II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op...

78
I INLEIDING Cryptozoölogie is een afsplitsing van de Zoölogie: de wetenschap van 'verborgen' dieren. Hoe kan iemand zich bezig houden met verborgen dieren? Wel, dat kan. Want verborgen dieren komen nog al eens in de open lucht als ze eerst vermoed - en daarna ontdekt worden. Of zich heel toevallig laten vangen of fotograferen. Of ontdekt worden nadat iedereen dacht dat ze al miljoenen jaren waren uitgestorven. Over Cryptozoölogie zijn kasten vol boeken geschreven. Maar in deze verzameling gaat het ook over wat genoemd wordt ' Fortean Cryptozoölogy' : onbestaanbare dieren. Of liever - dieren die lijken te bestaan omdat ze gezien worden, soms zelfs vaak gezien, maar die niet door de zeef van de normale biologie komen. Dieren met andere dan dierlijke eigenschappen, die doen vermoeden dat er iets meer paranormaals aan de hand is. En soms is de grens tussen die twee soorten Crypto's wat vaag, en zijn er meer vragen dan antwoorden.... Naast bovenstaande dieren zijn in deze verzameling van 50 verhalen ook dieren opgenomen die alleen een cultureel of mythologisch bestaan leiden en over wier on-bestaan geen verschil van mening is. Zij allen leiden een fabelachtig leven.

Transcript of II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op...

Page 1: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

I

INLEIDING Cryptozoölogie is een afsplitsing van de Zoölogie: de wetenschap van 'verborgen' dieren. Hoe kan iemand zich bezig houden met verborgen dieren? Wel, dat kan. Want verborgen dieren komen nog al eens in de open lucht als ze eerst vermoed - en daarna ontdekt worden. Of zich heel toevallig laten vangen of fotograferen. Of ontdekt worden nadat iedereen dacht dat ze al miljoenen jaren waren uitgestorven. Over Cryptozoölogie zijn kasten vol boeken geschreven. Maar in deze verzameling gaat het ook over wat genoemd wordt 'Fortean Cryptozoölogy' : onbestaanbare dieren. Of liever - dieren die lijken te bestaan omdat ze gezien worden, soms zelfs vaak gezien, maar die niet door de zeef van de normale biologie komen. Dieren met andere dan dierlijke eigenschappen, die doen vermoeden dat er iets meer paranormaals aan de hand is. En soms is de grens tussen die twee soorten Crypto's wat vaag, en zijn er meer vragen dan antwoorden.... Naast bovenstaande dieren zijn in deze verzameling van 50 verhalen ook dieren opgenomen die alleen een cultureel of mythologisch bestaan leiden en over wier on-bestaan geen verschil van mening is. Zij allen leiden een fabelachtig leven.

Page 2: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

II

INHOUD 1. Onbekenden 2. Draken op de vlucht 3. Nessie, het ongrijpbare monster 4. Zeemonsters 5. De rods van Escamilla 6. De meermin van Edam 7. Reuzen 8. Toch niet uitgestorven 9. Sasquatch 10. IJsland en de Elfen 11. De Blemmyae 12. De dode Dodo 13. Squonk 14. Black Shuck 15. Gargoyles & Grotesken 16. Fabeldieren 17. Leviathan en zijn confraters 18. Dieren in de dampkring 19. Wolf 20. De grote grijze van Ben MacDhui 21. Andrew Crosse en de Acari 22. Bestaat de gorilla? 23. Gevleugelde katten 24. Roerichs waarneming 25. De plagen van Egypte 26. Ze zagen ze vliegen 27. Verzonnen 28. Nessie en Omand 29. MISSING - Een akelig raadsel 30. De Shamir 31. Meerminnen in Japan 32. Wonder 33. Globsters 34. Thunderbird 35. Shapeshifters 36. Satori 37. De Piasa 38. Chinese draken 39. Kontomblé 40. Nessie aan land...en verder 41. Pugwudgies 42. Bigfoot - een vreemd verhaal 43. Hydra 44. Kwispelen 45. Critters - MINDBLOWING !!!! 46. De scalp van de Yeti 47. Salamanders 48. Mensen met Dino's? 49. De Icastenen van Peru 50. Antonius en de Centaur

Page 3: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

III

1. ONBEKENDEN De eeuwen van de grote ontdekkingen, die van Columbus, Magelhaen, Walter Scott en Livingstone, om er een paar te noemen, liggen ver achter ons. We zijn geneigd te denken dat de aarde intussen wel zo uitgeplozen is door de groeiende bevolking, de verdwijning van oerwouden en de komst van satellieten en Google Earth dat we geen verrassingen meer zullen tegenkomen in het dieren en plantenrijk. FOUT. Er gaat bijna geen jaar voorbij of er zijn weer nieuwe diersoorten ontdekt, een buitengewone boom of insecten waarvan men het bestaan niet kende. Veel van die dieren duiken op uit de diepzee, een gebied waar waarschijnlijk nog veel meer onbekende soorten leven die wij met onze menselijke techniek niet kunnen bereiken. Nog niet. Soms gaat het bij zoölogische ontdekkingen om dieren die werden verondersteld uitgestorven te zijn. Zo werd in de 30er jaren de Coelacanth ontdekt, een vis die al miljoenen jaren uitgestorven was, dacht men. Nee dus. Japanse vissers kenden hem allang, maar er was een alerte Westerse vissenkenner voor

nodig om die ongelofelijke en onooglijke vis te zien voor wat hij was, en daarmee werd een bommetje gelegd onder piscale zekerheden. Hier ◄ zien we de vis samen met een aantal gelukkige biologen die hem hebben aangeschaft voor een natuurmuseum in Alabama. In de 70er jaren werden de ecosystemen van de 'thermal vent' ontdekt: vulkanische activiteit in de diepzee - geen zuurstof - alleen zwavel en andere gassen die gedacht werden voor leven zoals wij dat kennen absoluut

dodelijk te zijn. Maar het bleek dat er in deze hete wateren

ongelofelijke dieren gedijden; een heel ecosysteem van dieren die geen licht en geen zuurstof nodig hebben om zich te kunnen voeden en voortplanten. Intussen zijn er veel meer van zulke plekken ontdekt, op plaatsen waar de tektonische platen van de werelddelen voor vulkanische activiteit zorgen. Vanwege de diepte (meer dan 2 km) kan er alleen met heel speciale onderzeeërs onderzoek naar worden gedaan. De eerste thermal vent in de oceaan werd ontdekt en geëxploreerd door 'Alvin', een diepzee capsule die ook het wrak van de Titanic heeft onderzocht. Hier ► de z.g. 'tube worms' - kokerwormen, de grootste organismen van dit ecosysteem, soms meer dan 2 m lang. Dit zijn maar enkele bekende voorbeelden van ontdekkingen, om aan te geven dat we nog lang niet alles in kaart gebracht hebben. Behalve in zee zijn er ook op het land uitgestrekte gebieden die zo dun bevolkt zijn en zo onbegaanbaar, dat de kans dat zich er onbekende dier - en plantensoorten ophouden meer dan waarschijnlijk is.

Er is een wetenschap die zich bezighoudt met het speculeren en onderzoeken van alles wat we op het gebied van de levende natuur nog niet ontdekt hebben. Die wetenschap heet 'cryptozoölogie' - verborgen dierkunde. Cryptozoölogen maken gebruik van getuigenissen van de inheemse bevolking van onherbergzame gebieden, want mensen die leven met de natuur zijn meestal stukken beter op de hoogte van wat ze zien en horen dan een incidentele onderzoeker. Het is dus belangrijk dat verhalen over onbekende dieren serieus worden genomen en onbevooroordeeld worden onderzocht. Dieren waar we allemaal wel van gehoord hebben zijn de 'Yeti' uit de Himalaya, en 'Bigfoot' in Amerika, ook wel 'Sasquatch' genoemd. Zulke dieren, die het midden houden tussen mensapen en mens maar veel groter zijn dan beiden, worden eigenlijk over de hele wereld gezien. In Australië heten ze 'Yowi' en in China 'Yeren' .

En zoals dat eigenlijk altijd het geval is, moeten we ons niet blind staren op een enkel geval, maar op zoek gaan naar een patroon. Want als er in zoveel verschillende culturen vergelijkbare dieren opduiken, dan zou je zeggen dat dat niet allemaal op verkeerde waarneming of een sprookje kan berusten. Het is de taak van cryptozoölogen om zulke getuigenverklaringen te onderzoeken en zelf onderzoek te doen in het betreffende gebied. Bekende cryptozoölogen waren Bernard Heuvelmans en Ivan Sanderson (foto) die heel veel veldonderzoek deden en daar fascinerende boeken over hebben geschreven.

Page 4: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

IV

Tegenwoordig is het in Amerika o.a. Loren Coleman en Richard Freeman en in Engeland Karl Shuker en Jonathan Downes, de oprichter en directeur van de CFZ - de Centre for Fortean Zoölogy die de wereld afreizen om de waarheid achter legenden en getuigenverklaringen te achterhalen. Op die organisatie komen we nog terug..

Iedereen die zich een beetje verdiept in het onderwerp zal getroffen worden door de vele verklaringen van betrouwbare getuigen, terwijl er toch zo weinig concreet 'bewijs' is van het werkelijk bestaan van de dieren waar onderzoek naar wordt gedaan. Met andere woorden: er is een groot verschil tussen cultureel bewijs en fysiek bewijs. Dat argument wordt dan ook meestal gebruikt door mensen die het allemaal maar onzin vinden. Zij zeggen: Waar zijn de botten? Waar zijn de betrouwbare foto's? De films? Waarom is er geen concreet bewijsmateriaal zoals we dat van de olifant of de tijger hebben? In zekere zin hebben die mensen gelijk; er is heel weinig concreets dat onderzocht kan worden. Dat heeft verschillende oorzaken. Ten eerste: wanneer vinden we bijvoorbeeld een dode egel die niet door een auto is platgereden? Of een ree die niet door een jager is geschoten maar een natuurlijke dood is gestorven? Zelden. Dat komt doordat de natuur dood materiaal snel opruimt. Van de miljoenen dieren die sterven in de natuur vinden we maar heel weinig terug. Hetzelfde geldt voor dieren die sowieso al heel weinig voorkomen. De kans dat we die terugvinden is wel heel klein. We zullen ze dus zelf moeten doden. En dat is ook, vanwege de zeldzaamheid, het onherbergzame terrein en de schuwheid van het dier een moeilijke (en onwenselijke) opgave. Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine groep mensen die daar het geld en de moeite voor over heeft. Een derde punt is dat er waarschijnlijk best concreet bewijs in de kelders van musea ligt, maar met een verkeerd kaartje erbij. In het verleden werden veel vondsten aangezien voor iets anders, vooral botten, of uitwerpselen. Toen men de eerste botten van dino's opgroef, dacht men dat ze van reuzen waren zoals de bijbel die beschrijft. Pas later begreep men dat het hier om uitgestorven reusachtige dieren ging. Ook is het al heel vaak voorgekomen dat archeologische of biologische vondsten die veelbelovend waren, 'verdwenen', omdat de wetenschappers die ze moesten onderzoeken er geen raad mee wisten. Zulke vondsten werden weggegooid of weggeborgen in lades waar ze nooit meer uit kwamen. Tot zover de moeilijkheden waar cryptozoölogen mee te maken hebben. Maar er is ook nog een andere moeilijkheid: veel waarnemingen van onbekende en raadselachtige dieren schijnen een paranormale component te hebben. Neem nou bijvoorbeeld Nessie, ofwel het 'Monster van Loch Ness' . Dat is een van die voorbeelden van een beest dat door heel veel mensen is waargenomen, zelfs gefotografeerd, maar toch zijn er bij uitvoerig onderzoek van het Loch, met sonar en onderwatervaartuigen nooit onweerlegbare bewijzen gevonden van zijn bestaan. Wat zien mensen dan? Is het allemaal (gezichts)bedrog? Of gaat het hier om een wezen dat zowel wèl als niet bestaat? Zoiets als een geest: hij is er, maar je kunt hem niet grijpen? En Loch Ness is wel het bekendste maar zeker niet het enige waar monsters worden gezien.

Page 5: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

V

Zo heeft Lake Champlain op de grens van Quebec en Vermont bijvoorbeeld zijn 'Champie' en Oganagan Lake in British Columbia zijn Ogopogo. Ook in andere delen van de wereld worden 'monsters' gezien in waterpartijen die soms veel te klein zijn om zo'n groot dier te kunnen voeden. Nessie en zijn familie in andere meren en rivieren op de wereld, Bigfoot, ABC's (Anomalous Big Cats - ongewone grote katten, zoals panters), reptielen uit het Jura tijdperk, de ongrijpbare Chupacabra van Puerto Rico, Lizard man, Owl man, Black Dogs, Mothman, de 'Mongolian Death Wurm' en nog veel andere eigenlijk onbestaanbare en zeker onbegrijpelijke dieren, allemaal hebben ze eigenschappen die wijzen op een andere dan een biologische

oorsprong. Komen zulke dieren uit een andere dimensie? Of zijn ze de echo van wat ooit op aarde heeft geleefd ? Scheppen wij misschien zelf onbewust een werkelijkheid die zich soms aan iemand vertoont? Hoe serieus moeten we al die rapporten nemen? Onbestaanbare dieren en mensachtigen worden vaker gezien dan wij ons realiseren! Ook hier geldt weer: er is een patroon. Gewone mensen, geloofwaardige mensen, zien vreemde dingen die waard zijn verder onderzocht te worden. Mijn zoon kwam een panter tegen in de buurt van Loch Ness, tijdens een vakantie in Schotland. Met zulke afwijkende maar intrigerende dingen houdt het Centre for Fortean Zoölogy zich bezig, en ze schrijven er interessante boeken over. Zoek de site maar eens op: http://www.cfz.org.uk/

2. DRAKEN OP DE VLUCHT

Ja, natuurlijk, denken we dan. Die beesten horen in de lucht, dat kunnen we zien in Harry Potter films en in de verfilming van 'Het Oneindige Verhaal' van Michael Ende, en in talloze andere Fantasie films en boeken. Maar we denken niet meteen aan waarnemingen van draken in onze tijd, in onze luchten. Logisch. Want draken bestaan niet. Gelukkig maar. Of jammer. Net hoe je 't bekijkt. Een tijdje geleden stond er een filmpje op YouTube dat nu helaas weg is: een luchtige slangachtige vorm die zich door de wolken bewoog. Nou weet je 't nooit meer tegenwoordig; alles kan fake zijn want mensen houden elkaar graag voor de gek. Draken in de westerse wereld zijn symbolische vertegenwoordigers van het kwaad, die door een toekomstige heilige worden vernietigd. De uitkomst staat van te voren vast. Zulke draken hebben geen leven, ze zijn niet interessant, en niemand

zal geloven dat ze over Nederland hebben gevlogen. Maar in China en Japan ligt dat anders. Oude kronieken vertellen uitvoerig over hun doen en laten, hun liefdesleven en hun strijd, hun vermogen te 'shape shiften' en regen en winden te beheersen. Die verhalen zijn geen allegorie, maar een verslag van wat men waarnam. Althans zo lijkt het. Soms in steen. Zoals een verslag in de Scientific American van J. O'Malley uit 1915.(Corliss 1981) O'Malley maakte met zijn vrouw en de Britse consul in China een vakantie uitstap in de gorges van de Yangze rivier. De streek is vol grotten. Een daarvan heet de 'Shen K'an Tzu', de 'Holy Shrine' , of ook wel 'draak' . O'Malley beschrijft hoe het gezelschap die grot inging en hoe hij tot zijn verbijstering ontdekte over het fossiel van een draak te lopen. Bij nader onderzoek met zo veel mogelijk licht bleken er 6 of 7 verschillende dieren te liggen. De volgende dag gingen hij en enkele anderen terug.

Page 6: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

VI

O'Malley schrijft: "We selecteerden een van de grootste fossielen die voor het merendeel geïsoleerd van de andere fossielen lag. Dat stuk mat 70 feet (meer dan 20 m), en voor zover we konden meten aan het in elkaar gerolde stuk mat dat ook nog eens zo'n 60 of 70 feet, maar vergissing is in dat geval mogelijk. De grote platte kop was gedeeltelijk verborgen in de muur van de grot.

Op 12 of 14 feet (3 m) afstand van de kop waren twee poten gedeeltelijk te zien, en nog twee andere op 50 feet (17 m ) van de kop. " Draken? Dino's? O'Malley veronderstelt dat de fossielen nog maar recent aan de oppervlakte zijn gekomen, en hij vermeldt dat hij de autoriteiten probeert te interesseren voor onderzoek en behoud van de fossielen. Of dat gebeurd is weten we niet, maar het zeker te hopen. In 2007 werd het fossiel hierboven in China gevonden. Geen vliegende draak, maar wel een dier dat mede stof kan hebben gegeven voor legendes. Want of alle dino's echt waren uitgestorven voor de mens verscheen, dat is nog maar de vraag. Arthur Conan Doyle schreef een verhaal 'The Horror of the Heights' , waarin hij melding maakt van lucht-slangen die hij met kenmerkende precisie beschrijft. Maar dat is fantasie? Of niet? In december 1917 publiceerde 'Occult Review' , een Theosofisch tijdschrift het verslag van een piloot uit WW I die in de lucht iets vreemds had gezien: "een verschijning van wat het meest leek op een gekleurde draak, die met grote snelheid op hem af kwam" . De piloot was onmiddellijk naar lagere regionen afgedaald en geland zodra hij kon. Zuurstof gebrek, misschien. Maar dat geldt niet voor de volgende sightings (Shuker 2008): Bideford, Devon: 5 december 1762 - een

lichtgevende luchtslang die zijn kronkelende escapades 6 minuten lang liet zien. 4 en 5 september 1891: Honderden verbaasde getuigen zien een 'lucht aal' kronkelen op twee achtereenvolgende nachten, boven Crawfordsville, Indiana Ze zijn er van overtuigd dat het een levend dier is, 100 meter boven de grond, en af en toe neemt het een duik naar de grond waarbij het hete lucht uitstoot. Het beest is ongeveer 6 meter lang. Kop of staart valt er niet aan te ontdekken, wel een rood oog. Juni 1873, Texas: een boer kijkt op naar de hemel en ziet een gigantische geelgestreepte slang over zijn hoofd vliegen, die zich voortbeweegt zoals aardse slangen doen.. Iets dergelijks werd gezien in mei 1888 in Zuid Carolina, en in maart 1935 waren er verslagen van mensen in Denemarken en zuid Noorwegen, en 9 maanden later boven Cruz Alta in Brazilië twee maal. Wat hebben al deze mensen gezien? Hoe dan ook, er zijn nog veel meer van dit soort wonderlijke rapporten, niet makkelijk te verklaren aan de hand van hallucinaties of atmosferische verschijnselen. Geloven of niet, deze, van maart 2001, is zeker de moeite waard (Karl Shuker, Extraordinary Animals Revisited': Een bekende - maar niet met name genoemde bioloog (waarvan de gegevens bij Shuker bekend zijn) werd benaderd door een inwoner van County Powys, Wales, omdat hij hem iets wilde laten zien, zonder te vertellen wat dat 'iets' was. De bioloog en twee collega's gingen op de uitnodiging in, maar omdat ze rekening hielden met een grap, kwamen ze onverwacht en onaangekondigd, en namen voor 3 dagen hun intrek in de buurt.

"Hun waarneming gebeurde op de avond van dag 2. Staand aan de bosrand bij een afgraving, rond 18 u., zagen ze plotseling een buitengewoon beest, nog geen meter lang, lijkend op een slangachtige draak met 4 korte poten, maar de kop zag eruit als die van een zeepaardje...en het dier bewoog zich golvend door de lucht, 3 meter boven de bodem van de afgraving, in een wijde cirkel. Ze zagen geen vleugels, maar het had een lange staart die eindigde in een paar horizontale vinnen. De entiteit was groen en leek solide. Ze observeerden het voor 3 of 4 minuten op een afstand van een kleine 20 meter, voordat het verdween in een van de vele gaten in de wanden van de afgraving." Na hun waarneming zochten ze de informant op, die het al vele malen had gezien en hoopten dat de biologen net zo perplex zouden zijn als hij. Dat waren ze. De foto's waren helaas mislukt. Jammer, jammer.

Page 7: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

VII

3. NESSIE - HET ONGRIJPBARE MONSTER Wie 'Loch Ness' hoort denkt aan monsters. Wie zelf in Schotland is geweest en het relatief smalle maar diepe meer heeft bezocht, heeft zeker uitgekeken naar 'Nessie' . De toeristenindustrie rond het fenomeen laat je niet vergeten dat er op z'n minst een springlevende legende is, ook al is het grofstoffelijk bestaan van Nessie nogal onwaarschijnlijk. Wat niet betekent dat hij niet bestaat en ook echt regelmatig gezien wordt. Wie zich verdiept in vreemde verschijnselen stuit vroeg of laat op monsters. Nessie is de bekendste, maar zeker niet de enige. De wereld is vol meren en rivieren waar zo nu en dan iets ongewoons uit de golven te voorschijn komt. Ook op het land worden dieren gezien die er niet horen te zijn, omdat ze miljoenen jaren geleden uitstierven, of omdat ze in geen enkel biologisch handboek voorkomen. Toch zijn er mensen die er melding van maken. Men moet niet alles geloven, maar wie aan een meer woont of de zee bevist en vertrouwd is met het spel van wolken en lucht, weet welke dieren er normaal voorkomen. Zo iemand is in principe een betrouwbare getuige. Loch Ness en zijn monster heeft een lange geschiedenis. COLUMBA We maken even een uitstap naar het Schotse eilandje Iona, een bijzondere plek in het westen van Schotland met een spirituele geschiedenis. Want daar kwam in het jaar 563 de in Ierland geboren Kelt Sint Columba samen met 12 metgezellen aan land. Hij stichtte er een klooster dat nog steeds op het eiland staat, en verspreidde het Christendom van daaruit over Schotland. Columba (Latijn) zowel als Iona (hebreeuws) betekenen 'Duif' . Columba was helderziend, had visioenen, zag de toekomst, genas en beheerste technieken die we in de regel aan Jezus toeschrijven. Kortom, hij is niet voor niets heilig verklaard. In een boekje over Columba's leven van de negende abt van Iona, Adamnan, vinden we een merkwaardig verhaal. Op een van zijn tochten moest Columba de rivier de Ness (die uitkomt in Loch Ness) oversteken. Aan de oever zag hij hoe enkele heidense Picten iemand uit het water haalde die was aangevallen en gedood door "een beest dat in

het water leefde". De boot waar Columba en zijn getrouwen mee wilden oversteken lag aan de overkant van de rivier. Columba beval een van de monniken erheen te zwemmen en de boot mee terug te nemen. Het beest liet niet lang op zich wachten, en naderde de gehoorzame monnik "met een machtige brul uit zijn gapende muil". Maar Columba had dat voorzien. Hij hief zijn handen en maakte in de lucht een kruisteken. "Toen gaf hij het woeste beest dit bevel: Je zult niet verder naderen of de man aanraken. Verdwijn! Toen het monster de woorden van de heilige hoorde, vluchtte het zo snel als het kon, "alsof het door touwen werd weggetrokken." En, vertelt Adamnan: "De broeders verheerlijkten God, en ook de heidense barbaren vielen op de knieën, onder de indruk van het wonder dat zij zelf hadden gezien, en zij prezen de God van

de Christenen". Prachtig, toch?. Deze geschiedenis wordt vaak aangehaald als bewijs van het bestaan van Nessie. Maar het speelde zich niet af in het meer, maar in de rivier. Of dit verhaal in de grond historisch is of een gelovig verhaal om aan te tonen hoe krachtig het Christelijk geloof is tegen 'monsters' , dat weten we niet. Misschien allebei. Verhaal nr 28 geeft een moderne versie van Christendom versus Nessie.

Page 8: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

VIII

4. ZEEMONSTERS In 2010 heeft zeebioloog Sebastian Darby in Engeland inzage gevraagd in de archieven van de Royal Navy, in het kader van de 'Freedom of Information Act' , de wet die het vanaf het jaar 2000 mogelijk maakt voor wie dat wil documenten in te zien die voor die tijd angstvallig voor publiek en pers onbereikbaar werden gehouden. Niet dat alles nu ineens open en bloot is, in de US zijn veel gevoelige documenten rond bv UFO's gewoon zwart gemaakt, zodat men alleen nog een enkel woord kan lezen. Dat schiet niet op. Maar hoe dan ook, het is een hele verbetering. Terug naar de speurtocht van onze bioloog. Hij wilde weten of er tijdens alle missies van de Navy ooit onverklaarbare of gevaarlijke monsters in de zee zijn gesignaleerd, zoals dat al eeuwen het geval is.

De scheepslogboeken gaan naar het Hydrographic Office in Somerset, waarna ze na 30 jaar in de Nationale archieven terechtkomen. Omdat er heel wat schepen en heel wat missies zijn, valt het niet mee die allemaal door te werken, zoekend naar een opduikend monster, want een speciaal archief voor 'nautische vreemdheid' is er niet. Maar de nautische folklore stikt van de zeeslangen, enorme inktvissen, en ongeïdentificeerde dieren. Omdat zeelieden een reputatie hebben hun bevindingen te overdrijven was de wetenschap altijd snel met het afdoen van wat ze in het water zagen. Ten onrechte. Vanuit de leunstoel heeft men beslist minder kijk op luchten, wind en water dan vanaf een boot. Zo zagen de opvarenden van het fregat HMS Daedalus bij Kaap de Goede hoop in 1848 een 18m lang creatuur dat maar liefst 20 minuten zichtbaar bleef. De kapitein zond de details, inclusief een gedetailleerde tekening naar de Admiraliteit en naar de Times. Maar een paleontoloog, Richard Owen, wist met zekerheid dat die domme zeelieden een zeehond hadden gezien. Want wat weten die nou van zeedieren. Dat was niet het enige geval uit de 19de eeuw. In 1830 werd er een gezien in de buurt van St. Helena, , een 'grote donderende zeeslang waarvan de kop 1.80 boven het water uitkram. Hij was 39 meter lang, gemeten aan de lengte van het schip. De kapitein rapporteerde dat hij zo dichtbij was gekomen dat hij de vislucht kon ruiken. In 1857 rapporteerde de commandant van een schip in dezelfde wateren dat hij een enorm zeedier had gezien dat vlak bij het schip was gekomen, en twee keer de lengte van het schip was, 152 meter lang! Misschien ging het hier om twee dieren die achter elkaar aan zwommen. Zulke rapporten werden geïnteresseerd gelezen, maar zolang zeeslangen geen gevaar opleverden voor de staatsveiligheid werden de scheepslogs gesloten en in de la gelegd. Bladerend door digitale oude kranten kom je heel wat tegen. Ook zeeslangen, waarover trouwens verschillende boeken zijn geschreven waarin honderden oude en modernere waarnemingen zijn samengebracht.(zie beneden) Hier enkele berichten uit Nederlandse kranten: Nieuwsblad van het Noorden 19-1-1836

HET BLAAUWE PAARD. In de Nieuwe Boteringestraat, is, tot Zaturdag namiddag aanstaande, te bezien voor den prijs van VIJF CENTEN, een groot ZEEMONSTER, wegende 250 Ned. ponden, hetzelve is 8 voeten lang en gevangen op het UITHUISTER WAD. GRONINGEN, den 27 Januari] 1836. De Sumatra Post 16-4-1932

NOG MEER ZEEMONSTERS. Thans in de Carabische zee waargenomen. Londen, 11 Febr. (Pen. Gaz.). Een zeemonster 70 voet lang en met een kop met een breedte van 2 voet, is door de tweede en derde officier van de Mauretania op 30 Januari op haar kruistocht naar West lndië gezien. De kapitein van de Mauretania twijfelt er geen oogenblik aan, dat men hier met een zeeslang te doen heeft.

Page 9: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

IX

Leeuwarder Nieuwsblad 7-7-1934

De eerste zeeslang aangespoeld. Aan de Noord-kust van Schotland is een 10 meter lang zeemonster aangespoeld, dat tot nu toe nog niet bekend was. De kop van het dier is groot en plat, terwijl de hals een soort manen draagt. De omvang van de romp bedraagt ongeveer 55 cm.

Algemeen Handelsblad 8-7-1934

ZEESLANG NAAR MUSEUM. Dezer dagen hebben wij gemeld dat aan de kust van Schotland een zeemonster is aangespoeld waarvan gezegd werd dat het een zeeslang zou zijn. Het karkas is vervoerd naar een museum in Edinburg om onderzocht te worden. Een deskundige heeft gezegd, dat men dit dier best een zeeslang zou kunnen noemen. Het is een diepzee-monster met groote oogen en twee sprieten als antennes op den kop. Het Vaderland 9-8-1934

DE ZEESLANG OF HET MONSTER VAN LOCH NESS? In de periode, waarin in vroeger jaren gewoonlijk de zeeslang opdook, en in navolging van het geheimzinnige monster van Loch Ness, deelt thans de gezagvoerder van het mailschip Cuba van de Compagnie Transatlantioue mede, dat de officier van de wacht en twee andere getuigen op 800 mijl ten Zuid-Westen van de Azoren bij rustige zee een monster hebben waargenomen, dat ongeveer 25 meter lang en 5 meter hoog zou zijn geweest, met een kleinen kop en een lange hals. Het zwom ongeveer dertig seconden langs het schip, waarin het groot belang scheen te stellen, dook onder, verscheen dan weer aan de oppervlakte en verdween ten slotte voor goed onder water, zonder dat men nauwkeurig de vormen van het lijf had kunnen waarnemen. Algemeen Handelsblad 9-12-1934

MYSTERIEUS ZEEMONSTER DESKUNDIGEN zijn van meening, dat het mysterieuze zeemonster, dat op het Henryeiland is gevonden, het laatste exemplaar is van de reusachtige Noordelijke zeekoe, (Rhyttina Stellaria), die men reeds 167 jaar geleden geheel uitgestorven achtte. Het monster was 10 meter lang. Het had den kop van een paard en een ruwe huid, waarvan het bovenste gedeelte behaard was en het benedengedeelte bedekt met doornachtige uitsteeksels. In het lichaam bevonden zich geen beenderen, behalve een ruggegraat. Het roode vleesch was een bewijs ervoor, dat het een warmbloedig dier betrof. (Reuter.) Limburger Koerier 1-6-1938 ZEEMONSTER MET VIJF GROOTE BULTEN. De zeemonsters schijnen een bijzondere voorliefde voor de Engelsche kust aan den dag te leggen. Werd enkele jaren geleden iedereen in spanning gehouden door het monster van Loch Ness, thans is wederom een zeemonster waargenomen en wel bij het eiland Wight. Het dier werd gezien door een inwoner van Portsmouth, die bij Spithead aan het visschen was. Hij zag duidelijk het monster in de richting van het eiland Wight zwemmen. Het dier was ongeveer tien meter lang en zilvergrijs gekleurd. Het had een vijftal bulten, die zich ongeveer anderhalve meter boven het zeeoppervlak verheffen. Toen de visscher het zeemonster zag was hij niet alleen en verschillende metgezellen bevestigden zijn verklaringen.

Nieuwsblad van het Noorden 17-2-1965 ZWART ZEEMONSTER Voor de kust van Australie, nabij de Whitsunday Eilanden, houdt zich een 25 meter lang zeemonster schuil, met een soort slangenkop, zo heeft de Franse fotograaf Robert de Serrec gisteren te Brisbane meegedeeld. Hij zei dat hij foto's had om het bestaan van het monster te bewijzen. Die hadden we graag willen zien!!!

1558 Gessner Sea Serpent devouring a ship

Boeken over zeemonsters: Bernard Heuvelmans: In the Wake of the Sea Serpents 1965 Richard Ellis: Monsters of the Sea 1994 A.C. Oudemans: The Great Sea Serpent 1882, herdruk 1992

Page 10: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

X

5. DE RODS VAN ESCAMILLA

Mysteries. Ze komen en ze gaan. De zogenaamde RODS hebben een kort leven gehad, maar nog altijd worden ze soms in een adem genoemd met ORBS, als een typisch voorbeeld van iets veelbelovends en esoterisch dat uiteindelijk een hele prozaïsche verklaring heeft. Hoewel dat in het geval van ORBS

lang niet altijd opgaat en het altijd riskant is om kinderen met het badwater weg te gooien, mogen we (bijna) gerust aannemen dat RODS inderdaad niet zijn wat ze ooit leken: iets onbekends in onze lucht. Hoe is de legende ontstaan? Er was eens - en er is nog - een filmproducer, Jose Escamilla. In 1994 filmde Escamilla bungy jumpers in een diepe schacht in Mexico. Op de film zag hij onverklaarbare flitsen die een specifieke vorm hadden: een lange streep met golven aan beide zijden. Hij noemde ze 'rods'. Naast Rods worden ze ook wel 'Skyfish' - luchtvissen genoemd. Vanaf die eerste camera opnamen in 1994 was Escamilla de voornaamste pleitbezorger van het fenomeen, en hij maakte er een langere documentaire over. Overal waren opeens Rods te zien, zelfs in het water. Escamilla en zijn aanhangers theoretiseerden dat onbekende diersoorten nog altijd ontdekt worden en dat we lang niet alles weten. Dus waarom zou het niet mogelijk zijn dat een snelvliegende, met het blote oog niet waarneembare diersoort door ons luchtruim kruist? Zou toch kunnen? De kenmerken werden door Escamilla en anderen op een rijtje gezet: - Rods zijn van een paar centimeter tot meters in lengte. - Sommigen hebben uitsteeksels waardoor ze lijken op duizendpoten. - Ze zijn ongelofelijk snel - Ze lijken over intelligentie te beschikken - Ze verschijnen op elke plek, in de lucht en in water

Diverse theorieën werden bedacht: Rods zouden met UFO's te maken hebben en niet van deze wereld afkomstig zijn. Of ze zouden van metaal zijn, zoals het model hier ◄ Natuurlijk waren de sceptici snel met hun oordeel: onzin, vogels, insecten, alles wat snel vliegt kan de indruk wekken een streep te zijn. Voorbeelden van zulke schijn-rods verschenen op internet, filmpjes op YouTube. En in de regel hadden die mensen gelijk: insecten kunnen onder de juiste omstandigheden en belichting

lijken op de Rods van Escamilla. Duizenden mensen gingen het ook proberen, en een paar jaar geleden stond internet bol van de ROD foto's, zoals dat nu nog met ORBS het geval is. Escamilla zelf intussen bleef volhouden dat al die foto's alleen schijnbaar op zijn rods leken, en dat hier toch echt sprake was van een onbekende

diersoort.

Hij ging door met filmen,op Hawai'i , in Roswell, New Mexico, toch al een beladen plaats, en overal waar hij verder heen ging. Zijn website http://www.roswellrods.com laat zien hoe het er voorstaat. Soms worden er filmpjes aan toegevoegd maar die zeggen ook niet zoveel. Veel mensen vragen zich af waarom RODS niet eerder zijn ontdekt.

Maar net als bij ORBS is het een verschijnsel dat pas in het digitale tijdperk, in dit geval door de supersnelle CCD apparatuur, aan het licht kon komen.

Anderen ▲ hebben een mogelijke 'skyfish' getekend, of geprobeerd om bewijzen voor de RODS te vinden in oude rotstekeningen, zoals hier ► op een 1000 jaar oude gegraveerde rots in Argentinië.......

Page 11: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XI

6. DE MEERMIN In 1750 waren er nog meerminnen. Althans, dat vernemen we uit een oude kroniek, 'The Wonder of Wonders' , being (vertaald): "een vreemd en wonderbaarlijk verslag betreffende een Meermin die is gezien en met wie is gesproken op de Cliff of Cromarry, bij Inverness in Schotland, door een jongeman,een koopman genaamd Lauchland Mackintosh die vier dagen en nachten op de oceaan zwalkte, alsmede het verslag van zijn wonderbare droom, en de vreemde conversatie die hij met de Meermin had, en hoe hij werd gered, maar stierf vijf dagen na zijn terugkeer in Inverness." Ziezo, dat is alvast het verhaal hieronder in een notendop. Nu met wat meer detail.

Op de 25ste juni 1750 was James Forbes, Kapitein van 'de Dolfijn' , met zijn schip op weg van Schotland naar Amsterdam, toen er een stormachtige wind opstak. De hele bemanning slaagde erin veilig aan wal te komen, behalve genoemde Macintosh, die ziek was en achterbleef op het schip, in de zorg van de Almachtige. Maar die kon niet voorkomen dat het schip op drift raakte en de jongeman afdreef richting oceaan. Onderwijl had de jongen een droom: hij bevond zich bovenop een hoge berg waarvan de top tot de hemel reikte. Bovenop die berg was een kasteel van wel een mijl in omtrek, en dat kasteel glansde en blonk van de edelstenen. Er was een bron waaruit zoet water te putten viel, en wie daaruit dronk had nooit meer dorst. Prachtige muziek vulde de lucht, en gevoel voor tijd was een beetje zoek. Nadat Macintosh het kasteel van buiten had verkend viel zijn oog op een prachtige vrouw die door zeven slangen werd bewaakt die hem angst aanjoegen. Hoewel de dame begeerlijk was, zag de jongen een gevecht met de slangen niet zitten. Gelukkig ontwaarde hij net op tijd een toegangshek dat zich opende zodat hij weg kon. Maar de moeilijkheden waren niet over, want nu bevond hij zich boven op de berg die steil afliep en waar hij geen pad naar beneden kon ontdekken. Maar er was een ladder, een wankele, maar hij had geen keus, vooral omdat een van de slangen hem in de peiling had en achter hem aankwam. Toen hij van de ladder viel en zijn been brak lag de slang bovenop hem, en dat maakte hem gek van angst. Gelukkig werd hij wakker. En ontdekte tot zijn ontsteltenis dat hij midden op zee zat, in z'n eentje; geen spoor van de rest van de bemanning. Maar redding was nabij, want zie, tot zijn grote vreugde en verwondering zag hij een mooie vrouw die haar 'hoofd' aan het kammen was. Gekleed in groen, kwam ze glimlachend aan boord en vroeg hem in 't Latijn hoe het met hem was.

Page 12: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XII

Macintosh had op een goeie school gezeten, en hij antwoordde haar dat het beter kon, maar dat hij vertrouwde op haar hulp en bijstand in zijn benarde situatie. Daarop nam hij haar haar kam en gordel af. Een vreemde geste. Dat vond zij ook. Als je hulp van iemand verwacht doe er goed aan hem niet te beroven van z'n enige bezittingen, merkte ze op. En dus gaf hij haar haar eigendommen terug, waarop ze hem bedankte en hem opdroeg haar de volgende week vrijdag weer te ontmoeten. Nu, beloofde ze, zou ze hem veilig aan wal brengen. Daartoe gaf ze hem een kompas en aanwijzingen naar het Westen te sturen. Hij vroeg haar om nog wat informatie, en ze bracht hem op de hoogte over de stand van zake rond de andere bemanningsleden en voegde er aan toe dat zijn ouders ongerust waren. Dat had hij zelf kunnen bedenken. Toen sprong ze in zee en verdween uit het zicht. De storm ging onmiddellijk liggen . Een lekker windje blies hem aan land. Daar vond hij alles zoals ze gezegd had. Eenmaal thuisgekomen zat hij ermee hoe hij zijn belofte aan de min moest vervullen. Maar daar was ze al. Hij was (door haar toverkunsten) sprakeloos, en zij zong een lied voor hem. Daarop verdween ze uit het gezicht nadat ze eerst het kompas van hem af had genomen, en een ring van haar eigen vinger om de zijne had gedaan. Ze zou terugkomen, beloofde ze. Maar dat kwam er niet van. Toen hij z'n spraak terughad werd hij ernstig ziek, ging naar huis en stierf 5 dagen

later, bewonderd door allen die hem gehoord en gezien hadden. Einde verhaal. Maar wie denkt dat wij hierin ons land zonder meerminnen zitten heeft het fout. Want in Edam was er een Meyrmin in het jaar 1403. Op de gevelsteen heeft ze meer weg van de Venus van Botticelli dan van een Meermin, maar vooruit. Deze meermin was uit totaal ander hout gesneden dan die uit Schotland. Zielig, eigenlijk. Er was een storm. De dijken braken door. De meermin, of 'zeewyf' werd naar het Purmermeer gedreven en toen de dijken kort

daarop hersteld werden kon die min de zee niet meer vinden. Ze spartelde, volgens de Hollandsche kronykschrijver, hulpeloos rond, waarbij ze werd opgemerkt door passerende melkmeisjes, die niets beters wisten dan haar te vangen en Edam binnen te brengen. Zie de afbeelding. De meermin verkeerde in een beklagenswaardige toestand. Ze was met modder en wier bedekt, totaal niet verleidelijk, haar haren konden wel een kam gebruiken en een stem had ze ook al niet. Haarlem bedong van Edam dat ze daar een poos binnen de stadsgrenzen mocht verblijven, en in Haarlem leerde ze spinnen. Wat je daar in het water aan hebt weet ik ook niet. Water, zeewater werd haar niet vergund. Rauwe vis, haar natuurlijk dieet, werd vervangen door mensenvoedsel, waar ze langzaam aan gewend schijnt te zijn. Ze werd ondergebracht bij een vrome weduwe, van wie ze bidden leerde, hoewel het te betwijfelen viel of ze ook maar iets begreep van de gebaren die ze maakte, en spreken leerde ze niet. Maar dit alles was genoeg om haar in gewijde aarde te begraven. Daar zal ze blij mee geweest zijn. Er wordt in diverse kronieken over haar gesproken, en de geleerden uit die dagen geloofden vast in haar bestaan. Veel eerbiedwaardige lieden getuigden haar echt gezien te hebben. Ook al sprak ze niet, ze zuchtte wel, en dat vertaalde men naar droefenis, zonder dat men zo ver ging haar vrij te laten. Daar zou iedereen van gaan zuchten. Huilen deed ze ook. Een geschiedschrijver beschrijft haar aldus: "Ze had het aangezicht van een mens, was schoon van gestalte, maar tot aan de borst met schubben bedekt, terwijl het lichaam eindigde in een staart." Dus uiteindelijk toch een echte zeemeermin. Wat hebben die mensen gevangen? Wat hebben ze gezien? Geen dier dat aan die beschrijving voldoet. En waarom is ze op de gevelsteen dan als mens afgebeeld? Het was mooi geweest als ze haar aan de zee hadden teruggeven, waar misschien een zeemeerman op haar wachtte, en zuchtte.....

Page 13: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XIII

7. REUZEN Wie internet afstruint komt plaatjes tegen van zogenaamde vondsten van reusachtige skeletten, soms meters hoog, waarbij de 'archeologen' op dwergjes lijken.◄ Het grote nadeel van internet is dat mensen alles van elkaar overschrijven, en een per ongeluk of expres foutje dus ad infinitum rond blijft zingen. Want die foto's zijn gefotoshopt door een deelnemer aan een wedstrijd in hoaxes. Puur grap dus. Maar zijn er dan nooit botten gevonden van reuzen, zullen de bijbelvasten zich misschien afvragen. Want in het Oude Testament, Gen. 6:4 is sprake van 'Nephilim' in de aarde, later vertaald met 'reuzen'. Dan is er het verhaal van de reus Goliath die door Davids steentje werd geveld. In het apocriefe boek ENOCH worden de 'Watchers' genoemd, en

ook die worden aangezien voor reuzen. In de New Age cultuur stikt het opeens van boodschappen van die 'Watchers' die dan weer van buitenaardse oorsprong blijken te wezen. Zoek het maar uit. Hoe dan ook, er is iets raars met reuzen. Want die botten lijken toch wel gevonden te worden. Maar vreemd genoeg komen ze nooit op het journaal, of in een wetenschappelijk tijdschrift terecht. Onze media zijn beter in verzwijgen dan in vrije nieuwsgaring. Los van de zomerluwte uit de duim gezogen rapporten over reuzen-vondsten die in de 19de eeuw de ronde deden, is er bijvoorbeeld dit geverifieerde rapport van de secretaris van het Smithonian Institute, uit 1894 over diverse delen van buitengewoon grote menselijke botten in Roane County in Tenessee: "Onder een laag schelpen was de aarde heel donker en leek te zijn vermengd met plantenresten. Onder die laag van 30 cm werd het skelet gevonden van 2.50 m. Later werd een ander ontdekt dat nog groter was, maar die viel uit elkaar toen men probeerde de botten uit het graf te halen.." Volgens Brad Steiger, schrijver over merkwaardige verschijnselen, zijn een aantal van zulke vondsten in privé musea terechtgekomen. Ze zijn niet te achterhalen. William Corliss, verzamelaar van onverklaarde berichten uit - meest- wetenschappelijke tijdschriften, vond berichten uit 1885 over een Indiaanse grafheuvel in Pennsylvania waar door wetenschappers van het Smithonian

een skelet van 2.40m was gevonden met lang zwart haar. In Ohio werd in 1880 een vrouw opgegraven van 2.60m en een man van 3m. Ongelofelijke maten. Een onbekend ras? Deze ◄ voetstap die in Australie werd ontdekt is echt. Net als dit bot ▼dat in Turkije gevonden werd en nu in een Texas museum te zien is. De bezitter van zo'n dijbeen moet tussen de 6 en 7 meter lang geweest zijn. Reuzenmythen zijn wereldwijd verbreid. De meesten daarvan verhalen van een reuzenras vóór de zondvloed. Na die wereldramp werden mensen kleiner en ze leefden aanzienlijk korter. Waren die reuzen overlevenden van Atlantis? Of bewoonden ze soms het binnenste van de aarde? Zoveel theorieën en zo weinig vastigheid. En naast menselijke reuzen zijn er dan ook nog de hardnekkige waarnemingen van Big Foot, de Yeti, Sasquatch, de Yowi en hoe ze in verschillende landen ook mogen heten: aapmensen, de 'missing link' , of gewoon een parallelle ontwikkeling. Hoe dan ook,

zolang er geen keiharde bewijzen zijn in de vorm van een dode Bigfoot, zal de wetenschap zich van prints, films en waarnemingen niets aantrekken. Bioloog en cryptozooloog Ivan Sanderson (1911-1973) schreef over een brief die hij in de 60er jaren ontving. Daarin werd een vondst beschreven op Shemya, een eiland voor de kust van Alaska. In WWII was daar een landingsbaan gebouwd, en bij de werkzaamheden werden menselijke resten gevonden, maar van buitengewone proporties. Ook bijzonder was dat de enorme schedels allemaal bovenop een gat hadden, iets wat in diverse culturen werd gedaan om bijzondere gaven mogelijk te maken. Sanderson zocht - en vond - bevestiging voor dit verhaal. De resten waren naar het Smithonian gestuurd voor verder onderzoek. Daar verdwenen ze. Het zou niet de eerste keer zijn dat buitensporige vondsten worden verdonkeremaand. Je moet er niet aan denken dat alle geschiedenisboeken herschreven moeten worden. Wetenschappers blijven mensen, tenslotte.

Page 14: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XIV

8. TOCH NIET UITGESTORVEN Als je mocht denken dat we precies weten wat er uitgestorven is en wat niet, dan is de coelecanth (spreek uit sielekant) het springlevend voorbeeld van het tegendeel. We hebben hem al genoemd in het eerste verhaal van dit boekje. Dit dier, voor het eerst door wetenschappers geïdentificeerd in 1938, maar al jarenlang opgevist in de wereldwateren, is een levend fossiel dat verondersteld werd al 65 miljoen jaar uitgestorven te zijn. Zo zie je maar.

Het ging zo: op 22 december 1938 werd Marjorie Courtenay-Latimer,

conservator van een klein museum aan de kust van Zuid Afrika, gebeld om naar de werf te komen en wat vissen te inspecteren. Dat was gewoon. Ze had een afspraak dat ze op de hoogte gehouden zou worden van vissen die mogelijk een aanwinst voor haar museum zouden kunnen zijn. Dat dit het belangrijkste telefoontje van haar carrière zou worden wist ze toen nog niet. Maar de vis die op haar lag te wachten was zeker bijzonder: blauw van kleur, met dikke schubben, afwijkend model staart en vinnen die meer op rudimentaire poten leken. De vis was 1.75 m lang en woog meer dan 60 kilo. Courtenay schreef een brief aan prof J.L.B. Smith een ichthyologisch expert, maar vanwege de kerstperiode kreeg die de brief pas op 3 januari. Hij bekeek haar schets en beschrijving en toen "barstte er een bom in mijn hersens, want de vis die hier beschreven werd hoorde er niet meer te zijn, al

miljoenen jaren niet meer, en was alleen bekend van fossiele fragmenten, waarvan de meest recente meer dan 60 miljoen jaar oud was." Misschien is het moeilijk voor te stellen, maar toen Dr. Smith in februari 1939 de vis uiteindelijk kon onderzoeken, betekende dat een sensatie, bijna alsof een dinosauriër vers gevangen was. De zoölogische wereld stond op z'n kop. Het levende fossiel werd de vondst van de eeuw genoemd. Helaas was in de tijd tussen de vangst en de komst van Dr. Smith de vis aardig aan het rotten geslagen, maar voor een ichthyoloog was er nog genoeg aan te ontdekken dat de identiteit van het dier bevestigde. Smith noemde de moderne Coelecanth 'Latimeria chalumnae', naar de vrouw die de vis had ontdekt. Intussen zijn er vele coelecanthen opgevist; bij Madagaskar, Zuid Afrika, de Comoren, Sulawesi en Mozambique zijn populaties aanwezig. Er zijn twee soorten, waarvan de ene opvallend blauw is. De coelecanth is een soort boegbeeld geworden voor de Cryptozoölogie, en voor alle dieren die mogelijk nog bestaan, hoewel we denken dat ze uitgestorven zijn, op het land of in de zee. Ieder jaar weer worden er nieuwe soorten ontdekt en 'uitgestorven' diersoorten gesignaleerd. De levende coelecanth heeft laten zien dat er nog veel

verrassingen op ons liggen te wachten. Nederland liep achter, dat is duidelijk. In het Nieuwsblad van het Noorden van 20 februari 1954, dus 16 jaar na dato, plaatste iemand het volgende berichtje:

Een vis met armen. Gisteren vloog van Kaapstad naar Madagascar een vliegtuig van de Zuidafrikaanse luchtmacht om een bijzondere vis op te halen. De vis is anderhalve meter lang en 50 miljoen jaar geleden uitgestorven. Premier Malan zelf gaf het vliegtuig de opdracht om het vreemde dier te halen. Het is een coelacanth, die voor de kust van Madagascar is gevangen. De vangst is

van buitengewoon belang voor de palaentologen, die er door in staat worden gesteld meer te weten te komen over het leven in de tijd toen er nog geen mensen op aarde waren. De geheimzinnige vis is helderblauw van kleur en heeft, nadat hij was gevangen, nog drie uur geleefd. De visser begreep gelukkig, dat hij een niet alledaagse vangst had gedaan en hij waarschuwde een Zuidafrikaanse deskundige, die zich onmiddellijk tot Malan wendde met het verzoek het dier onmiddellijk per vliegtuig te laten halen. De visser, die het dier ophaalde zei: „In de dertig jaren dat ik mijn brood verdien met vissen, heb ik nog nooit zo'n raar beest gezien. Het had armen in plaats van vinnen".

Oud nieuws is ook nieuws, en na 65 miljoen jaar maakt dat niet veel meer uit...

Page 15: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XV

9. SASQUATCH Joan Ocean is een vrouw die met dolfijnen communiceert en daar een boek over heeft geschreven. Dat is op zich niet uniek; meer mensen hebben een brug weten te slaan tussen dolfijnen en henzelf. Wat bijzonderder is, is dat Joan ook contact kan maken met Sasquatch. Misschien weet u niet wat dat zijn, maar u heeft zeker van Bigfoot gehoord en van de Yeti in de Himalaya's die vroeger 'de Verschrikkelijke Sneeuwman' heette. Soortgelijke figuren zijn er in elk werelddeel gezien, want in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken: de aarde heeft nog woeste gebieden waar moeilijk in door te dringen is, en waar misschien, en

volgens sommigen zeker, harige mensachtigen zouden kunnen leven. Sasquatsch is de Indiaanse naam waarmee Bigfoot in Amerika vaak wordt aangeduid. Joan vertelt op haar site dat ze een mailtje kreeg van een man die contact kon maken met Sasquatch. Daarmee was haar nieuwsgierigheid gewekt, en ze vloog naar Hawai'i in de hoop daar zelf ervaringen op te doen. Dat lukte. Op dat punt in een verhaal zou je willen dat er eens wat duidelijke foto's te zien waren, maar waar het om dit soort wezens gaat zijn die uiterst zeldzaam, of liever: ze zijn er niet. Niet onomstreden tenminste. Dat is een van de grote problemen die sceptici altijd weer uitbuiten om het bestaan van ongewone wezens krachtig te ontkennen. Mijn eigen geloofsgrens werd óók wel op de proef gesteld toen ik las dat deze Bigfoots kunnen lezen en schrijven. Dat gaat wat ver, hoewel, ach, waarom ook niet. Misschien zijn er Bigfoot scholen verscholen in het groen? Nee, zegt Joan. Bigfoot/Sasquatch is een interdimensionaal wezen. Hij kan zich manifesteren en zichtbaar maken, maar ook verschijnt hij als een orb, of hij shape-shift (verandert van vorm) in een ander dier. Hij kan dus alle kanten op. Verplaatst zich hier op aarde met een snelheid van 450 km op een dag. Da's veel. En hij heeft zijn behuizing onder de grond. Net als altijd gezegd is van natuurgeesten in alle oude culturen die je maar kunt bedenken. Volgens Joan kunnen Sasquatch ook hun stem projecteren en hebben ze contact met aliens. Daar hebben we dan weer een aanknopingspunt, want UFO's en Sasquatch zijn al door ontelbare getuigen in elkaars nabijheid gezien. Ook daar zijn boeken over volgeschreven. Daarbij speelt het interdimensionale aspect vanzelf een rol: zo zie je 'm, zo is ie weg, en de voetsporen (het enige concrete 'bewijs') houden op, zomaar, ergens, in the middle of nowhere. Allemaal dingen die dus eerder door getuigen zijn opgemerkt , alleen is die geletterdheid nieuw, voor zover ik weet. Maar dan de rest van het verhaal: Van een locale vrouw, Susan, hoort Joan dat de Sasquatch familie in dat bos kan lezen en schrijven. Joan geeft de vrouw haar boek over communicatie met dolfijnen om door te geven aan de Sasquatch, en vindt een mooi mineraal en een briefje 'For Water Woman' ► Blijkbaar hebben de bosmensen de kern van het boek opgepikt.

Omdat ze de Sasquatch alleen ruikt (ze stinken) en voelt en niet kan zien, probeert Joan verder op papier te communiceren. Ze schrijft korte briefjes, en krijgt antwoord. De geschenken die worden achtergelaten, in de vorm van een schelp, een bijzondere steen en meer van dat soort zijn een stil bewijs van 'Sasquatch was hier'. Susan vertelt Joan dat de Sasquatch bedreven zijn in kruidenkennis en medicijnen aandragen als zijzelf of haar dieren ziek zijn. De vrouw leeft op vertrouwelijke voet met de Sasquatch familie, die uit 33 personen bestaat. Ze heeft voetafdrukken verzameld van grote en kleine Sasquatch ◄. Ook vertrouwt ze Joan toe dat de medicijnwielen die in de omgeving al heel lang geleden maar ook recent door Sasquatch gemaakt zijn, kunnen dienen als portaal naar een andere dimensie. Maar het is af te raden om dat te proberen, want soms keer je niet terug. Het vermoeden rijst dat Native Americans veel van de oudste bewoners, de Sasquatch geleerd hebben. Joan Ocean's site is uitgebreid en geeft heel veel informatie over Sasquatch, dolfijnen en

walvissen, haar cursussen en nog heel veel meer, met veel foto's. http://www.joanocean.com/index.html

Page 16: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XVI

10. IJSLAND en de ELFEN Iedereen is bekend met het feit dat er in Ierland onder de oorspronkelijke bevolking nog altijd het geloof in de 'sidhe' , het elfenvolk, leeft. Daar is veel over geschreven, en een enkele keer komen ook in deze tijd nog verhalen boven over persoonlijke ontmoetingen, of herrie rond de aanleg van een weg , waarbij de Ieren zich druk maken over het omkappen van een 'fairy tree'. Terecht, als je't mij vraagt, met of zonder elfen. Van bomen moet je afblijven. De IJslandse relatie met de bovennatuurlijk wereld is minder bekend. Dat de taal voor ons ontoegankelijk is, zal daarin misschien ook een rol spelen. Hoewel IJsland in veel opzichten een modern land is, geeft de ligging, het klimaat en de schitterende ruige vulkaan -

landschappen, net als in het verleden, genoeg aanleiding om 'je nooit alleen te voelen'. Het vraagt geen overactieve fantasie om in iedere pokdalige steen, iedere door de wind gekromde boom en iedere vulkaan een geest te vermoeden. De Edda, een middeleeuwse verzameling proza en gedichten, vertelt van de Noorse godenwereld en hun strijd. Ook dat kan men zich in dit ruige landschap makkelijk voorstellen. In de schemering lijken de grillige lavastenen op trollen en reuzen die zo tot leven kunnen komen. Misschien is het de afgelegen ligging van het eiland, of misschien heeft het te maken met de bijzonder aard van de IJslanders, onder wie helderziendheid vaker voorkomt dan bij ons, maar het geloof in natuurwezens is nog even levend als het vroeger was. In geen enkel land in Europa, zelfs Ierland niet, wordt er bij politieke beslissingen rekening gehouden met het 'Hulduvolk' (het verborgen volk). Natuurlijk gelooft niet iedereen. Ongeveer 10% vindt het onzin. Maar de overige 90% van de inwoners heeft, vaak gebaseerd op eigen ervaring, geen enkele twijfel, of neemt het zekere voor het onzekere. Verhalen van onverklaarbare ongelukken en tegenwerking bij de bouw van een weg of een huis staan regelmatig in de krant. Mediums praten op IJsland niet met geesten maar met Elfen. Zo was er onlangs een medium, Regina, dat door een ingenieursbureau als intermediair was aangesteld, omdat de mysterieuze ongelukken en het falen van het materieel het werk op een bouwterrein danig belemmerde. Regina kreeg van de elfen te horen dat

een bepaalde rots niet domweg opgeblazen mocht worden, maar voorzichtig moest worden verwijderd. De elfen woonden er niet meer, maar hadden toch nog een emotionele binding met het rotsblok. Heel begrijpelijk, wij zien ook niet graag dat ons ouderlijk huis tegen de vlakte gaat. Op de radio deed Regina verslag van haar gesprek met de elfen, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. Is het ook, op IJsland. Onlangs zag ik een DVD documentaire over dit oeroude geloof . IJslandse kinderen vertellen vrijmoedig over hun omgang met de elfen die in de steen langs de weg wonen, huismoeders en ambtenaren halen herinneringen op en waarschuwen voor de moderne trend om het allemaal maar op bijgeloof te schuiven. Uit de kluiten gewassen pubers in de plaatselijke kroeg vertellen zonder schroom over hun bovennatuurlijke belevenissen. Erla, een medium in Reykjavik en pianolerares, weet uit ervaring dat elfen niet alleen in het landschap huizen. Ook in de stad zijn ze te vinden. Ze houden van muziek, zegt ze, en voegt er nuchter aan toe dat er op dat moment een paar op haar tafel zitten. Aan soorten ontbreekt het niet: Arni, een IJslandse auteur heeft onlangs een onderzoek gedaan onder de bevolking, en daaruit stelde hij een lijst van 500 verschijningsvormen samen. IJsland is dun bevolkt, je zou bijna zeggen dat het één

op één is. Ook het type monster in de traditie van Loch Ness is in die verhalen geen uitzondering. Last but not least: IJsland heeft een 'Alfaskólinn' , een Elf school. Aan het hoofd staat oprichter Magnus Skarphedinsson, die met overgave onderwijst in de diverse soorten en typen van het Hulduvolk, en hun gewoonten en gevoeligheden. Tijdens de les neemt Magnus zijn leerlingen mee naar de steen aan de kant van een meerbaanssnelweg. Trots toont hij hoe die rots, waar dwergen in wonen, bij de aanleg van de weg is verplaatst, zodat de dwergenbehuizing bij de werkzaamheden geen schade op zou lopen. Een voorbeeld van wat in IJsland nog regelmatig gebeurt, en waar niemand raar van staat te kijken. Moge dat voor altijd zo blijven.

Page 17: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XVII

11. DE BLEMMYAE Lang geleden las ik mijn kinderen een boekje voor dat 'de Blemmyae' heette, en ging over een houtsnijder die figuren sneed waarvan het gezicht in het lijf zat, en het hoofd dus ontbrak. Mooi boek, met mooie illustraties. Puur fantasie, dacht ik toen. Tot ik jaren later de Blemmyae opnieuw ontmoette, nu in een Bestiary, een middeleeuws boek met uit onze verbeelding weggestorven wezens. Blijkbaar ging het hier om een bekende mythologische verschijning, net als al die andere vreemde snoeshanen, gargoyles en mensen die hoppen op één been, of rassen van wie de voeten de verkeerde kant uit wijzen. Plinius, de onvergelijkelijke Romein waar ik zo nu en dan weer op terug wil vallen, schrijft in zijn Historia Naturae: '" In Afrika komen vele vreemde mensenrassen voor. Er zijn reuzen, Syrbota's genaamd, kleine mensen met de naam Pygmeeën, wier hoogte de drie span niet

overtreft, de Machlyes, die mannelijk en vrouwelijk tegelijk zijn, de Martimi, die vier ogen hebben, de Limantopodos, die op handen en voeten lopen, en een ras dat geen mond heeft en zich met holle rietstengels moet voeden. We kwamen een stam tegen, de Blemmyae genaamd, die geen hoofden hadden, maar een gezicht op hun borst. Dit schijnt hen niet erg te hinderen, alleen moeten ze hun hele lichaam naar links en naar rechts draaien om om zich heen te kunnen kijken doordat ze geen hals hebben. Net als andere woeste volkeren in Afrika eten ze vaak mensenvlees."

Plinius ( 23-79 AD) mengt opgewekt fabels en werkelijkheid door elkaar, en dat maakt hem zo interessant. Dat kwam vooral omdat hij dankbaar gebruik maakte van verslagen van anderen, in dit geval Herodotus, want zelf is hij nooit ver van huis geweest. En wat die anderen dan gezien hebben? Vanuit de Romeinse cultuur van de eerste decennia van de jaartelling bekeken moet het onbegaanbare Afrikaanse continent wel heel vreemd geleken hebben. Zo ongeveer als het gros van de mensheid zich buitenaards leven voorstelt: groene mannetjes met voelhoorns op hun kopjes. Het kan natuurlijk goed zijn dat maskers en schilden bij een vluchtige ontmoeting voor een deel van de anatomie werden aangezien. De Blemmyae leefden, zei men, in de regio van wat nu Ethiopië en toen Nubië was.De legende was hardnekkig, want een fotograaf in de 19de eeuw construeerde er zelfs een, en dat zonder Photoshop.▲

Blemmyae figureerden frequent in Middeleeuwse Bestiaria en oude handschriften en als houtgesneden monsters in kathedralen en kerkbanken. Ze spraken duidelijk tot de verbeelding. Maar de Blemmyae zijn niet alleen een fabel; het was een groot nomadisch volk, waar de Romeinen rekening mee hadden te houden. Misschien dat ze daarom vermonsterd zijn. Sir Walter Raleigh trof in de 16de eeuw wezens zonder hoofd aan in het Amazonegebied. Shakespeare refereert aan 'Anthropophagi' - hoofdlozen - in Othello. Ook nu nog zijn er mensen die de Blemmyae tot leven brengen in moderne kunst en literatuur, of ze creëren met de computer. Umberto Eco liet bijvoorbeeld in zijn roman 'Baudolino' een Blemmya figureren. Waar een kinderboek al niet toe kan leiden.

Page 18: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XVIII

12. DE DODE DODO Uitsterven gebeurt tegenwoordig aan de lopende band. We merken er niets van, dieren en planten verdwijnen zonder dat we ze missen. Bedreigde dieren in het ene land komen vaak nog wel voor in het andere. Tot het ergens ophoudt. Dan zijn ze dood. Dood als de Dodo. De Dodo was een loopvogel, die inheems was op de Mascarene Eilanden, waarvan Mauritius er een is. Hij werd in 1598 ontdekt. Nog geen eeuw later, rond 1680 was hij uitgestorven. Omdat er uiteraard geen foto's van de Dodo zijn, moeten we het doen met beschrijvingen en prenten, waardoor we toch wat van hem weten. Westerlingen te trekken, zowel van natuurliefhebbers als van jagers. Lekker was hij niet, maar om zijn vet dat hielp tegen kwalen werd hij toch geschoten. Moeilijk zal dat niet zijn

geweest; de Dodo was niet erg snel. Maar het grootste gevaar voor de Dodo waren de vele dieren die door schepelingen op de eilanden werden losgelaten; honden, katten en varkens. Daardoor bleef er van de eieren van de Dodo weinig over. Hieronder een 17de eeuwse tekening van waarschijnlijk een van de laatste exemplaren. In kronieken is teruggevonden dat enkele exemplaren verscheept zijn naar andere werelddelen, maar of ze daar zijn aangekomen is niet altijd duidelijk. Enkele zijn zeker in Europa terechtgekomen. Het vermoeden bestaat dat veel afbeeldingen geënt zijn op Dodo's in gevangenschap, waar ze over- en verkeerd werden gevoed. Misschien waren ze in de vrije natuur minder onhandig en dik. De Dodo legde maar één ei, dat schiet ook niet op.

In Zuid Afrika is een museum dat het laatste Dodo ei bezit, aan de curator gegeven in 1915. Hoewel het voor echt doorgaat, weet niemand of het ook echt is. In 2010 werd daarom besloten het ei op DNA te laten testen. Wat daarvan geworden is, is nergens te vinden. Dr. Karl Shuker vermeldt in 'Alien Zoo' dat het enige opgezette exemplaar van een Dodo, in het Ashmolian Museum in Oxford in 1755 op last van de bestuurders werd verbrand, omdat het er niet netjes meer uitzag. Dat is zoiets als een kostbaar archief verbranden omdat het papier vergeelt. Gelukkig had een assistent het inzicht om een voet en de kop te redden. Die zijn nog in het museum. Daardoor weten we nu dat de Dodo verwant is aan duiven. In de loop der jaren zijn er diverse nep-Dodo's geproduceerd door taxidermisten, met vel en veren van andere vogels.

De Dodo is het symbool van alle uitgestorven dieren, en hij is ook het 'logo' van Mauritius. De Dodo is populair geworden door zijn rol in de eerste hoofdstukken van Alice in Wonderland. Schrijver Lewis Caroll, die eigenlijk Dodgson heette, stotterde. In de Dodo 'do-do-Dodgson' representeert hij zichzelf. Hier de bijbehorende illustratie uit het boek.◄ Onlangs was er een schatrijke Amerikaan die Dino's wil gaan kweken uit DNA. Die man moet Jurassic Park eens bekijken. Maar Dodo's? Helaas is het DNA uit botten zo beschadigd dat dat niet zal gaan lukken. Jammer. Eeuwig zonde.

Page 19: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XIX

13. SQUONK Pity this poor creature. Its loose, wrinkly skin is covered with bumps and moles. The squonk feels so sorry for itself it just sits and moans. When faced with danger, this little animal quickly dissolves itself with its tears. If you want to catch one, try it in winter. They move around less and their tears fall slower.

Weinigen buiten de staat Pennsylvania hebben ooit van hem gehoord: de Squonk. Dat zal wel te wijten zijn aan zijn exceptionele bescheidenheid en angst voor vreemden. Want de Squonk is zelfs onder de niet-bestaande dieren een uitzondering wat betreft zijn onappetijtelijke uiterlijk. Zijn huid hangt te ruim om z'n ribben, en hij zit stikvol wratten en moedervlekken. Geen wonder dat hij zich liever niet laat zien, en hooguit tevoorschijn komt in de ochtend en avondschemering, als hij zijn voedsel zoekt. Jagers die het op de Squonk gemunt hebben volgen gewoon zijn tranenspoor, want het dier weent voortdurend om zijn lelijkheid. Wanneer hij in een hoek gedreven wordt en ontsnappen er niet in lijkt te zitten, of wanneer hij verrast wordt en bang is, kan het gebeuren dat hij zichzelf oplost in tranen, volgens het idee van de hagedis die

z'n staart afscheidt om te kunnen ontsnappen. Squonk jagers zijn daarom het meest succesvol op vriesnachten als de maan schijnt, want dan gaat het tranenvergieten langzamer en het dier is honkvaster, en kan soms, snikkend onder het struikgewas, worden gehoord. Aldus William T, Cox in een boekje uit 1910: 'Fearsome Creatures of the Lumberwoods'. De wetenschappelijke naam voor de Squonk is 'Lacrimacorpus Dissolvens' wat natuurlijk betekent 'oplossend huillichaam' . Een juiste beschrijving, zoals Mr. J.P. Wentling, rond de eeuwwisseling ondervond. Nadat hij een Squonk in een val had gevangen wist hij het dier huilend en wel in een zak te stoppen. Terwijl hij terugliep naar zijn dorp om zijn vrienden zijn uitzonderlijke jachttrofee - de huid van de Squonk is voor sommigen goud waard - te laten zien, merkte hij dat de zak steeds harder begon te druipen, waardoor het gewicht en ook het aanhoudende gejammer van het dier minder werd, maar de vorm steeds vreemder. Toen hij de zak op de grond zette en hem opende stroomde er een hoop vloeistof uit, helder als water. Of tranen. Wentling vervloekte zijn pech en had zijn vrienden niets anders te tonen dan een doorweekte zak. . De oorsprong van de Squonk legende ligt ergens in de 19de eeuw. Zoals op de plaatjes is te zien, bestaat er weinig consensus over het uiterlijk van het zielige beest. Alleen over zijn depressieve karakter is iedereen het eens.

Na de publicatie in 1910 van Cox' 'Fearsome Creatures' is het een tijd stil geweest rond de Squonk, tot in 1963 de Argetijnse Nobelprijswinnar Jorge Luis Borges hem overnam in zijn 'Book of Imaginary Beings' , en dat boek kreeg grote bekendheid. Sindsdien vinden we de Squonk in popmuziek lyrics van groepen uit de 60er en 70er jaren, in kinderboeken, in domeinnamen op internet, en als naam voor een theatergroep. Misschien staan we aan de vooravond van een Squonk revival.

Dat zou welkom zijn, want de Pennsylvanian habitat van de Squonk is sinds 1910 alleen maar kleiner geworden. De bossen waarin hij leefde zijn grotendeels gekapt, en de overlevende Squonk populatie is in gevaar. Zeker omdat hij ook al niet voorkomt op de lijst van bedreigde diersoorten moet hij het hebben van onze psychische bescherming. En zeg nou zelf - een dier met een dergelijk uiterlijk en zo'n gevoelig hart is ons medeleven meer dan waard.

Page 20: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XX

14. BLACK SHUCK

Als er geesten zijn van mensen mogen we aannemen dat er ook dieren zijn die vanuit een andere wereld op ons pad komen.

Dat is niets nieuws voor mensen die een geliefd huisdier hebben verloren en af en toe hun hond, kat of papagaai nog in huis tegenkomen. Plenty van zulke verhalen in de literatuur. Zo'n weerzien/weervoelen kan, net als wanneer het mensen betreft, troostrijk zijn. Maar er zijn ook minder mooie ontmoetingen, die niets met een emotionele

band te maken hebben. Zij vallen voor de meesten binnen het kader van de folklore, maar voor degenen die het zelf hebben meegemaakt is er niets

gezelligs aan zo'n nachtmerrie-achtige ervaring. We hebben het over het verschijnsel van de 'Black Shuck' , ook wel 'Phantom Black Dog', een spookachtige zwarte hond, die een veelbeschreven deel is van de folklore van de UK. Wie kent niet het vele malen verfilmde Sherlock Holmes verhaal 'The Hound of the Baskervilles' , dat waarschijnlijk het meest fameuze verhaal is dat Sir Conan Doyle heeft geschreven. Hoewel het in deze detective uiteindelijk blijkt te gaan om een angstwekkend grote hond van vlees en bloed, grijpt het verhaal terug op wijdverbreide legenden rond bovennatuurlijke zwarte honden. Wirt Sikes, folklorist en schrijver van het monumentale 'British Goblins' , schreef in 1881: "In de Gwyllgy (de Welsh naam voor de Black Shuck) of 'Hond van de Duisternis' wordt een spirit in afzichtelijke vorm gezien. Het is de beangstigende verschijning van een mastiff, met een stinkende adem en gruwelijke rode ogen die als vuur zijn in de nacht. Hij heeft enorme afmetingen. De Gwyllgi vindt zijn evenknie in de Mouth Doog van het

eiland Man en de Shock van de Norfolk kust. Daar komt hij uit de zee en loopt 's nachts door de straten. Hem tegenkomen betekent narigheid of dood." Hiernaast een foto van het plaatsje Bungay in Suffolk met de 'weerhond' op de kerktoren. In Bungay is de Black Shuck een deel van de folklore. Dit is het verhaal: Op 4 augustus van het jaar 1577 was er een vreselijke storm die gepaard ging met hagel, donder, bliksem en duisternis. Stormen en onweer werden in die dagen gevreesd, want de meeste huizen waren van hout en gevoelig voor noodweer en brand. Terwijl de gemeente zich in de kerk van St. Mary verschanste en bad om genade, verscheen er in hun midden een zwarte helhond, die de biddenden aanviel en veel slachtoffers maakte. Een verslag uit die tijd: "Het helse monster vloog door de kerk te midden van vuur en doodde in zijn gang naar het altaar vele aanwezigen." Toen, zo snel als hij was verschenen rende hij weg naar Blythburgh, 20 km verderop, waar hij nog meer mensen doodde en verwondde.

Page 21: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXI

Wat Bungay betreft: de kerk was beschadigd, de toren door de bliksem getroffen, de kerkklok in stukken gebroken. In die tijd vol bijgeloof was men ervan overtuigd dat de duivel dit onheil op z'n geweten had. De Black Dog - of de Black Shuck - was de verpersoonlijking van de duivel, en sporen van zijn klauwen zijn nog steeds te zien op de kerkdeur van Blythburgh. Maar wie denkt dat de Black Shuck een verzinsel is van bijgelovige lieden uit een ver verleden heeft het mis, want

ook in onze tijd wordt hij af en toe gezien. Onlangs verscheen er een boekje van Dr. David Waldron & Christopher Reeve: Shock! - The Black Dog of Bungay. De schrijvers ontleden de overlevering van de Shuck van Bungay maar vermelden ook dat er van de Helhond van Norfolk vele moderne sightings zijn, zoals deze van David Waldron zelf: "Een jaar lang woonde ik in King's Lynn en gaf ik les op een school in Hustanton. Iedere werkdag reed ik van Lynn naar de school en weer terug. Op een avond reed ik op de A149, een tweebaansweg die beide plaatsen verbindt. Ik keek terloops in m'n achteruitkijkspiegel. Mooie dag, helder, geen problemen met zicht. Wat ik zag was een zwarte hond die de weg

overstak. Mijn eerste gedachte was: "ik hoop dat het dier okee is, als hij zo over de snelweg rent". Toen realiseerde ik me dat de hond veel te groot was. Veel te groot voor een hond, zelf groter dan een Deense Dog. Maar dat het een hond was stond vast. Ik keek opnieuw, maar zag helemaal niets meer; de hond was verdwenen. Maar er was niets waarachter hij verdwenen kon zijn, het landschap was compleet vlak en zonder obstakels. Op dat moment wist ik niets van de Black Shuck, en pas later begon ik me af te vragen wat ik eigenlijk gezien had..." Om aan te tonen dat de Black Shuck niet alleen een verschijnsel is uit de Engelse folklore hieronder een iets ingekort fragment dat ik toevallig tegenkwam in 'Het Spiritualistisch Weekblad' van 23 november 1889.

Een Fransch bataljon door geesten verjaagd Zie hier een zonderlinge gebeurtenis, door dokter Parent verhaald, welke plaatsgreep in het regiment, waarvan hij chirurgijn-majoor was. Dit regiment ontving bevel om van Palmi in Calabrië te vertrekken en zich naar Tropea te begeven. Op de bestemde plaats aangekomen, wees men hen een zeer slechte kazerne aan.(…) Het was een oude, vervallen abdij. De inwoners der plaats waarschuwden de officieren dat het bataljon den nacht in dit verblijf niet rustig zou kunnen doorbrengen, omdat er elken nacht geesten spookten, zodat andere regimenten, die er reeds ingekwartierd werden, er niet konden blijven. Men lachte om de bijgelovigheid dezer eenvoudige lieden. Maar ongeveer te middernacht hoorde men tegelijkertijd in alle hoeken der kazerne verschrikkelijke geluiden weerklinken, zoodat alle soldaten, die geheel gekleed sliepen, verschrikt de vlucht namen. Door hunne officieren ondervraagd, antwoordden allen, dat zij de duivel door een opening van de deur hunner kamer hadden zien binnenkomen, zich vertoonende als een grooten zwarten hond met langen staart, welke zich op hen wierp, met de snelheid van het weerlicht over hun borst was gegaan en daarna aan de tegenovergestelde zijde was verdwenen. Men kon met geen mogelijkheid de soldaten bewegen, om in hunnen kazerne terug te keeren. Zij brachten het overige van de nacht aan den oever der zee en in verschillende hoeken der stad door. Den volgenden morgen konden de officieren de soldaten niet bewegen in hunnen kazerne te slapen, dan op voorwaarde dat zij er met hen den nacht zouden doorbrengen. Dokter Parent en de overige officieren verdeelden zich over de verschillende zalen en zij waren er zeker van, dat het nachtelijk toneel zich niet herhalen zou. Het geheele bataljon sliep de slaap der onschuldigen, tot tegen 1 uur in den morgen en nu in alle vertrekken tegelijk dezelfde nachtelijke geluiden zich herhaalden en allen de kazerne verlieten om er niet weer terug te keeren. Wij zijn genoodzaakt aan de werkelijkheid van het feit geloof te slaan en men kan niet zeggen, dat het een droombeeld of hallucinatie was, want het was geen afzonderlijk geval, daar de bewoners van Tropea de voorzorg hadden genomen te waarschuwen voor deze verschijning, die elken nacht plaats had en die reeds verscheidene regimenten op dezelfde wijze verdreven had. (….)

Page 22: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXII

15. GARGOYLES Wie kent ze niet: de waterspuwers en gedrochten die onze Westerse kathedralen sieren. Kathedralen zijn prachtig van binnen, maar van buiten zijn ze architectonisch net zo bijzonder. Het Franse woord 'Gargouille' en het Engelse 'Gargoyle' komen beide van het Latijnse 'gargula', wat 'keel' betekent. Een Gargoyle is een spuger, ▲die de gootafwatering van een kathedraal voor z'n rekening neemt. Het zijn typisch Gothische toevoegsels. (1140 tot 1500 of wat later, afhankelijk van het land) Middeleeuwse bouwmeesters lieten hun fantasie de vrije loop en versierden de bogen van de kathedralen niet alleen met wonderlijke waterspuwers maar ook met de z.g. 'grotesken' , ◄ monsters in dierlijke en menselijke gedaante die geen water spuwden maar voor eeuwig op de stad neerkeken.

Natuurlijk kwam deze versiertraditie niet uit het niets. Waterspuwers zijn gevonden in Pompeï, en in de Griekse en Egyptische architectuur. Ook Romaanse kerken hadden hun monsters, alleen waren die minder uitbundig en simpeler, en ze bevonden zich meestal in de kerken, waren van hout of steen, en vertelden vaak een lokaal of Bijbels verhaal, zoals dit kapiteel uit de Romaanse kathedraal van Autun in Frankrijk. ◄

De Middeleeuwers waren dol op monsters. Jeroen Bosch en zijn tijdgenoten konden er niet genoeg van krijgen, en Middeleeuwse handschriften zijn vaak verlucht met een overvloed aan groteske figuren, half mens half dier, zoals ▼ dit voorbeeld uit een vroeg 14de eeuws handschrift.

De gebeeldhouwde monsters in de vroege Gothiek waren religieus van aard. De duivel en zijn afsplitsingen werden veelvuldig verbeeld, en ook dieren die in de bijbel voorkomen en die geassocieerd werden met monsters, zoals de slang en de draak.

Motieven genoeg in de vele dieren die er in de Bijbel voorkomen, niet in de laatste plaats in de Openbaring van Johannes. Daarnaast was er de eenhoorn , de pelikaan die de jongen voedt met zijn bloed, de phoenix en de basilisk. Ook greep men graag terug op de werken van de oude Grieken en Romeinen als het ging om motieven voor versieringen. De Middeleeuwse ervaring van dieren was gecompliceerd. In ieder dier kon de duivel schuilgaan, en dieren werden voor het gerecht gesleept of op de pijnbank tot een 'bekentenis' gedwongen zoals men dat ook met heksen deed. In een onschuldige kip die een afwijkend ei legde werd het werk van de duivel gezien. Heiligen werden afgebeeld met monsters onder hun voeten: zinnebeelden van het kwaad. Zo werd de kerkganger geïnstrueerd in het geloof, ook al kon hij geen letter lezen. Vroeg in de Gothiek, rond 1220 ontstonden de Gargoulles in Parijs, nog niet erg gedetailleerd en niet erg talrijk. Maar toen men ging beseffen dat deze

Page 23: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXIII

waterspuwers iets bijdroegen aan de schoonheid van de kerk of kathedraal, werden ze talrijker en meer gedetailleerd. De grotesken namen ook in aantal toe. In de mensen- en dierenwereld en hun kruisingen vond men meer dan genoeg inspiratie. Hierboven een lieverdje met staart en kind op de St Jan in Den Bosch. Er is veel verschil van mening over de symbolische betekenis van gargoyles en grotesken. Er zijn er die geloven dat hun oorsprong te maken heeft met de verbeeldingen van de Dierenriem. Anderen zoeken het meer in de bijbel, of in de vele wonder- en monsterverhalen waar iedere Middeleeuwer mee opgroeide. Er zijn religieuze interpretaties dat dit een manier was om 'duivels' buiten de kerk te houden. Maar veel 'duivels' bevinden zich binnenin de kerken zowel als daarbuiten. De humor waarmee veel grotesken en gargoyles zijn uitgebeeld wijst erop dat ze vooral een volks karakter hadden, eerder dan een religieuze betekenis. Beeldhouwers hebben zich erop uitgeleefd, het lijkt het meest logisch dat ze vooral een creatieve uiting zijn, in de beeldtaal van de Middeleeuwen. De folkloristische interpretatie is dat al die angstwekkende figuren bedoeld waren om het kwaad af te schrikken zodat het niet de kerk binnenkwam. Een Gargoyle is dus in die opvatting een beschermer, en daar zijn ook veel verhalen op gebaseerd.

Hierboven een van de bekendste figuren, op de Notre Dame, uitkijkend over Parijs. Waar zal hij in al die eeuwen over hebben zitten denken? Hieronder een van internet geknipte legende, en daaronder een gedicht over de beschermende gargoyles.....:

De Dom van Keulen zou door God voorzien zijn van waterspuwers. De koster had om Gods hulp gevraagd bij het verwijderen van lastige demonen en monstertjes die juist zijn kerk hadden uitgekozen om op te spelen. God heeft ze in steen veranderd zodat ze het goede water konden uitspuwen.

Gargoulle zou de naam zijn van een legendarische draak die leefde in een grot bij de Seine. Hij liet schepen vergaan en liet de stad Rouen meermalen onderlopen. Eens per jaar, om de draak gunstig te stemmen, ontving hij een slachtoffer om op te eten. Aartsbisschop St. Romanus heeft hem, volgens de vertellingen, in de 7e eeuw verslagen. Hij eiste van de bewoners dat zij zich lieten bekeren en een kerk zouden bouwen. Hij verbrandde het lichaam van de draak. De hals en kop wilden echter niet vergaan (die waren aan vuur gewend, niet waar). Deze werden aan de stadsmuur bevestigd en zo ontstond het voorbeeld voor de latere gargoyles.

Bronnen zouden vroeger voorzien zijn van afzichtelijke en monsterlijke waterspuwers om, zo dacht men, de boze geesten af te schrikken iets met het water uit te halen.

Page 24: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXIV

Page 25: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXV

Page 26: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXVI

16.

FABELDIEREN

Hiernaast een bladzijde uit de Panorama ergens in de jaren '50, een van de weinige publikaties die er in de pers van ons land geweest zijn over dit boeiende onderwerp. Fabeldieren hebben vele gezichten. Je vindt ze in de Bijbel, in de mythologie wereldwijd, in Middeleeuwse verluchte handschriften en textiel, en in de 'wetenschappelijke' boeken van oude schrijvers, zoals de van de Romein Plinius de Oude. Echte fabeldieren, die hebben een verhaal. Dat zijn niet alleen vreemde onbestaanbare wrochtsels van de fantasie. Fabeldieren hebben vaak een vastomlijnd uiterlijk en bepaalde eigenschappen die eeuwenlang hetzelfde zijn gebleven. Daaromheen zijn verhalen geweven. Neem bijvoorbeeld de eenhoorn. Het is niet meer belangrijk waar die z'n oorsprong heeft gevonden, maar we weten

allemaal dat eenhoorns, als symbool van zuiverheid,

alleen door een maagd gevangen kunnen worden. Tegenwoordig zijn maagden na een zekere leeftijd een schaars goed, dus de eenhoornstand is navenant teruggelopen. Of de Basilisk. De blik van de basilisk is dodelijk. Over het uiterlijk van de basilisk is men het niet altijd eens, maar die blik... Of de draak. Hier in het Westen weten we allemaal dat een draak een vervaarlijk dier is dat maagden eet (en vast ook eenhoorns, als het zo te pas komt) en zich in een dodelijke strijd hoort te begeven met (aanstaande) heiligen, of met de aartsengel Michael. De draak, zinnebeeld van het kwaad, moet verslagen worden. Soms is de draak een slang, want die twee zijn verwant, en hebben allebei een slechte reputatie. Vreemd genoeg is de draak in China juist het tegenovergestelde: een dier dat geluk brengt en voorspoed. De Chinese cultuur is vol draken, kleurig en mooi, krachtig en vol goede eigenschappen. In de subcultuur zijn draken wijs en passen ze op schatten. J.K. Rowling en Tolkien hebben draken en andere fabeldieren conform de mythologie herschapen. De Phoenix blijft steeds zichzelf vernieuwen door in vlammen op te gaan en zo zijn enige ei uit te laten komen; symbool van wedergeboorte en opstanding. Soms heeft een gewoon dier een mythische functie gekregen, die waarschijnlijk berust op een verkeerde waarneming. De Pelikaan bijvoorbeeld werd in de Middeleeuwen afgebeeld als de perfecte moeder die haar kinderen met haar bloedende borst voedt. Naar zo'n pelikaan zal men in de dierentuin vergeefs zoeken. Veel fabeldieren zijn samenstellingen, waarbij de verschillende onderdelen bepaalde eigenschappen vertegenwoordigen. De Harpij bijvoorbeeld heeft een mensengezicht en is dus geen 'birdbrain' . De Centaur uit de Griekse mythen is half mens half paard. Zijn dierlijk deel is zijn wildheid, vergelijkbaar met de Satir, de natuurgod op bokkenpoten....of de zeemeermin met de vissenstaart....En zo kunnen we nog even doorgaan....

Page 28: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXVIII

17. LEVIATHAN EN ZIJN CONFRATERS De Joodse cultuur heeft een heel eigen mythologie, gebaseerd op de Bijbel en alles wat er om de bijbel heengeschreven en becommentarieerd is en door vele generaties is overgeleverd. Wij kunnen ons moeilijk voorstellen dat Christelijke voorgangers serieuze commentaren leverden op de details van het Genesis scheppingsverhaal, behalve natuurlijk Adam, Eva en de slang. Maar wie kent Leviathan. Of de Behemoth. Of Ziz. Gelovige Joden zijn anders. Ieder woord in Tenach (ons Oude Testament) is geschiedenis. De eigen geschiedenis. Historisch besef krijgen joodse kinderen met de paplepel binnen.

In Genesis 1-21 lezen we dat op de vijfde dag van de Schepping: "Wajivra Elohim et hataninim hagedolim wekol nefesj hachajah" enz "En God schiep de grote zeegedrochten (joodse vertaling) en alle levende zielen" (van waterdieren waarvan het water kwam te wemelen). Het dier moest een naam hebben. Omdat de Bijbel hier van 'Taninim' spreekt dat de algemene betekenis heeft van een groot zeedier, specificeerde men met 'Leviathan' - een woord dat in modern hebreeuws 'walvis' betekent. Maar de Bijbelse Leviathan was geen walvis. Groot en imponerend was hij, kolossaal, en God schiep de Leviathan als een paar, zegt de Midrash - de uitleg van de bijbel. En wat deed God daarmee? Hij slachtte het vrouwtje en zoutte haar in, en 'bewaarde het vlees voor een toekomstig feestmaal van de Rechtvaardigen. Het mannetje liet hij leven. Aldus Rasji (1040-1105 AD), de belangrijkste bijbelcommentator. Hij zegt er ook nog bij waarom God het vrouwtje slachtte: "als ze zich zouden vermenigvuldigen zou dat het einde van de wereld zijn." Bij walvissen is het precies andersom: onze vermenigvuldiging is het einde van de walvis. Historicus Louis Ginzberg verrichte de Herculestaak om alle Midrasj uit Talmoedische en andere bronnen bij elkaar te brengen in 7 delen 'Legends of the Jews' (1968), en daar een leesbaar verhaal van te maken. In 1992 verscheen een beknopte versie in een boek: 'Legends of the Bible': een juweel voor wie wil weten hoe Joden in soms minimale teksten aanleiding vonden tot het scheppen van uitvoerige mythen; een totaal andere manier van met bijbelverhalen omgaan dan we in het Christendom gewend zijn. Hier gaat het niet meer om verklaring, maar om associatie, beeldend vermogen, inspiratie door al bestaande mythen van andere culturen en door niets geremde fantasie. Het mag duidelijk zijn dat zoiets fantasievols als de Leviathan ruime aandacht krijgt in Ginzbergs boeken. Ik haal er een paar fragmenten uit: "Zo kolossaal is Leviathan dat hij om zijn dorst te lessen al het water nodig heeft dat stroomt van de Jordaan in de zee. Zijn voedsel bestaat uit vis die zijn bek inzwemt. Als hij honger heeft komt er hete adem uit zijn neusgaten en daarvan wordt de zee gloeiend heet. Maar Leviathan is niet alleen groot en sterk, hij is ook prachtig gemaakt. Zijn vinnen stralen briljant licht uit waardoor de zon wordt verduisterd, en zijn ogen schijnen zo helder dat de zee er geregeld door verlicht wordt.

Page 29: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXIX

Geen wonder dat dit magnifieke beest een speeltje van God is, waar Hij Zijn vrije tijd mee doorbrengt. Er is maar één ding dat de Leviathan afstotend maakt: zijn vieze geur, die zo sterk is dat als hij erin zou kunnen doordringen, het Paradijs zelf onbewoonbaar zou worden. Het echte doel van de Leviathan is opgediend te worden als een lekkernij voor de vromen in de Komende Wereld. Het vrouwtje werd ingezout zodra ze was gedood. Maar het mannetje is voorbestemd om een prachtig aanzicht te bieden aan alle aanwezigen, voor hij wordt geconsumeerd. Wanneer zijn laatste uur heeft geslagen zal God alle engelen roepen om met het monster slag te leveren. Maar als ze een blik op het monster werpen zullen ze in paniek op de vlucht slaan, en terugkeren met zwaarden. Maar vergeefs, want het pantser van de Leviathan doet ijzer in stro verkeren. Als de engelen alles hebben geprobeerd moeten ze het opgeven, en dan laat God de Leviathan in een duel strijden met de Behemoth. (waarover later) Het zal dan zo zijn dat beide dieren elkaar verslaan: de Behemoth gedood door de slagen van de vinnen van Leviathan, en Leviathan gedood door de staart van de Behemoth." God heeft plannen met de huid van de Leviathan, die "de hele wereld zal verlichten" en "zal worden gespannen tot tenten"

waaronder de vromen van de maaltijd kunnen genieten, en zij "zal worden gespannen boven Jeruzalem". Het is duidelijk dat de Leviathan in de Joodse mythologie verre van het duivelse wezen is die hij later in de Christelijke mythologie werd. In de mythologie wordt hij soms in een adem genoemd met Ourubouros, de slang die de wereld omvat en zijn staart in zijn bek heeft, een universeel symbool. ► De Behemoth. Die werd pas op de 6de dag geschapen, en wordt terloops genoemd in Gen: 1-26, en meestal vertaald met 'vee' . Behemoth is een meervoudsvorm. Het woord Behema betekent koe in het Ivriet. Maar in de Midrash is die koe geworden tot een enorm dier, de gelijke op het land van de Leviathan in de zee. Ze zijn qua afmeting aan elkaar gewaagd. De Behemoth is de koning van de landdieren. Hierboven een prent van schilder, dichter en mysticus William Blake (1757-1827), met Leviathan en de Behemoth, en God, scheppend, erboven.

De derde van het Trio is de koning van alles wat vliegt: ZIZ. Hij is de minst bekende, en zijn naam wordt in de Bijbel niet genoemd. Afbeeldingen zijn schaars, en dan wordt meestal de Griffioen als model gebruikt. Maar in Ginzberg wordt over hem geschreven: "De Ziz is zo monsterlijk groot als Leviathan. Zijn enkels rusten op de wereld en zijn kop reikt tot in de hemel. Zijn vleugels zijn zo enorm dat als hij ze uitslaat, ze de zon verduisteren. Zij beschermen de aarde tegen zuiderstormen, en zonder hun hulp zou de aarde niet in staat zijn die winden te verdragen. Ooit viel er een ei van de Ziz op de grond en brak. De vloeistof

overstroomde 60 steden en de schok verpletterde 300 ceders. Gelukkig komen zulke ongelukken zelden voor. (dat is een hele geruststelling!) Net als Leviathan is het vlees van de Ziz een delicatesse die de vromen aan het einde der tijden opgediend zal worden, als compensatie voor al het onrein gevogelte dat ze niet hebben mogen eten." Aan het eind van die overvloedige maaltijd kunnen de vromen geen pap meer zeggen.

Page 30: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXX

18. DIEREN IN DE DAMPKRING? "Unknown, luminous things, or beings, have often been seen, sometimes close to this earth, and sometimes high in the sky. It may be that some of them were living things that occasionally come from somewhere else." Charles Fort - Lo!

Over UFO's is oneindig veel gezegd, zonder er ooit over uitgepraat te raken. Want ook al twijfelt niemand die de moeite neemt zich erin te verdiepen nog aan hun bestaan, de aard van UFO's is verre van duidelijk. Wie ze alleen ziet als buitenaardse voertuigen mist een heleboel aanwijzingen dat de kwestie veel gecompliceerder is. En waarom zouden ook alle UFO's dezelfde oorsprong hebben? Het geloof in wezens die niet aardgebonden zijn en in de lucht leven is oud. We hebben het dan over 'sylphs', atmosferische elementalen, waar o.a. de Hindoes in geloven. Helderzienden hebben zulke wezens ook waargenomen, net als de meer aardgebonden natuurgeesten. Maar in die gevallen hebben we het over etherische wezens zonder stoffelijke substantie. Er schijnen ook andere te bestaan. Eigenlijk is er vanaf het begin van het 'officiële' UFO tijdperk, in juli 1947, toen piloot Kenneth Arnold zijn 9 vreemde

voertuigen waarnam bij Mount Rainer, Washington, al twijfel geweest over de werkelijke aard van UFO's. Ook Kenneth Arnold wist niet zeker of hij metalen 'Saucers' gezien had, en hoe zou hij ook, er was toen nog geen vergelijkings -materiaal. Iemand die ervan overtuigd was dat althans sommige UFO's van dierlijke oorsprong waren was John P. Bessor uit Pennsylvania. Hij ontwikkelde al in 1946 een theorie dat de stratosfeer bevolkt is door levensvormen die we vanaf de aarde onmogelijk kunnen waarnemen. Het idee erachter was dat geen enkele gebied op aarde zonder levensvormen is. De natuur heeft een hekel aan leegte, en doet er alles aan om die op te vullen. Nog niet zo lang geleden dachten we dat de diepzee geen leven kon bevatten, en dat alle leven zuurstof nodig heeft. Inmiddels weten we beter; in de meest levensvijandige omstandigheden groeien en bloeien niet alleen bacteriën maar ook hogere diersoorten ◄ zoals die rond een 'hydrothermal vent' in de diepzee, waarvan het bestaan nog maar enkele tientallen jaren bekend is. Op grond van wat we nu weten, is de gedachte dat ook onze dampkring zijn eigen ecosysteem heeft met heel verschillende levensvormen niet meer iets om a priori af te wijzen.

Bessor werd getroffen door het feit dat UFO's vaak worden gezien op plaatsen waar iets bijzonders aan de hand is, alsof ze nieuwsgierig zijn naar ons doen en laten. Typisch het gedrag van dieren, dacht hij.

Page 31: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXI

Inderdaad zijn er heel veel foto's gemaakt van UFO's tijdens rampen en andere ingrijpende gebeurtenissen: de Tsunami, 9/11, orkanen, de ramp met de kernreactors in Japan, maar ook bv de Olympische spelen. Zelf zag ik er een op de TV tijdens een atletiekwedstrijd. Ook worden ze vaak gefotografeerd tijdens 'thunderstorms' , een elektrisch fenomeen dat we hier in Europa nauwelijks kennen, maar wat in de US vaak voorkomt. Het lijkt dan alsof die UFO's de elektrische

activiteit in de lucht opzoeken, en er zich misschien mee voeden? Hier een opname uit China. ▲ Een Skybeast? Wie YouTube afspeurt vindt veel opnames van UFO's die lijken te veranderen van vorm, iets wat ook niet echt past bij ons idee van een stoffelijk in een fabriek gebouwd voertuig, maar wel verenigbaar is met biologisch leven. Als we kijken naar het leven in zee, dan vinden we daar de grootste variëteit aan vormen en textuur. Neem kwallen: die zijn vaak doorzichtig. Ook sommige kreeften zijn bijna doorzichtig. Andere dieren hebben een perfecte schutkleur. Sommigen geven licht. Weer anderen gaan totaal op in hun omgeving door zich te tooien met zand en schelpen. De natuur is eindeloos vindingrijk. Er zijn waarnemingen geweest van kwalachtige structuren in de lucht, zoiets als hier door een kunstenaar weergegeven. ► Maar dat alles is natuurlijk geen hard bewijs voor de biologische aard van (sommige) UFO's. Het is alleen een reden om hun aard niet in een vakje op te sluiten maar open te staan voor een meer diverse interpretatie van het fenomeen.

Iemand die probeerde fotografische bewijzen te vinden voor de theorie dat althans een gedeelte van de UFO's die we zien een biologische oorsprong heeft, is Trevor James Constable, een Amerikaan die carrière maakte in weermanipulatie, en in z'n vrije tijd een methode ontwikkelde om infra-rood foto's van de lucht te maken. Zijn theorie en de foto's die die theorie ondersteunen publiceerde hij in twee boeken: 'They Live in the Sky' en 'The Cosmic Pulse of Life'. Het lijkt erop dat hij gelijk heeft! ◄

Op Youtube staan verschillende filmpjes waarop zo'n biologische UFO te zien is, lijkend op de exemplaren die Constable fotografeerde.

Page 32: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXII

19. WOLF In de 90er jaren vond er een langdurig onderzoek plaats op een ranch in de staat Utah. Die ranch, toebehorend aan de familie Gorman, had te kampen met vreemde en paranormale gebeurtenissen: veeverminkingen en verdwijningen, UFO's, bigfoot verschijningen, orbs, poltergeistachtige gebeurtenissen en nog veel meer. Niet alleen zolang de familie er woonde, maar ook in het verre verleden stond de ranch bekend om zijn 'weirdness', toen het land eigendom was van de Ute, een krijgshaftig Indiaans volk, bekend met 'Skinwalkers' , gevreesde shape shifters, mensen die tijdelijk letterlijk in de huid van een dier kunnen kruipen. Het idee van de shapeshifter is universeel en heel oud. Er moet een kern van waarheid in zitten.

De bekendste Shapeshifter is de weerwolf, onderwerp van veel legenden, boeken en films, maar in principe kan een shapeshifter gebruikmaken van ieder dier.

De Gormans hadden de ranch, in de volksmond de 'Skinwalker Ranch' genoemd, nog maar kort geleden betrokken, maar vanaf de eerste dagen maakten ze dingen mee die niet gewoon waren. Nou zijn nuchtere en vastbesloten Amerikanen niet voor één gat te vangen. Niemand zou ze wegjagen. Tot hun prijsvee op vreemde wijze verminkt werd gevonden, de een na de ander. Uiteindelijk kregen ze een team van technisch - en parapsychologisch geschoolde mensen in huis die drie jaar lang onderzoek deden, met matig resultaat. De camera's stonden net altijd de verkeerde kant op, de geluidsapparatuur net op de verkeerde plek. Toch bleef er genoeg vreemds over. Colm Kelleher en George Knapp schreven er een boeiend boek over: The Hunt for the Skinwalker. ► Om een idee te geven vertaal ik hier het begin van het boek, zoals verteld door Tom Gorman, over wat er gebeurde toen ze tijdens hun verhuizing bezig waren spullen van de auto naar hun nieuwe huis te brengen. "Wat is dat? "vroeg Tom Gorman zich af toen hij op een afstand een dier in zijn richting zag rennen. Hij zette even de zware kist neer die hij van de truck had getild. Tom had als ervaren jager goede ogen, en ook op een afstand van een 600 meter kon hij zien dat het dier groot was. Groter dan een coyote, veel groter. Ook Toms vrouw Ellen keek verwonderd. Wolf? vroeg ze. Het beest was grijs. Gracieus liep hij in S- bochten op de familie toe en bleef staan op 50 meter. Dat was bizar gedrag voor een wolf. Maar deze wolf was zeker drie keer zo groot als een normale wolf. Rustig liep het dier naar de familie toe, blijkbaar vastbesloten contact te maken. Misschien is het iemands huisdier, zei Ed, de vader van Tom. Tom keer bezorgd naar de kraal waar hij zojuist een aantal van zijn prijskalveren in had opgesloten. Een van de jonge dieren stak zijn neus door de tralies. De wolf was nu vlakbij. Ed aaide hem over zijn neus. De wolf kwam tot aan zijn borst, en hij was een grote man. Hij rook naar natte vacht. Iemands huisdier? Zelfs een tamme wolf zou niet zo tam zijn. Iets klopte er niet. Toen, in een sprong, was de wolf bij de kraal en had hij zijn tanden in de kop van het kalf gezet. Het dier loeide van angst en pijn, terwijl de wolf hem door de omheining probeerde te trekken. Ed en Tom Gorman trapten de wolf in zijn flanken en Ed liet met een baseball bat slagen op zijn rug regenen. Intussen pakte zoon Tad het jachtgeweer. Tom schoot. Een maal, twee maal, drie maal. De wolf leek er niet onder te lijden. Uiteindelijk liet hij het kalf los. Op een meter of 10 afstand bleef hij rustig naar de ontdane familie kijken. Hij bloedde niet en scheen niet gewond of angstig te zijn. Z'n blauwe ogen bleven de mannen aankijken. Toen schoot Gorman hem in z'n hart. Maar de wolf bleef moeiteloos overeind. Ook schoten met een zwaarder wapen had geen enkel effect. Na een blik op de jonge kalveren, draaide het dier zich om en liep met lange passen de verte tegemoet, in korte tijd een grote afstand afleggend. Tom Gorman en zijn zoon Tad volgden hem een kilometer of drie. De sporen waren duidelijk zichtbaar in het modderige grond, dus volgen was niet moeilijk.. Ze zagen de wolf niet meer, maar konden hem horen en en de sporen wezen steeds in de richting van de rivier. Op 30 meter van de rivier hielden de sporen op. Weg. Geen bloed, geen wolf ...en geen sporen. Tom Gorman vroeg zich voor het eerst af of het kopen van de ranch verstandig was geweest, en zwijgend liepen vader en zoon terug naar de familie.

Page 33: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXIII

20. DE GROTE GRIJZE VAN BEN MACDHUI Schotland is rijk aan legenden. Van de meesten heb je als avonturier of bergbeklimmer geen last, maar dat is anders voor degenen die de op een na hoogste berg van de Schotse Hooglanden willen beklimmen, de Ben MacDhui. Hoe legendes ontstaan is meestal onduidelijk, maar wat zeker telkens weer blijkt is dat onze kennis van een legende bijdraagt aan het ervaren ervan. Daar kunnen we niets aan doen. Er zijn genoeg voorbeelden van recent bedachte verhalen die zo serieus werden genomen dat ze de gevreesde of gewenste verschijnselen deden ontstaan. Het is als die alchemist die te horen kreeg dat hij pas goud kon maken als hij niet aan rhinocerossen dacht. Niets was

verder van de mans interesses dan rhinocerossen, maar, zoals we begrijpen, is het goud maken hem niet gelukt. Ons onderbewuste kan ons lelijke poetsen bakken. Maar is dat ook zo in het geval van Ben MacDhui? Dat valt te bezien. Zeker is dat het (waarschijnlijk) eerste verhaal over de Grote Grijze Man aan de grote klok werd gehangen door Professor Norman Collie ►, in het jaar 1891. Collie was een ervaren bergbeklimmer en dus behoorlijk stressbestendig en niet iemand die het makkelijk op een lopen zette, maar toch. Dit was zijn verhaal: "Ik kwam in de mist terug van de cairn (stapel stenen) op de top van de berg , toen ik iets anders begon te horen dan het geluid van mijn eigen voetstappen. Voor iedere paar stappen die ik zelf nam hoorde ik een gekraak, en nog een, alsof iemand achter me liep maar met stappen die 3 of 4 keer zo lang waren als die van mijzelf. Ik hield mezelf voor dat het onzin was. Door de mist kon ik niets zien. Het enge gekraak hield aan, en plotseling werd ik gegrepen door panische angst en ik begon te rennen, blind struikelend tussen de rotsen voor 4 of 5 mijl, tot ik bij de bosrand kwam. Er is iets heel vreemds op de top van Ben MacDhui, en ik ga er niet meer terug om uit te vinden wat het is."

Anderen deden dat wel. Peter Densham was een enthousiaste bergbeklimmer met veel ervaring, die reddingswerk deed in WW2 in de Cairngorms, het Highland plateau waarvan Ben MacDhui de hoogste berg is. Eind mei 1945 was Densham naar de top geklommen en zat daar uit te rusten een paar meter van de cairn op de top, toen de mist opkwam. De bergen zijn berucht om hun plotselinge mist, die al veel bergbeklimmers in de problemen heeft gebracht. Verhalen over de Grey Man had hij altijd verworpen als fantasie, gevaarlijk bovendien, want er waren mensen door omgekomen, omdat ze in hun paniek over 'Lurcher's Crag' een stijle klip waren gevallen. Terwijl Densham onbekommerd zijn boterhammetjes zat op te eten gebeurde er dit: "Plotseling had ik het gevoel dat er iemand vlak bij me stond. Daar trok ik me niet veel van aan, omdat het iets is wat wel vaker zo lijkt als bergbeklimmers alleen zijn. Maar toen voelde ik iets kouds in m'n nek, een druk. Ik stond op en hoorde een krakend geluid vanuit de richting van de cairn, links van mij.

Ik liep er heen om het geluid te onderzoeken, en de gedachte aan de Grey Man kwam in me op. Een interessante belevenis, dacht ik, nog steeds niet bang. Maar plotseling kwam er een golf van angst over me heen en een overweldigend verlangen zo snel mogelijk van de berg te komen. Ik rende met een ongelofelijke snelheid toen ik me realiseerde dat ik in de richting van Lurcher's Crag liep. Maar het leek of ik niet kon stoppen, of ik geduwd werd. Het kostte vreselijk veel moeite om een andere richting in te slaan. Ik rende langs de bergwand naar de Alt Mor Bridge, voorbij Glenmore en pas aan de andere kant van het Loch stopte ik." Richard Frere, een vriend van Densham en net als hij een bergbeklimmer met veel ervaring, werd onder Lurcher's Crag overvallen door een diepe depressie die zeker niet lag aan de prachtige dag en het plezier dat hij steeds voelde als hij alleen in de natuur was. Nog nooit eerder had hij het gevoel gehad door de bergen 'afgewezen' te

Page 34: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXIV

worden. Gedachten die niet die van hemzelf waren namen hem in beslag. Hij zegt: "Hoog boven me cirkelde een grote vogel die hees klaagde over mijn aanwezigheid. Het sap scheen uit mijn leven weg te trekken en mijn ziel had niet meer betekenis dan een oud droog karkas. Ik heb me alleen geweten in de bergen en dat heerlijk gevonden. Maar nu was ik niet alleen. Heel dichtbij was een Presentie, abstract maar intens werkelijk." Alles lijkt vijandig. De Aanwezigheid blijft voelbaar als Frere naar lager terrein afdaalt. En er komt nog iets bij: een intens hoog geluid, stabiel, net hoorbaar, alsof het uit de grond zelf afkomstig is. Hij klimt door naar de cairn van Ben MacDhui, en het geluid blijft bij hem, net als het gevoel niet alleen te zijn.

Dan gaat hij opnieuw naar Lurcher's Crag ◄. Hij zegt: "De abstracte Presentie scheen zich aan me te hechten met een gepassioneerd verlangen de berg te verlaten, waaraan het gebonden was door iets vreselijk sterks en onoverkomelijks. " Toen was het weg. Een gewicht leek van zijn ziel af te vallen. Een andere bergbeklimmer, vriend van zowel Densham als Freke, beschreef een wonderlijk avontuur op Ben MacDhui. Omdat hij zelf het lot wilde tarten sloeg hij zijn tent op op de top van de berg. 's Nachts werd hij wakker van vreemde geluiden en een schaduw. Ondank zijn angst maakte hij de tent open en zag een figuur van ongekende lengte, zeker 20 meter berekende hij later aan de hand van de omgeving, die weg waggelde. Het was moeilijk te geloven voor iedereen die zijn verhaal hoorde, maar hij heeft altijd volgehouden dat dat was wat hij zag.

De paranormaal begaafde schrijfster Joan Grant, die verschillende boeken schreef over haar vorige leven in Egypte, had een onverklaarbare ervaring op Ben MacDhui toen ze het uitzicht stond te bewonderen. Plotseling hoorde ze een geweldige stem die resoneerde in Gaelic, of zo leek het, een geluid dat van onder haar voeten kwam. Ze weerstond de angst, en ging zelfs op zoek naar een mogelijk slachtoffer van een ongeluk. Toen ze niets vond kreeg de angst vat op haar, en ze vluchtte, terwijl gigantische voetstappen haar schenen te volgen. De paniek was pas over toen ze de vertrouwde geluiden van een blaffende hond hoorde, vele honderden meters lager. Er zijn honderden verhalen van mensen die de Big Grey Man van Ben MacDhui hebben gevoeld. Niemand heeft een goede verklaring. Ben MacDhui blijft een raadselachtige berg met een mistige reputatie.

Page 35: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXV

21. ANDREW CROSSE en de ACARI

Leven en dood zijn gegevenheden van het bestaan, dat weten we allemaal. We maken nog het een nog het ander. Reden temeer om aandacht te besteden aan een merkwaardige man, die dacht dat hij leven had gemaakt. Zijn naam is Andrew Crosse, en hij was een Britse amateurwetenschapper met een grote natuurlijke nieuwsgierigheid. In zijn huis had hij een eigen laboratorium ingericht waar zijn omgeving niet blij mee was. Niet zo gek, want zijn experimenten met elektrische stroom deden zijn werkruimte soms vreemd oplichten. Zijn buren noemden hem de 'donder en bliksem man'. Andrew Crosse werd geboren in 1784, en was een van de eersten die experimenteeerde met atmospherische electriciteit. In 1783, een jaar voor Crosse's geboorte, ontdekte Luigi Galvani (1737-1798) dat een kikkerpoot bewoog door statische elektriciteit. Galvani zag dat aan voor de kracht die alles wat leeft in beweging zet, en

noemde het verschijnsel 'dierlijke elektriciteit' ▼ In de jaren na die vinding bediscussieerden Galvani en zijn collega Alessandro Volta (1745 - 1825) de theoretische aspecten van elektrische fenomenen. Zij konden het over de aard ervan niet eens worden, maar Volta maakte in 1800 de voorloper van de moderne batterij. De onopvallende Andrew Crosse stond in de traditie van experimenteren om de aard van natuurlijke krachten te ontdekken. Vanaf zijn twaalfde jaar was hij geobsedeerd door elektriciteit, en zijn tweede vrouw beschreef hem jaren later als iemand die 'genoot van alles wat vreemd en fantastisch was' . Crosse erfde in 1805 het familielandgoed en een hoop geld, en in 1807 begon hij serieus zijn eigen experimenten met elektriciteit en kristallisaties. Behalve ongeruste buren had niemand daar last van, tot

dat moment in 1837, toen er iets gebeurde waarvoor nooit een afdoende verklaring is gevonden. In de loop van zijn experimenten hield Crosse een stuk vulkanisch gesteente dat vol ijzeroxide zat permanent onder stroom. Na twee weken zag hij door een vergrootglas dat zich kleine witte nippeltjes op de steen bevonden. Op de 18de dag hadden die nippeltjes uitsteeksels, en op de 28ste dag bewogen de nippeltjes hun minuscule pootjes....Nog een paar dagen later hadden ze zich losgemaakt van de steen, waarop ze vrolijk rondkropen: het brok ijzerhoudende vulkaansteen had, onder invloed van elektriciteit, leven gebaard. Als rechtgeaarde wetenschapper geloofde Crosse zijn ogen niet, en hij herhaalde de proef enkele malen onder verschillende omstandigheden, om zeker te zijn dat het hier niet om een toevallige besmetting met de neten van een mijtsoort ging. Nauwkeurig tekende hij zijn bevindingen op, en zocht naar een rationale verklaring. Die was er niet. Crosse noemde zijn 'schepping' ACARI, de Latijnse benaming voor mijten. Toen hij tevreden was over de nauwkeurigheid van zijn bevindingen, schreef hij een rapport voor de Electrical Society in Londen. Die reageerde begrijpelijkwijs sceptisch, maar verzocht een andere wetenschapper, W.H. Weeks, de proeven van Crosse te herhalen en verslag uit te brengen. Die deed dat met zorg, maar voor hij z'n resultaten openbaar kon maken had Crosse zelf de zaak al aan de grote klok gehangen. Een storm van verontwaardiging brak los. Wilde Crosse soms op de plaats van God gaan staan, door zogenaamd leven te scheppen? Wat dacht hij wel? Ook wetenschappers lieten zich uiteraard niet onbetuigd, en veroordeelden de experi- menten als onwetenschappelijk en onnauwkeurig en Crosse als een charlatan, precies zoals dat nu nog steeds gebeurt als iets buiten de algemeen aangehangen theorieën valt. Gelukkig ondervond Crosse steun van uitvinder Michael Faraday (1791-1867) ►, die in het openbaar getuigde dat de experimenten door hemzelf herhaald waren, met dezelfde resultaten als Crosse had beschreven. Ook de door de Electrical Society aangewezen Mr. Weeks kwam met positieve berichten: Crosse had gelijk. Dat wakkerde de controverse

alleen maar aan. Men kan zich voorstellen dat in die tijd de wetenschap toch al door de Christelijke orthodoxie met een angstig oog werd bekeken. Een lokale dominee, Reverend Philip Smith, ging zo ver dat hij voorging in een duiveluitdrijvingsritueel in de heuvels bij het landgoed van Andrew Crosse. Crosse trok zich terug van alle opwinding, en toen kort na elkaar zijn eerste vrouw en zijn broer overleden, begon hij opnieuw te experimenteren met elektriciteit, maar niet meer met zijn 'Acari' , die hem niets dan ellende hadden gebracht. Hij trouwde opnieuw in 1850, en stierf vijf jaar later. Zijn laatste woorden waren: 'My dear, zelfs het verste bereik van de menselijke kennis is slechts onwetendheid' . Andrew Crosse, tijdgenoot van grote uitvinders en geleerden, is vergeten, maar zijn acari, nooit door moderne wetenschappers onderzocht, zijn een blijvend en intrigerend enigma.

Page 36: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXVI

22. BESTAAT DE GORILLA? 'Meeting the Gorilla' , zegt het plaatje. Een fatale ontmoeting, voor de Gorilla. In de 19de eeuw kende bijna elke ontmoeting met een wild dier maar één optie: 'pief paf poef' . In het boek 'Sea and Land' van J.W. Buel uit 1887 trok het hoofdstuk 'The Gorilla - does he exist?' m'n aandacht. Voor ons geen vraag, we hebben hem tenslotte bijna uitgeroeid. Maar toen lag dat anders. Ik vertaal daarom een deel van dat hoofdstuk, omdat het zo'n beeld geeft van een wereld vol pas ontdekte wonderen waarover de geleerden elkaar in de haren vlogen. "Naturalisten hebben al jarenlang gediscussieerd over de vraag of er zo'n dier als de Gorilla bestaat. Vele jaren geleden was er een dergelijk fel dispuut gaande onder geleerden in Europa over het bestaan van een creatuur als de eenhoorn. Nu is tenslotte uitgemaakt dat de gorilla een werkelijkheid is,maar de eenhoorn

een mythe; maar er zijn nog genoeg mensen die, ook al doen ze dat misschien niet openlijk, de claim dat de gorilla bestaat zwaar betwijfelen. De reden waarom zij dat doen is niet zonder merites. Het is een nogal verbazingwekkend feit dat de enige Afrikaanse reiziger die pretendeert het dier gezien te hebben of er zelfs maar van gehoord heeft van de wilden in dat land, Paul B. Du Chaillu is. Deze ontdekkingsreiziger en schrijver mag dan de beste autoriteit zijn, vooral ook omdat hij diverse skeletten naar Boston en Londen heeft meegebracht van het veronderstelde dier, waar ze te zien zijn, maar, zonder Du Chaillu ► in discrediet te willen brengen, is het duidelijk dat naturalisten te makkelijk het bewijsmateriaal dat hij heeft geproduceerd hebben aanvaard. De skeletten, dat is waar, spreken voor zichzelf., maar nauwelijks doorslaggevend. Het belangrijkste punt is om uit te maken of de Oerang Oetan en de Gorilla niet hetzelfde dier zijn. Du Chaillu beweert de gorilla in grote aantallen te hebben aangetroffen in het zuiden van de Congo, maar Livingstone, Moffat en andere reizigers die jarenlang jaagden in dezelfde streek hebben nooit van het dier gehoord. Dat feit spreekt voor zich. Livingstone spreekt vaak over de Soko, die uiterlijk op de Gorilla lijkt maar zoveel kleiner is dat die twee niet verward kunnen worden. Andere ontdekkers beschrijven hun ontmoetingen met de Orang Oetan, waarvan sommigen wel meer dan 2 meter lang zijn, dat is 30 cm langer dan een van Du Chaillu's gorilla's. Wallace vond een Orang Oetan op Borneo, waar hij er een doodde die ruim twee meter groot was en een armspreiding had van meer dan 3 meter, duidelijk net zo'n machtig creatuur als de zogenaamde gorilla, alleen lang niet zo woest. Er schijnen maar heel weinig verschillen te zijn tussen de twee soorten.. De gorilla die Du Chaillu beschrijft is te allen tijde buitengewoon woest en zal een mens met zoveel kracht aanvallen als hij bedreigd wordt dat de jager zeker het slachtoffer zal worden, tenzij hij het dier meteen met een welgemikt schot weet te doden. Hij beweert ook dat de gorilla geen bomen beklimt, maar dat zijn

jachtgronden in de diepte van het oerwoud liggen. (jachtgronden? Is een Gorilla een carnivoor dan?) De skeletten die van Afrika door Du Chaillu zijn meegenomen - maar twee stuks geloof ik, lijken sprekend op die van de Oerang Oetan, behalve de schedels, die verschillend genoeg zijn om naturalisten ervan te overtuigen dat het hier gaat om twee verschillende diersoorten. Dit ene verschil heeft een eind gemaakt aan de discussie. Ik hoef u niet te wijzen op het feit dat er grote verschillen zijn in de schedelbouw van mensen van het zelfde ras, en dat er dus ook verschillen kunnen zijn in de schedels van dezelfde diersoort. Een verwonding, een ziekte, hersengroei, voedsel en honderd andere dingen, om nog maar niet te spreken van malformaties bij de geboorte, kunnen verantwoordelijk zijn voor de verschillen die we waarnemen in de schedels van Du Chaillu's twee specimen en die van de bewezen Orang Oetan. Ik zeg niet dat de gorilla een mythe is, maar tot de tijd dat er een sterker bewijs is gevonden, zal de twijfel aan zijn bestaan aanhouden."

◄ een afbeelding van een gorilla uit 1866.

Page 37: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXVII

23. GEVLEUGELDE KATTEN Veel kattenliefhebbers zullen hun huisdier met gemak de status van engeltje verlenen, en een gevleugelde kat is dan ook in alle soorten en maten als snuisterij te koop. Vogels, de rechtmatige eigenaren van vleugels, denken daar weer anders over. Want een kat heeft een dubbele natuur: die van knuffel - en van roofdier. Maar dat neemt niet weg dat er zo nu en dan een kat wordt geboren die 'echte' vleugels ontwikkelt. Niet om ermee op te stijgen, maar hij haalt er wel de kranten mee.

Dr. Karl Shuker, een bioloog die zich speciaal naam heeft verworven met onderzoek naar alles wat afwijkt in de dierenwereld, wijdde in zijn 'Dr. Shuker's Casebook' een hoofdstuk aan katten met vleugels. Ik put hier uit zijn artikel. Het oudste bericht over een gevleugelde kat is gevonden in een boek 'Walden' van schrijver en natuuronderzoeker Henry David Thoreau (1817-1862). Het bericht stamt uit 1841. Een ander bericht dateert uit 1891, toen zo'n

wonderbare kat werd gestolen omdat de eigenaar er teveel publiciteit aan had gegeven. Een Engelse krant uit 1897 meldt dat een gevleugelde kat per ongeluk is geschoten, omdat hij was aangezien voor een vos. Het bericht zegt: "Het was een ongewoon grote kat, met lange haren en met een opmerkelijk toevoeging in de vorm van volledig uitgegroeide vleugels als van een fazant die vastzaten aan de vierde rib. Ooggetuigen zeiden dat de kat zijn vleugels gebruikte om over oneffenheden te komen en dat hij zo ongelofelijk hard vooruitkwam..." Waarom de jagers hem dan toch voor een vos versleten zullen we nooit weten. Een volgend rapport stamt uit 1899, de "Winged Kitten of Wiveliscombe" meldt dat de 'vleugels' van de kat 20 tot 15 cm lang waren. Toen iemand het in z'n hoofd kreeg de vleugels af te knippen stierf het dier.

Met Thomas Bessie, een gevleugelde kat uit Leeds liep het in 1900 al niet beter af: Iemand vergiftigde hem. Posthuum reisde hij tentoonstellingen af, opgezet, en het laatste bericht over zijn verblijf stamt uit 1973. Na 1900 blijft het stil rond gevleugelde katten, tot 1933, als een 'vliegende' kat wordt gevangen en korte tijd gehouden in de Oxford Zoo, waar de directeur het dier laat fotograferen en hem vervolgens na korte tijd afmaakt, omdat "er in een dierentuin geen plaats is voor freaks, en het publiek die niet wil zien" . Shuker zegt terecht: "over deze kat wordt na 70 jaar nog steeds gepraat, dus kennelijk denkt 'het publiek' daar anders over. " Drie jaar later wordt er, deze keer in Schotland, opnieuw een gevleugelde kat ontdekt , een witte deze keer. De vleugels van het dier spreidden zich uit als het rende. In 1939 wordt melding gemaakt van zo'n kater in Sheffield. In 1949 werd er een gevleugelde kat met een vleugelwijdte van 70 cm geschoten in Zweden, toen het volgens getuigen neer wilde strijken op een kind. Het dier werd ondergebracht in een museum en onderzocht door een Prof. Rendhal, die verklaarde dat de vleugels een afwijkende huidconditie waren. En daarmee komen we op de verklaring van dit fenomeen dat nog steeds incidenteel, en nu met goede foto's, gemeld wordt. In 1977 werd het verschijnsel goed onderzocht door twee Amerikaanse dierenartsen, die tot de conclusie kwamen dat het hier ging om een genetische huidconditie: feline cutaneous asthenia. (FCA) een defect in de aanmaak van collageen, waardoor de huid van het dier extreem elastisch wordt. Zoiets komt ook bij mensen voor, al krijgen die geen vleugels. Wanneer er genoeg musculatuur in de overtollige huid zit, kan de kat zijn 'vleugels' bewegen en optillen. Een ander effect van deze conditie is dat de huid breekbaar is en snel kapot gaat, maar even snel weer geneest. De vleugels kunnen soms afvallen, zonder dat de kat daar last van heeft of gewond raakt.

Page 38: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXVIII

24. ROERICHS WAARNEMING

Nicholas Roerich (1874-1947), de Russische esoterische filosoof, ontdekkingsreiziger en schilder, maakte in de eerste decennia van de 20ste eeuw verschillende reizen naar Mongolië en Tibet. Het meest bekend werd hij met zijn schilderijen, waarvan hij er enkele duizenden maakte in een hem eigen, makkelijk te herkennen stijl. Vanuit zijn moedercultuur lagen zijn wortels in de mystiek van het Oosterse Christendom en de legenden van Rusland die hij schitterend verbeeldde voor hij aan zijn reizend leven begon. Later kwam hij tot een mystiek waarin Boeddhisme en Hindoeïsme zich vermengden met het Christendom. Zijn schilderijen ondersteunen zijn veelzijdig gedachtegoed en zijn het waard genoten te worden. Honderden zijn er op internet te zien, http://www.roerich.org/wwp.html. Op zijn reizen hield Roerich dagboeken bij waarvan er een opnieuw is uitgegeven: Altai Himalaya, dat voor me ligt. Het echtpaar Roerich en hun zoon George doorkruisten dit woeste gebied op hun Azië expeditie, van 1925 tot 1928. Begonnen in India, voerde hun barre en avontuurlijke reis hen door de meest verlaten gebieden van o.a. de Karakoram Mountains, Mongolië, China en

Tibet. Het mag een wonder heten dat zij het klimaat en de vijandigheid van de bevolking overleefden. Hun doel was vooral om de legende van het mythische land Shamballah te onderzoeken. Ze hebben het niet gevonden. Er is een klein stukje in het dagboek dat de aandacht heeft getrokken van geïnteresseerden in UFO's, en dat daarom nog al eens op internet en in boeken wordt aangehaald, niet altijd correct. Het heeft zich afgespeeld in 1926, op 5 augustus. Dit is wat Roerich schrijft: "Op de 5de augustus - iets opmerkelijks! We waren in ons kamp in het Kukunor district niet ver van de Humboldt bergketen. 's Morgens om ongeveer half 10 merkten sommige van onze karavaanbegeleiders een opmerkelijk grote zwarte adelaar die boven ons vloog. Zeven van ons begonnen deze ongewone vogel gade te slaan. Op dat moment merkte een andere van onze karavaanleiders op: "Er is iets ver boven de vogel." Hij schreeuwde in zijn verbazing. Wij allen zagen, in de richting van noord naar zuid, iets groots en glanzends dat de zon weerspiegelde, als een enorme ovaal die zich met grote snelheid voortbewoog. Toen hij over ons kamp vloog veranderde het ding van richting, van zuid naar zuidwest. En wij zagen hoe het verdween in de intens blauwe lucht. We hadden zelfs tijd om onze veldkijkers te pakken en we zagen heel duidelijk een ovale vorm met een glimmend oppervlak, waarvan een kant schitterde door de zon."

Tot zover Roerichs verslag. Hij komt in de rest van het dagboek niet meer op het geval terug. In 1926 was er nog geen sprake van UFO's, of althans, niemand had ervan gehoord. Wat Roerich en zijn karavaan zagen was misschien niets bijzonders na 1947, maar in 1926 was het dat wel. Een bewijs te meer dat UFO's niet pas in 1947 zijn begonnen door ons luchtruim te vliegen. Maar wat eigenlijk veel intrigerender is, vind ik, is die grote vogel. Roerich en de zijnen wisten precies wat er aan wildleven in de bergen te verwachten viel; ze reisden al een paar jaar, en de mensen die de karavaan onder hun hoede hadden waren inheems. Een grote arend, als het een normale grote arend was geweest, zou hen niet hebben doen opkijken. Maar dit was geen gewone vogel, dit was een 'remarkably big black eagle' , een opmerkelijk grote zwarte adelaar, die zeven mensen omhoog liet kijken om hem gade te slaan. Was die arend een uit de kluiten gewassen specimen? Ik geloof het niet. De 'toevallige' combinatie met de UFO maakt dat onwaarschijnlijk. Cryptids worden regelmatig in verband gebracht met UFO's, en waarnemingen van beide verschijnselen tegelijk zijn niet ongewoon. Ook zijn er verhalen genoeg over 'Thunderbirds', enorme vogels die mensen de stuipen op het lijf jagen en in een enkele geval dingen doen die geen enkele vogel doet. Waren UFO en vogel ook in dit geval verbonden? Ik denk het.

Page 39: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XXXIX

25. DE PLAGEN VAN EGYPTE

In de Middeleeuwen dacht men dat iedere ramp die niet door mensen was veroorzaakt van God kwam. Dat was een logische gedachte; alles hing samen en de strijd tussen God en duivel om de ziel van de mens was geen zachtzinnige. Religie was het zenuwstelsel van de Middeleeuwse maatschappij, en nog eeuwen daarna leefde het geloof in Gods almacht, en zijn ondoorgrondelijke willekeur. Aan Gods wil viel niet te tornen. In Bijbelse tijden was het niet veel anders. Het monotheïsme van Abraham en wie na hem kwamen duldde geen twijfel. God is een Jaloerse God: 'El Kanno' zegt Exodus 20:5. Maar ook 'een God die vriendelijkheid laat zien aan duizenden generaties van hen die Hem liefhebben en leven naar Zijn geboden. Dat is de Bijbelse, Oud Testamentische God. In dat plaatje past ook wat eraan vooraf ging: de Uittocht

uit Egypte. Die uittocht kwam niet vanzelf. Farao moest worden bewogen Mozes (ca.1392 BC - ca.1272 BC) en de zijnen te laten gaan. Dat gebeurde met Gods hulp, volgens de Bijbel, Exodus 7:14 ev. Een voor een dompelden de tien achtereenvolgende plagen de Farao en het hele land in ellende. Na elke plaag liet Farao het Volk bijna gaan, maar dan 'verhardde zijn hart' en was er weer een volgende plaag nodig om hem van zijn stuk te brengen. De plagen waren achtereenvolgens: 1. Water van de Nijl dat in bloed veranderde. 2. Kikkers die bij duizenden het land overstroomden. 3. Luizen op mensen en dieren. 4. Vliegen

5. Veeziekte 6. Zweren op mensen en dieren 7. Hagel, donder en regen 8. Sprinkhanen die de oogst vernietigden 9. Duisternis 10. De dood van alle eerstgeborenen Dat laatste gaf de doorslag. (Ex 12: 1-30) We kunnen de 10 plagen afdoen als een mooi verhaal met een moraal: ga niet tegen God in, want je legt het altijd af. Je kunt de plagen ook zien als natuurlijke gebeurtenissen. In de bijbel lijkt het of ze vlak na elkaar het land troffen, maar dat is net zoiets als de Schepping: die heeft zich ook niet in 6 dagen voltrokken. De Bijbel comprimeert, omwille van de impact van het verhaal. Bijbelse verhalen zijn geen wetenschap. Op internet vond ik een interessante uitleg. Er zijn aanwijzingen dat er een dramatische klimaatsverandering is geweest tijdens de laatste jaren van de regering van Ramses II.(1279 BC -1213 BC), de Farao waarvan wordt aangenomen dat hij degene was die de

Page 40: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XL

Israëlieten uiteindelijk liet gaan. Het grootste deel van zijn regering was het klimaat vochtig en vruchtbaar, maar dat sloeg plotseling om: het land droogde uit, met desastreuze consequenties. Men heeft dat kunnen nagaan door radioactiviteit te meten in stalagmieten in Egyptische grotten. Wetenschappers geloven dat de droogte aanleiding was tot de eerste plaag: de Nijl droogde op, en het warme modderige water werd een perfecte plek voor de ontwikkeling van rode giftige algen (Oscillatoria rubescens), vandaar het 'bloed'. De volgende plaag, de kikkers, kan een direct gevolg geweest zijn van de waterstand. Kikkervisjes hebben hun eigen levenscyclus, maar die kan in tijden van stress versneld worden. In het water van de Nijl viel niet meer te leven, dus zochten ze naar andere wateren. Vergeefs. Massale sterfte van de kikkers betekende veel voedsel voor vliegen, en muggen en andere insecten waren van de kikkers verlost. (hier zie ik een klein probleem: muggenlarven hebben schoon stilstaand water nodig om zich te ontwikkelen, en die zouden dus ook zijn gestorven) Al die insecten, zeggen de wetenschappers, kunnen veeziekten hebben veroorzaakt. Misschien waren het ook de algen in het drinkwater die de koeien en de mensen ziek maakten, of er brak malaria uit. De hoofdstad van Egypte was in die tijd Pi-Rameses in de Nijldelta 3.000 jaar geleden werd die stad plotseling ontvolkt. Men vermoed dat dat door een uitbraak van de pest was. Misschien had dat ook met elkaar te maken. Het blijft gissen. Een volgende onzekerheid is de oorzaak van de 7de, 8ste en 9de plaag. Thera (nu Santorini), een Grieks eiland dat bestaat uit een vulkaan, vloog de lucht in rond 3.500 jaar geleden. Het was een van de meest ingrijpende vulkaanuitbarstingen die er sinds mensenheugenis ooit zijn geweest, en zo'n uitbarsting is niet een eenmalig gebeuren, maar een natuurramp met enorme gevolgen op lange termijn. Miljoenen tonnen vulkanische as komen hoog in de atmosfeer terecht en verduisteren de zon voor jaren. Alles wat naar beneden komt is misschien vergeleken met sprinkhanen, omdat al het groen er aan dood ging. Als fotosynthese onmogelijk is, sterft alle plantengroei. Alleen, in tegenstelling tot bij een sprinkhanenplaag, is er geen herstel.

Aan de andere kant: sprinkhanenplagen zijn hele normale gebeurtenissen in Noord Afrika en het Midden Oosten, dus misschien zijn de sprinkhanen gewoon geweest wat er in de Bijbel staat. De daling van temperatuur en de veranderde weersomstandigheden kunnen regen, hagel en heftig onweer veroorzaakt hebben. Tenslotte zijn er die de dood van de eerstgeborenen ook al aan een hypothetisch ongeluk wijten: de oudste zonen hadden de eerste keus bij mogelijk vergiftigd voedsel. Maar ook de dieren verloren hun oudste exemplaren. Hoe verklaar je dat dan? Of je neemt iets letterlijk of je doet dat niet. Het is het een of het ander. Al met al is dit verhaal vol 'mitsen en maren' , want de uitbarsting van de Santorini vulkaan bijvoorbeeld is met

koolstofdatering uitgekomen op 1600 BC of nog iets eerder. Dat was dus lang voor Mozes. De as is wel op Egypte neergekomen; zo'n wolk kan de halve wereld rondgaan. Al met al, als je er aan begint om zo'n verhaal 'logisch' te verklaren raak je erin vast. Al snel wordt er creatief met feiten en data omgesprongen, en werkelijke aanwijzingen, in de vorm van papyri of beschrijvingen in tempels van al deze gebeurtenissen zijn er niet. Dat zou ons op z'n minst aan het denken moeten zetten. Het mooiste vind ik dan een professor Robert Miller, een theoloog, die zegt: "Het probleem met naturalistische verklaringen is dat ze de plank misslaan. Het hele punt was dat de Israëlieten door Gods hand uit Egypte zijn verlost, en niet door natuurlijke gebeurtenissen." Zou die professor nou zo dom zijn? Maar dan - soms regenen er kikkers uit de lucht. En 'bloed'. En komt er hagel en bliksem uit een tevoren kraakheldere hemel. En komen er plotselinge wolken op die totale duisternis veroorzaken. Ik bedoel maar: met elke 'verklaring' van dit veelzeggende verhaal kunnen we er compleet naast zitten. Misschien waren het toch gewoon wonderen. Of niet. Of toch.

Page 41: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLI

26. ZE ZAGEN ZE VLIEGEN In een vliegtuig zitten is een manier om het luchtruim te kiezen. Een van de vele, collectief of persoonlijk. Zo worden er proeven genomen met een soort apparaat als bij Astrid Lindgrens 'Karlsson van het dak' ►dat men achter op de rug bindt, met een straalmotortje i.p.v. een propeller.. Motor aan en hup, omhoog. Naar ik heb begrepen is de besturing niet helemaal makkelijk, maar wie weet kunnen we elkaar over een paar jaar in volle vlucht de hand drukken en krijgen huizen een dakdeur waardoor het bezoek wordt binnengelaten. Ook al is elektronica niet meer weg te denken, sinds Icarus' ambitieuze vlucht speelt door ons hoofd het gemis aan vleugels, en sinds Leonardo da Vinci zijn velen bezig geweest dat gemis goed te maken met een paar kunstmatige vleugels, van veren of een andere bedekking. Onlangs verscheen er een stuk op internet van een plastisch chirurg die serieus had bedacht dat vleugels misschien operatief aangemeten zouden kunnen worden. Daar zou men dan wel wat menselijke functies

voor moeten inleveren, de handfunctie bijvoorbeeld, maar men kreeg er ook wat voor terug. Maar over al deze dingen gaat het hier niet. Het gaat hier niet zozeer over mensen en hun (on)mogelijke vindingen, maar over waarnemingen van bizarre mensachtigen...in de lucht. Mensachtigen waarvoor we onze dakdeur gegarandeerd gesloten willen houden. Tenzij het een engel is, natuurlijk. Niet dat ze iets van deze tijd alleen zijn. B.M. Nunnelly schrijft in zijn dikke boek 'The Inhumanoids': "Waarnemingen van Unidentified Flying Inhumanoids, of UFI's, zijn van over de hele wereld gerapporteerd, al duizenden jaren." Neem nou die witte figuur die boven Voltana, Spanje door 240 getuigen werd waargenomen. Ze vloog tegen de wind in, maar had geen zichtbare vleugels. Iemand hoorde haar zingen. Of die uit 1915, Cabeco, Portugal, waar vier meisjes een figuur in de lucht zagen vliegen die gemaakt leek van sneeuw. Andere getuigen noemden de 'engel' als gemaakt van kristal. Hij/zij werd meerdere malen waargenomen. In de 50er jaren werden er verschillende gezien. Een Amerikaanse soldaat in Japan zag er een in 1952, en hij deed wat soldaten doen: hij schoot erop. Dat had gelukkig geen effect. Het zelfde luchtfenomeen was een jaar eerder ook gerapporteerd. In 1969 rapporteerden drie mariniers in Da Nang, Vietnam dat er een naakte zwarte vrouw door de lucht vloog. De vrouw straalde een groenig licht uit Meer recent: In 1990 zag Federico Rojo Feria, een Chileense zakenman, vanuit het raam van de 19de verdieping van zijn kantoor in Santiago een vliegende figuur. Twee van zijn medewerkers zagen het ook. De vliegende entiteit passeerde op enkele meters van hun raam, op weg naar blauwe verten. Zijn vleugels waren volgens de

beschrijving die van een gigantische vogel, en het was niet duidelijk of hij ook armen bezat. De getuigen waren na dit voorval getraumatiseerd, en een van hen weigerde er ooit nog over te spreken. Santiago heeft meer zulke voorvallen gekend in de 90er jaren. Een journalist zag een vliegend wezen in een boom en ook anderen zagen ze vliegen. In 1991 werd er een lichtgevende vlieger gesignaleerd boven Loch Raven, Maryland. De mysterieuze figuur veranderde volgens de getuige in een orb toen hij boven haar hoofd vloog. Hm. Niemand rapporteerde een bezemsteel.

Maar dat het allemaal (en nog veel meer) geen onzin is bewijzen de vele filmpjes op YouTube. Over nummer één van het 'flying humanoid pantheon', Mothman, hebben we het een andere keer, hier of elders.

Page 42: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLII

27. VERZONNEN Er zijn mensen die er alles aan doen om in de publiciteit te komen, soms ten koste van mensen die proberen gedegen onderzoek te doen. Het percentage grappenmakers dat de draak steekt met mensen die uitkijken naar UFO's is de laatste jaren explosief toegenomen, net als de mensen die infiltreren in ghosthunter groepen, en op een strategisch moment 'boe' roepen. Of iets van dien aard. Het is de laatste jaren steeds makkelijker geworden om fake foto's op internet te zetten, en met spanning af te wachten wie erin zal trappen. Dat is soms grappig, maar meestal niet. Want met iedere 'grap' zijn er anderen die diep gekwetst worden en hun zelfvertrouwen verliezen, als blijkt dat ze, soms jarenlang, bedonderd zijn. Sceptics, of liever debunkers, halen hun ego uit het verpesten, ruïneren of verdacht maken van andermans onderzoek. Dat zegt veel over iemands karakter. Miezerige karakters zijn er altijd geweest, maar in paranormale gevallen belemmert het de werkelijke, en broodnodige voortgang. In augustus 2012 werd iemand op een Amerikaanse weg doodgereden toen hij in een apenpak voor Bigfoot wilde spelen. In het donker had men hem niet gezien. Gelukkig maar dat dat een echte Bigfoot niet zal overkomen.

Er zijn ook mensen die menen dat ze de verantwoordelijkheid voor een bepaald verschijnsel op zich moeten nemen. Zo hadden we in 1978 de heren Dave en Doug, die voor de camera beweerden dat zij heel zuid Engeland van graancirkels voorzagen. Toen ze het bewijs moesten leveren bleken hun cirkels eerder kleuterwerk dan een kunst te wezen. Maar het doel was bereikt: men wist nu hoe het zat, en de media hebben vanaf dat moment geen aandacht meer aan het lastige verschijnsel besteed. Al een jaar eerder had de Daily Mirro een zekere Fred aan het woord gelaten, die beweerde het verschijnsel te hebben uitgevonden in 1953. En na Dave en Doug was er een 'Merlin the Magician' die zichzelf ervoor op de borst sloeg. Je kunt het altijd proberen.

Hiernaast een bericht uit de Friese Koerier van 22-3 1959, dat voor zichzelf spreekt. Deze debiele Italiaan had blijkbaar aandacht nodig, niet wetend dat er lang voor 1933 waarnemingen zijn geweest en er een eeuwenlange traditie is in Schotland rond het bestaan van 'Kelpies' of Waterpaarden in het Loch en in andere wateren. Mede dankzij de waarneming van Mr en Mrs Mackay op 14 april 1933 die in de Inverness Courier verscheen, en gevolgd werd door een serie artikelen over het 'monster' , werd het dier een jaar later 'Nessie' gedoopt. Daarmee was het moderne Nessie tijdperk een feit. Meneer Gasparini had zijn huiswerk niet gedaan, en kon aansluiten bij de lange rij van arrogante egotrippers. Gelukkig maar dat de waarnemingen zich daar niets van aantrekken.

Page 43: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLIII

28. NESSIE EN OMAND

Een ander, meer recent verhaal dan dat van St Columba ( nr 3) over de relatie

tussen het geloof en het monster vinden we in een boek over de Schotse dominee Dr. Donald Omand, 'Exorcist Extraordinairy'. Omand, van professie exorcist en van afkomst een Schot met paranormale gaven, zag helder en voelde de dingen beter aan dan menig ander dienaar van de kerk. Zelf had hij twee ontmoetingen met monsters: een in Loch Duich in Schotland, en de tweede vanuit een boot varend op een fjord in Noorwegen. Die keer zag hij het onbestaanbare dier van dichtbij, en de schipper vertelde hem dat het 'evil' was, slecht, zich manifesterend voor sommigen die een bepaalde gevoeligheid hadden terwijl zulke monsters voor anderen verborgen blijven. Omand verdiepte zich in historische en imaginaire monsters en kwam tot de conclusie dat het hier ging om dieren die miljoenen jaren geleden waren uitgestorven, maar onder de juiste omstandigheden nog altijd zichtbaar waren, als een mysterieuze echo van wat eens was. Hetzelfde verschijnsel kennen we uit de parapsychologie: scènes en mensen, 'spoken' uit het verleden die hun imprint hebben nagelaten op een bepaalde plek, waar ze steeds opnieuw gezien of gehoord worden; een eindeloze en zinloze herhaling van telkens dezelfde handelingen. Het gebeurde in juni 1973 dat Donald Omand ► uiteindelijk besloot om het monster van Loch Ness uit te drijven. Hij had er goed over nagedacht. Omand was zeker niet een overijverige kerkdienaar die impulsief te werk ging. Wat hem tot die stap bracht waren de vrij unanieme ervaringen van mensen die met een monster hier of daar in aanraking waren geweest: ze deugen niet. Niet omdat ze mensen aanvallen, maar omdat ze Kwaad verspreiden door de karakters van mensen aan te tasten. Waar of niet waar is hier niet het punt, het gaat om de ervaring. Voor Omand, die zich specialiseerde in exorcisme van plaatsen, voorwerpen en circusdieren, gaf die ervaring uiteindelijk de doorslag. En het was het Kwaad dat hij wilde uitdrijven, niet het monster zelf. Met een plaatselijke priester werkte Omand een plan uit. Zowel langs als op het water zouden uitdrijvingsceremo- niën worden verricht. Gezien de lengte van Loch Ness geen geringe opgave. Omand was dan ook uitgeput toen de laatste bezwerende woorden waren verklonken, en moest naar zijn caravan gedragen worden. Zoals ook Omands bedoeling was: Nessie wordt nog steeds gezien.

Sterker nog, er is al een voorziening getroffen voor zijn/haar botten mocht het dier ooit boven water komen. In Psychic News van 10 oktober 2009 lezen we over een niet nader gelocaliseerd natuurmuseum waar men de rechten op die publiekstrekkende resten heeft zeker gesteld. Hetzelfde voor de Yeti/Yowi/Bigfoot/Sasquash of hoe dat dier(?) in verschillende culturen mag heten. Men kan hier spreken van een vooruitziende blik, want de kans dat men deze wezens vangt of dood aantreft is behoorlijk minimaal. Maar voor het geval dat, heeft het museum Nessie alvast in z'n tuin gezet. ◄ Maar dit terzijde. Wie zich verdiept in monsters komt er langzaamaan achter

hoe complex het fenomeen is, of het nu om Nessie of om andere wezens gaat die eigenlijk niet, of niet meer, op deze wereld thuishoren. Het zou te ver voeren om daar veel dieper op in te gaan, maar omdat we het over Nessie hebben:

LOCH NESS Donald Omand zei het al en ook Sint Columba had het in de gaten: er is meer aan de hand in Loch Ness. Mijn zoon was enige jaren geleden in Schotland met een vriend, en wandelend langs het Loch stak een zwarte panter het pad over. Volgens mijn zoon. Zijn vriend had een andere herinnering: ze hadden de panter een veld zien oversteken. Afgezien van het feit dat panters (in het jargon ABC's, of Anomalous Black Cats) niet in Engeland thuishoren maar er toch talloze gezien worden, gaat het hier meer om het verschil in herinnering. Je ziet niet elke dag een panter in het wild, dus je zou zeggen dat je de details wel zou onthouden.

Page 44: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLIV

Ik mailde Richard Freeman, een Brit die alles bijhoudt wat met Loch Ness te maken heeft om er t.z.t. een boek over te schrijven. Hij schreef terug dat juist zulke tegengestelde verklaringen typerend zijn voor wat zich rond het Loch, en ook in verband met andere fenomenen afspeelt. In de parapsychologie en de mythologie heet dat 'The Trickster' , de bedrieger. Je denkt iets te hebben en het klopt niet. Mensen die Nessie zien, en er zijn betrouwbare getuigen, zien steeds iets anders. De een ziet een plesiosaur die al miljoenen jaren is uitgestorven, de ander ziet iets wat het midden houdt tussen een nijlpaard en een schildpad, of er is sprake van de mythologische vormveranderende 'Ech Uisque' of 'kelpie', een waterpaard...men ziet hobbels, of men ziet ze niet, men ziet grote ogen of juist helemaal geen ogen. Sommige Nessies hebben horens, anderen een kaal hoofd. Die verhalen zijn niet door de media-aandacht ontstaan. In de Inverness Courier staan verslagen uit het begin van de 19de eeuw, toen het Loch al even vreemd was. Het enige modernere constante is dat men altijd 'vergeet' foto's te maken, zelfs mensen die dag en nacht de wacht houden bij het Loch. En als men er aan denkt, dan zijn de batterijen onverklaarbaar leeggelopen. Vaste filmcamera's die het Loch vanaf de kasteelruïne Urquhart ▲ in de gaten houden staan altijd precies gericht op waar Nessie zich niet vertoont. Als u ooit bij Loch Ness geweest bent ziet u het allemaal voor u. Loch Ness. Plaats van vreemde ervaringen. Wat wordt er behalve vele versies van Nessie nog meer gezien? UFO's, bijvoorbeeld. Orbs. Bolbliksems. Men in Black, als u dat wat zegt: onderzoekers hebben bezoek gekregen van on-aardse griezels die over de hele wereld opduiken in verband met onverklaarbare verschijnselen, met name UFO's maar ook andere fenomenen. De ABC's, waar we het al over hadden. Fairies en gnomen en andere schepsels waar alleen de romantici onder ons nog in geloven. Maar ze zijn gezien, door mensen die er helemáál niet in geloven. In september 1978 stond Pete Smithson oog in oog met een fantoom soldaat die in zijn vliegkleding, compleet met parachute, op hem af wankelde. Niet precies wat je bij Loch Ness verwacht. De soldaat vervaagde en verdween. Bij navraag bleek dat er in 1940 een vliegtuig in het Loch was gestort, waarbij de bemanning zich had weten te redden, op één na.... ALEISTER CROWLEY Er is veel gespeculeerd of het feit dat Aleister Crowley (1875-1947), de infame magiër die Boleskine House aan de zuidzijde van Loch Ness voor enige jaren bewoonde en er zijn zwarte magie bedreef, iets te maken heeft met de sinistere sfeer die rond het Loch hangt. Maar Crowley ging er precies wonen omdat er al veel was misgegaan in Boleskine house, dat tegenover een begraafplaats ligt en waar de overlevering wil dat er heksenrituelen werden gehouden. Op de plek van Bolskine house stond ooit een kerk die tot de grond afbrandde...met de gemeente erin. Alle voorwaarden dus voor een spookverhaal of wat. Misschien was Donald Omand goed bezig toen hij het Loch exorceerde, want het ziet er naar uit dat er wel wat rondwaart. Sommige serieuze onderzoekers kregen het er zo benauwd dat ze er nooit meer teruggekomen zijn. Anderen schreven boeken over hun ervaringen. Mensen die van mysteries houden blijven ze schrijven en lezen. Toeristen stromen toe en blijven hopen op die ene glimp van Nessie. Bedriegers maken er weer een potje van en fotoshoppen Nessies in elkaar. Internet staat er vol mee. Maar tot nu toe heeft niemand, helemaal niemand het laatste woord erover gezegd. Hier ►een gefotoshopte impressie van Loch Ness, met UFO's, bij gebrek aan monsters.

Page 45: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLV

29. MISSING - EEN AKELIG RAADSEL Nee, dit gaat niet over de gelijknamige televisieserie, maar wel over vermiste personen. In Amerika. Waar veel wildernis is, en veel mensen, met of zonder hun kinderen, de natuur intrekken. Amerika is een groot land, en een deel van de bevolking woont afgelegen, in vaak kleine landelijke gemeenschappen waar mensen elkaar nog kennen. In zo'n uitgestrekt land is het niet bijzonder nieuws als een kind verdwaalt of wordt gekidnapt, of een vermoord persoon wordt teruggevonden. Daar kijkt niemand van op. Accidents happen. Maar dan blijkt ineens dat er aan grote aantallen verdwijningen meer vastzit dan een incidentele vermelding in een Amerikaanse krant doet vermoeden. Onlangs kwamen er twee boeken uit van een politierechercheur die journalist is

geworden: David Paulides.▲ Beide boeken, 'MISSING 411' schafte ik aan. In het ene boek worden gevallen in het westen van de USA en in Canada beschreven, in het andere het oostelijk deel van de USA. Veel van de beschreven gevallen heeft Paulides zelf onderzocht. Andere heeft hij getraceerd in politierapporten, rapporten van de Nationale Parken, archieven en krantenartikelen. Zijn onderzoek gaat terug tot de 19de eeuw. Er is iets vreemds aan de hand. De verdwijningen hebben in de meeste gevallen een aantal kenmerken die ze onderscheidt van de jaarlijks duizenden verdwijningen die te maken hebben met misdaad, zelfmoord, kidnapping of mensen die om allerlei redenen zelf kiezen voor verdwijnen in de anonimiteit. Die dingen gebeuren in de regel in een stedelijke omgeving. Paulides onderzocht alleen gevallen van volwassenen en kinderen die in de Nationale parken of daar in de buurt plotseling verdwenen. En dan blijkt dat ondanks de enorme wekenlange inzet van familie en vrienden, politie, park rangers, plaatselijke bevolking, speurhonden en soms zelfs het leger , de vermiste in veel gevallen spoorloos is en blijft. Soms worden ze teruggevonden, nog levend, gedesoriënteerd en ondervoed, en in dat geval worden ze afgevoerd naar een ziekenhuis. Soms loopt het minder goed af: men vind iemand dood terug, in veel gevallen naakt, maar van de kleren geen spoor. Ook levenden hebben soms geen kleren meer aan. Wat beweegt iemand om zich totaal uit te kleden, vaak in de winter? Bij zoveel gevallen van verdwijningen is het belangrijk om de wetmatigheden te onderzoeken. Er zijn patronen die zich alleen openbaren als er gelet wordt op 'bijkomstigheden'. Zo ontdekte Paulides dat de jonge kinderen vaak worden teruggevonden op afstanden die ze onmogelijk op eigen kracht gelopen kunnen hebben. Het gaat dan om kinderen van 2,3, of 4 jaar. In de meeste gevallen is die omgeving tevoren al minutieus uitgekamd, en had men het kind dus zeker moeten vinden. Waar kwam het kind vandaan? 'Het lijkt wel of het uit de lucht is gevallen', merkt Paulides ergens op. Vaak zijn er honden in het spel: een kind volgt zijn hond die ineens om onbekende redenen het bos in rent, en vervolgens verdwijnt het kind spoorloos, terwijl de hond soms terugkomt, en in een enkel geval de politie naar het nog levende kind kan leiden. De getrainde speurhonden, meestal bloedhonden die in vrijwel alle gevallen worden ingezet blijken altijd nutteloos. Ze volgen een tijdje het spoor, en staan dan stil, willen niet meer verder, of zijn het spoor bijster. In opmerkelijk veel gevallen barst er een noodweer los direct na de verdwijning. Dat is op z'n minst vreemd, en ook lastig, omdat verse sporen daardoor worden uitgewist. De meeste verdwijningen gebeuren tussen 14.00 en 17.00 uur In diverse gevallen zijn teruggevonden mensen droog, ondanks het noodweer. Bessenstruiken spelen vaak een rol: kinderen worden vermist terwijl ze eropuit gingen om bessen te plukken, anderen worden bessenetend teruggevonden, of dood of levend in de bessenstruiken. Ook het gedrag van parkwachters en FBI is niet overal even consistent en doorzichtig.

Page 46: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLVI

Om een indruk te geven hier een van de vele verhalen van een kind dat nooit terug werd gevonden, ondanks de enorme omvang van de zoekaktie.

Dennis Lloyd Martin, 6 jaar was op vakantie met zijn vader, grootvader en broertje van 9 op 14 juni 1969 in Great Smoky Mountains National Park. Hij verdween rond 16.30 terwijl hij verstoppertje speelde met zijn broer en twee andere kinderen. Het laatst was hij gezien op nog geen 20 meter van zijn vader. Toen William Martin Dennis al een paar minuten niet gezien had en hem riep, was er geen antwoord. Hij alarmeerde de politie. Binnen enkele uren kamde een leger aan vrijwilligers en politie de omgeving uit. Om 20.30 brak er een noodweer los, en de regen hield 14 dagen aan. Desondanks werd de zoekactie voortgezet, op een ongekend grote schaal waarbij zelfs padvinders en 'special forces' werden ingezet. Honderden mensen zochten de omgeving af. Op 21 juni waren dat er 1400.

Op diezelfde dag was Harold Key met zijn zoon een km of 10 verderop ook aan het hiken in de bergen van het park. Aan een parkranger hadden ze gevraagd waar beren zaten, want de zoon wilde er graag een zien. Dat gebeurde, dacht hij, maar de beer die ze in de verte zagen liep op twee benen en had 'iets' over zijn schouder. Bovendien had het tweetal een 'enormous, sickening scream' gehoord, die ze niet konden thuisbrengen. Dat alles speelde zich af enkele uren na de verdwijning van Dennis Martin, een voorval waar de Key familie natuurlijk niets van wist. Het was dan ook pas de volgende dag, na het lezen van een krantenbericht over de verdwijning dat Harold Key de FBI vertelde over de 'beer' en de schreeuw. Omdat de afstand tot waar Dennis was verdwenen onmogelijk groot was, werd op deze getuigenis verder geen actie ondernomen. Wel ging de FBI zich ermee bemoeien, maar de rapporten over hun bemoeienis verdwenen merkwaardig genoeg. De man die de leiding had van de FBI operatie die zich zonder communicatie met de andere partijen voltrok, Jim Rike, pleegde later zelfmoord. Op 17 juli werd Harold Sherman, een bekende helderziende ingeschakeld, maar ook dat leverde niets op. Sherman noemde de mogelijkheid dat de jongen in een grot verbleef. Grotten waren in het onderzoek niet meegenomen, of niet ontdekt. Paulides bezocht in het kader van zijn boek de vader van Dennis, en ook Dwight McCarter, een gepensioneerde parkwachter. Die dacht dat de schreeuw best van Dennis geweest kon zijn, maar hij wist wel beter. Hij noemde het bestaan van 'Wild men' , mensen die zich in de wildernis hadden teruggetrokken maar niemand kwaad deden. "Dat was de eerste en de laatste keer dat ik iemand iets hoorde zeggen over 'wild men' in de nationale parken, merkt Paulides op. Van Dennis Martin is, ondanks de groots opgezette wekenlange zoekactie, nooit een spoor teruggevonden, niet van hemzelf, nog van zijn kleren. Dennis was onder het oog van zijn familie verdwenen, in rook opgegaan. En hij is maar een van de vele overeenkomstige gevallen. De vragen die Paulides in het boek stelt zijn: Waarom doet de FBI zo geheimzinnig over wat ze onderzoekt? Waarom zijn niet alle dossiers van verdwijningen openbaar toegankelijk, en wordt er zelfs met kracht ontkend dat ze bestaan? Is er een cover-up om het publiek een gevoel van veiligheid te geven, door de vele verdwijningen in de doofpot te stoppen? Het zou veel financiële gevolgen hebben als het hiken in de Nationale Parken niet langer grote groepen mensen zou trekken. Is dat een reden om de waarheid te verzwijgen of zit er meer achter? Paulides heeft zich in het verleden intensief met Bigfoot opgehouden, en zelfs enkele jaren tussen Indianen geleefd om zich hun kennis eigen te maken en de overleveringen te onderzoeken. Hij is ervan overtuigd dat veel verdwijningen met Bigfoot te maken hebben, hoewel hij dat nergens met zoveel woorden zegt. De speurhonden die niet verder durven, de sporen die plotseling ophouden, het gedrag van honden die het bos inrennen of ze geroepen worden, de volwassenen en kinderen die totaal gedesoriënteerd worden teruggevonden en geen samenhangende reconstructie van het gebeurde weten te geven, dat, en nog veel meer, is vreemd genoeg om aan een meer ongewone verklaring te denken. Wie Bigfoot zegt, komt snel op het terrein van paranormale fenomenen. Bigfoot wordt ook vaak in verband gebracht met UFO's. Sporen van Bigfoot (of Sasquatch, of Yeti, of Yeren, of Yowie) verdwijnen soms plotseling, alsof ze zijn opgestegen. Onverklaarbare gebeurtenissen schijnen met deze primaten samen te hangen, en ze hebben een schreeuw die niemand die hem gehoord heeft ooit zal vergeten....

Page 47: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLVII

30. DE SHAMIR De menselijke fantasie is zonder limitaties. Wat een geluk. Zegt de joodse Midrash, de verhalende commentaren op de Bijbel, dat God in de schemering van de 6de scheppingsdag alle wonderen schiep. Daar had hij blijkbaar speciaal tijd voor genomen, want wonderen, daar moet je over nadenken. Hun gevolgen zijn niet zomaar ongedaan te maken. En dus schiep God in goed overleg met zichzelf o.a. de sprekende ezel van Balaam, de regenboog, het hemelse manna, de staf van Mozes, de letters van de Tien Geboden, ....en de Shamir. De Shamir was een buitengewoon dier.

Klein, dat wel. Niet groter dan een tarwekorrel. Iets om makkelijk kwijt te raken, zou je zeggen. Maar ondanks zijn formaat was de Shamir ongelofelijk sterk, in staat om iedere substantie op de aarde te kerven of te breken, zelfs diamant. Daarom was hij tijdens de 40 jaar door de woestijn ingezet om de stenen op het borstschild (de choshen) van Aaron ▲ te klieven. Ginzberg zegt in 'Legends of the Jews': "eerst werden met inkt de namen van de stammen op de stenen aangebracht, en toen werd de Shamir over de lijnen geleid om de letters in de stenen te graveren. Een wonderbaarlijke omstandigheid was dat er niets van de steen verloren ging." En, zegt Ginzberg: "de Shamir kon niet in een ijzeren pot worden opgesloten, noch in enig andere container, of hij zou eruit gebarsten zijn. De enige manier om hem vast te houden was hem te rollen in wollen stof en dat in een loden mand te doen, gevuld met tarwemeel. God had plannen met de Shamir, en gaf hem zolang aan de Hopoe vogel in het Paradijs in bewaring, die beloofde de worm met zijn leven te bewaken. Zo nu en dan werd de Shamir door de Hopoe vogel uit z'n loden omhulsel gelaten om een bergtop open te breken en groen te zaaien, in afwachting van het moment dat God de wurm weer nodig had.

Die tijd kwam toen Salomo al een tijd koning was en God hem beval een tempel in Jeruzalem te bouwen. "Mijn huis moet zonder de hulp van ijzer gebouwd worden", zei God, "want met ijzer worden wapens gemaakt en oorlogen gevoerd." "Maar hoe kan ik stenen klieven zonder ijzeren werktuigen" vroeg Salomo. "Met de Shamir!" riep God enthousiast, maar daarna zweeg Hij. Toen had Salomo een probleem. Hij liet z'n eerste minister Benaiah komen, en overlegde met hem hoe de Shamir in zijn bezit kon komen, aangezien de enige die dat wist Asmodeus was, de koning der Demonen, die niet bekend stond om zijn prettig karakter. Maar Salomo was zoals we weten ook de domste niet, en hij had een plan klaar om Asmodeus te bedriegen. En hier komen we dan op het

terrein van universele sprookjes, waarin Reuzen bedrogen worden door kleine mensjes. Het hele verhaal staat in Ellen Frankel's 'The Classic Tales' - 4.000 years of Jewish Lore. Als Asmodeus naar Salomo's paleis wordt gebracht onthult hij onder druk van Salomo's magische vermogens dat de Hopoe de Shamir bewaakt. Benaiah gaat hem zoeken, vindt zijn nest, gebruikt een list, en ontfutselt hem de Shamir. De Hopoe, ach erm, is zo in de war dat ze van een berg springt en zichzelf in zee verdrinkt. En hier zie ik dan toch weer een onachtzaamheidje van Godswege, want een vogel die zoveel jaren trouw een wurm heeft bewaakt in opdracht van God mag toch wel worden ingelicht als God die wurm nodig heeft. Hoe dan ook: de Shamir is in het bezit van Salomo, die onmiddellijk aanvangt met het bouwen van de Tempel. Overuren voor de Shamir. Toen de tempel klaar was ging de Shamir er vandoor, en niemand heeft hem ooit nog gezien. Nog iets anders is interessant, al heeft dat niets met de Shamir te maken: In de Pesikta Rabbati 6, 28a (een van de vele Rabbijnse geschriften, uit de 9de eeuw) staat dat de stenen van de tempel uit zichzelf bewogen: ze rezen op en plaatsten zichzelf in de muur in aanbouw. Dat is wonderlijk, want als dat verhaal op waarheid berust dan vindt het z'n evenknie in de overlevering dat de piramiden, de steencirkels, en Tibetaanse tempels op die manier zijn gebouwd. En wat voor geheim schuilt er achter de Shamir? Was hij een dier, of eerder een stuk geavanceerd gereedschap? Iets radioactiefs, omdat hij in lood moest worden bewaard? We weten het niet. Uitdagende vragen en weinig antwoorden.

Page 48: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLVIII

DE CRYPTIDS VAN IJSLAND.....OP POSTZEGELS

Page 49: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

XLIX

31. MEERMINNEN in JAPAN Niet lang geleden stond er een bericht in de krant dat er een 'meerminnetje' was geboren: een kind waarvan de benen door een foutje in de blauwdruk aan elkaar waren gegroeid. Gelukkig konden van haar 'vissenstaart' twee benen worden gemaakt, zoals dat hoort bij mensen. Mede door de Disney versie van het beroemde sprookje van Andersen ► is de oeroude min onze populaire cultuur weer binnengezwommen. Maar over de sprookjes-meermin wil ik het niet hebben.

Toevallig vond ik in het Amerikaanse tijdschrift FATE uit 2004 een inter- essant verhaal over meerminnen in Japan. De schrijver Michael Souza, een in Korea wonende Amerikaan, had enige malen een kleine tempel bezocht in het stadje Fukuoka, niet ver van Nagasaki. ◄ De kleine onopvallende tempel, ingeklemd tussen hoge flats, bevat een kist met botten van een meermin die, volgens het bord bij de tempelingang, in het jaar 1222 per ongeluk door vissers was gevangen en daardoor gewond was geraakt. De vissers brachten de meermin naar de tempel, toen nog een simpele schrijn, en daar was ze gestorven. Ze begroeven haar ter plekke en noemden de schrijn Ryuguji: 'tempel van de zee-god'.

Meestal is het tempeltje gesloten, maar een paar keer per jaar gaat het open en wordt de kist met enkele beenderen ◄ tentoongesteld. Bij die gelegenheden stromen de mensen toe; Japanners, geen buitenlandse toeristen. De wanden van de tempel zijn dan versierd met tekeningen van kinderen, maar ook originele kunstwerken van hoge ouderdom waarop de Japanse zeemeermin, Ningyo, staat afgebeeld. ▼ Bij een volgend bezoek kwam de schrijver opnieuw bij de tempel terecht, geïntrigeerd door het bijzondere karakter van het onop- vallende gebouwtje. Deze keer was de tempel gesloten, maar Souza raakte in gesprek met een oude man die zich voorstelde als Saburo Nakamura.

Enigszins verbijsterd luisterde Souza naar het verhaal van de bejaarde Japanner, die hem vertelde dat hij zelf, toen hij als jongeman in de wate- ren tussen Japan en Korea op een vissersboot voer, verschillende malen meerminnen had gezien. "Kan het niet een vreemde vis zijn geweest?" vroeg Souza. Nakamara was beledigd. "Als jij een hond en een konijn ziet op 10 meter afstand, ken je die dan niet uit elkaar?" Jaren geleden was Fukuoka een klein vissersdorp waar de mensen van jongs af vertrouwd waren met al het leven dat in de zee voorkwam. De oude man vertelde dat de meerminnen niet het uiterlijk hadden van de Westerse variant: half vrouw half vis. Ze waren, zei hij, niet veel langer dan een meter, en hun gezicht leek meer op dat van een schaap dan van een mens. Het enige wat hen op mensen deed lijken waren hun volledig ontwikkelde armen en handen. Volgens Nakamura waren ze haarloos, en maakten ze fluitende geluiden, als vogels. Er was geen sprake van een staart of vinnen, maar van twee 'benen'. Daar konden ze niet op staan, en bij het zwemmen hielden ze die tegen elkaar aangeklemd zodat het op en staart leek.

De Ningyo waren rossig van kleur. "Worden er nog steeds meerminnen gezien?", vroeg Souza. "Jawel", zei Nakamura, "maar ze blijven tegenwoordig uit de buurt van grote boten. Die maken teveel lawaai en ze stinken. Maar in de omgeving van de kleine eilanden tussen Japan en Korea worden ze door vissers soms nog waargenomen." Toen Souza en Nakamura uit elkaar gingen had de Amerikaan heel wat om over na te denken. Japan, met z'n honderden eilanden en vertrouwdheid met de zee, kent een rijke meermin-traditie in legenden en volksverhalen. In de 18de en 19de eeuw werden in Edo (nu Tokyo) 'sideshows' gehouden, een soort kermis met acrobaten, dieren en attracties van levende, liefst afwijkende wezens en een hoop bedrog.

Daar ontbrak ook nooit de Ningyo, de meermin. Die shows waren immens populair, ▲ net als die in Amerika. Meerminnen werden gefabriceerd, in de regel van vissen in combinatie met een apelijf en kop. De beroemdste zo tentoongestelde 'meermin' was de FeeJee Mermaid, die een deel was van de show van Barnum en Bailey, en in 1810 door een Japanse visser was gefabriceerd. Er zijn er nog enkele mummies die in Japanse tempels worden bewaard. Dat de kunst van het maken van meerminnen oud is bewijst een mummie van 1.70 lang, die 1400 jaar geleden werd gemaakt, en nu in een Shintoklooster rust aan de voet van Mt. Fuji.

Page 50: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

L

32. WONDER In 'Gifts of Unknown Things' vertelt bioloog en auteur Lyall Watson (1939-2008) over een verschijnsel dat hij waarnam ergens in de wateren van Indonesië. Een mystieke ervaring waar hij geen wetenschappelijke verklaring voor had maar die hem diep aangreep. Omwille van de leesbaarheid is het fragment wat ingekort. "Veel zeelieden hebben waarnemingen gerapporteerd van enorme, lichtgevende roterende wielen, honderd meter in doorsnee, net onder de oppervlakte van de Indische Oceaan. De meest waarschijnlijk verklaring voor deze fenomenen is dat het een soort lichtgevend plankton is. Maar zelfs wanneer de oorzaak van de meeste min of meer verklaard is, blijven er toch verschijnselen die minder makkelijk te classificeren zijn. Dat zijn degenen die een meer compacte vorm hebben en die zich op een bewustere manier schijnen te bewegen. Thor Heyerdahl vertelt dat op een nacht in de Pacific de Kon-Tiki werd gevolgd door drie enorme lichtgevende lichamen, uren lang. Hij schatte

hun afmetingen groter dan die van de boot, die 15 meter lang was. Het licht dat ik zag was zeker twee maal zo groot als de kleine boot. We konden het van alle kanten zien, een zacht licht dat aan de randen uitdijde als een lichtgevende wolk. De vorm was ongeveer ovaal, als een inktvis, maar door de diepte van het water was het onmogelijk details te onderscheiden. De 'Little Flower'(de boot) bewoog langzaam mee met de stroom, parallel aan het rif. De bemanningsleden waren als de dood. Een rende heen en weer alsof hij een uitweg zocht, en een ander weigerde te kijken, ondertussen gebeden tot Allah reciterend. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik probeerde wanhopig om details te zien in de lichten, iets wat me houvast gaf met welk organisme we hier te maken hadden, zodat ik een gedegen beschrijving kon geven aan collega's. Maar er was niets. Ik herinnerde me m'n eigen ongeduld met de incomplete rapporten van anderen in dergelijke situaties en voor de eerste keer begreep ik het problematische van ooggetuige te zijn van iets heel ongewoons. Objectiviteit is prima, maar alleen als je dat wat je waarneemt kunt beschrijven in termen van gewicht en afmeting. Ik wist niets van de frequentie en de intensiteit van het licht dat ik zag, en ik kon geen accuraat verslag geven van de grootte, vorm, of gewicht, en ik had geen wetenschappelijke manier om achter de intelligentie of de bedoelingen te komen van wat ik zag. Als bioloog was ik hier een totale mislukking, maar als biologisch systeem functioneerde ik prima. Ik kan verslag doen van mijn contact met het licht dat totaal geen praktische waarde heeft in een academische setting, maar desondanks denk ik dat het contact betekenis had. Ik was niet bang. Er was een diep gevoel van uitverkoren zijn, een soort synthese van vereerd voelen en ontzag hebben, een ervaring die ik meestal associeer met de nabijheid van de grote walvissen. Een combinatie van ' Wat een geluk!' en 'Waarom ik?' Wij missen de instrumenten die nodig zijn voor het vastleggen van dergelijke stimuli en we schijnen de capaciteit kwijt te zijn geraakt om er een adequaat antwoord op te hebben. Misschien zouden we opnieuw geboren moeten worden, of in ieder geval een soort onschuld moeten hervinden, de ontvankelijkheid van onze kindertijd opnieuw moeten ontwikkelen zodat we zouden kunnen deelnemen in de ervaring en ermee gevuld worden, of geleegd,open voor wat er ook mag gebeuren. Ik begin te geloven dat er geen andere manier is om iets ten diepste te ervaren, of bepaalde kanten van de realiteit te verwoorden. Om er iets van te begrijpen moet je het gevoelsmatig beleefd hebben. Mijn beleving van dat licht was overweldigend. Het leefde, en ik ben ervan overtuigd dat het bewust was. Gedurende de tijd dat het wiel zich onder de boot bevond voelde ik een presentie, een innerlijke zekerheid van leven, zoals je dat kunt hebben wanneer je wakker wordt in het donker en je weet zeker dat er iemand in de kamer aanwezig is. Ik voelde in het wezen een zekere mate van verbaasde herkenning, alsof je iemand die je allang kent van foto's voor de eerste keer persoonlijk ontmoet .Het duurde niet lang. Toen dat ongrijpbare contact was gelegd, trok het licht zich samen en schoot met een enorme snelheid terug in de duisternis van de diepte. We waren weer alleen - en ik voelde behoefte om te huilen."

Page 51: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LI

33. GLOBSTERS

In juli 1960 teisterde een storm de kusten van Tasmanië. Enkele weken later ontdekte Mr. Ben Fenton op een strand aan de westkust een hoop dierlijk materiaal van onbekende herkomst. Daarmee begon het tijdperk van de 'globster', een naam gegeven aan deze en dergelijke aanspoelingen door cryptozoöloog Ivan Sanderson. Je zou allicht verwachten dat bij een dergelijke vondst menig bioloog het volgende vliegtuig zou pakken om persoonlijk onderzoek te doen. Niets van dat alles. Het duurde nog tot 1962 voor de massa van 6 bij 5½m min of meer werd onderzocht.

Dat was niet makkelijk, want de globster was extreem taai en behaard. Kop nog staart aan te ontdekken. Het gewicht werd geschat op ergens tussen de 5 en 10 ton. Men kwam er niet uit. De conclusie moest dan ook wel zijn dat men met een nog onbekend zeemonster te maken had. De Tasmaanse globster was de eerste niet en ook zeker niet de laatste. In 1896 spoelde er een biologische massa aan op het strand van St. Augustine in Florida.► De monsters van het monster werden bewaard en in de loop van de 20ste eeuw vele malen onderzocht. Hoewel met op een gegeven moment dacht dat ze toch van een gigantische octopus waren, bleek het uiteindelijk walvisblubber. Daarvan zou je verwachten dat het makkelijker te identificeren zou zijn, maar blijkbaar niet. Wikipedia geeft een lijst van 23 globsters, die tot nu toe op verre kusten zijn aangespoeld. Nooit eens eentje in Zandvoort.

◄ Deze spoelde in 1997 aan op de 'Four Miles Beach, alweer in Tasmanië. Ook van deze globster werd vastgesteld dat het niets anders was dan een ontbindende walvissoort. Het ziet er onsmakelijk uit. Sinds de diagnose : WALVIS' is gesteld, is de nieuwsgierigheid afgenomen. De eens met een aureool van geheimzinnig - heid omgeven globster is

niets bijzonders meer. Men vindt ze blijkbaar overal, en je hoeft er je neus niet eens bij dicht te stoppen, want blijkbaar stinken ze niet. In 2003 werd deze ► gevonden op de Chileense kust. Whale blubber. Het zal wel. Maar als die troep aanspoelt en we lopen er, 'oh...'t is maar walvisvet' mompelend, achteloos langs, zou er dan niet een kans bestaan dat we een interessant zeemonster, een ware cryptoglob over het hoofd zien? Dat zou toch heel jammer wezen?

Page 52: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LII

34. THUNDERBIRD In mijn bezit is een kleine zandschildering van de Navajo Indianen, voorstellende een 'Thunderbird' . De Navajo zijn maar een van de Native Americans die de Thunderbird hanteren als een machtig symbool. Want de vogel is universeel, in hun cultuur. Daarom wordt hij op alle manieren afgebeeld: in houten totems, in zandschilderingen, als ornament en in sieraden. De Thunderbird staat voor Macht en Autoriteit, een vrije Spirit, en Transformatie. Daarbij is de Thunderbird een boodschapper naar goden en andere dimensies. Je kunt je zulke symboliek wel voorstellen. Grote vogels, met name roofvogels, roepen in hun natuurlijk milieu ook in ons een verlangen op naar ongelimiteerde vrijheid en kracht .Vogels zijn niet voor niets in veel culturen een symbool van de ziel en van het contact tussen hemel en aarde. In de Native American mythologie is de vogel verbonden met de Thunderstorm - de ongelimiteerde vernietigende kracht van de natuur. De Thunderbird kan stormen en donder veroorzaken door met z'n vleugels te slaan. De Thunderbird is in de Native American mythologie geworden tot de Schepper, onderhouder en vernietiger; de dominante kracht in de natuur. Hij wordt vertegenwoordigd door de Arend, de grootste en meest indrukwekkende vrije vogel van het continent, even ongrijpbaar als de mythologische Thunderbird. Veren van de arend in de hoofdtooi en in rituele kostuums van Shamanen verwijzen naar de Thunderbird en dienen om contact te maken met de 'otherworldly' natuurkrachten waarvan de arend de

aardse representatie is. Tot zover de Native American Thunderbird. Maar er is ook een andere 'Thunderbird' die in het kader van de Cryptozoölogie meer te pas komt. In zekere zin is die vogel veel mysterieuzer dan de mythe. Want hij hoort er eigenlijk niet te zijn.

Mark Hall begint zijn boekje met de toepasselijke titel 'Thunderbirds' met een voorval uit 2002, toen in zuidwest Alaska door inwoners van verschillende dorpen meerdere malen een vogel werd gezien met een vleugelwijdte van ruim 4 meter. De autoriteiten, nooit erg begiftigd met een soepele geest, wisten dat het een zeearend moest zijn, die nog geen 2,5 m vleugelwijdte heeft, en die, zou je zeggen, door de inheemse bevolking wel herkend zou zijn. Het vliegende monstrum werd ook gezien door een man die een Cessna vloog en de grootte van het dier dus kon vergelijken met de vleugels van zijn vliegtuig. Een massieve vogel. En hij had familie. Van tijd tot tijd zijn onbestaanbaar grote vogels in bijna alle staten van Amerika gezien.

Page 53: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LIII

Deze foto wordt verondersteld te zijn genomen in 1864 in de buurt van Vicksburg, tijdens de Civil War. Soldaten hadden het dier neergeschoten. Hij is geïdentificeerd als een Pteranodon, een lid van de familie van pterosauriërs, met een vleugel -spanwijdte van meer dan 6 meter. Aangezien deze vogels al zo'n 85 miljoen jaar is uitgestorven, is zijn verschijning op z'n minst opmerkelijk.

Waar of niet waar, het is niet het enige bericht dat lang uitgestorven (vliegende) reptielen nog onder ons zijn. Maar laten we het bij de 'gewone' vogels houden, die zijn al vreemd genoeg.....

Een gebeurtenis die veel publiciteit kreeg vond plaats in Illinois, in 1977. Drie jongens waren aan het begin van de avond in de achtertuin aan het spelen toen er twee enorme vogels naderden. De jongens renden verschillende kanten op, maar Marlon Lowe, 10 jaar oud, 30 kilo zwaar werd door een van de vogels de lucht ingetild. Marlon gilde om zijn moeder, die net op tijd het huis uitkwam om te zien hoe haar zoon 60cm van de grond een meter of 12 werd meegenomen. De jongen sloeg van zich af, en de vogel, misschien verschrikt door al het lawaai van kinderen en volwassenen liet Marlon los. Gelukkig hield hij er, behalve hevige schrik, gescheurde kleren en nachtmerries, geen letsel aan over. De vogels vlogen laag en 'gracefully' weg. Moeder Lowe schatte de vleugelwijdte op 2,5 tot 3m. Niemand geloofde het verhaal en het gezin werd afgemaakt in de pers. Tot meer mensen ontmoetingen met twee reusachtige roofvogels begonnen te melden, in dezelfde regio. Natuurlijk kwamen de deskundigen met hun 'uitleg' van het gebeurde, en dat varieerde van 'het kan niet gebeurd zijn' tot elke grote vogel die ze maar konden bedenken, ook al leefden die helemaal niet in Illinois, of had hun dieet tot nu toe uit insecten en muizen bestaan. 'Experts' hangen het credo aan: eerst zien, dan geloven. En zo hoeven ze nooit uit de leunstoel te komen, van waaruit het moeilijk waarnemen is. Hieronder een verwant berichtje uit Engeland. Maar er zijn er honderden. En niet alleen in Amerika of Europa. Je mag aannemen dat mensen die dichtbij de wildernis leven de soorten roofvogels uit hun omgeving kunnen

herkennen. Zeker omdat veel van die mensen ook regelmatig op jacht gaan in afgelegen gebieden. Wat betreft de pterodactyli - In Kenya doen hardnekkige rapporten van zulke dieren de ronde, en in Zambia kent men de zg Kongomato, die mensen zo nu en dan bedreigt. In Nieuw Guinea wordt al eeuwenlang melding gemaakt van de 'Ropen' , een vliegend reptiel met een vleugelwijdte van 6 meter. De Ropen heeft een grote broer, de Duah, die groeit tot 10 meter . Formidabele dieren. De leerachtige huid wordt steeds genoemd in de rapporten. Er zijn verschillende expedities geweest om de Ropen nader te onderzoeken, maar dat heeft nog geen concreet bewijs opgeleverd. Er is veel geschreven over de 'Thunderbird' en over zijn uitgestorven voorganger, want de waarnemingen zijn frequent en houden niet op. Behalve het hierboven genoemde boek van Mark A. Hall is er een boek van Ken Gerhard: Big Bird - Modern Sightings of Flying Monsters.

Page 54: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LIV

35. SHAPESHIFTERS

'Shapeshifters', of 'vormveranderaars' met een slecht Nederlands woord, zijn zoals het woord zegt wezens die een andere vorm aan kunnen nemen. Vanzelfsprekend behoren die tot de schimmige gebieden van de mythologie, zou je denken. Maar Shapeshifters komen in elke cultuur voor als een magisch fenomeen. In de Native American traditie heten ze 'skinwalkers', wezens op de grens van de tastbare werkelijkheid die meestal niets goeds in de zin hebben. Onze eigen cultuur kent talloze verhalen van heksen die zich in katten veranderen of in een ander dier, en weerwolven, misschien de meest bekende shapeshifter, zijn

universeel, en onderwerp van menige Hollywood productie. Shapeshifting gaat in de regel over van mens naar dier. Maar er zijn ook fenomenen waargenomen waarin een orb, een licht, verandert in 'iets uit een andere dimensie'. Dat is vele malen beschreven in de Spiritualistische literatuur: een lichtverschijnsel verandert in een materialisatie. helemaal of gedeeltelijk, van een geestverschijning, of begeleidt een materialisatie. Mediums stralen licht uit, en orbs dwarrelen door de kamer. Over lichten is het laatste woord nog niet gezegd. Orbs zijn geen modern verschijnsel, en niet alleen een bijproduct van de digitale fotografie. Orbs zijn er altijd geweest, en ze vinden hun oorsprong in zowel aardse als paranormale fenomenen. Steeds vaker lezen we verhalen over orbs die mensen volgen, en bewust gedrag vertonen. Zo zijn er orbs waargenomen die betrokken waren bij het maken van een graancirkel. Wat het zijn weten we niet. Het vermoeden bestaat dat sommige orbs de energievorm zijn van een levensvorm waarin ze zich onder bepaalde omstandigheden kunnen laten zien; een levensvorm die niet verenigbaar is met onze tastbare werkelijkheid.

In nr. 19 van deze verzameling ging het over de wolf die zich

manifesteerde op de Skinwalker Ranch in Utah. Een indrukwekkend verhaal. In het boek van Colm Kelleher en George Knapp, 'The Hunt for the Skinwalker' , komen de vreemdste dingen voor, waaronder lichten die niet te verklaren zijn. Kort geleden luisterde ik naar een Podcast over de Ranch, en hoe de verschijnselen daar nog steeds onverminderd doorgaan, ook al is het gebied zwaar bewaakt en niet meer toegankelijk voor onderzoekers zoals dat in de 90er jaren het geval was. In die radiouitzending vertelde een onderzoeker dat hij aan de grens van het gebied, samen met een collega, de wacht had gehouden. Op een gegeven moment zagen beide mannen een groepje voetbalgrote orbs naderen. Ze filmden het fenomeen allebei, met professionele apparatuur. Toen de lichten dichtbij waren zonderde een ervan zich af. Voor de ogen van de mannen veranderde de orb in een enorme wolf, die hen stond aan te staren, niet agressief, maar zeer aanwezig. De mannen gingen door met filmen. Het dier verdween, loste op, en de researchers wisten niet hoe snel ze hun filmmateriaal moesten gaan bekijken. Helaas, niet alleen was er van de hele gebeurtenis geen spoor vastgelegd, het was zelfs zo dat ook de tijd op het apparaat niet was geregistreerd. Alsof het nooit was gebeurd. Niets. Een kwartier lang waren ze blijkbaar in een andere dimensie geweest, waar filmen niet is toegestaan.

Page 55: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LV

36. SATORI

Ook in het Japanse geestenpantheon is een variatie van Bigfoot te vinden, die hier 'Satori' heet, een woord dat ook Verlichting betekent. Satori zijn bovennatuurlijke woudmensen die telepathisch opvangen wat wij denken. Ze horen bij de Yokai, de honderden verschillende wezens die niet van vlees en bloed zijn. Wat die telepathie betreft, dat maakt ze niet anders dan de meeste andere dieren. Interessant is wel dat er nogal wat mensen zijn die menen telepathisch contact met Sasquatch/ Bigfoot te hebben, en hen zelfs als 'leraar' van de mensheid zien.

Zie nr. 9 van deze verzameling.

In dat verband is het dan weer heel toevallig dat deze mythische figuren uit Japan 'Satori' heten. Overigens schijnt dat woord verwant te zijn aan 'satyr' , de woudfluiter op bokkenpoten. Over hun verdere leefwijze zijn de bronnen verdeeld: de ene zegt dat het gevoelige schepsels zijn die op de vlucht slaan als ze schrikken, de andere houdt ze voor menseneters. Maar Japanse bronnen houden het erop dat ze in de bergen leven en vreedzaam samenwerken met de mensen die op de berg aan het werk zijn. Hun kracht ligt in hun telepathisch vermogen, en iedereen die ze tegenkomen krijgt z'n eigen gedachten terug. Het veiligste is dus om gedachteloos te zijn als men een Satori ontmoet. De afmetingen zijn niet duidelijk, want niemand heeft ze ooit opgemeten.

Page 56: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LVI

37. DE PIASA

Toen de Franse ontdekkingsreiziger Father Jacques Marquette in 1673 met zijn collega Louis Jolliet de Mississippi afzakte, moet hij verbijsterd zijn geweest toen hij de Piasa - wiens naam in de taal van de Illini Indianen "Grote vogel die mensen verorbert" - of ' Vogel van de kwade Spirit' heet, hoog boven hun landingsplaats, waar de rivieren de Illinois en de Mississippi samenstromen, op een klip geschilderd zag, "zo groot als een kalf met horens als een hert, rode ogen, een baard als een tijger en een gezicht van een mens, het lichaam bedekt met groene, rode en zwarte schubben en een staart zo lang dat hij over het lichaam , over het hoofd en tussen de poten doorgaat." Aldus de beschrijving in Marquettes dagboek. De beide missionarissen maakten kennis met de legenden van de Piasa die 'over de grote wateren had gevlogen duizenden manen voor de blanke man kwam, toen de mastodon nog leefde...' Een van die legenden, opgeschreven in 1836 door John Russell gaat als volgt: "De machtige rivier stroomde langs het dorp van de Illini, helder en schoon, en de omringende wouden waren vol dieren. De machtige bomen beschermden de bevolking voor de stormen die uit het noorden kwamen. Hun dorp was een veilige plaats. Chief van de Illini was Watoga, die nu oud was maar zijn volk altijd was voorgegaan in vrede en welvaart. Toen, op een morgen, toen de zon omhoog klom in de wolkenloze hemel, kwam er grote angst over de Illini. Enkele jonge krijgers gingen vroeg op pad om te vissen, maar net toen ze de rivier op wilden gaan klonk er een schreeuw uit een andere wereld. Uit de westelijke hemel kwam een gigantisch vliegend monster, met een lichaam zo groot als een paard. Vlammen kwamen uit zijn neusgaten, en zijn staart was drie maal om zijn lichaam geslagen. Zijn enorme vleugels beukten de lucht zo hard dat de bomen bogen. Bijna voordat de jonge mannen het gevaar beseften kwam de vogel neer en nam een van hen mee in de vlucht. Vanaf dat moment werden de Illini geterroriseerd door dit ongelofelijke bloeddorstige monster, dat al gauw de Piasa werd genoemd. Iedere morgen en middag kwam hij met zijn bloedstollende kreten en donderende vleugelslagen verderf zaaien in het vreedzame dorp, want steeds vertrok hij met een nieuw slachtoffer. De Piasa leek onkwetsbaar in zijn geschubde wapenrusting, en men was ten einde raad.. Toen deed Chief Watoga een dringend beroep op de Grote Spirit. Een hele maand vastte en bad hij, en in een droom vond hij het antwoord: onder zijn vleugels was de Piasa kwetsbaar. Die nacht klom Watoga met 6 van zijn beste krijgers naar de top van de rotsen die over de rivier uitzag. De krijgers verborgen zich, maar hadden hun bogen gereed en hun pijlen vergiftigd. Alleen Watoga was zichtbaar, staande op de klip. Plotseling verbrak de schreeuw van de Piasa de stilte en het monster kwam in zicht. Met een verrukte kreet stortte hij zich op Chief Watoga, maar die hield zich stevig aan de plantengroei vast, zodat de Piasa telkens weer zijn vleugels uit moest slaan, en telkens door 6 vergiftigde pijlen werd getroffen, tot hij uiteindelijk in de rivier viel en werd meegesleurd in het kolkende water. Chief Watoga werd liefdevol verpleegd en genezen, en er was een groot feest in het kamp van de Illini. De vogel werd als een blijvende herinnering op de klip geschilderd, en telkens als er een Indiaan passeerde schoot hij een pijl naar de vogel, in erkenning van de heldendaad van Chief Watoga en de verlossing van de Piasa vogel."

Page 57: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LVII

38.CHINESE DRAKEN Wie aan draken denkt zal misschien eerder een Chinese draak

op z'n netvlies hebben dan een draak à la St Joris. Oosterse draken zijn zoveel gezelliger, kleurrijker en speelser

dan die maagdenetende monsters waar onze helden en heiligen zich mee maten.

Draken zijn diep verbonden met de Chinese cultuur. Ze worden geacht leven te geven en hun adem wordt 'sheng chi' genoemd, goddelijke energie. Ze zijn, in tegenstelling tot Westerse draken, welwillend en wijs, genereus en een zegen voor wie ze tegenkomt. En dat kan zomaar gebeuren, want Chinese draken zijn shapeshifters, en kunnen desgewenst andere vormen aannemen, waaronder die van een mens. Dat kan handig zijn, want hoe goedbedoelend een draak ook is, overweldigend is hij ook. Wang Fu, een wetenschapper uit de Han Dynastie, ( 206 BC - 220 AD) beschreef de

fysionomie van de draak tot in de details. Volgens hem hebben ze negen karakteristieken:

het hoofd van een kameel, de ogen van een demon, de oren van een koe, de horens van een

hert, de buik van een oester, de nek van een slang, de klauwen van een arend, de poten van een tijger en 117

schubben van een karper. En alsof al die details nog niet genoeg zijn vertelt Wang Fu ons dat van die 117 schubben er 81 Yang (positief) zijn en 36 Yin (negatief), want, zegt Karl Shuker in zijn boekje 'Dragons' : Chinese draken mogen dan goedmoedig zijn, hun invloed kan soms kwaadaardig zijn. Zelfs zijn stem is noch het een noch het ander, maar wordt vergeleken met het rammelen van koperen pannen. Kenmerkend voor de Chinese draak is dat hij geen vleugels heeft. Toch vliegt hij. Het schijnt dat hij een vliegblaas op de kop heeft, en de mannelijke draak heeft ook nog een grote, lichtgevende 'drakenparel' onder zijn kin, die verborgen is in een huidplooi. Daaraan ontleent hij zijn buitengewone wijsheid en bovennatuurlijke krachten.

Draken ondergaan een metamor -phose van ei tot volwassen draak, een proces dat 3000 jaar duurt. Men kan dus aannemen dat draken hun wijsheid langzaam verwerven. Al die stadia zijn in de Chinese mythologie gedetailleerd beschreven. Draken zijn lang niet allemaal gelijk. Er zijn maar liefst negen typen, die allemaal hun eigen taken hebben. Zo is er de 'Hemelse Draak' die over de andere draken heerst. De 'Spirit Draak' gaat over het weer. De 'Aarde Draak'gaat over de rivieren. Hij brengt de lente in de hemel en de herfst in de zee door. Dan is er de 'Onderwereld Draak', de bewaker van schatten die in de aarde rusten. Hij gaat ook over vulkanen. De Gehoornde Draak is een aparte ondersoort, die geacht wordt de

Page 58: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LVIII

machtigste te zijn. De Gevleugelde Draak, de enige die met vleugels is uitgerust, was de machtige dienaar van Keizer Huang Di, de Gele Keizer, ▲► die vaak als draak wordt afgebeeld. Keizer Huang Di, was een belangrijke persoonlijkheid in China die nog steeds vereerd wordt en gezien als de voorvader van alle Chinezen. Aan het eind van zijn leven werd hij een draak die opsteeg naar de hemel. Chinezen refereren daarom aan zichzelf als 'zonen van de draak'. De zevende drakensoort is de opgerolde draak die zijn woning in de zee heeft. De Gele Draak is beroemd om zijn kennis en heeft het schrift geleerd aan de mensen. Hij kwam ooit uit de rivier de Luo om de kunst van het schrijven aan keizer Fu Xi te presenteren. Dan tenslotte is er de Dragon King, die eigenlijk bestaat uit vier exemplaren die de macht hebben over de windstreken. Alleen Keizerlijke draken hebben vijf tenen ►, de anderen hebben er allemaal vier.▼ In het oude China had niemand er twijfel over dat draken echt bestonden. Afbeeldingen van draken werden met grote eerbied benaderd, en zelfs de keizer boog ervoor.

Draken werden overal op aangebracht, en vooral in paleizen en tronen en op textiel kan men alle soorten draken bewonderen. Hun kleuren hebben een specifieke symbolische betekenis. Draken spelen uiteraard ook een rol in de Chinese astrologie . Het is het 5de teken in de 12 van de Chinese dierenriem. De draak heeft 5 specifieke aan de Chinese elementen gekoppelde eigenschappen: er is de Waterdraak, de Vuurdraak, de Aardedraak, de Houtdraak en de IJzerdraak, die verschillende persoonstypen vertegenwoordigen. Geboren worden in het jaar van de draak - elke 12 jaar - is een gelukkig voorteken, en betekent zegen, geluk, gezondheid en een lang leven. Hoezeer draken nog leven in de Chinese samenleving toont een BBC berichtje uit 2007 : Dorpelingen in centraal China (provincie Henan) hebben al vele jaren opgegraven dino-botten fijngemalen of in de soep gedaan als medicijn, denkend dat het drakenbotten waren. Sommige mensen maakten er een lucratieve handel van. De botten werden ook vermalen en tot een pasta

verwerkt die op fracturen werd gelegd. Mijdunkt dat het onderwijs hier wat tekort is geschoten.

Page 59: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LIX

39. KONTOMBLÉ Wij Westerlingen geloven al of niet in natuurgeesten. Meestal niet. Niet echt tenminste. De meeste mensen hebben ze nooit gezien, en in Nederland is dat ook maar aan weinigen gegeven. Sprookjes drijven op elfen en kabouters en tovenaars en sprekende dieren, maar dat zijn sprookjes, en wij zijn echt. Niet zo in Afrika. Daar is bij stammen die nog een met de natuur verbonden bestaan leiden het bestaan van andere werelden dan de onze geen geloof maar een zekerheid, voortgekomen uit ervaring. In het boek van Malidoma Somé, 'Of Fire and the Spirit' worden gebeurtenissen beschreven die ons verstand te boven gaan. Somé is een lid van de Dagara stam uit Burkina Faso in west Afrika. Het boek is zijn levensverhaal. Ik zal er vaker iets uit overnemen, omdat dit boek een van de meest bijzondere is die ik in jaren heb gelezen, en het helaas niet in het Nederlands is vertaald. Malidoma vertelt een jeugdervaring, van toen hij 3 of 4 was.

Die ervaring bleef hem bij en was vormend voor de rest van zijn leven. Hoewel buitengewone ervaringen voor de Dagara gewoon deel zijn van het dagelijks leven, is alles aan rituelen gebonden. Sommige ervaringen zoals de onderstaande worden niet aangemoedigd als een kind nog te jong is, omdat ze zijn ontwikkeling in de war kunnen brengen. Alles op z'n tijd. Maar soms heeft de 'andere wereld' een ander idee.... Vrouwen van de Dagara stam gaan het oerwoud in om hout te sprokkelen. Jonge kinderen worden op de rug meegedragen, en 'lostgelaten' tijdens het werk. Malidoma is gewend in het bos rond te rennen op zoek naar dieren die hij achterna kan zitten. Daar hoeft hij nooit ver voor te gaan. Maar deze keer rent hij achter een konijn aan dat zich in het hoge gras schuilhoudt, en hij raakt verder en verder van zijn moeder vandaan. Dat is niet erg, hij kent dit stuk van het bos goed genoeg. Dan: "Ik volgde het konijn voorzichtig, terwijl ik steeds de graspollen uit elkaar duwde, maar het dier was me steeds te vlug af. Toen ik hem eindelijk klem had gezet en bovenop hem wilde duiken, leek het of ik halverwege in de lucht bleef hangen. Waar ik dacht dat het konijn was, zat een kleine man, ongeveer net zo groot als het konijn. Hij zat op een soort stoel die maar vaag zichtbaar was. Zijn haar was zo wit en zo glanzend dat het haast onnatuurlijk leek, en hij had een witte lange baard die op zijn borst hing. Daarbij droeg hij een witte Dagara mantel. Om hem heen hing een schijnsel, regenboogkleurig, als een ronde toegang tot een andere realiteit. Hoewel zijn lichaam het portaal grotendeels opvulde, kon ik toch zien dat er een immense wereld achter zat, die leek op de normale wereld maar toch anders. De figuur zat op een hellend vlak, maar hij viel niet om. Ik was niet bang maar wel verstijfd, alsof ik elektrisch geladen was. M'n hele lichaam prikkelde. De man zei: "Ik sla je al heel lang gade, sinds je moeder met jou hierheen komt. Waarom wil je dat konijntje, jouw kleine broeder, pijn doen? Hij heeft je toch niets gedaan? " De stem van de man was dun en ik zag zijn lippen nauwelijks bewegen. Verward antwoordde ik " eh...ik weet het niet." "Wees dan voortaan vriendelijk voor hem" hernam de figuur. Het konijn houdt ook van deze plek, van de frisse lucht, en hij heeft net als jij een moeder die voor hem zorgt. Wat zou die zeggen als jij haar zoon pijn doet? Ga nou maar, want je moeder is ongerust. " Terwijl hij tegen mij sprak hoorde ik een krakend geluid alsof de aarde zelf opensprong. De oude man stond op, slingerde zijn stoel over zijn schouder en liep de opening binnen. De aarde sloot zich achter hem. Op datzelfde moment hoorde ik mijn moeder roepen : "Malidoma, Malidoma, waar ben je, geef alsjeblieft antwoord! Het duurde even voor ik instaat was terug te roepen. Ze rende naar me toe. "Ik heb al sinds het middaguur naar je gezocht" zei ze hijgend. "het is bijna donker. Wat heb je al die tijd gedaan? " "Ik zag een man in een bosje en die zei dat ik vrienden moest zijn met konijnen." "Welke man, welke konijnen?"vroeg mijn moeder paniekerig. "Waar heb je het over?" "De man was heel klein en heel oud, mama. Hij woont daar in dat bosje, maar nu is hij weg" zei ik. "Oh, de voorouders helpe ons, mijn kind heeft een Kontomblé gezien. Je mag hier met niemand over spreken, hoor je me?" Toen hing ze mij op haar heup en hees de zware mand met hout op haar hoofd. De lange weg naar het dorp zei ze geen woord meer en ook zong ze niet, zoals ze altijd deed. Over de Kontomblé hebben we nooit meer gesproken." In 'The Healing Wisdom of Africa' schrijft Malidoma: "als ik deze wezens later niet vele malen had ontmoet en met hen gepraat had, en zelfs hun stemmen op de band had opgenomen, zou ik waarschijnlijk de ervaring die ik als kind had hebben afgedaan als een hallucinatie. Steeds als ik in de natuur ben vraag ik me af hoeveel ogen er naar ons kijken zonder dat we het in de gaten hebben...."

Page 60: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LX

40. NESSIE AAN LAND - en verder Nessie, het publiciteit ontwijkende monster van Loch Ness, haalde op 7 maart 1934 de kranten omdat hij zich voor de variatie eens niet in het Loch had laten zien maar op het land. Althans, volgens de twee meisjes die 'het' zagen. Niet zo groot, een metertje of 3 lang, en 3 hoog, met 4 korte poten, het lichaam dun uitlopend. Het beest deed niets en maakte geen geluid, het kruiste alleen hun pad op weg naar het Loch. Op 28 februari 1960, schrijft Tim Dinsdale in 'Loch Ness Monster' was er een andere waarneming van het beest, aan Dinsdale verteld door iemand die hij goed kende. Deze Mr Torquil MacLeod zag met een verrekijker aan de overkant van het Loch een groot donker dier met een lange nek waarvan hij de kop niet kon onderscheiden. Het beest was naar schatting 15 meter lang en had met zekerheid twee flippers. MacLeod maakte schetsen van zijn waarneming, die minstens 9 minuten had geduurd, voor het beest 'met een sprongetje' in het water verdween.► Een andere waarneming die Dinsdale uitvoerig beschrijft is die van Alfred Cruickshank, in 1923. Mr. Cruickshank had de handicap dat hij het dier maar een paar seconden lang zag in het licht van zijn auto -lampen, in het donker. Dat, en de verrassing ineens een onbekend dier te zien oversteken, mag de reden zijn waarom zijn beschrijving radicaal afwijkt van de meeste andere Nessie

getuigenissen. Het beest was 3 of 4 m. lang, had een staart van dezelfde lengte en een gebogen rug. Maar het apartste waren de poten, die kort en dik waren als die van een olifant, met gewebde voeten. Het beest blafte als een hond. De kop was groot en er was geen nek, dat in tegenstelling tot alle andere verslagen. Had Cruickshank soms een hond met een lange staart gezien?

Cryptozoöloog Roy Mackal geeft in 'The Monsters of Loch Ness' een lange lijst van waarnemingen, waaronder die op het land. In 1930 waren er bijvoorbeeld schoolkinderen die in de bosjes bij Drumnadrochit, Urquhart Bay een angstwekkend groot dier hadden gezien. Toen ze plaatjes te zien kregen pikten ze daar een Plesioaurus ◄ uit, een dier dat met een aantal waarnemingen, zoals die hierboven van MacLeod, zou kloppen.

Page 61: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXI

In 1880 was er op diezelfde plek ook al een waarneming, van Mr. Bright en zijn neef, die een monster met een lange nek observeerden dat uit de bosjes kwam en naar het water waggelde, donker grijs. Een jaar eerder, in 1879, zag een groep kinderen Nessie aan de noordkant van het Loch, terwijl hij van een heuvel afgleed het water in. Ook dit lid van de familie was donkergrijs, met een lange nek, een kleine kop, en flippers.

De laatste keer dat Nessie op het land werd gezien was in 1963, maar dat was een onduidelijke waarneming, van een te grote afstand.

Wie denkt dat de waarnemingen zich voornamelijk een halve eeuw of langer geleden afspeelden heeft het mis. Nessie werd door de jaren heen tot nu toe honderden keren gezien, maar de lokale bevolking ziet er geen brood in dat telkens weer te melden. Ze weten hoe de reacties zijn. Intussen zijn er natuurlijk vele pogingen geweest om het dier op te sporen, met duikers, met onderzeeërs en met sonar. De resultaten zijn onbevredigend; hoewel er soms hoop leek is de twijfel iedere keer groter dan de zekerheid.

Toch moet er iets zijn. Want wat zouden al die mensen anders zien? Ook daar zijn veel verklaringen voor gegeven, vooral door mensen die nog nooit bij het Loch zijn geweest. Natuurlijk zullen die vaak waar zijn: otters, grote vissen, een grillig gevormde boomstronk - op een afstand kan de verwoede speurder die allicht voor Nessie verslijten. Maar dan zijn er ook de gevallen waarin het dier gezien wordt, en 'toevallig' iemands fototoestel onklaar is geraakt. Of iemand waakt dag en nacht bij het meer en als Nessie zich dan een keer vertoont heeft hij net zijn camera vergeten mee te nemen, terwijl hij die standaard om zijn nek heeft. Of de film blijkt niet te zijn belicht. Zulke verhalen zijn tekenend voor een paranormale component, en wie zulke dingen meemaakt dient op zijn hoede te zijn. Is Nessie dan misschien helemaal geen dier van vlees en bloed, maar een 'echo' uit de prehistorie. Of een wezen dat nog veel vreemder is? We hadden het daar in een eerder verhaal al over, in verband met Reverend Donald Omand, die diep overtuigd was van de onstoffelijke 'vreemdheid' van Nessie. Nu lees ik een ander artikel, van Shaun Belekurov. Hij brengt in herinnering dat de vroege mythen rond Nessie, waaronder die van Sint Columba, altijd gekoppeld zijn aan een shapeshifting entiteit. De Kelpie, die zich ook als mooie vrouw, een 'wilde man' of onschuldig paard kan manifesteren, had niets goeds in de zin. Die verscheen bij voorkeur tijdens thunderstorms, als er wel vaker vreemde dingen gebeuren. De Kelpie, zegt Belekurov, werd beleefd als een bovennatuurlijk wezen, in dienst van demonische krachten. Het is passend dat St Columba het monster bezwoer zich koest te houden, met een omhooggeheven kruis,. En het monster gehoorzaamde. Ted Holiday, die jaren lang aan het Loch bivakkeerde en twee eigen waarnemingen had, veranderde zijn positie over de aard van Nessie, van stoffelijk naar paranormaal. Toen hem dat laatste eenmaal duidelijk was, werd hij overvallen door vreemde gebeurtenissen, synchroniciteit, MIB's (Men in Black) en UFO's. Ted Holiday was de eerste die een exorcisme van het Loch met Donald Omand uitvoerde, overtuigd als hij was van de kwaadaardige genius achter het monster. Hij schrijft erover in zijn postuum gepubliceerde 'The Goblin Universe'. Nog altijd prevaleert het idee dat Nessie, en zijn confraters in andere meren, van vlees en bloed zijn, maar het paranormale aspect begint langzaam maar zeker veld te winnen.

Page 62: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXII

41. PUGWUDGIES Als je nooit van Pugwudgies hebt gehoord dan hoef je niet te denken dat dat aan jou ligt. Want het zijn wezens uit legenden en de donkere krochten van de menselijke geest, en ze zijn woonachtig in het Amerikaanse continent, speciaal in het noord oosten, Canada en de gebieden rond de Great Lakes. Zoals dat wel vaker het geval is, valt er over de Pugwudgie veel tegenstrijdigs te zeggen. In sommige Native American culturen is het een goedaardig type, zoiets als bij ons de Leprechaun, maar in andere moet je voor Pugwudgies erg op je hoede zijn, want ze zijn ons vijandig gezind. Omdat ze nooit zijn gefotografeerd moeten we het doen met beschrijvingen van mensen die ze hebben gezien, en, je zult het niet geloven, maar die zijn er. Afbeeldingen op internet zijn behoorlijk verschillend, en deze trol-achtigheid ◄ is een van de types die afgebeeld zijn. Pugwudgies zijn hooguit een meter hoog. Daarover is men het eens. Trollen uit de Noorse mythologie (en uit Harry Potter) zijn heel wat forser.

Je zou ze dus qua formaat eerder een plek geven in het gevarieerde Kingdom van de Ierse 'Good People' . Ze hebben een lange neus, grote oren en lange vingers, en sommigen beweren dat ze licht geven in het donker, dat ze stekels op hun rug hebben, en dat hun kleren gemaakt zijn van natuurlijke materialen, waardoor ze goed gecamoufleerd zijn in hun natuurlijke habitat: het bos. Natuurlijk beschikken Pugwudgies over magische gaven. Ze kunnen zich onzichtbaar maken (en schijnen dat dus ook meestal te zijn) , ze kunnen van vorm veranderen, bij voorkeur in stekelvarkens, of in orbs, en ze kunnen mensen kwaad doen door ze aan te staren. Andere nare eigenschappen van het wezen zijn hun vermogen magische pijlen af te schieten waardoor je ziek wordt of sterft. Radikaler is dat ze je soms van een klip af duwen. Of je ziel inpikken. Nou ja, genoeg redenen om Pugwudgies te mijden. Dat kun je het meest effectief doen door ze te negeren. Op internet staan enkele verhalen van mensen die echte Pugwudgies zijn tegengekomen. Joan liep met haar hond Sid aan de lijn door State forest in Freetown, Massachusetts op een koude aprilmorgen, toen ze haar ontmoeting met een Pugwudgie had. De hond liep van het pad het bos in en Joan volgde. Toen zag ze op een rots op 3 meter afstand een Pugwudgie. Ze beschrijft hem als een klassieke trol, alleen klein: 60cm hoog, grijzige huid, haar op zijn armen en hoofd. Hij scheen niets aan te hebben, maar zijn buik hing tot op z'n knieën. Zijn ogen waren diep groen en hij had een lange, bijna hondachtige neus en dikke lippen. Een mooi karakter voor Brian Froud's tekenkunst. De Pugwudgie stond naar Joan te kijken, alsof hij verbaasd was haar te zien. De hond nam het voortouw en trok haar het bos uit. Joan is niet meer teruggegaan naar het bos, maar wordt soms wakker om de Pugwudgie te ontwaren voor haar raam. Hij heeft haar verder niets gedaan en niets gezegd, maar evengoed is ze niet blij met zijn aanhoudende aandacht. Tim was in hetzelfde gebied in Massachusetts in het bos, toen hij een orb zag zweven. Dat wond hem op, en hij ging erachteraan met zijn camera. De lichtbol scheen hem uit te dagen, verdween en verscheen weer. Toen hij doorkreeg dat hij dieper en dieper in de dichte begroeiing was doorgedrongen werd hij bang, en zocht een weg terug naar het pad, waar een Pugwudgie op hem stond te wachten en naar hem toe liep. Hij schrok zich een ongeluk, en zette het op een lopen. Achteromkijkend zag hij de Pugwudgie weer het bos ingaan. De tweede keer dat Tim de Pugwudgie zag was op een parkeerplaats. De auto begon uit zichzelf te rijden. Tim maakte dat hij wegkwam. Iemand anders schrijft: Ik weet dat Pugwudgies worden geacht te leven in het oosten van de US, maar ik ben ervan overtuigd dat er eentje in Utah is. En dan volgt een spookverhaal. Ergens anders lees ik dat er de laatste jaren veel onverklaarbare ongelukken zijn geweest in Massachusetts, mensen die zelfmoord pleegden, van de rotsen sprongen, en het gevoel hadden dat hen iets werd aangedaan. Hoe kwam dat zo? Pugwudgies natuurlijk. Het verhaal gaat dat ze eens onze broeders waren maar dat de verhoudingen verslechterden en dat ze nu hun magische gaven tegen ons gebruiken. Je kunt je er iets bij voorstellen, als je nog geen meter hoog bent en mensen met schiettuig door je bossen lopen te banjeren. Wie niet sterk is moet slim zijn.

Page 63: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXIII

42. BIGFOOT - EEN VREEMD VERHAAL Een paar jaar geleden kwam ik een vreemd verhaal tegen in een boek dat ik niet meer terug kan vinden. Het bleef me altijd bij, en dus was het leuk om datzelfde verhaal weer tegen te komen op de website Cryptomundo, van cryptozoöloog Loren Coleman, die het plaatste met een slag om de arm, want het is bijna te fantastisch om waar te zijn. Rond Bigfoot/Sasquatch en zijn meer exotische broeders is ongelofelijk veel geschreven, en wat veel serieuze onderzoekers zich intussen afvragen is waarom er na al die jaren nou nooit eens een dode Bigfoot is gevonden, of betrouwbare foto's en films zijn gemaakt door de vele mensen die beweren ze tegengekomen te zijn. Tegenwoordig heeft toch iedereen wel een camera bij de hand, en bovendien, Bigfoots zullen toch ook hun haren aan de doornstruiken laten hangen, ze moeten hun poep kwijt, en hun voetsporen zouden over grotere afstanden te volgen moeten zijn. Maar niets van dat alles. De verhalen blijven onbewijsbare anekdotes, de voetsporen zijn tegenstrijdig - vier tenen, vijf tenen, zes tenen - en vaak het product van 'grappen', en 'cameraschuwheid' is een understatement. Er zijn mensen die ze in verband brengen met UFO's, en daar zijn waarnemingen van. Er zijn er ook die zeggen dat ze telepathisch begaafd zijn en op die manier zich aan uitverkoren mensen bekend maken. Ze zouden zelfs kunnen lezen en schrijven, volgens diezelfde optimisten. Voor anderen is het een stinkende wilde bruut, overgebleven uit de prehistorie, een zichzelf overleefd hebbend fossiel, een gevaar,

misschien zelfs een menseneter. Pas las ik de zoveelste verklaring voor het Bigfoot talent om te verdwijnen: hij zakt gewoon op vier poten, en is dan geen mens meer maar een bruine beer...op afstand. En beren zijn er (nog) genoeg in de wildernis van de US, die vallen niet op. Maar nu het verhaal. Iemand die zich 'Silvereagle' noemt schrijft over het Lawrence Livermore National Lab ín Californië, waar ze eind 60er begin 70er jaren twee Bigfoots voor onderzoek vasthielden. Volgens de schrijver was dat in die tijd 'common knowledge' , maar zo common kan het niet geweest zijn, dan was het verhaal wel verder de wereld ingegaan. De Bigfoots werden daar o.a. bestudeerd door Berkley University. Maar de eerste Bigfoot ontsnapte na verloop van tijd uit deze driedimensionale wereld naar de 4de dimensie waar hij thuishoorde. Hij liep nog wel in het laboratorium rond, maar onzichtbaar. Sommigen voelden zijn aanwezigheid. Na een paar weken als een geest door het lab te hebben gedwaald vond hij de uitgang, die blijkbaar in de 4de dimensie moeilijker te vinden was dan in die van ons. Volgens de schrijver was ook Stephen Hawkings betrokken bij het onderzoek, dat doorging ook al was de Bigfoot niet te zien. Als ze hem de weg versperden ging hij dwars door hen heen. Bij de tweede Bigfoot waren ze beter voorbereid. Overal waren camera's aangebracht en er was toezicht rond de klok. De onderzoekers filmden Bigfoot bij zijn overgang naar de andere dimensie en bij zijn terugkeer, maar ze namen dat ook zelf waar. Maar op een gegeven moment keerde hij niet terug uit zijn 4de dimensie fase, en men nam aan dat hij permanent was ontsnapt. In de weken dat hij door het Lab struinde at hij 's nachts wat hij te pakken kon krijgen en maakte hij er een troep van. Soms was hij ook een elektromagnetische wolk die plotseling over iemand heenhing, die zich dan te pletter schrok. De Bigfoots deden niemand kwaad, alleen een bepaalde professor die er niet van af te brengen was dat een Bigfoot een dier is, nam later ontslag, nadat de Bigfoot hem had gehypnotiseerd. De rapporten over de hele periode werden in 1979 in beslag genomen. Twee Oregon researchers zagen een Bigfoot die veranderde in een orb. Mensen die weten dat Bigfoot geen wezen is dat in deze dimensie thuishoort gaan er niet naar op zoek. Ze weten dat het geen zin heeft; Bigfoor kan zich naar believen onzichtbaar maken. Bigfoot is telepathisch, ze horen je ongeacht de afstand. En ze zijn vreedzaam. Ze komen uit dezelfde dimensie als andere, meestal onzichtbare woudbewoners. Maar als ze zich laten zien zijn ze kwetsbaar voor onze wapens. Er zijn meer Bigfoot dan iemand zich voorstelt, ze leven zelfs binnen de grenzen van Portland, Oregon. Maar zolang er mensen zijn die op ze jagen zullen ze zich niet vaak laten zien.

Page 64: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXIV

HYBRIDS - wat photoshop niet kan doen!

Page 65: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXV

43. HYDRA

Fotoshoppen is een sport. Je kunt er mythologische dieren mee creëren, zoals een onbekende deed met deze normale eenkoppige slang, die plotseling uitgroeide tot een Hydra. De slang was gevonden in de Karnataga tempel. Heel heilig dus, en zo ging hij internetsgewijs de wereld over. Bewijs temeer dat men nooit zonder meer moet geloven wat er voor 'wonderen' op internet worden getoond. Maar slangen met twee of zelfs drie koppen zijn niet ongewoon De rode slang hieronder is echt, en zo zijn er een heleboel geboren. Zulke slangen kunnen, in tegenstelling tot veel dieren en kinderen die het slachtoffer worden van een 'freak of nature' , goed blijven leven.

Hercules versloeg de 5-koppige Hydra, een vervaarlijk dier dat gelukkig niet bestaat. Wat wel bestaat is de zoetwater hydra, een minuscuul diertje dat in sloten en plassen leeft, maar even gevaarlijk is voor zijn slachtoffers als de monsterlijke Hydra was voor Hercules.

De zoetwater hydra is maar een cm groot, maar zijn tentakeltjes zijn voorzien van werpdraden waarmee hij watervlooien op enige

afstand kan harpoeneren zoals een walvisvaarder een walvis binnenhaalt. Ik heb die dieren ooit gekweekt, en met gevoel zitten kijken naar de spartelende watervlooien die langzaam maar zeker worden 'ingelijnd' om te verdwijnen in de lichaamsholte van de hydra. Zoveel techniek in zo'n klein diertje. En net als de koppen van de Hydra weer aangroeiden als er eentje was gesneuveld, zo groeien er aan hat lichaam van de zoetwater hydra nieuwe vertakkingen, die zich op den duur losmaken om voor zichzelf te beginnen.

Nog even terug naar de slangen met meerdere koppen: in 'Annual Register' van 1826 lees ik over zulke slangen, en uit het geschrevene blijkt dat men toen nog dacht met een andere diersoort te maken te hebben, de 'Serpens Biceps' , eentje met twee koppen, en niet een foute variatie op de eenkoppige slang. Genen en mutaties waren nog onbekende begrippen. Velen dachten toen ook nog dat er slangensoorten waren die kop noch staart hadden, of liever: twee koppen, aan elke kant een. De schrijver rept ook over een driekoppige slang die gevangen was bij Lake Ontario, en die hem zou worden toegezonden. ◄ Hier een Naga, een slangengod met drie koppen, uit Mumbai, India. Ik kon verder geen geloofwaardige driekoppige slang van biologische oorsprong vinden. Maar ze zijn er beslist geweest. Vast en zeker.

Page 66: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXVI

44. KWISPELEN In 2001 werd er in India een jongen met een staart geboren. Hij kreeg de naam Balaji, werd gezien als de incarnatie van de aapgod Hanuman en in tempels door heel India tentoongesteld. Hij was misschien tijdelijk de beroemdste, maar wie googelt vindt er meer, van alle leeftijden. Persoonlijk ken ik een man met een staartje. Het komt duidelijk voor, als biologische afwijking. Dus wie zal zeggen of er niet hele stammen zijn geweest met deze genetische eigenaardigheid? De legenden zijn in elk geval al heel oud en wijdverbreid. Van internet geplukt: Veel oude verhalen vertellen van mensen met staarten, speciaal op Borneo, Java en Ceylon (Sri Lanka). Plinius de Oude vertelt over mensen op Ceylon met lange harige staarten. Peter de Martelaar heeft het over een ras in Inzaganin dat staarten had maar ze niet kon bewegen, zodat ze op stoelen moesten zitten met een gat erin. Een reiziger in Borneo vertelt dat hij gehoord heeft dat er in het Noord Oosten van Borneo mensen met staarten van 10 cm lang leven die ook speciale zetels nodig hebben. Marco Polo vertelt over de Lambri, waarschijnlijk op Sumatra, die een

staart hebben zo lang als de breedte van een hand en ongeveer zo dik als de staart van een hond, maar zonder haar. Weer anderen vermelden de NiamNiams uit Abessinië (Ethiopië) die staarten hebben van 5 cm. Sabine Baring Gould (1834-1924), was een verzamelaar van folkloristische wetenswaardigheden en schrijver van o.a. 'Curious Myths of the Middle Ages, uit 1867. In het hoofdstuk 'Tailed Men' behandelt hij het onderwerp uitvoerig. Zo haalt hij het verhaal aan van een Nederlandse reiziger in 1677, Johan Struys. "Voor ik het eiland Formosa bezocht", schrijft Struys, "had ik vaak horen vertellen over mensen met lange staarten als wilde dieren, maar ik had het nooit geloofd, en ik zou het nog niet geloven als ik het niet met mijn eigen ogen had gezien." Dat gebeurde toen een van hun gezelschap was afgeweken van het pad, en na verloop van tijd, toen de anderen hem gingen zoeken, vermoord werd terugvonden. De dader, een inboorling, was gauw opgespoord. De reizigers bonden hem aan een paal om hem terecht te stellen, en ontdekten tot hun ontzetting dat hij een roodbehaarde staart van 30 cm had, zoals die van een koe. Ook Baring-Gould spreekt van de NiamNiams van Abessinië, en vertelt een verhaal uit 1851 afkomstig van de reiziger M. de Castelnau, die had meegemaakt hoe een groep NiamNiams in de zon lag te slapen toen ze werden overvallen door de Haussa's die hen allen doodden. Daarbij werden de staarten van de NiamNiams ontbloot, 40cm lang in dit verhaal, zonder beharing. Ook de vrouwen hadden zo'n aanhangsel. De verhalen lopen, begrijpelijk, niet altijd synchroon. Men ziet wat men wil zien. Een reiziger uit 1861, een Dr. Wolf meldt dat er in Abessinië mannen en vrouwen wonen met staarten als honden of paarden, en zulke mensen zijn er ook in China, zegt hij. Een betrouwbaarder verslag komt uit een ongedateerd boek uit de 2de helft van de 19de eeuw, 'The World of Wonders'. Het is een fantastisch verslag van een Colonel du Corret, een Franse reiziger, die in een rapport aan de Franse academie van Wetenschappen het volgende verslag schrijft: "Ik was een inwoner van Mecca in 1842 en dikwijls kwam ik aan huis bij de Emir met wie ik op goede voet stond. Eenmaal sprak ik met hem over het ras van de Ghilane, en ik zei hem hoe sterk de Europeanen twijfelden aan het bestaan van mensen met staarten - een wervelkolom die zich extern voortzette. Om mij te overtuigen van de realiteit van dat ras riep de Emir een van zijn slaven bij de naam van Bellal, die ongeveer 30 jaar oud was en een staart had, en tot het ras van de Ghilane behoorde. Na een onderzoek van deze man was ik geheel overtuigd. Hij sprak goed Arabisch en leek tamelijk intelligent. Hij vertelde me dat in zijn land, ver beneden Sennar (een koninkrijk in Oost Sudan), men een andere taal sprak, en dat er ongeveer 30.000 tot 40.000 van waren, waarvan sommigen de zon, maan en sterren aanbaden en anderen slangen, en weer anderen de bron van een enorme rivier (de Nijl) waar ze hun slachtoffers in verdronken en met genoegen rauw vlees aten, bij voorkeur mensenvlees. Deze Bellal was een vrome moslim geworden en leefde al 15 jaar in de heilige stad. Bellal was mager, maar nerveus en sterk. Zijn huid was brons-zwart en zacht als fluweel. Zijn voeten waren lang en plat, zijn armen en benen leken zwak maar waren goed gespierd en zijn ribben kon men tellen. Zijn gezicht was afstotelijk lelijk, met dikke lippen, witte scherpe tanden, een brede platte neus en lange oren. Zijn voorhoofd was laag en week ver terug, zijn haar was niet erg dik maar wel krullend. Hij had geen baard en zijn lichaam was onbehaard. Hij was actief en gehard,en hij was ongeveer 1.75m lang. Zijn staart was maar ongeveer 8 cm lang en bijna zo flexibel als die van een aap. Zijn karakter, afgezien van vreemde gewoonten was goed, en zijn trouw aan zijn meester was zeer te prijzen."

Een kwispelende slaaf is een plezierig bezit, zal de Emir gedacht hebben.

Page 67: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXVII

45. CRITTERS - MINDBLOWING !!!

Nr 18 van deze

verzameling gaat over Trevor James Constable, die met fotografie probeerde te bewijzen dat althans een deel van de UFO's niet van metaal zijn, maar levende organismen, die zich onzichtbaar in onze dampkring ophouden. In het licht van wat hier volgt kunnen we alleen maar constateren dat hij gelijk heeft. Onze media zijn selectief, en berichten hoofdzakelijk het hier en nu, en dat komt neer op politiek, oorlog, en 'human interest': het leed van gewone mensen en BNers. Kort door de bocht, weet ik. Maar werkelijk wereldschokkende

paradigmaverschuivende ontdekkingen gaan aan ons voorbij. Als er een nieuw insect van een halve mm is ontdekt dan haalt dat de kranten, maar wat sinds de 90er jaren op 9 verschillende NASA shuttle missies is gezien, gefilmd en bestudeerd, daaraan zal geen journalist in Nederland zijn vingers branden. Gelukkig is er internet. Want het gaat hier om ongelofelijk nieuws: reusachtige dieren in de ruimte!! Wij realiseren ons dat meestal niet zo, maar vanaf 1981 zijn er regelmatig space shuttle missies geweest (STS, in NASA code), vaak onbemand, voor het verzamelen van wetenschappelijke gegevens. Elke missie heeft haar eigen opdracht. Van 1981 tot aan het rampzalige ongeluk in 2003 bij de terugkeer in de dampkring was de Columbia de shuttle die vele malen de hemel in werd geschoten om met of zonder bemanning zijn taken uit te voeren. Hierboven ▲en naast ► de samenstelling van onze atmosfeer: vliegtuigen stijgen tot in de stratosfeer, maar Space shuttles gaan in de Thermosfeer in orbit, dat is de laag van ongeveer 90 km tot 1000 km boven de aarde. Daarboven is de 'Exosfeer' , waar

de dampkring ophoudt en de onmetelijke ruimte begint. In de Thermosfeer zijn de zuurstofmoleculen al zo verspreid dat je eigenlijk kunt spreken van het begin van de ruimte. Maar wat de Thermosfeer onderscheidt van de Mesosfeer is dat het er veel warmer is. De temperaturen variëren er van 200º C tot 2000º C, afhankelijk van de hoogte, de zonneactiviteit en dag en nacht. Röntgen en UV straling wordt vooral in de Thermosfeer geabsorbeerd. Bij liefst 9 van de shuttle missies, in 1991, 1996 (2x), 1999, 2000 (2x), 2006, 2008 en 2009 zijn opnamen gemaakt van

'ruimtedieren'. Maar het meest spectaculair werden ze gefilmd in 1996, bij de missie van de STS -75, een bemande Amerikaans-Italiaanse missie waarbij de Columbia 14 dagen in orbit bleef, 200 km boven de aarde. Op de derde dag van die missie ging er iets mis. Een satelliet die aangelijnd zat aan de Shuttle met een 'tether', een verbindingsstuk, ontsnapte omdat de tether brak. Een deel daarvan bleef in de buurt van de shuttle in de ruimte zweven, en omdat de tether elektro-magnetisch geladen was wekte hij blijkbaar de aandacht op van wezens die er in de buurt waren. Wel te verstaan: honderden. Omdat de afmetingen van de tether natuurlijk bekend waren, kon men bij benadering inschatten hoe groot de 'dieren' waren, en sommigen zijn een paar km in doorsnee.

Page 68: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXVIII

Het is allemaal hier te zien: http://www.youtube.com/watch?v=Yb67zM1Sh-Q , NASA: Biological UFOs, Extraterrestrial Extremophiles. Life in Space. gefilmd vanuit de shuttle Columbia - met exact de soort

wezens die Constable ons laat zien, enorme 'dieren' , maar ook zwermen die zich als kikkervisjes door de ruimte bewegen. De lange staaf is het losgeraakt verbindingsstuk, de tether. Het gefilmde verhaal staat daarom op internet bekend als het 'tether incident' Het lijkt of de

ruimtedieren nieuwsgierig zijn en willen checken wat het is! Hun gedrag wordt in de film steeds vergeleken met microleven in water onder de microscoop, en die beelden worden naast elkaar getoond. ▲ Hier een micro-organisme (r.) en links een ruimteorganisme van zeker 2 km doorsnee! Leven is ongelofelijk, en komt voor in de meest 'onleefbare' omstandigheden. Hier ► nogmaals een foto die Constable maakte van een 'critter' boven zijn hoofd in de Mojave desert, onzichtbaar, behalve met een infrarood camera. De overeenkomsten zijn treffend!

Omdat sommige wetenschappers begrepen dat deze film ongelofelijke informatie bevatte is hij uitvoerig geanalyseerd. De tether met de dieren eromheen bevond zich tijdens de film op een afstand van zo'n 150 km, dus dat is ver weg. Toch is goed te zien wat

er gebeurt. Er zijn diverse mogelijkheden geopperd: ruimte junk, ijskristallen, optisch bedrog, maar iedereen die het filmpje nauwkeurig bekijkt kan zien dat de bewegende 'critters', om de term van Constable te gebruiken, zich met verschillende snelheden bewegen, wendingen maken, heel verschillende vormen schijnen te

hebben, en zich 'bewust' lijken te gedragen. Ze 'besnuffelen' de tether, zwemmen er op of onderdoor, gaan naar elkaar toe, kortom, ze gedragen zich precies zoals micro-organismen uit de sloot zich in een petri-schaaltje gedragen. Rhawn Joseph, een Amerikaanse emeritus professor, heeft elk beeldje van deze film, en van ander filmmateriaal geanalyseerd. Hij schrijft: "Deze structuren schijnen zelf licht te geven. Ze zijn meters of zelfs kilometers groot en ze hebben vier duidelijke vormen: die van sperma (ik zou zeggen kikkervisjes), wolken, donuts en conevormig. Ze verplaatsen zich met verschillende snelheden, veranderen hun snelheid en bewegingsrichting naar believen, spoeden zich in

tegengestelde richtingen, draaien zich om en hebben interactie met elkaar, en zitten elkaar achterna. Het lijkt erop dat dit plasma organismen zijn, extraterrestrial vormen van leven met een biologie en fysiologie die totaal verschilt van aards leven. Ze zijn misschien niet eens op koolstof gebaseerd, en hebben waarschijnlijk geen DNA, maar bestaan uit elektromagnetisch plasma. Daarom worden ze ook zo aangetrokken door elektrische stormen. Dat zou verklaren waarom ze lichtgevend zijn en energieker worden in de buurt van een elektromagnetische bron. Space missies hebben ze gefilmd terwijl ze in stormen afdaalden en weer weggingen als de thunderstorm was uitgewoed. (Ook hier op aarde is waargenomen dat 'UFO's' afkomen op thunderstorms en elektrisch geladen atmosferische verschijnselen zoals orkaancellen.) In 1996 werd door de STS 80 tientallen 'kikkervisjes' gefilmd die wolkvormige en cone-vormige critters binnendrongen. Bevruchting? Cone-critters pulseren met licht, en de donutgevormde hebben draadachtige tentakels. Ze lijken op sommige algen en hebben een pulserende kern. Joseph speculeert dat deze ruimtedieren misschien reizen tussen de planeten, en plaatsen zoeken waar de meeste electromagnetische energie te vinden is, zoals de stormcel op Jupiter. Maar dat is gissen. Als extremofile levensvormen zich in de gloeiende hitte van de Thermosfeer, zonder zuurstof en alles wat wij voor leven noodzakelijk achten kunnen handhaven, dan is alles mogelijk. De film duurt 12 minuten. Bekijken!!! Voor wie het Engels niet verstaat, de beelden spreken voor zich.

Page 69: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXIX

46. DE SCALP VAN DE YETI De Yeti, hier in de jaren '50 beter bekend als de 'verschrikkelijke sneeuwman' is een van de meest bekende cryptids. We zien hem zelfs in reclames. Maar hoewel hij dus in Nederland pas ruim een halve eeuw geleden - toen het Himalaya gebied werd ontsloten en de Mt Everest beklommen - een beroemdheid werd, zijn de vroegste Westerse rapporten over de Yeti al van de 13de eeuwse filosoof Roger Bacon, die opschreef dat er in het hooggebergte van Tibet en China een harige wilde man leefde, die door de bevolking gelokt werd en gevangen met likeur. Hoe Roger Bacon aan die wijsheid kwam weet ik niet. In de 19de eeuw kwamen er zo nu en dan berichten over ontmoetingen met een wezen dat op twee benen liep, en men vond voetafdrukken. De eerste keer dat de term 'Yeti' werd gebruikt was in 1882, toen Majoor L.A. Waddell voetstappen in de sneeuw zag bij een expeditie naar Sikkim, in noordoost India. De sherpa gidsen vertelden dat die door een harige man gemaakt waren, de yeh-teh. De Yeti maakte krantenkoppen in 1921, toen Luitenant C.K. Howard -Bury op een expeditie in het Everest gebied drie vreemde wezens zag die zich op 7000m over een sneeuwveld bewogen.

Toen de klimmers daar aankwamen vonden ze verschillende voetafdrukken, die de sherpa's benoemden als van de 'metoh-kangmi' , wat vertaald kan worden als 'verschrikkelijke sneeuwman'. In 1951 kwam bergbeklimmer Eric Shipton terug van zijn expeditie met foto's van een Yeti voetstap, hoog in de bergen gemaakt. Deze voetstap werd algemeen gezien als een goed bewijs van het bestaan van de Yeti. Vanaf dat moment liet de Yeti ook prints achter in onze kranten, zeker na de succesvolle beklimming van de Mount Everest in 1953 van Sir Edmund Hillary en zijn sherpa Tensing Norgay. Zoals deze:

Java Bode 10-7 1954 Hillary gelooft in sneeuwmannen Sir Edmund Hillary, overwinnaar van de Mount Everest, die Donderdag uit Calcutta naar Nieuw Zeeland vertrok, heeft verklaard, dat hij gelooft aan het bestaan van het fenomeen, dat bekend staat als de „Verschrikkelijke sneeuwman". De Tibetanen kennen deze figuur als de Yetis. Twee leden van zijn expeditie hebben sporen gezien van deze sneeuwman, op 14.000 voet hoogte in de sneeuw. Hier nog zo'n Yetiberichtje:

Nieuwsblad van het Noorden 13-1 1958 Kleine dingen in 'n grote wereld - Sneeuwmannen worden balorig De sneeuwmannen zijn nog steeds niet verdwenen uit het berglandschap van Nepal. Dezer dagen kwamen weer twee Sherpa's uit Kulu aan de grens van Tibet naar de hoofdstad Kathmandu gelopen (een trektocht van dagen), om de hulp van de regering in te roepen tegen deze aapachtige wezens, die grote onrust veroorzaken in het dorp. Volgens hen komen de sneeuwmannen, of Yeti's, zoals zij hen noemen, van de bergen naar beneden vanwege de voedselschaarste daarboven. Tien dagen geleden had een Yeti bij een molenaar al het meel opgegeten en vervolgens de molensteen kapotgeslagen. Daarna was hij verdwenen met een snelheid, die geen mens ooit kan bereiken. Het was een wezen geweest met een behaard lichaam, ruim twee meter groot en met een kegelvormig hoofd. Ook bij de tweede Sherpa, een vrouw, had een Yeti het meel opgegeten en vervolgens de molensteen stukgegooid. De Yeti's worden altijd erg balorig, als ze niet voldoende te eten krijgen, aldus de Sherpa's.

Page 70: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXX

In 1960 ging Hillary opnieuw de Himalaya in, de Yeti liet hem blijkbaar niet los. Hij kwam terug met een scalp, geleend, zei hij, van een Tibetaans klooster waar de scalp vereerd werd. Maar toen de trofee onderzocht werd bleek hij van geitenvel gemaakt te zijn. Dat was meteen de doodsteek, zowel voor de scalp als voor het geloof van Sir Hillary. Als hij dat al had gehad. Dit stond er in de krant:

De Waarheid 30- 12 1960

Hillary gelooft niet meer in Yeti Scalp- mysterie spoedig opgelost De ontknoping van het Yeti-mysterie is nabij. In Parijs, Chicago en Londen zijn monsters genomen van de Yetiscalp en binnen enkele weken kan het resultaat van de onderzoekingen worden verwacht. Dit deelde sir Edmund Hillary mee, toen hij donderdagmorgen op Schiphol (op doorreis van Londen naar New Delhi) Nederlandse verslaggevers te woord stond. Zelf gelooft de 41-jarige bedwinger van de Mount Everest niet meer in het bestaan van de verschrikkelijke sneeuwman. Er is volgens hem geen enkele reden om in iets onnatuurlijks te geloven. Voor de voetsporen, die de Nepalezen geregeld in de sneeuw op grote hoogte vinden, is al een redelijke verklaring gevonden. „Wij hebben ze ook gezien", zei Hillary. „Het zijn sporen van kleine dieren, die later aan de zon blootgesteld tot grotere omvang weggesmolten zijn." „Er blijft alleen nog de vraag wie de vreemde geluiden voortbrengen, die volgens de inheemse bevolking afkomstig zijn van wat zij de Yeti's noemen. Maar ook daarvoor geloof ik dat wij een volkomen rationele

verklaring zullen vinden", aldus de Himalaya-bestormer. Hillary was vergezeld van de Britse journalist Desmond Dong, die als tolk optreedt tussen sir Edmund en het 48-jarige dorpshoofd Khoenjo Tsjoembi, zonder wie de bevolking de beroemde Yeti-scalp niet voor onderzoek wilde uitlenen. Hij paste dan ook op de doos waarin de scalp zich bevindt en zorgt er voor dat dit vreemde relikwie als

„geluk en voorspoed brengende talisman" weer in zijn dorp Khoenjoeng terug komt. Zij het echter met wat rode haren minder, die voor onderzoek in Parijs, Chicago en Londen bleven. Hillary meent echter dat het geen authentieke scalpen zijn en dat zij lang geleden door de inheemse bevolking zijn vervaardigd en dat het haar er aan geplakt is. Maar de lachende en kleurig uitgedoste Tsjoembi gelooft nog wel degelijk in de echtheid van de scalp en het bestaan van de Yeti. Over die scalp is heel wat te doen geweest. William Corliss haalt een bericht naar boven uit 'Science' , uit 1958: "Er is een merkwaardige stilte in de wetenschappelijke literatuur wat betreft de twee ongewone scalps die in twee verschillende kloosters in de Khumbu regio van oost Nepal zijn gevonden. Een zoöloog uit India,

Biswamoy Biswas, ◄ heeft de scalps onderzocht en geconcludeerd dat het geen fabricaties zijn. Foto's van de scalps zijn opmerkelijk omdat ze een konische scalp laten zien. De vorm suggereert een grote mensaap." Het onderzoek van Dr. Biswas vond plaats in 1954. Zoals meestal bij omstreden fenomenen spelen bedrog en waarheid verstoppertje met elkaar. Loren Coleman, vooraanstaand cryptozoöloog en

auteur van verschillende boeken over o.a. de Yeti, schrijft op zijn website 'cryptomundo' dat intussen is gebleken dat Sir Hillary zijn Himalaya expeditie in 1960 nooit met kosjere bedoelingen is begonnen. Hij heeft in Nepal een scalp laten maken van de huid van de serow, een plaatselijke geitensoort. Die sjouwde hij mee in een koffertje, en

Page 71: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXI

liet hem testen door wetenschappers, waarbij de uitkomst al van te voren vaststond. In zekere zin was het Sir Hillary die heeft gemaakt dat de Yeti werd afgeserveerd als een fabel. Wat zijn motieven waren is everybody's guess. Hij kreeg er in ieder geval een hoop gratis publiciteit door. Overigens zijn ook de twee scalpen uit de kloosters niet echt, en de monniken hebben daar nooit doekjes om gewonden. Ze werden gemaakt en gebruikt voor rituele doeleinden, zegt Loren Coleman.

Hieronder nog een verhaal over de yeti en zijn schedelkap.....

Page 72: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXII

47. SALAMANDERS

Misschien hebt u ze ook wel gehad, in een aquarium, salamanders, uit de sloot gevist of gekocht bij de dierenwinkel. Grappige, onschuldige beestjes met plakkende pootjes. Absoluut niet een diersoort waar je mythologieën aan op zou hangen. Toch is de salamander een dier dat een grote rol heeft gespeeld in diverse tradities. Ik pak er Manly Hall's 'Secret Teachings of All Ages' bij. Hall beschrijft de Salamander als elementaal van het vuur, een spiritueel wezen dat optreedt zodra er frictie is (dachten de middeleeuwse mystici). Geen vuur zonder het werk van de salamander, die uiteraard zelf onkwetsbaar is voor verbranding. Salamanders kunnen vele vormen aannemen, zegt Hall. Er zijn verschillende families . Soms zijn ze zichtbaar als kleine lichtbollen. Paracelsus ( 1493-1541) zegt: "Salamanders zijn gezien in de vorm van vurige ballen, tongen van vuur, die over het veld rennen en

in huizen naar binnen kijken." Bedoelt Paracelsus ► hier soms bolbliksems? Middeleeuwse onderzoekers van natuurgeesten waren er van overtuigd dat de meest gewone vorm van de salamander die van de hagedis is, 30 cm of meer in lengte, en zichtbaar wanneer hij zich wendt en keert in het midden van het vuur. Maar soms zijn het ook vlammende reuzen in vloeiende klederen, beschermd door een vurig harnas. Schrijft Hall: "Een hele belangrijke onderafdeling van de salamanders waren de Acthinici. Deze creaturen verschenen als onduidelijke orbs. Zij werden geacht 's nachts over water te zweven en soms zich te vertonen als lichten aan de masten van schepen (St. Elmo's Vuur) . Salamanders waren de krachtigste en sterkste van de elementalen, en hun koning was de schitterende vlammende spirit, de Djinn, vreeswekkend in aanzien. Salamanders waren gevaarlijk en de wijzen werd

aangeraden zich er verre van te houden, want de prijs voor studie was hoog en niet in verhouding tot wat men er van leren kon." "In dieren en mensen", besluit Hall, " werken salamanders door de hitte van het lichaam. Zonder hun assistentie zou er geen warmte zijn." Het is wonderlijk dat het geloof in het verband tussen Salamanders en vuur al in de Oudheid voorkwam. Je zou zeggen dat het makkelijk te testen is: een salamander in het vuur zal dat niet overleven. Bovendien zijn Salamanders typisch dieren die gedijen in een waterig milieu, waar ze ook hun eieren afzetten. Maar sommige ideeën zijn hardnekkig, en worden dus blijkbaar niet meer getest, wat misschien voor de echte salamander maar een geluk was. Aristoteles (384 BC-322 BC) beschrijft een dier dat op Cyprus, waar kopererts wordt gesmolten, in het vuur ontstaat, waar het doorheen huppelt. Als men het weghoudt van het vuur dan sterft het dier. Aristoteles noemt het geen salamander, maar Plinius de Oude, (23-79 AD) doet dat wel. "De Salamandra is gemaakt als een hagedis, en heeft vlekken. Hij wordt niet gezien bij mooi weer, maar wel als het regent. Zijn lichaamstemperatuur is zo koud dat hij vuur onmiddellijk dooft, alsof er ijs op gegooid was." Vreemd genoeg is ook Leonardo Da Vinci (1452-1519) in de ban van de Salamandrische legenden.

Hij schrijft: De Salamander heeft geen spijsverteringsorganen en krijgt zijn voedsel alleen uit het vuur, waarin het steeds zijn schubachtige huid vernieuwt. Marco Polo, de ontdekkingsreiziger (1254-1324) had een andere uitleg van de Salamander, een eentje die verstandiger is. Hij schrijft in zijn dagboek: "De waarheid is dat de Salamander geen beest is, maar een substantie

Page 73: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXIII

die in de aarde wordt gevonden. Het moet toch duidelijk zijn dat geen enkel dier in vuur kan leven, omdat alle dieren gemaakt zijn van de 4 elementen." En dan beschrijft hij een mijnoperatie, maar het is niet duidelijk welk mineraal hij bedoelt, dat "geweven kan worden tot een doek en naar de Paus is gezonden om er een omhulsel van te maken voor het Sudarium van Jezus Christus".

Merkwaardig. Het zou wel een wonder wezen als de Joodse mythologie er ook niet het een en ander over te zeggen had.

Zo lees ik in Ginzberg's 'Legends of the Jews': "Onder de reptielen zijn de Shamir (zie nr 30) en de

Salamander het meest fantastisch. De Salamander vindt zijn oorsprong in het vuur van mirtehout dat zeven jaar brandend gehouden moet worden met de hulp van magische kunsten. Niet groter dan een muis, heeft hij (de salamander) toch bijzondere eigenschappen. Wie zich met zijn bloed besmeert is onkwetsbaar, en een web geweven (van zijn bloed) is een talisman tegen vuur. De mensen die tijdens de zondvloed leefden beroemden zich erop dat als er een vuurvloed zou komen, ze zich konden beschermen met het bloed van de salamander.

Logica is soms ver te zoeken. Kerkvader Augustinus (354-430) meent dat , aangezien de Salamander van vuur leeft en niet verbrandt, en bergen op Sicilië constant in brand staan en toch niet opbranden, daarmee is bewezen dat niet alles wat brandt ook verteert. Zijn kennis van vulkanen was duidelijk beperkt. Maar hij gebruikt dit als een welkom argument om te bewijzen dat ook de zielen van mensen bewaard blijven in het vagevuur, ook al wordt hun lichaam aan de vlammen prijsgegeven. Een hele troost. De Talmoed kan maar niet genoeg krijgen van de Salamander, en menige rabbi verdiepte zich erin en zwengelde een dialoog aan. Er waren blijkbaar twee soorten Salamanders: kosjere en niet kosjere. Alleen het bloed van de eerste soort, die door 7 jaar brandend vuur werd gemaakt kon gebruikt worden om iets ongevoelig voor vuur te maken. Maar Salamanders die door hekserij en myrtlewood werden geproduceerd, daar moest men voor oppassen. De vraag was dus bijvoorbeeld of het brandende braambos was gecoat met de goede soort salamanderbloed? In onze ogen misschien absurde hersenspinsels, maar in de joodse traditie zo logisch als wat. Blijft de vraag hoe het zo komt dat de Salamander door zoveel eeuwen heen is beschouwd als een aan vuur gekoppeld wezen. Vanaf de Oudheid tot de 18de eeuw waren er vier elementen: Water, Vuur, Aarde en Lucht waar de Alchemisten hun leer op baseerden. Het kan zijn dat de mythe ontstaan is door de vuursalamander, een Europese soort die zijn winterslaap deed in dood hout. Als dat in de open haard ging en het dier kroop eruit...Misschien is het zo simpel.

Page 74: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXIV

48. MENSEN MET DINO'S ? Wanneer de menselijke geschiedenis is begonnen is alleen duidelijk voor wetenschappers die alle bewijzen van een alternatieve tijdlijn verwerpen. Deze wereld is vol raadsels. Een daarvan is het fenomeen van vondsten die wijzen op menselijke beschaving, kennis en kunde die soms miljoenen jaren vooraf ging aan de officiële komst van Homo Sapiens, zo'n 200.000 jaar geleden. Wereldwijde mythen spreken van beschavingen die verdwenen, zoals die van Mu en Atlantis. Aanhangers van de tekstboek theorieën wijzen er altijd op dat er geen overblijfselen van die beschavingen zijn, en dat zo'n theorie dus niet bewijsbaar is. Daar hebben ze geen gelijk in. Michael Cremo en Richard Thompson schreven een lijvig boekwerk stikvol gegevens die niet kloppen met de Westerse lezing van onze menselijke geschiedenis: Forbidden Archeology. Veel vondsten wijzen erop dat de mensheid al miljoenen jaren geleden zijn sporen op deze aarde heeft achtergelaten. Uit de vele verontwaardigde reacties bleek weer eens hoe moeilijk het is om een heersend paradigma im Frage te stellen. Men beschuldigt anderen liever van bedrog dan dat men zijn eigen standpunten kritisch onder ogen blijft zien en eventueel bijstelt. Maar die discussie laten we voor wat ie is. Hier is de site: http://regulatorrecordingsinc.yolasite.com/forbidden-archeology.php

Naast mensen zijn er de dieren. Dino's zijn al heel lang uitgestorven, weten we allemaal. Dat kwam, zegt men, door een meteoor die de aarde onbewoonbaar maakte en het grote uitsterven heeft bespoedigd. Dat kan. Maar zeker weten doen we dat niet, net zo min als we zeker weten dat het heelal door de Big Bang is ontstaan. Zulke theorieën zijn werk-theorieën, die op een zeker moment overgaan in waarheid waar niet meer over te praten valt. Hoe dan ook, er zijn door cryptozoölogen boeken vol geschreven over dieren die allang zouden hebben moeten uitsterven maar dat volgens de berichten nog steeds niet gedaan hebben. Daaronder valt bijvoorbeeld de Orang Pendek, een kleine mens op Sumatra, de minibroer van Bigfoot. Of de gevleugelde prehistorische reptielen die blijven opduiken. Of zee- en meermonsters. Of de Yeti en de Sasquatch en hun familie. Of de Mokele Mbembe, een Dino die in Centraal Afrika moerassen en meren als zijn habitat heeft. Het is mogelijk dat het bij al die dieren gaat om een soort echo uit het verleden en niet om werkelijk bestaande dieren. Het kan ook zijn dat er andere dimensies in het spel zijn. Maar wat ook de verklaring, we moeten rekening houden met de hardnekkigheid van hun bestaan, en de vele

Page 75: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXV

getuigen. Het is onwaarschijnlijk, maar niet uitgesloten dat een kleine groep dieren de destructie heeft overleefd en zich heeft weten te handhaven in de meest afgelegen en woeste gebieden van de wereld. En dan zijn er de voetsporen. Het bekendst zijn de Paluxy River ▲ sporen die in 1910 werden gevonden in Glen Rose, Texas, van een mens en een Dino in dezelfde laag, alsof ze naast elkaar hebben gelopen. Lang is dat gezien als het bewijs van een gelijktijdigheid van beide species, zo'n 64 miljoen jaar geleden! Maar de discussie ontaarde in Creationisten aan de ene kant, en wetenschappers aan de andere, en niemand geeft een haarbreed toe. Als dat het enige bewijs voor een veel oudere mensheid was, dan zou het niet veel waard zijn. Maar neem nu die vondst in 1922 van mijneingenieur en geoloog John Reid die zocht naar fossielen, en een voetprint vond van een mens met schoeisel waar de draden waarmee hij genaaid was nog te zien waren...alleen, de rots waarop hij gevonden werd was 200 miljoen jaar oud. Een andere voetafdruk die onmogelijk bedrog kan zijn werd in 1968 in Utah gevonden. Hij werd ontdekt door William Meister die naar fossielen op zoek was, en daarvoor een plat stuk steen van 5cm dik van de rots sloeg. Groot was zijn verbazing toen er binnenin de voetafdruk van een mens ► tevoorschijn kwam, met trilobieten in de afdruk. De mens die hem gemaakt had droeg sandalen. Het was een rechtervoet, met een afgetrapte hak. Klein probleempje: de rots was ergens tussen de 500 en 590 miljoen jaar oud....Trilobieten stierven aan het eind van het Perm, ongeveer 250 miljoen jaar geleden uit!

Hierboven een ander raadsel: een Stegosaurus in een van de vele tempels van het Ankor complex in Cambodja. Of dit werkelijk een stegosaurus is, en of het betekent dat de mensen die hem in de steen vereeuwigden er ook werkelijk een gezien hadden, dat is natuurlijk de vraag. Maar ergens moeten ze het beeld vandaan hebben gehaald. Bedrog is uitgesloten, de tempels worden bewaakt en geen enkele Cambodjaan zal er zijn leven voor in de waagschaal hebben gesteld om in de tempel te gaan kerven. Zo ziet het er ook niet uit. Toch moeten we niet te snel conclusies trekken. In dit geval kan het ook een afbeelding van een varken zijn, waarbij de ruimte tussen rug en krul is versierd, zoals dat ook aan de buitenkant van de krul te zien is. Het is verleidelijk maar ook gevaarlijk om overal betekenis aan te hechten. Maar er zijn, ook zonder deze Dino, genoeg bewijzen gevonden die het herschrijven van onze geschiedenis zou rechtvaardigen.

Page 76: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXVI

49.

Zo nu en dan komt er een artifact boven water dat archeologen en paleontologen nachtmerries bezorgt. Dat zagen we ook al in bovenstaand artikeltje. . De Ica stenen, gevonden in de buurt van de Nazca lines van Peru, waren zo'n vondst. Dr. Javier Cabrera ontving in 1966 een gegraveerde steen voor zijn verjaardag. Hij identificeerde de afbeelding op de steen als die van een miljoenen jaren geleden uitgestorven vis. Carlos en Pablo Soldi, beide verzamelaars van opgegraven artifacts, hadden een hele verzameling van deze stenen waarvoor ze de interesse van de archeologische gemeenschap tot nu toe niet hadden weten te wekken. Zij verkochten 241 soortgelijke stenen aan Dr. Cabrera. Zo ontstond een enorme verzameling, want in de 35 jaren na zijn eerste steen verzamelde Dr. Cabrera er ongeveer 15.000, voornamelijk van inwoners van het gebied.

De meeste stenen werden in de grond gevonden, en een theorie is dat ze aan de doden werden meegegeven.. De stenen hebben heel verschillende afmetingen, van tennisbal tot voetbal. Alle stenen zijn van andesiet, een grijs tot zwarte, soms bruinige variatie harde vulkanische steen. In lichtere tinten zijn ze gegraveerd met een grote variatie aan patronen. Wat die patronen zo ongelofelijk maakt is dat dinosauriërs en mensen er samen op staan afgebeeld. Als de stenen echt zijn, dan betekent dat dat de hele menselijke geschiedenis herschreven moet worden. Traditionele koolstofdatering, de betrouwbare manier om organische vondsten te dateren, werkt niet met steen, maar het oppervlak van de stenen is 'gevernist' door de inwerking van bacteriën, een natuurlijk proces bij steen. Door het graveren ontstonden de lichtere patronen: de echt kleur van de stenen. Omdat ook daar vaak weer een laag 'vernis' overheen is gegroeid, lijkt het waarschijnlijk dat de stenen inderdaad heel oud zijn. Behalve prehistorische en uitgestorven dieren zijn er kaarten op de stenen gegraveerd met vreemde continenten, menselijke scènes, seksuele interactie, technologische voorstellingen en zelfs operaties. Is er werkelijk sprake van afbeeldingen uit een beschaving die zo lang geleden bestond dat we er niets van weten? Of is er een kunstzinnige grappenmaker aan het werk geweest? Zo iemand moet er een levenswerk van gemaakt hebben, want de 15.000 tot nu toe gevonden stenen zijn rondom bedekt met voorstellingen van grote artisticiteit en complexiteit. Wie zou tientallen jaren van zijn leven willen geven om de wetenschap te misleiden? Dr. Cabrera stichtte een museum om zijn stenen onder te brengen, maar een serieuze belangstelling van

wetenschappelijke zijde heeft hij nooit gekregen. Intussen - overtuigd als hij was van de echtheid van de vondsten - deed hij er alles aan om een tijdlijn vast te stellen op grond van de voorstellingen op de stenen. Zijn idee was dat de stenen afkomstig waren van een buitenaards ras. Omdat ze in de buurt van de Nazca woestijn zijn gevonden, theoretiseerde hij dat de Nazca vlakte een landingsplaats was voor buitenaards verkeer, en een vertrekpunt, toen hun werk hier op aarde er op zat. Geologen hebben bevestigd dat de kaarten op de stenen de wereld weergeven zoals die er 13.000.000 jaar geleden uitzag. Wat de Ica Stones ook zijn, mooi en bijzonder zijn ze in elk geval.

Page 77: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXVII

50. ANTHONIUS EN DE CENTAUR Deze verzameling zou niet compleet zijn zonder een heilige. Waarbij in dit geval mijn erkentelijkheid uitgaat naar 'Dr. Beachcombing' , een historyfreak die internet verrijkt met het opsporen van obscure berichten en beschouwingen. Zo schreef hij onlangs over Anthonius van Egypte, ( 251-356), de heremiet die volgens zijn hagiografieën de vreselijkste verleidingen en aanvallen van de duvel en z'n ouwe moer moest doorstaan, hier plastisch afgebeeld door de 'Master of Monsters' Jeroen Bosch. Ik kan moeilijk begrijpen waarom iemand die niks bijzonders in z'n leven misdaan heeft van Godswege zoveel lugubere gekken op z'n weg vindt, maar zo is het verhaal nou eenmaal. Op den duur viel het voor Antonius niet mee om goed van kwaad te onderscheiden want de duvel kent vele vermommingen, en had er lol in om die ook in te zetten. Beachcombing haalt zijn informatie uit 'The Life of Paul', van St. Hieronimus, geschreven in de woestijn, in 374/375 AD. De originele tekst is op internet te vinden Anthonius was al 90, een eerbiedwaardige grijsaard die zijn portie wel gehad had. Maar dan hoort hij dat er in de woestijn nog een andere heremiet leeft die zijn eigen verdiensten verre overtreft. Als hij hem nog wil ontmoeten zal hij haast moeten maken, want Paulus van Thebe (221-348), ook wel Paulus de Anchoriet genoemd, is al een stuk over de 100 jaar. 113, om precies te zijn.

Paulus is de eerste heremiet die zijn leven in de woestijn doorbracht. Hij was een trendsetter. Hoopvol gaat Anthonius op weg. Maar hij weet niet welke kant op. Ondanks de brandende zon en de uitputting geeft hij natuurlijk niet op, want God zal voorzien in iets - iemand - die hem de juiste weg zal wijzen. Dat die vingerwijzing komt van een Centaur, een wezen uit de Griekse mythologie nota bene, had niemand verwacht. Hieronimus schrijft: "Ineens zag hij een creatuur van gemengde vorm, half paard half mens, die de dichters een Hippocentaur noemen. Bij het zien van dit wezen wapende Anthonius zich met het kruisteken op zijn voorhoofd, en rriep uit "Holloa! Waar in deze streek leeft een dienaar van God?" Het monster knarst iets buitenlands, in gebroken eerder dan verstaanbare taal door zijn harige lippen, en vindt dan een manier om te communiceren - hij wijst met zijn rechterhand de goede richting aan. Dan gaat de Centaur er snel vandoor, Anthonius verbijsterd achterlatend. Die vraagt zich af of dit de duivel was die hem in verwarring wilde brengen, of dat het een van de vele monsters was die hier leven? Hij twijfelt. Maar zijn avontuur is nog niet over. Korte tijd later komt hij in een smal ravijn en daar loopt hij een wezen tegen het lijf met een kromme snuit, een gehoornd voorhoofd en geitenpoten. Dat laatste deed Anthonius het ergste vermoeden. Hij greep het 'schild van geloof en de helm van de hoop', maar het creatuur geeft hem 'fruit van de palmbomen om hem te onderhouden op zijn reis, en het was als een vrede gift'. Op de vraag wie hij is antwoordt het 'mannikin', zoals Hieronimus hem noemt, dat hij gaat bij namen als Faun, Satyr of Incubus. En hij is gestuurd door zijn volksgenoten om de zegen van God te ontvangen, want "we hebben gehoord dat er Iemand is die de wereld is komen redden, en Zijn Woord verspreidt zich over de aarde." Anthonius kan zijn tranen niet bedwingen, schrijft Hieronimus, en hij raakt in vervoering over de Glorie van Christus en de destructie van Satan, en hij verbaast zich dat hij de taal van de Satyr kon verstaan.... Het prachtige verhaal van de Centaur is door een moderne dichter verwoord: Paul Eluard. Ik laat het onvertaald.

Page 78: II pagina's/Weird and... · 2012. 9. 24. · Een andere oorzaak is dat de meeste biologen niet op zoek gaan naar dieren waarvan het bestaan niet is bewezen. Het is dus maar een kleine

LXXVIII

St Anthony and the Centaur Paul Eluard He knows this is no devil, which breed only the nausea of loss. Here is horse sweat, sage, wild scent of trampled spurge, flanks like oiled wood, and human eyes. The slow rhythm of four lungs, two hearts, beating wary by the forest edge. - Where is the path? To holy Paul of Thebes. You must know him. He dwells in this wilderness, at a spring beside a single tree. A raven brings to him his bread. The centaur gives no answer. The nostrils flare with shifting breath, stirring flies in chestnut hollows. How can the hooves among the ferns be shod? - We aid....one another. My kind. As thine do not. Our bloods are knit in mercy. We have not forgot that we are earthborn, and know no exile hence. A blessing passes. Now the centaur points out the road, and each to each bows low.

Behold: Shy annunciation of the fathomless and hybrid Word.

Mooi, vind ik. "There is another world", zegt Paul Eluard, "and it is this one." Beachcombing mijmert nog wat na over het verhaal: "Dit is de eerste keer dat een thema dat door de hele Fairy mythologie heengeweven is optreedt: het verlangen van de 'twighlight people' , het tussenrijk, 'the Middle Kingdom' of hoe je 't noemen wilt op een redding die nooit de hunne zal zijn. Een typisch Christelijk motief. Alleen de mens heeft in deze optiek een ziel, en de rest van de wereld hoeft dus nergens op te rekenen. Maar Hieronimus en Anthonius staan beiden even op de rand van dat tussenrijk. Het is een confrontatie: kan het zijn dat reddelozen het heil verlangen? Kan het zijn dat ze niet van de duivel maar van God komen? Het verhaal laat bij de Centaur in het midden wat Anthonius uiteindelijk gelooft. Maar bij de tweede ontmoeting gaat hij overstag: hier is een goddeloos wezen dat oprecht het heil verlangt. Misschien heeft hij op dat moment Gods regels diep van binnen wel een beetje oneerlijk gevonden. Dit is een verhaal met een moraal. Wat er werkelijk gebeurde weten we niet. Maar het past in het beeld van de 'goddeloze' natuur zoals die lang ervaren werd, tot in de 19de eeuw. Dat dieren, en de hele natuur waarde hebben om zichzelf is een moderne notie. De bijbel heeft die ontwikkeling lang tegengehouden. Alles was immers geschapen om het de mens naar de zin te maken. Als je er oude boeken op naslaat dan worden dieren die niet 'barbaars',' wild' en 'wreed' zijn ervaren als iets heel bijzonders en uitzonderlijks, iets wat niet te verwachten valt van een zielloos schepsel. Het kwam in de geest van onze voorvaderen niet op dat dieren hun natuur volgen, en dat een leeuw niet wreder is dan een schoothond. Daarmee werd de verhouding mens-natuur gepolariseerd; de mens moest zich verdedigen ook als er geen gevaar dreigde. Sterker nog: het was zijn recht. En zo werd alles wat wild was afgeschoten, want een dood dier is beter dan een dier dat een mogelijke bedreiging kan vormen. Anthonius had goddank geen geweer, en daarom kon hem een wonder overkomen.