Hoofdstuk_3
-
Upload
api-3835089 -
Category
Documents
-
view
1.166 -
download
5
Transcript of Hoofdstuk_3
Economie Toegelicht
Hoofdstuk 3
Methodologisch individualisme
Het meest wezenlijk kenmerk van de economische analysemethode: methodologisch individualisme
Basisentiteit is het individuLeeft en leert in groepGroepsgedrag is de som van individueel gedrag
Preferenties zijn gegeven
Homo economicus
Basishypothese van het economisch handelen
Steunt op 3 kenmerken van menselijk handelenAutonomie van preferenties
Individu maakt eigen keuzes onafhankelijk van de voorwaarden voor hun realisatieDeze preferenties worden geconfronteerd met de middelen waarover hij beschiktDe mens gaat dan op zoek naar de beste manier om het maximum aan behoeften te bevredigen
Homo economicus
RationaliteitMens is in staat om zijn behoeften te ordenen op een coherente en consistente manier
EigenbelangZeker altruismeBreder dan het louter monetaire (alhoewel een econoom zal proberen om er een bedrag op te plakken)Lange termijn versus korte termijn: op korte termijn aan het eigen belang verzaken kan het eigen belang op lange termijn dienen
Trade-offs
Keuzeprobleem is niet ‘alles of niets”Substitueerbaarheid aan de productie- of consumptiezijde
Substitueerbaarheid in productieIn de productie kunnen productiefactoren alternatief ingezet worden voor verschillende doeleindenDe inzet voor één doel impliceert een vermindering in de productiemogelijkheden voor een ander doelTechnisch: de productiemogelijkhedenkromme of productietransformatiekromme
Trade-offsConsumptiegoederen (C)
Kapitaalgoederen (K)T’K2K1
C2
C1
T
X
A
B
X’
tan α
Trade-offs
Alle combinaties OP de curve zijn technisch haalbaarOnder de curve: onderbenuttingBoven de curve: niet haalbaar
Verschuivingen OP een curveStel een economie zit in punt B
C2 consumptiegoederen en K2 productiegoederenAfruilmogelijkheid:Om C1 eenheden consumptiegoederen te produceren moet de economie K2-K1 eenheden productiegoederen afstaanAlternatief: als de economie K2-K1 productiegoederen afstaat, dan kan zij maximaal C1-C2 extra consumptiegoederen produceren
Trade-offs
De transformatievoet of substitutievoet in de productie is gelijk aan
Gaat men over op zeer kleine wijzigingen, dan spreekt men van de marginale transformatievoet of marginale substitutievoet in de productie. Wiskundig is deze gelijk aan
( )2 1
2 1
0C CK K
−<
−
αtan=dKdC
Trade-offs
Verschuivingen VAN de curveVan TT’ naar XX’ veronderstellen een wijziging in de productiemogelijkheden van een economie = reële economische groei
Meer productiefactorenEen hogere productiviteit van de ingezette productiefactorenBetere scholing van de arbeidBetere technologie
Trade-offs
Substitueerbaarheid aan de consumptiekantConcept indifferentiecurven: een indifferentiecurve weerspiegelt in elk punt een zelfde nut. Alle goederencombinatie op deze curve leveren dus hetzelfde nut. De consument is m.a.w. Indifferent tussen de verschillende mogelijkheden die door zo’n curve weergegeven wordenHoe verder de indifferentiecurve van de oorsprong, hoe hoger het nut dat ze vertegenwoordigt
Trade-offs
tan α
K1 K2
C1
C2
Kapitaalgoederen (K)
Consumptiegoederen (C)
tan β
I2
I1
A
B
Trade-offs
Verschuivingen OP de indifferentiecruveStel een consument zit in punt A op I1
Consumptie van C1 en K1
Om een zelfde nutsniveau te realiseren (men blijft op I1)Men is bereid om C2C1 consumptiegoederen af te staan om K2K1kapitaal goederen extra te verwervenSubstitutievoet in de consumptie is gelijk aan
( )2 1
2 1
C CK K
−−
Trade-offs
Marginale substitutievoet (de extra consumptie of extra hoeveelheid kapitaalgoederen wordt oneindig klein
Verschuivingen VAN de curve (van I1 naar I2)Een hoger NUT
βtan=dKdC
Trade-offs
Welvaart maximalisatie, rekening houdende met de trade-offs
Producent: zo efficient mogelijk proberen te producerenOp de Productiemogelijkhedenkromme
Consument: zo hoog mogelijk nut proberen te bereikenOp een zo ver mogelijk van de oorsprong gelegen indifferentiekromme
Trade-offsConsumptiegoederen (C)
Kapitaalgoederen (K)T’
T
Z
I2
I1
I3
0
Trade-offs
Voor deze economie is de verst mogelijk indifferentiekromme die kan worden gehaald I2
I1 (stuk onder PMC) zou onderbezetting implicerenI3 is technisch niet haalbaar
In het punt Z raakt TT’ nog net aan I2Door Z loopt de raaklijn aan zowel TT’ als aan I2In dit punt geldt dus dat de marginale transformatievoet (productie) gelijk is aan de marginale substitutievoet in de consumptieMTV=MSV
Wat als er geproduceerd wordt in een ander punt?Wijzigingen in de productie tot MTV=MSV
Optimaliseringsprincipe
Keuzeprobleem niet OF goed X OF goed YOptimale combinatieDe homo economicus vergelijkt bij het nastreven van het maximaal nut voortdurend kosten en baten tegen elkaar af
Dubbele beslissingMarginalestructurele
Optimaliseringsprincipe
Marginale beslissingBij het opvoeren van een handeling:
Afweging van de bijkomende kosten= marginale kostenTegen de bijkomende baten = marginale baten
AlsMB < MK: activiteit inkrimpenMB > MK: activiteit uitbreidenMB = MK: activiteitsniveau is optimaal
Optimaliseringsprincipe
Structurele beslissingIs bij de optimale hoeveelheid van een handeling de totale baat hoger dan de totale kost
TB > TK: activiteit is verantwoordTB < TK: activiteit is niet verantwoord
MB
X1
X1
C
A
tg
D
TB(X1)
TB(X1)
MB
TB
TB
X
X
Luik A
Luik B
0
0
Optimaliseringsprincipe
Kostenbegrip in de economieHebben ook betrekking op de baten die niet gerealiseerd worden omdat de middelen ingezet worden voor iets andersfi de opportuniteitskosten zijn dus ook kosten
Illustratie: studiebeslissingX-as: leeftijd van afstuderenY-as: marginale kosten en baten
MK: Deel 1: constant elk jaar: inschrijvingsgelden, boekenDeel 2: opportuniteitskosten: het gederfd loon (stijgt met elk jaar studie)
MB: extra inkomen (elk jaar bijkomende studie een jaar minder om het te verdienen)
Optimaliseringsprincipe
L1(22)
MB
MK
MB, MK
B
A
0
E
Leeftijd
Welvaartsverhoging
Optimaliseringsprincipe
Optimum= punt E:Marginale kosten = marginale batenTotale baten > totale kostenOppervlakte AEL10 > BEL10Totale welvaartsstijging= TB-TK = AEB
Voorspellingen op basis van de grafiekStudenten studeren langer indien de regering een groter deel van de studies financiert: MK curve daaltEen hogere werkloosheid zet aan tot langer studeren (opportuniteitskost lager): MK curve daaltEen hogere belasting zet aan tot minder lang studeren (MB curve daalt)De vrees voor werkloosheid in een bepaalde beroepsgroep zal tot minder lang studeren aanzetten (MB curve daalt)
OptimaliseringsprincipeKosten en baten:
SUBJECTIEFafwegen van alternatieve aanwendingsmogelijkheden impliceert informatiekosten:
Niet altijd rationeel om 100% geïnformeerd te zijn (Hyperrationaliteit is niet rationeel)Rol overheid?Eekere mate van toevalligheden (impulsief gedrag, gewoonte of imitatie)
Consultants: rol van tussenpersoon in immobiliënH. A. Simon: satisfying behaviour: niet maximale maar voldoende rationaliteitVerwachte grootheden indien niet voldoende zekerheid
Bijvoorbeeld: baat = 100 (60% kans) of 200 (40% kans)Verwachte baat = 0.6*100+0.4*200 = 60+80 = 140
Feedback en ex-post-evaluatie
Optimaliseringsprincipe
Evenwicht in een volkshuishouding als Alle plannen van alle economische agenten compatibel zijnAlle huishoudingen ook het van hun handelingen verwachte nut bereiken
Voordelen van specialisatie
Specialisatie en samenwerking maken het mogelijk om met de productiefactoren waarover men beschikt een hoger welvaartsniveau te bereiken
D.i. specialisatie en samenwerking verhogen de productiviteit
Anders gezegd: een gegeven welvaart bereiken met een minimum aan middelen
D.i. tegen een minimum aan kosten
Voordelen van specialisatie
ProductiviteitProductiefunctie: geeft op mathematische wijze de relatie tussen de output van een productieproces en de inzet van productiefactoren weer
Algemeen A: inzet van arbeidK: inzet van kapitaal
( )KAfQ p ,=
Voordelen van specialisatie
Productiefunctie: men gaat ervan uit dat men op Zeer korte termijn de productie niet kan uitbreidenKorte termijn de productie enkel kan uitbreiden door de productiefactor arbeid te wijzigenLange termijn de productie kan wijzigen door zowel een stijging van de productiefactor arbeid als kapitaalZeer lange termijn de ganse institutionele omgeving kan wijzigen
Voordelen van specialisatie
Qp=AαKβ = Cobb-Douglas productiefunctie
1 3 5 7 9
11 13 15 17 19 21 23 25
1
5
9
13
1721
0
5
10
15
20
25
Q (Output)
A (Arbeid)
K (Kapitaal)
Voordelen van specialisatie
Productiviteit: verband tussen de gerealiseerde productie en de ingezette productiefactoren
Gemiddelde productiviteit: hoeveel eenheden product wordt gemaakt met 1 eenheid arbeid of kapitaal
Arbeid = GPA = QP/AKapitaal = GPK = QP/KQP wordt gemeten in toegevoegde waarde (geldproductiviteit) of in hoeveelheid gerealiseerde productie (fysische productiviteit)
Voordelen van specialisatie
Marginale productiviteit: hoeveel eenheden worden EXTRA geproduceerd door een (oneindig kleine) hoeveelheid EXTRA arbeid of kapitaal
Arbeid = MPA =
Kapitaal = MPk = KQ∂∂
AQ∂∂
Voordelen van specialisatieVoorbeeld
1
1
1
1
** *
* *
** *
** *
P
p
A
p
K
P
A A
P
K K
Q A KQ A KGP A KA A
Q A KGP A KK K
A KQMP A K GPA A
A KQMP A K GPK K
α β
α βα β
α βα β
α βα β
α βα β
α α
β β
−
−
−
−
=
= = =
= = =
⎡ ⎤∂∂ ⎣ ⎦= = = =∂ ∂
⎡ ⎤∂∂ ⎣ ⎦= = = =∂ ∂
Voordelen van specialisatie
1 3 5 7 9
11 13 15 17 19 21 23 25
1
5
9
13
1721
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
GP ArbeidCobb Douglas Productiefunctie
A (Arbeid)
K (Kapitaal)
Voordelen van specialisatie
1 3 5 7 9
11 13 15 17 19 21 23 25
1
5
9
13
1721
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
2
MP ArbeidCobb Douglas Productiefunctie
A (Arbeid)
K (kapitaal)
Voordelen van specialisatie
Factorelasticiteit van de productie: Elasticiteit: Algemeen
Definitie elasticiteit: de verhouding van de relatieve verandering van een bepaalde afhankelijke variabele Y ten opzichte van de –in principe infinitesimaal kleine- relatieve verandering van een bepaalde onafhankelijke variable X die de wijziging in Y veroorzaakt
XdXYdY
yx =ε
Voordelen van specialisatie
dY/Y = relatieve verandering in Y (% verandering in Y)dX/X = relatieve verandering in X (% verandering in X)De elasticiteit is dus
%%
yx
verandering in Yverandering in X
ε =
Voordelen van specialisatie
De elasticiteit beantwoordt dus de vraag: Met hoeveel % zal de waarde van een afhankelijke variabele toenemen indien de onafhankelijke variabele x met 1% stijgt? D.i.
Wat rekenen leertXdX
YdY y
x *ε=
Marginaal* *Gemiddelde
dYdYdY X dY X dXY
dX YY dX dX YX X
= = = =
Voordelen van specialisatie
De factorelasticiteit: de verhouding tussen de relatieve wijziging in de gerealiseerde productie en de –in principe infinitesimaal kleine- relatieve verandering in de inzet van de productiefactor die deze wijziging veroorzaakte:
Arbeidselasticiteit van de productie
A
Ap
pp
p
QA GP
MP
AQAQ
AAQQ
P=∂
∂
=∂
∂
=ε
Voordelen van specialisatie
Kapitaalelasticiteit van de productie
K
Kp
pp
p
QK GP
MP
KQKQ
KKQQ
P=∂
∂
=∂
∂
=ε
Voordelen van specialisatie
Is
>1 dan is MPA of K > GPA of KEen stijging van 1% in de inzet van A of K zal aanleiding geven tot een stijging van de productie die groter is dan 1%
=1 dan is MPA of K = GPA of K... Gelijk is aan 1%
<1 maar > 0 dan is MPA of K < GPA of K; MPA of K > 0... Kleiner is dan 1%
< 0 dan is MPA of K < 0Een stijging van 1% in de inzet van A of K zal aanleiding geven tot een DALING van de productie
PQKofAε
Voordelen van specialisatie
De elasticiteit kan wijzigen in elk punt van de productiefunctie
Er is een verband tussenProductiefunctieMarginale en gemiddelde productiviteitFactorelasticiteit
0
200
400
600
800
1000
1200
0 200 400 600 800 1000 1200
-1
0
1
2
3
4
0 200 400 600 800 1000 1200
A
QP
A
EAP < 1EA
P > 1
MPGP
A
A
MP GPA A=
α
QP
MPA
GPA
EAP < 0
-1
0
1
2
3
4
0 200 400 600 800 1000 1200
-0,5
0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
0 200 400 600 800 1200
A
A
EAP < 1EA
P > 1
MPGP
A
A
EAP
MP GPA A=
E 1AP =
EAP
MPA
GPA
E 0AP =
EAP < 0
1000
Voordelen van specialisatie
Interne versus externe kostenIntern: kosten gedragen door het bedrijfExtern: kosten gedragen door derden (bijvoorbeeld milieuschade)
Directe kosten versus indirecte kosten (in het geval van een multiproductonderneming)
Direct: toerekenbaar aan 1 productIndirect: niet direct toerekenbaar (bijvoorbeeld de algemene leiding van een bedrijf)
Voordelen van specialisatie
Variabel versus constantVariabel: wijzigen naar gelang de productieVast: zijn onafhankelijk van de productie
Totale kosten: Vast + VariabelMarginale kosten: de verhouding van de toename in de totale kosten op een –in principe infinitesimaal kleine-toename in de productie
Constante kosten zijn onafhankelijk van de productie dus de wijziging in de totale kosten is het gevolg van de variabele kosten
Voordelen van specialisatie
Met andere woorden:[ ]
0
P P
P P P
P
d CK VKdTKdQ dQ
dTK dCK dVKMKdQ dQ dQ
dVKdQ
+=
= = +
= +
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
0 200 400 600 800 1.000
0
20
40
60
80
100
120
0 200 400 600 800 1.000
QP
QP
TK - VK - CK
GTK - GVK - MK
Tg
Tg
A
B
TK
VK
CK
MK
GTK
GVK
Luik A
Luik B
MK < GVK GVK nemen af MK > GVK GVK nemen toe
TK en VK stijgen progressief MK nemen toe
TK en VK stijgen degressief
MK nemen af
Voordelen van specialisatie
Verband tussen luik A en BTotaal en marginaal
Zolang de totale kosten degressief stijgen nemen de marginale kosten afMarginale kosten bereiken een minimum in punt BAls de totale kosten progressief stijgen nemen de marginale kosten toe
Totaal en gemiddeldDe gemiddelde variabele kosten nemen af tot een QP=600De gemiddelde totale kosten nemen af tot een QP = 700
Gemiddeld en marginaalDe marginale kosten snijden de gemiddelde kosten in hun minimum
Voordelen van specialisatie
Verklarende elementen voor productiviteit en kosten
Wet van de toe- en afnemende marginale productiviteit
Korte periode (enkel arbeid is variabel)PRODUCTIVITEIT: als arbeid toeneemt
Totale productie neemt aanvankelijk progressief toeDaarna proportioneelTenslotte degressief
0
1
2
3
4
0 200 400 600 800 1000
0
200
400
600
800
1000
1200
0 200 400 600 800 1000 A
A
MPGP
A
A
QP
QP
MPA
GPA
MP GPA A= max.
raakpunt max.GPA=
buigpunt max.MPA=
MP > GP GP neemt toe
MP < GP GP neemt af
Q stijgt progressief MP neemt toe
Q stijgt degressief MP neemt af
Tg
Voordelen van specialisatie
Progressieve stijgingMarginale productiviteit stijgt (de eenheid extra productie wordt groter per extra aanheid arbeid)Gemiddelde productiviteit stijgt
Degressieve stijgingMarginale productiviteit daalt (de eenheid extra productie wordtkleiner per extra eenheid arbeid)
De marginale productiviteit snijdt de curve van de gemiddelde productiviteit in het maximum
Voordelen van specialisatie
KOSTENVERLOOPToenemende marginale productiviteit leidt tot dalende marginale kosten
Het loon van één eenheid arbeid wordt gespreid over een groter aantal producten
Afnemende marginale productiviteit leidt tot stijgende marginale kosten
Het loon van één eenheid arbeid wordt gespreid over een kleiner aantal producten
Voordelen van specialisatie
Schaal- leer en scope effectenLange periode (arbeid EN kapitaal zijn variabel)Schaaleffecten: bij gelijkblijvende factorverhouding: hoe evolueert dan de output bij schaaluitbreiding?
Positieve schaaleffecten: als de dimensie van de activiteit, gemeten aan de hand van de kapitaalgoederenvoorraad toeneemt, dan neemt ook de output toe
Progressief (positief): meer dan evenredigDegressief (negatief): minder dan evenredigConstant: evenredig
Negatieve schaaleffecten: als de dimensie toeneemt, dan daalt deoutput
Voordelen van specialisatie
Schaaleffecten en gemiddelde productiviteitConstante schaaleffecten: gemiddelde productiviteit is gelijk Degressieve schaaleffecten: gemiddelde productiviteit daaltPositieve schaaleffecten: gemiddelde productiviteit stijgt
Schaaleffecten en kostenProgressieve schaaleffecten: gemiddelde productiekosten dalenDegressieve schaaleffecten: gemiddelde productiekosten stijgen
Voordelen van specialisatie
GPA
Progressieve schaaleffecten
Constante schaaleffecten
Degressieve schaaleffecten
ArbeidM2M1
Voordelen van specialisatie
GKLT
GTK
GTKKT1
GTKKT2
GTKKT3
QQP1 QP
5QP4QP
3QP2
Q
GTK
Luik A
Luik B
GKLT
Voordelen van specialisatie
Verklaring progressieve schaaleffecten“Learning by doing”: een doorgedreven arbeidsverdeling laat arbeiders toe zich te concentreren op een beperkt aantal taken
Verklaring negatieve of degressieve schaaleffectenInefficientie als gevolg van toegenomen schaal hetgeen het beheer en bestuur moeilijker maakt
Interne schaaleffecten versus externe schaaleffectenIntern: de uitbreiding van de schaal BINNEN een bedrijfExtern: de uitbreiding van de totale BEDRIJFSSECTOR
Voordelen van specialisatie
Leereffecten: naarmate bedrijven meer ervaring hebben met een productieproces slagen zij erin een grotere productiviteit te halenScope effecten: de gemiddelde productiekosten van verschillende goederen zijn lager indien zij op een gelijk moment worden geproduceerd dan wanneer zij afzonderlijk worden geproduceerd.
Gemeenschappelijk gebruik van installaties, management systemen e.d.m.
Voordelen van specialisatie
Benutting van comparatieve productiviteitSpecialisatie en ruil
iedereen legt zich toe op een deelaspect van de economische activiteitLaat toe om de comparatieve productiviteit maximaal te benutten
Huishoudingen moeten zich specialiseren in die activiteiten die zij comparatief het meest productief kunnen vervullen
Voordelen van specialisatie
VoorbeeldVakgroep: 2 leden – beide werken 36 uur2 activiteiten: cursussen doceren en oefeningen gevenDoceren van een cursus vergt voorPersoon A: 3 uurPersoon B: 9 uurGeven van een oefeningenreeks vergt voorPersoon A: 2 uurPersoon B: 3 uurVoor persoon A is de opportuniteitskost van 1 uur cursus 3/2 uuroefeningen en voor die van 1 uur oefeningen 2/3 uur cursusVoor persoon B is de opportuniteitskost van 1 uur cursus 9/3 uuroefeningen en voor die van 1 uur oefeningen 3/9 uur cursus
Voordelen van specialisatie
02468
101214161820
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1302468
101214161820
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Individuele productiemogelijkheden-curve van persoon A
Individuele productiemogelijkheden-curve van persoon B
uren cursus uren cursus
Voordelen van specialisatie
Globale productiemogelijkhedencruve van de vakgroepAls beide oefeningen geven: 30 uur in totaalAls beide theorie: 16 uur in totaalAls, startend bij 30 uur: beter dat A oefeningen ruilt voor theorie vermits de ‘kostprijs’ van 1 uur theorie voor hem slechts 3/2 uur oefeningen bedraagt terwijl dit voor B 9/3 uur is. Slechts indien A volledig instaat voor het geven van theorie is het aangewezen om B in te schakelen in de theorielessenVergelijk met de situatie waarin eerst B de oefeningen inruilt voor theorie
Voordelen van specialisatie
02468
101214161820222426283032
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
uren cursus
uren
oef
enin
gen
X
Y
Y'
Z
Markt als coordinatiemechanisme
Specialisatie en samenwerking vergen coördinatiemechanismenEconomen: de marktVoordelen van de markt
Twee huishoudingen zullen slechts tot ruil overgaan indien zij er BEIDE baat bij vindenIedere huishouding is dus van oordeel dat zij meer krijgt dan de tegenpresatie die zij afstaat
Markt als coordinatiemechanisme
Objectieve versus subjectieve ruilwaardeObjectief: de prijsSubjectief: de waarde die de marktpartij er zelf aan hecht
In een goed werkende economie zijn ‘relatieve prijzen’ een indicator van schaarsteverschillen
Hoge prijs: veel vraag – weinig aanbodLage prijs: weinig vraag – veel aanbod
Markt als coordinatiemechanisme
MarktwerkingAls de prijs stijgt neemt de vraag af en het aanbod toe, als de prijs daalt geldt het omgekeerdeDe prijs zorgt voor evenwicht: tegen de evenwichtsprijs kan iedereen die dit wil kopen en verkopen
Als de prijs te laag isVeel vraag en weinig aanbod waardoor vragers tegen elkaar gaan opbieden waardoor de prijzen stijgen en aanbieders overtuigd worden om hun goederen op de markt te brengen
Als de prijs te hoog isWeinig vragers en veel aanbieders waardoor de aanbieders elkaar gaan onderbieden om toch maar hun producten kwijt te geraken. Daardoor daalt de prijs en stijgt de vraag.
Markt als coordinatiemechanisme
P PV A
Q Q
Markt als coordinatiemechanisme
100.000 300.000200.000 500.000400.000
100
400
300
200
500
Q
P
A
V
Vraag > Aanbod
Vraag < Aanbod
Markt als coordinatiemechanisme
Wijzigingen in de consumentenvoorkeur: verschuiving VAN de vraagWijzigingen in het aantal producenten: verschuiving VAN het aanbod
P PV A
Q Q
toenameafname toenameafname
Markt als coordinatiemechanisme
Als er een verband is tussen verschillende prijzen op verschillende markten: arbitrage