IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond...

32
WWW.CMF-NEDERLAND.NL maken Carrière IN DIENST DER GENEZING | MAART 2013

Transcript of IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond...

Page 1: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

WWW.CmF-NEDErLaND.NL

makenCarrière

IDDGI N D I E N S t D E r G E N E Z I N G | m a a r t 2 013

IDDG mag_2013-1 def.indd 1 21-03-13 11:27

Page 2: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland

jaargang 42, nummer 1Kwartaaluitgave in oplage van 700 exemplarenISSN 1382-0656

RedactieNico Wolswinkel, hoofdredacteurRianne Wisse-Roest, eindredacteurAnnet Bos-van de Beek, Barend Florijn, Geriska Poortman, Willemien Westerhuis, redacteurenJeroen Krijnsen, fotoredactie

Overige medewerkersFrank Visscher, columnistTabitha Kieviet-van Immerzeel, Dokter in Dakar

Kopij en opgave advertentiesNico WolswinkelAnker 16, 3904 PL VeenendaalTelefoon: (0318) 541 768E-mail: [email protected]

Richtlijnen voor het inzenden van kopijAantal woorden per artikel maximaal 1500. Verwijzingen en noten aan het eind van het artikel plaatsen. Aanleveren bij voorkeur als Word-bestand per e-mail; afbreekfunctie uit. De redactie behoudt zich te allen tijde het recht voor om ingezonden artikelen te redigeren c.q. in te korten.

Sluitingdata kopij Maartnummer: 15 januariJuninummer: 15 aprilSeptembernummer: 15 juliDecembernummer: 15 oktober

Vormgeving & drukFirst Concept Communications Telefoon: (0183) 623284

Contact CMF-NederlandCMF-Nederland secretariaatFaustdreef 181, 3561 LG UtrechtTelefoon: (030) 263 08 43Fax: (030) 262 20 50E-mail: [email protected]: www.cmf-nederland.nl

CMF-Nederland fi nanciëelInformatie over lidmaatschap via het secretariaat.Giro 472146 t.n.v. CMF-Nederland te UtrechtOpzeggingen voor het volgende jaar dienen uiterlijk 30 november van het lopende kalenderjaar bij het secretariaat binnen te zijn. Losse nummers In Dienst Der Genezing € 7,50

Grondslag, visie en missie van CMF-NederlandDe grondslag van de vereniging is Gods openbaring in Christus, zoals deze in de Bijbel tot ons komt. De visie van de vereniging is, dat het geloof in Jezus Christus inspiratiebron is voor de persoon en het werk van de arts. De missie van de vereniging is haar leden door middel van onderlinge ontmoeting, bezinning en verdieping toe te rusten om zowel in hun beroep als daarbuiten aan haar visie inhoud te geven. De vereniging ziet het ook als haar missie om te participeren in de internationale christelijke medische gemeenschap.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

Colofon

INHOUD IN DIENSt DEr GENEZING n NUmmEr 1 2013

04 Vrouw, carrière en ambitie Willemien Westerhuis en Rianne Wisse

08 Leiderschap en leiding geven Nico Wolswinkel

16 Solliciteren: Ideeën van een sollicitant met enige ervaringEdward Groenenboom

IDDG mag_2013-1 def.indd 2 21-03-13 11:27

Page 3: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

De CMF is de laatste jaren gestaag ge-groeid. Veel studenten en jonge artsen vonden de weg naar de vereniging. Maar, wellicht even opvallend, ook artsen met al een groot deel van hun carrière achter de rug, meldden zich aan als lid. Met elkaar kunnen we ervarin-gen delen en van ervaringen leren. Het themadeel van dit nummer staat wat stil bij begrippen als carrière, ambitie en leiderschap. Je kunt daar van alles bij bedenken. Waar sta je als student, welke factoren zijn van belang bij de keuzes die je maakt? Is ambitie een verkeerd woord? Hoe liggen deze thema’s voor de vele vrouwelijke collega’s, in relatie tot gezinsvorming en moederschap? We hebben gekozen voor een praktische

insteek: het verwoorden van ervaringen. Onze jongere leden kunnen daar hope-lijk hun winst mee doen.

Een nieuwe jaargang geeft ook weer een beetje een nieuw gezicht aan het blad. In dit nummer leest u de laatste bijdrage van ds. v.d. Brink in zijn serie over Evidence based Christianity. Hij ging de afgelopen twee jaar in op een aantal vragen uit de apologetiek, vragen die ook in het gesprek tussen de dokter en de patiënt gesteld kunnen worden.

Marleen Buijs en Arjen v.d. Wal heb-ben afscheid genomen van de redactie. Veel dank voor jullie betrokkenheid en inbreng. Inmiddels hebben we een

opvolger in de persoon van Barend Willem Florijn. Hij zal ook de rubriek Oog, oor & blik van Marleen overne-men. We kunnen overigens nog wel een redactielid gebruiken. Hebt u interesse of weet u een geschikte kandidaat? Laat het horen.

Ook in de tweede fleurige jaargang van ons blad wens ik ieder veel leesplezier. Weet u dat het blad anderhalf jaar geleden nog helemaal in blauwtinten werd uitgegeven? Wij verlangen daar niet meer naar terug!

Van de redactieNico wolswiNkel

12 EvidencebasedChristianity Ds. G.A. van den Brink

15 Dedrijfverenvan… José de Haan-Bats

16 Controversen Mirenaspiraal, een ethisch dilemma? Deel 1 Liesbeth Lieverse

19 Beschouwing Mirenaspiraal, een ethisch dilemma? Deel 2 Alexander en Jacoline van

Heukelum

24 Boekrecensie Dagboek voor leidinggevenden Paul Lieverse

24 Boekrecensie christelijk leiderschap Nico Wolswinkel

26 BuitenlandseZaken icMDA 2012 lebanon.

Historical & Biblical Tour Rick Paul

31 Oog,oor&blik Barend Florijn

columns13 Carrière Frank Visscher

25 DokterinDakar Tropenarts in de asfaltjungle Tabitha Kieviet-van Immerzeel

nieuws15 Vandebestuurstafel Paul Lieverse

22 NieuwsvanhetLindenboomInstituut

Nico Wolswinkel

29 Agenda

30 Studentikoos cMF studentgroep Utrecht Janice Heijstek, Eline van Winkel,

Judith Vreugdenhil-Vreugdenhil en Jaap Lustig

IDDG mag_2013-1 def.indd 3 21-03-13 11:27

Page 4: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Thema willeMieN wesTerHUis eN riANNe wisse

VoorstelrondjeMet vijf vrouwen op wisselende posities in het stu-dent- of beroepsleven spraken wij hierover. Allereerst stellen wij ons voor.

Janice is 22 jaar en inmiddels 4e jaars geneeskundestu-dent. In Utrecht betekent dit dat de eerste coschappen al achter de rug zijn. Janice vond tot nu toe kinder-geneeskunde het leukst en hoopt dat ook het coschap huisartsgeneeskunde goed zal bevallen. Daarnaast is interne geneeskunde voor haar ook een optie om in verder te gaan.

Alinda is 27 jaar en heeft in 2010 haar artsenbul in ontvangst genomen. Zij wist al vroeg wat zij wilde: in de schoolkrant van groep 8 stond ‘Ik wil dokter worden’. Gedurende een periode wist ze het niet meer zeker, toen leek verpleegkunde een leuke optie, maar na een switch naar het VWO was de keus voor geneeskunde gemaakt. Dat zij terecht kon bij de studie, voelde zij als bevestiging van God. In de loop van de opleiding wisselde haar keuzes van huisartsgeneeskun-

de via de tropengeneeskunde naar de interne genees-kunde. Zij is inmiddels tweedejaars AIOS in Utrecht en zij zit daar duidelijk op de goede plek.

Ineke is in 1981 afgestudeerd. Ze wilde aanvankelijk de verpleging in, maar een conrector op de nonnenschool waar zij les had, spoorde haar aan om geneeskunde te gaan doen. Na haar opleiding is zij getrouwd. Haar man is ook arts en samen zijn zij enkele jaren naar de tropen geweest. Daar kregen ze twee kinderen, en na hun terugkomst in Nederland kwamen daar nog twee kinderen bij. Omdat haar man in opleiding was tot chirurg – een baan waarin hij vele uren moest maken – bleef Ineke een aantal jaren thuis. Daarna volgde zij de opleiding tot consultatiebureauarts. Inmiddels doet zij dit vak al jaren met veel plezier

Rianne is 28 jaar en hoopt einde van dit jaar huisarts te zijn. Als kind wilde zij graag kinderarts worden, maar in de loop van de opleiding heeft zij gekozen voor het huisartsenvak en heeft hier tot op heden geen spijt van. Rianne verwacht binnenkort haar tweede kindje.

Vrouw, carrière en ambitie

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

4

De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar later waren beide getallen ruim verdubbeld. Het Nivel Instituut ver-

wacht dat in 2027 66% van alle artsen en ruim de helft van alle medisch specialisten vrouw zal zijn. De Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen heeft in 2010 een rapport gemaakt

met feiten en cijfers over (aanstaande) artsen ‘m/v’. Zij noemen onder andere dat vrou-welijke huisartsen, medisch specialisten en sociaal geneeskundigen in opleiding mo-

gelijkheden voor deeltijdwerk, privé- en gezinsomstandigheden en werken conform kantoortijden belangrijker vinden dan mannen. Mogelijk heeft dit tot gevolg dat de doorstroom van vrouwelijke artsen naar een aantal specialismen en naar hogere

wetenschappelijke of bestuurlijke functies achterblijft. Wij vinden het interessant om te onderzoeken wat bij vrouwen die lid zijn van CMF de ideeën zijn over

carrière en ambitie en belangrijke keuzes hierin.

IDDG mag_2013-1 def.indd 4 21-03-13 11:27

Page 5: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Willemien is 27 jaar, sinds bijna twee jaar afgestu-deerd. Na 1,5 jaar op een SEH gewerkt te hebben, gaat zij nu werken als arts assistent kindergeneeskunde. Zij wilde altijd al dokter worden, maar de uiteindelijke beroepskeuze is nog niet definitief vastgelegd.

Dromen of rationeel kiezenAlinda: “Misschien was het een droom. Toen ik 16 was, had ik bijbaantje in een verzorgingshuis. Ik deelde eten rond op de kamers. Er zat een oud vrouwtje op een don-kere, schemerige kamer, die zei dat ze zo kortademig en benauwd was. Ik voelde me heel machteloos en kon alleen de zuster roepen. Ik dacht toen: ik zou dokter wil-len worden om zo iemand als die mevrouw te helpen! Het is een mooi en gaaf beroep, maar vaak kom je er pas tijdens de coschappen achter wat het nu echt in houdt. Je gaat dan ook de nadelen zien… En je bent er na zes jaar geneeskundestudie nog niet, maar het begint dan pas. Als je uiteindelijk op je plek zit en bevrediging haalt uit je werk, dan is het leuk.” Janice: “Ik vind het niet per se een droombaan, ik ben niet zo’n dromerig type. Je doet iets wat je leuk vindt.

Na het VWO heb ik eerst even Biomedische Weten-schappen gedaan, maar ik miste de directe relevantie en contact met mensen bij deze studie. Het was voor mij een logische stap om toch geneeskunde te gaan doen. Ik was gelukkig in één keer ingeloot in Utrecht en ik voel me helemaal op mijn plek daar.

Ineke: “Ik heb wel altijd iets in de zorg willen doen, iets met mensen. Ik had het wel erg gevonden om niet ingeloot te zijn. Wij wilden ook graag de zending in, dat we naar de tropen zijn gegaan, was dan ook een bewuste keuze. Het is goed om er vooral nuchter tegen-aan te kijken: als je vier kinderen hebt en je man is altijd

druk, is je roeping ook vooral het moeder-zijn en niet alleen dokter-zijn. Toen we terugkwamen uit Nigeria, wist ik niet hoe ik de zorg voor kleine kinderen kon combineren met het werken als arts. Parttime werken kon toen vrijwel niet. Er was ook geen familie dichtbij om op de kinderen te passen. En vanuit een reformato-rische achtergrond leeft ook sterk dat de vrouw in het gezin hoort, dat speelde ook wel mee. Dat betekent niet dat je constant thuis moet zitten, maar ik zie zorgen voor het gezin wel als mijn eerste verantwoordelijkheid.”

Op de vraag hoe het was om de jaren ‘70 geneeskunde te studeren als vrouw, antwoordt Ineke: “Er waren heel weinig meisjes, zeker niet meer dan 20% van het totaal aantal studenten. In reformatorische kringen was het wel een beetje apart, want als je later kinderen zou krij-gen, dan kon je toch niet meer werken… Maar ik wist niet of ik zou trouwen en kinderen zou krijgen, dus ben ik toch begonnen. Als coassistent aan bed wordt je natuurlijk standaard ‘zuster’ genoemd. Mijn kinderen zaten later op een reformatorische school, zij kregen van klasgenoten te horen dat hun moeder toch geen

dokter kon zijn, alleen maar zuster. Mijn ouders vonden het prima dat ik ging studeren, dat is nooit een probleem geweest. Ik heb tien jaar niet gewerkt als arts, terwijl het huishouden

niet echt mijn hobby was. Achteraf had ik misschien toch wel eerder iets kunnen gaan doen, bijvoorbeeld werken op een consultatiebureau en oppas regelen voor de kinderen. Maar in die context waren er niet heel veel mogelijkheden. Toch is je opleiding dan niet nutteloos, je kunt mensen bijvoorbeeld iets uitleggen of adviseren over medische zaken. Consultatiebureau-arts worden was niet mijn grote ideaal. Ik doe het nu echt met plezier. Tegenwoordig is het vak boeiender en uitgebreider dan vroeger. In de tropen heb ik het belang van preventie gezien, waar ik ook nu mee bezig ben. Daarnaast zie ik in Nederland veel opvoedings-problematiek, waar je als consultatiebureauarts iets

Ik heb tien jaar niet gewerkt als arts, terwijl het huishouden niet echt mijn hobby was

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

5

>>

Alinda ineke Janice

IDDG mag_2013-1 def.indd 5 21-03-13 11:27

Page 6: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

in kunt betekenen. Ik vind het enorm belangrijk dat je kinderen een goede start kunt geven. Ook al kun je niet je ideale beroep gaan uitoefenen, als je het met enthousiasme en inzet doet, wordt het vanzelf leuk.”

Mannen versus vrouwenWanneer je als man en vrouw beiden even ambitieus bent, en er moeten stapjes terug gedaan worden in verband met gezin of familie, dan moet dit fifty-fifty zijn, vindt Janice. Ineke: “Voor mannen, zeker als medisch specialist, is het soms lastiger parttime te werken. Als je allebei arts bent zijn er vanuit Bijbels oogpunt wel aanwijzingen dat de vrouw meer zorgtaken heeft. Dus dat de vrouw dan een stapje terug zou moeten doen.” Alinda heeft hetzelfde gevoel: de man in het gezin als hoofd kostwinner, en een vrouw meer gericht op gezin en zorg. “Als ik een gezin zou hebben, zou doel nummer één wel het gezin zijn.” Janice voegt daaraan toe dat voor een man de eerste prioriteit ook het gezin moet zijn, en daarna pas werk. Wat Ineke betreft is dit ook wel afhankelijk van karakter en het werk van de man: sommigen vinden het prima om huisman te zijn of een papadag te hebben.

Alinda: “Tot halverwege de 20e eeuw moesten vrou-wen van de overheid stoppen met werken wanneer ze trouwden. Ik denk dat dit ertoe heeft geleid dat we in onze cultuur nog steeds geneigd zijn vrouwen meer parttime te laten werken dan mannen. Het is ook maar wat je gewend bent... Als je gewend bent aan veel verantwoordelijkheid en uitdagende taken, kan het best crisis zijn wanneer je thuis zit zonder werk. Je bent opgegroeid met uitdagende taken, die een deel van je identiteit gaan uitmaken. Ik denk dat

in reformatorische kringen ook wat scheefgegroeid is vroeger. De man had toen vaak weinig tijd, was veel aan het werk, had taken in de kerk. Daardoor kwa-men opvoeding en zorgtaken op de tweede plaats, de moeder stond er vaak alleen voor. Dat is ook niet de bedoeling. Kinderen zijn verantwoordelijkheid van man en vrouw samen.” Ineke voegt hieraan toe: “Inderdaad, wanneer je niet beiden voor de kinderen wilt zorgen, kun je beter niet aan kinderen begin-nen.” Verder noemt zij het voorbeeld van Spreuken 31: ‘De ideale huisvrouw’. Deze vrouw was ook druk met haar werk, waarschijnlijk met hulp van haar slavinnen. Haar man ‘zat in de poort’ en was dus een belangrijk iemand, die waarschijnlijk ook fulltime

bezig was. Dus ook vrouwen in de Bijbel hadden neventaken.

Willemien: “Ik denk dat het uitmaakt dat je als vrouw alles goed wil doen. Als je hoog inzet in je specia-lisme, maar vervolgens steeds het gevoel hebt dat je niets goed genoeg doet - je werk, gezin en alle andere dingen - is dat geen goede keuze. Bedenk dan van tevoren dat je liever iets gaat doen wat wellicht wat minder hoog gegrepen is, maar wat je wel goed kan doen.” Rianne beaamt dit, “Ja, wij zijn vaak erg per-fectionistisch. Liefst willen we ons werk perfect doen, maar thuis moet ook alles tot in de puntjes geregeld zijn.” Janice: “Maak als vrouw ook keuzes, neem bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. Denk niet dat je alles zelf moet doen”. Alinda: “Wat is er mis met een minder flitsende carrière? Je doet jezelf toch niet tekort als je daarin als christen andere keuzes maakt. Het is een interessante vraag of vrouwen gelukkig zijn wanneer ze hard werken als specialist en daar-naast kinderen hebben. Durf ook altijd even stil te staan bij waar je mee bezig bent, en jezelf niet te laten meevoeren in de rijdende trein van je carrière zonder te reflecteren.” Willemien denkt dat niet iedereen het aankan om fulltime te werken en voor kinderen te zorgen. Alinda: “Je maakt ook keuzes op dat bepaalde moment in je leven. Wanneer je nog niet weet of je trouwt of kinderen krijgt maak je andere keuzes. Je leven loopt op bepaalde manier en je hebt niet alles in de hand.” Ineke:”Je leven kan anders lopen dan je denkt. Belangrijk is dat je keuzes moet maken en moet werken met je hart, dan is het ook leuk.”

Na deze overwegingen rijst de vraag of wij een ander specialisme zouden kiezen wanneer we man zouden zijn geweest. Ineke was in dat geval waarschijnlijk kinderarts of huisarts geworden. Of zij zou in de tropen zijn gebleven. Voor Alinda maakt het geen verschil, zij zou ook internist worden. Bij Janice zou de keuze om

kinderarts te willen worden meer naar voren komen. Willemien zou wellicht voor een wat praktischer vak gekozen hebben, in de aanname dat mannen over het algemeen wat handiger zijn. Daarnaast zou de eventu-ele keuze voor tropengeneeskunde makkelijker zijn.Al met al komen we tot de conclusie dat momenten van reflectie erg belangrijk zijn, blijf jezelf afvragen wat de reden is van bepaalde keuzes en of je tevreden bent met wat je doet.

Fulltime versus parttimeAl eerder in het gesprek kwam het aantal werkuren ter sprake. Fulltime werken heeft invloed op de prioritei-ten die je in het leven stelt. Wij gingen hier verder op ID

DG

n

ma

art

201

3

6

“Durf ook altijd even stil te staan bij waar je mee bezig bent, en jezelf niet te laten meevoeren in de rijdende trein van je carrière zonder te reflecteren.”

IDDG mag_2013-1 def.indd 6 21-03-13 11:27

Page 7: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

in. Ineke: “Als je veel werkt, blijft er weinig tijd over voor andere taken, bijvoorbeeld in de kerk of vrijwil-ligerswerk. Ik wil, zelfs nu de kinderen uit huis zijn, niet meer uren werken, om tijd over te houden om mensen te bezoeken en dergelijke. Iedere levensfase brengt andere prioriteiten met zich mee. Wanneer je een jong gezin hebt, ben je druk met kinderen, wel-licht heb je later weer meer tijd voor andere activi-teiten.” Alinda merkt dat, wanneer ze zou moeten kiezen, de prioriteit van vrijwilligerswerk of commis-siewerk bij haar wat lager ligt. “Ik vind dat je als arts al dienend bezig bent, je maakt al veel extra uren. Ik doe nu wel commissiewerk, maar vooral omdat het leuk is en het verbredend is niet alleen maar met je vak bezig te zijn. Overigens vind ik wel dat je een re-levante maatschappelijke verantwoording hebt, omdat je opleiding heel veel geld kost voor de maatschappij.” Willemien: “Ik had door het onregelmatig werk tot nu toe veel tijd voor andere activiteiten, ondanks dat het een fulltime baan was. Tijd hebben voor vrien-den, voor allerlei commissies en activiteiten in kerk vind ik erg belangrijk, dat wil ik blijven doen.” Janice is kritisch: “Natuurlijk het is ook belangrijk, op een christelijke manier bezig met mensen tijd en aandacht geven. Maar kan je dan als christelijke vrouw geen specialist worden als je ook de andere taken belang-rijk vindt?” Willemien: “Gelukkig gaat dat steeds meer komen, kijk ook maar naar bijvoorbeeld de arts-assistentenkring in Amsterdam of Utrecht.” Ineke vult aan: “Hoe meer vrouwelijke specialisten er komen, hoe meer mogelijkheden er gecreëerd moeten worden om bijvoorbeeld eerder weg te gaan om je kind van de crèche te halen. Het vak wordt vrouwvriendelijker. Aan de andere kant is het de vraag of de ontwikkeling van meer parttimers voor de patiënten wel zo goed is. Dokters eerder weg, minder dagen, dus minder continuïteit. Je ziet tegenwoordig wel meer duobanen voor bijvoorbeeld twee vrouwen komen.” Rianne:

“Ook in toekomstvisie voor de huisartsenzorg staat dat er gestreefd moet worden naar twee huisartsen per patiënt, die dan samen de hele week binnen kantoor-uren bereikbaar zijn. Dat lijkt me een voorwaarde voor goede continuïteit van zorg.”Tegenwoordig hebben vrouwen veel kansen op een mooie baan, en mogelijkheden om dat te combineren met andere prioriteiten in hun leven. Er komt langza-merhand een cultuurverandering waarin de man ook vanzelfsprekender zorgtaken en gezinstaken op zich neemt. In vergelijking met andere landen is het opval-lend dat het in Nederland zo normaal is dat vrouwen parttime werken. Mogelijk komt dit doordat een studie voor vrouwen in Nederland betaalbaar is. In bijvoor-beeld de VS hebben afgestudeerde dokters zeer veel stu-dieschuld, die afbetaald moet worden met minimaal 60 uur per week werken. Wat dat betreft zijn wij verwend.

Christen versus niet-christenTenslotte bespreken we of het artsenvak voor chris-telijke vrouwen anders is dan voor niet christelijke vrouwen. Wat Alinda betreft is er zeker verschil: “Als je gelooft, dan ligt je identiteit in Christus. Mijn werk zou daarin mijn identiteit niet mogen bepalen. Het zou niet moeten uitmaken of ik schoonmaakster ben of dokter. Je wordt wel meegezogen in de sfeer die er op de werk-vloer hangt, maar je hoeft geen slaaf van je carrière te zijn. Ik merk dat ik er zelf erg alert op moet zijn om niet alsmaar door te rennen. Wanneer het gaat om keu-zes maken in je leven houd ik vast aan een citaat van Bonhoeffer: ‘Ik geloof dat God wacht op verantwoord handelen en biddend opzien en daarop antwoord geeft.’” Rianne: “Als je verstand en talenten krijgt, is dat ook een verantwoordelijkheid die God je geeft. Als je kinderen krijgt, is dat mijns inziens wel je eerste verant-woordelijkheid. Je kinderen hebben maar één moeder en dat ben jij. Voor patiënten ligt dat anders, zij hebben meerdere dokters en jij bent niet onmisbaar.” n ID

DG

n

ma

art

201

3

7

vlnr willemien, Alinda, Janice en ineke

IDDG mag_2013-1 def.indd 7 21-03-13 11:27

Page 8: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Interview Nico wolswiNkel is huisarts in Veenendaal en hoofdredacteur van iDDG

Hoe wordt een dokter een manager?Dat gaat natuurlijk heel geleidelijk. Als jonge dokter ben je gewoon aan het werk, je doet je diensten, en verleent de primaire patiëntenzorg. Zeker in de eerste paar jaar kom je aan niets anders toe, het handwerk vraagt alle aandacht. Maar na een jaar of twee ga je verder om je heen kijken. Je stelt je de vraag: hoe kan ik meer aan de structuur doen? Hoe kan ik bredere verantwoor-delijkheid dragen? Hoe kan ik een bijdrage leveren aan de ‘public health’? Slechts het topje van de ijsberg aan zieken komt in het ziekenhuis, maar de rest…Zo kreeg ik in Afrika taken in de kliniek, als dokter, als manager en als bestuurder.

Is dat een grote overgang?Nou, dat gaat heel geleidelijk. Maar het moet ook een beetje in je genen zitten, je moet het leuk vinden. En wanneer dat zo is, dan moet je er ook in duiken. Ik ben een opleiding bedrijfskunde gaan doen, omdat ik meer kennis wilde hebben over bedrijfskundige en organisatorische processen.

Was het een logische keus?Ach, wat heet keus. Na 8 jaar tropen zijn de moge-lijkheden beperkt. Om specialist te worden ben je eigenlijk al te oud. Huisartsgeneeskunde was een optie. Ik stond voor de keus: klinisch verder of de weg op van management en beleid. Het is het laatste geworden, en ik ben er heel tevreden mee.

Wie of wat is voor jou bepalend geweest voor jouw ontwikkeling tot de leider die je nu bent?Tijdens mijn opleiding is Henry Mintzberg belangrijk geweest. Ik was nog een beetje een autodidact, op zoek naar theoretische onderbouwing. Bij hem had ik veel herkenning, veel puzzelstukjes vielen op hun plaats. Zijn typering van verschillende soorten organisa-ties was heel herkenbaar. Ook die van de zorg, waar managers leiding moeten geven aan art-sen en andere hoog opgeleide professionals. Dat vergt een heel andere manier van leiding geven dan in een fabriek, of in

de ambtenarij. In zijn bekende handboek ‘Structures in five: designing effective organizations’ typeert hij zorgorganisaties als ‘professional bureacracues’.

Wat is kenmerkend bij het aansturen van zorgpro-fessionals?Wanneer je leiding geeft aan een professional, dan moet je zijn professionele autonomie kunnen respecte-ren. Dat is een kunst apart.

Je hebt ook ervaring in de ambtenarij…Daar gaat het weer heel anders. Je moet er een be-stuurlijke en politieke antenne hebben om goed te kunnen functioneren. De politiek stelt daarmee weer heel andere eisen. Maar het vergt een andere manier

Leiderschap en leiding geven

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

8

Marinus Verweij heeft al een hele carrière als leider achter de rug. Als student was hij praeses van het CSFR dispuut Panoplia in Leiden. Vervolgens werd hij tropenarts in Afrika, waarbij zijn taak langzaam verschoof van het medische handwerk naar het managen. Terug in Nederland ging hij beleid maken bij het College voor ziekenhuisvoorzieningen, werd vervolgens directeur van ZOA en ging terug naar de ambtena-rij als lid van de Raad van bestuur van het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (Bouwcollege). Ontwik-kelingswerk bleef kriebelen en in 2010 werd hij directeur van ICCO (Interkerkelijke Coördinatie Commissie Ontwikkelingssamenwerking). En om niet te vergeten: hij volgde in het midden van de jaren negentig Ed Heule op als voorzitter van de PCAO (Protestants-Christelijke Artsenorganisatie). Onder de leiding van Ma-rinus werd de naam veranderd en deed de eerste betaalde secretariële medewerker haar intrede: de CMF ontstond en een professionaliseringsslag werd gemaakt.

n Marinus Verweij is directeur is van icco

IDDG mag_2013-1 def.indd 8 21-03-13 11:27

Page 9: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

van leiderschap, ook in de ogen van Mintzberg. In de politiek staat wet- en regelgeving centraal, het gaat meer om maatschappelijke relevantie, het is veel pro-cedureler, kortom: het is een ander speelveld.

En nu bij ICCO, komt daar alles bij elkaar? ICCO is een organisatie met een tweehoofdige directie en een Raad van Toezicht op afstand. Er werken veel professionals, je hebt ook veel met het politieke beleid te maken. Dat kleurt de thema’s die spelen, en dus ook de manier waarop je daaraan leiding geeft.

Hebben zij jouw type leider nodig?Ach dat weet ik niet. Waar het vooral om gaat is dat je een authentiek leider bent. En dan kunnen er verschil-lende leiders op een zelfde stoel zitten. Leiderschap is erg persoonsgebonden, je neemt heel sterk je eigen karakter mee. Mijn voorganger was anders dan ik, dat is prima. Ik ben niet heel directief, sta iets meer op afstand, laat de dingen komen en slaap er nog eens een nachtje over. Iedere lei-der zet zijn eigen stempel op een organisatie. Daarom zijn wis-selingen op zijn tijd heel nuttig. Ga je te snel weg, dan ontstaat er discontinuïteit. Ga je te laat weg, dan verstart de organisatie. Ik denk dat iedere leider iets eigens toevoegt. Misschien dat een organisatie in een bepaalde fase een bepaald type leider beter kan gebruiken.

Wat is belangrijk voor een manager?Soms zijn verschillende wegen mogelijk. Bij het bepalen van de keus is vooral belangrijk om je op een passende manier te integreren met het team. Verder is het vooral belangrijk om integer te zijn, integriteit is de belangrijkste eigenschap die een leider moet heb-ben. Daaruit vloeit ook voort: openheid, eerlijkheid en transparantie. Soms gebeuren er dingen die niet leuk zijn voor een organisatie, juist dan is openheid essenti-eel om verder te kunnen. Daar heb je geen blauwdruk voor, maar deze kernwoorden geven wel een richting aan. Verder is belangrijk dat een leider zijn mensen kan meenemen in het ideaal en kan inspireren, dan krijg je ze ook in de praktijk in beweging. Je moet als leider dus ook sensitief zijn over wat er gebeurt in je organisatie

Christelijk leiderschap, dienend leiderschap, kun je daar wat mee?Eerlijk gezegd niet zoveel. Het is mooi wanneer men-

sen zich vanuit Bijbelse principes geïnspireerd weten, maar datgene waar het uiteindelijk om gaat is naar mijn idee niet specifiek christelijk. Integriteit en trans-parantie zijn geen specifiek christelijke noties.

Wat zijn de meest lastige dingen?Een cultuuromslag begeleiden, wanneer dat nodig is. Soms veranderen externe omstandigheden. ICCO heeft bijvoorbeeld niet meer de positie in Den Haag van weleer. Dat vereist dat de organisatie op een andere manier gaat functioneren, een kanteling in denken. Als leider moet je daar je mensen in meekrij-gen, en dat is soms lastig. Iets kleins als de verandering van de naam PCAO naar CMF riep al allerlei emoties op, terwijl er verder helemaal niets veranderde. Kun je nagaan wat het betekent wanneer er echt dingen veranderen!

Mensen ontslaan is praktisch gezien het meest vervelende, wat de reden ook is. Daar kun je mee rondlopen. Maar soms is het nodig in het belang van de organisatie, of in het belang van mensen.

Heb je nog een advies voor alle studenten en jonge artsen binnen de CMF?Als eerste zou ik willen zeggen: doe werkervaring op in de volle breedte van het vak. Er is niets mis mee om eens van baan te wisselen. Je krijgt meer kijk op organisaties en hoe die worden geleid. Een periode buitenland kan daarbij ook erg verrijkend zijn. In Afrika gaan de dingen anders. De dokter staat meer op een voetstuk, het is er hiërarchischer. Het is goed dat eens te ervaren naast de westerse mondigheid. En wanneer je het leuk vindt: ontwikkel je in beleid en management. Ook als je specialist wordt is er ruimte in het ziekenhuis om mee te doen op het gebied van beleidszaken. En het is dan zeker handig om je er wat in te scholen, er zijn allerhande mogelijkheden om meer kennis op te doen. Daardoor snap je beter wat er gebeurt en op die manier wordt het leuker. n ID

DG

n

ma

art

201

3

9

Waar het vooral om gaat is dat je een authentiek leider bent

IDDG mag_2013-1 def.indd 9 21-03-13 11:27

Page 10: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Th emaeDwArD GroeNeNBooM

Overweeg het Koninkrijk van God in je beslissingDat is wellicht vanzelfsprekend voor een artikel in een CMF-tijdschrift , maar het lijkt me goed om hiermee te beginnen. Voor een christen staat immers het dienen van God, ook in je werk, voorop. Dat betekent dat je jezelf de vraag moet stellen: ‘Kan ik dienstbaar zijn aan Gods Koninkrijk op deze werkplek?’ Maar ook: ‘Is dit de weg de God met mij gaan wil, wat is mijn bestemming?’ De beslis-sing voor een baan wordt doorgaans voor jaren genomen en heeft conse-quenties voor jezelf en, als je dat hebt, je gezin. Vraag je af of de plaats waar je zult gaan werken, en wellicht ook gaat wonen, een plaats is waar je je geestelijk kunt voeden en tot zegen kunt zijn. Is er in de omgeving een geschikte kerkelijke/christelijke gemeente? Als je kinderen hebt: kunnen ze goede christelijke scholen bezoeken? Maar vooral: leg de stappen die je wilt nemen voor God neer. Wees bereid eigen ideeën of voorkeuren op te geven. Let op aan-wijzingen die een andere richting wijzen dan de weg die je ingeslagen bent. Zelf heb ik in dit opzicht veel geleerd van het boek ‘De beloft e van de herder’ van J.I. Packer en Carolyn Nystrom. Daarin wordt op een heel heldere manier vanuit de Bijbel aangetoond hoe God mensen de weg wijst in belangrijke levensbeslissingen.

Ken je eigen competenties en wees reëel over jezelfSolliciteren is voor een niet onbelangrijk deel ook zakelijk afwegen of genoemde baan wat voor je is. Stel je daarom zo concreet mogelijk voor wat je van deze

baan verwacht. Stel je voorafgaande aan een sollicitatiegesprek ook concreet voor wat je gesprekspartners graag in jou zouden willen zien.Het maakt een professionele indruk als je kort en bondig je kwaliteiten kunt benoemen, maar ook kritisch over je eigen werk kunt refl ecteren. Toon aan dat je de kwaliteiten die van jezelf benoemt daadwerkelijk bezit door ze te illustreren met praktijkvoorbeel-den. Zeg bijvoorbeeld niet: ‘Ik ben een echte organisator’ maar ‘Door mijn medewerking aan het opzetten van evenement X waarbij

ik verantwoordelijk was voor Y en Z heb ik gemerkt dat organiseren mij goed afgaat.’ Dat je kunt dokteren wordt meestal wel aangenomen als je je diploma’s kunt laten zien. Deelgebieden waarin je jezelf hebt bekwaamd worden doorgaans interessant gevonden en er wordt vaak over doorgevraagd. Mijn interesse in palliatieve zorg (onder andere een stage in een hospice tijdens de huisartsenopleiding) heeft het gesprek wel eens bij euthanasie gebracht. Ik heb ook gemerkt dat het erg op prijs werd gesteld als je met concrete plannen komt die je op je toekomstige werkplek wilt verwezenlijken.

Solliciteren

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

10

Ideeën van een sollicitant met enige ervaring

De redactie heeft mij gevraagd een artikel te schrijven over mijn ervaringen met solliciteren. Ik ben sinds een aantal jaren waarnemend huisarts. In die periode heb ik diverse keren gesolliciteerd naar een baan als huisarts-praktijkhouder. Enkele maanden geleden heb ik een contract gesloten met een collega wiens praktijk ik per 1 januari 2014 overneem. Ik heb daardoor de afgelopen jaren wat sollicitatie-ervaring opge-daan en probeer in dit artikel die ervaringen te verwerken tot een aantal concrete adviezen. Sommige zullen bekend zijn en wellicht een hoog ‘open deur gehalte’ hebben, maar wellicht is één en ander herkenbaar of bruikbaar. Als ik de afgelopen jaren overzie kom ik tot 4 adviezen.

n edward Groenenboom is huisarts

IDDG mag_2013-1 def.indd 10 21-03-13 11:27

Page 11: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Solliciteren

Anderzijds moet ook eerlijk worden gezegd dat de per-sonen met wie je een sollicitatiegesprek voert ook vaak gewoon op zoek zijn naar iemand die ‘in de club past’. Zelfs al voldoe je ruimschoots aan het gewenste profiel kun je toch nog afvallen in de race. Zelf maakte ik mee dat we het in een gesprek eigenlijk over veel dingen eens waren, maar aan de sfeer van het gesprek proefde ik ook dat ik me in dit werkklimaat niet thuis zou voelen. Meestal is zo’n ervaring wederzijds, ik hoorde na het bewuste gesprek dan ook niets meer. Anderzijds is het me ook een keer overkomen dat na een gesprek van een half uur werd gezegd: ‘Dit voelt goed, wat mij betreft praten we volgende week verder’.

Overleg met anderen Als je een brief hebt geschreven kan het raadzaam zijn die voor te leggen aan enkele mensen die je vertrouwt en je eerlijk de waarheid durven zeggen. Vraag bijvoor-beeld een collega eens kritisch naar je brief te kijken. Herkent die persoon zich in de manier waarop je jezelf als dokter beschrijft? Vraag ook rustig een niet-collega die jou als persoon wat beter kent mee te lezen. Dat is misschien iemand die meer let op de stijl en de vorm-geving van je brief. Het houdt je scherp. Vraag ook of de betreffende personen de baan bij jou vinden passen.

Kies overigens de juiste personen uit en houd ook je eigen motieven in de gaten. Wat is je doel met het vragen van advies? Wil je horen wat je graat wilt horen, of vertrouw je iemand omdat je weet dat deze persoon een goede en objectieve kijk op dingen heeft? Als dat laatste het geval is kan het advies van zo iemand erg waardevol zijn in je besluitvorming rondom het zoeken van een baan. Packer citeert in het zojuist genoemde boek Spr. 20: 20 ‘Luister naar raad en neem vermaning aan, opdat u uiteindelijk wijs wordt’.

Bedenk hoe je je christen-zijn ter sprake brengtGa ervan uit dat de personen bij wie je solliciteert vooral geïnteresseerd zijn in je medische competenties. Levens-overtuiging staat doorgaans niet heel hoog op het lijstje van zaken waarover men meer wil weten. Verwijzingen naar een christelijke levensovertuiging in een brief kunnen zelfs weerstand oproepen is mijn ervaring. Dat geldt overigens niet alleen voor christenen. Van een collega-waarnemer hoorde ik pas dat het lastig voor haar was om vast werk te vinden. Ze vertelde dat ze overwoog om de vermelding dat ze yogalessen gaf uit haar sollicitatiebrief te verwijderen omdat daar vaak kritisch over werd doorgevraagd. Zelf heb ik in mijn sollicitatiebrieven nooit expliciet aangegeven dat ik christen ben. Niet uit schaamte, maar om geen ruimte te

geven aan onjuiste ideeën of vooroordelen. Veel zaken laten zich in gesprekken veel duidelijker uitleggen. Als je christen-zijn ter sprake komt zal dat meestal te maken hebben met ethische vragen rondom bijvoorbeeld euthanasie. Denk van te voren na over hoe je deze dingen aan de orde gaat stellen. Het geeft helderheid als je zo concreet mogelijk bespreekt hoe je handelt als een euthanasievraag op je afkomt. Het is ook hierin de toon die de muziek maakt. Meestal meldde ik aan het eind van een sollicitatiegesprek dat ik mijn vak zo breed mogelijk wil beoefenen, maar dat er één handeling is waarvan ik me afzijdig houd: actieve levensbeëinding. Om vervolgens te benadrukken dat ik groot belang hecht aan goede palliatieve zorg, geen zinloze medische handelingen wil verrichten en niet nodeloos het leven wil rekken. Laat verder duidelijk blijken dat je het gesprek met patiënten en collega’s over dit onderwerp niet schuwt en juist gaande wilt houden. Een collega vroeg mij tijdens een sollicitatiegesprek eens of hij wel met mij zou kunnen praten als hij een moeilijke euthanasie had verricht. Er bestaat soms een schrikbeeld dat je je hoofd omdraait als het moeilijk wordt. Bespreek echter ook wat je doet als er een situatie ontstaat waarin een patiënt vasthoudt aan zijn of haar wens.

Voor vragen over omgaan met ongewenste zwan-gerschap geldt hetzelfde. Zo kreeg ik tot mijn verba-

zing ooit de vraag gesteld of een patiënte die een abortus provocatus had ondergaan wel patiënte kon blijven in mijn praktijk. Ik heb mijn standpunt uitgelegd en aangeven dat ik niet mee kon gaan in haar verzoek om verwijzing, maar verder alle medische zorg blijf verlenen die nodig is. Dat was op dat moment tot mijn verrassing erg verhelderend! Betrokkenheid en openheid doet niet alles maar wel veel.Solliciteren is een spannende bezigheid. Daarnaast is het echter ook leerzaam, ook als de baan waar je naar sol-liciteert je niet ten deel valt. Ieder sollicitatiegesprek kan je weer meer zicht geven op hoe je zelf in het doktersvak staat, maar ook op wat collega’s uit de beroepsgroep van je verwachten. Daar doe je altijd je voordeel mee. Veel succes toegewenst! n

Leestip: Selling yourself, een artikel over solliciteren in Nu-cleus, het studentenblad van onze Engelse zusterorganisatie CMF-UK: http://www.cmf.org.uk/publications/content.asp?context=article&id=2015

Vraag bijvoorbeeld een collega eens kritisch naar je brief te kijken

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

11

IDDG mag_2013-1 def.indd 11 21-03-13 11:27

Page 12: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Evidence based Christianity Ds. G.A. VAN DeN BriNk is Hersteld Hervormd predikant in rotterdam, kralingse Veer

Laat ik hieronder daarom op twee dingen ingaan: (a) hoe essentieel is ‘de hel’ voor de Bijbelse boodschap?; en (b) hoe voer je een gesprek hierover?

(a). Het is bekend dat niemand zovaak over de hel sprak als Jezus Zelf. Paulus liet de boodschap over het oordeel niet weg toen hij in Athene sprak (Hand. 17:31). Want zij wisten dat, als je de boodschap over de hel uit het Evangelie verwijdert, je het Evangelie zelf kwijt bent. De Bijbelse boodschap valt eenvoudigweg niet te begrijpen als je de begrippen ‘zonde’ en ‘straf ’ eruit verwijdert. De afschuwelijke kruisdood van Jezus was (volgens het bekende vers Joh. 3:16) het enige middel om te voorkomen dat wij verloren gaan. De Bijbel spreekt over God als de rechtvaardige Rechter (Gen. 18:25). Hij zal ieder mens eerlijk en onpartijdig beoordelen. Welke standaard Hij daarbij zal hanteren, is ook bekend: de Wet. God heeft ons Zijn wet gege-ven, en zodoende geopenbaard wie er schuldig zal zijn en wie vrijuit mag gaan. Ieder die de wet gehouden heeft in gedachten, in woorden en in daden wordt vrij-gesproken. Maar iemand die Gods geboden overtreedt, wordt schuldig verklaard (Joh. 5:29; Gal. 3:10). Deze zaken worden zo vaak en zo nadrukkelijk in de Bijbel vermeld, dat niemand dit kan ontkennen.

(b). Maar hoe vertel je dit tegenover die aardige man of vrouw die zich niet al te veel zorgen maakt over de hel?

Doe een appèl op zijn of haar geweten en normbesef (Rom. 2:15). De Amerikaanse evangelist Ray Comfort hanteert de volgende insteek:2

“Heb je wel eens gelogen?” “Ja, natuurlijk wel eens…” “Hoe noem je iemand die liegt? “Een leugenaar…”

“Als ik netjes leef, kom ik ook wel in de hemel...”

12

Veel mensen geloven nog steeds in de hemel, maar het geloof in de hel is minder populair. Hoe komt het dat er zoveel mensen zijn die denken dat er geen hel is? Volgens John Blanchard is dat, omdat ze bang zijn daar te komen.1 Ze willen graag naar de hemel, en zij verwachten eigenlijk ook wel dat zij daar komen. Hun leven is toch zo slecht nog niet? God kan hen toch geen plaatsje weigeren! Ze geven ieder het zijne, en staan op voor oude mensen in de trein. Een helse straf zou toch niet fair zijn, voor mensen zoals zij…Wat zeg je tegen mensen die zo denken? Een gesprek over de hel is nog niet zo gemakkelijk! Misschien heb je zelf wel vragen bij de rechtvaardigheid van een helse straf, en daarnaast wil je die ander ook zeker niet voor het hoofd stoten. Je bent al blij dat je een gesprekje over het geloof hebt!

IDD

G n

D

ECEm

BEr

201

2

IDDG mag_2013-1 def.indd 12 21-03-13 11:27

Page 13: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

13

in de jaren tachtig ben ik begonnen met de opleiding tot neuroloog. Direct uit militaire dienst kon ik een half jaar werken op de afdeling Pathologie/ Neuropathologie van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Mijn artsexamen had ik in Utrecht behaald en ook toen al wist ik wel dat de overgang van een neutrale naar een christelijke universiteit geen cultuurschok zou worden. Zo christe-lijk was de VU (in de ogen van een christelijk-gerefor-meerde) nou ook weer niet. Toch herinner ik me een ontmoeting die in het kader van ‘carrière maken’ mij na al die tientallen jaren is bijgebleven.

eén van de hoogleraren Pathologie wilde wel eens kennis met me maken. ik had toen nog wat weten-schappelijke aspiraties en zo kwamen we over allerlei zaken te spreken. Vrij plotseling vroeg hij wat ik nou eigenlijk belangrijk in het leven vond. Dat zijn vragen die je nou zo direct niet verwacht en, voor zover ik me kan herinneren, stamelde ik maar wat. Hij trok echter een Bijbel uit zijn binnenzak en las voor: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden’(Matt 6: 33). kijk, dat had ik niet verwacht en daar had ik niet van terug. Prachtig dat een gesprek tussen dokters plotse-ling zo’n wending kan nemen.

Nu zou het een mooi slot zijn om te kunnen zeggen, dat ik die tekst in mijn oren had geknoopt en er naar had geleefd. Maar helaas, zo is het niet altijd (beter: vaak niet) gegaan. in de hectiek van alle dag mag je je zegeningen tellen, maar wemelt het natuurlijk van de zorgen. Persoonlijk, op je werk, in de samenleving en ook in je kerkelijke gemeente: er is veel wat op je afkomt en voor je het weet word je er door opgeslokt. Nou mag ik nog niet klagen en voel me rijk gezegend, maar toch: we zouden die tekst ook als je nadenkt over je toekomst en je carrière meer voor ogen moe-ten houden. ik durf best een enkele keer bij een col-lega of patiënt een Bijbeltekst te citeren, maar het bovenbeschreven voorbeeld heb ik nog niet kunnen of durven navolgen. Via deze column gaat het me wat makkelijker af (en daarom nog maar een keer): bij alle getob over je toekomst en carrière leert de schrift ons: ‘Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtig-heid’. Daarmee kun je wel een stootje hebben bij alles wat zich nog zal aandienen op je levenspad. Gezegende zoektocht toegewenst. n

Carrière

FrANk VisscHer is als neuroloog en kinderneuroloog verbonden aan het Admiraal De ruyter Ziekenhuis te Goes

Column

13

“Heb je wel eens gestolen?” “Nee!”“Is dat echt waar? Je hebt net gezegd dat je een leu-genaar bent! Misschien iets kleins?” “Ja, dat wel.”“Hoe noem je iemand die steelt?” “Een dief…”“Heb je wel eens met begeerte naar een vrouw gekeken?” “Ehm… om eerlijk te zijn…”“Jezus zegt dat je dan overspel met haar hebt gedaan (Matth. 5:28). Hoe moet je jezelf noemen, als je serieus neemt wat je zelf hebt gezegd?” “Een leugenaar, een dief en overspelige…”“Wat denk je: zal God iemand die leugenaar, dief en overspelige is, in de hemel toelaten…?” “Ja maar!”“Zou God wel een eerlijke Rechter zijn als Hij jou anders beoordeelt dan zoals je echt bent…?”

Ik zal niet beweren dat zulke gesprekken gemak-kelijk zijn. Maar je kunt niet duidelijk maken wat het geloof in Christus inhoudt als je niet spreekt over Gods rechtvaardige straf. Je kunt de ander al-leen brengen tot liefde voor Christus, als h/zij be-seft dat Christus verlost van het verderf (Ps. 103:4). Niemand sluipt stiekem en ongezien de hemel in. Wij verschijnen voor de hemelse Rechter, en het is Zijn deugd dat Hij oordeelt zonder aanzien des persoons (Rom. 2:1-3,11). Dat er een hemel is, is dus veel verbazender dan dat er een hel is.

Misschien dat nergens ons persoonlijke ge-loofsovertuiging zo sterk meespreekt als in een gesprek over de hel. Als we spreken met de ander, gunnen we hem niet alleen de hemel, maar wil-len we hem ook waarschuwen voor de hel. De enige weg die we dan kunnen wijzen, is het ge-loof in Christus. En ik kan die redding alleen met overtuiging, ernst en bewogenheid aan een ander aanbevelen, als ikzelf ook heel diep besef, dat ik het oordeel van de Rechter ook niet passeer – in mijzelf. Ook ik kan alleen aan de hel ontkomen, als ik Gods oordeel over mijn gedachten, woor-den en daden bijval, maar tegelijk vertrouw op Jezus, die voor mij de straf gedragen heeft .

Literatuur- John Blanchard, Whatever Happened to Hell? (Darling-

ton, Co. Durham, England: Evangelical Press, 1993).- Ray Comfort and Kirk Cameron, Th e Way of the Master:

How to Share Your Faith Simply, Eff ectively, Biblically - the Way Jesus Did (Orlando: Bridge-Logos, 2006). n

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

IDDG mag_2013-1 def.indd 13 21-03-13 11:27

Page 14: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

14

Kennismaking met de bestuursvoorzitter van ICMDA Zoals u weet wordt het icMDA wereldcongres, dat elke vier jaar wordt georganiseerd, in 2014 in rotterdam gehouden. een actieve congrescommissie is met de voorbereiding al lang bezig. Houd voor de ontwikkelingen de speciale website in de gaten, www.icmda2014.org

in januari waren hiervoor ook vertegenwoordigers uit diverse andere landen naar een vergadering in Nederland gekomen, voor ons bestuur een uitgelezen gelegen-heid om kennis te maken met sommigen van hen. we hebben met name uitgebreid informatie, ideeën en plan-nen uitgewisseld met Vinod shah, sinds twee jaar de voorzitter van het bestuur van icMDA, de wereldwijde parapluorganisatie waar cMF lid van is. Behalve interes-sant is het ook goed om een inkijkje te krijgen in elkaars doelen en activiteiten. Hij stimuleerde ons om nadruk te leggen op persoonlijk contact met elkaar en niet te veel te vertrouwen op de invloed van lezingen of e-mails. Het was boeiend om te horen van de mooie maar ook de zorgelijke ontwikkelingen elders in de wereld.

Voorjaarsconferentie van 25 meiDe Najaarsconferentie in november had een recordaantal bezoekers van 120 deelnemers. we verwachten dat dit herhaald wordt op 25 mei gezien het boeiende en veelzijdi-ge programma. Zie voor het programma de achterzijde van dit blad. De laatste details vindt u steeds op de website.Tijdens de ledenvergadering wil het bestuur verantwoording afleggen van het gevoerde beleid en plannen bespreken. Zo is er sinds twee jaar een ‘schrijfclub’ om namens cMF een inbreng te hebben in het maatschappelijk debat. Maar de toenemende vraag om mee te denken bij ethische en politieke zaken vraagt om meer body voor dat groepje.

StudentenAl twee jaar spant Annet Bos zich in voor het studenten-werk, en met veel en verheugend resultaat. in bijna elke faculteitsstad zijn regelmatig activiteiten die ook open zijn voor gasten. in sommige steden zijn nu actieve coas-sistentengroepen, zoals we al eens eerder noemden. Voor één persoon is dat een forse taak om allemaal bij te houden. we vinden het dan ook fijn dat de taak vanaf nu verdeeld wordt over twee jonge artsen. Naast Annet Bos werkt sinds begin dit jaar Jantine woudstra (foto) mee; beiden één dagdeel per week. contact met hen opne-men kan via:[email protected].

Jonge artsenDe vorige keer vertelden we al van een nieuwe bedie-

ning, speciaal voor en onder arts-assistenten. Daar gaat ieder van u spoedig iets van merken. een van de plannen is namelijk het bouwen van een netwerk voor jonge artsen. Zo benaderen we specialisten in ziekenhuizen om contact-persoon te zijn voor jonge artsen. Zij krijgen de namen door van nieuwe arts-assistenten in hun ziekenhuis om eens mee kennis te maken. Zo zal er ook gewerkt wor-den aan contactpersonen voor HAio’s. over en weer een kans voor ontmoeting en bemoediging.

De diverse ontwikkelingen brengen ons bij de aanspo-ringen die w kunnen lezen in romeinen 12. Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon. Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heer. Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed (vers 10-12, HsV). n

Van de bestuurstafel PAUl lieVerse, voorzitter cMF-nederland

op 10 februari 2013 overleed karel Zuidema, 93 jaar oud.karel is in zijn leven op allerlei manieren dienstbaar geweest. ook de cMF, en eerder de PcAo, heeft veel in hem mogen ontvangen. in een periode waarin de PcAo vergrijsde, en het ledental afnam, bleef hij trouw op zijn post, onder ande-re als lid van het bestuur en door met enkele anderen in Dienst der Genezing ‘in de lucht te houden’. De naam van het blad werd door hem bedacht, toen soteria een door-start ging maken. Voor zijn intensieve betrokkenheid ontving hij in 1995 het erelidmaatschap van de vereniging.in het nummer van december 2007 van in Dienst der Genezing stond een interview met karel Zuidema. Heel graag wilden we toen zijn verhaal nog eens voor het voetlicht halen. in dit interview wordt hij getypeerd als een bruggenbouwer. op de vraag welke boeken hem hebben geïnspireerd zegt hij: “Boeken waarvan ik vind dat je ze echt gelezen moet hebben zijn ‘ons masker en wij’ van Paul Tournier en “Du und ich’ van Martin Buber”. Tot een paar jaar was hij een vaste gast op de conferenties van de cMF, altijd goed voor een betrokken vraag. Bij deze vragen klonken nogal eens verwijzingen naar Tournier en Buber, en zijn liefde voor het Jodendom en israël. en een andere zin uit het interview: “De geneeskunde is een geschenk van God dat het leven verlengt zodat mensen Jezus christus kunnen leren kennen”. Zo stond hij in het leven, zo was hij betrokken bij de cMF.een paar generaties cMF-leden zijn mede gevormd door karel Zuidema. we gedenken hem in dankbaarheid.

In memoriam Karel Zuidema

IDDG mag_2013-1 def.indd 14 21-03-13 11:27

Page 15: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Noten• Exodus 29:27,29; 30:22-33 (priesters); 1 Samuel 10:1 (Saul);

Psalm 89:21 (David); 2 Koningen 9:6 (Jehu)• De toelichting bij deze parafrase is na te lezen in de studie

over Jakobus – IDDG maart 2012

15

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

De drijfveren van...

José de Haan-Bats

Waarom werd je arts?omdat ik graag met mensen wilde werken en iets wilde bijdragen aan hun welzijn en ook omdat een aantal mensen in mijn omgeving me adviseerde om geneeskunde te gaan studeren.

Belangrijke leermeesters?Veel cMF-ers hebben me - tijdens de conferenties en de saline solution cursus - gestimuleerd om steeds weer na te denken hoe ik (als) arts wil zijn en om te kijken naar de hele mens. in 2011 heb ik in een christelijk vrouwenziekenhuis in Pakistan gewerkt. De drie gynaecologen daar waren ook een belangrijke inspiratiebron, door de manier waarop ze - in een islamitisch land - aan de patiënten lieten weten wie God/Jezus is.

Wat voor arts wil je zijn?Mijn motto is: ‘laat uw vriendelijkheid aan alle men-sen bekend zijn’. ik wil graag goede geneeskundige zorg bieden. Mijn streven is om ieder mens te zien als een waardevol mens, dat door God uniek is gemaakt. Dit probeer ik te laten zien door aandacht te hebben voor de mens achter de ziekte.

Hoe betrek je geloof in je werk?ik bid dagelijks om Gods hulp, om juiste beslissin-gen te nemen in onder andere diagnose en beleid, om zorgvuldig te zijn en om Zijn liefde voor patiën-ten en collega’s. Door de dag heen word je vaak ‘geleefd’ door je werk. Tussendoor zijn er soms momenten dat ik bid, bijvoorbeeld als ik zelf niets meer kan doen of als ik de persoonlijke nood hoor van een patiënt. Heel af en toe heb ik de gelegenheid om samen met de patiënt te bidden.

op mijn werk weten mijn collega’s dat ik christen

ben. Naar hen en naar patiënten probeer ik dit zoveel mogelijk zichtbaar te maken door te probe-ren mijn motto uit te leven.

Hoe vind je een goede balans tussen werk en privé?ik heb er bewust voor gekozen om 4 dagen per week te werken. Verder blijft werk op het werk en probeer ik mijn werk binnen werktijd af te hebben.Naast mijn werk doe ik veel vrijwilligerswerk in de kerk. Daardoor heb ik een uitlaatklep voor andere hobby’s, zoals creativiteit, werken met kinderen en mensen bezoeken.

Wat zou je anderen willen leren?Geef goede uitleg aan je patiënten, ook al kost dit tijd; je krijgt er veel voor terug: Mensen weten wat ze kunnen verwachten, kunnen goede keuzes maken en krijgen vertrouwen. onder andere tijdens een consult, maar vooral bij het begeleiden van een bevalling.Heb regelmatig contact met christelijke collega’s, zij zijn een spiegel voor je!

José de Haan-Bats is arts internationale gezond-heidszorg en tropengeneeskunde (AIGT) en nu werkzaam als ANIOS gynaecologie in Apeldoorn. n

aantal mensen in mijn omgeving me adviseerde om

op mijn werk weten mijn collega’s dat ik christen

IDDG mag_2013-1 def.indd 15 21-03-13 11:27

Page 16: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Controversen liesBeTH lieVerse

Weinig recent onderzoekWat opvalt, is dat er bij de mens relatief weinig on-derzoek naar de werking van Mirena is gedaan. Veel onderzoeken dateren van voor 1994 en betreffen vaak kleine onderzoekspopulaties.De European Society of Human Reproduction and Embryology noemt dat veel researchorganisaties van anticonceptiva het exacte werkingsmechanisme moge-lijk bewust onopgehelderd laten. De data zijn schaars, de ethische consequenties van het oplossen van dit vraagstuk staan grootschaliger onderzoek mogelijk in de weg.1

De werkingVolgens de bijsluiter van Mirena® is de anticonceptieve werking gebaseerd op de volgende effecten.

1. Het slijm dat zich in het baarmoederhalskanaal bevindt wordt ‘taaier’, waardoor zaadcellen er moeilijker doorheen kunnen.

2. Door de afgifte van het hormoon levonorgestrel in de baarmoeder kunnen zaadcellen hier niet normaal bewegen en functioneren. Dit verkleint de kans op een bevruchting.

3. Het baarmoederslijmvlies wordt niet of nauwe-lijks opgebouwd. Hierdoor kan, als er toch een

bevruchting plaatsvindt, een bevrucht eitje zich niet innestelen.

4. Door de aanwezigheid van een vreemd voorwerp in de baarmoeder kan een eitje dat eventueel is bevrucht zich niet innestelen.

5. Bij sommige vrouwen wordt de ovulatie onder-drukt. Als er geen eitje vrijkomt, kan er geen bevruchting plaatsvinden.

We zullen bovengenoemde werkingsmechanismen één voor één bespreken.

1. Minder goed doorgankelijk cervixslijm Onderzoek uit 1995 toonde aan dat bij 69% van de pati-entes die langdurig Mirena gebruikten een goede perme-abiliteit van het cervixslijm aanwezig was voor zaadcellen. Volgens de onderzoekers kan het effect op het cervixslijm niet het belangrijkste werkingsmechanisme zijn.2

2. Spermatocyt functieDe functie van de spermatocyten wordt op een tweetal wijzen beïnvloedt:- Door het atrofische effect van Mirena op het en-

dometrium is mogelijk de voortbeweging van de zaadcellen vertraagd.3 Met betrekking tot onderzoe-ken met inerte IUD’s (Intra-Uteriene Device, zonder ID

DG

n

ma

art

201

3

16

Mirenaspiraal, een ethisch dilemma?

Wat op dit moment bekend is over de werking(deel 1)

In september 2011 stond er een boeiend artikel over de Mirena-spiraal in de IDDG. De schrijfster van dit artikel concludeert dat ze persoonlijk geen moeite heeft met het plaatsen van Mirena, voor haar bepaalt de implantatie de levensvatbaarheid van het embryo. Overwegingen met betrekking tot het beginpunt van het leven vindt u in een ander artikel in dit nummer van IDDG. Inmiddels heeft er een poll op de website van CMF gestaan over het mogelijk ethische dilemma van Mirena. Hiervan is de uitkomst dat 36% van de stemmers moeite heeft met de Mirenaspiraal omdat er be-vruchting op kan treden. Er is mogelijk behoefte aan meer achtergrondinformatie over het werkingsmecha-nisme van Mirena, welke informatie kunnen wij patiënten geven? We hebben een literatuursearch gedaan en vonden een aantal belangrijke artikelen betreffende het werkingsmechanisme van Mirena. Veelvuldig zult u citaten hieruit tegenkomen.

IDDG mag_2013-1 def.indd 16 21-03-13 11:27

Page 17: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

koper of Levonorgestrel), die alleen een vreemd lichaam reactie veroorza-ken, is de conclusie dat spermatocy-ten wel vertraagd worden, maar dat de uiteenlopende resultaten van de onderzoeken niet duidelijk bevestigen dat de hoofdwerking van IUD’s de spermatocyten betreft.4

- Bij Mirena bindt de zaadcel zich mogelijk moeilijker aan de eicel. In een studie met zes proefpersonen werd aangetoond dat Levonorgestrel de afgifte van Glycodelin A in de uterus beïnvloedt; GdA zorgt ervoor dat zaadcellen zich moeilijker aan de zona pellucida van de eicel kunnen binden. De conclusie is dat deze studie mogelijk een nieuw con-traceptief principe aandraagt. Er ligt een basis voor grootschaliger vervolgstudies.5 Dit is voor zover wij konden nagaan niet verricht.

3. Effect op baarmoederslijmvliesIn aanwezigheid van Mirena laat het endometrium glandulaire atrofie zien met lokale ontstekingsreactie en necrose. Het is waarschijnlijk dat een eventuele blastocyst die de uterus bereikt, meestal niet kan

innestelen door dit effect.3 Hoe vaak nidatie wordt verhinderd is niet bekend. Zowel de koperspiraal als Mirena oefenen invloed uit op de implantatie, hoewel dit niet de hoofdwerking is. Er treedt bij 2 op de 1000 vrouwen die Mirena gebrui-ken een zwangerschap op in het eerste jaar na insertie. Het feit dat zwanger-schappen ontstaan in aanwezigheid van Mirena toont aan dat blastocysten de uterus kunnen bereiken en dat nidatie sporadisch optreedt. Bij Mirena-gebruik treden relatief vaak EUG’s (Extra Uteriene Graviditeit) op, namelijk in 25-50% van de gevallen.6 Een verklaring hiervoor is

dat Mirena effectiever is in het voorkomen van zwan-gerschap in de uterus dan in de eileiders, wat erop wijst dat er embryo’s zijn waarvan de innesteling in de uterus mislukt.1

Bèta-hCG werd in een onderzoek bij 19 vrouwen met Mirena eenmalig gemeten tussen de 11e en 14e dag na de ovulatie. Er werden geen positieve waarden geme-ten.7 Een kanttekening hierbij is dat bij een eenmalige meting op bijvoorbeeld dag 13 of 14 het bèta-hCG weer negatief geworden zou kunnen zijn als een innes-telingspoging enkele dagen daarvoor plaatsgevonden ID

DG

n

ma

art

201

3

17

>>

n liesbeth lieverse is parttime werkzaam als algemeen arts in een huisartspraktijk in rotterdam

IDDG mag_2013-1 def.indd 17 21-03-13 11:27

Page 18: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

zou hebben. Ortiz noemt als interpretatie van onder-zoeken met HCG bepalingen dat IUD’s interfereren met het voortplantingsproces vóórdat hCG aantoon-baar is.4

4. Beïnvloeding van innesteling door aanwezigheid van een vreemd lichaamBij inerte IUD’s is aangetoond dat de aanwezigheid van een vreemd lichaam in de uterus een ontstekingsreactie veroorzaakt waarbij stoffen vrijkomen die de func-tie van het endometrium belemmeren. Door stoffen uit leukocyten ontstaat een intra-uterien milieu dat lethaal is voor embryo’s.8

5. Voorkomen van ovulatieOnderzoek hiernaar heeft laten zien dat Levonorge-strel de ovulatie incidenteel zwak onderdrukt.9 Er is evenwel geen bewijs dat dit bijdraagt aan het contra-conceptieve effect.1 Het werkingsmechanisme van Mirena is met de aan-gehaalde gegevens nog niet opgehelderd. Effecten op het cervixslijm en de spermatocyten vormen niet de hoofdwerking. IUD’s interfereren mogelijk met name met het voortplantingsproces voordat hCG aantoon-baar is. De European Society of Human Reproduction and Embryology stelt dat het nog niet helemaal duide-lijk is hoe IUD’s zwangerschap voorkomen.1

Bevruchte oöcyt en postfertilisatie-effectenArtikelen van Ortiz en Stanford over onderzoek naar oöcyten tijdens Mirena-gebruik zijn in deze zeker ook het vermelden waard. Onderzoek naar oöcyten in de eileiders en uterus is een technisch hoogstaand gebeu-ren, het gevolg is dat dergelijke research meestal slechts kleine populaties omhelst. Bij het onderzoek wat Ortiz vermeldt worden 5 eicellen onderzocht van gebruikers van een Levonorgestrel spiraal.8 Hieruit bleek dat één van de vijf eicellen bevrucht was, waarbij opgemerkt wordt dat deze bevruchte eicel er afwijkend uitziet. De conclusie van Ortiz is dat fertilisatie optreedt bij som-mige gebruikers van een hormoonspiraal, maar dat de ontwikkeling van de eicel verstoord kan zijn.Stanford maakt kansberekeningen met betrekking tot het postfertilisatieverlies (dat wil zeggen het verlies van bevruchte eicellen).3 Op basis van het gegeven dat één eicel bevrucht is op een totaal van vijf berekent hij een postfertilisatieverlies van 99,9%. Dit komt er op neer dat per jaar per vrouw 0,67 tot 1,82 bevruchte eicellen ver-

loren gaan. Bij het eerste getal gaat hij ervan uit dat er eerst een natuurlijk postfertilisatieverlies optreedt en dat de hormoonspiraal daarna extra verlies veroorzaakt; bij het tweede getal wordt ervan uitgegaan dat het gehele verlies veroorzaakt wordt door het IUD, het natuurlijk embryoverlies zou daarna optreden. De auteur ver-meldt erbij dat de werkelijke aantallen waarschijnlijk hoger liggen. Stanford berekent ook op basis van één op de vijf dat er statistisch gezien een kans is van 1 à 72% dat eicellen bevrucht worden tijdens aanwezigheid van een hormoonspiraal. Vanwege het geringe aantal eicellen, is deze marge zo groot. Verder onderzoek is nodig om nauwkeurigere berekeningen te kunnen maken. Stanford concludeert dat hoewel de belangrijk-ste werking van IUD’s vóór de bevruchting plaatsvindt, ook postfertilisatie-effecten een substantiële en essen-tiële bijdrage leveren aan de effectiviteit ervan, waarbij waarschijnlijk het grootste deel van dit effect optreedt voordat het embryo de uterus bereikt.Stanford geeft tot slot aan dat patiënten bij de keus van een anticonceptivum gewezen zouden moeten worden op zijn gegevens, met name de patiënten met moge-lijke ethische bezwaren tegen embryoverlies.3 Een conclusie met betrekking tot de ethische aspecten van Mirena is afhankelijk van de visie op het begin van het menselijk leven. Als de bevruchting als beginpunt wordt gezien, levert Mirena mogelijk een ethisch di-lemma op aangezien Stanford berekend heeft dat er 0,7 tot 1,8 bevruchte eicellen per jaar per vrouw verloren gaan. Wordt een geslaagde innesteling als beginpunt gezien dan zijn er momenteel onvoldoende weten-schappelijke gegevens bekend om te kunnen beoorde-len of hier een ethisch probleem ligt. Verder onder-zoek naar bijv. Early Pregnancy Factor (EPF) of met specifieke bèta-hCG-bepalingen zou meer gegevens op kunnen leveren met het oog op beide standpunten. EPF is een stof die binnen 24 uur na bevruchting in het bloed meetbaar is. Voor zover bij ons bekend is hiernaar bij Mirena nog geen onderzoek gedaan.

Samenvattingen van artikelen of nadere info met betrek-king tot de berekeningen zijn per e-mail aan te vragen bij de auteur: [email protected] n

Noten1. ESHRE, Hum Reprod Update 2008 (European Society of Human

Reproduction and Embryology)2. Barbosa e.a., Adv Contracept 1995 Jun3. Stanford e.a., Am J Obstet Gynecol 2002 Dec4. Ortiz e.a., Obstet Gynecol Surv 1996 Dec5. Mandelin e.a., Hum Reprod 1997 Dec6. Tiina Backman e.a., Am J Obstet Gynecol, 2004 Jan7. Videla-Rivero e.a., Contraception 1987 Aug8. Ortiz e.a., Contraception 2007 Jun, Review article9. Nilsson e.a., Fertil Steril 1984 JanID

DG

n

ma

art

201

3

18

IDDG mag_2013-1 def.indd 18 21-03-13 11:27

Page 19: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Hieruit blijkt dat 36% van de geënquêteerden vindt dat door toepassing van de Mirena een ethisch dilemma ontstaat omdat bevruchting op kan treden tijdens het gebruik ervan. Dat dit gebeurt wordt bevestigd in het vorige artikel over de verschillende werkingsmechanis-men van de Mirena. In dit artikel wordt geconcludeerd dat tijdens toepassing van de Mirena bevruchting kan optreden en dat dan (meestal) verlies van het embryo optreedt. Dit belangrijke gegeven vormt de kern van het dilemma: mogen wij dit embryoverlies accepte-ren? Het stellen van deze vraag roept andere vragen op. Vragen op over het begin van het leven en de beschermwaardigheid van dit prille begin. Dit zijn vra-gen op het snijvlak van biologie, filosofie en theologie. In dit artikel willen wij nader ingaan op deze vragen.

De beschermwaardigheid van het menselijk levenWaarom is juist een mens beschermwaardig? Als chris-tenen geloven wij dat ieder mens naar Gods beeld en

gelijkenis geschapen is, dit is onafhankelijk van variabe-len zoals etniciteit, geslacht of handicap. In Genesis 9:6 (HSV) staat: Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden; want naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt. Dit dragerschap van het beeld van God geeft de mens zijn intrinsieke waarde, dit maakt dat de mens beschermwaardig is.1

Sommige mensen verbinden de beschermwaardig-heid van het leven aan de aanwezigheid van de ziel in dit leven ėn menen dat embryo’s nog geen ziel hebben zodat embryo’s naar hun mening niet of in ieder geval minder beschermwaardig zijn. De idee dat lichaam en ziel gescheiden zijn, is echter een oude Griekse gedachte van onder andere Plato en Aris-toteles. In de Bijbel lijkt geen duidelijke grond voor deze scheiding; ziel en lichaam worden beschreven als een twee-eenheid. Ze zijn wel te onderscheiden maar niet te scheiden. De ziel is heel nauw verbonden met het lichaam. ID

DG

n

ma

art

201

3

19

>>

Beschouwing Door AlexANDer eN JAcoliNe VAN HeUkelUM

Mirenaspiraal, een ethisch dilemma?

(deel 2)

Recent heeft op onze website een poll gestaan over het al dan niet bestaan van een ethisch dilemma bij toepassing van een hormoon houdend spiraal (hierna: Mirena). De uitslag van deze poll ziet u in figuur 1.

IDDG mag_2013-1 def.indd 19 21-03-13 11:27

Page 20: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Zo lezen we in Genesis 2:7 (SV) En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel. De mens is een (levende) ziel. Op het moment dat een mens ontstaat, ontstaat leven en de ziel. Ook op andere plaatsen in de Bijbel lezen we dat de ziel heel nauw met het lichaam is verweven (zie Ez. 18:4, 1 Kor. 15:45). We lezen nergens over een latere toe-voeging van de ziel. Ziel en lichaam zijn één zolang het leven er is. 2,3 Deze visie leidt tot de conclusie dat vanaf het allereerste begin van het menselijk leven de ziel aan-wezig is en dat vanaf dat moment dit leven bescherm-waardig is. Deze gedachtegang vindt men ook terug bij ethici zoals H. Jochemsen, P. Saunders, J. Wyatt. 2,4,5

Het begin van het menselijk levenWanneer is het begin van het menselijk leven? Is dat bij de conceptie? Bij de innesteling of later? Gedachten hierover zijn pluriform en cultureel bepaald. Eerst willen wij ingaan op de belangrijkste visies binnen het protestantisme, waarna wij ook kort de visies binnen het Jodendom en het rooms-katholicisme wil noemen.

De protestants christelijke visieOnder protestanten wordt verschillend gedacht over deze vraag. Een groot deel van hen vindt dat het leven direct na de bevruchting begint, omdat de ontwikkeling van het embryo biologisch gezien vanaf conceptie tot geboorte een continu proces is. Het belangrijkste verschil tussen een embryo en een pasgeborene wordt bepaald door tijd en voeding. Het volledige en unieke genoom is vanaf de conceptie aanwezig, daarna ontstaat er niets fundamen-teel nieuws meer. Dit is ook de visie van eerdergenoemde ethici H. Jochemsen, P. Saunders en J.Wyatt. 2,4,5

Bij een ander deel van de protestante christenen vindt de visie ingang dat menselijk leven pas ontstaat als het embryo zich heeft ingenesteld. 2,6 Ze hebben hiervoor twee belangrijke argumenten.

Het eerste argument is dat innesteling biologisch noodzakelijk is voor de embryonale ontwikkeling, zonder innesteling worden embryo’s spontaan ge-aborteerd. Het embryo is afhankelijk van moederlijke interactie om de potentie te verkrijgen zich verder te kunnen ontwikkelen.2

Tegen dit argument kan echter worden ingebracht dat het argument van afhankelijkheid van externe factoren niet consistent wordt gebruikt. Deze afhankelijk eindigt namelijk niet bij de innesteling, aangezien zelfs voldra-gen baby’s nog afhankelijk zijn van (moederlijke) zorg. Wat maakt dan het verschil tussen afhankelijkheid van

de baarmoeder en afhankelijkheid van moedermelk? Intrinsiek is op beide momenten het vermogen aan-wezig om menselijke ontwikkeling door te maken mits aan externe factoren voldaan wordt.2,7 Het tweede argument voor de keuze van innesteling als begin van het leven is dat ongeveer 30-40% van de bevruchte eicellen zich uiteindelijk niet innestelt en verloren gaat. Als deze embryo’s potentiele men-sen zouden zijn dan zou 30-40% sterven voordat zij geboren zouden worden. Dit zou heel onwaarschijnlijk zijn en lijkt moeilijk te verenigen met de onschatbare waarde van elke menselijk wezen.2

Hier is echter tegenin te brengen dat de waarde van menselijk leven hier afhankelijk wordt gemaakt van de kans op overleving, maar dat dit argument moeilijk consequent kan worden toegepast. Immers kinderen geboren in ontwikkelingslanden zijn toch ook niet minder mens dan onze kinderen, hoewel zij veelal een kleinere kans hebben om volwassen te worden? En mensen met een ongeneeslijke ziekte zijn toch ook niet minder waardevol vanwege een beperkte levensverwachting? Dat het moeilijk te begrijpen is om welke reden en met wel doel God toestaat dat aanzienlijke aantallen embryo’s verloren gaan, rechtvaardigt niet zondermeer de conclusie dat het daarom geen mensen zijn.2,7

Tenslotte hanteren sommigen nog latere tijdstippen als begin van het menselijk leven. Deze momenten vallen dan samen met belangrijke stadia in de foetale ontwikkeling zoals 21 dagen na de conceptie omdat er dan een basiscirculatie is of 24 dagen na conceptie als de neuraal buis is gevormd of 12 weken na conceptie omdat dan ademhalingsbewegingen kunnen worden waargenomen of 22 weken na de conceptie omdat er dan sprake is van levensvatbaarheid.Een bezwaar tegen ieder van deze argumenten is dat al deze tijdstippen arbitrair zijn. De ontwikkeling van het zenuwstelsel, de bloedcirculatie en het ademhalings-stelsel zijn een continu proces waarvan het begin bij de conceptie ligt.2,7 ID

DG

n

ma

art

201

3

20

n Jacoline en Alexander van Heukelum, huisarts en arts infectieziekten

‘wanneer is het begin van het menselijk leven?’

IDDG mag_2013-1 def.indd 20 21-03-13 11:27

Page 21: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Een ander bezwaar tegen deze benaderingen is dat onze waarde voor God niet afhankelijk is van wat we kunnen of welke eigenschappen wij hebben. Wij heb-ben waarde voor God om wie wij zijn door Zijn schep-ping. Dit is onafhankelijk van de mate van bijvoor-beeld functioneren van het centraal zenuwstelsel.7

De Joodse visieDe belangrijkste Joodse visie is dat het embryo in de moederschoot al mens heet en dat dit menselijk leven geëerbiedigd moet worden vanaf de conceptie. Wel kent de Joodse cultuur ook verschillende visies op toe-nemende beschermwaardigheid. Sommigen spreken van een toegenomen beschermwaardigheid veertig dagen na de conceptie, het moment waarop de eerste vorm van bezieling plaats zou vinden.8

De Rooms-Katholieke visieOok de officiële Rooms-Katholieke leer deelt het standpunt dat het menselijk leven beschermwaardig is vanaf het moment van conceptie. Zij stelt: “… elk embryo moet beschouwd en behandeld worden als een menselijk wezen uit respect voor zijn buitengewone waardigheid. Men moet dus aan het ongeboren kind vanaf het eerste moment van de conceptie, de funda-mentele rechten van de mens toekennen en op de eer-ste plaats die van het leven dat in geen enkele situatie geweld aan gedaan mag worden.”9

ConclusieUit onderzoek is gebleken dat tijdens toepassing van de Mirena regelmatig bevruchting optreedt, waarna dit vruchtje meestal verloren gaat.Of hierdoor een ethisch dilemma ontstaat, hangt af van de visie op het begin van het leven; tijdens de conceptie of later. In het voorgaande hebben we gepoogd de diverse visies op het begin van het leven te geven. De visie die uitgaat van het begin bij conceptie kent meer ‘princi-piële’ argumenten. De visie die uitgaat van begin na innesteling kent meer ‘rationele’ argumenten. Omdat deze argumenten niet consequent toepasbaar zijn in andere situaties boeten ze wat ons betreft in aan over-tuigingskracht.Hoe nu verder? Het is duidelijk dat ieder voor een eigen persoonlijke overweging omtrent toepassing van de Mirena zich dient te bezinnen op zijn visie omtrent het begin van het leven, en zich daarbij af moet vragen welke argumenten zwaarder wegen. Deze bezinning kan niet anders dan biddend, wetend dat wij Gods wijsheid hiervoor nodig hebben, wetend dat Zijn kennis veel verder reikt dan onze kennis en dat wij dit alles slechts bezien door “een gebroken glas”. Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed. (HSV, Psalm 139:14) n

Noten1. Saunders P., 2000, The Status of the embryo, Triple helix, 2000:12-132. Boer Th. e.a. (red), 2009 Bezinning op het levensbegin, verza-

melde opstellen van Henk Jochemsen, Buijten&Schipperheijn, Amsterdam, pp 55-93

3. Gispen W. H. e.a (red), 1982, Bijbelse Encyclopedie, Bestaat er een driedeling van de mens in lichaam, ziel en geest?, VBK Media, Utrecht, pp 748

4. Saunders P., 1998, Deadly Questions… on the status of the em-bryo, Nucleus, pp 28-34

5. Wyatt J. 1998, Maters of Life and Death, Inter-varsity press, Leicester, pp141-158

6. Berg C. Van den, 2011, Opvattingen over de hormoonspiraal IDDG, 3 pp 34-35

7. Saunders P., 1992, Abortion - an Emotive Issue - a Response Nucleus pp 24-29

8. Evers R., 1997, Op het leven! Medische ethiek bezien vanuit joodse optiek, Kok, Kampen

9. Trujillo L., 2000, Verklaring van de Pauselijke Raad voor het Gezin inzake reductie van embryo’s, http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=488, 20 jan. 2013 ID

DG

n

ma

art

201

3

21

De toepassing van de Mirena hormoonspiraal geeft wel een ethisch dilemma, want de hor-moon afgifte is niet 100% betrouwbaar en daar-door kan er bevruchting optreden en dus leven. En dit leven wordt dan geaborteerd!Jaap Lustig, semi-arts

Oneens! Een bevruchting kan nog steeds plaats-vinden en door vervolgens het voorkomen van innesteling hoort de Mirenaspiraal thuis in de categorie Abortus provocatus.Regina Hofland, AIOS longziekten

‘Ik begrijp dat de Mirena een ethisch dilemma kan opleveren, maar omdat de kans op bevruch-ting erg klein is en we eigenlijk niet echt weten wanneer het leven begint, denk ik dat de Mirena een goed anticonceptiemiddel kan zijn.Gerrie van Voorden, Co-assistent gynaecologie

Als een ouder mij vraagt hoe ik aankijk tegen de Mirena hormoonspiraal als vorm van anticon-ceptie, zal ik benoemen dat vanuit de vraag wanneer het leven van een kind begint men verschillend denkt over deze vorm van anti-conceptie. Vervolgens kan ik het als preventief werkend arts loslaten, daar houdt mijn verant-woordelijkheid op.Petra Graafland-de Wilde, jeugdarts KNMG

Reacties van enkele leden van CMF op de stelling

IDDG mag_2013-1 def.indd 21 21-03-13 11:27

Page 22: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Extra Nico wolswiNkel

Persbericht in december 2012Het Prof.dr. G.A. Lindeboom Instituut voor ethiek van de gezondheidszorg maakt een doorstart. In de toekomst blijft het instituut van-uit christelijke visie werken aan de doordenking van ethische vragen die op de samenleving afkomen. Er komt een nieuwe vestigingsplaats van de Lindeboomleerstoel. Deze leerstoel wordt ingebed in de activiteiten van een consortium dat bestaat uit de Stichting voor Christelijke Filosofie, ForumC en Reliëf. De Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) wil de mogelijkheden verkennen om samen te werken met het consortium. In het afgelopen jaar heeft het Prof.dr. G.A. Lindeboom Instituut zich op zijn toekomst georiënteerd. Aanleiding hiervoor is dat in de loop van de tijd vrijwel alle betalende participan-ten zich terugtrokken. Uit gesprekken met de achterban van het Lindeboom Instituut bleek dat er onvoldoende draagvlak was voor het in stand houden van het insti-tuut in de huidige vorm, met eigen onderzoekscapaci-teit. Wel blijkt er enthousiasme te zijn voor het in stand houden van de Lindeboomleerstoel. Het terugtrekken van betalende participanten van het instituut had tot gevolg dat het instituut de afgelopen jaren verlies heeft

geleden. Ook op langere termijn zouden de uitga-ven groter zijn dan de inkomsten. Daarom heeft het bestuur besloten zich te richten op het voortzetten van de Lindeboomleerstoel. Het publieke debat zal naast onderwijs en onderzoek een belangrijk aandachtsge-bied zijn van de houder van de leerstoel.

Het consortium van de Stichting voor Christelijke Filosofie, ForumC en Reliëf draagt deze constructie. De kennis van deze partijen vult elkaar goed aan en zorgt voor een optimale ondersteuning van de Linde-boomleerstoel.

De Stichting voor Christelijke Filosofie heeft tot doel het uitdragen en verder ontwikkelen van christelijke filosofie. Daarvoor onderhoudt deze stichting ook diverse bijzondere leerstoelen voor christelijke filosofie aan universiteiten. Dit is dan ook bij uitstek een goede partij voor de ondersteuning van de Lindeboomleer-stoel. Deze stichting zal de leerstoel daad-werkelijk gaan vestigen en als gastorgani-satie fungeren voor het consortium.Een andere belangrijke pijler in de missie van het Lindeboom Instituut – het pu-blieke debat – past goed bij de activiteiten van ForumC. ForumC - een forum voor geloof, wetenschap en samenleving – wil

het christelijk geloof verbinden met de grote vragen die leven binnen de samenleving en wetenschap.Reliëf is een vereniging van christelijke zorgaanbieders die opkomen voor zin in de zorg. Deze organisatie helpt zorgaanbieders om de ethische, levensbeschou-welijke en spirituele dimensies van de zorg een vaste plek te geven in zorgvisies, beleidsdocumenten en de dagelijkse zorgpraktijk.De NPV wil de mogelijkheden verkennen om samen te werken met het consortium. De NPV houdt zich vanuit

Nieuws van het Lindeboom Instituut

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

22

In de afgelopen 20 jaar heeft het Lindeboom Instituut veel betekend met publicaties over medisch-ethi-sche thema’s vanuit christelijk perspectief. Veel CMF-leden hebben met deze publicaties hun winst kunnen doen. Ook 2012 bracht weer enkele zaken, hoewel het instituut in een fase van bezinning verkeerde.

n Nico wolswinkel is huis-arts in Veenendaal en hoofdredacteur van iDDG

IDDG mag_2013-1 def.indd 22 21-03-13 11:27

Page 23: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

patiëntenperspectief bezig met de zorg voor het leven. Op dit moment lopen er gesprekken over de manier waarop de NPV haar betrokkenheid vorm wil geven. Naar verwachting zal op korte termijn een besluit volgen over de vestigingsplaats van de leerstoel en de benoeming van een kandidaat hoogleraar.

Brochure van Theo Boer en Stef GroenewoudBegin 2012 verscheen een brochure over ‘Vroegchris-telijke denkers en hedendaagse morele zorgdilemma’s’. De brochure kwam tot stand in samenwerking tussen het Lindeboom Instituut (Stef Groenewoud) en de

Protestantse Th eologi-sche Universiteit (Th eo Boer) met ondersteuning van ZonMw (Neder-landse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie). In dit es-say komen uitgebreid een aantal denkers uit de eerste eeuwen na Christus aan het woord over nog steeds actuele thema’s uit de gezondheidszorg. Onder meer de volgende thema’s komen aan de orde:

• kijk op ziekte en ziekenzorg • het zelfgekozen levenseinde• het stoppen met/weigeren van behandelingen• vragen rondom het beginnende leven• de relatie tussen de patiënt en zijn geduld in het

lijden

Bij de verschillende thema’s zijn een groot aantal citaten verzameld. De auteurs geven vervolgens een refl ectie op de citaten. Uiteindelijke concluderen zij dat er ondanks de afstand tussen ‘toen’ en ‘nu’ veel bruikbare wijsheden in de oude bronnen te vinden zijn.Opvallend vond ik dat de thema’s die toen relevant waren dat nu nog steeds zijn. De meningsvorming van de oude kerkvaders vond plaats in een andere cultuur en tegen een andere historische achtergrond dan nu bij ons. Maar met de meeste conclusies kunnen we nog steeds onze winst doen. Het is mooi om te ontdekken dat we met onze christelijke keuzen in een lange kerkelijke traditie staan. Maar ook in die tijd waren de ethische standpunten niet vanzelfsprekend en werden deze niet door iedereen gedeeld. Ook wat dat betreft is er niet zoveel veranderd. De kerkvaders wisten zich geroepen

om in de vroegchristelijke omgeving iets weer te geven van de Bijbelse kijk op ziekte en gezondheid. Het lijkt me onze taak om in de samenleving van nu hetzelfde te doen. Dit boekje kan daartoe prikkelen.

Boek van Theo Boer en Dick MulAlle CMF-leden hebben het boekje najaar 2012 in de bus gekregen: ‘Goede zorg, christelijk geïnspireerde ethiek van geval tot geval’. Het boekje is uitgegeven in de Lindeboomreeks, en werd fi nancieel mede mogelijk gemaakt door de CMF en de NPV. Het is een alleraardigst boekje, fraai uitgegeven en goed leesbaar.Het boek behandelt allereerst 25 thema’s. Ieder thema wordt ingeleid door een casus. Vervolgens wordende morele vragen uit de casus benoemd, waarna de nodige achtergrondinformatie wordt verstrekt. Alle belangrijke thema’s uit de zorg komen op deze manier aan bod. Iedere casus gaat vergezeld van een fraaie tekening. In het tweede deel van het boek staan nog vier achtergrondartikelen rond het thema ‘ethiek’, die nog voor wat meer diepgang en achtergrond zorgen.Het is een zeer leesbaar boek geworden. Het is geschikt voor ieder die in de zorg werkt en in kort bestek wat meer wil lezen over kernthema’s uit de medische ethiek. Ik vond het knap dat in zo’n kort bestek zoveel nuttige informatie op een plezierige manier kon worden aangeboden.

Kortom: een boek om zelf te lezen en aan een ander (niet CMF-lid) cadeau te doen.

Twee boekjes waarbij het Lindeboom Instituut bij betrokken

was: het eerste kijkend naar het verleden, het tweede geworteld in het heden. Samen van waarde bij de toerusting van werkers in de zorg die zich door de Bijbel willen laten inspireren. Aanbevolen! n

Naar aanleiding van- Th eo Boer en Stef Groenewoud: Vroegchristelijke denkers en

hedendaagse morele zorgdilemma’s. Gratis te verkrijgen via www.zonmw.nl

- Th eo Boer en Dick Mul: Goede zorg-Christelijk geïnspireerde ethiek van geval tot geval. Uitgave Buijten &Schipperheijn. ISBN 978-90-5881-681-8

Opvallend vond ik dat de thema’s die toen relevant waren dat nu nog steeds zijn

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

23

Vroegchristelijkedenkers en hedendaagse morele zorgdilemma’sTheo BoerStef Groenewoud

ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie

Laan van Nieuw Oost-Indië 3342593 CE Den HaagPostbus 932452509 AE Den HaagTelefoon 070 349 51 11 Fax 070 349 51 00 [email protected]

Vroegchristelijke denkers en hedendaagse morele zorgdilem

ma’s

Programma Ethiek en Gezondheid

300/

12/2

011/

04

IDDG mag_2013-1 def.indd 23 21-03-13 11:27

Page 24: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Voor veel cMF-ers is Doctor’s Life Support een regel-matige bron voor inspiratie. Het is online te raadplegen via onze website en de boekuitgave vindt gretig aftrek op onze boekentafel. er is blijkbaar behoefte aan zo’n dagboek; voor een snelle bijbeltekst met een treffende gedachte of anekdote, vaak gerelateerd aan de (haas-tige) medische praktijk.Het recent uitgebrachte Dagboek voor leidinggevenden doet hieraan denken. Verwacht van dit boek geen cursus leidinggeven. Maar houdt u van dit type hulpmiddelen wanneer u zelf de energie of tijd mist om zelf te grasdui-nen in Gods woord, dan biedt dit boek een grote verza-meling sympathieke overwegingen bij thema’s als leiding-geven, plannen maken en omgaan met falen; steeds één bijbelgedeelte met overweging per pagina. Uitgegeven in ringband kan het makkelijk openliggen bij een opening van een vergadering, want daarvoor kan het eveneens dienen. een nette opsomming van gebruikte bijbelgedeel-ten achterin helpt bij het gebruik. [Pl]

Dagboek voor leidinggevenden; Bijbelse inspiratie voor vergadering en stille tijd. Dick van Bodegraven. Uitgeverij Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2012 / 340 pagi-na’s / ISBN 978 90 5881 689 4 / prijs € 17,50 n

Artsen zijn tegenwoordig vaak ook leider: van het huis-artsenteam, van de maatschap in het ziekenhuis, van de vakgroep op de faculteit. we krijgen steeds meer ondersteunend personeel en moeten steeds meer doelen stellen en kwaliteitsindicatoren halen. Aan het personeelsbeleid worden steeds meer eisen gesteld. kortom: ook van artsen wordt leiderschap gevraagd, en managementvaardigheden.er zijn de afgelopen jaren veel boeken op de markt gekomen rond dit thema, vanuit verschillende perspec-tieven. Jan-willem Grievink voegde hier een ‘Hand- en hartsboek christelijk leiderschap’ aan toe. een pretenti-euze titel, moet ik zeggen. wat voegt dit boek toe aan alle anderen? is het voor christen leiders een ‘must’ dit handboek te lezen?Voor Grievink is de kernvraag of de christenleider bereid is de leiding van zijn leven over te geven aan God of dat hij zich laat leiden door zichzelf of door andere mensen. Anders gezegd: door wie wordt de leider geleid? Het boek gaat uit van de stelling dat geloof de basis is voor christelijk leiderschap. een mooie stelling. Al lezend in het boek kwam bij mij de vraag boven of het verschil met seculier leiderschap wel zo groot is, als dat het wordt voorgesteld. Zeker, het boek geeft heel veel nut-tige informatie, stelt zinvolle thema’s aan de orde en zet ze in christelijk perspectief. Maar, zo dacht ik, een seculiere leider kan vanuit andere bronnen heel goed tot soortgelijk leiderschapsgedrag komen.Dit alles neemt niet weg dat je met dit boek prima uit de voeten kunt wanneer je meer wilt lezen over leiding geven. en wanneer je je bij dat leiding geven wilt laten inspireren en voeden door christelijke noties, dan helpt dit boek je zeker op weg. [Nw]

Jan-Willem Grievink: Hand- en hartsboek christelijk lei-derschap, Uitgeverij Medema, 2011, 230 pag., ISBN 978-90-6353-620-6 n

BoekrecensiePAUl lieVerse eN Nico wolswiNkel

Dagboek voor leidinggevenden

Christelijk leiderschap

IDD

G n

ma

art

201

3

24

IDDG mag_2013-1 def.indd 24 21-03-13 11:27

Page 25: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

25

Bijbel op recept“De medicijnen die jullie geven werken beter dan die van ergens anders”, stelt Amadou. Hij is een man van rond de 40 die op mijn spreekuur komt vanwege rug-klachten. Hij werkt als onderhoudsman voor zwemba-den in achtertuinen van de goedbedeelde upperclass van Dakar. Het is zwaar werk en van het salaris kan hij met moeite zijn gezin onderhouden. ondanks zijn klachten werkt hij stug door, want niet werken betekent geen inkomen. ik schrijf pijnstillers voor en geef wat adviezen, terwijl ik vrees dat dit niet voorkomt dat deze chronische ziekte een financiële strop wordt. “Hebben jullie trouwens ook Bijbels?” vraagt Amadou terwijl hij al opstaat. “ik heb veel vragen,” zegt de man. “in het verleden had ik een vriend die christen was. Hij was echt een goed mens. ik denk werkelijk dat jullie christenen een grote waarheid bezitten.”

keru Yakaar (huis van hoop) is een gezondheidspost in een van de meest arme en dicht bevolkte wijken van Dakar, de hoofdstad van senegal. Het vrijwel geheel senegalese team medisch personeel ontvangt elke dag 100 tot 150 patiënten op het algemeen spreekuur en 70 voor de tandartsen kliniek. ’s Middags zijn er verschillen-de poli’s zoals een voedingsprogramma voor baby’s, een vaccinatie programma en een diabetes preekuur. sinds mei 2012 ben ik als tropenarts verantwoordelijk voor de medische supervisie, beleidsvorming en het opstarten van een prenatale poli. Tijdens mijn opleiding had ik het idee dat een tropenarts vooral bezig zou zijn met de vraag: hoe behandel ik allerlei (tropische) ziekten met weinig diagnostische mogelijkheden en beperkte mid-delen. Maar de uitdagingen voor deze kleine missiekliniek midden in een miljoenenstad zijn van een andere orde.

Dakar wordt wel de economische en politieke hoofd-stad van west Afrika genoemd. Het bruist en is volop in ontwikkeling, ook wat betreft gezondheidszorg.

Privéklinieken schieten als paddenstoelen uit de grond. Geld van NGo’s met hun verticale programma’s wordt graag in dit politiek sta-biele land geïnvesteerd. De overheid lanceert geregeld indrukwekkende gezondheidsprojec-ten. op papier zijn de kwaliteitsstandaarden hoog en bijna alle mogelijke diagnostiek en

behandelingen zijn voorhanden in de stad. De werkgevers van Amadou hebben een Mri, een specialist of osteo-paat en elk willekeurig medicijn tot hun beschikking. Voor Amadou en het overgrote deel van de alsmaar groeiende stadspopulatie is deze privézorg echter onbereikbaar. in de overheidsziekenhuizen vormen corruptie, wachtrijen en gebrek aan kwaliteitscontrole een groot probleem.

De christelijke identiteit van de kliniek is alom bekend en geaccepteerd. Naast medische zorg bieden we ook de mogelijkheid om te praten en bidden met patiënten. regelmatig komen er mensen met sociale problemen en vragen over religie. in senegal, waar 94% van de bevolking Moslim is, is religie geheel verweven met de cultuur en identiteit. Met de westerse invloed gaan men-sen echter meer nadenken en durven ze vragen te stel-len. Zoals Amadou. ik verwijs hem door naar François, de pastoraal werker, die een lang gesprek met hem heeft en hem een Bijbel geeft. Zomaar een ontmoeting in deze metropool die Dakar heet. Hij komt me nog bedanken voor de medicijnen. ik hoop dat ze inderdaad goed werken, net als de Bijbel. ik roep hem nog na dat het voor zijn rug goed zou zijn om wat te zwemmen…

Voor meer informatie: www.kieviet.org n

Tropenarts in de asfaltjungle

Dokter in DakarTABiTHA kieVieT-VAN iMMerZeel is tropenarts in Dakar (senegal)

IDDG mag_2013-1 def.indd 25 21-03-13 11:27

Page 26: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

ICMDA Students and Juniors Leadership TrainingWat was de achtergrond van deze reis? De ICMDA heeft in veel landen niet alleen een arts-contactpersoon maar ook een student-representative (SR). En één van de leden van het ICMDA bestuur, Ralph Zarazir, kaakchirurg in Libanon, heeft , als ‘student-secretary’ speciaal het studentenwerk als aandachtsgebied. Hij vatte het plan op om een bijeenkomst voor de SR’s te organiseren, voor toerusting, visie en voor onderlinge contacten. Om die conferentie mede te fi nanciëren werd de Lebanon Tour georganiseerd, een 7- daagse reis langs (Bijbels)historische plaatsen. De winst werd bestemd voor het gebruik voor de conferentie. De conferentie voor de SR’s zelf vond plaats in een hotel in Beiroet en telde 34 deelnemers vanuit alle conti-nenten. Ook uit naburige landen, zowel uit Syrie als uit Jordanië kwam er een deelnemer. Dat totale aantal deelnemers was wat minder dan gehoopt, maar de tijd van het jaar, de economische teruggang en de de oorlog in Syrië hebben allemaal een rol gespeeld. En ja, ook elders is ‘studententijd’ echt ‘studietijd’ geworden, met minder tijd en mogelijkheid voor verbreding en verdieping. Tijdens de conferentie kwam naast toe-rusting ook de toekomstvisie ter sprake. Nu het aantal landen met een CMF stijgt, en daarmee het werk ook uitbreidt, lijkt

het tijd te worden voor enige ‘divisionering’. Zo mogelijk krijgt elk land, het zijn er nu al ruim 60, een eigen ‘stu-dent-representative’. Per gebied zal één van hen ook fun-geren als ‘area-representative’ (AR) en verantwoordelijk zijn voor de contacten met een aantal landen. De ‘AR’s’ op hun beurt onderhouden het contact met de ‘student-secretary’ in het ICMDA bestuur. Een wat meer gelaagde structuur dan voorheen, maar gezien de uitbreiding wel een noodzakelijke stap. Jaarlijks wil men een bijeenkomst organiseren voor de SR’s en de AR’s. Mogelijk worden dat

regionale bijeenkomsten waarbij dan de AR’s uit andere regio’s worden uitgenodigd: Ook hier zullen afstand, tijd en geld een rol spelen bij de uiteinde-lijke realisatie.

ICMDA 2012 Lebanon Historical & Biblical Tour

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

26

Buitenlandse zakenrick PAUl

Ligt het juninummer van IDDG nog ergens op of naast uw bureau? Daarin werd bovengenoemde reis aangekondigd. De oproep heeft een goede weerklank gevonden, want met 7 deelnemers aan de reis en aan de voorafgaande conferentie leverde Nederland een fl inke bijdrage. In dit artikel willen we u graag in gedachten meenemen naar het prachtige Libanon!

IDDG mag_2013-1 def.indd 26 21-03-13 11:28

Page 27: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Welkom in LibanonHet programma in Beiroet bood naast toerusting en beleidszaken ook ruim de gelegenheid om met de spreek-woordelijke Libanese gastvrijheid kennis te maken en om de stad beter te leren kennen. Het maakt veel indruk als je door het lege centrum rijdt, dat tijdens de burgeroorlog jaren lang een ‘no-go zone’ was tussen het overwegend christelijke noorden van Beiroet en het islamitische zuidelijke stadsdeel. Weliswaar is de oorlog al weer jaren geleden, maar nog steeds zijn er grote lege plekken en huizen met kogelgaten te zien.

In die lege zone is begin deze eeuw door de toenmalige premier Rafi ri wel een imposante moskee gebouwd. Nog voor het gebouw klaar was kwam Rafi ri in 2005 bij een bomaanslag om het leven. Hij en zijn lijfwachten werden op het plein begraven, pal naast de moskee. Het was de bedoeling om er een mausoleum overheen te bouwen, maar door de andere fracties in de regering wordt dit tot op de dag van vandaag tegengehouden: het plein is geen kerkhof. Nu, ongeveer 7 jaar later, staat er naast de moskee nog (steeds) een enorme, fel verlichte party-tent opgesteld, waarin je de graven kunt bezoeken. Intussen heeft ook, na jarenlang politiek touwtrekken, de door de

moskee aan het zicht onttrokken christelijke kerk toe-stemming gekregen om de toren 15 meter op te hogen. En daar waren ze pas mee begonnen.

Dit alles is een zichtbare uiting van de zeer complexe Libanese politieke verhoudingen. Van ouds waren in Libanon de christenen in de meerderheid. Het is ook het enige Arabische land waar je overal kerktorens ziet! De meeste christenen zijn Maronieten, volgelingen van St Maron, een prediker die rond het jaar 1100 leefde. De Maronitische katholieke kerk is geen Oosters-Orthodoxe kerk, maar volgt de Paus van Rome. Verder zijn er kleine groepjes evangelische christenen. Door de immigratie (Palestijnse vluchtelingen) en door het hogere geboor-tegetal in de moslimgroeperingen is de numerieke meerderheid van de christenen teruggelopen van 70% tot minder dan 50%. Om een zeker machtsevenwicht te garanderen werd na de burgeroorlog in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd afgesproken dat de president van Libanon altijd een maronitisch christen moet zijn, de premier een Soenni moslim, de voorzitter van het parle-ment een Shiiet, de stafchef van het leger weer een chris-ten etc. en zijn de zetels in het parlement verdeeld tussen de religieuze groepen. Echter nu de getalsverhoudingen ID

DG

n

ma

art

201

3

27

>>

IDDG mag_2013-1 def.indd 27 21-03-13 11:28

Page 28: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

wijzigen gaan er stemmen op om deze afspraak ongedaan te maken. Zeer tot bezorgheid van de christenen.

Het Zuiden van Libanon wordt beheerst door de Hezbollah, een shi-itische groep moslims. Sterk pro-Syrië en sterk anti-Israël. Tot onze verbazing was er een goede verstandhouding tussen de christenen en de Hezbollah. Zo was er op een kerkelijke mid-delbare school die we bezochten de helft van de leerlingen afk omstig uit de Hezbollah. De uitleg was verhelderend: “De Hezbol-lah leiders sturen hun kinderen graag, ze krijgen goed onderwijs. De kinderen volgen de dagopening en de godsdienstlessen, dat is geen bezwaar en daar tekenen de ouders ook voor. Omgekeerd merken wij dat de leerlingen die hier geweest zijn zich nooit aansluiten bij de radicale groeperingen. Wij proberen zo de vrede te be-vorderen. En als de Hezbollah er niet was, dan zouden de Soennieten alle macht grijpen en krijgen we hier ook een Moslim Broederschap aan de macht. Dat zou voor ons het einde van onze vrijheid zijn.” Na deze uitleg kwam er ook meestal wel een vraag terug: “Waarom steunen jullie christenen in het westen altijd Israël en laten jullie ons, medechristenen uit het land waar de naam ‘christenen’ als eerste gebruikt werd, aan ons lot over? Waarom worden wij niet geholpen? Wij zijn toch ook jullie broeders?”

Kortom, een politiek zeer complexe situatie waarbij de christenen zich staande moeten houden tegenover en tus-

sen twee grote groepen moslims. Eenvou-dige antwoorden zijn er niet.Ontspanning was er ook, zo hebben we een middag gezwommen in de middellandse zee, vanaf een aan een rots vastgemaakte vissersboot. Voor sommigen was het, ingesnoerd in een groot zwemvest, hun eerste zwemles! En alles werd omlijst door langdurige overvloedige maaltijden.

Lebanon Historical TourNa de conferentie hebben we met een groep van 15 deelnemers de rondreis gemaakt. Niet helemaal volgens het plan, want een gedeelte van de reis dat langs de grens met

Syrië voerde, is geschrapt. Men wilde geen enkel risico nemen, ook al omdat er recent een anti-Mohammed fi lm uitgebracht was. Er bleven echter genoeg interessante plaatsen over die veilig bezocht konden worden.De eerste stop was Byblos, een zeer oude havenstad. Indrukwekkend om te zien hoe de resten van 17 bezet-tingen en verwoestingen zijn blootgelegd. O.a. is de graft ombe van koning Hiram gevonden, de ‘zakenpart-ner’ van David en Salomo. De inscripties op zijn stenen sarcofaag hebben geholpen het Phoenisisch schrift te ontcijferen. Byblos exporteerde ook papyrus. De Grie-ken hebben materiaal en schrift overgenomen, en hun woord Biblia (=boeken) is afk omstig van de naam van deze stad. De dag erna gingen we de bergen in. Libanon bestaat namelijk uit een kuststrook met havensteden met daar-achter een langgerekte berg keten. Ben je die bergketen voorbij, dan komt de vruchtbare Bekaa vallei die weer begrensd wordt door een tweede bergketen, de grens met Syrië. In de bergen zagen we de eerste cederbomen,

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

28 Byblos: De groep

“Waarom worden wij niet geholpen? Wij zijn toch ook jullie broeders?”

n rick Paul is long-chirurg in het VU medisch centrum

IDDG mag_2013-1 def.indd 28 21-03-13 11:28

Page 29: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Agenda23 MAArT 2013Cursus Stichting PromiseThema: Toetsen van alternatieve en complementaire geneeswijzenlocatie: oudewaterinformatie: www.stichting-promise.nl

9 APril 2013Thema-avond NPVThema: levenswensverklaringlocatie: Graafstroominformatie: www.npvzorg.nl

25 Mei 2013CMF Voorjaarsconferentie Thema: Ziekenhuis, derde huis of Vaderhuis?locatie: Driebergeninformatie: www.cmf-nederland.nl

6 JUNi en 3 okToBer 2013Interserve: Informatieavond over uitzendinglocatie: Amersfoortinformatie: www.interserve.nl

14-16 JUNi 2013IMPACT congres Thema en locatie: volgtinformatie: www.impactnetwerk.nl

25-31 AUGUsTUs 2013Conferentie Medicine of the PersonThema: Facing up to illness and disabilitylocatie: schoorlinformatie: www.medecinedelapersonne.org

4 okToBer 2013Congres Geloof in ZorgThema en locatie: volgtinformatie: www.geloofinzorg.nl

19 t/m 26 JUli 2014XV ICMDA World CongressThema: serve share shine; professional identity and visionlocatie: rotterdaminformatie: www.icmda2014.org

voor meer informatie of activiteiten in Nederland kijk op: www.cmf-nederland.nl voor overige internationale conferenties, zie: www.icmda.net

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

29

de meeste zeer oud. Ooit was Libanon ermee bedekt, nu zijn ze nog te vinden in enkele afgeschermde natuurgebieden. Het gebergte, met z’n diepe kloven en valleien was van ouds het toevluchtsgebied in tijden van gevaar. Ook christe-nen zijn daarheen gevlucht, soms voor langere tijd. In één van de valleien hebben we een klooster bezocht, dat deels tegen, deels in de berg gebouwd was. De kerkzaal was een grote grot; her en der stonden omgekeerde etenspannen. Wat bleek? Het klooster was vroeger gespecialiseerd in de behandeling van geesteszieken. Die werden in de grotkerk gebracht en daar soms ook vastgeketend aan de wanden. De familie bracht dagelijks het eten. Was de patient genezen dan werd als bewijs (van dankbaarheid) het etenspannetje achtergelaten. Een andere bijzonderheid was de in Duits-land vervaardigde gietijzeren drukpers, die in gedeeltes per muilezel naar deze plek was gebracht. In 1610 was daarop het eerste bijbelboek, de Psalmen, in het Syrisch gedrukt! De matrijzen lagen er nog bij. Voor belangstellenden, zie www.qozhaya.com.

Verder rijdend door de bergen bereikten we de vruchtbare Bekaa vallei. In het zuiden was de berg Hermon te zien, aan de overkant van de vallei de 2e bergrug die de grens met Syrië vormt. Na een bezoek aan een wijnboerderij met een drieduizend jaar oude historie zijn we teruggegaan naar de kust om vervolgens ten zuiden van Beiroet opnieuw de ber-gen in te gaan. Hier was het gebied van de Druzen. Onder leiding van een ‘Ranger’ werd een uitgebreide wandeling door een cederbos gemaakt. Ceders hebben koude en een steenachtige grond nodig. Vandaar dat ze het zo goed doen in het gebergte. Ze hebben geen last van ongedierte, want de hars en de oliën in het hout zijn gift ig voor insecten. Alleen bijen hebben geen last. Men kweekt nu ook cederbo-men, maar het gaat lastig. Pas na 35 jaar dragen de bomen vrucht. En een klein boompje van 3 cm heeft al een wortel van 10cm in de steenachtige ondergrond. En zo volgden er nog tal van interessante details. Tot slot bezochten we nog de beroemde Jaita grotten, waar met een bootje over een onderaardse rivier kon worden gevaren. Als afsluiting van de reis was er een tocht in een vissersboot over de middel-landse zee bij avond.

Al met al een zeer boeiende reis, met veel onderlinge gesprek-ken. Als christenstudenten/-artsen vanuit zeer verschillende landen onderling verbonden in een verscheurd land. Er wordt gekeken of dit jaar in September een soortgelijke reis gepland kan worden, in Turkije. Ik kan het alleen maar aanbevelen. We’ll keep you posted! n

Het klooster was vroeger gespecialiseerd in de behandeling van geesteszieken

IDDG mag_2013-1 def.indd 29 21-03-13 11:28

Page 30: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

StudentikoosJANice HeiJsTek, eliNe VAN wiNkel, JUDiTH VreUGDeNHil-VreUGDeNHil eN JAAP lUsTiG

wij als studentencommissie van cMF in Utrecht probe-ren het cMF-geluid in Utrecht vorm te geven. Dit doen wij als commissie door 4 lezingen per jaar te organise-ren. Deze lezingen hebben gevarieerde onderwerpen. Bijvoorbeeld medisch-ethisch, maar wij proberen ook vaak een praktisch thema te doen, die echt tips geeft over hoe te handelen in de praktijk. wij als commissie vinden het belangrijk dat studenten niet alleen theore-tisch iets wordt bijgebracht, maar dat ze ook praktische handvatten krijgen, want daar hebben ze vaak op dit moment meer aan.

een goed voorbeeld hiervan is de vorige lezing, begin december, die ging over bidden met en voor zieken. Peter reis, huisarts in Den Haag, heeft ons meegenomen in zijn verhaal over hoe hij met bidden omgaat in zijn dagelijkse praktijk. kunnen wij dat als arts wel doen, mag het wel? Dr. reis heeft ons een goed overzicht gegeven van zijn overwegingen wanneer het wel en wanneer het niet te doen. Het was een aansprekende lezing, die stof tot nadenken gaf over het standpunt wat je zelf inneemt in deze kwestie.

De eerste lezing van dit jaar ging over ‘Psychiatrie en religie’. Dr. Verhagen, werkend als psychiater in ermelo vertelde over de relatie tussen psychiatrie en religie. over causaliteit en therapie van religie. Het was een zeer druk bezochte lezing, de zaal zat bomvol. Deze lezing sprak erg aan, niet alleen bij studenten, maar er waren ook andere belangstellenden! Psychiatrie is dus een aansprekend onderwerp. Dit bleek ook al 2 jaar gele-den. Toen hebben wij een lezing georganiseerd over Demonie en spiritualiteit, waar dr. sonnenschein ons heeft meegenomen in zijn visie op demonie in de psy-chiatrie en mogelijke uitdrijvingen. Deze lezing werd ook druk bezocht!

Vorig jaar hadden wij als thema ‘de eed van Hippocrates’, waarover 4 lezingen over zijn georgani-seerd. Van ‘Tropengeneeskunde’, ‘Medische Missers’ en ‘het verlichten van pijn’ tot het ‘christen zijn in de

praktijk’. Hierdoor werden wij meer stil gezet wat de eed nu betekent en hoe wij er als christenen mee om kunnen gaan. Het christen-zijn in een niet-christelijke omgeving werd uitgediept, zodat wij gesterkt worden om staande te kunnen blijven.

een interessante lezing die 1,5 jaar geleden werd gehouden, met een controversieel thema, is de lezing over zorg aan illegalen. een moeilijk thema, waar de overheid ook haar mening over heeft. Deze lezing zette

ons aan het denken over hoe wij als christenen zorg kunnen, en wellicht moeten verlenen, aan een ieder die daar om vraagt. Het is wel een thema waar we nog wel verder over na mogen denken als (toekomstige) christen-artsen.

op het moment van schrijven zijn we hard bezig met de voorbereidin-gen voor de komende avond. Deze zal gehouden worden op 18 maart in Utrecht. Deze avond zal in het teken staan van de waarde van het leven. en dan vooral toegespitst op het thema ‘iVF en pre-implantatie diagnostiek’. Het is belangrijk dat we als (toekomstige) christen-artsen ons hier op bezinnen, maar ook voor andere belangstellenden

zal deze lezing zeker de moeite waard zijn.

De avond daarop zal gaan over een thema wat redelijk ‘hot’ is: Mindfulness. Het wordt overal om ons heen gepromoot, maar de lezing zal ingaan op hoe we hier als christenen mee om kunnen gaan en of er zoiets bestaat als christelijke mindfulness.

Dit is een korte impressie wat wij doen als studenten-commissie in Utrecht! wij zetten ons met plezier in voor onze medestudenten, maar ook voor degenen die al arts zijn!Mocht u nog meer willen weten, kom naar onze avon-den en vraag het! Voor de komende lezingen: houdt de site en/of Facebook in de gaten!

Namens CMF-Studentengroep Utrecht nIDD

G n

m

aa

rt 2

013

30

Het CMF-geluid uit Utrecht

IDDG mag_2013-1 def.indd 30 21-03-13 11:28

Page 31: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Bernard Shaw, The Doctor’s Dilemma

“Doctor: you must save my husband. You must. it is not an ordinary case, not like any other case. He is not like anybody else in the world: oh, believe me, he is not. i can prove it to you.” Het antwoord op deze vraag en aansporing klinkt aarzelend. Uit vijftig gevallen zijn tien patiënten gekozen die de nieuwe behandeling kunnen ontvangen. “You must understand. You’ve got to under-stand and to face it. in every single one of those ten cases i have had to consider, not only whether the man could be saved, but whether he was worth saving.”

De vroege morgen van 15 juni 1903. sir colenso ridgeon, geneesheer en zojuist geridderd, ontvangt zijn geleerde collega geneesheren. een nieuwe behande-ling van Tuberculose is de oorzaak voor de ridderslag. evidence based en daarom werkzaam voor nieuwe patiënten in de klinische praktijk. Bernard shaw por-tretteert in het toneelstuk “The Doctor’s Dilemma” uit 1906 de almachtige artsen als verwaand. Hooghartig en gewichtig onderhandelen colenso en zijn collega’s over het dilemma wie te redden van TBc. Het artistieke maar ongure genie louis Dubedat (onguur en oneerlijk, “i’m only an immoral artist”), versus hun armoedige col-lega Blenkinsop. “Blenkinsop is a very different case from the others. He is clearly not a prosperous man. He is flabby and shabby, cheaply fed and cheaply clothed. He has the lines mad by consicience between his eyes, and the lines made by continual money worries all over his face…” “well, Mr. savior of lives: which is it to be? That honest decent man Blenkinsop, or that rotten blackguard of an artist, eh?”shaw is genadeloos in zijn satire. Hij nivelleert artsen en de manier waarop door hen beslist wordt. “i do not know a single thoughtful and well-informed person who does not feel that the tragedy of illness at present is that it delivers you helplessly into the hands of a profession which you deeply mistrust, because it not only advocates and practises the most revolting cruelties in the pursuit of knowledge, and justifies them on grounds which would equally justify practising the same cruelties on yourself or your children, or burning down london to test a patent fire extinguisher, but, when it has shocked the public, tries to reassure it with lies of breath- bereaving brazenness”, zo schrijft shaw in het voorwoord bij dit toneelstuk. Het ondersteunt de gedachte dat de keuze naar een

behandeling toe, altijd een gedeelde keuze is. een beslissingsmodel wat in wederzijds vertrouwen doorlo-pen wordt. De diagnose daarentegen, blijft een mede-deling o.b.v. door de dokter gedaan onderzoek. Niet voor niets spreken we over een behandelovereenkomst. willens en wetens gaan arts en patiënt een behandel-relatie aan, met daaruit voortvloeiende rechten en plich-ten. Het visiedocument “De Medisch specialist 20151” benoemt de toekomst van de anamnese als volgt: “er worden nieuwe eisen gesteld aan de communicatieve vaardigheden van de medisch specialist. Hierbij gaat het om betrekken van de patiënt bij behandelkeuzes, inclu-sief het afremmen van weinig zinvolle zorgvraag.” “it’s not an easy case to judge, is it? Blenkinsop’s an honest decent man; but is he any use? Dubedat’s a rotten blackguard; but he’s a genuine source of pretty and pleasant and good things.” De vraag wie van de twee patiënten mee mag doen met de beschikbare behandeling levert een uitgebreide discussie op tussen de artsen. De patiënt vertrouwt op een goede intentie, ook in dit verhaal. is dat vertrouwen afwezig, dan heeft de patiënt alle recht en mogelijkheid een nieuwe behan-delovereenkomst te sluiten.2

n

Noten1. Visiedocument de Medisch specialis 2015, in opdracht

van de wetenschappelijke verenigingen en de orde van

Medisch specialisten.

2. Bernard shaw, The doctor’s Dillemma

Oor, oog & blikBAreND FloriJN

IDD

G n

m

aa

rt 2

013

31

IDDG mag_2013-1 def.indd 31 21-03-13 11:28

Page 32: IN DIENSt DEr GENEZING | maart 2013 Carrière · maart 2013 4 De geneeskunde vervrouwelijkt. Rond 1987 was 20% van de artsen vrouw, en 15% van de me-disch specialisten. Twintig jaar

Voor aanmelding of meer informatie:www.cmf-nederland.nl

Sprekers:

Workshops:

1. Medischontwikkelingswerk–zorgvoorziekenverweg,medischzendingswerk.o.l.v. prof. dr. Henk Jochemsen (directeur van Prisma)

2. Eenduurzame,verantwoordegezondheidszorg–eenutopie?o.l.v. dr. Dirk Jan Bakker (chirurg n.p., oud-directeur AMC)

3. Hoeblijvenwevolvuurmaarnietopgebrand? (bewaren van balans, herstellen van de balans) o.l.v. Joop van den Dool (huisarts)

4. Hoeallemogelijkhedenvanpalliatievezorgbieden (elkaars deskundigheid benutten, thuis sterven mogelijk maken) o.l.v. Pety van der Vliet (specialist ouderengeneeskunde en consulent palliatieve zorg)

CMF Voorjaarsconferentie

Ds. rené van Loon (predikant)

Dr. Dirk Jan Bakker (chirurg n.p., oud-directeur AMC)

Ziekenhuis, derde huis of Vaderhuis?

Zaterdag 25 mei ’t Hoge Licht, Driebergen

IDDG mag_2013-1 def.indd 32 21-03-13 11:28