Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede...

19
Nummer 86 Juni 2016 Foto: Janneke Bos INFO 20M Informatieblad grote pleziervaart

Transcript of Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede...

Page 1: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Nummer 86 Juni 2016

Foto: Janneke Bos

INFO 20MInformatieblad grote pleziervaart

Page 2: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

INFO 20MInformatieblad grote pleziervaart

Het “Informatieblad grote pleziervaart” is bedoeld voor eigenaren, schippers en andere betrokkenen vanpleziervaartuigen langer dan 20 meter zoals:- voormalige binnenvaartschepen- voormalige zeeschepen- voormalige vissersschepen- voormalige marineschepen- voormalige sleep- en duwboten- woonschepen- als pleziervaartuig gebouwde schepenHet “Informatieblad grote pleziervaart” geeft aan deze doelgroep informatie over de nautische wetgeving envoorlichting omtrent (technische) installaties aan boord.

ISSN: 1872-7824

Initiatief: Henk BosCoverfoto: Janneke BosVormgeving: Janneke Bos Correctoren: Ge Bos Thoma, Simon J. de Waard en Janneke BosAan dit nummer werkte mee: Janneke Bos (JB), Simon J. de Waard (SdW), Wim Valk, Rob Klaassen, GeorgeSnijder

Productie en uitgever: Janneke Bos (Expertisebureau Bos) (c) 2006-2016Website: http://www.xs4all.nl/~bosqJohn F. Kennedylaan 207, 2285 AG Rijswijk ZH, Tel: 070-3943347, e-mail: [email protected]

Verspreiding:Info 20M wordt gratis via e-mail door de volgende organisaties verspreid:- de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig (LVBHB) - de Stichting tot behoud van Authentieke Stoomvaartuigen en Motorsleepboten (BASM)- de Koninklijke Nederlandse Motorboot Club (KNMC)- de Vereniging de Motorsleepboot (VDMS) en de Vereniging de Sleper (VDS) - de Vlaamse Vereniging voor Watersport (VVW) - Zeekadetkorps Nederland (ZKK)Andere organisaties kunnen zich bij de uitgever melden. Info 20M is tevens te downloaden via de website.

Info 20M is een voortzetting van de reeks voorlichtingsbladen genaamd M3-blad die in het tijdvak 1987 tot 1995geschreven zijn voor Scouting groepen met een wachtschip (een voormalig binnenschip in gebruik als clubhuis).M3-blad nummer 1 t/m 20 zijn via de index op de website te downloaden (http://www.xs4all.nl/~bds/m3-index.htm).M3 blad nummer 21 is niet openbaar ivm auteursrechten.

De auteursrechten blijven eigendom van de schrijvers, tekenaars en fotograven.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

All rights reserved. No part of the material protected by this copyright notice may be reproduced or utilised in anyform or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storageand retrieval system, without permission of the publisher.

Info 20M nummer 86 blz. 2

Page 3: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Info 20M nummer 86 blz. 3

Voorwoord Info20m86

Afgelopen voorjaar is er veel gebeurd. Zo zijn er 2overwinningen behaald.

Ten eerste heeft de overheid ingezien dat het lastig is omschepen ook aan de bouwwetgeving te laten voldoen.Daarom ligt er nu een voorstel om voor varende schepeneen uitzondering te maken.

Ten tweede heeft de discussie rondom het recreatief slepengeleid tot niet handhaven van de letterlijke wetgeving.

De invoering van de verplichting tot het voeren van eenInland AIS heeft geleid tot enkele praktische problemen. Zo kunnen pleziervaartuigen korter dan 20 meter geenscheepstype code invoeren. Hiervoor is inmiddels eenvoorstel gedaan maar deze moet nog behandeld worden.

De certificaatplicht in 2019 en de invoering van de InlandAIS heeft ook geleid tot vele vragen omtrent de lengte,breedte en diepgang waarmee gerekend wordt. In dit nummer daarom wat meer over de discussie rondomLBT > 100 m3, verplaatsingen en meetbrieven. De eigenaar van een schip is uiteindelijk zelfverantwoordelijk voor zijn eigen keuzes en of hij wel ofniet aan de wetgeving wil gaan voldoen. In dit nummer isbeschreven wat er in de wetgeving staat.

Het einde va n de overgangsregeling voor het certificaatkomt steeds dichterbij. Vele eigenaren/schippers moetenhieraan nog beginnen. Wacht niet te lang! Er is maar eenbeperkte capaciteit bij de bevoegde keurmeesters en hetkeuringsproces kost enige tijd. Is het eenmaal 2019 danmoet het schip aan alle eisen voldoen. Aan u de keuze. De oproep voor een enquêtemaker heeft niets opgeleverd.Blijkbaar willen we niet weten waar eigenaren tegen aanhikken. Persoonlijk hou ik niet van struisvogelpolitiek.Ik wens u een goed en mooi vaarseizoen!

Janneke Bos, hoofdredacteur

InhoudsopgaveReddingsbrigade Nederland treedt toe tot bestuurVAMEXVeranderingen in het examen Klein VaarbewijsNieuwe documenten VamexJaarlijkse opleidersbijeenkomst 2016Vamex naar het CBR???Nieuwe leskaart 1633 verschenenOntwerp besluit wijziging Scheepvaartverkeerswetamvb'sOvergangsregeling Binnenvaartwet 31 december 2018afgelopenCvO onhaalbaar voor uw schip?Recreatief slepen wordt voorlopig niet gecontroleerdMeetbrieven en pleziervaartuigenNieuwe richtlijn pleziervaartuigen van krachtScheepvaartzaken bij rechtbank RotterdamInvoering Omgevingswet uitgesteld tot 2019Overheidsnieuws automatisch in je mailbox

Politie, Rijkswaterstaat en Havenbedrijven gaan AISplicht vanaf 1 mei 2016 handhavenWelke code voer je als kleine pleziervaart in de InlandAIS?Tweede ronde Inland AIS-subsidie?Is een Inland AIS verplicht voor pleziervaartuigenkorter dan 20 meter maar met een LBT groter dan 100?Bouwbesluit en varend erfgoedNieuwe tweetakt motoren mogen wel in AmsterdamRegister Varend Erfgoed Nederland nieuws voorjaar2016Scheepvaart in de Nationale OnderzoeksagendaArcheologieNederland gaat cultureel erfgoed onder waterbeschermenKleurhistorisch onderzoek krijgt eenuitvoeringsrichtlijn2018 Europees Jaar van Cultureel Erfgoed

13

1314

151617

17

18

18

1819

334445

5

5899

11121213

Reddingsbrigade Nederland treedt toe tot bestuurVAMEX

De ANWB heeft na een herweging van prioriteiten beslotenhet bestuurslidmaatschap in Stichting Vamex te beëindigen.

De Reddingsbrigade Nederland (Koninklijke NederlandseBond tot het Redden van Drenkelingen) is bereid gevondende vacante zetel in het bestuur per 1 april 2016 over tenemen. De doelstellingen van de Reddingsbrigade sluitengoed aan bij die van VAMEX en die van de andere bondenin het bestuur. De organisatie is met 166 reddingsbrigades,23.000 leden en 5.000 vrijwilligers breed vertegenwoordigden ondersteunt het belang van het vaarbewijs voor deveiligheid op het water.

Bron: Vamex

Veranderingen in het examen Klein Vaarbewijs

Met ingang van april 2016 voert de Vamex een aantalwijzigingen door in het examen voor het Klein Vaarbewijs.Sinds een aantal jaren komen op het examen zogenaamdestelling- of beweringsvragen voor. Dat zijn vragen die tweestellingen bevatten die onafhankelijk van elkaar juist ofonjuist kunnen zijn. Zo ontstaat er dan een vraag met

JB

Page 4: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

vier mogelijke antwoorden. Van beiden juist, één juist enéén onjuist tot beiden onjuist. Groot kritiekpunt opdergelijke vragen is dat het feitelijk twee vragen gepropt inéén vraag zijn. De examencommissie koos destijds voordeze opzet omdat men het aantal vragen per examen nietverder wilde uitbreiden. Vanaf nu worden deze vragen opeen andere manier gesteld. In het examensysteem moet ubij elke stelling ja of nee antwoorden. Heeft u beiden goeddan krijgt u 2 punten, heeft u er één goed dan krijgt u tochnog één punt. Deze opzet is dus iets gunstiger voor deexamenkandidaat.

Op het examen Klein Vaarbewijs 2 worden ook een tweetalopen vragen gesteld. Dat zijn vragen waar u gevraagdwordt een positie te bepalen of bijvoorbeeld een koers ofafstand. Het antwoord moet u als getal in hetexamensysteem invoeren. Tot op heden moest deexaminator of toezichthouder na afloop van het examendeze vragen handmatig nakijken. Omslachtig. Ook warendeze open vragen opgedeeld in een A en B deel.Bijvoorbeeld de positie (A) en de koers (B). Deze opzetwordt nu gewijzigd. In plaats van een A en B deelnummeren de vragen nu door en de computer kan nu zelfnakijken of het antwoord goed is. Daardoor bestaat hetexamen nu uit 27 in plaats van 25 vragen. En was voorheeneen vraag over de GPS de laatste vraag, nu zijn de openvragen voortaan echt de laatste vragen. Het grootstevoordeel is natuurlijk dat de computer in één keer de uitslagkan bepalen en u dus direct na afloop weet of u geslaagdbent.

Bron: Vaarwijzer

Nieuwe documenten Vamex

De Toetsmatrijs heeft alleen een nieuwe lay-out gekregen.Inhoudelijk is hier niets in gewijzigd.

Bij de voorbeeldexamens zijn enkele vragen gewijzigd en iser bij KVB2 een uitleg over het noteren van denavigatievragen toegevoegd.- Toetsmatrijs Klein Vaarbewijs - Voorbeeldexamen Klein Vaarbewijs 1- Voorbeeldexamen Klein Vaarbewijs 2U kunt de documenten ook downloaden of bekijken viahttps://www.vamex.nl/downloads.

In de tweede week van april zijn enkele verbeteringen inhet examensysteem doorgevoerd. De dubbelebeweringsvragen met 2 punten verdwijnen en wordenvervangen door enkele 'ja/nee' vragen die elk 1 puntopleveren.

Bij KVB2 worden door de kandidaat de antwoorden op'open' navigatievragen straks in numerieke vakjes ingevulden niet meer handmatig door de examenmanager maarautomatisch door de computer gescoord. In het nieuweexamensysteem is ook de laatste vraag van KVB2 niet meerde GPS-vraag, maar net zoals vroeger, weer een van vier'open' navigatievragen. Deze navigatievragen zijn dan nietmeer in een a en b deel opgesplitst maar worden gewoondoorgeteld met aparte vraagnummers. Het aantal vragen

stijgt daarmee van 25 naar 27, maar het blijft feitelijk omhetzelfde aantal vragen gaan.

Er zijn bij de downloads twee nieuwe aan deze wijzigingenaangepaste voorbeeldexamens (KVB1 en KVB2) en eenaangepaste toetsmatrijs geplaatst met de toevoeging 'april2016'.

Bron: Vamex

Jaarlijkse opleidersbijeenkomst 2016

Dinsdag 19 april 2016 was de jaarlijkse bijeenkomst van deVamex voor de opleiders voor het Klein Vaarbewijs en hetGroot Pleziervaartbewijs. Dit zijn altijd nuttigebijeenkomsten om te horen welke ontwikkelingen er spelenen hoe het gaat met de examens. Het afgelopen jaar blijkende slagingspercentages licht gestegen. Dat is natuurlijkgoed nieuws.

De afgelopen jaren kwam het examen regelmatig negatiefin het nieuws omdat de slagingspercentages juist omlaaggingen. Vamex, opleiders en uitgevers van lesmateriaalhebben daar kennelijk toch van geleerd met als resultaat datde percentages nu weer iets stijgen. De Vamex heeftbijvoorbeeld ingegrepen door continu te werken aan steedsbetere examenvragen. En door goede afspraken te makenmet uitgevers over het invoeren van wijzigingen in deleerstof, zodat de uitgevers bij tijd het lesmateriaal klaarkunnen hebben. Uitgevers hebben ook geïnvesteerd in dekwaliteit van het materiaal en opleiders zijn nog beter hunkandidaten gaan voorbereiden op het examen.

Het blijft belangrijk dat opleiders, uitgevers enexaminatoren met respect voor ieders verantwoordelijk-heden met elkaar in gesprek blijven. Dergelijkecommunicatie valt nu eenmaal beter te organiseren als depleziervaartexamens zijn onder gebracht bij een kleineorganisatie.

Bron: Vaarwijzer

Vamex naar het CBR???

Eerder schreven wij al over het voornemen van de ministerom de Vamex op te laten gaan in het Centraal Bureau voorde Rijvaardigheid (CBR). Vamex is een stichting die inNederland door de overheid is aangewezen om de examenvoor het Klein Vaarbewijs en voor het GrootPleziervaartbewijs af te nemen. Jaarlijks doen een dikke23.000 mensen bij de Vamex examen op één van de vijflocaties. Naast de genoemde examens is de Vamex ookaangewezen als één van de exameninstellingen voor hetbasiscertificaat marifonie. Ook is de Vamex aangewezenom de vaarbewijzen voor de (grote) pleziervaart uit tegeven. Zo hebben het afgelopen jaar dik 100.000 mensenhun oude vaarbewijs gratis kunnen omruilen voor eennieuw model klein vaarbewijs met het ICC op deachterkant.

Hoewel de Vamex dus een stichting is en ooit is opgerichtdoor de diverse watersportbonden, is zij belast met het

Info 20M nummer 86 blz. 4

Page 5: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

uitvoeren van overheidstaken en valt daarmee dus ookonder de verantwoordelijkheid van de overheid. Bij deVamex werken ook geen ambtenaren en of dat er mee temaken heeft durf ik niet te zeggen, maar de dienstverleningvan de Vamex is de laatste jaren alleen maar betergeworden. U krijgt nu zelfs uw officiële klein vaarbewijsdirect mee als u geslaagd bent voor het examen, terwijl dekosten om examen te doen alleen maar omlaag zijn gegaan.Als kleine gespecialiseerde club voert de Vamex haar takenin ieder geval efficiënt uit en gebeurt dit met veel begripvoor de specifieke wensen van de doelgroep. "Vandaag examen doen en vanavond al varen".

De overheid wil echter af van het grote aantal zogenaamdezelfstandige bestuursorganen die zoals de Vamexoverheidstaken uitvoeren. De taken moeten echter weluitgevoerd worden en vandaar dat er nu een advies bij deminister ligt om de Vamex op te laten gaan in het CBR.

De meesten van u kennen het CBR voor de rijexamens,maar het CBR neemt ook al jaren de examens voor deberoepsvaart af, zoals het examen voor het GrootVaarbewijs. Vanuit dat idee is het overgaan van depleziervaarbewijzen niet een gekke gedachte. Ware het nietdat het CBR een grote organisatie is die een geheel anderewerkwijze heeft en wel erg groot is. Persoonlijk denk ik(Red: Jaap van Goor) dat de watersporter veel beter af ismet hoe het nu gaat. Examen doen en meteen hetvaarbewijs mee naar huis. Het CBR kan dat (nog) nietevenaren. Daarom lijkt het mij een goed idee als deminister ook eens naar het alternatief kijkt. Waarom nietalle scheepvaart gerelateerde zaken van het CBR over naarde Vamex? Het aantal binnenvaartexamens is jaarlijks nietzo groot en Vamex heeft genoeg capaciteit op haar locatiesom die kandidaten op te vangen. En omdat tijd schaars isvoor binnenschippers denk ik dat zij erg blij zullen zijn alseen bemanningslid snel even examen kan doen en diezelfdedag nog weer aan boord stapt met zijn (verlengde) diplomaop zak.

Bron: Vaarwijzer

Nieuwe leskaart 1633 verschenen

Samen met de Nederlandse Dienst der Hydrografie werktde examencommissie voor het examen TheoretischeKustnavigatie (TKN) aan een reeks van nieuwe leskaarten.De reden is dat de oorspronkelijke leskaarten op een aantalpunten verouderd zijn en dat stroom en bijvoorbeeldvariatie in deze kaarten wel is waar realistisch is, maardusdanig kleine invloed heeft op de uitkomst van deberekeningen dat het leereffect soms verloren gaat. Immers verder naar het zuiden voor de Franse kust krijgt ute maken met getijdestromen die wel degelijk grote invloedhebben. Daarom dus een nieuwe reeks van leskaarten metonrealistische gegevens voor de Nederlandse kust endaarom uiteraard alleen te gebruiken voor denavigatielessen en examens.

In april 2016 verscheen een nieuwe leskaart in deze reeks.Leskaart 1633 geeft de Nederlandse kust ten noorden vanVlieland naar Borkum. Op de achterkant staan enkele

kaartbladen uit de 1800 serie. Een leskaart dus van eenuitdagend vaargebied met verkeersscheidingsstelsel enaanlopen van diverse zeegaten en Waddeneilanden.

Bron: Vaarwijzer

Ontwerp besluit wijziging Scheepvaartverkeerswetamvb's

In mei 2016 is er een ontwerp besluit gepubliceerd over wijziging van het Besluit opleidingen en bevoegdhedennautische beroepsbeoefenaren in verband met het schrappenvan de maximum leeftijd voor Noordzee loodsen, wijzigingvan het Besluit spoorweginfrastructuur in verband metactualisering van verwijzingen, aanpassing van hetBinnenvaartpolitiereglement in verband met het gebruikvan spudpalen alsmede een technische wijziging enwijziging van het Scheepvaartreglement territoriale zee enhet Scheepvaartreglement Westerschelde 1990 in verbandmet de aanpassing van de aanloopgebieden Rotterdam enScheldemonden. Het is vooral een verzamelpublicatie vanallerlei juridische 'reparaties'.

De tekst van het ontwerp besluit is te downloaden viahttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-20930.html. Op dit ontwerpbesluit kan worden gereageerdtot 17 juni 2016. De teksten uit het besluit worden per 1januari 2017 van kracht.

Bron: Officiële bekendmakingen

Overgangsregeling Binnenvaartwet 31 december 2018afgelopen

Wacht niet te lang!

De Binnenvaartwet (van 30 december 2008) is op 1 juli2009 van kracht geworden. In deze Binnenvaartwet is vooreen groot deel van de grote pleziervaartuigen een certificaatvan onderzoek verplicht gesteld.

Welke schepen moeten op de Europese binnenwateren aantechnische eisen voldoen?Op de Europese binnenwateren (dus ook op de Nederlandsebinnenwateren) moeten vanaf 30 december 2008 devolgende schepen voorzien zijn van een certificaat vanonderzoek: - alle vaartuigen met een lengte van 20 m of meer, en - alle vaartuigen waarvan het product van de lengte, debreedte en de diepgang meer dan 100 m3 bedraagt (dus ook als L korter is dan 20 m) - alle sleep- en duwboten ongeacht de lengte- drijvende werktuigen

Dit betekent dat pleziervaartuigen van 20 meter lengte ofmeer aan technische eisen moeten gaan voldoen. Voor pleziervaartuigen korter dan 20 meter geldt dit alleenals het product van de lengte, de breedte en de diepganggroter is dan 100 m3. Als diepgang wordt de diepgang vande romp zonder aanhangsels zoals de kiel, loefbijter,schroefraam etc. aangenomen. Zie tekening op de volgende pagina!

Info 20M nummer 86 blz. 5

Page 6: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Woonschepen en woonarken Binnenschepen met een permanente ligplaats, uitsluitendgebruikt voor bewoning en zonder eigen aandrijving danwel anderszins niet voor de vaart geschikt, ook gedurendede tijd van verslepen (Binnenvaartbesluit art. 7 lid g), zijnniet vereist een certificaat van onderzoek te hebben ook alzijn ze langer dan 20 m. Dit betekent dat woonarken,kantoorpontons etc. die niet voorzien zijn van een eigen voortstuwing, geen certificaat van onderzoek hoeven tehebben. Zodra ze wel voorzien zijn van een eigenvoortstuwing en ze zelfstandig kunnen varen moeten ze welvoorzien worden van een certificaat van onderzoek! Zelfs als dat alleen maar van en naar de werf is. Als het inde bedoeling ligt om een niet zelfstandig varend schipuiteindelijk weer zelfstandig varend te maken (bijv. door derestauratie), dan zal het schip na restauratie wel aan eencertificaat van onderzoek moeten.

Sleep-, duw- en sleepduwboten Sleep-, duw- en sleepduwboten worden in de Europeserichtlijn en in de Binnenvaartwet genoemd als schepen dieeen certificaat van onderzoek moeten hebben ongeacht hunlengte. Sleep- en duwboten welke uitsluitend voor depleziervaart worden gebruikt, niet langer zijn dan 20 meteren tevens een product hebben van de lengte, breedte endiepgang (zonder aanhangsels) kleiner dan 100 m3, kunneneen "Verklaring namens de Minister" bij de InspectieLeefomgeving en Transport (ILT) te Rotterdam aanvragen.In de verklaring is opgenomen dat het schip dan wel eenbeting heeft om te slepen maar dat slepen niet is toegestaan.Op grond van deze verklaring hoeft het schip dan niet aande technische eisen van de Europese richtlijn te voldoen.

Aan welke eisen moet een schip op de binnenwaterenvoldoen? De eisen waaraan het schip moet voldoen bepaalt deeigenaar van het schip zelf, namelijk door aan te geven hoehij het schip gebruikt. De technische eisen waaraan hetschip moet voldoen staan in bijlage II van de Europese

richtlijn 2006/87/EG. De eigenaar kan zelf kiezen of hetschip een certificaat krijgt voor vrachtvaart, passagiers-schip, zeilend passagiersschip, sleep- of duwboot, drijvendwerktuig, schip bestemd voor bouwwerkzaamheden ofpleziervaartuig. Ieder type schip heeft zijn eigen technischeeisen. Voor de pleziervaart moet aan de eisen van hoofdstuk21 voor pleziervaartuigen worden voldaan.

Het komt er dus op neer dat hoe het schip door de eigenaargebruikt wordt, uiteindelijk bepaald aan welke eisen hetschip moet voldoen. Bij de handhaving van de wetgevingzal dus eerst moeten worden vastgesteld hoe het schipwordt gebruikt en pas daarna kan worden gekeken of aande eisen voor dat gebruik wordt voldaan. Afhankelijk vande keuze van de eigenaar moet het schip aan weinigtechnische eisen voldoen (zoals bijv. pleziervaartuigen) ofaan veel technische eisen (zoals bijv. passagiersschepen).Op internet vind je diverse websites waarop de eisen voorpleziervaartuigen staan.

Certificaat van onderzoekWanneer een schip aan de technische eisen voldoet krijgthet schip een certificaat. Wanneer het aan de eisen voor deRijnvaart voldoet (ROSR) dan noemen we dit eenCertificaat van Onderzoek (CvO). Wanneer een schip aande eisen voor de Binnenvaartwet voldoet dan heet dit geenCertificaat van Onderzoek maar CommunautairBinnenvaart-certificaat voor Binnenschepen (CBB).

Info 20M nummer 86 blz. 6

In deze tekening van Register Holland (Robin Hoekstra) zijn de lengte, breedte en diepgang getekend die gebruikt wordenvoor de bepaling van de LBT > 100 m3. Deze maten zijn ZONDER uitsteeksels als kiel, zwaarden, etc.

JB

Page 7: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Overgangsregeling tot 31 december 2018!Schepen die tot 1 juli 2009 geen certificaat nodig hadden,krijgen tot 31 december 2018 de tijd om het schip van eencertificaat te voorzien. Alhoewel het nog 2,5 jaar duurt totdeze overgangsregeling afloopt, is dit toch al snel! Wacht niet te lang met het aanvragen van een eersteonderzoek op uw schip. Er is maar een zeer beperkt aantalpersonen bevoegd om vast te stellen of het schip aan deeisen voldoet. Deze bevoegde personen zijn aangesloten bijde NBKB of Register Holland. De keurmeesters van deEOC zijn bij de NBKB aangesloten. Voor namen en contactgegevens zie http://www.nbkb.nl/wp-content/uploads/2015/11/227Overzicht-NBKB-Experts-Website-uitvoering-rev-38-10-2014.pdf ofhttps://www.google.com/maps/d/viewer?mid=1-Bfa0NQ_odsCCffeNJxERUC3ZCM. Register Holland isovergenomen door Selles en Van Dijk. De keurmeesters vanRegister Holland staan niet op internet. Wel kunt urechtstreeks contact opnemen met Register Holland,http://www.register-holland.nl/contact/contact-formulier/.

Waar moet het schip aan voldoen?Voordat een certificaat kan worden afgegeven, moet er eersteen keuring van het schip plaatsvinden. Deze bestaat uit: - een algemene technische en veiligheidskeuring - een vlakkeuring (tenzij er een vlakrapport is van max. 2 jaar oud (opgemaakt door een erkend expert)) - een proefvaart als er twijfel is of demanoeuvreereigenschappen klaarblijkelijk gevaar opleveren - een geldige keuring van de gasinstallatie (door ILTerkende gaskeurder)

Zorg ervoor dat alle uitrusting welke een eigen keuringnodig heeft, zoals de brandblussers, drukvaten zoalsstartlucht, reddingvesten, gasinstallaties, etc. reeds gekeurdzijn en voorzien zijn van een officieel keuringscertificaat.Dat scheelt veel tijd in de doorlooptijd om een certificaatvan een schip te verkrijgen.

Wacht niet te lang!Ik denk dat van alle pleziervaartuigen die voorzien moetenzijn van een certificaat per 31 december 2018 nog maar éénderde deel een certificaat heeft of er mee bezig is. Dat is relatief heel weinig, zeker gezien het feit dat over 2,5 jaar de overgangsregeling afloopt. Een certificaat wordtniet in zeer korte tijd afgegeven. Daarvoor moet eerstallerlei onderzoek plaats vinden. Vaak wil men het schip"droog" keuren, dus als het schip op de werf staat. Dus ga je de werf op, vraag dan een eerste inspectie aan.De keurmeester kan dan een werklijst opstellen wat er nogmoet gebeuren wil het schip goedgekeurd worden. Als iedereen eind 2018 een keuring aanvraagt, weet jezeker dat je niet meer op tijd een certificaat hebt. Er zijn simpelweg niet genoeg keurmeesters om dietoestroom aan te kunnen.

Moet je aan alle eisen voldoen?Zolang de overgangsregeling geldt (tot eind 2018) mag eenbestaand schip, gebruik maken van artikel 8. In dit artikelwordt de term "klaarblijkelijk gevaar" genoemd.

Info 20M nummer 86 blz. 7

Deze keurmeester van de NBKB is bezig met eenvlakdiktekeuring voor het certificaat

JB

JBAnkers moeten voorzien zijn van het ENI voor de Rijnvaart

Page 8: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Wanneer het schip voor de invoering van deBinnenvaartwet in 2009 geen gevaar vormde, vormt het ookgeen gevaar na de invoering van de Binnenvaartwet. Dat betekent dat een schip niet aan alle technische eisenhoeft te voldoen om een certificaat te krijgen. Als een schipniet aan alle eisen voldoet, wordt hiervan een lijst gemaaktdie als bijlage bij het certificaat wordt gevoegd. Met dat certificaat en de bijlage mag je gewoon varen.

Mocht je later aanpassingen doorvoeren aan het schip, danwordt wel gekeken of daarbij bepaalde wijzigingendoorgevoerd kunnen worden. Er zijn echter wel een aantaleisen die standaard niet onder de de uitzonderingen vanklaarblijkelijk gevaar vallen. Zo moet de gasinstallatie, dereddingsmiddelen en de brandblusmiddelen altijd in ordezijn. Maar dat zou je als eigenaar van een schip ook zelfmoeten willen, toch? Al was het maar voor de veiligheidvan de mensen die bij jou aan boord zijn, en voor demensen die op de schepen aanwezig zijn waar je naast gaatliggen. Daarnaast moet het schip ook voldoen aan de eisenzoals die staan in het BPR en RPR, zoals bijvoorbeeld denavigatieverlichting en de kentekens.

Varen in het buitenland?Mocht je met het schip al voor 30 december 2018 naar hetbuitenland (Duitsland, België, Frankrijk) willen varen danmoet het schip tijdens de buitenlandse reis al een certificaathebben.

Men lijdt het meest voor het lijden dat men vreest…Helaas waren er spookverhalen over de keuring en wat jeals eigenaar nog moet doen om toch een certificaat tekrijgen. Ervaring van reeds gekeurde schepen leert dat ditvoor de meeste schepen wel mee valt. Tenzij je een zeeronveilig schip hebt, natuurlijk… Ook ziet men op tegen de kosten. De kosten voor dekeuring kun je via allerlei aanbiedingen vaak nog watomlaag krijgen. Zo zijn er bijvoorbeeld collectieveregelingen voor Scouting (via Register Holland) of specialeaanbiedingen voor groepen van historische vaartuigen dietegelijkertijd gekeurd worden van Rob Klaassen(www.akwadrant.com). Vraag eerst een eerste inspectie aan

en laat je schip checken. Je weet dan waar je aan toe benten waar nog wat verbeteringen aan je schip nodig zijn.

Wat als je pas een keuring voor een certificaat aanvraagt na2018?De overgangsregeling betreft een periode van 10 jaar!Wanneer een eigenaar van een pleziervaartuig voor het eersteen certificaat ontvangt na 30 december 2018, dan moet hetschip aan ALLE eisen van hoofdstuk 21 voldoen. De overgangsbepaling van artikel 8 geldt dan niet meer! Je kunt dan natuurlijk wel een keuring aanvragen. Maar zonder een geldig certificaat mag het schip NIETmeer varen vanaf 2019. Omdat de overgangsperiode 10 jaarduurt, is het niet waarschijnlijk dat deze wordt verlengd.

Geldigheid certificatenTenslotte nog wat informatie over de geldigheid vancertificaten. Het CBB en het CvO zijn 7 jaar geldig. Indien voor 30 december 2018 een certificaat is afgegevenblijft het artikel van klaarblijkelijk gevaar gelden tot inieder geval 2035. Het gascertificaat is steeds 3 jaar geldig.Let op! Na herkeuring van je gasinstallatie moet de losse"gas" pagina van je CBB/CvO ook worden vernieuwd bijNBKB of RH. De keuring van brandblussers moet iedere 2jaar worden uitgevoerd. Let op! De gele sticker op deblussers is tevens keuringsbewijs. (JB)

CvO onhaalbaar voor uw schip?

Voor sommige schepen is het verkrijgen van een CvO eenvrijwel onhaalbare zaak. Denk aan schepen zondervoortstuwing of met alleen een zijschroef. Voor het behoudvan deze schepen is de eis van een CvO een regelrechtebedreiging en we willen graag deze problematiekbespreekbaar maken in het knelpuntenoverleg met hetministerie.

Daarom een oproep aan leden met een schip waarvoor hethalen van een CvO onhaalbaar wordt geacht om zich temelden (bijv. bij het secretariaat ([email protected])) met(minimaal) de naam van het schip enreden waarom hethalen van een CvO onhaalbaar wordt geacht.Na deze inventarisatie kunnen we deze problematiek inieder geval onderbouwd inbrengen in hetknelpuntenoverleg. Daarnaast is het wellicht mogelijk viaonze eigen expertise (bijv. in de persoon van Rob Klaassen)suggesties op te stellen om knelpunten weg te nemen ofvoorstellen te doen aan het ministerie.

Bron: LVBHB

Info 20M nummer 86 blz. 8

JBHet schip hoeft niet aan alle eisen te voldoen als het schipgekeurd wordt in de overgangsperiode!

JB

Page 9: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Recreatief slepen wordt voorlopig niet gecontroleerd

Tijdens de Hiswa in maart 2016 heeft er overlegplaatsgevonden tussen het Ministerie van Infrastructuur enMilieu, vertegenwoordigers van de diverse pleziervaartorganisaties en betrokken ondernemers in Amsterdam.Hierbij zijn de diverse standpunten gewisseld en is ertoegezegd dat het niet de bedoeling is van de huidigewetgeving om het recreatief slepen te verbieden. De wetgeving wordt hierop aangepast. In de tussentijd zouer met de ILT overleg komen om de handhaving voorlopigop te schorten. Naar aanleiding van het overleg hebben dediverse organisaties (o.a. Scouting en FVEN) ook nog eenbrief gestuurd naar de Minister met daarin hun officiëlebezwaarpunten.

Eind maart 2016 is er een nieuwsbrief rondgestuurd aan dehandhavers van de Binnenvaartwet. Deze is gestuurd naarde handhavers van de Zeehavenpolitie, de Landelijkeeenheid van de Politie, Rijkswaterstaat, het HavenbedrijfRotterdam, de Haven Amsterdam, de provincies Friesland,Groningen en Overijssel, Waternet, WaterschapRivierenland en de ILT.

In deze nieuwsbrief is een aanwijzing opgenomenbetreffende de wijziging van handhaving sleep-, duw- ensleepduwboten. Het betreft hier de controle op hetcertificaat van onderzoek als sleep-, duw- of sleepduwboot.

Geen controle op het certificaat vindt plaats als er sprake isvan recreatief gebruik. Ook wanneer de sleep- of duwbootzelf langer is dan 20 meter of wanneer het product lengte,breedte en (romp)diepgang groter is dan 100 m3. Er vindtgeen controle plaats op de Verklaring namens de Minister.

Let op! Wanneer het schip dat gesleept, geduwd, of langszijmee genomen (dus niet zijnde de sleep- of duwboot) zelflanger is dan 20 meter of een LBT groter dan 100 m3 heeft,kan er wel gecontroleerd worden. (JB)

Meetbrieven en pleziervaartuigen

Het hieronder staande verhaal geldt voor alle schepen dieop de binnenwateren varen, tenzij ze als zeeschipgeregistreerd staan in het Kadaster.

Doel van een meetbriefHet doel van de meetbrief is het officieel vaststellen van deafmetingen en kubieke meters van een schip en dan metname:a. de verplaatsing vast te stellen, evenals, indien nodig, eendeel van de verplaatsing in samenhang met de inzinking;b. indien het binnenschip bestemd is of gebruikt wordt voorhet vervoer van goederen: het mogelijk te maken hetgewicht van de lading volgens de inzinking te bepalen;c. indien het binnenschip niet bestemd is of gebruikt wordtvoor het vervoer van goederen: de maximum toelaatbarewaterverplaatsing en de waterverplaatsing in lege toestandte bepalen.

Wat zegt de Binnenvaartwet?In paragraaf 2 van de Binnenvaartwet wordt descheepsmeting beschreven. Deze paragraaf is vantoepassing op een binnenschip dat conform artikel 785 vanBoek 8 van het Burgerlijk Wetboek te boek is gesteld (bij het Kadaster). Hierbij moet wel rekening wordengehouden met tweede lid van artikel 785 van Boek 8 vanhet Burgerlijk Wetboek. Dit tweede lid is voorpleziervaartuigen van belang, hierover later meer.In de Binnenvaartwet staat tevens dat het verboden is omeen schip te gebruiken zonder geldige meetbrief.Dit staat in artikel 21 lid 1 van de Binnenvaartwet.

Artikel 785 van Boek 8 van het Burgerlijk WetboekIn het tweede lid van artikel 785 van Boek van hetBurgerlijk Wetboek staat wanneer GEEN verplichting totteboekstelling (inschrijving in het Kadaster) bestaat voor:- vrachtschepen met minder dan 20 ton laadvermogen of- andere binnenschepen met minder dan 10 kubiekemeters verplaatsing

Info 20M nummer 86 blz. 9

In deze tekening staan 3 waterlijnen, de lege diepgang helemaal onderaan met aan beide zijden 3 streepjes en de maximaaltoegestane diepang helemaal bovenaan. De onderkant van de ijken is gelijk aan de bovenzijde van maximale diepgang. Er zit een grote afstand tussen beide waterlijnen: het verschil in m3 of tonnen van 1000 kg is wat er maximaal aan lading(vracht) geladen kan worden. Het laadvermogen. Pleziervaartuigen hebben geen laadvermogen maar verplaatsing.

Afbeelding van de scheepsmetingsdienst.

Page 10: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Het laadvermogen of de verplaatsing (Let op! Hier staat dus niet waterverplaatsing) wordt berekend doorhet aantal kubieke meters uit te rekenen tussen de legediepgang en de grootste toegelaten diepgang.

Twee verschillende soorten meetbrievenDe scheepsmeting heeft 2 verschillende soorten metingen,namelijk een meting voor:- binnenschepen die bestemd of ingericht zijn voor hetvervoer van goederen, waarbij het laadvermogen gemetenwordt, (regel 1) en - binnenschepen die niet bestemd noch ingericht zijn voorhet vervoer van goederen, waarbij de verplaatsing en dewaterverplaatsing gemeten wordt (regel 2).Regel 2 is bedoeld voor bijvoorbeeld passagiersschepen,sleepboten, woonschepen en pleziervaartuigen. Alleen alseen schip nog steeds gebruikt wordt voor vrachtvervoer isregel 1 van toepassing.

Meetbrief van pleziervaartuigenVoor alle duidelijkheid: binnenschepen die vroeger bestemdwaren voor het vervoer van goederen en nu geschikt zijngemaakt als woon-, wacht-, charterschip of pleziervaartuig,zijn dus geen vrachtschepen meer en worden dus ook nietop laadvermogen gemeten maar op verplaatsing enwaterverplaatsing. Er is dus een andere meetbrief nodig,indien het schip nog als vrachtschip gemeten engeregistreerd staat.

Zelf de voorwaarden voor de maximale diepgang bepalenArtikel 785 Boek 8 Burgerlijk Wetboek is voorpleziervaartuigen van groot belang omdat dit artikel bepaaltof er wel of geen meetbrief verplicht is. Voor eigenaren ishet vervolgens van belang om te weten hoe dezediepgangen worden bepaald. En wat heel fijn is, je mag alseigenaar zelf aangeven wat de maximale diepgang voor jeeigen schip is. Dit hoeft dus niet de maximale diepgang tezijn waarmee het schip vroeger vracht vervoerde. Bij debepaling van de maximale diepgang wordt rekeninggehouden met:- de maximale hoeveelheid brandstof- de maximale hoeveelheid drinkwater- het aantal personen aan boord- de voorraden aan boord - de hoeveelheid uitrustingDaarnaast wordt uiteraard rekening gehouden met de nietwaterdichte openingen in het schip. Het is natuurlijk niet de

bedoeling om het schip zo diep te laten liggen, dat water inhet schip loopt door golven etc. De afstand van de waterlijntot de niet waterdichte openingen wordt veiligheidsafstandgenoemd.

Te boek stelling en de meetbriefAls een schip niet verplicht is om te boek te wordengesteld, is een meetbrief ook niet verplicht. Staat het schipwel te boek gesteld (bijvoorbeeld omdat er eenscheepshypotheek op zit), dan moet gekeken worden of hetschip voldoet aan de voorwaarden van artikel 785 van boek8 van het Burgerlijk Wetboek. Het is dus niet zo dat eenschip dat in het Kadaster staat vermeld altijd een meetbriefnodig heeft.

Vrijwillig een meetbrief?Je kunt als eigenaar heel wat zelf bepalen. De scheepsmetingsdienst (tegenwoordig een onderdeel vande Inspectie Leefomgeving en Transport) kan officieel alleafmetingen en (water)verplaatsing van je schip bepalen.Hiermee kun je dus twijfel of discussies met handhaversdefinitief oplossen. Ook de vraag of je wel of niet eenmeetbrief nodig hebt, kun je hiermee beantwoorden.Daarnaast kun je laten vaststellen of het schip bijvoorbeeldverplicht een certificaat van onderzoek nodig heeft (op basis van de Binnenvaartwet) of een Inland AIS (op basis van het BPR/RPR). Voor schepen die net op hetrandje zitten waarvan het product van de lengte, breedte endiepgang groter (of juist net kleiner) dan 100 is, kan eenmeetbrief ook een uitkomst zijn.

Berekening waterverplaatsing zonder meetbriefBij het Kadaster kan een formulier worden ingevuld om hetverschil in kubieke meters te berekenen tussen de lege ende maximale diepgang op basis van de maximalehoeveelheden water, brandstof, aantal personen enuitrusting. Dit formulier is bedoeld voor schepen zonder(geldige) meetbrief. Het formulier is te vinden ophttp://www.kadaster.nl/web/artikel/download/Schepen-formulier-berekening-waterverplaatsing.htm. De toelichting op het formulier is te vinden op

Info 20M nummer 86 blz. 10

Hetzelfde schip als de vorige afbeelding alleen nu alspleziervaartuig. De lege diepgang ligt hoger dan deoorspronkelijke lege diepgang omdat er veel meer aanboord aanwezig is, bijvoorbeeld de inrichting in het ruim.De maximale diepgang kun je zelf bepalen, deze kan dusveel lager liggen dan de maximaal toegestane diepgang.Het volume in m3 dat zit tussen beide diepgangen wordtverplaatsing genoemd. Dit kan dus minder dan 10 m3 zijn.

Page 11: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

http://www.kadaster.nl/web/artikel/download/Schepen-toelichting-formulier-berekening-waterverplaatsing.htm.Meer informatie over de teboekstelling van schepen is tevinden ophttp://www.kadaster.nl/web/artikel/producten/Teboekstelling-schip.htm. Een teboekstelling bij het Kadaster kost 450euro (2016), dit is exclusief de kosten voor een meetbrief.

Wanneer is een meetbrief vervallen?Een meetbrief is niet langer meer geldig:- Als de geldigheidsduur is verlopen (een meetbrief ishoogstens 15 jaar geldig)- Wanneer een verbouwing plaatsvindt die van invloed is opin de meetbrief genoemde waarden, trim en of verplaatsing- Een verbouwing is bijvoorbeeld: het veranderen van dehoofdafmetingen, patrijspoorten en openingen boven delastlijn, alle in- en uitwendige verbouwingen, hetverwijderen of veranderen van een motor- Als het schip een andere bestemming krijgt of andersgebruikt wordt dan waarvoor de meetbrief is afgegeven(bijvoorbeeld als het niet langer vracht vervoert)- Als de meetbrief is gewijzigd door daartoe niet bevoegdepersonen- Als aan het schip andere veranderingen of blijvendebeschadigingen zijn aangebracht, waardoor de omschrijvingin de meetbrief niet meer klopt- Wanneer de meetbrief niet meer volledig is.

Een meetbrief aanvragenEen meetbrief aanvragen doe je bij de InspectieLeefomgeving en Transport via het formulierhttps://www.ilent.nl/Images/ILT.100.07%20-%20Aanvraag%20meetbrief%20en-of%20beunbrief%20binnenvaartschepen_tcm334-317886.pdf. Hierbij kun je aangeven of het een nieuwemeetbrief betreft, een wijziging van een meetbrief(bijvoorbeeld omdat je een andere hoofdmotor hebt, of bijeen verbouwing), of een verlenging (waarbij niets isgewijzigd). De kosten van een meetbrief bedragen (2016):- 1450 euro voor een meting of hermeting van een schip,regel 1, vrachtvervoer

- 920 euro voor een meting of hermeting van een schip,regel 2, o.a. pleziervaart- 412 euro voor een controlemeting- 157 euro zonder dat hiervoor een meting of hermetingplaats vindt- 157 euro voor een verlenging van een meetbrief (wanneerer verder niets wijzigt)- 157 euro voor een wijziging van de meetbrief zonder dathiervoor een meting of hermeting plaatsvindt

Verplaatsing en waterverplaatsingConform de Binnenvaartregeling is er verschil tussen deverplaatsing en de waterverplaatsing. verplaatsing: in kubieke meters uitgedruktewaterverplaatsing van een binnenschip tussen het vlak vaninzinking van het lege binnenschip in zoet water en het vlakvan de grootste toegelaten diepgangmaximum toelaatbare waterverplaatsing: in kubiekemeters uitgedrukte waterverplaatsing van een binnenschiptot het vlak van de grootste toegelaten diepgang;

Vrijboord en veiligheidsafstandAfhankelijk van het type schip, het vaargebied en hetgebruik van het schip wordt in de Binnenvaartregeling deveiligheidsafstand en het vrijboord vastgelegd.vrijboord: afstand tussen het wateroppervlak en het dek, ofbij het ontbreken daarvan, het laagste waterdichte punt vande rompveiligheidsafstand: afstand van de grootste toegelatenmaximum diepgang en het laagste punt waarop het schipniet meer waterdicht is (bijv. bij ramen, deuren, afsluiters,etc.). (JB)

Nieuwe richtlijn pleziervaartuigen van kracht

Richtlijn 2013/53/EU wordt toegepast vanaf 18 januari2016 en vervangt de oude Richtlijn 94/25/EG. De nieuwerichtlijn is verwerkt in de Wet pleziervaartuigen 2016.

De lidstaten staan toe dat producten op de markt wordenaangeboden of in bedrijf gesteld die vallen onder Richtlijn

Info 20M nummer 86 blz. 11

Page 12: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

94/25/EG en daarmee in overeenstemming zijn wanneerdeze vóór 18 januari 2017 in de handel zijn gebracht of inbedrijf gesteld.

Richtlijn 2013/53/EU stelt minimale eisen aan het ontwerpen de bouw van pleziervaartuigen en waterscooters. Dezezijn gericht op de veiligheid van de gebruikers van dezeproducten. Daarnaast reguleert de richtlijn de uitlaat- engeluidsemissies van motoraangedreven pleziervaartuigen.

Voor welke producten geldt de richtlijn?De bepalingen in de richtlijn gelden voor vaartuigenbestemd voor sport- en vrijetijdsdoeleinden:- pleziervaartuigen hebben een romplengte tussen 2,5 en 24meter, ongeacht het type aandrijving;- waterscooters hebben een romplengte van minder dan 4 meter met een voortstuwingsmotor dat eenwaterstraalpomp heeft als primaire voortstuwingsbron;- ook gedeeltelijk afgebouwde vaartuigen,voortstuwingsmotoren en los verhandelde - voor montagebestemde - onderdelen vallen onder de richtlijn.Producten met CE-markering zijn vrij verhandelbaar in degehele Europese Economische Ruimte (EER).

UitsluitingenDe richtlijn pleziervaartuigen is niet van toepassing op:- uitsluitend voor wedstrijden bedoelde vaartuigen, kano's,kajaks, gondels en waterfietsen;- zeilplanken en surfplanken;- originelen en individuele replica's van historischevaartuigen;- experimentele - niet voor de handel bestemde -vaartuigen;- voor persoonlijk gebruik gebouwde vaartuigen, die nainbedrijfstelling gedurende 5 jaar niet op de EU-marktworden gebracht;- vaartuigen bestemd voor commercieel passagiersvervoer;- duikboten, luchtkussenvoertuigen, draagvleugelboten enamfibische vaartuigen;- met stoomkracht aangedreven vaartuigen met externeverbranding die als brandstof gebruikmaken van kolen,cokes, hout, olie of gas.

Essentiële eisenDe essentiële eisen voor (onderdelen van) pleziervaartuigenen waterscooters worden genoemd in artikel 4, lid 1 enbijlage I van de richtlijn. Als uw producten overeen-stemmen met de toepasselijke geharmoniseerde normen,dan geldt er een 'vermoeden van conformiteit' dat uwproducten voldoen aan de richtlijn. U kunt deze normenaanvragen bij het normalisatie-instituut NEN.

Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Scheepvaartzaken bij rechtbank Rotterdam

De rechtbank Rotterdam krijgt straks de exclusievebevoegdheid om recht te spreken in scheepvaartzaken. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Van der Steur vanVeiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeftingestemd. De maatregel draagt bij aan de kwaliteit van derechtspraak en geeft uitvoering aan een in gerechtelijke

kringen en ook daar buiten al langer bestaande wens. Bij scheepvaartzaken - die ook wel "natte zaken" wordengenoemd - gaat het onder meer om het vervoer vangoederen over zee of over de binnenwateren, de exploitatievan een zee- of binnenschip en aanvaringen.

De rechtbank Rotterdam beschikt over juridische eninhoudelijke deskundigheid op het terrein van descheepvaart en geniet een goede reputatie op dit gebied. Zo wordt in handelscontracten, gesloten tussen Nederlandsepartijen, de Rotterdamse rechtbank vanwege haar expertiseregelmatig als forum opgenomen. Het betreft een zeerspecialistisch rechtsgebied.

Daarnaast vormt de aanwezigheid van reders, stuwadoors,cargadoors, scheepsbouwers en gespecialiseerdeadvocatenkantoren een argument ten gunste vanconcentratie bij de rechtbank Rotterdam. De verwachting isdat behandeling door gespecialiseerde rechters zal bijdragenaan de efficiency van de procesgang.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstelvoor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst vanhet wetsvoorstel en van het advies van de Raad van Stateworden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Rijksoverheid

Invoering Omgevingswet uitgesteld tot 2019

Niet langer geldt 2018 als invoeringsjaar van deOmgevingswet, maar 2019. In een brief aan de TweedeKamer meldt minister Melanie Schultz van Haegen(Infrastructuur en Milieu) dat de inwerkingtreding isverschoven naar begin 2019.

Behandeling vergt meer tijdAanvankelijk werd 1 januari 2018 als ingangsdatumaangehouden. Na verloop van tijd liet de minister de datum1 januari los en werd in communicatie van het ministerie"2018" aangehouden, waarbij werd gekoerst op het eindvan dat jaar. In de Kamerbrief van vorige week meldt deminister dat het wetgevingsproces toch meer tijd kost."Vanuit een zorgvuldig proces, waarbij voldoende tijd wordtgenomen voor de parlementaire behandeling en deimplementatie is het niet langer mogelijk om eind 2018 testarten met het nieuwe stelsel. Het eerst mogelijke momentvan inwerkingtreding van de stelselherziening wordtvoorjaar 2019."

Uitkomst verkiezingen 2017Die planning is nog afhankelijk van de uitkomsten van deparlementaire behandeling van de verschillende onderdelenvan de stelselherziening en de politieke constellatie na delandelijke verkiezingen van maart 2017, voegt de ministerdaar nog aan toe. Op dit moment wordt nog druk gewerktaan de AMvB's, de vier uitvoeringsweten. Schultz hoopt op1 juli 2016 te starten met de formele toetsing en consultatievan de AMvB's.

Info 20M nummer 86 blz. 12

Page 13: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Meer tijd voor consultatieGezien de enorme omvang van de wetsontwerpen envanwege het feit dat de toetsing en consultatie in dezomerperiode plaatsvinden, wordt de gebruikelijke termijnvan acht weken opgerekt tot drie maanden. De bestuurlijkepartners (de koepels van gemeenten, provincies enwaterschappen) krijgen daardoor tot 30 september 2016 tijdom hun reacties in te dienen. De toetsing en consultatie vande Invoeringswet volgt dan in het najaar. Voor de zomervan 2017 (maar na de Tweede Kamerverkiezingen) buigt deRaad van State zich over de wetsvoorstellen.

Geen Olo3In de brief meldt Schultz ook dat er geen nieuwe updatevan het Omgevingsloket Online (Olo) komt. Het projectOlo3 is stopgezet op advies van het Bureau ICT Toetsing,omdat de Omgevingswet Olo3 inhaalt. De geïnvesteerdekennis en kunde gaat niet verloren; die wordt gebruikt voorhet nieuwe Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), aldusSchultz.

Bron: Binnenlands Bestuur

Overheidsnieuws automatisch in je mailbox

Er zijn een aantal sites waarop je kunt aangeven welkeinformatie je automatisch in je mailbox wilt hebben.

Voor de wetgeving is dat viahttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/ en dan staat errechts een blokje registreren… Daar een account aanmakenen je kunt bepaalde zoektermen opgeven. Als die zoektermergens in staat, dan komt die automatisch in je mailbox.

Voor nieuws van ministeries kun je terecht ophttps://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-infrastructuur-en-milieu/nieuws

Voor nieuws over je eigen buurt, kun je terecht bijhttps://zoek.overheid.nl/berichten_over_uw_buurt_eenvoudig_zoeken

Inspraak op tijd weten voor nieuwe wetgeving kun jevinden op https://www.internetconsultatie.nl/, ook daar kunje je registreren. (JB)

Politie, Rijkswaterstaat en Havenbedrijven gaan AISplicht vanaf 1 mei 2016 handhaven

Schepen langer dan 20 meter zijn sinds 1 januari 2016verplicht om in heel Nederland AIS te gebruiken. AIS staatvoor Automatic Identification System. Dit is een systeemwaarmee schepen voortdurend informatie doorseinen aanelkaar en aan instanties aan de wal. Tot eind april wordt erdoor de autoriteiten naar de schippers toe waarschuwendopgetreden wanneer er niet wordt voldaan aan de eisenvoor het gebruik van AIS. Vanaf 1 mei 2016 zal er echterverbaliserend worden opgetreden.

Sinds 1 januari 2016 moeten de beroepsvaart en depleziervaart langer dan 20 meter op alle Nederlandsewateren vanaf CEMT klasse I, waar het

Binnenvaartpolitiereglement (BPR) van kracht is, het AISgebruiken. Dit is niet van toepassing, wanneer een schipstilligt op een plek waar de bevoegde autoriteit eenuitzondering heeft gemaakt. Eerder was het al vantoepassing op de zogenoemde aktewateren (Rijn, Waal,Lek). In artikel 4.07 van het Binnenvaartpolitiereglementwordt gedetailleerd omschreven aan welke verplichtingenschippers moeten voldoen met betrekking tot AIS. Zo staat in dit artikel: 'Het Inland AIS-apparaat moetpermanent ingeschakeld zijn en de ingevoerde gegevensmoeten op ieder moment met de werkelijke gegevens vanhet schip of samenstel overeenkomen.'

De afgelopen maanden is door de politie, Rijkswaterstaat ende Havenmeesters van Rotterdam en Amsterdam nauwgelet op het AIS-gebruik, met name of de schepen de juisteAIS informatie uitzenden. Regelmatig blijkt dat schepenniet de juiste AIS-informatie uitzenden. Daarbij gaat hetmet name om informatie als scheepstype, scheepsnaam,MMSI nummer, lengte, breedte en de plaats van de GPSantenne.

De politie, Rijkswaterstaat, de Havenmeesters vanRotterdam en Amsterdam hebben daarom afgesproken dekomende weken nog waarschuwend op te treden omvervolgens vanaf 1 mei 2016 verbaliserend op te tredenwanneer de AIS-regels niet goed worden nageleefd. Het Openbaar Ministerie heeft haar fiat gegeven voor ditbeleid. Schippers worden dan ook geadviseerd tecontroleren of de door hen uitgezonden AIS-gegevensconform de regels van het Binnenvaartpolitiereglement zijn.

Bron: Rijkswaterstaat

Welke code voer je als kleine pleziervaart in de InlandAIS?

Sinds 1 januari 2016 is de Inland AIS voor de pleziervaartverplicht voor:- Schepen langer dan 20 meter- Schepen korter dan 20 meter waarvan het product lengte,breedte en diepgang groter is dan 100 m3Ieder schip moet voor zijn scheepstype een bepaaldevoorgeschreven code invoeren in de Inland AIS. Dezeverplichting is na te lezen op http://www.ccr-zkr.org/files/documents/ris/ais_installguidelines_nl.pdf.

Info 20M nummer 86 blz. 13

Zelfs toevallig voorbij rijdende auto’s hebben AIS!HF

Page 14: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Pleziervaart langer dan 20 meterVoor de pleziervaart ligt dit wat lastig. Voor pleziervaartlanger dan 20 meter kun je de code 1850, Pleasure craft,longer than 20 metres, gebruiken.

Voor alle andere scheepstypen is geen onderscheid gemaaktin een lengte categorie. De codes voor sleepboten (tug) ofduwboot (pushboat) kun je als pleziervaart beter nietgebruiken. Men denkt dan namelijk dat je als 'beroepsvaart'vaart.

Pleziervaart korter dan 20 meterVoor pleziervaart korter dan 20 meter is geen codebeschikbaar. Je zou kunnen overwegen om de code 1850 tegebruiken (uit je AIS informatie volgt dat je schip korter isdan 20 meter), maar hiermee creëer je wellicht verwarring in verband met de vaarregels.

Je kunt ook overwegen om de code 8000 te gebruiken, voorschip, type onknown. Je geeft hiermee aan dat je een schipbent, wat niet onder de andere codes valt. De code 8510,object, not otherwise specified, zou ik niet gebruiken.Hiermee geef je namelijk niet aan dat je een schip bent.

WijzigingsverzoekEr ligt momenteel een verzoek om een nieuwe code aan temaken waarvan pleziervaart korter dan 20 meter gebruikkan maken. (JB)

Tweede ronde Inland AIS-subsidie?

Lezers van de Scheepspost en natuurlijk de vaste lezers vande LVBHB website wisten dit al. Net voor het Paasrecesheeft het kabinet besloten de mogelijkheid te onderzoekenvoor een tweede ronde AIS-subsidie speciaal voor hetVarend Erfgoed. Opvallend bij deze berichtgeving was hetfeit dat gelijktijdig een bericht over de accijnsverhoging opdieselolie voor waterrecreatie verscheen.Dit zou dan in plaats moeten komen van de te verwachten'vaarbelasting voor de pleziervaart'. Zeker zo opvallend wasde actiedatum, namelijk de dag dat Alva 'zijn bril' verloor.Het bestuur is echter zeer benieuwd naar de reden waaromveel schepen nog geen AIS hebben.

Het zou ons helpen - ook in de gesprekken met hetministerie over een eventuele tweede subsidieronde - als wedaar meer inzicht in krijgen! Graag een berichtje [email protected].

Zoals gebleken is uit de vele reacties op de oproep in deBulletalie over de aanwezigheidvan AIS op onze schepen is actiegeboden. Uit inventarisatie vanSimon de Waard blijkt dat de helftvan de schepen geen AIS aanboord heeft. Let wel er wordt per1 mei door de overheidgehandhaafd. De verwachting isdat er geen excuus mogelijk isomdat het om de veiligheid vanschip en bemanning gaat.

Al met al zeer zorgelijk, zeker omdat het behalen van hetCvO daardoor onmogelijk is geworden. Daarom heeft hetbestuur besloten om te onderzoeken of een hernieuwdemogelijkheid tot subsidie mogelijk is.

Tevens wordt gedacht om de gezamenlijke inkoopactie vande apparatuur aan onze leden te herhalen. Houdt de websiteen de Bulletalie in de gaten voor het actuele nieuws. Wel ishet zaak dat zodra er schepen geverbaliseerd worden dit temelden aan de vereniging.

Bron: LVBHB

Info 20M nummer 86 blz. 14

De officiële tabel met codes voor de Inland AIS.

Page 15: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Is een Inland AIS verplicht voor pleziervaartuigenkorter dan 20 meter maar met een LBT groter dan 100?

Volgens de folder van Rijkswaterstaat en een uitspraak vanIvo ten Broeke (Rijnvaartcommissaris) is een Inland AISverplicht voor:- alle binnenvaartschepen (pleziervaart en beroepsvaart)langer dan 20 meter en- kleine bedrijfsmatig opererende vaartuigen (beroepsvaartkorter dan 20 meter)

Er wordt in de communicatie nergens iets gezegd overpleziervaart korter dan 20 meter die toch verplicht eenInland AIS aan boord moet hebben. Toch denken we datook een deel van deze pleziervaart korter dan 20 meterverplicht is om een Inland AIS aan boord te hebben,namelijk de pleziervaartuigen waarvan het product van delengte, breedte en diepgang groter is dan 100. Ook kan ditgelden voor sleep- en duwboten. Hieronder een toelichting.

Sinds 1 januari 2016 is een Inland AIS verplicht op de BPR wateren, de Westerschelde en de Rijn (die laatste sinds1 december 2014). Volgens het BPR is de Inland AISverplicht voor schepen die op wateren met een CEMTklasse 1 of hoger varen. Met schepen bedoelt men hierzowel kleine als grote schepen. Hiervan zijn kleine schepenuitgezonderd behalve:- schepen van de politie die met een radarapparaat zijnuitgerust- schepen die van een certificaat overeenkomstig het ROSRof gelijkwaardig zijn voorzienHet is dus van belang om te constateren welke kleineschepen wel verplicht voorzien zijn van een certificaat vanonderzoek. Hierbij nemen we aan dat het certificaat vanonderzoek (of cbb genoemd als men niet op de Rijn vaart)op grond van de Binnenvaartwet gelijkwaardig is als hetcertificaat van onderzoek op basis van het ROSR.

Van een certificaat voorzien?Discussiepunt: er staat schepen die van een certificaat zijnvoorzien. Je zou dus kunnen stellen dat als een schip datcertificaat nog niet heeft (omdat de overgangsregeling voorde Binnenvaartwet voor de pleziervaart nog tot 31december 2018 loopt), deze schepen ook nog geen InlandAIS aan boord zouden hoeven hebben. Pas als hetcertificaat aan boord is, moet ook een Inland AIS aan boordzijn.

BinnenvaartwetOp de BPR wateren geldt in plaats van het ROSR deBinnenvaartwet. Deze gebruiken we dus om vast te stellenwelke schepen korter dan 20 meter voorzien moeten zijnvan een certificaat. In de Binnenvaartwet staat alleen dathet verboden is om een schip te gebruiken zonder eenvereist geldig certificaat. Welke schepen dit zijn staat in hetBinnenvaartbesluit.

BinnenvaartbesluitIn het Binnenvaartbesluit staat dat voor de volgendebinnenschepen (alle schepen die op de binnenwaterenvaren) een certificaat van onderzoek verplicht is (art. 6BVB):

- binnenschepen van 20 meter of langer- binnenschepen waarvan het product van lengte, breedte endiepgang 100 m3 of meer bedraagt- sleepboten, duwboten en sleepduwboten tenzij ze nietonder de eerste 2 criteria vallen en voorzien zijn van eenVerklaring namens de Minister dat ze uitsluitend alspleziervaartuig gebruikt worden en ook als zodanig wordengebruikt

Sleepboten en opduwersHiervoor moeten we ook even kijken naar de definities vansleepboten en duwboten in de Binnenvaartwet:sleepboot: schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor hetslepen van schepen en niet is bestemd voor het zelfstandigvervoeren van goederen;duwboot: schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor hetduwen van schepen en niet bestemd is voor het zelfstandigvervoeren van goederen;sleepduwboot: schip dat is bestemd of wordt gebruikt voorhet slepen of duwen van schepen en niet is bestemd voorhet zelfstandig vervoeren van goederen;Van belang is dus niet alleen dat het ooit bestemd was voorslepen of duwen, maar dat het ook als zodanig wordtgebruikt. NB. Helaas zitten we hierbij in dezelfde discussie diemomenteel gevoerd wordt over het slepen van kleineschepen. Deze discussie is juridisch nog niet opgelost.

Discussiepunt: moeten nu alle eigenaren van sleepboten enopduwers een Verklaring namens de Minister aan gaanvragen om te voorkomen dat ze een Inland AIS verplichtaan boord moeten hebben? Zelfs als de opduwer 4 meterlang is?Discussiepunt: In Nederland varen nog enkele combinatiesmet opduwer teneinde dit oude nautische ambacht in standte houden. Moeten deze opduwers voorzien zijn van eenInland AIS ongeacht hun lengte? Ook als deze opduwerslechts 4 meter lang is? En als de duwboot en schip langerdan 20 meter voortduwt, moet dan de opduwer voldoen aanalle eisen voor duwboten? Dat is voor de kleine opduwersvrijwel onmogelijk…

Product lengte, breedte en diepgang groter dan 100 m3Het is voor pleziervaartuigen korter dan 20 meter vanbelang om vast te stellen wat het product is van hun schipvan de lengte, breedte en diepgang. Daarbij zijn dus dedefinities van belang.

Definities Binnenvaartbesluitlengte: grootste lengte van de scheepsromp in meters, hetroer en de boegspriet niet inbegrepen;breedte: de grootste breedte van de scheepsromp in meters,gemeten op de buitenkant van de huidbeplating;diepgang: de verticale afstand in meters tussen het laagstepunt van de scheepsromp, zonder de kiel of andereuitstekende delen, en het vlak van de grootste inzinking vande scheepsromp in meters.

Welke diepgang?De definitie van de diepgang is verschillend in deBinnenvaartwet, het Binnenvaartbesluit en het ROSR. Dat maakt het moeilijk om de juiste te kiezen en geeft

Info 20M nummer 86 blz. 15

Page 16: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

gronden voor juridische meningsverschillen. Ik ga uit vande diepgang zoals vastgelegd in het Binnenvaartbesluitwaarbij het schroefraam, de kielbalk etc. niet wordtmeegenomen. Zie tekening blz. 6.

Afronden van lengte, breedte en diepgang met eenrekenvoorbeeldAlhoewel de Binnenvaartwet, het Binnenvaartbesluit etc.niets zeggen over hoeveel cijfers achter de komma delengte, breedte en diepgang moet worden geinterpreteerd,kunnen we in de Binnenvaartregeling wel terugvinden datbij de meetbrief de lengte en breedte op centimeters wordtafgerond (bijv. lengte 18,43 m en breedte 4,85 m). Bij hoogten (en dus ook bij diepgangen?) wordt ook opmillimeters in aanmerking genomen (bijv. diepgang 1,235 m).In dit voorbeeld wordt het product van de lengte, breedte endiepgang 18,43 x 4,85 x 1,235 = 110,391 m3. Dit voorbeeldschip heeft dus een product dat groter is dan100 m3. Dat zou dus betekenen dat het schip na 31 december 2018 voorzien moet zijn van een certificaatvan onderzoek (rijnvaart) of een communitair binnenvaartcertificaat voor binnenschepen (binnenvaartwet). Maar datis niet het enige: sinds 1 januari 2016 moet dit schip ookvoorzien zijn van een Inland AIS. Alleen wordt daar in deoverheidscommunicatie geen enkele aandacht aanbesteedt…

Discussiepunt: moeten pleziervaartuigen waarvan hetproduct van lengte, breedte en diepgang groter is dan 100m3, nu al voorzien zijn van een Inland AIS? (JB)

Bouwbesluit en varend erfgoed

Het woonschepencomité Groningen meldt het volgende:

Vrijdag 25 maart 2016 is het definitieve wetsvoorstelbekend gemaakt waarin de nieuwe voorschriften voorwoonboten zijn vastgelegd. Belangrijke informatie vooriedereen die op een woonboot woont of wil gaan wonen.

We hebben de wetstekst en de toelichting grondigbestudeerd en komen tot de conclusie dat de nieuwe wetkansen biedt maar ook veel vragen oproept, in Groningenbijvoorbeeld vooral over de status van de Noorderhaven alsvrijhaven.

In het wetsvoorstel wordt een belangrijk onderscheidgemaakt tussen varende en niet-varende woonboten.Het WCG heeft de belangrijkste conclusies en gevolgen opde volgende webpagina gepubliceerd:http://www.woonschepencomite-groningen.nl/index.php/Wet_verduidelijking_voorschriften_woonboten.

Hier is ook de volledige wetstekst met toelichting te vinden.Hieronder enkele stukjes tekst van de website:

Hoofdpunten bestaande woonboten - Het wetsvoorstel maakt onderscheid tussen varende enniet-varende woonboten. - Niet-varende woonboten (watervilla's, woonarken,

scharken) worden aangeduid als bouwwerk en hebbendaarom een omgevingsvergunning nodig, anders zijn hetillegale bouwwerken. - Varende woonboten worden omschreven als schepengebruikt voor verblijf en "bestemd en gebruikt voor devaart". Deze schepen worden niet aangeduid als bouwwerk.Ze worden vrijgesteld van het Bouwbesluit maar niet vande omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning gaatover meer aspecten dan bouwen alleen. - Alle legale, niet-gedoogde woonboten krijgen automatischeen omgevingsvergunning. - De ligplaatsvergunning wordt gelijkgesteld met deomgevingsvergunning. - De voorwaarden voor de ligplaatsvergunning blijven vankracht en gelden ook voor de omgevingsvergunning. - Schepen die geen ligplaatsvergunning of -ontheffing nodighadden (zoals in de Noorderhaven) worden gelijkgesteldaan bouwwerken met een omgevingsvergunning. - Indien een ligplaatsvergunning in tijd begrensd is dangeldt deze beperking ook voor de omgevingsvergunning. - Er wordt gestreefd om de wet per 1 januari 2017 in telaten gaan.

Overgangsrecht Voor bestaande woonboten met een ligplaatsvergunningverandert er niets zolang de woonboot niet vervangen wordtdoor nieuwbouw. Verbouwing of vervanging door een reedsbestaande woonboot blijft mogelijk, in principe onderdezelfde voorwaarden die nu gelden, zonder aan detechnische voorwaarden van het Bouwbesluit te hoevenvoldoen. Er zal dan een nieuwe omgevingsvergunningafgegeven moeten worden.

Varende woonbotenOm als varende woonboot aangeduid te worden zijn eenaantal beoordelingscriteria opgesteld die niet allemaaltegelijk van toepassing hoeven te zijn. De criteria lijken ruim te zijn genomen zo blijkt uit deMemorie van Toelichting (p3).

Bepalend zijn: - de vorm van het casco en het materiaalgebruik; - de bedoeling waarmee het schip oorspronkelijk is ofwordt gemaakt; - de aanwezigheid van voortstuwing of aandrijving (al dan niet indirect); - de aanwezigheid van een stuurinrichting; - de zichtlijn vanuit de stuurinrichting; of - of het schip gebruikt mag worden om mee te varen opgrond van de Binnenvaartwet

Bij het laatste criterium valt te denken aan het verplichteCertificaat van Onderzoek voor (onder andere) schepenvanaf 20 meter lengte.

Hoewel in de Memorie van Toelichting wordt verwezennaar het belang om historische schepen vrij te stellen vande eisen van het Bouwbesluit, is "historisch schip" geenvoorwaarde op zich geworden. Met de zes genoemde, niet-cumulatieve criteria ligt het voor de hand dat eengemiddeld varend woonschip wordt bedoeld. Ons inziens worden de termen "historisch" en

Info 20M nummer 86 blz. 16

Page 17: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

"beroepsmatig" bewust vermeden in debeoordelingscriteria. Verwarrend is dat op p12 van deMemorie van Toelichting sprake is van een cumulatieve eis:In de uitzondering is uitdrukkelijk gekozen voor debewoording dat het gaat om schepen die bestemd zijn voorde vaart en worden gebruikt voor de vaart, om uitdrukkingte geven aan het feit dat het gaat om schepen die kunnenvaren en daadwerkelijk varen ook al is dat slechts af en toe.Het gaat hier dus om een cumulatieve eis. Daarmee ontstaatook met betrekking tot deze schepen rechtszekerheid.

KansenDe eerste indruk is dat het wetsvoorstel zeker een aantalkansen biedt: - de rechtszekerheid van waterbewoners kan wordenverbeterd. - de gemeente kan eindelijk gaan ingrijpen bij onveiligesituaties op kamerverhuurboten. - voor nieuw aan te leggen ligplaatsen kunnen betereafspraken gemaakt worden, o.a. met betrekking totwelstand.

Bron: LVBHB en Woonschepen comité Groningen

Nieuwe tweetakt motoren mogen wel in Amsterdam

Waternet, de controlerende instantie op de Amsterdamsegrachten, wil niet langer na 1 januari 2017 alle tweetaktsvan het water bannen. Moderne tweetaktmotoren mogennog wel door de grachten.

Bombardier, met haar merk Evinrude de belangrijksteproducent van moderne tweetakt buitenboordmotoren, hadprotest aangetekend tegen de aangekondigde maatregel.Oorspronkelijk zouden volgend jaar om milieuredenen alletweetakt buitenboordmotoren van de Amsterdamse grachtenworden verbannen. Op het protest van Bombardier stuurdeWaternet de volgende reactie:

"In de uitwerking van het verbod op 2 takt motoren zal denorm 2003/44/EG als uitgangspunt gaan gelden waaraanmotoren moeten voldoen. De nieuwe generatie 2 taktmotoren met directe injectie van benzine zijn veel schoneren voldoen aan de Norm van 2003/44/EC. Zover bij onsbekend is uw firma multinational Bombardier RecreationalProducts (BRP) op dit moment de enige producent van 2takt motoren met directe benzine inspuiting die voldoet aande norm van 2003/44/EC."

De nuancering van de regelgeving zal overigens de stormvan protest tegen de milieumaatregel niet doenverstommen. Duizenden bootbezitters met tweetaktmotoren worden de dupe van deze maatregel. Inmiddels zijn er voorgenomen kortingsvoorstellen vanviertakt buitenboordmotoren dealers voor bezitters van eenoude tweetaktmotor aangekondigd.

Bron: Scheepspost

Register Varend Erfgoed Nederland nieuws voorjaar2016

Het afgelopen kwartaal werden op het Bureau van hetRegister Varend Erfgoed Nederland ruim 210 mutatiesverwerkt, voornamelijk verlengingen van de registratie,maar ook zo'n 30 nieuwe inschrijvingen. Dat is een mooiaantal, doch op basis van het feit dat het RVEN in 2015 despil werd bij de belangenbehartiging van het VarendErfgoed in Nederland is dit nog lang niet voldoende.

Het Register is er voor alle schepen die voldoen aan devolgende toelatingseisen:- De aanmelding betreft een schip oorspronkelijk

ontworpen en gebouwd om mee te varen.- Het schip is meer dan 50 jaar geleden te water gelaten- Het heeft ligplaats in Nederland of vaart onder

Nederlandse vlag- Het scheepstype was meer dan vijftig jaar geleden

beeldbepalend op de Nederlandse wateren of was typerendbinnen de ontwikkeling van de Nederlandse scheepsbouw.

Het gaat dus niet alleen om recreatief gebruikte schepen,maar om alle historische schepen in Nederland, die in hetregister passen.

Daarnaast is het zo geregeld, dat de Federatie het registerfaciliteert, doch dat de beoordeling gebeurt doordeskundigen uit de verschillende Behoudsorganisaties. Om duidelijk te maken bij welke organisatie welk typeschip wordt behandeld is onderstaande lijst opgemaakt.

BASM = Stoomvaartuigen, Opduwers, (ex)Overheids- c.q.dienstvaartuigen, SleepbotenHHB / LVBHB = Bedrijfsvaartuigen, die buiten de eldersgenoemde categorieën vallen.NVBZ = Zeil- en Roei wherriesNVORG = Redding vaartuigenSBH = Hoogaarsen en andere specifieke Zeeuwsezeilschepen.SKZ = KottersSLW = akkerschuiten en strekers SSRP = Rond- en Platbodem(zeil)jachten.VBB = Botters en andere Zuiderzee visserij schepen.VBOG = (Historische) MotorjachtenVBZ = Zalmschouwen en andere riviervisserij schepenVDMS = Motorsleepboten en opduwersVKSJ = (Klassieke) Scherpe jachten

Al deze beroepsorganisatie hebben de contactpersonenvermeld staan op de site van de FVEN,http://www.fven.nl/rven-procedure/.

Geef uw schip de registratie die het verdient en word lidvan de Behoudsorganisatie, die de belangen van uw typeschip vertegenwoordigt. Ook in het nieuw gestarte kwartaalkan het bureau weer zo'n 250 mutaties en aanmeldingenverwerken, dus schroom niet neem contact op met hetRegister, dat kan ook op email [email protected]

Bron: Scheepspost

Info 20M nummer 86 blz. 17

Page 18: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

Scheepvaart in de Nationale OnderzoeksagendaArcheologie

De Nationale Onderzoeksagenda Archeologie versie 2.0 isvoorjaar 2016 gepubliceerd. Hierin staan de belangrijkstebovenregionale onderzoeksvragen voor de archeologie.Deze vragen geven inzicht in de kansen die er liggen om dekennis te ontwikkelen. Aan de hand van de vragen kunnenbeleidsmedewerkers keuzes maken op het gebied van dearcheologie, ruimtelijke ordening en voor het opstellen vaneigen onderzoeksagenda's. De onderzoeksagenda is tedownloaden via http://archeologieinnederland.nl/node/531.

De volgende scheepvaart gerelateerde vragen staan in deonderzoeksagenda (april 2016):11. Hoe verliep de ontwikkeling van de houtenscheepsbouw (materiaalgebruik, technologie, innovatie,typologie)?12. Waar worden uiteenlopende typen scheepswrakkenaangetroffen, en hoe kan de aanwezigheid van wrakkenworden verklaard?34. Wat is de aard, ouderdom, ligging, functie ensamenhang van structuren die samenhangen metwaterbeheer?65. Welke rol speelde scheepvaart in de militaire enhandelsinfrastructuur tijdens de Romeinse tijd?68. Waar en hoe zijn scheepsresten hergebruikt?69. Welke infrastructurele en sociaaleconomische rolspeelden waterwegen en de scheepvaart?70. Waar, hoe en wanneer vonden aanpassingen plaats aande waterinfrastructuur?86. Hoe en wanneer zijn rivier- en zeedijken gebouwd enaan gepast?96. Wat was het effect van de toegang tot (bevaarbaar)water op de ontwikkeling van nederzettingen/steden?97. Welke invloed hadden havensteden op hun achterland?99. Wat zeggen materiële bronnen over het functionerenvan de midden- en lange afstandshandel in de tijd van deHanze?102. Hoe heeft de visvangst zich technologisch eneconomisch ontwikkeld? (JB)

Nederland gaat cultureel erfgoed onder waterbeschermen

Nederland gaat cultureel erfgoed onder water beschermendoor het internationale UNESCO-verdrag voor het behoudvan erfgoed onder water te bekrachtigen. Minister JetBussemaker (OCW) en minister Bert Koenders (BZ)hebben vandaag bekend gemaakt dat ze de intentie hebbenom toe te treden tot het verdrag. Deze conventie verbetertde bescherming van onderwatererfgoed wereldwijd doorinternationale samenwerking.Minister Bussemaker: 'Wrakken, historische landschappenen andere archeologische vindplaatsen zijn tijdcapsules,tastbare bewijzen van ons verleden. Ze leveren ons veelinformatie op, die we niet altijd uit schriftelijke bronnenkunnen halen. Daarom willen we dit uniekeonderwatererfgoed behouden, onderzoeken, maar vooralook goed overdragen aan volgende generaties, zodat zij deverhalen kunnen vertellen en historische verbindingenkunnen leggen met het verleden.'

Hoge urgentieDe urgentie om op internationaal niveau cultureel erfgoedonder water beter te beschermen is hoog. Door technologische ontwikkelingen kunnen de veelaleeuwenlang ongeschonden gebleven plekken onder waternu eenvoudiger bereikt worden. Dit biedt kansen om steedsmeer te ontdekken, te leren en te genieten van wat er onderwater te zien is, maar heeft ook tot gevolg dat bergers enschatgravers wrakken kunnen plunderen en vernielen.Niet alleen schenden zij daarmee de locaties die een schataan archeologische informatie bevatten, maar ookzeemansgraven worden daarmee bedreigd.

De zeemansgraven die ouder zijn dan 100 jaar vallenbinnen het bereik van het UNESCO-verdrag en met debekrachtiging kan Nederland ook met betrekking tot ditcultureel erfgoed nadere stappen zetten om de beschermingte verbeteren. Als maritiem land bij uitstek onderschrijftNederland het belang van wereldwijde bescherming vancultureel erfgoed onder water.

Wereldwijde beschermingUNESCO heeft zes cultuurconventies, waarin wereldwijdeafspraken over de beschermingen van erfgoed zijnvastgelegd. Nederland is al tot vijf van de zes conventiestoegetreden, zoals tot de conventie over werelderfgoed ende conventie over immaterieel erfgoed. Door de conventieover onderwatererfgoed te bekrachtigen, neemt Nederlandpositie in om samen met de internationale gemeenschap heterfgoed onder water wereldwijd te beschermen. Het verdrag is in 2001 door Unesco opgesteld en op ditmoment door 55 landen geratificeerd.

Bron: Rijksoverheid

Kleurhistorisch onderzoek krijgt eenuitvoeringsrichtlijn

Voor kleurhistorisch onderzoek aan objecten, gebouwen enensembles is een uitvoeringsrichtlijn opgesteld.Opdrachtgevers en andere betrokkenen krijgen nu veelmeer inzicht in wat een kleuronderzoek betekent, welkeomvang nuttig is en hoe dit kan bijdragen aan hetonderhoud of restauratie van bijvoorbeeld object of woning.

Kleurhistorisch onderzoek wordt uitgevoerd om dehistorische kleuren van een object, gebouw of bijvoorbeeldeen woonwijk te achterhalen. 'Met dit onderzoek kan degeschiedenis van de kleurige afwerking wordenvastgesteld', licht Ruth Jongsma, de auteur van de richtlijn,toe. 'Daardoor kunnen we de verschillende bouw- enarchitectuurstijlen beter begrijpen en bijvoorbeeld deopdrachtgever of eigenaar laten zien hoe hetoorspronkelijke ontwerp bedoeld was. Vaak zie je dat deoriginele schoonheid van het ontwerp versluierd is geraaktdoor latere veranderingen'.

Stroomlijnen onderzoekDe objecten of gebouwen waarop kleuronderzoekplaatsvinden zijn zeer divers. Het varieert van gevels vanfabrieken of boerderijen, van complexe bouwkundigeensembles zoals tuindorpen, via lantaarnpalen in de

Info 20M nummer 86 blz. 18

Page 19: Info20m nummer 86 - XS4ALL Klantenservice 20m/info_20m-86.pdfbetere examenvragen. En door goede afspraken te maken met uitgevers over het invoeren van wijzigingen in de leerstof, zodat

openbare ruimten tot stijlkamers en winkelinterieurs.'Maar', constateert Ruth Jongsma, 'ook de gehanteerdemethoden voor een kleuronderzoek blijken in de praktijkheel verschillend'. Hoeveel verfmonsters heb jebijvoorbeeld nodig voor een onderzoek? En hoe omvattendis zo'n onderzoek - soms is alleen een inventarisatievoldoende. Zoveel verschillende invalshoeken zorgen ookvoor onduidelijkheid wat een kleurhistorisch onderzoek nueigenlijk is en waar je het voor doet. Daarom hebben wegeprobeerd om meer te stroomlijnen, door in eenuitvoeringsrichtlijn vier typen onderzoek te omschrijven,meer eenheid in aanpak en begrippen te brengen en eisenaan de rapportage te stellen.

'Hiermee is niet alleen de opdrachtgever gediend', aldusRuth Jongsma, 'maar ook monumententoezicht van degemeente en de beroepsgroep van kleuronderzoekers'.Opdrachtgevers en monumententoezicht krijgen nu veelmeer inzicht in wat een kleuronderzoek betekent, welkeomvang nuttig is en hoe dit kan bijdragen aan hetonderhoud of restauratie van bijvoorbeeld een object of eenwoning. En kleuronderzoekers hebben een duidelijker kadervoor hun werk.

Vier typen kleurhistorisch onderzoekIn de uitvoeringsrichtlijn worden vier typen onderzoekonderscheiden, die variëren in diepgang: eenkleurhistorische inventarisatie, een kleurhistorischeverkenning, een specialistisch kleurhistorisch onderzoek eneen integraal afwerkingsonderzoek. Besproken worden deverschillende stappen in het onderzoek en wat in derapportage van een kleurhistorisch onderzoek opgenomenmoet zijn. Ook komen de eisen aan de manier van (samen-)werken aan de orde en welke informatie het planvan onderzoek moet bevatten.

De uitvoeringsrichtlijn biedt het handvat voor het uitvoerenvan deze vier typen onderzoek. De inhoud is afgestemd opandere uitvoeringsrichtlijnen en de richtlijn Bouwhistorie.

Reageren op de ontwerp-uitvoeringsrichtlijn?ERM is benieuwd naar uw mening, tips en wensen. U kunttot 10 mei 2016 reageren op de ontwerp-uitvoeringsrichtlijnKleurhistorisch onderzoek door een mail te sturen [email protected].

Op kleurhistorisch onderzoek zijn de volgende documentenvan toepassing: - Uitvoeringsrichtlijn Kleurhistorisch onderzoek (URL2004)- Beoordelingsrichtlijn Erkend Monumenten Adviesbureau(EMA) (BRL ERM 2000)

Te downloaden viahttp://www.stichtingerm.nl/richtlijnen/kleurhistorisch-onderzoek.

Bron: Stichting Erkende RestauratiekwaliteitMonumentenzorg

2018 Europees Jaar van Cultureel Erfgoed

Een Europees Jaar van het Culturele Erfgoed moet eenimpuls geven aan de identiteit van het 'nieuwe' Europa.

Het Europese parlement zal 2018 wellicht uitroepen totEuropees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Dat heeft TiborNavracsics, de Europese commissaris voor Onderwijs,Cultuur, Jongeren en Sport eind april 2016 bekend gemaaktop het tweejaarlijks Europese Culturele Forum in Brussel. Navracsics bevestigde dat de Europese Commissie daarovereen voorstel heeft voorbereid voor de Europese Raad en hetEuropese parlement.

Het Europarlementslid Silvia Costa, de voorzitster van hetComité voor Cultuur en Onderwijs van het Europeseparlement, onderstreepte van haar kant het belang van zo'nEuropese jaar voor het Cultureel Erfgoed. Cultuur encultureel erfgoed zijn essentieel om het nieuwe Europa eenziel en een identiteit te geven.

In de marge van het forum werd aangekondigd dat van 22 tot 27 mei een Europees congres over het erfgoed zalplaatsvinden in de Spaanse hoofdstad Madrid.

Bron: Scheepspost

Info 20M nummer 86 blz. 19JB