In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige...

52
xx lente 2013 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek 04 14 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek winter 2014 in dit nummer: In gesprek met Sophie in ‘t Veld CBS viert 10 jaar Centrum voor Beleidsstatistiek Een beter publiek debat op basis van feiten lente 2013 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek 04 14 In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen aan het woord Samen werken aan innovatieve ideeën Centrum voor Beleidsstatistiek levert maatwerk voor iedereen Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek winter 2014

Transcript of In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige...

Page 1: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

xx

lente 2013

Het relatiemagazinevan het Centraal Bureau voor de Statistiek 04 14Het relatiemagazinevan het Centraal Bureau voor de Statistiek

winter 2014

in dit nummer:In gesprek met Sophie in ‘t Veld

CBS viert 10 jaar Centrum voor Beleidsstatistiek

Een beter publiek debat op basis van feiten

lente 2013

Het relatiemagazinevan het Centraal Bureau voor de Statistiek 04 14

In gesprek met managementgoeroe

Ben Tiggelaar

Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen aan het woord

Samen werken aan innovatieve ideeën

Centrum voor Beleidsstatistiek levert maatwerk voor iedereen

Het relatiemagazinevan het Centraal Bureau voor de Statistiek

winter 2014

Page 2: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

winter

In 2014 is per hectare 9,7 ton wintertarwe geoogst en 7,9 ton zomertarwe. Voor beide granen is dat een recordopbrengst. De totale oogsten worden echter beperkt door de daling van het beteelde areaal en komen hierdoor uit op 1,18 miljoen ton wintertarwe en 0,16 miljoen ton zomertarwe. Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen gerekend worden op hoge hectareopbrengsten. (Bron: CBS)

RECORDOPBRENGST TARWE PER HECTARE IN 2014

2 cbs 04/14

Page 3: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

voorwoord

Dit is het laatste relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De tijden veranderen en het CBS verandert mee. Vanaf 2015 zal nieuws over het CBS daarom via een Corporate News App verspreid worden. U kunt daar dan ook terecht voor een vernieuwde vorm van de verdiepende artikelen die tot nu toe in dit relatiemagazine stonden. Deze app kunt u vanaf begin volgend jaar downloaden op www.cbs.nl. U wordt daar te zijner tijd nog over geïnformeerd. Om verschillende doelgroepen beter te bedienen, maakt het CBS veelvuldig gebruik van Twitter. Wie @statistiekcbs volgt op Twitter, wordt op de hoogte gehouden van de belangrijkste informatie uit onze nieuwsberichten.

Het Centrum voor Beleidsstatistiek speelt ook in op de veranderende behoeften van de samenleving. Het Centrum voert maatwerkonderzoek uit en stelt een aantal grote monitors samen die van belang zijn voor het evalueren van beleid. Er zijn ook nieuwe diensten ontwikkeld, zoals het uitvoeren van benchmarks en het valideren van onderzoeksmethoden. Het aanbieden van dergelijke diensten is belangrijk om de samenleving in het algemeen en de overheid in het bijzonder optimaal te laten profiteren van de data, kennis en ervaring die bij het CBS aanwezig zijn. In het artikel op de pagina's 38 tot en met 41 kunt u meer lezen over deze dienstverlening.

Om gebruik te kunnen maken van de nieuwste ontwikkelingen in de wetenschap is de samenwerking met universiteiten voor het CBS erg belangrijk. Dat is natuurlijk het geval op het gebied van statistiek, maar ook nieuwe theorieën over economische en sociale ontwikkelingen en innovatieve technieken zijn relevant voor het CBS. Wij werken daarom samen met verschillende faculteiten van diverse universiteiten in Nederland. In dit relatiemagazine wordt hier meer over verteld.

Nieuwe tijden, nieuwe ontwikkelingen in economie en maatschappij. Het CBS zal mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden in onze complexer wordende samenleving.

Ik wens u bij deze alvast een prettige jaarwisseling!

Tjark Tjin-A-Tsoi,Directeur-Generaal

Nieuwe tijdenVanaf 2015 zal nieuws

over het CBS via een

Corporate News App verspreid

worden

winter 2014 3

Page 4: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

De kunst van het leidinggeven Hij heeft het stempel van managementgoeroe, maar ziet zichzelf vooral als docent en schrijver. Ben Tiggelaar, gespecialiseerd in leiderschap en gedragsverandering, vindt het ‘ontzettend spannend’ om mensen vooruit te helpen. ‘Niet per se op de maatschappelijke ladder, maar vooral bij het krijgen van een helder beeld van de impact die je hebt op de ander.’

‘We moeten zorgen dat er geen tweedeling tussen mensen bestaat’ Sharon Gesthuizen is een bekende Nederlandse politica. Sinds 2006 zit zij namens de Socialistische Partij (SP) in de Tweede Kamer. Haar portefeuille omvat veel actuele onderwerpen, van immigratie en asiel tot en met justitie en veiligheid.

10

20

Aan dit nummer werkten mee...

04/14 is het relatie-magazine van het CBS dat als doelstelling heeft de externe relaties van het statistiekbureau te informeren over het CBS en met het CBS verwante relevante maatschap-pelijke ontwikkelingen. Het relatiemagazine verschijnt 4 keer per jaar.

Uitgave: Centraal Bureau voor de StatistiekHoofdredactie: Miriam van der SangenMedewerkers: Masja de Ree, Jaap van Sandijk, Miriam van der Sangen, Rosenbaum Selekt

Cover: Ben Tiggelaar, managementgoeroe.Fotografie: Hollandse Hoogte, Sjoerd van der Hucht en Hendrik WuytsIllustraties: Deborah van der SchaafOplage: 4 300 exemplarenVormgeving: EdenspiekermannOpmaak: Centraal Bureau voor de Statistiek, GrafimediaDruk: Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam

Reacties op het blad zijn welkom via e-mail:[email protected]

Miriam van der Sangen (1958) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Daarna volgde zij diverse opleidingen op het gebied van management en journalistiek. Begin jaren tachtig trad zij in dienst bij het CBS, waar zij verschil-lende functies vervulde. De afgelopen 18 jaar werkte zij bij de sector Communicatie.

Masja de Ree (1973) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de uni-versiteit van Amsterdam. Ze was docent Nederlands en alfabetisering en werkt sinds 2003 als zelfstandig bedrijfsjournalist en eind-redacteur voor diverse opdrachtgevers bij de over-heid en in de gezondheids-zorg.

Jaap van Sandijk (1960) studeerde aan de Pedago-gische Academie, maar koos na de afronding daarvan voor de journalistiek. Na ervaring te hebben opgedaan bij de regionale radio en krant vestigde hij zich als free lance journalist. Hij schrijft voor diverse vakbladen.

colofon

4 cbs 04/14

Page 5: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

inhoud

38 44

en verder...6 Kort: gezondheid8 Boek over resultaten

volkstelling 2011 verschenen

16 Kort: economie18 Europese samenwerking

op het gebied van de internationale handel

26 Kort: vrije tijd en cultuur28 Nieuwe statistieken voor

de Caribische eilanden 36 Kort: criminaliteit42 Kort: bevolking48 Kort: actueel54 Jaarlijks…

Wetenschappelijke discussie over inkomen en vermogen een stap verder De International Association for Research in Income and Wealth (IARIW) bevordert wereldwijd onderzoek op het gebied van macro-economie, inkomen en vermogen. Het CBS organiseerde onlangs de 33ste IARIW-conferentie.

Samen werken aan innovatieve ideeën De universiteiten en het CBS werken steeds vaker samen. Ze doen gezamenlijk onderzoek en op het gebied van onderwijs en werk vindt uitwisseling plaats. Dat het werkt en goede resultaten oplevert, vinden alle partijen.

Centrum voor Beleidsstatistiek levert maatwerk voor iedereen Het Centrum voor Beleidsstatistiek, onderdeel van het CBS, voert onderzoek uit in opdracht van de rijksoverheid, lagere overheden en andere instellingen. Maar het Centrum doet nog veel meer. Een kort overzicht.

30

winter 2014 5

Page 6: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

In 2013 is 95,5 procent van de zuigelingen ingeënt tegen difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (DKTP). Het gaat hierbij om zuigelingen die geboren zijn in 2010. De WHO-norm en landelijke norm voor deze vaccinatie ligt op 90 procent en wordt dus ruimschoots gehaald. In 1957 is in Nederland het Rijksvaccinatie-programma (RVP) ingesteld. Vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (DKTP) zijn hiervan een onderdeel. De vaccinatie vindt meestal plaats op het consultatiebureau voor zuigelingen en peuters. (Bron: CBS)

IN 2013 IS 95,5% VAN DE ZUIGELINGEN

INGEËNT TEGEN DKTP

6 cbs 04/14

Page 7: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

3%VAN DE KINDEREN HEEFT AUTISME OF AANVERWANTE STOORNISBijna 3 procent van de kinderen van 4 tot 12 heeft volgens de ouders of verzorgers autisme of een aanverwante stoornis zoals het syndroom van Asperger of PDD-NOS. Dat komt overeen met zo’n 43 000 kinderen. Deze stoornissen komen meer dan twee maal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. (Bron: CBS)

ONVOLDOENDE BEWEGEN HEEFT STERK NEGATIEF EFFECT OP GEZONDHEIDLangdurige aandoeningen hebben de grootste invloed op hoe iemand zijn gezondheid ervaart. Andere factoren die meespelen zijn leeftijd en leefstijl. Mensen die onvoldoende bewegen ervaren hun gezondheid als een stuk minder goed dan mensen die actiever zijn. (Bron: CBS)

Het ziekteverzuimpercentage onder werknemers lag in 2013 op 4,0 procent. Dit betekent dat werknemers van elke 100 werkdagen er gemiddeld 4 niet aan het werk waren vanwege ziekte. Het ziekteverzuim loopt op met de leeftijd. Onder 15- tot 25-jarigen bedroeg het ziekteverzuim 2,3 procent en onder 25- tot 35-jarigen 3,4 procent. Het

ziekteverzuim was met 5,8 procent het hoogst onder de 55- tot 65-jarigen. Griep of verkoudheid is bij alle leeftijdsgroepen verreweg de meest genoemde reden voor verzuim. Bij ouderen zijn vaker dan bij jongeren ook langdurige aandoeningen de reden, zoals hart- en vaatziekten of klachten aan rug, nek en gewrichten. (Bron: CBS, NIPO)

4%ZIEKTEVERZUIM IN 2013

Cc

DdFfBIJNA

winter 2014 7

kort: gezondheid

Page 8: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Van links naar rechts: Jantine van Zeijl,Eric Schulte Nordholt en Lieneke Hoeksma.

8 cbs 04/14

Page 9: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Eind maart van dit jaar rondde het CBS in het kader van de Europese volkstellingsronde de volkstelling van 2011 af. Begin november verscheen naar aanleiding van de resultaten van deze volkstelling de Engelstalige publicatie ‘The Dutch Census 2011, Analyses and Methodology’. Daarin wordt een breed beeld gegeven van de sociaal-demografische en sociaaleconomische situatie in Nederland. Ook worden de Nederlandse uitkomsten van de volkstelling 2011 vergeleken met die van andere Europese landen.

Auteur: Miriam van der Sangen Fotografie: Sjoerd van der Hucht

Boek over resultaten volkstelling 2011 verschenen

De gegevens die het CBS in het kader van de volkstelling 2011 heeft opgeleverd aan het Europese statistiekbureau Eurostat zijn erg divers. Het zijn onder andere demo-grafische gegevens, beroeps- en opleidingsgegevens en gegevens over de woonsituatie van alle in Nederland woonachtige personen. In de Census Hub, de grote database met volkstellingsinformatie van de Europese landen, heeft Nederland al zijn volkstellingstabellen gecombineerd tot 60 mega-tabellen. ‘Dit project is succesvol afgerond. De set tabellen is groter en gedetail-leerder dan ooit. Dat geldt ook voor de kwaliteit. Er waren veel vernieuwingen, onder andere op het gebied van de methodologie. Dat wilden we allemaal graag voor het voetlicht brengen in een boek. Onze ervaring is dat dat ook weer nieuwe opdrachten genereert’, aldus project-leider Eric Schulte Nordholt. Samen met een aantal CBS’ers startte hij in mei van dit jaar met het schrijven van de zeven hoofdstukken voor het boek over de volkstelling 2011. ‘We hebben flink doorgepakt en met een beperkt aantal collega’s in korte tijd veel werk verricht. In het boek zoomen we in op nieuwe aspecten, de meerwaarde van bepaalde informatie en de methodologie.’ Volgens Schulte Nordholt is Nederland één van de grootste registerlanden en kijken andere registerlanden met veel aandacht en belang stelling naar de expertise die ons land heeft. Nog voordat het boek verscheen, kreeg Schulte Nordholt dagelijks vragen van zijn internationale collega’s, die geïnteres seerd zijn in hoe het CBS bepaalde

complexe problemen in de volkstelling heeft opgelost. ‘Zo heeft bijvoorbeeld België geen beroepengegevens kunnen opleveren. IJsland wel, maar de kwaliteit roept vragen op. Ons is het wel gelukt door een succesvolle combinatie van variabelen.’ Voor wie is de nieuwe publicatie interessant? ‘Niet alleen voor mijn collega’s van andere Europese statistische en internationale organisaties, maar ook voor weten schappers, beleids-makers, etc.’, aldus Schulte Nordholt. Lieneke Hoeksma is hoofd vertaalbureau bij het CBS en heeft de nodige ervaringen met de redactie en vertaling van publicaties van grote projecten zoals de volkstelling. ‘Dit onderwerp heeft bij mij een bijzonder plekje gekregen’, zegt ze lachend. ‘Ik heb met eigen ogen gezien hoe in Albanië de tellers op een ezel langs de boerderijen gingen om hun informatie bij de bewoners te halen. Hoe groot is dan het verschil als je dat vergelijkt met de volkstelling in Nederland, waar we geen inwoners van ons land meer hoeven lastig te vallen met een vragenlijst en waar alles virtueel gebeurt?’ Dit jaar is overigens ook een boek van de Verenigde Naties verschenen over de volkstellingen van 2011 in Europa. De informatie voor dit boek is verzameld door middel van een enorme vragenlijst met meer dan 260 vragen, die aan alle Europese volks-vertegen woordigers is gestuurd. Volgend jaar verschijnt weer een boek van de Verenigde Naties over de volkstellingen in Europa. Dat boek bevat aanbevelingen voor de volkstellingen van 2021.

winter 2014 9

aan het woord…

Page 10: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

De kunst van het leidinggeven

Docent, schrij ver en managementgoeroe Ben Tiggelaar

Hij heeft het stempel van managementgoeroe, maar ziet zichzelf vooral als docent en schrijver. Ben Tiggelaar, gespecialiseerd in leiderschap en gedragsverandering, vindt het ‘ontzettend spannend’ om mensen vooruit te helpen. ‘Niet per se op de maatschappelijke ladder, maar vooral bij het krijgen van een helderder beeld van de impact die je hebt op een ander.’

Auteur: Jaap van Sandijk Fotografie: Sjoerd van der Hucht

10 cbs 04/14

Page 11: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

‘Ik ontdekte dat ik intellectuele stilstand veel erger vond dan gedacht’

relaties

winter 2014 11

Page 12: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Ben Tiggelaar is als veelgevraagde spreker regelmatig on tour. Maar deze keer hoeft hij niet ver van huis. Het interview vindt plaats in een horeca-etablissement dat hij vaker bezoekt, in zijn eigen woonplaats Soest op de Utrechtse Heuvelrug. Terwijl de zon naar binnen schijnt, bestelt Tiggelaar een zwarte koffie en een flesje plat water. Vrijwel direct ontstaat een geanimeerd gesprek. Over onder meer de afscheidsreceptie van zijn oud-schoolmeester die hij onlangs bezocht. De leerkracht stimuleerde Tiggelaar al op jonge leeftijd. ‘Ik vond het leuk om spreekbeurten te geven. Als ik tijd over had, mocht ik er meer doen van hem. Net als het schrijven van opstellen trouwens, waarin ik ook veel plezier had. Daar gaf de leerkracht goede feedback op. Hij vond het heel belangrijk kinderen te stimuleren op de gebieden waar ze goed in waren.’ Lachend: ‘Hij was er vroeg bij met die onderwijsvisie.’

Spreker en dagvoorzitterToch was het, zelfs jaren later, nog geen uitgemaakte zaak dat Tiggelaar ook beroepsmatig veel zou spreken en schrijven. ‘Na de middelbare school twijfelde ik tussen de kunstacademie en een academische opleiding’, blikt hij terug. ‘Maar tijdens mijn militaire diensttijd – waarin ik ook een opleiding copywriting deed – ontdekte ik dat ik intellectuele stilstand veel erger vond dan ik dacht. Ik koos voor de academische opleiding Communicatiewetenschap.’ Na zijn opleiding gaat

Tiggelaar aan de slag als journalist. Hij wordt redacteur nieuwe media bij het reclame- en mediavakblad Adformatie. Als de jonge journalist bestuurslid wordt bij een branchevereniging voor commerciële communicatie wordt hij regelmatig gevraagd om bijeenkomsten van de vereniging te leiden. Daarmee speelt hij zich in de kijker. Tiggelaar wordt vervolgens steeds meer gevraagd, zowel als spreker als dagvoorzitter, voor seminars en lezingen op het gebied van management. In 1996 begint hij voor zichzelf als trainer en in 1999 verschijnt zijn eerste boek, dat handelt over de digitale economie. Vanaf het jaar 2000 hebben vijf van zijn boeken op nummer 1 gestaan in de managementboeken top 10.

ImpactTiggelaar geeft geen vaardigheidstrainingen. De seminars en lezingen die hij verzorgt, draaien om het krijgen van nieuwe inzichten die mensen helpen vooruit te komen. ‘Niet per se op de maatschappelijke ladder, maar vooral bij het krijgen van een helderder beeld van de impact die je hebt op een ander.’ Hiervoor combineert hij wetenschappelijke inzichten uit de psychologie en bedrijfskunde. ‘Reflecteren op wat je al doet en weet. Dat kan heel krachtig zijn.’ Die reflectie is belangrijk omdat volgens Tiggelaar veel leidinggevenden zich niet bewust zijn van hun enorme impact op medewerkers. ‘Dat geldt voor alles wat je doet, maar ook voor alles dat je nalaat in je werk. Leidinggevende zijn is een ongelooflijk

Curriculum vitae Ben TiggelaarBen Tiggelaar (Veendam, 1969) studeerde communicatie-wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam (UVA). Daarna was hij enkele jaren journalist van Adformatie, vakblad voor de media- en reclamewereld. Ook was hij intern adviseur bij ABN Amro. In 1996 begon hij voor zichzelf als trainer, adviseur en schrijver. In 2010 promoveerde hij aan de Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) met onderzoek naar gedragsverandering in organisaties. Tiggelaar is auteur van onder meer ‘Dromen, Durven, Doen’ en ‘Dit wordt jouw jaar!’ Ook geeft hij workshops en seminars – waaronder ‘MBA in één dag’ – en schrijft hij columns over werk, ondernemerschap en management voor NRC Handelsblad.

12 cbs 04/14

Page 13: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

moeilijk vak, met een zware verantwoordelijkheid.’ Triest voorbeeld van die impact op medewerkers is de zelfmoord van beleidsmedewerker Arthur Gotlieb, die wantoestanden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan het licht bracht. Tiggelaar, die een inspiratiebron was voor Gotlieb, sprak tijdens de presentatie van het boek “Operatie ‘werk Arthur de deur uit’. Dagboek van een ongewenste werknemer”. Dit boek is gebaseerd op het dossier dat Gotlieb aan zijn baas stuurde. ‘Gotlieb had te maken met een paar managers die hem er hoe dan ook uit wilden werken’, aldus Tiggelaar. ‘Maar ook met managers die dit wel zagen, maar er niets aan deden.’ Welke lessen kunnen managers trekken uit dit drama? ‘Realiseer je hoe groot je impact is op je medewerkers’ herhaalt hij. ‘Die gaat veel verder dan je denkt. Leidinggevenden hebben grote invloed op beleving, arbeidsvreugde en het levensgeluk van hun medewerkers.’ De managementgoeroe denkt dat, door wat Gotlieb heeft moeten doorstaan, veel medewerkers zich wel twee keer bedenken voordat ze kritiek leveren op het management. ‘Voor hen is de algemene les: als het een verloren strijd is, kan het geen kwaad om op te geven en iets anders te gaan doen.’ Leidt dat niet tot de conclusie dat het dus beter is om je mond te houden? ‘Je zou bijna zeggen van wel’, concludeert Tiggelaar. ‘Iemand ergens op aanspreken, is voor mensen die lager in de hiërarchie staan nog altijd een groot risico. Als bedrijf moet je hiervoor duidelijke, anonieme procedures

creëren, zodat er geen repercussies zijn voor degene die de kritiek levert. Bij kritiek is de eerste vraag immers altijd: wie heeft dat gezegd?’

Mensen laten stralenDe meeste bedrijven hebben volgens Tiggelaar hun zaken rondom vertrouwenspersonen en vertrouwensprocedures slecht geregeld. Dat moet beter, vindt hij. ‘Ja, er is nu een wet voor klokkenluiders. Maar dat is veel te laat, dan zit je al aan het eind van de procedure. Het is veel nuttiger als in het begin van een traject, als de dingen die spelen nog klein zijn, aan de bel kan worden getrokken door medewerkers. Zo kan de manager zonder gezichtsverlies dingen terugdraaien.’ De kunst van het leidinggeven is om anderen goed te laten functioneren, vertelt de trainer. Maar is dat iets dat iedereen kan leren? ‘Ik geloof dat je veel dingen kunt leren – soms gebeurt dat door heel hard met je hoofd tegen de muur te lopen. Maar een leidinggevende moet minimaal oprecht geïnteresseerd zijn in mensen en er lol in hebben om andere mensen te laten stralen. Anders moet je niet kiezen voor die functie. Want hoe flauw het misschien klinkt, een medewerker wil aandacht van zijn leidinggevende. Hij hoort graag vragen als: hoe ging het of kan ik je ergens mee helpen? Daarom moet een leidinggevende van elke medewerker weten waar deze staat in zijn werk, hoe het thuis gaat en wat er nodig is om hem nóg beter te laten functioneren.’

relaties

‘Er is nu een wet voor klokkenluiders. Maar dat is veel te laat, dan zit je al aan het eind van de procedure’

winter 2014 13

Page 14: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

MotivatiebronnenTiggelaar noemt verschillende belangrijke motivatie-bronnen die je als leidinggevende kunt aanboren. Drie belangrijke bronnen zijn: autonomie, feedback en efficacy (waargenomen eigen competentie). ‘Autonomie motiveert mensen’, licht hij toe. ‘Dicteer medewerkers niet de dingen die moeten gebeuren, maar stel vragen en spreek ze aan op hun autonome motivatie. Wat zijn de doelen van de medewerker, hoe gaat hij zichzelf zo ver krijgen en welke zelfsturingstechnieken gaat hij daarbij gebruiken? Als leidinggevende kijk je – samen met de medewerker – naar de voortgang en help je waar nodig. Met feedback bedoel ik niet zozeer dat je als manager zelf feedback geeft, maar dat je organiseert

dat je medewerkers feedback kunnen ervaren en dat de progressie van hun werk zichtbaar wordt. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van intervisie. Efficacy draait om de inschatting die medewerkers maken van hun eigen competenties. Ze kunnen bijvoorbeeld best klaar zijn voor een volgende stap in hun werk, maar geloven dat zelf misschien nog niet. De kunst is dan om deze medewerkers te helpen in de vorm van een veilige trainingssituatie, een opleiding of om ze mee te laten lopen met een collega. Op die manier gaan ze beter zien wat ze in hun mars hebben.’

Dienend leiderschapTiggelaar geeft niet alleen leiderschapstrainingen in Nederland. Voor de christelijke hulporganisatie Compassion gaat hij regelmatig naar Afrika, waar hij als ambassadeur van het Leadership Development Program trainingen geeft aan studenten. ‘Het is mooi als je een visie hebt op een betere wereld, maar mijn ervaring is dat het helpt om jezelf regelmatig te confronteren met het tekort. Dat levert heel veel motivatie op om iets te doen. Enkele vrouwen uit Uganda die aan dit Leadership programma deelnamen, zijn inmiddels parlementslid. Ongelooflijk…kinderen uit de sloppenwijken die het tot de hoogste regionen van de politiek schoppen en daar als dienende leiders het verschil kunnen maken.’ Bij dat dienend leiderschap is voor Tiggelaar de christelijke levensbeschouwing leidend. ‘We leven in een tijd waarin

‘Leidinggevenden hebben grote invloed op beleving, arbeidsvreugde en het levensgeluk van hun medewerkers’14 cbs 04/14

Page 15: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

veel mensen hun eigen normen en waarden kiezen. Dat betekent dat je jezelf boven die normen en waarden stelt. Het risico daarvan is dat, als ze je niet uitkomen of je niet genoeg opleveren, je die normen en waarden gaat vervangen.’ Na een korte pauze: ‘Ik ben van de club die zegt dat normen en waarden boven ons horen te staan. Dat maakt je niet tot een beter mens of zo, maar het is wel een heel ander perspectief dan de ‘Happinez-visie’ die zegt dat het allemaal om jou draait en waar jij je zelf lekker bij voelt.’

Tiggelaar raadpleegt regelmatig de statistieken van het CBS. ‘Vooral de statistieken die over werk gaan. Maar ook de cijfers over bedrijven en consumentenbestedingen hebben mijn speciale belangstelling. Als het over economie gaat, kijken veel journalisten alleen naar de

grote bedrijven en de AEX. Totale flauwekul, want dat is niet ‘de’ economie. Het leeuwendeel van de mensen werkt in het midden- en kleinbedrijf. Daarom kijk ik graag naar het totale plaatje van het CBS. De cijfers van het CBS laten je zien wat er zich écht afspeelt in Nederland, onder meer op economisch gebied.’ Tiggelaar gebruikt de CBS-informatie voor zowel zijn columns als zijn trainingen, lezingen en seminars. ‘Dat komt waarschijnlijk door het journalistiek-wetenschappelijke hart in mij dat nog steeds klopt. Er wordt in de trainingswereld veel onzin verkocht. En het is ook niet makkelijk om alle vraagstukken op het gebied van management en ondernemerschap evidence based te benaderen, maar ik streef er wel naar. En als je zo wilt werken, kun je niet om het CBS heen.’

relaties

‘Mijn ervaring is dat het helpt om jezelf regelmatig te confronteren met het tekort in deze wereld’

winter 2014 15

Page 16: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

De crisis die in 2008 begon, was ook in 2013 nog niet ten einde. Dat blijkt uit de econo mische cijfers van het afgelopen jaar. In 2013 kromp de economie met 0,7 procent. De consumptie door huishoudens en de inves teringen liepen verder terug. Het aantal banen van werknemers ging fors omlaag en de werk loosheid bedroeg gemiddeld 8,3 procent van de beroeps bevolking. Het reëel beschik baar inkomen daalde met 0,9 procent. (Bron: CBS)

In de tweede helft van 2013 waren er voor zichtige tekenen van herstel. Het consumenten vertrouwen steeg vanaf augustus opmerkelijk snel. Ook op de markt voor koopwoningen was een verbetering zichtbaar. Zo vertoon den de verkopen van woningen vanaf juli een stijgende lijn. De malaise op de woningmarkt was tot nog toe één van de belangrijkste redenen dat de crisis in Nederland zo lang aanhoudt. Veel andere Noordwest-Europese landen zitten al langer op de weg van het herstel. (Bron: CBS).

ECONOMIE KRIMPT MET 0,7% IN 2013

MARKT VOOR KOOPWONINGEN VERBETERT ZICHTBAAR

16 cbs 04/14

Page 17: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

9%

kort: economie

8MILJARD EURO De totale Nederlandse zuivelexport steeg in 2013 tot bijna 8 miljard euro, een toename van 12 procent ten opzichte van 2012. Bijna 60 procent van de totale Nederlandse zuivelexport gaat naar vier landen. Duitsland is de grootste zuivelafnemer. Daarna komen België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. (Bron: CBS)

ZUIVELEXPORT IN 2013 NAAR BIJNA

In 2013 waren er gemiddeld 196 000 uitzend-krachten. Met een aandeel van ruim 60 procent vormen jongeren tot 35 jaar de grootste groep. Maar binnen deze groep zijn verschillende ontwikkelingen zichtbaar. Het aandeel van jonge volwassenen van 25 tot 35 jaar is de laatste jaren toegenomen, terwijl het aandeel van de jongeren tot 25 jaar is afgenomen.

In economisch mindere tijden komen jongeren van 15 tot 25 jaar moeilijker aan de slag. Daarom kiezen ze vaker voor een vervolgopleiding. Ook ouderen werken steeds vaker in een uitzendbaan. Het aantal uitzendkrachten in de leeftijd van 55 tot 65 jaar stijgt al meer dan tien jaar. (Bron: CBS)

De omzet van de koeriersbedrijven is in het eerste kwartaal van 2014 met ruim 9 procent gestegen, in vergelijking met het eerste kwartaal van het jaar daarvoor. Dat is de hoogste omzetgroei voor de koeriersdiensten in het eerste kwartaal ooit. De omzet van de koeriers stijgt vanaf 2010 voortdurend en hangt onder meer samen met de toegenomen onlineverkopen. In de koeriersbranche zijn ruim 6 000 bedrijven actief. Daarvan behoort 99 procent tot het midden- en kleinbedrijf. Het grootbedrijf in de branche behaalde bijna 75 procent van de totale brancheomzet. (Bron: CBS)

OMZET KOERIERS STIJGT EERSTE KWARTAAL MET RUIM

IN 2013 WAREN ER GEMIDDELD

196 000Bb

Aa

Ee

UITZENDKRACHTEN

winter 2014 17

Page 18: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

’We bundelen onze krachten op het gebied van innovatie’

Leanne Houben volgde de studies medische micro-biologie en gezondheidsvoorlichting. Voordat ze in 2007 in dienst trad van het CBS werkte ze bij de KNAW, TNO en de Voedsel- en Warenautoriteit. Bij het CBS was ze werkzaam als onderzoeker en projectleider. Ook vervulde ze diverse functies bij de divisie dataverzameling.

18 cbs 04/14

Page 19: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

aan het woord…

Om aan de informatiebehoefte van bedrijven en beleidsmakers te kunnen voldoen, verzamelt het CBS gegevens van Nederlandse ondernemers die handel voeren met het buitenland. Het CBS moet zich daarbij houden aan de verordening van het Europese statistiek-bureau Eurostat. Op basis van de omzetgegevens bepaalt het CBS welke bedrijven verplicht zijn hun handels-activiteiten op te geven. Bedrijven die bij de handel binnen de Europese Unie jaarlijks meer dan 1,5 miljoen euro omzet halen, worden verplicht opgave te doen van hun in- en uitvoer. Vanaf januari 2015 kunnen deze bedrijven voor de opgave van hun internationale handel in goederen gebruik maken van de nieuwe webapplicatie IDEP. Dat staat voor Intrastat Data Entry Package. IDEP vervangt het softwarepakket CBS-IRIS, dat in de jaren negentig door het CBS werd ontwikkeld. ’De online-applicatie IDEP maakt het makkelijker voor de bedrijven om hun in- en uitvoergegevens aan het CBS te rappor-teren. Deze nieuwe applicatie is moderner, zowel qua software als techniek. Het systeem wordt door het CBS online up-to-date gehouden, waardoor bedrijven altijd over de meest recente versie beschikken en niet meer zelf hoeven te installeren. Daarnaast zijn de lay-out en userinterface gebruiksvriendelijker dan voorheen’, aldus Houben. ’IDEP biedt de bedrijven een aantal slimme opties om de gegevens aan te leveren, waardoor de

invultijd kan worden bekort. Zo kunnen er verschillende typen bestanden worden ingelezen.’ Afgelopen zomer is IDEP bij een aantal bedrijven getest en daaruit bleek dat de gebruikers enthousiast waren. Ook de laatste maanden van dit jaar worden nog gebruikt om te testen bij bedrijven, zodat IDEP zo goed mogelijk aansluit bij de wensen van de gebruikers. ’Het CBS is niet het enige statistische bureau in Europa dat IDEP gebruikt. Op dit gebied werken we samen met 7 andere landen in Europa. We bundelen onze krachten op het gebied van innovatie. De basis van IDEP is voor al die landen gelijk, maar elk land heeft eigen aanpassingen.’ Naar verwach-ting gaan circa 10 000 bedrijven de overstap maken naar IDEP. Om die overstap zo goed mogelijk te laten verlopen, gaat het CBS deze bedrijven ondersteunen. ’Op onze website worden instructiefilmpjes, gebruikershand-leidingen, veelgestelde vragen en achtergrondinformatie geplaatst. Daarnaast kan ook contact worden opgenomen met onze technische helpdesk’. De plannen zijn ook doorgesproken met communicatiedeskundigen van de Adviesraad berichtgevers. De vertegenwoordigers van VNO-NCW MKB en Inretail tonen zich verheugd over deze stappen van het CBS om het voor de bedrijven gemakke-lijker en gebruiksvriendelijker te maken aangifte te doen van hun handelsgegevens.

Europese samenwerking op gebied van internationale handel

Nederland heeft een open economie en onderhoudt intensieve handelsrelaties met het buitenland. ’Het CBS brengt al deze handelsstromen in beeld door gegevens over de internationale handel in goederen te verzamelen. Hiervoor heeft het CBS gegevens nodig van bedrijven’, legt projectleider Leanne Houben uit. ’Vanaf volgend jaar beschikken we over een nieuwe applicatie waarmee we de benodigde werkzaamheden bij bedrijven professioneel kunnen ondersteunen. Dit draagt bij aan de vermindering van de administratieve lastendruk.’

Auteur: Miriam van der Sangen Fotografie: Sjoerd van der Hucht

winter 2014 19

Page 20: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

‘We moeten zorgen dat er geen tweedeling tussen mensen bestaat’

Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen (SP):

20 cbs 04/1420 cbs 04/14

Page 21: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

‘We moeten zorgen dat er geen tweedeling tussen mensen bestaat’

winter 2014 21

Sharon Gesthuizen (1976) is een bekende Nederlandse politica. Sinds 2006 zit zij namens de Socialistische

Partij (SP) in de Tweede Kamer. Die baan past goed bij haar, want ze is

betrokken en nieuwsgierig van aard. Ze staat bekend als een parlementariër

die de politiek en de burger dichter bij elkaar wil brengen, onder andere

door regelmatig actuele berichten op haar facebookpagina te zetten.

Haar portefeuille omvat veel actuele onderwerpen, van immigratie en asiel

tot en met justitie en veiligheid. Een gesprek met een bevlogen dame.

Auteur: Miriam van der Sangen Fotografie: Sjoerd van der Hucht

aan het woord…

winter 2014 21

Page 22: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Sharon Gesthuizen is grootverbruiker van CBS-informatie. Vooral de CBS-database StatLine raadpleegt ze vaak. ‘Ik heb hier allerlei prints liggen met gegevens uit de database en die gebruik ik in allerlei discussies, bijvoorbeeld over de economie of over asielaanvragen.’ Volgens het CBS is het aantal asielzoekers in ons land in het eerste half jaar van 2014 sterk toegenomen. Het officiële aantal bedraagt medio van dit jaar 12 000, het hoogste aantal sinds 2001. Inmiddels is het aantal asielaanvragen verder gestegen. In augustus stond de teller op meer dan 16 500. Welke oplossingen ziet Gesthuizen? ‘Deze problematiek hangt onder meer samen met ethisch en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat kan een belangrijke bijdrage leveren. We moeten ruimte geven aan eerlijke handel met arme landen. In Nederland moeten we ons sterk maken voor betere handelsregels, zodat kleine ondernemers en boeren een goede prijs voor hun producten ontvangen. Zij moeten de mogelijkheden krijgen hun eigen economie, industrie en landbouw op te bouwen.’ Gesthuizen benadrukt dat een belangrijk deel van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen het eerbiedigen van de mensenrechten is. ‘Kijk naar de misstanden in de cacao- en textielindustrie, waar kinderarbeid aan de orde van de dag is. Toegang voor kinderen tot onderwijs is een belangrijk aspect. Dat zorgt er op termijn voor dat deze landen democratischer worden.’

BED, BAD EN BROODIn de week dat Gesthuizen door ons geïnterviewd wordt, hebben de fractievoorzitters van de SP en D66 in Amsterdam en Utrecht bekend gemaakt dat ze vinden dat de grote steden bed, bad en brood moeten bieden aan asielzoekers die geen kant meer uitkunnen. Anders gezegd: de grote steden moeten asielzoekers niet op straat laten zwerven. Gesthuizen toont zich verheugd over de uitspraken van deze fractievoorzitters. ‘Ik heb hier – samen met Groen Links en de Christen Unie – een initiatiefnota over ingediend. D66 heb ik ook gevraagd om daar landelijk aan mee te doen, maar de partij wilde dat toen niet. Ik ben blij dat Groen Links en D66 elkaar op dat punt nu hebben gevonden.’ Gesthuizen benadrukt dat er één voorwaarde vast zit aan het bed, bad en brood-verhaal. ‘Die voorwaarde is dat mensen meewerken aan een oplossing. Staatssecretaris Teeven zegt nu dat mensen die aan terugkeer meewerken recht houden op opvang. Dat klinkt heel mooi, maar niet iedereen is bereid mee te werken aan terugkeer. Voor een groot aantal mensen geldt dat zij dat wel zouden willen, maar terugkeer biedt hen om verschillende redenen – die soms ook buiten de verantwoordelijkheid van de asielzoeker liggen – geen enkel perspectief. Ik wil die mensen helemaal niet op straat hebben!’ Wat is nu het grote verschil tussen de situatie zoals Gesthuizen die voor ogen heeft en de huidige situatie? ‘Nu hebben alleen mensen die willen terugkeren recht op opvang. Mensen

winter 2014 22

‘We moeten ruimte geven aan eerlijke handel met arme landen en ons sterk maken voor betere handelsregels’

22 cbs 04/14

Page 23: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

die niet meewerken aan terugkeer belanden regelmatig op straat of in het ongewisse op allerlei opvanglocaties, bijvoorbeeld van particulieren. Zij verkiezen zo’n bestaan boven een bestaan in Somalië of de dood in Afghanistan of Irak. Maar ik wil geen mensen op straat, niet voor de gezondheid en de veiligheid van de vreemdeling en niet voor de veiligheid van de maatschappij! Terugkeer gebeurt niet vanaf de straat. Alle organisaties die bij vluchtelingen betrokken zijn, zullen dat beamen.’

GEEN TWEEDELINGDe recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten hebben ook hun weerslag op de gebeurtenissen in ons land. Denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse jongeren die naar Syrië gaan en daar gaan vechten. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? ‘De schuld en de verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij Nederland. Er zijn wereldwijd regimes waar ronselaars – bijvoorbeeld imams – worden getraind. Daar ligt zeker een deel van de verantwoordelijkheid. Nederland heeft wél de mogelijkheid en taak die invloed zoveel mogelijk af te remmen. Dat doe je volgens mij door te zorgen voor een zo ‘inclusief mogelijke maatschappij’. Dat betekent dat we er voor moeten zorgen dat er geen tweedeling tussen mensen bestaat. De SP strijdt al sinds jaar en dag tegen tweedeling tussen arm en rijk, gezond en ziek, jong en oud. Die tweedeling moet je ook tegengaan tussen autochtoon en allochtoon, in Nederland geboren of migrant, kleurling of niet-

kleurling, moslim of christen. Daar heeft de politiek de afgelopen twintig jaar helaas geen al te best staaltje van laten zien.’

POLITIEKE OPLOSSINGDe SP is de enige partij in ons land die vindt dat Nederland geen militaire bijdrage moet leveren aan het bestrijden van extremistische groeperingen in het Midden-Oosten. Volgens Gesthuizen heeft haar partij daar goede argumenten voor. ‘Wij zijn van mening dat een vreedzame oplossing niet dichterbij komt door mee te doen aan een oorlog. We vinden dat de internationale gemeenschap via de fora die je daarvoor hebt, moet bijdragen aan een politieke oplossing of meerstaten-oplossing. Er moet daar een bestuur komen, dat niet discrimineert en waarin alle bevolkingsgroepen vertegenwoordigd zijn.’ Volgens Gesthuizen is de kernvraag: zijn die landen geschoeid op een democratische leest? ‘Is er in die landen een geschiedenis van vrede, verdraagzaamheid en democratie of is er een geschiedenis van onderdrukking, inlichtingendiensten, discriminatie, etc.? In het laatste geval zal het een hele lange adem vergen en heel veel opbouwwerk dat gedragen zal moeten worden door een bevolking, die vooruit wil. Dan kun je daar een veilige en vredige omgeving creëren. Als dat er allemaal niet is, heeft militair ingrijpen geen zin. Het conflict zal daardoor wellicht zelfs verergeren, zoals we al vaker hebben gezien in die landen.’

aan het woord…

Curriculum vitae van Sharon GesthuizenSharon Gesthuizen (Nijmegen, 1976) werd opgeleid aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem en was lid van de Landelijke Studentenvakbond. Tevens studeerde ze rechtsgeleerdheid en Engels aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Gesthuizen was, voor zij in 2006 Tweede Kamerlid werd voor de Socialistische Partij, kunstenares en zelfstandig ondernemer in videoproducties. Ook was zij een tijdje lid van de gemeenteraad van Haarlem voor de SP.

winter 2014 23

Page 24: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

AANPAK VAN FRAUDEEen ander onderwerp dat in de portefeuille van de SP-politica zit, is de aanpak van fraude. Fraude kost de samenleving acht tot elf miljard euro per jaar. Gesthuizen pleit daarom voor de oprichting van een nationaal antifraudebureau. ‘Ja, daar heb ik ook een initiatiefnota over geschreven. Ik krijg er veel bijval voor, bijvoorbeeld vanuit het verzekeringswezen en de politie. Allemaal zijn ze groot voorstander van zo’n antifraudebureau.’ Gesthuizen vertelt dat ze van partijen die met fraude en fraudebestrijding te maken hebben vaak hoort dat er veel langs elkaar heen wordt gewerkt. ‘Dat zou je heel goed kunnen oplossen met een fraude-autoriteit. We hebben bovendien de fraude helpdesk al als het over stembus- of acquisitiefraude gaat. Er is dus al een schat aan informatie en er is al een soort spin in het web. Laat dat erin opgaan, maak gebruik van die expertise. We hoeven echt niet bij nul te beginnen, er is zelfs al budget.’ Op het gebied van acquisitiefraude werkt Gesthuizen samen met de VVD. ‘Ik heb een gezamenlijke initiatiefwet ingediend met Foort van Oosten om acquisitiefraude aan te pakken door de aanpassing van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafrecht. Daardoor kan er bestraft en vervolgd worden in het geval van ‘grote vissen’.

COOKIEWETDit jaar is er een wet goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer, waarin de Nederlandse

overheid toestemming krijgt grote hoeveelheden persoonsgegevens van burgers te koppelen. Daaruit wil zij destilleren of er fraude met belastingen of uitkeringen plaatsvindt. Het College Bescherming Persoonsgegevens en de Raad van State hadden grote bezwaren tegen deze wet. Deelt Gesthuizen die bewaren? ‘Ja, daar ben ik het mee eens. In dit geval is er het belang van de fraudebestrijding. Er zijn twee verschillende belangen in de oplossingen daarvoor. Aan de ene kant is dat de veiligheid, aan de andere kant is er het belang van de privacy. Bij die afweging is de volgende vraag essentieel: hoe ernstig is de inbreuk op de privacy? Is die inbreuk – hoe zwaar ook – te rechtvaardigen omdat de maatregelen die je daarbij uitvoert bijzonder effectief zijn? Ik vind dat je moet weten waarvoor je op een bepaald moment een stukje privacy opoffert. Die effectiviteit wordt vaak onvoldoende in ogenschouw genomen.’ Gesthuizen noemt als voorbeeld de Cookiewet. ‘Als je eenmaal data van mensen hebt, kun je die analyseren. Daarmee kunnen mensen ook op een ‘verkeerd lijstje’ komen te staan. Daarnaast zou het kunnen dat die data op enig moment misschien ook wel door anderen te kraken zijn en in te zien. Wat gebeurt er dan mee? Je loopt het risico op criminaliteit, op misbruik van die data en op ongewenste discriminatie. Mensen die naar een aantal landen in het Midden-Oosten hebben gereisd, zijn dan verdacht. Dat zouden weleens terroristen kunnen zijn en dus komen zij op een

24 cbs 04/14

Page 25: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

‘Een vreedzame oplossing in het Midden-Oosten komt niet dichterbij door mee te doen aan een oorlog’

lijst. Kortom: de problemen, de kosten en de werkelijke effectiviteit worden onvoldoende meegenomen bij de afwegingen.’

Niet alleen het aantal fraudegevallen neemt toe, ook het aantal cybercrime-incidenten. Particulieren hebben

aan het woord…

Ruim 12 procent van de Nederlanders slachtoffer van cybercrimeIn 2013 is 12, 6 procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder het slachtoffer van cybercrime geworden. Dit is een kleine stijging ten opzichte van 2012, waarin 12,1 procent slachtoffer was van cybercrime. Vooral het aandeel mensen dat aangaf slachtoffer te zijn geweest van koop- en verkoopfraude via internet nam iets toe. Iets minder mensen gaven aan te maken te hebben gehad met identiteitsfraude. De meest voorkomende vorm van cybercrime is ‘hacken’. Dat is voor de helft van alle gemelde incidenten verantwoordelijk. Hierna volgen cyberpesten en koop- en verkoopfraude. Identiteitsfraude kwam het minst voor. (Bron: CBS)

hier mee te maken, maar ook het midden- en kleinbedrijf. Welke mogelijke oplossingen ziet Gesthuizen hiervoor? ‘Voorkomen is beter dan genezen. Iedereen weet dat het op slot doen van de voordeur er het beste voor zorgt dat je laptop niet van je bureau wordt gestolen. Dus zorg je voor een veilig slot, net als op je fiets. Dat moet je dus ook doen als het om cybercrime gaat.’ Ze is van mening dat er een schrijnend tekort aan agenten is, waardoor cybercrime geen prioriteit heeft. ‘De politie is in Nederland zwaar overbelast. Dat geldt ook voor het Openbaar Ministerie en daar wordt ook nog eens keer op keer extra op bezuinigd. Dat kan niet! Bij iedere vorm van criminaliteit is de pakkans heel erg belangrijk. Als de pakkans minder dan 2 procent is, dan gaan veel mensen het toch proberen.’ Een ander belangrijk punt vindt Gesthuizen dat de expertise op het gebied van cybercrime bij de politie en het Openbaar Ministerie vergroot wordt. ‘Niet alles kan zomaar worden afgedaan met ‘civiel’ of ‘wij kunnen er niks mee’. Politie en Openbaar Ministerie moeten er van doordrongen raken dat ze op het gebied van cybercrime moeten doorzetten.’

winter 2014 25

Page 26: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

IN 5 JAAR TIJD KAARTJES VOOR BIOSCOOP, THEATER EN FESTIVAL 25 PROCENT DUURDERKaartjes voor bioscopen, theaters en festivals zijn tussen juli 2009 en juli 2014 een kwart duurder geworden. Eén van de redenen is de verhoging van de BTW op podiumkunsten van 6 naar 19 procent. Deze werd halverwege 2011 ingevoerd. Een jaar later werd deze BTW-verhoging teruggedraaid en vielen podiumkunsten weer onder het lage tarief. Vanwege de bezuinigingen op subsidies liepen de prijzen echter niet terug naar het niveau van vóór de BTW-verhoging. (Bron: CBS)

26 cbs 04/14

Page 27: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

In 2013 heeft 79 procent van de Nederlanders van 16 tot 75 jaar gebruik gemaakt van websites van de overheid of andere publieke instanties. Het gebruik is hiermee flink gestegen: in 2011 maakte nog 60 procent van deze sites gebruik. De stijging komt vooral doordat mensen steeds vaker online informatie zoeken of digitaal reageren op vragen van de overheid. Het online contact met de overheid overtreft de andere aangeboden contact-mogelijkheden. In 2013 had minder dan de helft telefonisch of persoonlijk contact. Het aandeel gebruikers van overheidswebsites in Nederland is hoger dan in de meeste andere Europese landen. Alleen in Denemarken en IJsland ligt het met 85 procent nog wat hoger. (Bron: CBS, Eurostat)

8 OP DE 10

PERSONEN LID VAN EEN VERENIGINGIn 2013 waren bijna acht op de tien personen van 15 jaar en ouder lid van een of meerdere ver eni-gingen. Mannen, autochtonen, hoogopgeleiden, mensen met een hoog inkomen en werkenden zijn relatief vaak verenigingslid. Een lidmaatschap betekent niet automatisch dat mensen ook actief zijn in het verenigingsleven. Ruim vier op de tien Nederlanders nemen nooit deel aan verenigings-activiteiten. Daar staat tegenover dat ruim een derde wekelijks actief is in verenigings verband. (Bron: CBS)

In 2013 ging 88 procent van alle internetgebruikers in Nederland vrijwel dagelijks het internet op. Steeds minder Nederlandse huishoudens gebruiken hiervoor een desktopcomputer. In 2013 was dat 69 procent. 78 procent gebruikte een laptop om mee te inter-netten en 59 procent gaat het web op met een

mobiele telefoon. Het gebruik van de smartphone is flink in opmars. In 2010 had nog maar 21 procent van de internetters een smartphone, maar drie jaar later was dit bijna verdrievoudigd tot 58 procent.(Bron: CBS)

VAN INTERNET GEBRUIKERS VRIJWEL DAGELIJKS ONLINE IN 2013

79%

88%

VAN DE NEDERLANDERS MAAKTE IN 2013 GEBRUIK VAN OVERHEIDSSITES

Dd

kort: vrije tijd en cultuur

Gg

winter 2014 27winter 2014 27

Page 28: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

‘Er is een groeiende behoefte aan snelle economische cijfers’

‘Werken op de Caribische eilanden betekent vooral buiten de bestaande kaders denken’

28 cbs 04/14

Page 29: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Sinds Bonaire, Sint-Eustatius en Saba in 2010 de status van bijzondere gemeenten binnen Nederland verwierven, vallen de statistische taken voor Caribisch Nederland onder verantwoordelijkheid van het CBS. Daarbij worden de data op de eilanden verzameld en wordt de statistiek bij het CBS in Nederland gemaakt. Henk van de Velden is sinds augustus van dit jaar hoofd van het kantoor van Caribisch Nederland op Bonaire. Hij vertelt over de laatste nieuwe ontwikkelingen op de eilanden.

Auteur: Miriam van der Sangen Fotografie: Hendrik Wuyts

Nieuwe statistieken voor de Caribische eilanden

Vorig jaar is het CBS op Bonaire met een belangrijke innovatieve manier van waarnemen begonnen. De traditionele papieren vragenlijsten zijn er vervangen door tablets. Dat proces verloopt goed, volgens Van de Velden. ‘De interviewers zijn net klaar met het volgen van een cursus hierover voor het Arbeidskrachtenonderzoek, vergelijkbaar met de Nederlandse Enquête Beroeps-bevolking. Het was wel even wennen voor sommige enquêteurs, maar nu zien ze er de voordelen wel van in.’ Op dit moment vindt op Bonaire de enquêtering voor het arbeidskrachtenonderzoek Caribisch Nederland plaats. ‘Dat gebeurt nu in zijn geheel op tablet, maar was 2 jaar geleden nog op papier. Vorig jaar is er een pilot gestart met het gebruik van tablets voor de waarneming bij de Omnibusenquête. Deze enquête, die 4 keer per jaar wordt gehouden, vond toen deels op papier en deels op tablet plaats. In de toekomst zal echter alle enquêtering via tablets gebeuren. Begin dit jaar zijn we al begonnen met de maandelijkse prijswaarneming op tablet.’ Onlangs is het CBS gestart met de berekening van de BBP-cijfers van Bonaire en de andere twee eilanden. ‘Dat is nieuw en nodig voor het beleid op de afzonderlijke eilanden’, aldus Van de Velden. Bij de vaststelling van het BBP van de eilanden werkt het CBS volgens de nieuwe metho do -logische richtlijnen, die onlangs de aanleiding vormden voor de revisie van de nationale rekeningen. ‘Een andere nieuwe statistiek, is de inkomens statistiek’, aldus Van de Velden. ‘Die wordt samengesteld op basis van de

gegevens van belastingen, dus aan de hand van registerdata. Verder zijn we gestart met de verzameling van data voor de huishoudens statistiek. Aan de hand daarvan wordt de samenstelling van huis houdens op de eilanden in kaart gebracht. In al deze gevallen ver-zamelen wij hier op de eilanden de data en bij het CBS in Nederland wordt de statistiek gemaakt. Overigens streven wij er in de toekomst naar statistieken zelf te maken, zodat ook hier voldoende kennis aanwezig is op dat gebied.’ Enquêteren op de eilanden is geen makkelijke klus, volgens Van de Velden. ‘Weliswaar hebben we hier een soort Gemeentelijke Basis admini stratie, maar de adressen op Saba en Sint-Eustatius zijn soms moeilijk te vinden en de informatie is soms verouderd. Werken op de Caribische eilanden betekent vooral buiten de bestaande kaders denken. Het is hier niet zo geregu leerd als in Nederland. Het zijn elke keer weer nieuwe puzzels, die we moeten oplossen. Iedereen die informatie heeft, die van nut kan zijn bij ons werk benaderen we.’

aan het woord…

Het Bruto Binnenlands Product (bbp) wordt gebruikt als maat voor de omvang van de economie. Het bbp van Bonaire is 372 miljoen dollar. De consumptieve bestedingen door gezinnen en de overheid dragen daar 310 miljoen dollar aan bij. Het bbp per hoofd van de bevolking op Bonaire is 22 duizend dollar.

winter 2014 29

Page 30: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Samen werken aan innovatieve ideeën

Studenten zoeken naar oplossingen voor complexe problemen

De universiteiten en het CBS werken steeds vaker samen. Ze doen gezamenlijk onderzoek en op het gebied van onderwijs en werk vindt uitwisseling plaats. Dat het werkt en goede resultaten oplevert vinden alle betrokken partijen.

Auteur: Masja de Ree Fotografie: Sjoerd van der Hucht

30 cbs 04/14

Page 31: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

winter 2014 31

samenwerking

Page 32: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Begin dit jaar daagde het CBS getalenteerde wiskundigen uit, die deelnamen aan het jaarlijkse evenement ‘Wiskunde met industrie’. Zij moesten voor de verkeersindex – die

beschrijft hoe druk het op de Nederlandse wegen is – de absolute drukte op een weg berekenen met behulp van gegevens van verkeerslussen in het wegdek. Verkeerslussen zijn ongelijk over de Nederlandse wegen verdeeld en daarom moet er een methode ontwikkeld worden die deze ongelijke verdeling corrigeert. Jacobiene van der Hoeven, beleidsmedewerker bij het CBS: ‘Dit is één van de voorbeelden van geslaagde samenwerking tussen het CBS en de onderzoekers van de universiteit. Het resultaat is een efficiënte methode om het totaal aantal voertuigen op een weg te schatten. Het CBS gaat deze oplossing nu verder uitwerken.’

WISKUNDE MET INDUSTRIE‘Wiskunde met industrie’ wordt jaarlijks georganiseerd door steeds een andere wiskundefaculteit van een universiteit in Nederland. Getalenteerde wiskundigen uit binnen- en buitenland, onder wie studenten, promovendi, gepromoveerden en hoogleraren, schrijven zich in om gedurende één week in groepen problemen uit het bedrijfsleven – of in dit geval het CBS – op te lossen. Een ander voorbeeld van zo’n samenwerkingsverband is Premium, het programma voor excellente studenten van de Maastrichtse Universiteit.

‘Daar doen we al een paar jaar aan mee’, zegt Van der Hoeven. ‘Dit jaar vroeg het CBS deze studenten hoe het jongeren zou kunnen interesseren voor statistiek. Als onderdeel van de mastercursus Marketing Innovation Management streden de studenten in teams voor de beste oplossing. ‘Het idee van het winnende team – een quiz-app – wordt momenteel door het CBS onderzocht.’

SUMMERSCHOOLIn de afgelopen drie jaar heeft het CBS extra geïnvesteerd in de samenwerking met universiteiten. ‘We hebben nagedacht over wat het CBS te bieden heeft en over hoe het CBS een nog meer aantrekkelijke partner kan zijn’, zegt Kees Zeelenberg, directeur Methoden en Statistisch Beleid bij het CBS. Voor het CBS is het belangrijk om over een breed methodologisch en inhoudelijk terrein kennis te vergaren én te verspreiden. Dat kan op veel manieren. Eén daarvan is de Summerschool voor ‘Survey Design’, die inmiddels in 2013 en 2014 heeft plaatsgevonden. In de Summerschool organiseert het CBS samen met de Universiteit Utrecht een training voor onderzoekers: zij leren hoe je een statistisch onderzoek opzet en tegelijkertijd kan het CBS laten zien wat het in huis heeft en komt het in contact met potentiële medewerkers.

KENNIS UIT DE PRAKTIJK‘Het is een win-winsituatie’, aldus Zeelenberg. De Summerschool is met meer dan vijftig deelnemers uit

Gezocht: talentvolle studentenTalentvolle studenten zijn zeer welkom bij het CBS. ‘We bieden hen graag een stageplek’, zegt Van der Hoeven. Het CBS onderhoudt contacten met studieverenigingen en doet regelmatig mee met projecten waarbij groepen studenten een CBS-probleem proberen op te lossen. Het CBS werkt ook steeds vaker samen met hogescholen. Zo heeft een CBS-team uit Heerlen een innovatief project uitgevoerd met studenten van de opleiding Visuele communicatie van de Zuyd Hogeschool. Zij hebben CBS-informatie over Europa gepresenteerd in een YouTube-filmpje naar aanleiding van de Europese verkiezingen. Onlangs is het CBS een LinkedIn-platform gestart voor medewerkers van het CBS, universiteiten en hogescholen. Van der Hoeven: ‘Dat is een mooie manier om elkaars kennis onder de aandacht te brengen, discussies te starten en stage-opdrachten of vacatures te delen. We zijn benieuwd hoe dat zich verder ontwikkelt!’

32 cbs 04/14

Page 33: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

verschillende landen een geslaagd initiatief. Voor de lessen wordt onder andere de eigen methodenreeks van het CBS ingezet. Zeelenberg: ‘We brengen de studenten statistische kennis uit de praktijk van het CBS bij.’ Een belangrijk praktisch aandachtspunt was het verbeteren van toegang tot CBS-microdata voor universitaire onderzoekers. Dat is onder bepaalde voorwaarden en onder strikte beveiligingsmaatregelen mogelijk. De hard- en software van het beveiligde netwerk zijn verbeterd waardoor de rekenkracht flink is toegenomen. De catalogus van beschikbare databestanden wordt verder nog steeds uitgebreid. Ook is het proces rond de contacten met klanten gestroomlijnd, waardoor onderzoekers sneller geholpen kunnen worden. ‘Inmiddels maken Nederlandse universiteiten veelvuldig gebruik van onze microdata’, aldus Van der Hoeven.

PROMOVENDI Prof. dr. Peter van der Heijden (afdeling Methoden & Statistiek, faculteit Sociale Wetenschappen, Universiteit Utrecht) is nauw betrokken bij de Summerschool. Hij is tevreden over de samenwerking met het CBS op het gebied van onderzoek, onderwijs en datalevering. Regelmatig doen promovendi van de Universiteit Utrecht onderzoek bij het CBS of ze zijn als postdoc bij de universiteit gedetacheerd. ‘Wij hebben de promovendi en de postdoc in dienst, maar we bekostigen de aanstellingen samen met het CBS’, legt Van der Heijden

uit. De promovendi doen bijvoorbeeld onderzoek op het gebied van de virtuele volkstelling en op het gebied van mixed-mode dataverzameling. Bij dit laatste worden zowel interviews via telefoon, internet als ‘face-to-face’ ingezet om data te verzamelen. Van der Heijden: ‘Dat leidt tot selectie- en meeteffecten – sommige mensen doen liever mee aan een internetenquête, anderen beantwoorden vragen juist liever door de telefoon. En de antwoorden in een internetvragenlijst kunnen een andere tendens hebben dan die afkomstig van de telefonische interviews. Onze promovendus heeft een model ontwikkeld om die effecten uit elkaar te trekken zodat ze gecorrigeerd kunnen worden.’

SPEERPUNTEN IN ONDERZOEKWat het onderzoek betreft maakt het CBS strategische keuzes. ‘Zodat de kennis die we samen met de universiteiten ontwikkelen gericht is op toepassing binnen het CBS’, aldus Zeelenberg. In de zomer van 2013 zijn daartoe drie speerpunten bepaald: methodologie, globalisering en arbeidsmarkt. Op deze gebieden is samenwerking met universiteiten noodzakelijk om goed voorbereid de toekomst tegemoet te gaan. Het CBS zoekt steeds samenwerking met leidende onderzoekers op deze gebieden. ‘In het geval van methodologie gaat het bijvoorbeeld over de inzet van big data voor de statistiek.’ In september was er een symposium over de toekomst van het survey-onderzoek, in samenwerking

‘We willen nieuwe ideeën van de universiteiten naar het CBS halen’

winter 2014 33

samenwerking

Page 34: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

met universiteiten. De samenwerking op het gebied van methodologie is al ver ontwikkeld, al is het volgens Zeelenberg van belang de vaart erin te houden. De speerpunten globalisering en arbeidsmarkt zijn in opkomst. Belangrijk voor het CBS is dat het onderzoek dat de universiteiten en het CBS samen doen snel een toepassing krijgt in de statistiekproductie. Het programma Kennis en Innovatie van het CBS speelt daarbij een belangrijke rol. Van der Hoeven: ‘We stimuleren dat nieuwe methoden in de praktijk getest worden. En we willen nieuwe ideeën van universiteiten ook naar het CBS halen. Om dat te bereiken is het belangrijk dat we van elkaar weten wat er speelt.’

MEERWAARDEHet programma Kennis en Innovatie zorgt ervoor dat CBS’ers van elkaar horen wat er in samenwerking met universiteiten gebeurt. Van der Hoeven: ‘We stimuleren dat CBS’ers naar buiten treden, bijvoorbeeld door in te gaan op de uitnodiging een gastcollege te geven.’De deuren van het CBS staan meer dan vroeger open. Dat merkt ook prof. dr. Rolf van der Velden, directeur en programmaleider bij het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. ROA heeft al meer dan tien jaar een officiële samenwerkingsovereenkomst met het CBS. ‘Het aardige daarvan is dat je vastlegt hoe je het werk verdeelt’, zegt Van der Velden. ‘Bij alle projecten die we samen doen, is

er zowel meerwaarde voor het CBS – bijvoorbeeld een nieuwe statistiek of nieuwe methodologie – als voor ROA – bijvoorbeeld de ontwikkeling van kennis of een publicatie in een vakblad.’

EFFECT VAN ONDERWIJSEen belangrijke samenwerking bestaat onder meer op het gebied van onderwijs. Het CBS volgt sinds 1975 leerlingen vanaf dat ze twaalf jaar zijn tot het moment dat ze de school verlaten. Van der Velden: ‘Samen met het CBS bekijken we nu of we de gegevens van die groepen leerlingen kunnen koppelen aan registerdata, zodat we kunnen zien wat er van hen terecht is gekomen. Dat geeft inzicht in het effect van onderwijs.’ Door deze samenwerking is al een aantal proefschriften verschenen. ‘Het CBS weet veel van data en de mogelijkheden van registers. ROA kan met suggesties komen, zowel over de toepassing van data als op het gebied van methodologie.’ Voor prognoses gebruikt ROA de historische tijdreeksen van het CBS (statistieken die lange tijd teruggaan, redactie). ‘Onlangs zijn de beroepen- en onderwijsclassificaties veranderd. Dat we de gegevens kunnen blijven terugleggen naar het verleden, is zowel voor ROA als het CBS belangrijk.’

CULTUURVERSCHILLENDe samenwerkingsovereenkomst tussen ROA en het CBS is in de loop van de jaren steeds vernieuwd. ‘Je

34 cbs 04/14

Page 35: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

groeit samen, raakt aan elkaar gewend’, aldus Van der Velden. ‘Het CBS en de universiteit hebben een verschillende cultuur. Bij het CBS is een strakke planning bijvoorbeeld van belang terwijl we als universiteit gewend zijn flexibel te werken: als iets interessants de kop opsteekt in de loop van een project, zouden wij daar het liefst direct opduiken. Dat kan niet altijd. We hebben inmiddels geleerd hoe de organisatie van de ander werkt.’ Persoonlijke contacten zijn de smeerolie, merken zowel de universiteiten als het CBS. ‘Het maakt dat je sneller een beroep doet op elkaars kennis, ook als die buiten het gebied van het gezamenlijke onderzoek valt. Het CBS heeft veel nuttige kennis op het gebied van surveymethodologie en medewerkers van ROA krijgen de kans mee te doen met cursussen van het CBS. Omgekeerd gebeurt het ook. Het CBS doet regelmatig een beroep op onze inhoudelijke kennis over onderwijs en arbeidsmarkt.’

Van der Velden waardeert het wederzijds respect en de gelijkwaardigheid in de samenwerking met het CBS. ‘Het CBS heeft de blik naar buiten gericht in de afgelopen jaren, dat merken wij heel sterk.’ Volgens Van der Velden heeft juist de koppeling tussen registerdata en surveygegevens de toekomst. Niet één van beide. ‘Registerdata zijn altijd minder rijk dan de data die je met enquêtes binnenhaalt. De koppeling tussen beide faciliteren en de kennis daarover ter beschikking stellen aan Nederland zie ik als een belangrijke taak voor het CBS.’ Van der Heijden ziet kansen de samenwerking met het CBS in de toekomst nog uit te breiden, zeker ook op het gebied van onderwijs. Een Europese research master op het gebied van officiële statistiek is inmiddels in een gevorderd stadium.

Het CBS werkt steeds vaker samen met universiteiten en hogescholen

winter 2014 35

samenwerking

Page 36: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Het slachtofferschap van vermogensdelicten is in 2013 lager dan landelijk gemiddeld in Fryslân, Drenthe, IJsselland, Noord en Oost Gelderland, Alphen aan den Rijn-Gouda, Rijnmond Zuid-West, Zuid-Holland-Zuid, Zeeland, Den Bosch, Helmond en Noord en Midden Limburg.Hoger dan landelijk gemiddeld zijn deze in de districten Utrecht Stad, alle vier de districten van Amsterdam, Den Haag Centrum en Den Haag Zuid, Rotterdam Stad en Rotterdam Zuid en Hart van Brabant. In geen enkel district is het slachtofferschap van vermogensdelicten tussen 2012 en 2013 significant veranderd. (bron: CBS)

1 OP DE 8 NEDERLANDERS SLACHTOFFER VERMOGENSDELICTEN IN 2013Ongeveer 1 op de 8 Nederlanders (13,7 procent) is in 2013 slachtoffer geweest van één of meerdere vermogensdelicten. Dit is vergelijkbaar met 2012 (13,2 procent). In de regionale eenheden Oost- en Noord-Nederland zijn minder mensen slachtoffer van vermogensdelicten dan landelijk gemiddeld het geval is. In de regionale eenheid Amsterdam is het slachtofferschap van deze delicten met 23 procent beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde. Ook is het hoger dan in alle andere regionale eenheden. In geen enkele regionale eenheid is het aandeel slachtoffers van vermogensdelicten tussen 2012 en 2013 wezenlijk veranderd.

SLACHTOFFERSCHAP VERMOGENS­DELICTEN NAUWELIJKS VERANDERD

36 cbs 04/14

Page 37: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

kort: criminaliteit

Ruim 1 op de 10 Nederlanders (12,1 procent) denkt dat de kans groot is dat er bij hen wordt ingebroken. Dat aandeel is de afgelopen jaren toegenomen, vooral bij inwoners van plattelandsgebieden en 65-plussers. In 2008 lag het percentage nog op 8,4. De stijging kan niet verklaard worden doordat meer mensen naar eigen zeggen daadwerkelijk slachtoffer zijn geworden van (poging tot) inbraak. Dat aandeel lag in 2013 met 3,1 procent iets boven dat in 2008. Ook het aantal bij de politie geregistreerde woninginbraken is niet sterk toegenomen. In 2013 is het zelfs iets gedaald. Een mogelijke verklaring voor de gestegen ingeschatte kans op inbraak is dat er steeds meer (media) aandacht is voor criminaliteit. (Bron: CBS)

In de periode 2005–2013 heeft de veiligheidsbeleving zich gunstig ontwikkeld. De daling van de onveiligheidsgevoelens was het sterkst in de periode 2005–2008. Daarna zijn de onveiligheidsgevoelens nog maar licht gedaald. De buurtgerelateerde

onveiligheidsgevoelens, gemeten tussen 2008 en 2013, zijn over de gehele linie juist iets toegenomen, maar deze stijging is niet heel sterk. Bovendien fluctueert dit aandeel iets over de jaren. (Bron: CBS)

NEDERLANDERS SLACHTOFFER GEWELDSDELICT In 2013 is ruim 2 procent van de Nederlanders slachtoffer geweest van één of meerdere gewelds-delicten. Het aantal geweldsdelicten bedroeg bijna 4 per 100 inwoners in dat jaar. Dit aantal is vergelijk-baar met dat van 2012. Circa 1,5 procent van de bevolking werd in 2013 slachtoffer van een gewelds-delict waarbij alleen sprake was van bedreiging. 1 procent werd geconfronteerd met mishandeling. Van geweld met seksuele bedoelingen werd minder dan 0,1 procent van de bevolking slachtoffer. (Bron: CBS)

12%VAN NEDERLANDERS

2005–2008DALING VANONVEILIGHEIDSGEVOELENS STERKST IN DE PERIODE

RUIM

2%

Bb

AaGROTE KANS OP INBRAAK VOLGENS

Dd

winter 2014 37

Page 38: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

38 cbs 04/14

Page 39: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Centrum voor Beleidsstatistiek: partner in informatie

Een eigen onderzoek opzetten of gebruikmaken van het maatwerk van het Centrum voor Beleidsstatistiek? Een toenemend aantal organisaties kiest voor het laatste, zo blijkt uit de groeicijfers van dit onderzoekscentrum. Daar hebben zij goede redenen voor, want dit onderzoekscentrum neemt niet alleen werk uit handen. Er wordt gebruik gemaakt van betrouwbare data – die van het CBS – en de kwaliteit, objectiviteit en onafhankelijkheid van haar dienstverlening is gegarandeerd. Dienstverlening die op verschillende manieren wordt aangeboden, afhankelijk van de vraag van de opdrachtgever. Het onderzoekscentrum werkt op basis van een vast uurtarief. Afhankelijk van de complexiteit van de vraag levert het Centrum het gewenste statistische product in een periode die varieert van circa 60 tot 2000 uur. De onderzoeksrapporten worden gepubliceerd op de CBS-website en zijn daarmee voor iedereen toegankelijk. Daarnaast kunnen publicaties in gedrukte vorm als onderzoeksrapport van het Centrum voor Beleidsstatistiek verschijnen. De rapporten zijn van hoogstaande kwaliteit zoals van het CBS verwacht mag worden.

MEELIFTENHet Centrum voor Beleidsstatistiek kent verschillende vormen van dienstverlening op het gebied van onderzoek, vertelt Sandra Ploeger, teamleider van het Centrum in Den Haag. ‘Opdrachtgevers kunnen het

onderzoekswerk aan het centrum uitbesteden, maar we bieden hen ook de mogelijkheid dit zelf uit te voeren. Dit laatste wordt mogelijk gemaakt door een apart onderdeel van het Centrum voor Beleidsstatistiek: microdataservices. We stellen dan onder bepaalde voorwaarden microdata – geanonimiseerde data op persoons- en bedrijfsniveau – ter beschikking voor onderzoek.’ Opdrachtgevers kunnen in bepaalde gevallen ook meeliften met de gegevensuitvraag van een bestaand CBS-onderzoek, zegt Egon Dietz, eveneens teamleider in Den Haag. ‘Zo kan het CBS op regionaal niveau een steekproef vergroten, zodat een gemeente, regio of provincie goede beleidsinformatie krijgt én zichzelf kan vergelijken met landelijke ontwikkelingen. Ook bieden we de mogelijkheid om respondenten uit een bestaand onderzoek opnieuw te benaderen met specifieke vragen.’

BENCHMARKSMaar de dienstverlening van het Centrum voor Beleidsstatistiek gaat veel verder dan alleen het uitvoeren van statistisch onderzoek op maat. ‘Veel organisaties denken dat wij alleen tabellen maken en data koppelen, maar we hebben een opdrachtgever veel meer te bieden’, zegt Bastiaan Rooijakkers, teamleider van de vestiging in Heerlen. ‘Zo voeren we benchmarks uit, valideren we onderzoeksmethoden en kunnen we ingeschakeld worden in verschillende fasen van de

cbs-project

Het Centrum voor Beleidsstatistiek, onderdeel van het CBS, voert onderzoek uit in opdracht van de rijksoverheid, lagere overheden en andere instellingen. Het levert niet alleen statistisch maatwerk op basis van CBS-data, maar ondersteunt ook beleidsevaluaties en voert benchmarks uit. Steeds meer organisaties nemen diensten af van het onderzoekscentrum. Medewerkers van het Centrum voor Beleidsstatistiek vertellen er meer over.

Auteur: Jaap van Sandijk Fotografie: Sjoerd van der Hucht

Maatwerk voor iedereen

winter 2014 39

Page 40: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

beleidscyclus van ministeries. Ook deze werkzaamheden worden allemaal voorzien van het CBS-stempel.’Een voorbeeld is de Topsectorenmonitor dat het Centrum voor Beleidsstatistiek in 2012 voor het eerst uitvoerde in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Ploeger: ‘Het kabinet Rutte I wilde de topsectoren, waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker maken. Eerst hebben we een soort nulmeting gedaan, waarin we keken naar verschillende aspecten van de topsectoren, onder meer innovatie. Twee jaar later hebben we opnieuw gemeten om zo de effecten van het topsectorenbeleid in beeld te brengen.’

ONAFHANKELIJK EN TRANSPARANTPloeger benadrukt dat het Centrum voor Beleids-statistiek geen oordeel velt over het beleid van de opdrachtgever. ‘We produceren cijfers, bieden informatie. We ondersteunen de opdrachtgever, onder meer door suggesties voor indicatoren te geven.’ Die onafhankelijkheid is cruciaal, zegt Rooijakkers. ‘We hebben er geen belang bij om een opdrachtgever al of niet naar de mond te praten. We helpen op het gebied van beleidsinformatie en doen dat op objectieve, betrouwbare en transparante wijze.’ Wat dat laatste betreft: het Centrum voor Beleidsstatistiek werkt steeds meer met factsheets, waarin cijfers op grafische wijze worden weergegeven. ‘Helderheid is van groot belang. Daarom bieden we onze cijfers steeds

meer op deze manier aan. Zo zijn ontwikkelingen in één oogopslag op een overzichtelijke wijze te zien. Ook de regioberichten die we in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken maken, bieden we aan in de vorm van factsheets.’

KRACHTWIJKENEen ander voorbeeld van beleidstoetsing door het Centrum voor Beleidsstatistiek is de Outcomemonitor 40-wijkenaanpak. Deze biedt inzicht in de effecten van het beleid ten aanzien van de zogeheten Krachtwijken. Ploeger: ‘We hebben de veertig wijken gemonitord aan de hand van verschillende indicatoren, waaronder voortijdige schoolverlaters, Cito-resultaten, gezondheid, aandeel bijstandsafhankelijken, schuldhulpsanering en inkomensverdeling. De Outcomemonitor geeft een beeld van de performance van de veertig wijken. Niet alleen ten opzichte van elkaar, maar ook ten opzichte van de andere wijken in de stad. Wij concluderen dus op basis van de onderzoekinformatie hoe een wijk het relatief heeft gedaan. Maar als onafhankelijk onderzoekscentrum zeggen we niet hoe het komt dat een wijk tot bepaalde prestaties is gekomen. De conclusies laten we aan de opdrachtgever over.’

WIJK- EN BUURTNIVEAUDe Stapelingsmonitor, die werd gemaakt in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Wilt u meer weten?Voor informatie over publicaties van het Centrum voor Beleidsstatistiek of informatie over het laten uitvoeren van onderzoek op maat en voor informatie over het zelf onderzoek verrichten op gegevensbestanden, kunnen belangstellenden contact opnemen per e-mail met: [email protected]. Het Centrum voor Beleidsstatistiek bezoekt ook organisaties en geeft regelmatig presentaties en lunchlezingen.

40 cbs 04/14

Page 41: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

wordt gebruikt aan het begin van een beleidscyclus. ‘Op het gebied van zorg, uitkeringen en regelingen zijn veel beleidswijzigingen op komst’, zegt Dietz. ‘Wij hebben – zowel op gemeentelijk als op landelijk niveau – in kaart gebracht welke en hoeveel huishoudens gebruik maken van uitkeringen en regelingen in het sociale domein. Denk bijvoorbeeld aan WAO, jeugdzorg en bijzondere bijstand. De monitor brengt de stapeling van regelingen, uitkeringen en zorg helder in beeld.’ Het Centrum voor Beleidsstatistiek kan overigens nog dieper inzoomen dan alleen op gemeentelijk niveau. ‘We kunnen informatie ook op wijk- en buurtniveau uitsplitsen. Daar wordt door gemeenten veel gebruik van gemaakt’. Hij wijst er op dat gemeenten zich steeds vaker gezamenlijk met een onderzoeksvraag tot het Centrum voor Beleidsstatistiek wenden. ‘Door die samenwerking delen ze de kosten van het onderzoek.’

Tot slot nog even een andere activiteit van het onder-zoeks centrum: het valideren van onderzoeksmethoden. Hoe gaat dat in z’n werk? ‘Daarbij kijken we of een onderzoeksaanpak al of niet deugdelijk is’, legt Rooijakkers uit. ‘Neem bijvoorbeeld het ministerie van Economische Zaken. Dat laat door allerlei partijen monitoren of de doelstellingen voor het gebruik van duurzame agrogrondstoffen behaald worden. Aan ons is gevraagd om de daarbij gehanteerde methoden onder de loep te nemen. Daarbij bekijken we, vanuit onze expertise, of de methoden op de juiste manier worden ingezet bij de uitvoering van het onderzoek.’ Het Centrum voor Beleidsstatistiek is dus breed inzetbaar op zowel beleidsondersteunend als op onderzoeksgebied, benadrukken de drie teamleiders. ‘Het is onze missie om ervoor te zorgen dat alle cijfers zoveel mogelijk worden benut in het voordeel van de gemeenschap’, verklaart Rooijakkers. ‘We willen dat de belastingbetaler zoveel mogelijk profiteert van de informatie en expertise van het CBS.’

cbs-project

Het Centrum voor Beleidsstatistiek is breed inzetbaar, zowel op beleids ondersteunend als op onderzoeksgebied

winter 2014 41

Page 42: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

MEER DAN 100 000 POOLSE MIGRANTEN IN NEDERLANDOndanks een stijgend aantal Polen dat vertrekt, is het aantal Polen dat hier komt wonen nog steeds groter dan het aantal vertrekkers. In de eerste helft van 2014 kwamen er per saldo 6 500. In de eerste helft van 2013 waren dat er nog bijna 5 000. Inmiddels wonen er per 1 juli 2014 meer dan 100 000 Poolse migranten in ons land. Ongeveer 70 procent van de Polen die naar Nederland migreren en hier gaan wonen, komt om te werken. Het merendeel is via uitzendbureaus werkzaam in onder meer de bouw en de tuinbouw. (Bron: CBS)

42 cbs 04/14

Page 43: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

kort: bevolking

De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Deze steeg van ruim 24 jaar voor kinderen die zijn geboren in 1970 tot bijna 30 jaar voor kinderen die zijn geboren in 2013. Meer dan een derde

van de vrouwen die zijn geboren in de jaren vijftig had voor de 25e verjaardag al een kind. Voor vrouwen die zijn geboren in de jaren zestig was dat aandeel 17 procent en in de jaren zeventig 14 procent. (Bron: CBS)

1 OP DE 5In 2013 was ruim 21 procent van de Nederlanders jonger dan 18 jaar. Veel grote gemeenten hebben een relatief laag aandeel jongeren tot 18 jaar in vergelijking met omliggende gemeenten. Dit heeft deels te maken met een grote toestroom van werkenden en studenten (die vaak net iets ouder zijn dan 18 jaar) naar grote gemeenten. Daarnaast zijn er ook regionale verschillen. Zo is in Zuid-Limburg het aandeel jongeren in bijna alle gemeenten relatief laag. Dat geldt ook voor andere perifeer gelegen regio’s als Zeeland en het zuiden van Noord-Brabant. (Bron: CBS)

NEDERLANDERS JONGER DAN 18

In 2013 telde ons land 144 duizend huishoudens waarin één of meer volwassen kinderen samen-woonden met één of beide ouders van 65 jaar of ouder. De meerderheid woont al lange tijd samen. Het is vaker een zoon dan een dochter die de woning deelt met ouders. In bijna 38 duizend gevallen gaat het om beide ouders van 65 jaar en ouders die samenwonen met één of meer volwassen kinderen. Dat betekent dat in totaal 182 duizend ouders in de AOW-gerechtigde leeftijd in één huis wonen met hun volwassen kind(eren). (Bron: CBS)

VOLWASSEN KINDEREN WONEN SAMEN MET OUDERS OP LEEFTIJD

Ii

140 000RUIMGg

30JARIGE LEEFTIJD

MOEDER OP

winter 2014 43

Page 44: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

44 cbs 04/1444 cbs 04/14

CBS organiseert internationale conferentie over inkomen en vermogen

Wetenschappelij ke discussie over inkomen en vermogen een stap verder

De International Association for Research in Income and Wealth (IARIW) bevordert wereldwijd onderzoek op het gebied van macro-economie, inkomen en vermogen. Het CBS is lid en organiseerde de 33ste IARIW-conferentie, in Rotterdam. Hoofd nationale rekeningen Gerard Eding kijkt tevreden terug: ‘Bij een bijeenkomst als deze is het belangrijk dat de deelnemers de kans krijgen elkaar te ontmoeten. Om de nieuwste onderzoeken en inzichten te delen, maar ook om ideeën uit te wisselen voor nieuw onderzoek en om nieuwe allianties te sluiten. Dat is zeker gebeurd.

Auteur: Jaap van Sandijk Fotografie: Sjoerd van der Hucht

44 cbs 04/14

Page 45: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

winter 2014 45

‘We hebben nieuwe ideeën voor onderzoek besproken en nieuwe allianties gevormd'

internationaal

winter 2014 45

Page 46: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

Vier jaar geleden vroeg de IARIW het CBS om hun 33ste conferentie te organiseren. ‘Dat is een grote eer’, zegt Gerard Eding en dus zei het CBS volmondig ‘ja’. De bijeenkomst, die plaatsvond in augustus van dit jaar, werd een succes. Het CBS ontwierp samen met IARIW een veelzijdig programma. Het onderzoek op het gebied van inkomen en vermogen is immers breed: van armoede en inkomensverdeling tot conceptuelere zaken als de vraag hoe je de staat van de economie en de welvaart meet. Er is gesproken over productiviteit, over hoe je armoede meet, over de arbeidsmarkt en ‘menselijk kapitaal’, over hoe mensen hun tijd besteden en over hoe het staat met hun welzijn.

HOOGTEPUNTENEen van de hoogtepunten was de lezing van Bart van Ark, chief economist bij de Conference Board (een soort economische denktank, red.) in Amerika. Eding: ‘Hij gaf een heel mooi beeld van de wereldeconomie en schetste ook een aantal scenario’s voor de toekomst. De een wat positiever dan de ander. Wereldwijd loopt de econo-mische groei terug. In Europa is praktisch geen sprake meer van groei, in de Verenigde Staten slechts in geringe mate. Opkomende economieën als die van China en Brazilië hebben de afgelopen periode wel een sterke groei doorgemaakt, maar ook die vlakt af. De vraag is hoe dat verder gaat. Trekt het weer bij of moeten we eraan wennen? En welke gevolgen heeft dat bijvoor-

beeld voor de arbeidsmarkt?’ Veel deelnemers vonden deze lezing inspirerend. Ook professor Paul Schnabel, voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, sprak tijdens de conferentie. Hij vertelde wat de economische crisis betekent voor de verzorgingsstaat en wees er op dat het nuttig en nodig is om breder te kijken dan alleen naar de economie. Eding: ‘Hij verwees bij wijze van voorbeeld naar Bhutan, waar de overheid een bruto nationaal ‘hapiness’ laat berekenen. Waarbij overigens wel blijkt dat de inkomenssituatie van de bevolking en de groei van de economie daarbij een belangrijke rol spelen.’

RIJKER EN COMPLEXERHet was de derde keer dat de IARIW Nederland aandeed. De eerste keer was in 1957, de tweede keer in 1985, en de derde keer dus in 2014: een constante interval van veertien conferenties, zo memoreerde plaatsvervangend Directeur-Generaal Bert Kroese tijdens zijn openings-speech. Bij de allereerste conferentie van de IARIW, in 1949, werden vijftien papers besproken en had de IARIW honderd leden. In 2014 stonden zo’n 150 papers op het programma en telt de IARIW 450 leden. Maar dat is niet alles wat veranderd is. De economie en de maatschappij zijn rijker en complexer geworden en globalisatie heeft een groot effect op internationale handelsstromen en de relaties tussen landen in de wereld. ‘Een positief effect van de financiële crisis van de afgelopen jaren is dat we

Wat is de IARIW?De International Association of Research in Income and Wealth (IARIW) is in 1947 opgericht door wetenschappers die zich bezighielden met nationale rekeningen en inkomen. De IARIW bevordert onderzoek op het gebied van macro-economie en inkomen en vermogen en onderzoek naar de integratie van economische en sociale statistieken. Daarnaast houdt de IARIW zich bezig met de statistische methodologische vraagstukken die met die onderzoeksgebieden samenhangen. De IARIW is in het bijzonder geïnteresseerd in verschillen die er tussen landen bestaan. De organisatie heeft 450 individuele leden uit alle delen van de wereld. Daarnaast zijn veel gerenommeerde organisaties lid. Eén keer in de twee jaar organiseert de IARIW een conferentie. De volgende conferentie is in 2016 in het Duitse Dresden en wordt georganiseerd door Destatis, het statistiekbureau van Duitsland.

46 cbs 04/14

Page 47: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

ons opnieuw oriënteren op hoe we onze economieën en maatschappijen het beste kunnen observeren en hoe we vooruitgang moeten meten’, zegt Kroese. Hij benadrukt dat het meten van vooruitgang - in de brede zin van het woord - een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van een nationaal statistisch bureau is. ‘Het is belangrijk dat wetenschappelijke en statistische organisaties samenwerken bij het beantwoorden van vragen die de samenleving bezig houden: dat zijn bijvoorbeeld vragen over armoede, inkomensverdeling, globalisering, duurzaamheid en groene economie. Verschillende nationale statistische bureaus, waaronder het CBS, hebben een samenhangend raamwerk ontwikkeld om duurzaamheid en vooruitgang te meten, zowel op sociaal, milieutechnisch als economisch gebied.’ Een belangrijk deel van die onderwerpen kwam aan bod tijdens de conferentie.

METEN VAN WELZIJN Zo ging Marc Fleurbaey, hoogleraar bij de Princeton University, tijdens een derde keynote presentatie in op individueel welzijn. Dit is niet alleen afhankelijk van inkomen, maar ook bijvoorbeeld van gezondheid, sociale relaties, milieu en werk. Om inzicht te krijgen in welvaart en om ongelijkheid tussen mensen te meten, is het nodig om verschillende invalshoeken te kiezen: dus bijvoorbeeld zowel subjectieve ervaringen als harde cijfers over inkomen. Fleurbaey illustreerde zijn theorieën

onder andere aan de hand van een onderzoek naar wat de effecten zijn van de omvang van een huishouden op het individueel welzijn. Ook maakte hij een inter-nationale vergelijking van welzijn aan de hand van de koopkracht van inwoners. Eding: ‘Fleurbaey reflecteerde op de verschillende manieren om welzijn, welvaart en ongelijkheid te meten en besprak de voordelen en beperkingen van die manieren. Hij noemt het concept van een ‘equivalent inkomen’ veelbelovend, maar hij geeft ook aan dat er nog veel vragen beantwoord moeten worden voordat we een definitieve methode kunnen kiezen om individueel welzijn goed te meten.’

WETENSCHAPPELIJKE DISCUSSIEHet congres werd bezocht door ruim 250 deelnemers uit zo’n dertig landen. Onder hen waren statistici, hoog-leraren en vertegenwoordigers van internationale organisaties. Een aantal CBS’ers speelde een actieve rol bij de wetenschappelijke presentaties. ‘Het congres heeft de wetenschappelijke discussie over inkomen en vermogen een stap verder gebracht’, concludeert Eding. ‘Een belangrijk facet daarbij is dat nieuwe contacten zijn gelegd, nieuwe ideeën voor onderzoek besproken en nieuwe allianties gevormd. We hebben bewust ruimte in het programma gecreëerd, zodat deelnemers elkaar konden ontmoeten. Dat heeft veel opgeleverd. Ook kregen de deelnemers de kans iets van ons land te zien door een bezoek aan Rotterdam.’

internationaal

‘Het meten van vooruitgang is een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van een nationaal statistisch bureau’

winter 2014 47

Page 48: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

IN 2019 HELFT VAN VOLWASSENEN 50­PLUSSER

AANTAL AUTOBEZITTERS VAN 45 JAAR EN OUDER TOEGENOMEN

In 2019 is voor het eerst de helft van de volwassen bevolking van Nederland ouder dan 50 jaar. Dan zijn 6,9 miljoen van de 13,7 miljoen volwassenen 50-plusser. Nederland vergrijst daarmee steeds meer. In 1950 was nog minder dan 1 op de 3 volwassenen in Nederland een 50-plusser. Op 1 januari 2014 is al in 264 gemeenten meer dan de helft van de volwassenen een 50-plusser. Het meest vergrijsd zijn de gemeenten Rozendaal en Laren. (Bron: CBS)

De ouderenconsument wordt een steeds belangrijkere doelgroep. Er zijn inmiddels 50-plusbeurzen, datingsites voor 50-plussers en er is een ouderenomroep. Ook de consumentenmarkt is veranderd. In de periode 2010-2013 is het aantal autobezitters van 45 jaar en ouder duidelijk toegenomen, terwijl het aantal mensen van 45 jaar en jonger met een auto afneemt. Met de aanhoudende vergrijzing wordt het autobezit meer dan ooit een zaak van 50-plussers. (Bron: CBS)

48 cbs 04/14

Page 49: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

kort: actueel

62%

In 2013 had 62 procent van de 15-plussers vertrouwen in het leger. Dat is een toename van 3 procent ten opzichte van 2012. Het vertrouwen in het leger wordt breed gedragen. Mannen verschillen niet van vrouwen. Er zijn slechts kleine verschillen tussen inkomens- en opleidingsgroepen, allochtonen en autochtonen, stedelingen en mensen die op het platteland wonen. Het leger krijgt vooral veel steun van jongeren. Ruim drie kwart van de 15- tot 25-jarigen en zeven op de tien 25- tot 35-jarigen heeft vertrouwen in het leger. Onder 65-plussers is dat de helft. (Bron: CBS)

VAN DE 15­PLUSSERS HEEFT VERTROUWEN IN HET LEGER

De uitgaven aan AOW-uitkeringen zijn sinds 2008 met bijna een kwart gestegen tot 32,7 miljard euro in 2013. Aan het einde van 2013 ontvingen ruim 3,2 miljoen mensen een AOW-uitkering. Wonen in het buitenland heeft de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen onder AOW-gerechtigden. Eind 2013 woonden ruim 320 duizend AOW’ers (1 op de 10) in het buitenland. Vijf jaar eerder waren dat er nog ruim 260 duizend. Een stijging van ruim 22 procent, terwijl het aantal AOW-gerechtigden met bijna 18 procent steeg. Vooral wonen in Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland nam toe in populariteit. (Bron: CBS, SVB)

GESTEGEN

UITGAVEN AAN AOW SINDS 2008 MET BIJNA

Op 1 januari 2014 stonden in Nederland 7,9 miljoen personenauto’s geregistreerd. Een kwart eeuw terug waren dat er nog ruim 5 miljoen. Het overgrote deel van de auto’s (7,1 miljoen) stond op naam van een persoon. Omgerekend zijn er gemiddeld 420 auto’s per 1 000 inwoners in Nederland. Het aantal

personenauto’s per 1 000 inwoners is over het algemeen lager in stedelijke gemeenten. Amsterdam heeft met 247 auto’s per 1 000 inwoners het laagste aantal, de gemeente Blaricum met 572 het hoogste. (Bron: CBS)

8NEDERLANDOP WEG NAAR

MILJOEN AUTO'S

25%

Cc

JjGg

winter 2014 49

Page 50: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

JAARRAPPORT INTEGRATIE 2014In het Jaarrapport Integratie 2014 presenteert het CBS een overzicht van de ontwikkeling van de positie van immigranten (eerste generatie) en hun kinderen (tweede generatie) in de Nederlandse samenleving. Thema’s die aan bod komen, zijn bevolking, onderwijs, arbeid, uitkeringen, inkomen en criminaliteit. Het gaat niet alleen om de positie van de vier grootste niet-westerse herkomstgroepen

(Turks, Marokkaans, Surinaams en Antilliaans), maar ook om die van een viertal niet-westerse vluchtelingengroepen (Afghaans, Iraaks, Iraans en Somalisch) en een groep van nieuwe EU-landen (waaronder de Poolse, Roemeense en Bulgaarse herkomstgroepen). De publicatie gaat voor de niet-westerse tweede generatie specifiek in op de positie zes jaar na voortijdig schoolverlaten, de woonsituatie en de levensloop van jongvolwassen vrouwen.

Kengetal: B-61ISBN: 978-90-357-2034-3ISSN: 1872-1354

Deze publicatie is gratis als PDF te downloaden vanaf www.cbs.nl. Tevens is het Jaarrapport Integratie 2014 als e-book beschikbaar in het formaat e-pub.

Thema's die aan bod komen zijn bevolking, onderwijs, arbeid, uitkeringen, inkomen en criminaliteit

50 cbs 04/1450 cbs 04/14

Page 51: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

DE NEDERLANDSE ECONOMIE 2013In de reeks De Nederlandse economie presenteert het Centraal Bureau voor de Statistiek ontwikkelingen bij ondernemingen, huishoudens en de overheid, de arbeidsmarkt en het milieu. In aparte thema-artikelen wordt daarnaast ingegaan op bijzondere economische onderwerpen. In deze editie van De Nederlandse economie is er uiteraard veel

aandacht voor de crisis en het voorzichtige herstel in de tweede helft van 2013. In de thema-artikelen wordt ingegaan op actuele kwesties als de teruglopende investeringen van bedrijven en de toegenomen inkomensongelijkheid tussen huishoudens en bedrijven. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de berekening van de omvang van de illegale economie, de aard en omvang van materiaalstromen in

de economie en aan het effect van rentebetalingen op het overheidstekort.

Kengetal: P-19ISBN: 978-90-357-1900-2ISSN: 1386-1042

Deze publicatie is gratis als PDF te downloaden vanaf www.cbs.nl. Tevens is De Nederlandse economie 2013 als e-book beschikbaar in het formaat e-pub.

In deze editie is er veel aandacht voor de crisis en het voorzichtige herstel in de tweede helft van 2013

recente publicaties

winter 2014 51

Page 52: In gesprek met managementgoeroe Ben Tiggelaar · Volgens de uitkomsten van de voorlopige oogstraming kan ook bij de andere granen ... mee veranderen om inzicht te kunnen blijven bieden

jaarlijks...

Het CBS heeft als taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving. Voor de meest actuele CBS-informatie kunt u de website www.cbs.nl raadplegen. Het CBS verspreidt zijn informatie ook via de sociale media YouTube (www.youtube.com/statistiekcbs) en Twitter (www.twitter.com/statistiekcbs). Het centrale informatiepunt voor algemene vragen over het CBS en zijn producten is te bereiken via telefoon (088) 570 70 70 of [email protected]

WAARVAN ONGEVEER

4DUIZEND NAAR SPANJE

EN RUIM

3DUIZEND NAAR

CURACAO

EMIGREREN ONGEVEER

110DUIZEND NEDERLANDERS