Impuls 3, 2014

13
nummer 3 november 2014 Social return of investment Wat betekent dat voor ons? Voor iedereen bij Odion Wil van de CB-receptie: ‘Door Impuls een breder beeld op Odion’ Stilstaan bij je loopbaan Er is meer mogelijkdan je denkt! Deel voor cliënten

Transcript of Impuls 3, 2014

Page 1: Impuls 3, 2014

nummer 3 november 2014

Social return of investment Wat betekent dat voor ons?

Voor iedereen bij Odion

Wil van de CB-receptie: ‘Door Impuls eenbreder beeld op Odion’

Stilstaan bij je loopbaanEr is meer mogelijkdan je denkt!

Deel voor cliënten

Page 2: Impuls 3, 2014

3

impuls | 3 2014

De menselijke maat

In deze

2

3

4

6

7

8

10

10

11

12

13

14

15

16

18

19

20

22

24

Moeilijke postEens per week kom ik bij BZW-cliënt

Marcel uit Wormerveer. Ik help hem een

á twee uur met de moeilijke post. Hij

redt zichzelf prima, maar ik merk dat hij

het fijn vindt om bij dit soort dingen op

mij te kunnen terugvallen.

Zoeken we op!Hier werk ik op een flexplek aan de Bris-

tolroodstraat. Voor mijn beide functies

heb ik administratieve werkzaamheden,

daar gaat dus veel tijd in zitten. Ook

zoek ik hier soms dingen op voor BZW-

cliënten, want die hebben niet allemaal

een computer thuis.

Op de peuterspeelzaalSenne is drie en heeft het syndroom

van Down. Drie dagen per week gaat

hij naar Dynamica, maar zijn ouders

vinden het belangrijk dat hij ook een

keer per week naar een reguliere peu-

terspeelzaal gaat. Zonder extra begelei-

ding zou er veel langs hem heen gaan.

Leren nadoenKinderen met Down leren veel door an-

deren na te doen. Op deze peuterspeel-

zaal ziet en hoort hij andere dingen

dan bij Dynamica, het is hier bijvoor-

beeld veel spraakgerichter. Ook leert hij

hier kinderen uit de buurt kennen om

mee te spelen.

Samen kokenOm de week begeleid ik een kookclub

van BZW-cliënten die iedere week bij

elkaar komen. Veel cliënten eten altijd

alleen; voor hen is het fijn om ook ge-

regeld met anderen te eten. Het sociale

aspect is dus heel belangrijk. Ik eet zelf

ook altijd mee, het is erg gezellig.

Annemiek (Hoornenborg) begeleidt kinderen met Down op school. Ze helpt ook volwassen cliënten die zelfstandig wonen.

Het fotodagboek van Annemieke Hoornenborg

Als ambulant ondersteuner begeleidt Annemieke Hoornenborg

vooral kinderen met het syndroom van Down op de reguliere

basisschool en peuterspeelzaal. Daarnaast werkt ze als begeleider

bij Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW).

Medewerkers maken zich zorgen. Over hun carrièremogelijk-

heden, maar ook over hun baan. Lange tijd bood de zorgsector

veel mensen een wenkend perspectief. Nog steeds is Odion

samen met andere zorginstellingen in de regio een belangrijke

werkgever. Als het aan mij ligt, blijft dat zo. Nabije aanwe-

zigheid van betrokken en enthousiaste medewerkers blijft

essentieel in het leven van mensen met een beperking. Maar

langzamerhand zijn er scheurtjes ontstaan in het beeld van

de zorg als een stabiele werkomgeving. Berichten in de me-

dia over ontslagen en dreigende personeelstekorten zijn daar

debet aan. Nog maar kort geleden stonden de kranten vol over

dreigende tekorten aan personeel. Weinig mensen zullen een

boodschap hebben aan het feit dat die er over een aantal jaren

wellicht zullen zijn. De maatregelen die Odion nu neemt in het

kader van de bezuinigingen en de verschuivingen van de AWBZ

naar Wmo en Jeugdwet hebben ten doel om de werkgelegen-

heid zo maximaal mogelijk te handhaven. Soms raken pijnlijke

maatregelen echter de positie van medewerkers. Naast de

veranderingen die mensen begrijpen – en dat zijn er vele – zijn

er ook veranderingen die ze minder of niet begrijpen. Omdat

zij ingrijpen in persoonlijke perspectieven, in het bestaan van

mensen, of in hun baan. De zorgvuldigheid die wij ook in deze

tijd willen betrachten als het om mensen gaat, wordt dan niet

altijd verstaan. En ik begrijp dat. Ik vind het belangrijk dat daar

ook in deze tijd van grote taakstellingen oog voor is. Wat mij

betreft als een inspanningsverplichting om in al onze processen

de menselijke maat zichtbaar te laten blijven, als het om onze

cliënten én als het om onze medewerkers gaat!

Henk Steen

De menselijke maat

Het fotodagboek van Annemieke Hoornenborg

Social ROI: wat betekent dat voor Odion?

Dáárom: Maria Beetsma

De paarse krokodil slaat toe bij Tuinstee/Parkstee

Gluren bij de buren

De OR introduceert een fietsenplan

De column van Petra

Annette Leguijt: van Jacobushof naar Dynamica

Roel Koblenz aan de wandel met cliënten

Stilstaan bij je loopbaan

In dienst, uit dienst

Even bellen met het sociale wijkteam

Tien vragen aan Monique Haagsman

De hobbyhoek: 3D-kaarten maken

Het leven van Joris

Robin werkt steeds zelfstandiger

Steven en Marja deden een onderzoek

Moet je horen

Impuls is een uitgave van de stichting Odion. Odion biedt ondersteuning aan mensen met een handicap. Impuls wordt

verspreid onder medewerkers, cliënten, vrijwilligers en andere belang stellenden en verschijnt drie maal per jaar.

Stichting OdionPostbus 138

1440 AC PurmerendT: 0299 - 412 812

Redactie en coördinatie Vitamedia Hoorn

Irma van der Lubbe en Marian Vleerlaag. Stagiair: Leon de Gier

RedactieadresNieuwstraat 231621 EA Hoorn

T: 0229 - 280 230E: [email protected]

VormgevingGrafish, Tom van Hoogstraten

FotografieEvelien Berger, Elly Kroese, Yvon Koster,

Trudy Conijn, Bart Tol, Saskia Kerkhoff, Yvette Boonstra

Redactieraad Elly Kroese, Rinske Rill, Rob Marinus, Petra Ruiter, Ingrid van

Melsfort, Karin Watzeels, Evelyn Breet, Willemien Verheij, Marjan Ooms, Sandy Nibbering

Cliëntredactie Sebastiaan Eschweiler, Reinier Tervoort, Els van Vloten, Brian

Ondunk, Dave van den Berg, Gudy van Hogen

DrukKoopmans Drukkerij, Hoorn

Oplage1.350 exemplaren.

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke

toestemming van Odion, Vitamedia en Grafish.

Colofon

Fotografie: Saskia Kerkhoff

Deel voor cliënten

Page 3: Impuls 3, 2014

Aan het woord

Social Return of Investment: open stellen en kansen gunnenStagiairs kennen we al bij Odion. Maar straks zijn op locaties wellicht ook andere

mensen bezig met behoud van uitkering of een kort tijdelijk dienstverband. Sommige

gemeenten willen namelijk dat organisaties als Odion kansen gaan bieden aan

inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Met de overgang van de AWBZ naar de Wmo komt een

groot deel van de inkoop van de zorg bij de gemeente te

liggen. Sommige gemeenten, waaronder Zaanstad, willen

dat vijf procent van het geld dat ze aan die zorg beste-

den – naast het gebruikelijke rendement – ook een sociale

winst oplevert. Dit wordt Social Return of Investment (SROI)

genoemd. Omdat Odion inmiddels een contract heeft met

de gemeente Zaanstad, betekent dit in de praktijk onder

meer dat wij ruimte dienen te bieden aan inwoners met

een uitkering die om uiteenlopende redenen lastig aan het

werk komen. ‘Dat kan bijvoorbeeld via een stageplaats, een

werkervaringsplaats of een leerwerkplek’, legt clustermana-

ger Ineke Annen uit. ‘Je moet je voorstellen dat voor iedere

uitkeringscategorie een bepaald bedrag staat. Zo kun je

als organisatie uitrekenen hoe je op die eerdergenoemde

vijf procent uitkomt. Bij Odion heb je het dan over tonnen.

Gelukkig bieden wij van oudsher al veel ruimte aan stagiairs.

We mogen maximaal de helft van het in te vullen bedrag

op die manier afdekken.’ Een keiharde verplichting is SROI

niet, stelt Ineke. ‘Maar haal je die vijf procent niet, dan geeft

de gemeente je minder geld. Dat verschil storten ze in een

fonds en met dat geld gaan ze zelf zaken organiseren.’

Kansen voor cliëntenHet verhaal kent voor Odion ook een andere kant: de

regeling betreft een belangrijk deel van onze cliën-

ten – tenslotte ook veelal mensen met een afstand

tot de arbeidsmarkt. ‘In die zin biedt het kansen voor

de opvang van plekken die verdwijnen als de sociale

werkplaatsen in januari 2015 sterk moeten inkrimpen’,

schetst Ineke. ‘Per 1 januari 2015 treedt namelijk de

Participatiewet in werking, maar we merken dat bedrij-

ven er nog niet zo happig op zijn om mensen met een

arbeidsbeperking te plaatsen. Bovendien ervaren we

dat gemeenten nog geen goed beeld hebben van de

knelpunten die op deze manier gaan ontstaan. Maar

wij wel! Het probleem is dat straks al het oude wordt

losgelaten, maar dat het nieuwe nog grotendeels vorm

moet krijgen. We weten zeker dat er mensen zijn die

daardoor straks in de knel komen te zitten en daar

maken we ons zorgen over.’

Handen ineenOm er toch voor te zorgen zoveel mogelijk cliënten

zo dicht mogelijk bij de arbeidsmarkt komen én de

eventuele doorstroom naar regulier werk te bespoedi-

gen, zijn zes organisaties in de Zaanstreek – waaronder

Odion/Odibaan – een samenwerking aangegaan.

‘Onder het motto ‘Handen ineen’ hebben we samen

met BaanStede, Heliomare, Parnassia-Reakt en RIBW

ZWWF vier concepten ontwikkeld om cliënten zoveel

mogelijk naar eigen inzicht zelfstandig in hun eigen

wijk of omgeving te kunnen laten functioneren en te

laten deelnemen aan de maatschappij’, vertelt Ineke.

‘Om die concepten te laten slagen is ontschotting

nodig. Dat wil zeggen: niet langer denken in doelgroepen,

maar goed kijken hoe je integrale zorg zo goed en zo dicht

mogelijk bij de cliënt kunt brengen. Dat betekent dat je als

medewerker voortaan ook hulpvragen van een ander soort

kunt gaan krijgen, buiten ons huidige vakgebied. Dat is een

belangrijke ontwikkeling waar we niet omheen kunnen en

om die reden heeft Odion recentelijk haar statuten aange-

past.’

Zoeken naar mogelijkhedenManager P&O Ans Sintenie zoekt momenteel vooral naar

mogelijkheden om mensen met een uitkering een tijde-

lijke plek te geven binnen de organisatie. ‘Dat is absoluut

niet eenvoudig met een krimpende organisatie’, ervaart

ze. ‘Bovendien kijkt het UWV, de instantie die uitkeringen

toekent, momenteel streng toe op werk dat door vrijwilligers

wordt gedaan. Wanneer het UWV het idee heeft dat dit ten

koste gaat van een betaalde baan, dan kunnen zowel die

persoon in kwestie als de organisatie daar problemen mee

krijgen. Dat lijkt bijna haaks te staan op het social return of

investment. Een behoorlijke uitdaging, het vraagt aardig wat

van onze creativiteit.’ Ans benadrukt dat het vaak om korte,

tijdelijke trajecten gaat en dat iemand die bijvoorbeeld

voor zes maanden een werkervaringsplaats invult, nooit

de volledige taken van een basismedewerker zal uitvoeren.

‘Maar ik kan me wel voorstellen dat een gemotiveerde BBL’er

die eerst bij een bank werkte en werkloos is geraakt, zou

kunnen worden omgeschoold tot basismedewerker’, denkt

ze hardop. ‘Odion heeft altijd kansen willen geven aan

bevlogen mensen, maar zij moeten hun plek wel degelijk

verdienen. We zullen ons hierin zakelijk gaan opstellen

en concrete afspraken gaan maken over wat we van deze

4 5

Bij Odion zijn straks ook mensen bezig die moeilijk werk kunnen vinden. Zo kunnen ze ervaring opdoen.

impuls | 3 2014

mensen verwachten en wat onze afspraken zijn. Ik kan me

voorstellen dat sommige managers zich zorgen maken over

de aandacht die deze mensen wellicht vragen, of de pro-

blemen die ze meebrengen. Maar in feite is het heel simpel:

voldoet iemand niet of houdt hij zich niet aan de afspraken,

dan gaan we het gesprek aan, zoeken we contact met de

plaatsende instantie en zullen we bijvoorbeeld om iemand

anders vragen.’ Ondanks deze zakelijkheid verwacht Ans dat

de meeste van deze mensen hartelijk zullen worden ontvan-

gen. ‘Dat kan om een heel praktische reden zijn: op sommige

locaties zullen ze blij zijn met een paar extra handen’, weet

ze. ‘Daarnaast hebben we bij Odion allemaal een zorghart

en zien we wat goed is voor een mens. Veel mensen die

lastig werk kunnen vinden, bijvoorbeeld vanwege psychische

problemen, hebben te maken met vooroordelen. Terwijl

het hebben van psychische problemen helemaal niet hoeft

te betekenen dat je niet op een verantwoordelijke manier

bepaalde werkzaamheden kunt uitvoeren. Het is mooi om

die mensen een kans te kunnen geven. Wie weet kunnen we

sommige van hen wel begeleiden richting een opleiding.

Het is eigenlijk net als met stagiairs of vrijwilligers: soms

pakt het geweldig uit, soms niet.’

Ineke Annen Ans Sintenie

Deel voor cliënten

Page 4: Impuls 3, 2014

Daarom

6

Maria Beetsma: ‘Fijn om collega’s met softwareproblemen verder te helpen’

Onnodige presentielijsten afgeschaft

De Paarse Krokodil slaat toe bij Tuinstee/Parkstee

‘Jong en idealistisch was ik. Tijdens een snuffelstage in mijn toenmalige

woonplaats Deventer kwam ik terecht bij een instelling voor verstande-

lijk gehandicapten. En ik wist meteen: dit wil ik! Ik ging wonen waar er

werk was en na verschillende opleidingen bij diverse organisaties kwam

ik in dienst bij Odion, op Palet in Zaandam. Toen ik op een bepaald

moment waarnemend hoofd bij een andere organisatie kon worden, heb

ik Odion verlaten. Maar tweeënhalf jaar later kwam ik terug en ging

werken bij de Waardenburg aan de Schipperslaan, een locatie die later

verhuisde naar de Wilhelminalaan.

Het begeleiden en het contact met de cliënten vond ik fijn, maar ik

voelde dat ik meer kon. Daarom was ik blij met de nieuwe uitdaging bij

de Mayonstraat, die ik als coördinerend begeleider mocht gaan opzetten.

Ik had daar de financiën altijd goed op orde, omdat ik daar het grote

belang van zag en er ook gevoel voor heb. Dat viel op in de organisatie

en daarom werd ik gevraagd om Frank van Dijk te gaan ondersteunen

op Cliëntadministratie; aanvankelijk nog samen met het werk in Mayon-

straat. Maar toen ik thuis twee kleine kinderen had, begon me dat op te

breken. Bovendien merkte ik na 25 jaar zorg dat de koek wel een beetje

op was en dat ik toe was aan een nieuwe uitdaging. Dus ik besloot om

de overstap te maken.

Inmiddels ben ik nu zo’n twaalf jaar applicatiebeheerder, ik doe dat

samen met collega Alex van Es. Het leukste aspect aan dit vak vind ik dat

ik collega’s die tegen een probleem aanlopen verder kan helpen. Ook

heb ik veel plezier in het maken van de vertaalslag naar de begeleiders,

bijvoorbeeld via het geven van trainingen als er een nieuw softwarepak-

ket is. Dan merk ik dat het een meerwaarde heeft dat Alex en ik beide

van de werkvloer komen.

Maria (Beetsma) helpt collega’s met computerprogramma’s.

Het wilde bij Tuinstee/Parkstee maar geen

automatisme worden, dat dagelijks invullen

van de presentielijst voor de brandweer. Dus

hoe betrouwbaar zou hij dan zijn als er inder-

daad ontruimd zou moeten worden?

Het ontruimingsplan voor de Odionlocaties werd rond 2008

opgesteld door de manager P&O. ‘Een overzichtelijk, gede-

gen plan’, vindt begeleider Bram Jager. ‘Ik weet nog dat er

destijds aan diverse medewerkers werd gevraagd om mee te

denken, omdat Odion veel locaties heeft die vaak allemaal

weer anders zijn.’ Om alles werkbaar te houden werd de kern

van het plan teruggebracht tot een A4’tje dat in de beroem-

de rode bak kwam te zitten, vergezeld van een presentielijst.

‘Op deze locatie is ’s nachts geen begeleiding aanwezig’, legt

Bram uit. ‘Het idee achter die presentielijst was dat de brand-

weer bij onze afwezigheid daarop meteen zou kunnen zien

wie er thuis was en wie niet, en hoeveel personen er in een

woning zouden moeten zijn.’

PrivacyDe collega’s van Tuinstee/Parkstee probeerden de cliënten

zelf aan ze te laten doorgeven dat ze niet aanwezig zouden

zijn of dat ze een logee zouden krijgen. Dit bleek niet te wer-

ken en sommige hadden er ook bezwaar tegen. ‘De rode bak

met de presentielijst zou namelijk naast de ingang moeten

hangen, waar iedereen zó bij kan’, schetst Bram. ‘En het gaat

natuurlijk niemand iets aan of jij thuis slaapt of niet en of

je misschien een logee hebt. Dat is een kwestie van privacy.

Daarom werd besloten de bak op het kantoor op de tweede

etage te hangen. Maar ja, dat was natuurlijk weer niet han-

dig voor de brandweer.’

Niet volledigBovendien: als de brandweer deze lijst als leidraad zou

hanteren bij het checken van de appartementen, zou hij

iedere dag helemaal up-to-date moeten zijn. ‘En dat was

hij niet, in de praktijk werd het invullen nog wel eens

vergeten’, ervoer Bram. ‘Daardoor bestond de kans dat

de brandweer een appartement zou kunnen overslaan,

terwijl er wel iemand thuis zou zijn.’ Bram besloot eens

bij collega’s van andere locaties te informeren hoe zij

hiermee omgingen. ‘Die liepen allemaal tegen hetzelfde

probleem aan’, merkte hij. ‘En van een brandweerman

begreep ik dat ze in een noodsituatie sowieso alle appar-

tementen zouden controleren. Die presentielijst had dus

absoluut geen meerwaarde. Daarom hebben we besloten

om hem af te schaffen.’

OefeningInmiddels zijn de cliënten bij Tuinstee/Parkstee zo ver, dat

ze zelf kunnen ontruimen als er ’s nachts geen begelei-

ding is. ‘We zijn begonnen met de belangrijkste dingen

en hebben dat langzaam uitgebouwd’, vertelt Bram.

‘Twee keer per jaar – in het voorjaar als het ’s avonds

licht is en in het najaar als het donker is – houden we een

ontruimingsoefening. Die kondigen we wel van tevoren

aan, zodat iedereen leert om zonder paniek het pand te

verlaten. Iedere keer wijzen we een andere cliënt aan die

de zogenaamde brand ontdekt en de brandweer moet

bellen. Dat gaat hartstikke goed.’ Zowel de medewerkers

als de cliënten zijn blij dat ze niet iedere dag meer

aan de presentielijst hoeven te denken.

‘Je had continu het gevoel dat je iets niet

mocht vergeten, dat zijn we nu kwijt’,

aldus een opgeluchte Bram.

Bij Tuinstee/Parkstee hoeven cliënten geen presentielijst meer in te vullen voor de brandweer.

In al die jaren heb ik best wel eens over-

wogen om buiten Odion te kijken. Nu

schiet het ook wel eens door mijn hoofd;

we zitten tenslotte in onzekere tijden.

Aan de andere kant biedt de omschake-

ling naar de Wmo ook softwarematig

veel uitdagingen en zijn er allerlei zaken

in ontwikkeling waar ik toch wel graag

bij betrokken blijf. Dus voorlopig ga ik

nergens heen!’

Maria Beetsma

Leeftijd

58 jaar

Functie

Applicatiebeheerder

Locatie

Centraal Bureau

In dienst sinds

1977, met een tussenpauze van 2,5 jaar 7

Ja, hij staat daar . . . .

Deel voor cliënten

Page 5: Impuls 3, 2014

Gluren bij de buren

Wil (van Dijk) werkt bij de receptie van Odion. Polly (Rozemeijer) is begeleider. Ze gingen een paar uur bij elkaar meedraaien. Dat vonden ze interessant.

8 9

Waarom hebben jullie ‘ja’ gezegd toen je voor deze rubriek werd gevraagd?

Wil: ‘De namen van alle Odion-locaties ken ik natuurlijk

wel en ook die van veel collega’s die daar werken. Maar als

receptioniste kom ik daar nooit, voor mij is dat een compleet

andere wereld. Daarom leek het me leuk om nu eens te zien

hoe het er op een woonlocatie aan toegaat.’

Polly: ‘Ik ben altijd in voor wat nieuws en hoefde dus niet

lang na te denken. Wil kende ik wel van gezicht, van de keren

dat ik cursus had aan het Centraal Bureau. Maar ik vroeg me

af wat zij nou precies zou doen, ik had daar weinig zicht op.’

Hadden jullie je van tevoren een voorstelling gemaakt van hoe het zou zijn?

Wil: ‘Ik had gehoord dat we samen bij een paar cliënten

zouden langsgaan. Dat leek me erg leuk, ik was benieuwd

hoe ze me zouden ontvangen.’

Polly: ‘Nee eigenlijk niet, in ben er blanco ingegaan. Ik kon

wel bedenken dat Wil de telefoon zou aannemen en moest

doorverbinden, maar ik had geen idee wat ze verder voor

werkzaamheden zou hebben.’

Wat heb je gedaan op je ‘gluurlocatie’?

Wil: ‘Eerst moest ik even zoeken waar ik moest zijn.

De M.L. Kingweg is namelijk een gewone flat in de wijk.

Later ontdekte ik bij de bel een bordje met ‘Odion kantoor’.

Polly had van tevoren bij twee cliënten gevraagd of ik mee

mocht op bezoek. De eerste was Cora, de cliënt op de foto.

Polly ging met haar in gesprek en ik heb in het begin vooral

zitten luisteren. Het gesprek ging eigenlijk over gewone

dingen die toch heel belangrijk zijn, zoals de aanvraag voor

de griepprik die op tafel lag. Later heb ik Cora ook een paar

vragen gesteld, ik had het idee dat ze het wel gezellig vond

dat ik er was. Daarna zijn we op de fiets gestapt, naar een

cliënt die in de wijk woont. Een heel andere cliënt met een

heel andere beperking. Dit was een wat oudere dame en een

lekkere prater. Toen we kwamen, stond de koffie al klaar. Ik

vond het heel bijzonder dat ik zomaar bij deze mensen thuis

mocht komen, ik voelde me absoluut geen vreemde.’

Polly: ‘Ik heb niet zozeer zelf iets gedaan, maar ik heb wel

meegekeken wat Wil allemaal doet. Dat is meer dan ik dacht.

Naast de telefoon beheren de receptionistes bijvoorbeeld de

vergaderruimtes, regelen ze de post en vangen zij bezoekers

op die voor een afspraak komen. Ook verzorgen zij de uitleen

van de laptops en beamers. Grappig, want ik dacht dat sys-

teembeheer dat deed. Weer wat geleerd! Ik heb die ochtend

bovendien veel mensen voorbij zien komen die ik kende van

naam. Leuk om daar nu ook een gezicht bij te hebben!’

Wat is je het meeste opgevallen bij de ander?

Wil: ‘Hoewel de cliënten heel verschillend waren, was het

werk van Polly min of meer hetzelfde. Ze biedt vooral een

luisterend oor en structuur. Ik kreeg het gevoel dat de cliën-

ten het belangrijk vinden dat Polly op geregelde momenten

bij ze komt en vinger aan de pols houdt. Polly vertelde me

dat zonder deze zorg cliënten waarschijnlijk eerder in financi-

ele problemen zouden komen. Of bijvoorbeeld in een sociaal

isolement kunnen raken. Daar kan ik me best iets bij voorstel-

len. Wat me ook opviel is dat Polly de cliënten heel relaxt en

professioneel benadert. Mooi om te zien hoe zij dit doet.’

Polly: ‘Wat mij vooral opviel, is dat alles zo soepel gaat bij

Wil. Ze weet precies wie waar zit – en dat lijkt me best lastig

nadat er intern zoveel veranderd is. Ook lijkt ze bijna alle

telefoonnummers uit haar hoofd te kennen en weet ze wie

op welke locatie werkt. Ik vind dat heel knap.’

Zou het werk van je collega iets voor jou zijn?

Wil: ‘Nee, ik denk niet dat het iets voor me is. Daar ken ik de

wereld niet goed genoeg voor en bovendien ben ik er niet

voor opgeleid. Aan de receptie heb ik soms ook met cliënten

te maken en dat vind ik leuk voor eventjes, maar niet voor

de hele dag; dat zou mij te zwaar zijn. Een roeping zou ik

het niet willen noemen, maar ik denk wel dat dit werk je

moet liggen. Administratief werk past gewoon meer bij me.’

Polly: ‘Ja, ik zou het best leuk vinden om te doen. Ik hou wel

van al dat geregel, op onze locatie ben ik ook vaak degene

die de administratieve dingen doet en zaken organiseert. Ik

zou dit echter nooit als volledige baan willen doen, dan zou

ik de cliënten veel te veel gaan missen. Maar bijvoorbeeld

een dag in de week? Ja hoor, dat zou ik best willen.’

Hoe heb je deze gluurbeurt ervaren?

Wil: ’Ik vond het heel interessant. Met de collega’s van de re-

ceptie zijn we een paar jaar geleden eens bij De Boomgaard

en Oeverlanden wezen kijken, die toen net open waren. Ge-

woon, om eens te zien wat daar gebeurt. Zo krijg je toch wat

meer een beeld van de organisatie waarin je werkt. Dat beeld

is nu weer wat breder geworden, dat vind ik fijn. En het is

leuk dat ik nu de gezichten voor me kan halen als ik een vol-

gende keer collega’s van de M.L. Kingweg aan de lijn heb.’

Polly: ‘Het was grappig om eens een keer iets heel anders te

doen dan je normale werk. Dat was voor mij ook een belang-

rijke reden om aan de rubriek mee te werken; als ik gewoon

met een andere locatie had moeten ruilen, had ik het waar-

schijnlijk niet gedaan. Nu ik veel gezichten bij de namen ken,

is het CB een stuk vertrouwder voor me geworden. Ik vond

het een leuke ervaring en kan het alle collega’s aanraden om

een keertje mee te doen aan deze rubriek!’

impuls | 3 2014

Geef je op!

Wil jij voor Impuls ook een keer van dienst wisselen

met een collega van een andere locatie? Geef je

dan op via [email protected].

Polly en Wil bij cliënt Cora (links)Polly (links) en Wil aan de receptie

Ze hadden elkaar wel eens aan de telefoon

gehad, maar hadden absoluut geen beeld

bij het werk van de ander. Nu telefoniste/

receptioniste Wil van Dijk en begeleider

Polly Rozemeijer van de M.L. Kingweg in

Zaandam bij elkaar hebben meegedraaid,

is dat wel anders!

Deel voor cliënten

Page 6: Impuls 3, 2014

De overstap

ergens veel werk aan hebt gehad en het

toch weer anders is gegaan. Bespreek-

baar maken dat je het niet altijd met

elkaar eens hoeft te zijn en soms even

niet met elkaar door een deur kunt.

Niets menselijker dan dat. Maar dan

niet in discussies belanden, maar samen

vooruit willen. Hoe leuk is het dat ik

door mijn werk weer leer, gewoon door

de dagelijkse dingen met de cliënten.

Samen kijken, voelen en bespreken en

ook niet raar staan te kijken als je een

grote spiegel wordt voorgehouden.

Sonja Puhl

Steeds meer jongeren met een verstan-

delijke beperking komen bij ons wonen.

Sommigen laten ons zien dat dit toch

echt een andere manier van begeleiden

vraagt. Ze nemen niet alles klakkeloos

van je aan en vinden vaak ook dat je

het echt niet snapt. Ze zien niet altijd

hun eigen handelen en houding… daar

hoef je trouwens niet verstandelijk

beperkt voor te zijn. Ondanks dat ik mij

vaak achter de oren krab, geniet ik er

ook wel van… als je ‘links’ denkt, gaan

zij rechts. Als je denkt: ‘Het is mooi

geregeld zo’, dan blijkt alles tijdens je

afwezigheid helemaal anders te zijn

verlopen. En hebben ze hun eigen ding

gedaan: soms tenenkrommend, soms

met een omweg, soms slimmer dan jij.

Wat zegt dat jou als begeleiding? Dat

de dingen waarvan je dacht ‘zo doen

we dat’ ineens een variabel worden

of helemaal not done zijn. Wat mijns

inziens wel de gouden regel is: blijven

praten en vragen naar hun beweegre-

denen. Maar ook: het gevoel incalcu-

leren dat je soms kan balen, omdat je

Onder invloed van de Wmo gaat Odion

wijkgerichter werken. Dat betekent dat

begeleiders vaker de wijk in gaan. Als

ambulant begeleider doe ik dat altijd

op de fiets. Ik woon in Zaandam en

werk daar ook, dus dat gaat makkelijk.

Maar voor collega’s die bijvoorbeeld

in Alkmaar wonen en in Purmerend

werken, is dat anders. Die hebben geen

fiets ter beschikking op de locatie en

pakken daarom vaak de auto. Terwijl

de fiets veel handiger én gezonder is.

Omdat ik voorzitter ben van de fiet-

sersbond, weet ik dat de gemeente

altijd een aantal fietsen in een depot

heeft die ze in beslag neemt omdat

ze bijvoorbeeld verkeerd geparkeerd

staan. Als die na 13 weken niet worden

opgehaald door de eigenaar, worden

ze eigendom van de gemeente. Ik heb

de gemeente gevraagd of zij een aantal

van deze fietsen voor het wijkwerk

van onze collega’s ter beschikking zou

willen stellen en er zijn ons 20 tot 30

fietsen toegezegd! Tijdens een recent

OR-overleg met de bestuurder heb ik

het plan voorgelegd aan Henk Steen en

die vond het een prima plan. Er loopt

nu een pilot met de locaties Kaba-

jastraat, Oeverlanden, M.L. Kingweg en

de Veldvliegerweg, die enthousiast op

de oproep reageerden omdat ze eerder

tegen dit probleem waren aangelopen.

Rond de verschijningsdatum van deze

Impuls verwacht ik hun feedback. Het

zou mooi zijn als we daarna het fietsen-

plan kunnen uitrollen naar alle Odion-

locaties waar de behoefte bestaat!

Next generation Petra Ruiter werkt als basisbegeleider bij de Brederodestraat en Henegouwen in Volendam. Via deze column maakt ze je deelgenoot van de grote en kleine dingen die ze bij haar werkzaamheden tegenkomt.

Op de werkvloer

Annette Leguijt: van VG-wonen naar kinderen

Als teamleider bij woonlocatie Jacobushof in Krommenie had Annette Leguijt het erg naar haar zin.

Vanwege de reorganisatie kon ze daar helaas niet blijven. ‘Tijd om heel iets anders te gaan doen’,

dacht ze en zo kwam ze bij Orthopedagogisch Kinderdagcentrum Dynamica in Koog aan de Zaan.

‘Dit is inderdaad een heel andere wereld.’

Voordat Annette bij Odion kwam, had

ze onder meer gewerkt met demente-

rende ouderen en als activiteitenbege-

leider. Maar het wonen trok. ‘Het leek

me leuk om deel uit te maken van het

dagelijkse leven van de cliënt, in alle

veelzijdigheid’, herinnert ze zich. Haar

baan als begeleider bij de Jacobushof –

toen nog Snuiverhoek - beviel haar dan

ook uitstekend. ‘Ik hou van de puur-

heid van de cliënten; die maakt dat ik

mezelf ook vrij voel’, vertelt Annette

enthousiast. ‘Het is ook mooi om te

zien hoe ze ondanks hun beperking

de moed hebben om hun leven aan te

pakken.’

ProefjaarToen op de Jacobushof de teamlei-

dersfunctie vrij kwam, werd Annette

daarvoor gepolst. ‘Ik hou erg van het

contact met de cliënten en weet dat

je als teamleider iets verder van de

werkvloer staat’, vertelt ze. ‘Daarom

zou ik uit mezelf nooit op die vacature

hebben gesolliciteerd. Ook het feit dat

ik uit het team zélf zou komen, maakte

dat ik wel even getwijfeld heb of ik

dit moest doen. Aan de andere kant

besefte ik dat ik in zo’n baan wel weer

meer kon leren en dat het goed zou

zijn voor mijn ontwikkeling. Uiteindelijk

hebben we besloten dat ik gewoon zou

beginnen en dat we na een jaar zouden

kijken hoe het iedereen beviel. Nou,

dat beviel goed! Ik heb er wel altijd

voor gewaakt dat ik contact met de

cliënten hield, hoewel dat wel steeds

ingewikkelder werd.’

DynamischToen kwam het moment dat het aantal

teamleiders moest worden terugge-

bracht en Annette niet op de Jacobus-

hof kon blijven. ‘Misschien is dit het

moment om iets heel anders te gaan

doen’, dacht ze. ‘Het leek me mooi om

te zien hoe kinderen zich ontwikkelen

en de overstap te maken naar dagbe-

steding.’ In januari 2014 begon Annette

als teamleider bij Dynamica. ‘Deze lo-

catie doet haar naam absoluut eer aan,

er is hier veel reuring’, ervaart ze. ‘We

werken met twee teamleiders. Naast de

vijf groepen van het ODC hebben we

zaterdagopvang, specialistische bege-

leiding na school, de speelweken en

inmiddels is een aantal ambulante me-

dewerkers aan het team toegevoegd.

Het liefst wil ik alles meteen kunnen en

weten, maar dat gaat natuurlijk niet en

is vooral niet realistisch. Het is belang-

rijk flexibel te zijn en regelmatig het

werk bij te stellen, het is nooit af. Het is

de kunst om dan te denken: morgen is

er weer een dag!’

Sonja (Puhl) bedacht een fietsenplan voor begeleiders.

Er komen steeds meer jongere cliënten bij Odion. Petra (Ruiter) leert daar veel van.

Annette (Leguijt) werkte op een woonlocatie. Nu werkt ze met kinderen.

11

Functie

Begeleider ambulante thuis-

ondersteuning

Functie bij de OR

OR-lid en lid van de achterban-

commissie

Ik en de OR

impuls | 3 2014

Deel voor cliënten

Page 7: Impuls 3, 2014

Geheel vrijwillig

Vanaf april begeleidde Roel Koblens (54) de trai-

ning van een groep cliënten die op 20 september

meedeed aan de wandelversie van de Dam-tot-

Damloop. ‘Het werd steeds leuker naarmate ik ze

beter leerde kennen.’

‘Ik keek echt uit naar die vrijdagavond’

Roel (Koblens, vrijwilliger) trainde met cliënten

voor de Dam-tot-Damloop.

13

impuls | 3 2014

Hij had wel eens stoelmassages gegeven tijdens de vrijwil-

ligersdagen van Odion. Daar ontmoette hij ook wat cliënten.

Maar eerder had Roel Koblens nooit contact gehad met men-

sen met een verstandelijke beperking. ‘Van oorsprong ben ik

IT-projectmanager; het masseren ben ik gaan doen omdat ik

daarnaast met mensen bezig wilde zijn’, vertelt Roel. ‘Toen

ik werkloos raakte, vroeg mijn zus, Joke van Groningen,

coördinator van de afdeling Vrijwilligersschakel van Odion,

of ik misschien met een groep cliënten van de Lijnbaan en

de Jacobushof wilde gaan trainen voor de Dam-tot-Dam-

wandelloop. Ik houd van sporten en wandel regelmatig,

dus het leek me een leuk idee.’

In twee groepenDe groep begon eind april. Onder begelei-

ding van Roel en vier à vijf andere vrijwil-

ligers werd iedere vrijdagavond vanaf 19.00

uur een wandeling van een of twee uur

gemaakt. ‘Er was een groep die zich voor de

loop van negen kilometer had ingeschreven

en een groep die achttien kilometer wilde

lopen’, legt Roel uit. ‘Vandaar dat we ook

op twee afstanden trainden; na een uurtje

haakte de eerste groep af. Dat betekende

dat we ook altijd met minimaal twee vrijwil-

ligers moesten zijn. Marjolein van Golen van

de Lijnbaan en Annemiek van den Boogaard

van de Jacobushof hebben dat steeds uitste-

kend gecoördineerd.’

Kletsen onderwegHet wekelijkse wandelen past prima in het

vitaliteitsbeleid van Odion, weet Roel. ‘Twee

keer per week was nog beter geweest, maar

dat was niet te organiseren met vrijwilligers’,

vertelt hij. ‘Je merkte dat het de cliënten

goed deed. Langzamerhand ging het tempo

omhoog en kregen ze meer uithoudingsver-

mogen. Via een begewegingsmonitor – een

soort uitgebreide stappenteller – probeerden

we ze te motiveren om naast de training

ook wat meer te bewegen.’ Behalve dat het

wandelen bijdroeg aan de vitaliteit, was het

vooral ook heel gezellig. ‘Er werd wat af

gekletst onderweg’, grinnikt Roel. ‘Op die

manier kreeg ik meer inzicht in deze mensen

en leerde ik veel over hoe ze communice-

ren. Het viel me op dat ze soms best hard

tegen elkaar zijn. Dan vond ik toch dat ik

iets moest zeggen als ‘goh joh, waarom zeg

je dat nou zo?’ Ook vond ik het interessant

om te zien hoe de omgeving reageerde als

we met die groep op pad waren. Dat was

heel divers: sommigen deden een beetje raar,

maar anderen gingen gezellig zwaaien. Hoe

beter ik de cliënten leerde kennen, des te

leuker vond ik het worden. Ik keek altijd echt

uit naar die vrijdagen.’

Over de streepDe maandenlange training wierp op 20

september haar vruchten af; alle vijftien

cliënten die zich hadden opgegeven, haalden

de finish. ‘Het was een geweldige dag en we

zijn heel trots op iedereen’, blikt Roel terug.

‘Maar ja, nu is het dus gestopt. Jammer hoor.

Maar ik denk dat we het volgend jaar wel

weer gaan oppakken.’

Mobiliteit: stilstaan bij je loopbaan

Wat wordt jouw volgende halte?

Een voorwaarde voor welke stap dan ook is natuurlijk dat je

weet wat je wilt. Dat kan in iedere fase van je leven anders

zijn. ‘Of je thuis jonge kinderen hebt of dat de laatste juist

het huis uit is; dat maakt nogal wat uit’, schetst personeels-

adviseur Gea Horst. ‘Ook is het een heel verschil of je al tien

jaar in dezelfde functie werkt of ergens net een jaartje bezig

bent.’ Om je bewust te worden van je professionele behoef-

ten hebben Gea en loopbaancoach Marja Meijer (coördinator

Flexpool) de interne training ‘Je loopbaan in beweging’ ont-

wikkeld. ‘Bewustwording is nodig om sturing te kunnen ge-

ven aan je carrière’, licht Marja toe. ‘Het tijdperk dat Odion

dat voor je deed, bijvoorbeeld via het ouderen-ontzie-beleid,

ligt achter ons; we werken juist aan duurzame inzetbaarheid.

Daarbij dien je zelf te anticiperen op wat je kunt en wilt, nu

en in de toekomst.’

ZelfonderzoekIn de training staan drie vragen centraal: wie ben ik, wat

kan ik en wat wil ik? ‘Het is in feite een soort zelfonderzoek

waarbij je inzicht verkrijgt via vragen en opdrachten’, legt

Gea uit. ‘De training eindigt met het maken van een actie-

plan, waarin je benoemt welke stappen nodig zijn om te

komen waar je wilt.’ Gea en Marja hebben de training nu

drie keer gegeven en de reacties tot nu toe zijn positief. ‘We

merken dat het collega’s in beweging zet’, ervaart Gea. ‘Dat

kan variëren van een verzoek aan een teamleider om eens te

kunnen ruilen van locatie tot een sollicitatie.’

MobiliteitsnetwerkDat solliciteren hoeft niet perse binnen Odion te zijn, geeft

Marja aan. ‘In Zaanstreek-Waterland is onder de paraplu

van de SIGRA een mobiliteitsnetwerk opgezet waaraan tien

zorginstellingen deelnemen’, vertelt ze. ‘Ik vertegenwoordig

Odion daarin. Samen kijken we waar de zorg, nu en in de

toekomst, behoefte aan heeft. En naar wat er op het gebied

van opleidingen moet gebeuren om in die behoefte te kun-

nen voorzien. Door dat netwerk hebben we nu korte lijntjes

met andere zorgorganisaties. Dus stel dat je je serieus wil

oriënteren op een functie in een ziekenhuis, bijvoorbeeld

via een meeloopdag of een stage, dan kunnen we de weg

wijzen en gaan deuren makkelijker open. Dat geldt natuur-

lijk ook andersom.’

Ervaring opdoenOok binnen Odion zelf bestaat de mogelijkheid om gedu-

rende een afgebakende periode ervaring op te doen in een

andere functie, en wel via de Flexpool. ‘Een collega – al dan

niet van de Flexpool - neemt dan tijdelijk jouw functie waar’,

legt Marja uit. ‘Met je teamleider kun je afspraken maken

over de terugkeer naar je eigen plek als je dat wilt. Zo zie

je dat er ondanks de krimp in de organisatie toch best veel

mogelijk is qua mobiliteit. Heb je dus wensen op dat gebied,

maak dan gerust eens een afspraak voor een gesprek!’

Odion stimuleert medewerkers om te doen wat bij ze past.

Je bent blij met je werk, maar hebt het gevoel dat er meer in je zit. Of je merkt dat

je toe bent aan een nieuwe impuls. Of dat je dreigt vast te lopen, met alle frustraties

van dien. Binnen én buiten de organisatie is meer mogelijk dan je misschien denkt.

12

Deel voor cliënten

Page 8: Impuls 3, 2014

Uit dienstIn dienst

impuls | 3 2014

In dienstFebruari:Jose KooijBasismedewerker, Flexpool

Nel LeeuwerinkBasismedewerker, Flexpool

April:Tamara Grasboer-TirionHuishoudelijk medewerker, Lijnbaan

Marlies HaubrichBasismedewerker, Flexpool

Rianne AndreaBasismedewerker, Veldvliegerweg

Josje BekkerPersoonlijk begeleider, BZW Zaanstreek

Ans DinklaPersoonlijk begeleider, BZW Waterland

MeiBritt KlaassenBasismedewerker, Flexpool

Benthe KoopmanBasismedewerker, Flexpool

Mascha KordesBasismedewerker, Flexpool

Alice SjerpsBasismedewerker, Flexpool

Margreet VesteringBasismedewerker, Flexpool

Ria HauwertBasismedewerker, Flexpool

Gonnie SteurHuishoudelijk medewerker, Helena Smitsstraat

Milka TackPersoonlijk begeleider, Logeerhuis

Astrid TolPersoonlijk begeleider, Logeerhuis

JuniJolanda BosBasismedewerker, Boelenspark

Ilona BroersenBasismedewerker, Flexpool

Lilian DoodemanBasismedewerker, Flexpool

Lotte HartkampBasismedewerker, Flexpool

Manon KruizeHelpende, Flexpool

Uit dienstFebruariJorrit BakkerBasismedewerker, Kaaikhof

Marja AnèsClustermanager, Cluster Zaanstreek Zuid

MaartAnnelies BouwmeesterMedewerker Cliëntadministratie, Cliëntservice

Dik KokBedrijfsleider horeca, De Andere Oever

AprilEverdien KuiperBasismedewerker, Flexpool

Tjitske MoermanInstellingshulp, Helena Smitsstraat

MeiJan VinjuMedewerker Cliëntadministratie, Cliëntservice

Heleen VeugerTeamleider, BZW Waterland

Courtney StraversReceptioniste, Flexpool

JuniIlja de VriesBusbegeleider, De Boomgaard

Conny van der WerffHuishoudelijk medewerker, Dynamica

Rinkje de JongBasismedewerker, Boelenspark

Jubilea40 jaar

JuliJoep DelnoozAdministratie

25 jaar

AprilAnna WillemsenKaravaanstraat

MeiRie FoekemaJacobushof

AugustusCorrien van EgmondDe Steiger

Aagje Mosman-DorlandBoelenspark

SeptemberJoke Tol-VeermanBrederodestraat

12,5 jaar

AprilJoke de RuijterFlexpool

Ruud GrotendorstBoelenspark

JuniLotte KaterJan Ligthartstraat

Joske RouzskyBZW Waterland

Hans VerduijnNoorderstraat

JuliSabina BreureOR

Ineke KomenBrederodestraat

Ada de VriesReceptie

AugustusDiane de JongKaaikhof

SeptemberSandy LucasZonnehoek

Jitske Groot-ZuidemaDynamica

Nina ReisingerJachtenlaan

Marja van GompelLoirestraat

Annebé van OortKaaikhof

Sinds begin dit jaar werkt Odion met RIWB ZWWF, het

Leger des Heils en de gemeente Zaanstad samen in wijk-

team Zaandam Noord Kogerveld in Zaandam. Vanuit

buurthuis De Bovenkruier biedt een team van mede-

werkers uit deze organisaties wijkgerichte zorg. Is het

goed dat Odion dit doet?

Marieke van der Woude, ambulant medewerker wijkteam vanuit Odion:‘Absoluut, de inbreng van Odion is belangrijk voor dit team. Ik kom zelf

vanuit Intensieve Gezinsbegeleiding en heb veel ervaring met gezins-

situaties. Die kennis deel ik met mijn collega’s uit andere disciplines en

op mijn beurt leer ik weer veel van hen; onze doelgroep reikt veel verder

dan mensen met een beperking en voor mij is dat een leuke nieuwe uit-

daging. Een groot verschil met IGB is dat je niet automatisch zaken van

de cliënt overneemt, maar hem/haar stimuleert om na te denken hoe hij/

zij – eventueel met hulp van zijn/haar netwerk – iets zelf kan aanpakken.

Ik vind dat een goede zaak en merk dat ik die ervaring weer meeneem

naar IGB, waar ik nog een dag per week werk.’

Els Bakker, ambulant medewerker wijkteam vanuit de gemeente Zaanstad:‘Ja, Odion is een logische partner in dit wijkteam. Voordat ik hier begon,

hield ik me als gemeenteambtenaar bezig met de indicatiestellingen

voor de Wmo en aangepaste woningen. Vanuit die hoedanigheid kende

ik Odion wel en wist ik van hun specifieke deskundigheid. Binnen dit

team heeft iedereen een andere achtergrond, we leren veel van elkaar.

Qua kennis groei je daardoor naar elkaar toe, maar ik geloof zeker dat

onze specialismen belangrijk blijven. Zelf zit ik helemaal op mijn plek in

dit team. Ik houd ervan om met burgers te werken, de wijk in te gaan en

te zien wat ze doen met hun hulpvraag. Vroeger was ik wijkverpleegkun-

dige; dat aspect zit er nog steeds in bij me!’

Anja van Arum, teamleider sociaal wijkteam vanuit RIBW ZWWF:‘Jazeker. Het concept van deze verschillende disciplines bij elkaar werkt

goed, merken we. Wanneer je bij een melding doorvraagt, blijken er

namelijk vaak meerdere dingen te spelen. Binnen het wijkteam heb je

dan korte lijntjes en dat werkt heel prettig. De groep bestaat uit zorg-

professionals, aangevuld met medewerkers van de gemeente. Ik merk

dat ze vanuit de welzijnsgedachte veel voor de burger willen doen. Maar

de kunst is hier om meer achterover te leunen en minder te rennen. Met

andere woorden: kijken wat de persoon in kwestie zelf kan doen of waar

zijn netwerk kan helpen. Ook als iemand zegt geen netwerk te hebben,

blijkt er toch nog vaak iets mogelijk als je doorvraagt. We houden elkaar

daarin scherp.’

Even bellen met …

Deze mensen werken bij het sociale wijkteam in Zaandam.

Shari HeidemaBasismedewerker, Flexpool

JuliClaudine MolBasismedewerker, Flexpool

Rutger LinkBusbegeleider, De Boomgaard

Ivy OlijfveldBusbegeleider, De Boomgaard

Wim PeperkampKok, Flexpool

Joia JagerBasismedewerker, Flexpool

Michella CabretBasismedewerker, Flexpool

AugustusKarin BasingerhornBasismedewerker, Kabajastraat

Agnes WijtsemaBusbegeleider, Dynamica

Sabina RooijHelpende, Flexpool

Cheka RiveroBusbegeleider, De Boomgaard

Yvonne BorstBasismedewerker, Cronenburcht

Tiny SmitKok, Eetcafé Edam/Volendam

Carola van der PlaatHelpende, Het Klaverland

Marjan BreetTeamleider, Logeerhuis

Fleurtje VeldkampPersoonlijk begeleider, Loirestraat

Willemijn in ’t VeldLogopedist, Paramedici

JuliSaskia MolenaarPersoonlijk begeleider, BZW Zaanstreek

Bono BurlesonBusbegeleider, De Boomgaard

Annemiek van BreemenBasismedewerker, Flexpool

Iris BrinkmanHuishoudelijk medewerker, Het Klaverland

AugustusNatasja Berghuis-WinterPersoonlijk begeleider, Cole Porterstraat

Louis van de MaatHelpende, Het Klaverland

Ageeth Tol-SchokkerHuishoudelijk medewerker, Brederodestraat

Sandra KleimanMedewerker Cliëntadministratie, Cliëntservice

Trix Juist-OostervinkPersoonlijk begeleider, De Graslanden

SeptemberAnnemie BleekerBasismedewerker, Flexpool

Dennis LukkenBasismedewerker, Flexpool

Hanna OssebaarBasismedewerker, Karavaanstraat

Rob TimmermanFinancieel medewerker, Administratie

Sanne VetBasismedewerker, Flexpool

Louise ZeemanBasismedewerker, Flexpool

OktoberRineke WijleBasismedewerker, Oeverlanden

Deel voor cliënten

Page 9: Impuls 3, 2014

Joris heeft veel hobby's

Robin gaat verder leren voor kok

Steven en Marja deden een onderzoek

Ons leven bij Odion

Deel voor cliënten

Wat was je eerste (bij)baantje?Mijn eerste bijbaan had ik op 16-jarige leeftijd als caissière bij Albert Heijn op het Mosveld in

Amsterdam. Mijn eerste “echte baan” was als activiteitenbegeleider op de afdeling geriatrie,

binnen het Eduard Douwes Dekkerhuis.

Wat houdt je huidige functie in?Ik coach medewerkers in de ondersteuning naar de cliënt op diverse IW-locaties. Daarnaast draag

je als teamleider zorg voor de randvoorwaarden, zodat een locatie goed kan functioneren en dit

binnen een financieel gezond kader.

Wat is je grootste blunder geweest in je werk?In mijn eerste werkweek bij AH heb ik een open bleekfles aangezien voor de boodschappen van

een klant. Ik was druk bezig de producten aan te slaan en terwijl ik de fles plaatste op de band

achter mij, gutste de bleek over de kleding van de klant.

Wat vind je het leukst aan je werk?Alle contacten die je opdoet, met zoveel verschillende persoonlijkheden.

Wat zou je doen als je dit werk niet deed?Dierenartsassistente.

Wat denk je dat collega’s van je vinden?Ik denk dat collega’s mij duidelijk vinden, een stuwende kracht bij veranderingen, een beetje gek

maar wel met humor.

Vertel eens iets verrassends over jezelf.Ben gek op achtbanen en meer van dat soort snelle attracties.

In de vorige Impuls vroeg Eline Velthorst zich af hoe je in je werk staat nu je maar liefst 5 IW-locaties en BZW-cliënten aanstuurt. Hoe bevalt dat? Ik vind dat ik een leuke (drukke) baan heb met fijne locaties, collega’s en cliënten. Op dit mo-

ment heeft het aantal locaties zich beperkt tot drie. Ik ben momenteel werkzaam in Edam en

Volendam;Tiny Bilstra heeft tijdelijk de locaties Tuinstee en Parkstee en ambulant overgenomen.

Dat was wel fijn, want mijn agenda vult zich vrij snel met allerlei werkzaamheden en afspraken.

Plannen is een must!

Met wie binnen Odion zou je wel eens een dagje willen ruilen en waarom?Op De Boerderij zou ik wel een dagje willen meewerken. Lijkt mij een leuke werkplek.

Aan wie binnen Odion zou je deze vragen ook eens willen stellen en waarom?Aan Cilia Boon. Zij heeft als teamleider wonen een overstap gemaakt naar teamleider dag-

besteding. Is natuurlijk (deels) ook weer een andere tak van sport. Ik ben benieuwd hoe zij de

switch heeft ervaren.

Leeftijd

46 jaar

Functie

Teamleider

In dienst bij Odion sinds

juni 2000

Monique Haagsman

Tien vragen aan

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

impuls | 3 2014

16

Deel voor cliënten

Page 10: Impuls 3, 2014

Elke maandag- en dinsdagavond ga ik naar de

sportschool. Dat doe ik al vier jaar. Het is vijf minu-

ten lopen vanaf mijn huis. Dat doe ik zelfstandig.

Dit is mijn levenHoi, ik ben Joris.

Ik ben 28 jaar en slechthorend.

Ik doe van alles…, maar ik zou dat ook wel met een

vriend of vriendin willen doen.

Al tien jaar woon ik bij Odion aan de Ismailia-

straat. Dat bevalt me prima! Thuis luister ik graag

muziek en speel ik voor dj.

Bij De Boerderij werk ik vijf dagen in de week. Op

woensdag werk ik bij de bakkerij, dat vind ik leuk-

ste. Ik verzorg ook dieren. Op de foto ben ik aan

het kleien en het verven, dat is leuk om te doen.

Deze beker heb ik gewonnen met het snorkelen.

Ik ben ook gek op zwemmen. Dat doe ik ieder

weekend met mijn vader, in Bussum.

19

Joris woont in de Ismailiastraat bij Odion. Hij heeft veel hobby’s.

impuls | 3 2014

Voor wie is jullie vereniging?

Voor iedereen met een verstandelijke beperking.

We hebben leden van in de tachtig, maar ook jon-

geren van veertien. We heten officieel Vereniging

Vrijetijdsbesteding Gehandicapten Volendam en

we bestaan al 45 jaar.

Waar ligt jullie clublokaal?

Aan de Foksiastraat 11 in Volendam.

Hoe kom je daar?

In principe regel je zelf je vervoer. Maar als dat

lastig voor je is, hebben we ook een eigen busje

waarmee we je kunnen halen en brengen.

Wanneer is het 3D-kaarten maken?

Het is niet iets dat je altijd bij ons kunt doen,

maar wel vaak. Zeker nu het straks kerst wordt,

gaan we kaarten maken. Dat doen we dan op

woensdag tussen 19.00 en 21.00 uur. Woensdag

is onze creatieve avond. We doen dan ook hand-

werken, tekenen en knutselen.

Hoe is de begeleiding geregeld?

Er is altijd iemand die alles uitlegt en er is een

groep vrijwilligers die je helpt als je vragen hebt.

Wat kun je nog meer doen bij jullie vereniging?

De maandag is voor muziek en spelletjes. Dinsdag

is er line dancen. Woensdag dus knutselen en de

donderdag is voor de jongeren. Ieder jaar orga-

niseren we bovendien een uitstapje, bijvoorbeeld

naar Artis of naar een boerderij waar je

lammetjes kunt aaien.

Hoe kun je lid worden?

Dat kan via de secretaresse, Anita Smit. Haar mail-

adres is [email protected], het telefoonnummer 0299 -

36 85 74. Je kunt altijd eerst een paar keer komen

kijken of je het leuk vindt. Als je lid wordt, is dat

voor minimaal een jaar.

Hoeveel kost dat?

T/m 17 jaar: € 18,00 per kwartaal / € 36,00 per

half jaar / € 72,00 per jaar.

Vanaf 18 jaar: € 32,00 per kwartaal / € 64,00 per

half jaar / € 128,00 per jaar.

Is het gezellig bij ’t Nest?

Heel gezellig! Sommige leden zijn al 45 jaar lid en

kennen elkaar dus goed. We doen alles rustig aan

en onder het knutselen wordt er lekker gekletst.

aan de inzet van de vrijwilligers. Er wordt boven-

dien langs de kant veel met elkaar gekletst, de

leden zoeken elkaar vaak op.

In de hobbyhoek geven we informatie

over dingen die je in je vrije tijd kunt

doen. Dit keer is dat 3D-kaarten maken.

Nel Emke de Vries is coördinator bij

vereniging ’t Nest in Volendam, waar in

het clublokaal veel geknutseld wordt.

NIEUW!

De HobbyhoekDit is een nieuwe rubriek. Hier geven we informatie over dingen die je in je vrije tijd kunt doen. We beginnen met zwemmen.

18

Page 11: Impuls 3, 2014

Robins leraar op school had het goed gezien. Hij raadde Robin aan

om de opleiding Horeca Assistent niveau 1 te gaan doen. Robin

bleek een heel goede keukenhulp te zijn en begon bij eetcafé De

Gulle Waard van Odion. ‘Ongeveer vier, vijf jaar geleden gingen we

verhuizen naar De Andere Oever’, vertelt Robin. ‘Ik ging mee, dus

ik werk hier al vanaf het begin, twee dagen in de week. Ik maak

voorgerechten en toetjes, maar ook help ik chef-kok Vincent bij de

hoofdgerechten. Als ze niet al te moeilijk zijn, mag ik ze zelfs hele-

maal alleen maken.’

Chef-kok Vincent en jobcoach Erika Meijer van Odion vinden dat Ro-

bin het heel goed doet bij De Andere Oever. Zo goed, dat ze denken

dat hij meer kan. Daarom vroegen ze aan Hotel Volendam of hij daar

óók in de keuken mocht werken. Dat mocht. Nu werkt Robin daar

vanaf februari, ook twee dagen in de week. ‘Het bevalt heel goed

daar, ik ga er met veel plezier heen’, vertelt hij. ‘Lekker dichtbij met

de fiets en leuke mensen. Ik moet daar wel veel harder werken dan

bij De Andere Oever. Daar hebben we ongeveer 40 gasten per dag,

in Hotel Volendam soms wel 600!’

Robins begeleidster in Volendam is erg blij met hem. Zij stelde voor

dat Robin in januari de opleiding Horeca Assistent niveau 2 gaat

doen. ‘Dat lijkt me heel leuk’, vertelt Robin. ‘Ik leer dan nog meer

zelfstandig werken. En vis fileren. En allemaal Franse namen. Dan

heb ik alleen geen tijd meer voor De Andere Oever. Dat vind ik wel

jammer. Maar dan kom ik gewoon af en toe gezellig eten hier.’

Robin werkt steeds zelfstandiger

Robin werkt bij eetcafé De Andere Oever van Odion in

Purmerend. Nog wel! Want hij werkt ook in de keuken

van Hotel Volendam. En als alles goed gaat, begint hij in

januari aan een nieuwe opleiding. Dan gaat hij stoppen

bij De Andere Oever.

Wie is Robin? Leeftijd

21 jaar

Woonplaats

Volendam

Hobby's

Vooral zwemmen,

maar ook voetbal en

computer spelletjes

20

impuls | 3 2014

Ik en Odion

Robin gaat verder leren voor kok.

.

Page 12: Impuls 3, 2014

Zó doe ik dat!

doen wij

Wie is Steven?

Leeftijd

45 jaar

Woonplaats

Krommenie

Hobby’s

Tuinieren, treinen kijken en mo-

deltreinen bouwen, geschiedenis

van schepen lezen)

Wie is Marja?

Leeftijd

55 jaar

Woonplaats

Krommenie

Hobby’s

De hond uitlaten, legpuzzels en

woordzoekers maken

Steven en Marja hebben een onderzoek gedaan. Dat vonden ze spannend,

maar het ging heel goed.

23

impuls | 3 2014

Steven en Marja hebben dagbesteding bij Het

Watermerk in Wormerveer van Odion. Het

Watermerk doet mee aan een project in Wormer-

veer. Dat heet ‘Alle Handen Samen’. De bedoeling

is dat bewoners van Wormerveer en cliënten van

Odion elkaar gaan helpen met dingen die ze zelf

niet (goed) kunnen. Zoals de hond uitlaten, tui-

nieren, voorlezen of boodschappen doen. Maar

hoe weet je nu waarmee je iemand kunt helpen?

Steven en Marja op zoek naar klussen

‘Dat moet je vragen’, antwoordt Marja. ‘Daarom

zijn we een onderzoek gaan doen.’

Sandra Schotten is begeleider bij Het Watermerk

en contactpersoon voor dit project. Alle onder-

zoekers kregen een training. ‘Ze legden bijvoor-

beeld uit hoe we mensen konden aanspreken’,

vertelt Marja. ‘Ik heb geleerd dat je iemand goed

moet aankijken als je met hem praat. Dat doe ik

nu beter dan vroeger.’ ‘In die training hebben we

ook samen vragen bedacht. Die kregen wij later

mee op een formulier met picto’s’, legt Steven uit.

In maart ging de groep echt de straat op. Dat

vonden ze best spannend. ‘Je weet van tevoren

niet wie je tegenkomt’, legt Marja uit. ‘Sommige

mensen reageerden aardig. Maar er waren ook

mensen die niks zeiden en doorliepen.’

‘Die hadden waarschijnlijk haast’, denkt Steven.

‘Er was ook iemand die vond dat ik wel bij hem

kon komen schoonmaken. Dat is dus niet de

bedoeling!’ Helaas heeft het project even stil

gelegen. Maar nu gaat het weer beginnen.

Marja en Steven hopen dat ze dan ook echt

klusjes kunnen gaan doen voor anderen.

Page 13: Impuls 3, 2014

Weten en wijzer Er verandert veel in de zorg,

misschien ook voor jou.

Natuurlijk wil je weten weten wát er precies

verandert.

En wat je daarvan gaat merken.

Daarom heeft Odion een soort nieuwsbrief

gemaakt voor jou en je ouders/contactpersonen.

In eenvoudige taal en met

picto’s.

De nieuwsbrief heet:

Weten & wijzer.

De eerste kwam begin

september.

Hierna komen er nog

drie of vier.

Moet je horen!Informatie van Odion voor jou

Wil jij in Impuls?Stuur dan een mail naar:

[email protected].

Schrijf daarin wat jij graag in Impuls wilt vertel-

len of laten zien.

Vergeet niet je naam, adres, telefoonnummer

en leeftijd erbij te zetten.

De cliëntenredactie beoordeelt je aanvraag.

Als zij het een leuk idee vindt, neemt de schrijf-

ster van Impuls contact met je op.

Wie weet tot ziens in Impuls!

Luisteren naar ImpulsKun je niet (goed) lezen?

Maar wil je wel weten wat er in Impuls staat?

Dan kun je een cd bestellen.

Daarop wordt het cliëntendeel van Impuls

voorgelezen.

Stuur een mailtje met je adres naar:

[email protected].

Dan krijg je de cd thuis.

De Groene Doos helptVind je het lastig om je begeleider te vertellen

wat je wilt?

Of wat je ergens van vindt?

Gebruik dan de Groene Doos!

In de doos zitten allemaal spullen waarmee je

makkelijker een gesprek begint.

Zoals droomboek, een kwartet, een set kaarten

met vragen en zelfs een toverstokje.

De Groene Doos staat op iedere locatie,

dus ook op die van jou!