Hoofdstuk 3.

13
India als opkomend land

description

Hoofdstuk 3. India als opkomend land. Planning : Ma & Vr. Afspreken PW Hst 3 (p1 tm 4) Uitleg paragraaf 3.4 Maken paragraaf 3.4 ( opdr 1 tm 10). Paragraaf 4: India Shining ?. ‘De olifant staat op’ Wat betekent deze titel? India als opkomend land - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Hoofdstuk 3.

Page 1: Hoofdstuk 3.

India als opkomend land

Page 2: Hoofdstuk 3.

◦ Afspreken PW Hst 3 (p1 tm 4)◦ Uitleg paragraaf 3.4◦ Maken paragraaf 3.4 (opdr 1 tm 10)

Page 3: Hoofdstuk 3.

‘De olifant staat op’◦ Wat betekent deze titel?◦ India als opkomend land

Ondanks de opkomende economie in India heeft het land toch veel problemen.◦ Bijvoorbeeld: De stad Mumbai

Grootste modernste Metropool van het land Behalve een luxueus CBD ook heel veel krottenwijken

in de stad!

Page 4: Hoofdstuk 3.
Page 5: Hoofdstuk 3.
Page 6: Hoofdstuk 3.

Relatieve en absolute armoede. Wat is het verschil?◦ Relatief = in relatie tot het geheel! ◦ Absoluut = Minder dan 1 dollar per dag!

India kent een duale economie. Dat wil zeggen dat een gedeelte van de

economie heel modern en ontwikkeld is, terwijl er ook veel mensen zijn die het moeten hebben van de informele sector en/of de traditionele sector!!!

Page 7: Hoofdstuk 3.

Een reden voor het feit dat India veel armoede kent is de grote bevolkingsgroei.

Verklaar dit.◦ Inkomen/ aantal mensen (vb: 50/50 75/100)◦ Veel voorzieningen (hoge kosten: scholen, ziekenhuizen

etc) India heeft hoog geboortecijfer maar gezinnen

vonden dit vroeger niet zo erg. Waarom niet?◦ Kinderen dienen als oudedagsvoorzieningen en brengen

geld in het laatje (als arbeider). Waarom letten ze nu wel op hoeveel kinderen ze

krijgen? ◦ De kosten die kinderen met zich meebrengen◦ Geboortenbeperking (reclame)◦ Toenemende welvaart (kinderen zijn niet nodig!)

Page 8: Hoofdstuk 3.

BB 110 Bevolkingscijfers: Absoluut en relatief

BB 111 Demografisch transitie BB 112 Bevolkingsdiagram BB 113 Soorten bevolkingsdiagrammen BB 201Ontwikkelingssamenwerking

Page 9: Hoofdstuk 3.

Rijken landen (ontwikkelde landen) geven vaak hulp aan arme landen (ontwikkelingslanden).

Je kunt ontwikkelingssamenwerking op 2 manieren indelen:

Op wat er gegeven word Of door wie er geeft Wat: Structurele hulp of

noodhulp Wie: particulieren of regeringen

(volgende dia)

Page 10: Hoofdstuk 3.

Particulieren investeren vaak in arme(re) landen of ze gaan een joint venture aan (samenwerkingsverband).

Bij veel hulp zijn overheden (lees: regeringen) betrokken. ◦ Bilaterale hulp (er zijn slechts 2 landen betrokken,

een gever en ontvanger).◦ Multilaterale hulp (meerdere overheden zijn erbij

betrokken, is moeilijk organiseren dus gaat vaak door middel van een internationale organisatie. Vb: Unicef of Unesco.

Page 11: Hoofdstuk 3.
Page 12: Hoofdstuk 3.
Page 13: Hoofdstuk 3.

Maken paragraaf 4: 1 t/m 10◦ Klaar: Ga even iets voor jezelf doen!