‘Infectiegevaar op kinder- en zorgboerderij’

1
nr. 9 september 2013 • Skipr 45 Na de brand I Foto: Anpfoto Hygiëne • Besmetting • Protocollen Wat: infectierisico’s Bij wie: bezoekers van kinder- en zorgboerderijen Wanneer: onderzocht in 2012 Geleerde les: verbeter richtlijnen en opleidingen De feiten ‘Infectiegevaar op kinder- en zorgboerderij’ In 2012 onderzoekt de Geneeskundige en Gezondheids- dienst (GGD) in Amsterdam de hygiëne en infectiepre- ventie op acht kinder- en acht zorgboerderijen. Geen enkele kinderboerderij blijkt aan de hygiënerichtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) te voldoen. Wat vooral ontbreekt, zijn wetten en regels voor kinder- boerderijen. Ook hebben de medewerkers weinig kennis van zoönosen, ziekten die van dier op mens kunnen wor- den overgedragen. Wel scoren kinderboerderijen met een keurmerk beter dan andere boerderijen. Dit geldt ook voor de zorgboerderijen. Duidelijk is dat zorgboer- derijen zonder keurmerk en aansluiting bij de branche- vereniging en zonder goed opgeleide medewerkers het slechtst scoren. De GGD komt op grond van het onderzoek tot een reeks aanbevelingen. De dienst stelt onder meer dat het LCHV zijn hygiënerichtlijnen voor publieksvoorzieningen moet aanpassen. Daarnaast is het hoog tijd om de hygiënesta- tus van alle kinderboerderijen in Nederland in kaart te brengen, zodat duideliijk is op welke kinderboerderijen zoönosen kunnen worden overgedragen. Verder is er het een en ander in de opleiding van medewerkers te verbe- teren en beveelt de GGD aan één praktisch keurmerk te ontwikkelen. Specifiek voor zorgboerderijen adviseert de GGD de on- derdelen voedselveiligheid en HACCP in het kwaliteits- systeem van de Federatie Landbouw en Zorg (FL&Z) uit te werken. Vervolgens moeten zorgboerderijen worden gestimuleerd zich bij de FL&Z aan te sluiten. Ook voor medewerkers van zorgboerderijen is een relevante oplei- ding noodzakelijk. Tussen de oren “We hebben het onderzoek met de stadsdelen bespro- ken, maar dat heeft nog niet veel vervolgcontacten opge- leverd”, zegt Martin Hommenga, woordvoerder van de GGD in Amsterdam. “We proberen het tussen de oren te krijgen, maar het is aan de stadsdelen om verder te han- delen. Wel doen we naar aanleiding van het onderzoek risico-inventarisaties op kinderboerderijen in stadsdeel Noord en in Diemen. Daar geven we ook adviezen over hoe er de hygiëne te verbeteren is. Maar we zouden dit uitgebreider willen doen. Bij signalen van ernstige mis- standen grijpen we natuurlijk in, maar verder kunnen we kinder- en zorgboerderijen niet verplichten zich aan protocollen te houden. Het enige is dat boerderijen die zich bij landelijke brancheverenigingen hebben aange- sloten, aan bepaalde kwaliteitseisen moeten voldoen. We blijven er in ieder geval mee bezig.” Kinderen, verstandelijk gehandicapten en ouderen nemen het niet altijd even nauw met de hygiëne. En lopen dus bij een bezoek aan een kinder- of zorgboerderij het risico op een besmetting met salmonellose of Q-koorts. Door Peter van Steen Foto: Anpfoto

Transcript of ‘Infectiegevaar op kinder- en zorgboerderij’

nr. 9 • september 2013 • Skipr 45

Na de brand

I

Foto

: Anp

foto

Hygiëne • Besmetting • Protocollen

Wat: infectierisico’s

Bij wie: bezoekers van kinder-

en zorgboerderijen

Wanneer: onderzocht in 2012

Geleerde les: verbeter richtlijnen

en opleidingen

De feiten

‘Infectiegevaar op kinder- en zorgboerderij’

In 2012 onderzoekt de Geneeskundige en Gezondheids-dienst (GGD) in Amsterdam de hygiëne en infectiepre-ventie op acht kinder- en acht zorgboerderijen. Geen enkele kinderboerderij blijkt aan de hygiënerichtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) te voldoen. Wat vooral ontbreekt, zijn wetten en regels voor kinder-boerderijen. Ook hebben de medewerkers weinig kennis van zoönosen, ziekten die van dier op mens kunnen wor-den overgedragen. Wel scoren kinderboerderijen met een keurmerk beter dan andere boerderijen. Dit geldt ook voor de zorgboerderijen. Duidelijk is dat zorgboer-derijen zonder keurmerk en aansluiting bij de branche-vereniging en zonder goed opgeleide medewerkers het slechtst scoren. De GGD komt op grond van het onderzoek tot een reeks aanbevelingen. De dienst stelt onder meer dat het LCHV zijn hygiënerichtlijnen voor publieksvoorzieningen moet aanpassen. Daarnaast is het hoog tijd om de hygiënesta-tus van alle kinderboerderijen in Nederland in kaart te brengen, zodat duideliijk is op welke kinderboerderijen zoönosen kunnen worden overgedragen. Verder is er het een en ander in de opleiding van medewerkers te verbe-teren en beveelt de GGD aan één praktisch keurmerk te ontwikkelen.

Specifi ek voor zorgboerderijen adviseert de GGD de on-derdelen voedselveiligheid en HACCP in het kwaliteits-systeem van de Federatie Landbouw en Zorg (FL&Z) uit te werken. Vervolgens moeten zorgboerderijen worden gestimuleerd zich bij de FL&Z aan te sluiten. Ook voor medewerkers van zorgboerderijen is een relevante oplei-ding noodzakelijk.

Tussen de oren“We hebben het onderzoek met de stadsdelen bespro-ken, maar dat heeft nog niet veel vervolgcontacten opge-leverd”, zegt Martin Hommenga, woordvoerder van de GGD in Amsterdam. “We proberen het tussen de oren te krijgen, maar het is aan de stadsdelen om verder te han-delen. Wel doen we naar aanleiding van het onderzoek risico-inventarisaties op kinderboerderijen in stadsdeel Noord en in Diemen. Daar geven we ook adviezen over hoe er de hygiëne te verbeteren is. Maar we zouden dit uitgebreider willen doen. Bij signalen van ernstige mis-standen grijpen we natuurlijk in, maar verder kunnen we kinder- en zorgboerderijen niet verplichten zich aan protocollen te houden. Het enige is dat boerderijen die zich bij landelijke brancheverenigingen hebben aange-sloten, aan bepaalde kwaliteitseisen moeten voldoen. We blijven er in ieder geval mee bezig.”

Kinderen, verstandelijk gehandicapten en ouderen nemen het niet altijd even nauw met de hygiëne. En lopen dus bij een bezoek aan een kinder- of zorgboerderij het risico op een besmetting met salmonellose of Q-koorts.Door Peter van Steen

Foto

: Anp

foto