen van leerjaar 2 naar leerjaar 3. Het niet halen

van een keuzedeel kan, evenals het niet halen van andere vakken, consequenties hebben voor de

overgang. In het verlengde daarvan kan het niet halen van het keuzedeel (vanaf cohort 2018)

consequenties hebben voor de diplomering. Zie hiervoor de documenten “Overgangsnormen” en

“Diplomaeisen”.


5

Fitnesstrainer- A

Omschrijving functie:

Als fitnesstrainer- A kun je aan het werk in een fitnesscentrum of sportcentrum.

Je bent in staat om de volgende taken te verzorgen:

- Het plannen, uitvoeren en evalueren van activiteiten op het gebied van fitness, krachttraining

en verzorging.

- Het begeleiden van beginners bij deze activiteiten.

- Het geven van voorlichting en advies over deze activiteiten aan beginners.

Eisen:

Je hebt het oriëntatieprogramma fitness uit leerjaar 1 voldoende afgesloten.

Diploma/ Verklaring

Studenten die met goed gevolg het Fitvakexamen hebben afgelegd ontvangen het diploma

"Fitnesstrainer- A" van de organisatie Fitvak.

Studenten die met goed gevolg de schoolroute hebben afgelegd ontvangen bij diplomering een

verklaring Fitness.

Kosten Fitvakprogramma

Lesmateriaal ± € 30,-

Licentie ± € 80,-

Examen ± € 80,-

Kosten SB-programma

Lesmateriaal ± € 30,-

Studiebelasting

4 blokken: 1,5 uur theorie en 1,5 uur praktijk (p/wk). In Blok 4 alleen nog 1 uur praktijk.

Programma:

De deelopdrachten

In de opleiding Fitnesstrainer- A is een zestal deelopdrachten opgenomen. Deze opdrachten

moeten worden uitgewerkt om te mogen deelnemen aan de Proeve van Bekwaamheid, het

praktijkexamen voor het diploma Fitnesstrainer- A. De opdrachten voer je individueel uit in een

fitnesscentrum. Een beoordelaar beoordeelt jouw werk vervolgens op de bijbehorende

competenties.

Deelopdracht 1: Het maken van een lessenreeks

In het aanleertraject wordt veel aandacht besteed aan het aanleren van toestelgebruik (cardio en

kracht) en freeweight- techniek. Je moet een introductieprogramma maken voor de duur van vier

weken, waarbij je er vanuit gaat dat de klant twee keer per week komt trainen.


6

Deelopdracht 2: Testen

Voor het goed kunnen maken van een fitnessprogramma naar de wensen van de klant, is het

noodzakelijk om relevante test(en) te kunnen afnemen. In deze opdracht is het de bedoeling dat je

een dergelijke test uitkiest en daarvoor een opdracht maakt.

Deelopdracht 3: Het organiseren van een mini-evenement

Een onderdeel van het werk in een fitnesscentrum is het organiseren van kleinschalige

evenementen. Overleg met het fitnesscentrum of het mogelijk is om deel te nemen aan de

organisatie van een mini-evenement.

Deelopdracht 4: Communicatie met klanten

Onderzoek in het fitnesscentrum hoe het contact met de (potentiële) klanten verloopt.

Deelopdracht 5: Communicatie in het team

Onderzoek de functieomschrijvingen of afspraken die onderling zijn gemaakt door medewerkers

met betrekking tot onderhoud en reparatiewerkzaamheden in de fitnessruimte.

Deelopdracht 6: Toevoegen van de uitslag van de voorwaardelijke theorietoets georganiseerd

door Fit!vak. De centraal door Fit!vak georganiseerde theorietoets is een voorwaardelijke

toets voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid.

Alle opdrachten moeten met een voldoende zijn afgesloten om examen te mogen doen en tot een

portfolio worden samengevoegd.

Beroepspraktijkvorming

Aantal klokuren N3: 180 (= gemiddeld 4,5 klokuren pw); N4: 90 (2,5 à 3 klokuren pw).

Onder verantwoordelijkheid van een ervaren trainer ga je activiteiten plannen, uitvoeren en

evalueren van op het gebied van fitness, krachttraining en verzorging.

Je gaat deze activiteiten begeleiden en geeft voorlichting en advies over deze activiteiten.

Examen Fitvak

A. Deelopdracht 6, de theorietoets

B. Praktijkexamen (proeve van bekwaamheid)

C. Evt. een kort eindgesprek

Examen school

A. Theorietoets

B. Portfoliogesprek


7

Groepsfitness instructeur

Groepsfitness wordt steeds populairder. Deze trend in de fitnessbranche zorgt voor een grotere

werkgelegenheid.

In samenwerking met Les Mills, leverancier van welbekende groepsfitnessprogramma’s, bieden

wij samen met sport en bewegen Arnhem het volgende programma aan:

Les Mills basisopleiding (program Training)

Bodypump

Na een positieve afronding van de Les Mills basisopleiding ontvangen de studenten een

voorlopig certificaat.

Hiermee zijn studenten direct inzetbaar in de fitness branche, nog voor het afronden van de SB

studie.

Kosten:

± 160,- inclusief materiaal en examenkosten

Bij minimale inschrijving van 10 studenten kan het keuzevak doorgaan.

Programma:

BODYPUMP is de originele barbell les die je hele lichaam versterkt. Deze 60 minuten durende

workout daagt al je belangrijke spiergroepen uit met behulp van de beste krachtoefeningen, zoals

squats, presses, lifts en curls. Fantastische muziek, professionele instructeurs en jouw eigen

gewichtskeuze inspireren je om de resultaten te behalen waar je naar streeft - en snel! Zoals bij

alle andere Les Mills programma's, wordt een les elke 3 maanden vernieuwd met nieuwe muziek

en nieuwe choreografie.

BODYPUMP is ontwikkeld om je kracht en uithoudingsvermogen in de grote spiergroepen te

verbeteren en daarbij zoveel mogelijk calorieën te verbranden om een maximaal effect te

behalen. Door de zorgvuldig gekozen muziektracks wordt de les echt een feestje en vergeet je

snel dat je met een workout bezig bent. Een reguliere les duurt 60 minuten.

1. Bij de warming-up bij BODYPUMP start je met lichte gewichten, om je lichaam in

beweging te krijgen.

2. Je instructeur leidt je daarna door het grootste deel van de training, waarbij elke

belangrijke spiergroep aan bod zal komen, waaronder borst-, rug-, schouder- en

buikspieren. We garanderen je dat je je spieren voelt branden voordat we bij de cooling-

down zijn aan beland.

3. De cooling-down bestaat uit rustige muziek en hierbij rek en strek je je spieren om het

risico van spierpijn of blessures te minimaliseren.


8

Zwemmen

Omschrijving functie:

Binnen dit keuzedeel word je opgeleid voor een viertal certificaten.

Deze opleiding ziet er in leerjaar 2 als volgt uit:

1. Eenheid 1: Lifeguard (toezichthouder en/ of gastheer/ vrouw zwemaccommodaties)

2. Eenheid 2: Lesgever elementair zwemmen

(Eenheid 3 en 4: een specialisatie resp. evenementenorganisatie worden, bij voldoende

deelname, in leerjaar 3 aangeboden)

De NBZ (Nationale Beroepsopleiding Zwemonderwijs) verzorgt in samenwerking met de

opleidingen Sport en Bewegen de opleiding en certificering van deze modules.

Eisen:

Voldoende zwemvaardigheid (inclusief Zwemmend Redden voor Zweminstructeurs en diploma

C).

Diploma/ Certificaat/ Verklaring

Voor elk onderdeel geldt dat je een apart certificaat krijgt. Vier certificaten bij elkaar levert het

diploma ‘allround zwembadmedewerker’ .

Studenten die met goed gevolg de schoolroute hebben afgelegd ontvangen bij diplomering een

verklaring Zwemmen.

Kosten NBZ-programma

Lesmateriaal: € 120,-

Certificaten: € 100,- per eenheid

Kosten Schoolprogramma

Lesmateriaal € 120,-

Studiebelasting

4 blokken: 2 uur theorie en 1,5 uur praktijk

(per week)

Programma:

Theorie:

Gekoppeld aan de theorielessen zijn er competentieopdrachten die gemaakt moeten worden.

De opdrachten kunnen thuis worden gemaakt op basis van aantekeningen die jij tijdens de BPV

hebt gemaakt, behorend bij de theoriestof.

De gemaakte opdrachten voeg je toe aan het opdrachtenboek en worden beoordeeld.

Praktijk:

De praktijklessen zijn gekoppeld aan de behandelde theoriestof.


9

Beroepspraktijkvorming

Aantal klokuren N3: 180 (= gemiddeld 4,5 klokuren pw); N4: 90 (2,5 à 3 klokuren pw).

De meeste zwembaden in de regio beschikken over een Calibris erkenning.

Examen

Het examen bestaat uit een cijfer voor de competentieopdrachten die per onderdeel

(= certificeerbare eenheid) in een praktijkmap worden bewaard. Deze opdrachten zijn uitgevoerd

in de BPV. Daarnaast is noodzakelijk dat je met goed gevolg de BPV afrond.

Afhankelijk van je keuzevak zul je ook één of meerdere Proeven moeten afleggen.

Je bent daarmee bevoegd om in een zwembad aan de slag te gaan als gediplomeerde lesgever

en/ of toezichthouder.

Voor het extern afronden van een onderdeel (NBZ) maak je gebruik van bovengenoemde

competentieopdrachten en is bovendien het certificaat Zwemmend Redden voor Zwembaden

nodig en een geldig EHBO-diploma. Dit examen wordt afgerond met een eindgesprek.

Deel 1: Lifeguard (= toezichthouder).

De lifeguard draagt zorg voor de veiligheid van gasten, collega's en zichzelf. Hij houdt toezicht

op de gasten die gebruik maken van het zwembad en de andere faciliteiten van de accommodatie.

Hij treedt op als gastheer en draagt tevens zorg voor de hygiëne. Hij maakt verschillende ruimtes

schoon en meet regelmatig de kwaliteit van het water.

Onderwerpen die in theorie en praktijk aan de orde komen zijn:

- zwembad, bezoekers, motieven, activiteiten en medewerkers, - lifeguard in zwembaden

- toezicht houden, - lifeguard in het team, - veiligheid, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

- gezondheidsklachten in het zwembad, - zwemmend redden voor lifeguards in zwembaden

- nood- en ontruimingsplan, - veiligheid en hygiëne in het zwembad, - kwaliteit in het zwembad

Deel 2: Water Safety Instructor (= Lesgever Zwem- ABC).

Dit deel is gericht op het leren lesgeven zwemmen aan 4 -12- jarigen.

De lesgever zwem- ABC verzorgt zweminstructie voor genoemde leeftijdsgroep, gericht op het

(beter) leren zwemmen. Daarbij let hij op de veiligheid en voorkomt risicovolle situaties.

Onderwerpen die in theorie en praktijk aan de orde komen zijn:

- kwaliteit van de lessen in het zwembad, - de ontwikkeling van de deelnemers

- het maken en leren van bewegingen, - bewegen in het water, de betekenis van biomechanica

- de rol van de lesgever, - organisatie, materiaal en veiligheid, - begeleiden, - trainingsleer

- leren, doelgroepen en activiteiten, - lesvoorbereiding en evaluatie

- zwemonderwijs, het Zwem- ABC, - de start van het leren zwemmen, het voortraject

- voortraject, voorwaarde om te leren zwemmen – lesgeven in het voortraject, - diep water

- aanleren van de zwemslagen, het hoofdtraject -enkelvoudige rugslag, - schoolslag

- te water gaan/onder water zwemmen -drijven/watertrappen/draaien/richting bodem gaan

- rugcrawl, - borstcrawl, - organisatie van de zwemlessen en communicatie -schoolzwemmen

- communicatie in het team


10

Voetbal (TC III jeugd) Het keuzedeel voetbal bestaat uit het KNVB-programma Trainer Coach III Jeugd. Het vak wordt

gegeven door een docent van de KNVB op de woensdagen van 16.00 – 19.00 uur, gedurende het

hele schooljaar. Doel Het doel van dit keuzedeel is de studenten voor te bereiden op het trainen, het coachen en het

begeleiden van standaardelftallen mannen uitkomend in de vierde klassen KNVB en lager,

vrouwenelftallen, en jeugd- en pupillenelftallen. Eisen: Je bent lid van een voetbalvereniging Je loopt stage bij een voetbalvereniging, A-,B-, C-, of D-jeugd, minimaal 1

e klasse

Er is een bevoegd praktijkbegeleider bij de vereniging ivm de begeleiding van praktijkopdrachten Aanwezigheid iedere les is verplicht Kosten Leermiddelen ± € 75

Licentie videoanalyse ± € 30

Examen ± € 7,50 Studiebelasting 3 uur per week les daarnaast nog zelfstudie en het ervaringsgedeelte

(opdrachten/bijhouden portfolio/trainen en coachen (stage)team) Programma: Tijdens de opleiding wordt er gewerkt met opdrachten. De producten van de opleiding worden

vastgelegd in een portfolio. De opleiding wordt gekenmerkt door veel oefeningen in de praktijk.

Het gedeelte TC III vindt plaats bij de (stage)teams van de studenten. Dus op wisselende locaties

in de regio. Onderwerpen die tijdens de opleiding aan de orde komen: - Het lezen en analyseren van wedstrijden - Het coachen tijdens een wedstrijd - Het geven van trainingen gericht op voetbalontwikkeling van junioren en pupillen - Het maken van een trainingsvoorbereiding - Het begeleiden van jeugdspelers - Blessurepreventie - Maken van afspraken - Zelfreflectie

Exameneisen Om de opleiding met een diploma af te ronden moet er een aantal Proeven van Bekwaamheid met

goed gevolg worden afgelegd. Coachen tijdens een wedstrijd Geven van trainingen Organiseren van een voetbalactiviteit Aansturen van kader Diploma/ Certificaat Het diploma Trainer Coach III Jeugd


11

Outdooractiviteiten

Het keuzedeel outdoor is in ontwikkeling en wordt aangeboden door eigen docenten. Je gaat

meteen aan de slag met lesgeven en de doelgroep bestaat uit eerstejaars studenten Sport en

Bewegen. De uitvoeringsuren en de uren die je besteedt aan voorbereiding tellen als stage-uren.

Het programma gaat er globaal als volgt uitzien.

OLP 2

In deze onderwijsperiode komen de volgende activiteiten aan bod.

Kanoën

Survival parcours

MTB

OLP 4

Kaart lezen, kompas, tocht met kaart en kompas

GPS, lopen

Boogschieten, touwbruggen.

Klimmen in de zaal Leerpark, zekeren, prusiken , abseilen

Klimmen in de klimhal

Kosten Nader te bepalen

Diploma/ Certificaat Schoolcertificaat


12

Taekwon-Do leraar A (incl. zwarte band)

Dit keuzedeel geeft de mogelijkheid om je te specialiseren als:

- Internationaal gecertificeerd Taekwon-Do leraar A

- Internationaal gecertificeerd ITF 1e dangraadhouder (zwarte band)

Om de bovenstaande certificeringen te behalen dien je het keuzevak gedurende twee schooljaren

te volgen (leerjaar 2 en 3 of 3 en 4). De lesinhoud zal bestaan uit eigenvaardigheid en

lesgeefvaardigheid.

Eigen vaardigheid

Eigen vaardigheid is onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën:

- Tuls;

- Stap-Sparring;

- Sparring;

- Breektesten;

- Zelfverdediging.

In deze hoofdcategorieën komen de volgende technieken voor:

- Aanvallende technieken met zowel hand als voet;

- Verdedigende technieken met zowel hand als voet;

- Ontwijkende technieken;

- Controle technieken.

Lesgeef vaardigheid:

- Leiding geven en specifieke didactiek, pedagogiek en methodiek;

- Sportgezondheidsleer & praktisch lesgeven;

- Organisatie en beknopte geschiedenis van het Taekwon-Do;

- Etiquette, nomenclatuur en gradueren.

Carrièremogelijkheden:

- Verzorgen van workshops op scholen en bedrijven gericht op Taekwon-Do/

Zelfverdediging;

- Verzorgen van Taekwon-Do lessen voor sport\ fitnesscentra;

- Oprichten eigen Taekwon-Do school;

- Heeft een pre voor toelating werkzaamheden bij justitie, politie, defensie.

Studiebelasting per jaar

Het lesaanbod vind plaats op drie locaties zijnde school, stage en de bond. De periodes lopen elk

kalenderjaar van september t/m juni.

Stage: Taekwon-Do Academie Gelderland te Bemmel en Arnhem

School: ROC A12 Sport en Bewegen te Arnhem

Bond: ITF Royal Dutch te Leerdam


13

Stage

Stage bestaat uit eigenvaardigheid en lesgeefvaardigheid op de maandag, woensdag en

donderdag:

Maandag van 19.30 – 21.00 uur in Bemmel (De Hoenderik)

Woensdag van 20.00 – 21.30 uur in Arnhem (Olympus College)

Donderdag van 19.00 – 21.30 uur in Bemmel (De Hoenderik)

Totaal uren: 220 uren

School

Bestaat uit eigenvaardigheid en lesgeefvaardigheid:

Totaal uren: 60 uren

Bond

Bestaat uit eigenvaardigheid en organisatorische/ leidinggevenden vaardigheden.

Veelal zondag, gemiddeld 1,5 keer per maand van 10.00 – 13.00 uur te Leerdam.

Totaal uren: 30 uren (zal ingezet worden als projecturen)

Kosten

Dangraadexamen: € 125,- (kosten: afname en registratie examen, diploma, statuscard)

Lerarendiploma: € 30,-

Overige kosten: € 115,- (bescherming + kleding)

Algemene informatie

Taekwon-Do is een Koreaanse vechtkunst zonder gebruik van wapens. Het woord Taekwon-Do

kan opgesplitst worden in drie woorden:

Tae

Staat letterlijk vertaald voor springen of vliegen, trappen of breken met de voet.

Kwon

Vuist. Hoofdzakelijk om te stoten, of het vernietigen met de hand of de vuist.

Do

Weg of methode

Taekwon-Do is een Koreaanse manier van ongewapend vechten en geestelijke training. Hierbij

gebruikt men de armen en benen voor blokkeringen, ontwijkingen, slagen, stoten, steken en

trappen met als doel een snelle uitschakeling van de tegenstander(s). De Taekwon-Do technieken

zijn gebaseerd op moderne natuurkundige wetenschappen. Door intensieve mentale en

lichamelijke training kan een persoon met zijn lichaam grote krachten ontwikkelen. Het is

daarom dat een Taekwon-Doin met één slag meerdere stenen weet te breken of met één enkele

techniek een tegenstander weet uit te schakelen.


14

Maar Taekwon-Do is meer dan een vechtmethode. Dit komt door de persoonlijke filosofie van de

grondlegger en de Do die zo sterk terugkomt in het traditionele Taekwon-Do. Het woord Do is

soms lastig uit te leggen, zeker voor de Westerse geest. Do is meer dan alleen maar een methode.

Do is een traditionele Oost-Aziatische wijze van leven. Het is het bestaan met een goede levens-

of geestelijke houding. Het is dus erg belangrijk hoe men de weg bewandelt. Taekwon-Do is in

die zin ook een manier van leven. Denk aan Taekwon-Do als gezondheidstraining voor lichaam

en geest, de opvoedkundige waarde van het Taekwon-Do of het leren jezelf te verdedigen.

Een serieuze Taekwon-Doin is dagelijks bezig met zijn kunst. Het is niet alleen regelmatig

trainen, lesgeven of bestuderen van de verschillende technieken. Aan de oppervlakte lijkt

Taekwon-Do een technische sport, maar daarachter ligt een levensstijl gebaseerd op ethiek en

moraal. Het gaat dus ook om hoe men in het leven staat en hoe men het leven leidt. De beginner

is vaak alleen maar bezig met opdoen van verschillende zelfverdedigingstechnieken en de jonge

dangraadhouder veel met wedstrijden. Maar zoals gezegd, het Taekwon-Do en bijbehorende

levenswijze beginnen pas eigenlijk vanaf de zwarte band. Wij zien dat men vaak slechts bezig is

met alleen het sparringonderdeel en niet met traditionele oefenvormen en de achterliggende

filosofie of grondleerdoelstellingen.

Wat zijn nu eigenlijk die grondleerdoelstellingen en die oosterse filosofie van het Taekwon-Do?

De grondlegger van het Taekwon-Do heeft in zijn Encyclopedie enkele grondleerstellingen of,

makkelijker gezegd, doelstellingen opgenomen (gekalligrafeerd in Afb. 3.1). Verder heeft hij een

aparte bundel geschreven over oosterse filosofie. Hierna zijn de grondleerstellingen van het

Taekwon-Do opgenomen. Los van de fysieke training zal iedere Taekwon-Doin zich ook op

spiritueel vlak moeten trainen.

http://www.google.nl/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&docid=WU4Ca0f_gHydpM&tbnid=WdNkJMWaxKg9xM:&ved=0CAUQjRw&url=http%3A%2F%2Fwww.pinterest.com%2Fcynk71%2Ftaekwondo%2F&ei=ecM6U9_XHsOk0QXRpIDgAQ&bvm=bv.63934634,d.bGQ&psig=AFQjCNGvgnbmoQ0_5jKjm47nXZ8nFkZ5yQ&ust=1396446404091405


15


16

Overzicht van de uitstroomprofielen met de

daarbij behorende kerntaken en werkprocessen

Uitstroom

Kerntaak Werkproces Sp

ort- en

bew

egin

gsleid

er

BO

S- m

edew

erker

Bew

egin

gsag

oo

g

Op

eration

eel SB

-

man

ager

B1-K1:

SB- activiteiten aanbieden.

1. Bereidt SB- activiteiten voor. X X X X

2. Voert SB- activiteiten uit. X X X X

3. Coacht en begeleidt SB- deelnemers. X X X X

4. Beoordeelt het vaardigheidsniveau van

de SB- deelnemers.

X X X X

B1-K2

Wedstrijden, toernooien of

evenementen organiseren.

1. Stelt een plan op voor een wedstrijd,

toernooi of evenement.

X X X X

2. Bereidt een wedstrijd, toernooi of

evenement voor.

X X X X

3. Voert een wedstrijd, toernooi of

evenement uit.

X X X X

B1-K3

Werkzaamheden ten behoeve

van de SB- organisatie

uitvoeren.

1. Werft en informeert SB-deelnemers X X X X

2. Stemt de werkzaamheden af. X X X X

3. Past EHBSO en reanimatie toe. X X X X

4. Verricht beheer- en onderhoudstaken. X X X X

5. Voert front- en

backofficewerkzaamheden uit.

X X X X

6. Onderhoudt contacten met relevante

personen en organisaties.

X X X X

7. Werkt aan de eigen deskundigheid.. X X X X

8. Werkt aan het bevorderen en bewaken

van kwaliteitszorg.

X X X X

9. Evalueert de SB- werkzaamheden X X X X


17

Uitstroom

Kerntaak Werkproces Sp

ort- en

bew

egin

gsleid

er

BO

S- m

edew

erker

Bew

egin

gsag

oo

g

Sp

ort, B

eweg

en en

Gezo

nd

heid

P-K2

Coördineren en uitvoeren van

SB- projecten

1. Stelt een projectplan op voor een SB-

project.

X X X

2. Bereidt het SB- project voor.

X X X

3. Voert het SB -project uit.

X X X

P2-K1

Aanbieden van SB-programma

in samenwerking met buurt-

onderwijs-sport

1. Doet voorstellen om aan te sluiten bij

de doelen van de betrokken partijen

X

2. Stelt een SB-programma voor de BOS-

driehoek op.

X

3. Voert SB-activiteiten uit binnen de

BOS-driehoek.

X

4. Toetst de voortgang van het SB-

programma.

X

5. Voert coördinerende taken uit. X

6. Voert beleidsondersteunende taken uit. X

P3-K1

Aanbieden van een SB-

programma voor een

gezonde(re) leefstijl

1. Stelt de beginsituatie en de doelen vast.

X

2. Stelt een programma voor een

gezonde(re) leefstijl op.

X

3. Werkt aan structureel behoud van de

gezonde leefstijl.

X

4. Voert coördinerende taken uit.. X

5. Voert beleidsondersteunende taken uit

P4-K1

Aanbieden van een SB-

programma op basis van een

ondersteuningsplan

1. Stelt vast welke SB-activiteiten

mogelijk zijn.

X

2. Stelt een agogisch SB-programma op. X

3. Biedt agogische SB-activiteiten aan. X

4. Monitort het bereiken van de doelen X

5. Voert coördinerende taken uit.. X

6. Voert beleidsondersteunende taken uit X


18

UUIITTSSTTRROOOOMM

SSPPOORRTT EENN BBEEWWEEGGIINNGGSSLLEEIIDDEERR 33 ((SSTTAARRTT IINN LLEEEERRJJAAAARR 22))

Korte typering van de uitstroomdifferentiatie:

De sport- en bewegingsleider is sportief, integer en gaat respectvol met mensen om.

Hij is representatief, heeft een klantgerichte houding, is in staat commercieel te denken en te handelen en

draagt de organisatiecultuur en het imago van de organisatie uit. Hij kan zich inleven in anderen en heeft

er plezier in om met mensen te werken. Aan de andere kant is hij niet bang om normen te stellen en

waarden te bewaken en mensen op ongewenst gedrag aan te spreken. De sport- en bewegingsleider werkt

planmatig, houdt zich strikt aan geldende regels en procedures, kan goed organiseren en beschikt over

improvisatievermogen.

De sport- en bewegingsleider weet van aanpakken en heeft een flexibele taakopvatting.

De sport- en bewegingsleider staat voor de opgave uitdagende SB- activiteiten aan te bieden, maar

tegelijkertijd moet hij de fysieke en sociale veiligheid van de deelnemers kunnen waarborgen. Dit vraagt

steeds om een afweging of het aanbieden van een bepaalde activiteit aan een bepaalde doelgroep binnen

de geldende randvoorwaarden, een aanvaardbaar of een te groot veiligheidsrisico met zich meebrengt.

Van de sport- en bewegingsleider wordt verwacht dat hij zowel oog heeft voor de groep, als voor de

individuele deelnemers.

Rol van de sportleider:

De sport- en bewegingsleider is gekwalificeerd om zelfstandig SB- activiteiten te organiseren, te plannen

en uit te voeren. Indien nodig schakelt hij (gespecialiseerde) hulp in overlegt of speelt problemen door

naar anderen.

Hij stemt de SB- activiteiten af op de doelgroep, kan functioneren binnen diverse contexten en biedt

activiteiten aan gericht op verschillende doelstellingen. De sport- en bewegingsleider biedt de SB-

deelnemers passende begeleiding.

Voor vrijwilligers, stagiairs en medewerkers van een lager functieniveau heeft hij veelal een begeleidende

rol. Hij ziet er op toe dat binnen de kaders van het beleid gewerkt wordt, dat procedures en regels worden

gevolgd en dat er sprake is van een efficiënte samenwerking. Hij heeft een representatieve, klantgerichte

rol en kan commercieel denken en handelen.

Hij legt verantwoording af aan zijn leidinggevende en aan zijn werkgever. Wanneer hij een bijdrage levert

aan een SB- activiteit die gecoördineerd wordt door een ander, voert hij de opdrachten uit in opdracht van

de coördinator/opdrachtgever en rapporteert aan deze persoon.

Werkveld Sportleider

• recreatie- en bungalowparken, campings, evenementenbureaus, entertainmentbedrijven

• gemeentelijke diensten voor sport en recreatie, provinciale sportraden, zorg en welzijn,

lokale sportservicebureaus / steunpunten voor sport,

• instellingen voor detentie, internaten, jeugdhulpverleningsinstellingen

• vormingswerk, sociaal cultureel werk, jeugd en jongerenwerk

• allochtonenzorg, asielzoekerscentra

• e.d.


19

Leerjaar 2

Theorie

- Er wordt vooral gebruik gemaakt van het theorieboek ‘De sportleider als organisator en

SB- functionaris’.

- Theorie gericht op les en leiding geven

- Theorie gericht op sportstimulering

Praktijk

- Voorbeeldlessen verzorgd door docent gericht op sportstimulering

- Lesgeven aan elkaar of andere opleidingen

BPV

Stage is gericht op een plek binnen het werkveld van de sportstimulering.

De student loopt mee met een begeleider en verzorgt (delen van) lessen/ activiteiten.

Stageopdrachten zijn gericht op het lesgeven en organiseren van kleinschalige activiteiten.

Aantal BPV- uren: 130 op jaarbasis (± 3,5 klokuren per week).

BPV- dagen: n.t.b.

Examinering:

Het uiteindelijke doel van leerjaar 3 is het slagen als beginnend beroepsbeoefenaar.

Door het voldoende uitvoeren van Proeve 2 en 3 kun je slagen voor de opleiding.

Dit is:

- Het organiseren van een evenement

- Werkzaamheden ten behoeve van de SB- organisatie uitvoeren


20

UUIITTSSTTRROOOOMM

SSPPOORRTT EENN BBEEWWEEGGIINNGGSSCCOOÖÖRRDDIINNAATTOORR 44

De opleiding Sport en Bewegen van ROC A12 biedt de volgende uitstroomprofielen voor

de bewegingscoördinator aan:

1. Bewegingsagoog

2. BOS- medewerker

3. Coördinator Sport, Bewegen en Gezondheid

Deze worden op de volgende bladzijden besproken.

Na deze opleiding kun je doorstuderen naar o.a. de volgende opleidingen:

• Academie Lichamelijke Opvoeding

• HBO Fysiotherapie

• HBO Sport Gezondheid en Management (HBO-SGM)

• HBO Vrijetijdskunde

• Hogeschool voor Toerisme en Verkeer

• Lerarenopleiding

• HBO Personeel en Organisatie

• Hoger Sociaal Onderwijs (o.a. HBO-CMV)

• HBO Sport, Economie en Management (HBO-Speco)

• Kort- HBO Sportmanagement


21

Bewegingsagoog


De bewegingsagoog werkt intensief met mensen met specifieke en complexe problematiek die niet alleen

op bewegingsgebied ligt, maar ook op cognitief, sociaalaffectief en psychisch gebied. Dit vraagt een groot

inlevend vermogen. De bewegingsagoog beschikt over sterke sociale en communicatieve vaardigheden.

Hij ondersteunt cliënten en weet hen te stimuleren.

Het werk van de bewegingsagoog betekent een veelvuldige confrontatie met zware problematiek en

heftige emoties van cliënten. Dat vraagt van de bewegingsagoog dat hij daar op in moet kunnen spelen

maar anderzijds dat hij ook zijn grenzen kan aangeven en de juiste afstand en nabijheid kan hanteren.

De bewegingsagoog is in staat om doelen te behalen met beperkte mogelijkheden op het gebied van

middelen en accommodatie. Dit vraagt creativiteit.

Heel belangrijk in het werk van de bewegingsagoog is het functioneren in een team en het aangaan en

onderhouden van contacten binnen en buiten de organisatie. De verschillende partijen kunnen

verschillende visies, verwachtingen of belangen hebben. De bewegingsagoog moet dus goed kunnen

samenwerken maar uiteindelijk ook beslissingen nemen en die verantwoorden. Hij moet enerzijds

zelfstandig kunnen werken, maar goed weten wanneer hij (gespecialiseerde) hulp moet inschakelen.

Het is belangrijk dat de bewegingsagoog op zijn eigen gedrag kan reflecteren en zich openstelt voor

feedback van anderen. De bewegingsagoog heeft de bereidheid steeds zijn eigen handelen en gedrag aan

te passen.

De rol van de bewegingsagoog:

De bewegingsagoog draagt verantwoordelijkheid voor het zelfstandig plannen en uitvoeren van SB-

activiteiten en voor het interpreteren van de effecten daarvan. Hij is verantwoordelijk voor de begeleiding

van de cliënt tijdens de uitvoering van de activiteiten.

De bewegingsagoog heeft een initiërende rol in het opzetten, uitvoeren en evalueren van sport- en

bewegingsprojecten binnen de eigen sport- en bewegingsorganisatie (SB- organisatie) of binnen sport- en

bewegingsprojecten waar de eigen SB- organisatie bij betrokken is. Binnen die projecten stuurt hij

vrijwilligers/medewerkers en stagiairs aan en ondersteunt en begeleidt hen.

De bewegingsagoog is verantwoording verschuldigd aan zijn leidinggevende.

Werkveld Bewegingsagoog

• Mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking

• Psychiatrie

• Revalidatie

• Ouderenzorg

• Instellingen voor kinderen / jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen

• (jeugd)Detentie


22

DE KERNTAKEN VAN DE BEWEGINGSAGOOG ZIJN:

Kerntaak 4: SB- projecten coördineren en uitvoeren

Kerntaak 5: SB- activiteiten aanbieden aan (specifieke) groepen SB- deelnemers.

Leerjaar 2

Theorie

- Er wordt gebruik gemaakt van het theorieboek Bewegingsagoog

- Theorie gericht op lesgeven

- Ziektebeelden en informatie over de diverse doelgroepen

- Theorie gericht op reflectie en je studieloopbaan

- Achtergronden en strategieën binnen het vakgebied

Praktijk

- Voorbeeldlessen verzorgd door 3e/4

e jaars studenten SB/ BAG

- Lesgeven aan elkaar vanuit de diverse bewegingsagogische strategieën

BPV

Stage is gericht op een plek binnen het werkveld van de bewegingsagoog.

De student loopt mee met een bewegingsagoog en verzorgt uiteindelijk (delen van) lessen.

Stageopdrachten zijn gericht op het lesgeven en organiseren van kleinschalige

activiteiten.Verder moet de student o.a. coördinerende taken uitvoeren, een begeleidingsplan

hanteren, een SWOT- analyse maken en een bewegingsagogisch plan opstellen.

Aantal BPV- uren: 180 op jaarbasis (4,5 klokuren per week).

BPV- dagen: n.t.b.

Examinering:

In leerjaar 3 rond je het niveau 3 gedeelte af door het voldoende uitvoeren van Proeve 2 en 3.

Dit is:




23

Leerjaar 3

Theorie


- Ziektebeelden en informatie over de diverse doelgroepen

- Theorie gericht op reflectie en je studieloopbaan

Praktijk

- Voorbeeldlessen verzorgen aan 3e jaars studenten SB/ BAG vanuit de verschillende

bewegingsagogische strategieën

- Lesgeven aan elkaar/ aan doelgroepen

- Werken aan proeve 4 en 5

BPV

Aantal BPV- uren: 480 op jaarbasis = 12 klokuren per week

BPV- dagen: n.t.b.

Voor de start van het nieuwe schooljaar heb je een stageplaats gevonden.

Je mag in leerjaar 3 niet op dezelfde plek stage lopen als in leerjaar 2.

Examinering:


Door het voldoende uitvoeren van Proeve 4 en 5 zul je kunnen slagen.

Deze is o.a.:

- Het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een project

- Het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een bewegingsactiviteitenplan


24

BOS- medewerker (Buurt- onderwijs- sport)


De BOS- medewerker is in staat om doelen te behalen met beperkte middelen (geld, mankracht,

accommodatie en materialen). Dit vraagt van hem creativiteit, doorzettingsvermogen en

beïnvloedingsvermogen. Dat laatste heeft hij bijvoorbeeld nodig om te proberen meer middelen tot zijn

beschikking te krijgen.

De BOS- medewerker functioneert in diverse samenwerkingsverbanden en staat dan ook voor de opgave

samen te werken met diverse partijen.

In zijn werk zal hij vaak te maken krijgen met onverwachte omstandigheden, waardoor het belangrijk is

dat hij kan improviseren en beschikt over een hoge mate van flexibiliteit. Hij moet kunnen functioneren in

een politieke omgeving en is een organisator bij uitstek.

Hij beschikt over inlevingsvermogen en kan goed omgaan met diverse, soms moeilijke doelgroepen. Hij is

sociaal vaardig, integer en tolerant, maar is niet bang om mensen aan te spreken op hun gedrag en om

duidelijke waarden en normen te stellen.

De BOS- medewerker kan goed op zijn eigen gedrag reflecteren en stelt zich open voor feedback van

anderen.

Zowel de fysieke als de sociale veiligheid van deelnemers hebben continu zijn aandacht.

Omdat taken en bevoegdheden niet altijd scherp zijn afgebakend, is het belangrijk dat hij op kan komen

voor zijn eigen belangen en zijn grenzen aan kan geven.

De rol van de BOS- medewerker:

De BOS- medewerker is verantwoordelijk voor het zelfstandig plannen van SB- activiteiten en voor het

interpreteren van de effecten daarvan.

De BOS- medewerker draagt ook verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze SB- activiteiten.

Indien nodig schakelt hij (gespecialiseerde) hulp in.

Hij richt zich zowel op zaken die spelen op korte termijn als op het behalen van doelen op de lange

termijn.

Binnen het buurtwerk en binnen sportorganisaties is het werk van de BOS- medewerker gericht op het

vergroten van de maatschappelijke betekenis van sport, het onderhouden en stimuleren van sportdeelname

en het verbeteren van de maatschappelijke kwaliteit van sportaanbieders.

Binnen het primair onderwijs is zijn taak gericht op het geven van lessen bewegingsonderwijs onder

verantwoordelijkheid van een bevoegde leraar en op het uitvoeren van daaruit voortvloeiende

ondersteunende taken.

Werkveld BOS- medewerker

• basisscholen w.o. de brede school

• naschoolse opvang

• gemeentelijke diensten voor sport en recreatie

• provinciale sportraden

• lokale sportservicebureaus / steunpunten voor sport, zorg en welzijn

• landelijke en regionale sportorganisaties

• sportbonden


25

DE KERNTAKEN VAN DE BOS- MEDEWERKER ZIJN:

Kerntaak 4: SB- projecten coördineren en uitvoeren

Kerntaak 5: SB- activiteiten aanbieden aan (specifieke) groepen SB- deelnemers.

Leerjaar 2

Theorie

- Er wordt gebruik gemaakt van de boeken:

De sportleider als organisator en SB- functionaris

BOS- medewerker

Basisdocument Bewegingsonderwijs


- Ontwikkelingspsychologie van basisschoolkinderen

en overige doelgroepen

- Visie en vakconcept

- BOS- driehoek

Praktijk

- Basisdocument Bewegingsonderwijs

- Voorbeeldlessen m.b.v. Leerlijnen door 4e jaars studenten SB

- Lesgeven aan elkaar of studenten van een andere opleiding.

BPV

1. Stage is gericht op een plek op een basisschool

2. Je loopt ook uren op een stageplaats gericht op naschoolse opvang, buitenschoolse

opvang, sportbuurtwerk o.i.d.

Je loopt mee met de (vak)docent en verzorgt uiteindelijk (delen van) lessen.

Verder wordt er een begin gemaakt met het organiseren van een evenement.

Je moet o.a. coördinerende taken uitvoeren, een begeleidingsplan hanteren, een SWOT- analyse

maken en een sportstimuleringsplan opstellen.

Stage- opdrachten zijn gericht op het lesgeven en organiseren van activiteiten.


BPV- dagen: n.t.b.


26

Examinering:

In leerjaar 3 rond je het niveau 3 gedeelte af door het voldoende uitvoeren van Proeve 2 en 3.

Dit is:



Leerjaar 3

Theorie

- Er wordt gebruik gemaakt van het boek: De sportleider als organisator en SB- functionaris

- Opdrachten over Kerndoelen bewegingsonderwijs

- Bijzondere doelgroepen, Gedragstherapie etc.

- Presentaties en overige opdrachten

- Proeve van Bekwaamheid 4 en 5.

Praktijk

- Lesgeven aan lj.3 m.b.v. Leerlijnen.

BPV

Je mag in leerjaar 3 niet op dezelfde plek stage lopen als in leerjaar 2.

Aantal BPV- uren: 480 op jaarbasis = 12 klokuren per week

BPV- dagen (incl. Projectorganisatie): n.t.b.

Voor de start van het nieuwe schooljaar heb je een basisschool gevonden. Daarnaast zorg je ook

voor een adres gericht op naschoolse opvang, sportbuurtwerk o.i.d.

Begin daarom nu al met informeren en solliciteren naar een adres.

Proeve van Bekwaamheid


Door het voldoende uitvoeren van de Proeve 4 en 5 zul je kunnen slagen.

Deze zijn:

Proeve 4: SB- projecten coördineren en uitvoeren

Proeve 5: SB- activiteiten aanbieden aan (specifieke) groepen SB- deelnemers.


27

Coördinator Sport, Bewegen en Gezondheid

Leerjaar 2

Theorie

- Gezondheidsleer (incl. anatomie, fysiologie, pathologie)

- Doelgroepen met specifieke aandoeningen

- Voeding

- Theorie gericht op coachen/begeleiden (omgangskunde)

- SOVA

- Organisatieleer

- Generieke vakken

Praktijk

- Bewegen gericht op de specifieke doelgroepen

BPV

Stage is gericht op een plek binnen het werkveld van de leefstijcoach.

Stageopdrachten zijn gericht op lesgeven aan/begeleiden van specifieke doelgroepen.


BPV- dagen: n.t.b.

Leerjaar 3

Theorie

- Gezondheidsleer (incl. anatomie, fysiologie, pathologie)

- Doelgroepen met specifieke aandoeningen

- Voeding

- Theorie gericht op coachen/begeleiden (omgangskunde)

- SOVA

- Organisatieleer

- Generieke vakken


28

Praktijk

- Bewegen gericht op de specifieke doelgroepen

- Drama

BPV

Stage is gericht op een plek binnen het werkveld van de leefstijlcoach.

Stageopdrachten zijn gericht op lesgeven aan/begeleiden van specifieke doelgroepen.

Aantal BPV- uren: 480 op jaarbasis (12 klokuren per week).

BPV- dagen: n.t.b.

Informatie Keuzedelen Leerjaar 2

Documents

Transcript of Informatie Keuzedelen Leerjaar 2