Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als...

16
Samenvatting Algemene Economie P3 Week 1: --------------------------------------------------------------------------- ------------------------ Onderwerpen: Wat is macro-economie De huidige economische crisis verklaard Conjunctuur en onderneming Literatuur: Hoofdstuk 9 Conjunctuur en groei –(vraag & aanbod) Niet: 9.5 Paragraaf 7.5 De economische kringloop --------------------------------------------------------------------------- ------------------------ Hoofdstuk 9: Bruto binnenlands product : is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). Meestal wordt met dit begrip het bruto binnenlands product tegen marktprijzen bedoeld (bron wikipedia). Reële waarde van het binnenlands product per inwoner (reëel nationaal inkomen per inwoner): Het nominale nationaal inkomen (BBP) gecorrigeerd voor geldontwaardiging en gedeeld oor het aantal inwoners. Nationale productie = nationaal product = Toegevoegde waarde: Toegevoegde waarde is alles wat we produceren in Nederland. Nationaal product: via toegevoegde waarde ( waarde van het product op de markt – verbruik wat nodig was van het product) Nationaal inkomen: Alle productiefactoren samen ( pacht, salaris, winst, intrest) Trend: de over een reeks van jaren gemiddelde groei van de productie. Conjunctuurgolf: verandering van het groeipercentage van de economie of productie op korte termijn. Deze groeipercentages volgen een golvend patroon, doordat de bestedingen toe- en afnemen in de tijd. Laagconjunctuur: Als de groei lager is als de trend. Recessie: Wanneer gedurende twee kwartalen achtereen de nationale productie terugloopt. Depressie: Daalt de productie gedurende nog een langere periode. Herstel: dan komt de economie weer opgang.

Transcript of Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als...

Page 1: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Samenvatting Algemene Economie P3

Week 1: ---------------------------------------------------------------------------------------------------

Onderwerpen: Wat is macro-economie De huidige economische crisis verklaard Conjunctuur en onderneming

Literatuur: Hoofdstuk 9 Conjunctuur en groei –(vraag & aanbod) Niet: 9.5 Paragraaf 7.5 De economische kringloop

---------------------------------------------------------------------------------------------------Hoofdstuk 9:Bruto binnenlands product: is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). Meestal wordt met dit begrip het bruto binnenlands product tegen marktprijzen bedoeld (bron wikipedia).

Reële waarde van het binnenlands product per inwoner (reëel nationaal inkomen per inwoner): Het nominale nationaal inkomen (BBP) gecorrigeerd voor geldontwaardiging en gedeeld oor het aantal inwoners.

Nationale productie = nationaal product = Toegevoegde waarde:Toegevoegde waarde is alles wat we produceren in Nederland.Nationaal product: via toegevoegde waarde ( waarde van het product op de markt – verbruik wat nodig was van het product)Nationaal inkomen: Alle productiefactoren samen ( pacht, salaris, winst, intrest)

Trend: de over een reeks van jaren gemiddelde groei van de productie.Conjunctuurgolf: verandering van het groeipercentage van de economie of productie op korte termijn. Deze groeipercentages volgen een golvend patroon, doordat de bestedingen toe- en afnemen in de tijd.Laagconjunctuur: Als de groei lager is als de trend.Recessie: Wanneer gedurende twee kwartalen achtereen de nationale productie terugloopt.Depressie:Daalt de productie gedurende nog een langere periode. Herstel: dan komt de economie weer opgang. Hoogconjunctuur: Dan ligt de groei van de productie boven de trend. Een versnelde groei kan echter leidde tot overspanning doordat de vraag het aanbod overtreft. De vraag neemt dan sneller toe dan het door de productiecapaciteit bepaalde aanbod kan verwerken. Crisis: omslagpunt van hoogconjunctuur naar neergang.

Niet alle landen/bedrijfstakken bevinden zich in de zelfde conjunctuurfase. Cyclische sectoren: zijn bedrijfstakken/sectoren die meer dan evenredig op de conjunctuurbeweging reageren. Zowel bij herstel als neergang lopen deze bedrijven voorop. Chemische industrie, papier- en grafische industrie en de basismetaal industrie.

Als het over de conjunctuurgolf gaat, wordt meestal de Junglar-golf gebruikt. Deze duurt 7 tot 11 jaar (van top tot top en van dal tot dal).

Page 2: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Veranderingen in de conjunctuur kunnen worden verklaard uit veranderingen in de bestedingen. Het consumentenvertrouwen is belangrijk, als de consument vertrouwen verliest in de economie en gaat wachten op betere tijden, blijven de bestedingen achterwege. Het consumentenvertrouwen daalt als ze onzeker worden over hun baan en onzekerheid over de economie.

Een opgaande economie beïnvloed de omzet positief. Voor zover de gestegen Osten niet kunnen worden goedgemaakt door een verbetering van de productiviteit ( bij gestegen loonkosten bijv.) of kunnen worden doorberekend aan de afnemers, tasten ze de winstmarge aan. Als de productie groter word dan de productiecapaciteit lopen de kosten op. Als deze niet kunnen worden doorberekend betekend dat de winstmarge afneemt.

Een neergaande conjunctuur beïnvloedt de omzet negatief. Efficiëntere productie en lagere inkoopprijzen moeten helpen het ondernemingsresultaat te herstellen.

Verklaring van de productiegroei ( groei van het bbp). Het bbp schommelt met de conjunctuur maar de onderliggende trend is dat het bbp toeneemt. En dit al eeuwen lang. Hiervoor zijn drie groeifactoren:

Niet-economische factoren ;Is de cultuur en de manier waarop de maatschappij is ingericht. Sterke motivatie en wil om te werken.

Vraagfactoren; Er moeten natuurlijk voldoende vraag naar goederen zijn om producenten ertoe te brengen hun aanbod uit te breiden.

Aanbodfactoren; De uitbreiding van de productiecapaciteit kan worden veroorzaakt door de grotere ingezette productiefactoren, door de veretering van de kwaliteit van de productiefactoren en door een beter organisatie van de samenwerking tussen deze factoren.

Productiegroei door: Uitbreiding van kapitaalgoederenvoorraad -> door investeringen Verbetering van de kwaliteit van de kapitaalgoederen ->ontwikkelingen in nieuwe

techniek Kwaliteitsverbetering van arbeid -> door scholing Een doelmatigere organisatie

Investeringen hebben twee effecten: Capaciteitseffect ; Nadat de kapitaalgoederen zijn geïnstalleerd vergroot dit de

capaciteit. Kapitaalgoederen zijn machines, fabrieken, , kantoren, wegen, etc. Bestedingseffect ; investeringen zorgen tijdelijk voor meer productie,

werkgelegenheid en inkomen bij de producenten

Het ligt aan de soort investering of de kapitaalgoederenvoorraad daardoor ook aan kwaliteit wint.

Breedte-investeringen ; zijn investeringen in dezelfde machines. De kwaliteit blijft het zelfde.

Diepte investeringen ; zijn investering in andere machines met een hogere kwaliteit. Hierdoor hoeven voor dezelfde hoeveelheid productie minder mensen te werken. Je kunt zeggen dat de arbeidsproductiviteit is toegenomen.

Arbeidsproductiviteit: de hoeveelheid producten per persoon per tijdseenheid. Scholing; zorgt voor verbetering van de kwaliteit van de arbeid. Eenmaal opgedane kennis veroudert snel zodat regelmatig, en in de toekomst zelfs permanent, bijscholing nodig is. Ontwikkeling van techniek;Ontwikkelen en verbeteren van nieuwe producten en productie manieren. Verbetering van bestaande producten of ontwikkelen van nieuwe. Creatieve destruction;Een proces waarbij het creëren van nieuwe goederen en productiemethoden leidt tot het teloorgaan van oude. Innovatie; is de ontwikkeling en succesvolle introductie van nieuwe of verbeterde goederen, diensten, productie- of distributieprocessen.

Page 3: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Basisinnovatie ; stoommachine, de auto, de lopende band, het vliegtuig, etc. Verbeteringsinnovatie ; stuurbekrachtiging Schijninnovaties; tref je vooral aan waar de mode het ontstaan van steeds weer

nieuwe uiterlijke vormgeving dicteert.

Basisinnovatie heeft verstrekkende maatschappelijke gevolgen: Productinnovaties ; denk aan de invloed van de tv, mobiel, etc. Procesinnovaties ; denk aan de invloed van de lopende band; hogere

arbeidsproductiviteit, de ver doorgevoerde specialisatie die weer gevolgen had voor de opleiding, de vervreemding van de arbeider van zijn product, enzo.

Internet; via internet ontstaat een verandering van productie en distributieprocessen, waarbij vaak een rechtstreekse relatie tussen producent en klant bestaat. Zo moeten meer winkels haar producten ook online aanbieden.

Een ontwikkelde economie als de onze moet het in de internationale concurrentiestrijd hebben van kennisintensieve producten. Bij kennis denken we aan technologische kennis, kennis van logistiek en organisatie, talenkennis, kennis van markten. Research & Development:is een onmisbare bron voor het ontwikkelen van nieuwe kennis.

Productiegroei Positieve gevolgen: is dat mensen een groter pakket van goederen en diensten tot hun beschikking krijgen. Negatieve gevolgen:

Uitputting van de natuurlijke hulpbronnen De vervuiling en vernieling van het milieu

7.5 de economische kringloop

De GELDSTROMEN per actor en de onderlinge samenhang daartussen.

1. Consumptie2. Lonen3. IB (inkomstenbelasting)4. Uitkeringen5. Overheidsbestingen 6. VPB 7. Import8. Export9. Investeringen

De sector gezinnen De sector bedrijven De sector overheid De sector buitenland Het reservoir(weggelaten in het model)

Economische variabele: Conjunctuur(ontwikkeling van de vraag) : Meer vraag -> Meer afzet -> Meer winst

Meer vraag -> Meer afzet -> Meer productie -> Meer werkgelegenheid Wisselkoersen (dalen): aantrekkelijk voor buitenland -> Export stijgt – Meer winst

(stijgt): buitenland aantrekkelijk ->import stijgt – minder winst Olieprijzen (=prijzen grondstoffen) -> stijgt –duurdere kostprijs – minder winst

Page 4: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Lonen: lonen stijgen -> hogere loonkosten -> a.p.t. blijft gelijk -> hogere kostprijs -> minder winst.

Rente : Stijgt -> duurder om geld te lenen -> investeringen blijven achterwege : stijgt -> consument consumeert minder -> winsten dalen

Week 2: ---------------------------------------------------------------------------------------------------

Onderwerpen: Bestedingen Economische ontwikkeling in relatie tot bestedingen (van consumenten). Loon/prijs ontwikkeling Inflatiefactoren

Literatuur: H14 Inflatie

---------------------------------------------------------------------------------------------------14 Inflatie:Inflatie draagt bij aan een onzeker ondernemingsklimaat.Prijsinflatie; stijging van het gemiddeld prijsniveau/prijspeil. Hierdoor verminderd de koopkracht. Je hebt dan meer geld nodig om eenzelfde pakket goederen en diensten te kopen. Met het gemiddeld prijsniveau wordt bedoeld: de prijzen die de consument voor zijn producten betaalt. Maar niet alle producten leggen een even zwaar beslag op het beschikbaar budget. Om te bereken hoe prijsstijgingen de koopkracht van consumenten beïnvloeden, moet dus rekening worden gehouden met het gewicht van de verschillende uitgavenposten binnen het gezinsbudget, de wegingsfactoren. Het CBS onderzoekt het uitgavenpatroon van gezinnen met budgetonderzoeken. Bij het uitrekenen van de consumentenprijsindex(CPI) gaat het CBS in 2010 uit van het jaar 2006(referentiejaar). Vervolgens wordt het CPI berekent als een gewogen gemiddelde.

- Het consumentenprijsindex speelt een rol bij de loononderhandelingen. - Voor verschillende doelen worden ook andere prijsindexcijfers gebruikt. - Prijsindexcijfers maken het mogelijk nominale bedragen te defleren, zodat ze

beter onderling vergelijkbaar worden. Omzet Prijsindex

2007 40 miljoen=100 1002010 48 miljoen =120 108Met behulp van prijsindexcijfers kan de invloed van prijsstijgingen uit dergelijke reeksen worden verwijderd. Dit heet defleren. Index reële productie 2010: (120/108) x 100 = 111,11 ->De productiestijging bedroeg 11,11 %

Gevolgen van prijsinflatie:- Wie geld uitleent, heeft nadeel van prijsinflatie. Wie schulden maakt, heeft er

profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk hadden uitgeleend. In werkelijkheid ontvangt de kredietgever rente. Als hij weet met hoeveel procent zijn uitgeleende vermogen jaarlijks in koopkracht zal dalen, zal hij daarmee rekening houden.

- Als inflatie 3% bedraagt en de lonen met 3% stijgen zou je denken dat je er niet op achteruit gaat, maar door de toenemende belastingdruk betaal je meer belasting.

Page 5: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

De overheid houd hier mee rekening door jaarlijks de belastingtarieven aan te passen. Zonder inflatiecorrectie hebben belastingbetalers nadeel van prijsinflatie.

- Als de prijzen bij ons sneller stijgen dan bij onze buitenlandse concurrenten, verslechtert onze concurrentiepositie.

- Kostenstijgingen (door inflatie) kunnen, als gevolg van internationale concurrentie, vaak niet volledig worden doorberekend in de verkoopprijzen.

- Het moeilijk voorspelbare beloop van de prijsinflatie vergroot de risico’s voor ondernemers, waardoor investeringen achterwege kunnen blijven.

- Door te calculeren op basis van de vervangingswaarde wordt het rapporteren van schijnwinsten vermeden. De Nederlandse belastingwetgeving staat dit niet toe. Wel zijn er veel andere manieren waarop de fiscus de ondernemer in dit opzicht tegemoetkomt. Denk hier bij aan het lifo systeem

Prijsdeflatie; daling van het gemiddeld prijsniveau/prijspeil.Nadelig:

- Voor mensen met geleend geld. De reële waarde daalt. Hier hebben vooral ondernemers last van als ze grotere bedragen lenen. Dit gebeurde in Japan.

- Consumenten stellen bestedingen uit ; rem op de economische groei

Oorzaken van prijsinflatie:- Door overbesteding ontstaat er bestedingsinflatie; vraag wordt groter dan de

productiecapaciteit waardoor spanningen ontstaan.- Loonkosteninflatie : Als de lonen sneller stijgen dan de loonruimte toelaat.

Loonruimte is de som van arbeidsproductiviteitsstijging en prijsstijging. Door concurrentie kunnen de winstmarges onder druk komen.

- Loon-prijsspiraal : Voordurend proberen werkgevers en werknemers de lasten op elkaars schouders af te wentelen.

- Kosteninflatie : loonkosten inflatie en geïmporteerde inflatie: Stijging van de wereldmarktprijzen van energie en andere grondstoffen. Hierdoor ontstaan hogere kosten en deze verwerken we in ons prijspeil. De openheid van de Nederlandse economie maakt ons erg gevoelig voor deze vorm van inflatie. De kostprijs in Nederland wordt ongeveer voor de helft bepaald door de invoerprijzen. Echter kan de overheid ook zorgen voor hogere kosten door belastingtarieven en milieuheffingen.

- Inflatieverwachtingen : Door verwachte inflatie kunnen werknemers hoger lonen eisen en werkgevers kunnen alvast hogere prijzen voor producten vragen.

Stagflatie; de combinatie van oplopende werkloosheid en prijsinflatie.

Inflatiebestrijding:- Restrictieve begrotingspolitiek ; hiermee bestrijd men de bestedingsinflatie. De

overheid beperkt dan de besteding door belastingen te verhogen voor gezinnen en bedrijven.

- Krapgeldpolitiek ; Lenen duurder maken. Als krediet moeilijker verkrijgbaar en duurder wordt, zullen gezinnen en ondernemingen minder lenen en dus ook minder besteden. Echter wordt de vraag naar de munt hierdoor groter en stijgt de muntkoers. Hierdoor minder aantrekkelijke export wat ongunstig is voor NL. Dit mag de NCB nu niet meer beslissen maar voert de ECB het monetair beleid.

- Loon- prijsstops ; bestrijden wel de symptomen alleen de symptomen maar niet de oorzaak. Het kan wel nut hebben bij het bestrijden van de loon-prijsspiraal.

- Koersstijging ; Als het buitenland medeschuldig is aan onze overbesteding moet de export verminderd worden. Met een koersstijging van de euro kan de ECB de buitenlandse vraag naar Europese producten verminderen.

- Harde euro ; Het streven naar een harde euro helpt bij het tegengaan van kosteninflatie. Door de euro hard te houden, dat wil zeggen dat de Europese munt in koers tijgt ten opzichte van de dollar en de yen, valt de invloed van buitenlandse kostenstijgingen af te remmen. Hierdoor wordt de import ‘goedkoper’.

- Loonmatiging ; hierdoor kan de loonkosteninflatie afgeremd worden. Vakbonden overtuigen van noodzaak van loonmatiging, ambtenarensalarissen verlagen en de

Page 6: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

loonkosten kunnen verlaagt worden door de premies voor sociale verzekeringen te verlagen. De WIG verlagen.

Week 3: ---------------------------------------------------------------------------------------------------

Onderwerpen: H 20 Collectieve sector: omvang en betekenis. H 21 Rijksoverheid H 25 Macro Economische politiek

Literatuur: De uitgaven van de overheid De relatie tussen conjuncturele ontwikkeling en overheidsbeleid Overheidsbeleid in internationale context

---------------------------------------------------------------------------------------------------H20:Private sector;Ondernemingen en gezinnenCollectieve sector; Alle instanties die dwingend belastingen en andere heffingen kunnen opleggen, zonder dat daar een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat.

Het rijk (overheid); dit zijn ministeries in Den Haag en door ministers beheerde begrotingsfondsen.

Overige centrale overheid ; universiteiten en hogescholen en verzelfstandigde rijksdiensten, zoals DUO.

De decentrale overheden ; gemeente, provincies en waterschappen. De sociale fondsen ; de fondsen met geld voor de sociale verzekeringen, de

organisaties die sociale wetten uitvoeren en de instanties die daar weer toezicht ophouden.

Ondernemingen komen vaak in aanraking met de overheid. Dit kan zijn voor vergunningen en verplichtingen (kwaliteitseisen, belastingen, sociale premies)

Overheid als klant; Defensie die gebruik maakt van haven Den Helder, wegen die worden aangelegd.

De overheid als werkgever ;Ondernemingen moeten de overheid als concurrent zien op de arbeidsmarkt.

De overheid op de kapitaalmarkt ; overheidsuitgaven en ontvangsten, overheidsschuld, begrotingssaldo en rentelasten.

De overheid als producent ; openbaar bestuur, de rechtspraak, de ruimtelijke ordening, defensie en de waterstaat. De totale waarde van de geproduceerde goederen is gelijk aan de aankopen en salarissommen van de overheid. Dit is dan ook de toegevoegde waarde van de overheidsproductie.

De overheid als herverdeler; inkomstenoverdracht, het gaat om betalingen waarbij de ontvanger van de uitkering of subsidie niet verplicht is een concrete, direct aanwijsbare tegenprestatie te leveren. Inkomstenoverdrachten zijn het belangrijkste instrument war de overheid het nationale inkomen mee herverdeelt. Ze zijn in de vormen van uitkeringen in natura en overdrachten in geld.

– Uitkeringen in natura zijn subsidies op collectief gefinancierde gezondheidszorg en het onderwijs.

– Overdrachten in geld omvatten subsidies, sociale uitkeringen aan gezinnen, financiële steun aan bedrijven en betalingen aan andere overheden in het buitenland.

Belastingen en sociale premies ; De overheid wordt voornamelijk gefinancierd door belastingen,sociale premies en kostprijsverhogende belasting (accijnzen en btw.)

Overheid en collectieve sector ;Collectieve lasten: belastingen en premies voor de sociale verzekeringen

G&G sector; ;gefinancierde instellingen, die niet op commerciële basis diensten verlenen, behoren tot de gepremieerde en gesubsidieerde sector. (Ziekenhuizen en verpleeghuizen.

Quartaire sector; Collectieve sector + G&G sectorTertiaire sector; commerciële dienstverlening (kappers en accountants)

Page 7: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Secundaire sector; industriePrimaire sector; landbouw en visserij/delfstoffenDe omvang van de collectieve sector wordt meestal gemeten door de uitgaven van de overheid en van de organisaties die de sociale verzekeringen uitvoeren uit te drukken als aandeel van het bbp. Dit levert de collectieve-uitgavenquote op.

Prijsmechanisme; vraag en aanbod(vrije markt)

Inkomsten en uitgaven van de overheid:Directe belastingen; zijn belastingen die door overheden op directe wijze worden geheven. Het directe slaat op het feit dat de belastingdienst rechtstreeks in contact treedt met de belastingplichtige en deze een belastingaanslag oplegt. (inkomensbelasting, vpb en dividendbelasting.Indirecte belastingen; zijn belastingen die door overheden op indirecte wijze worden geheven. Het indirecte slaat op het feit dat zij al bij de prijs zijn inbegrepen. (BTW, Accijnzen en milieubelastingen)

Overheidsingrijpen:onmisbaar -> de overheid bemoeit zich met de markt en het gedrag van ondernemingen, omdat markten niet perfect werken of gaan goed resultaat hebben.

Collectieve goederen ; Er zijn bepaalde goederen en diensten die niet met inschakeling van het prijsmechanisme kunnen worden geleverd, terwijl wij daaraan toch behoefte hebben. Defensie

Externe effecten ; De overheid zorgt ervoor dat negatieve effecten (vervuiling van milieu) worden opgenomen in de kostprijs van producten. Positieve effecten probeert de overheid zelf uit te voeren of te stimuleren. Als de overheid dit zelf gaat doen voorkomt het free riders gedrag omdat iedereen mee moet betalen.

Inkomenspolitiek ; maatregelen nemen om de verdeling van inkomens en vermogens te verbeteren.

Handhaving rechtsorde & tegengaan van kartelvorming Functies van het overheidsingrijpen:

Allocatiefunctie ;beslissingen van overheidsinstanties beïnvloeden de samenstelling van het nationale productie

Stabilisatiefunctie ; via overheidsmaatregelen kunnen beleidsmakers proberen omvang en bezettingsgraad van de nationale productiecapaciteit te sturen.

Verdelingsfunctie ; door tal van maatregelen probeert de verdeling van inkomens en vermogens te beïnvloeden.

Allocatiefunctie:De overheid kan:

Goederen voortbrengen; openbaarbestuur, rechtspraak, defensie Goederen subsidiëren (toneelvoorstellingen) Goederen ontmoedigen door extra heffingen: bieraccijns Voorlichting geven om goederen te bevorderen (condooms) of te beperken (rook) voorschriften geven; verplicht gestelde zuiveringsinstallaties voor de industrie

Goederen voortbrengen:

Page 8: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

- collectieve goederen (zoals openbaar bestuur, defensie, straatverlichting); niemand kan worden uitgesloten van gebruik en zijn niet splitsbaar.

- Quasicollectieve goederen; - Merit goederen; stimuleren van bepaalde goederen door korting (bus, OV)- Demerit goederen; gebruik demotiveren, gebruik van auto door wegenbelasting.

Heffingen en accijnzen.Redenen voor bemoeienis van de overheid met individuele goederen;

1. Marktgewijze voorziening met hoge kosten gepaard gaan. Denk hierbij aan het bouwen van het wegennet of bruggen. Dit zal niet efficiënt gebeuren.

2. Hoog positief extern effect, denk hierbij aan het onderwijs. Heel de samenleving heeft hier van profijt. Daarom wordt het aangeboden onder de kostprijs.

3. Te lage inkomens; denk hierbij aan het OV, de kosten zijn te hoog voor te lage inkomens en daarom onaantrekkelijk. Ook huurtoeslag is een goed voorbeeld hiervan.

4. Burgers zouden meer van een bepaald goed gebruik moeten maken; burgers onderschatten het belang. Dit doet de overheid door de prijs te verlagen (subsidies). Andersom kan ook, denk bijvoorbeeld aan accijnzen om het gebruik van tabak en alcohol terug te dringen.

Stabilisatiefunctie(van conjunctuur);De stabilisatiefunctie betekent dat de overheid probeert e bevorderen:

- Dat de bestaande productiecapaciteit zo volledig mogelijk wordt benut- Dat de totale productiecapaciteit op een evenwichtige manier groeit.

Het voeren van een effectief stabiliserend beleid is veel moeilijker dan het lijkt. Men vertrouwd veel op de automatische stabilisatoren.

De overheid streeft ernaar de conjunctuurcyclus te dempen door anticyclisch begrotingsbeleid.

Als het economisch slecht gaat (onderbesteding) worden er stimulerende maatregelen genomen: verhoging van de overheidsbestedingen en verlaging van de belastingen.Als het economisch goed gaat (overbesteding) worden er afremmende maatregelen genomen: verlaging van de overheidsbestedingen en verhoging van de belastingen.

Anticyclische maatregelen moeten niet verward worden met automatische stabilisatoren . Automatische stabilisatoren zijn begrotingsmechanismen die de conjunctuurcyclus afvlakken.

Als het economisch slechter gaat, zullen de belastingontvangsten automatisch dalen en de uitgaven voor uitkeringen automatisch stijgen. De terugval van de economie zal minder worden.

De centrale bank kan de conjunctuur beïnvloeden via het rentebeleid. Bij laagconjunctuur kan de centrale bank de bestedingen stimuleren door de rente

te verlagen. Sparen wordt minder aantrekkelijk en lenen om te consumeren en produceren wordt goedkoper.

Verdelingsfunctie:De overheid streeft naar herverdeling van het nationaal inkomen (via progressieve inkomstenbelasting en het stelsel van sociale zekerheid).Lorenzcurve: Figuur die de ongelijkheid van een verdeling weergeeft.

Primair inkomen; Som van de beloningen voor het ter beschikking stellen van de productiefactoren arbeid, ondernemerschap, natuur en kapitaal.Secundair inkomen; Primair inkomen plus de ontvangen sociale uikeringen minus betaalde inkomstenbelastingen en sociale premies.

Page 9: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Tertiair inkomen;Secundair inkomen plus met de op geld waardeerbare voordelen van het gebruik van gesubsidieerde goederen en diensten, minus met aan goederengebruik gebonden overdrachten aan de overheid(BTW)Gini-coëfficiënt; Maat voor de scheefheid van de inkomensverdeling; ligt tussen 0(volledige verdeling) en 1 (alle inkomen bij een persoon)

25 Macro-economische politiekDe overheid oefent invloed uit op tal van macro-economische grootheden die voor de onderneming van belang zijn. In de economische politiek spelen buiteneconomische, meestal politieke en levensbeschouwelijke, overwegingen een rol. De economische theorie kan de noodzakelijke afwegingen verhelderen en de gevolgen van maatregelen aangeven. Laissez-faire: laat de markten hun werk doen en beperk de taken van de overheid tot het uiterste; het overheidsingrijpen werkt verstorend.

Doelstellingen van de macro-economische politiek:1. Een evenwichtige arbeidsmarkt;2. Een stabiel prijsniveau3. Een evenwichtige betalingsbalans4. Een evenwichtige economische groei5. Een rechtvaardige inkomensverdeling

Instrumenten van economische politiek; Stabilisatie van de conjunctuur; zie stabilisatiefunctie en loon- en prijsbeleid.

Beïnvloeding van de structuur van de economie1. Concurrentiebeleid2. Innovatiebeleid3. Milieubeleid4. Arbeidmarktbeleid5. Sociale zekerheid6. Dereguleringsbeleid en privatiseringsbeleid7. Exportbevorderingbeleid

Verschillende standpunten: Keynesiaanse visie:

“Zij stelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de economische politiek en zich zeer met de economie, vooral de conjunctuur, moet bemoeien. Zij zorgt voor volledige werkgelegenheid en groei.”

Klassieke visie: “De overheid dient een zo klein mogelijke rol te spelen. Zij moet zich beperken tot het garanderen van veiligheid van de burgers, het beschermen van bezit en zorgen dat burgers hun contract naleven.

Wat kan de overheid en de Nederlandse Bank doen:1) BTW verhogen/verlagen2) Rente verhogen/verlagen3) WW-uitkering verhogen/verlagen4) Invoerheffingen verhogen/verlagen5) Waarde munt verhogen/verlagen6) Geldhoeveelheid verhogen/verlagen7) Exportsubsidies verhogen/verlagen8) Huursubsidie verhogen/verlagen9) Accijnzen verhogen/verlagen10) inkomens nivelleren/denivelleren

Week 5:

Page 10: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

---------------------------------------------------------------------------------------------------Onderwerpen:

Economische ontwikkeling in relatie tot de productiefactoren Het begrip toegevoegde waarde Het begrip Bruto Binnenlands product en import/export De productiefactor arbeid

Literatuur: H 1.4: Productiefactoren Investeringen (zie par. 4.3 op blackboard) H 10.1 t/m 10.3: productiefactor arbeid H 24.6: De Wig H 7.1 t/m 7.4 H 8

--------------------------------------------------------------------------------------------------- Nationaal Inkomen = totaal verdiende inkomen in een land in één jaar. Alle

productiefactoren samen ( pacht, salaris, winst, intrest) Nationaal Product = waarde van alle goederen en diensten die in één jaar door

een bepaald land worden geproduceerd. Productie = toegevoegde waarde ( waarde van het product op de markt – verbruik wat nodig was van het product)

Nominaal inkomen per hoofd is in EURO’S; kan je zeggen van je zelfs, maar ook modaal, of gemiddeld.

Reëel Inkomen per hoofd : hoeveel producten kun je ervan kopen. Mijn reëel inkomen kun je dus niet uitdrukken in euro’s maar je kunt het wel uitdrukken in stijging en daling.

Welvaart; Behoeftebevrediging met behulp van goederen en diensten Geef 3 redenen waarom het ‘BBP per hoofd’ geen goede maatstaf van welvaart is;

1. Verschillen in prijsniveau in de landen is niet meegenomen.2. Inkomensverdeling in de landen is onbekend. Het is een gemiddelde3. Zwarte en grijze circuit niet meegenomen.

Naarmate er meer welvaart is worden de hogere lagen in de pyramide bereikt en is er ruimte voor welzijn (en ontwikkeling). Welvaart; Behoeftebevrediging met behulp van goederen en diensten

Productiefactoren:

Arbeid à loon, salarisKapitaal à rente, intrestNatuur à pacht Ondernemerschap à winst

WIG:

Page 11: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Productiefactor Arbeid:

Zoals is aangegeven leiden alle veranderingen van de variabelen tot een stijging van de ‘loonsom (=loonkosten) per werknemer’

Productiefactor kapitaalKapitaal; totaal van kapitaalgoederen (=goederen die gebruikt worden om andere goederen mee te produceren). 3 soorten investeringen:

1. Vervangingsinvesteringen ; door afschrijvingen2. Uitbreidingsinvesteringen 3. Voorraadinvesteringen; Als de voorraad stijgt. IJkpunten zijn dan bijv. 1/1 en

31/12. Tijdens laagconjunctuur nemen de voorraden toe. Breedte-investeringen ; zijn investeringen in dezelfde machines. De kwaliteit blijft

het zelfde. Diepte investeringen ; zijn investering in andere machines met een hogere

kwaliteit. Hierdoor hoeven voor dezelfde hoeveelheid productie minder mensen te werken. Je kunt zeggen dat de arbeidsproductiviteit is toegenomen.

Productiecapaciteit = hoeveelheid goederen en diensten die een economie (in een jaar) maximaal kan produceren

Bezettingsgraad = Mate waarin de bestaande productiecapaciteit ook werkelijk wordt gebruikt

Productie, arbeidsproductiviteit (a.p.t.) en werkgelegenheid samenhang;

Productiefactor Natuur; De grond, het water, de lucht en alles daarop en daarin voor zover niet door

mensen geproduceerd. Natuur en arbeid zijn de oorspronkelijke productiefactoren Kapitaal is een afgeleide factor. Deze moet met behulp van natuur en arbeid (en

eventueel ander kapitaal) worden vervaardigd. Zolang de delfstofffen nog in de grond zitten behoren ze tot de productiefactor

‘natuur’. Als ze gewonnen zijn behoren ze tot het ‘vlottend’ kapitaal.

Week 6/ les 5: ---------------------------------------------------------------------------------------------------

Onderwerpen:

Page 12: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Conjuncturele ontwikkeling in relatie tot structurele economische ontwikkeling (op de langere termijn)

Ontwikkeling van welvaart en van welzijn

Literatuur: Herhaling en verdieping conjunctuur (week 1) Export en import (zie paragraaf 4.5 op blackboard) H 16.1 en 16.2: Nederland in de wereld en betalingsbalans

---------------------------------------------------------------------------------------------------

16 De betalingsbalans

Openheid economie = mate waarin een land (intensieve) handelsbetrekkingen onderhoudt met het buitenland. De openheid van de Nederlandse economie blijkt uit de hoogte van onze uitvoer- en invoerquote, maar ook uit de groei van de grensoverschrijdende investeringen. Invoerquote; de invoerwaarde als percentage van het bbp.

Betalingsbalans; Een overzicht van alle in geld uitgedrukte transacties met het buitenland, die in een jaar hebben plaatsgevonden. Import betekent uitgaven en export betekent ontvangsten. Voorraadgrootheden; Zijn gerelateerd aan een bepaald tijdstip.Stroomgrootheden; Zijn gerelateerd aan bepaald tijdsverloop, bijvoorbeeld de betalingsbalans over een bepaald jaar.

Goederen en dienstenrekening hebben betrekkingen met import en export.Economische groei =Toename van het reëel BBP (volumegroei) Meer productie

Hoe kan de overheid de productiecapaciteit vergroten?(structuurzijde/aanbodzijde van de economie)à Kwaliteit en kwantiteit van arbeid en kapitaal verhogen (hoe?) Hoe kan de overheid de productie vergroten?(conjunctuurzijde/vraagzijde van de economie)à De bestedingen stimuleren (hoe?)

Wat gebeurt er met de waarde van de € als de Europese export flink toeneemt? €- waarde neemt toe als de export stijgt. De vraag naar euro’s zal dan namelijk

toenemen.

Bevordering van de IMPORT; Inflatie omhoog, BBP Nederland omhoog, Export omhoog, BBD Duitsland geen invloed (niet helemaal waar!), Rentestand omlaag (=meer bestedingen, dus ook aan import), Consumentenvertrouwen omhoog, Olieprijs omhoog (nominale import omhoog, omdat olie zeer inelastisch is), eurokoers omhoog

Page 13: Individuele leerlijn P3  · Web view2019. 8. 1. · Wie schulden maakt, heeft er profijt van. Als de lening wordt afgelost, ontvangen zij immers een reëel bedrag lager dan zij oorspronkelijk

Bevordering van de EXPORT; Inflatie omlaag, BBP Nederland geen invloed, apt omhoog, BBP Duitsland omhoog, innovaties omhoog, staatsbezoeken omhoog, macht vakbonden omlaag, eurokoers omlaag.