Hoofdstuk 1: Achtergrond - RVR€¦ · Vanaf 1 maart 2016 zijn we verplicht verdachten in ieder...
Transcript of Hoofdstuk 1: Achtergrond - RVR€¦ · Vanaf 1 maart 2016 zijn we verplicht verdachten in ieder...
Q&A’s Raadsman tijdens politieverhoor per 1 maart 2017
Inleiding Deze Q&A’s hebben betrekking op alle relevante wet- en regelgeving en jurisprudentie over het
onderwerp raadsman tijdens politieverhoor. Regelmatig zal ook het recht op consultatiebijstand bij de
vragen en antwoorden betrokken worden, nu het recht op consultatiebijstand sterk verbonden is met
het recht op verhoorbijstand.
Sommige vragen en antwoorden komen op verschillende plekken terug, dit is gedaan om het zoeken
zo makkelijk mogelijk te maken.
Hoofdstuk 1: Achtergrond
Wanneer moeten we een verdachte op het recht op verhoorbijstand wijzen?
Vanaf 1 maart 2016 zijn we verplicht verdachten in ieder geval voorafgaande aan het eerste verhoor
op het recht op verhoorbijstand te wijzen. Daarnaast moet we hen ook bij de aanhouding en de
eventuele inverzekeringstelling op dit recht wijzen. Doen we dat niet, dan leidt dit tot een vormverzuim.
Dit kan leiden tot strafvermindering of uitsluiting van bewijs. Als een verdachte afstand doet van het
recht op verhoorbijstand, kan hij daar op ieder moment op terugkomen.
Waarom is het recht op verhoorbijstand tijdens het politieverhoor ingevoerd?
In 2013 is een EU-richtlijn tot stand gekomen die een gelijkwaardig niveau van rechtsbescherming
binnen de lidstaten moet bevorderen. De Europese wetgever staat op het standpunt dat rechten van
verdachten voldoende beschermd worden als de raadsman aan het verhoor mag deelnemen. De EU-
lidstaten moesten dit uiterlijk 27 november 2016 in de nationale wetgeving opnemen. Nederland heeft
deze termijn niet gehaald, maar per 1 maart 2017 is de wet alsnog ingevoerd.
Zijn er nog andere wijzigingen dan alleen het recht op verhoorbijstand?
Ja, de Nederlandse wetgever heeft ervoor gekozen meteen nog een aantal andere wijzigingen door te
voeren. Zo worden de regels rond consultatiebijstand aangescherpt. Ook hebben verdachten recht op
bijstand van een raadsman bij meervoudige confrontaties en reconstructies van de plaats delict. En de
ophoudduur wordt uitgebreid van zes naar negen uur voor feiten waarvoor voorlopige hechtenis is
toegestaan voor verdachten vanaf 12 jaar.
Wat verandert er aan de regels rond consultatiebijstand?
Vanaf 1 maart geldt dat aangehouden minderjarige verdachten geen afstand meer kunnen doen van
hun recht op consultatiebijstand, ongeacht het strafbare feit of hun leeftijd. Voor de aangehouden
minderjarige verdachte moet dus altijd een raadsman worden opgeroepen voor het verlenen van
consultatiebijstand.
Voor de groep aangehouden meerderjarige kwetsbare verdachten met een verstandelijke beperking,
psychische stoornis en/of cognitieve functiestoornis en aangehouden verdachten van A-feiten, geldt
dat zij alleen afstand kunnen doen van hun recht op consultatiebijstand na overleg met een raadsman.
Voor deze aangehouden verdachten moet om die reden altijd een raadsman worden opgeroepen.
Verder is de categorisering van A-, B- en C-feiten enigszins aangepast. De nu geldende
categorisering is als volgt:
A-zaken: feiten waarop twaalf jaar gevangenisstraf of meer staat.
B-zaken: feiten waarop voorlopige hechtenis is toegestaan.
C-zaken: feiten waarop geen voorlopige hechtenis is toegestaan.
Kwetsbare verdachten: verdachten met een verstandelijke beperking, psychische stoornis en/of
cognitieve functiestoornis en minderjarigen.
Hoofdstuk 2: Basiskennis
Wat was ook alweer het verschil tussen verhoorbijstand en consultatiebijstand?
Consultatiebijstand is het recht om een raadsman te raadplegen voorafgaand aan het eerste
politieverhoor. Verhoorbijstand gaat verder: de verdachte heeft recht op bijstand door een raadsman
tijdens het politieverhoor. Consultatiebijstand vloeit voort uit het Salduzarrest. Het recht op
verhoorbijstand is een aanscherping van dit arrest.
Voor welke verdachten en strafbare feiten geldt het recht op verhoorbijstand?
Het recht op verhoorbijstand geldt in principe voor aangehouden en niet-aangehouden verdachten.
Dus ook voor uitgenodigde en staandegehouden verdachten aan wie vragen worden gesteld die tot
het verhoor kunnen worden gerekend. Echter deze verdachten dienen de bijstand zelf te financieren.
Als je iemand staande houdt, vraag dan dus altijd eerst naar hun personalia. Die vraag kan namelijk
niet tot het verhoor worden gerekend. Daarna stel je vragen over het gepleegde delict. Zulke vragen
vallen wel onder het verhoor.
Sinds 1 maart 2017 is er in artikel 28ab Sv een uitzondering ingevoerd op het recht op consultatie- en
verhoorbijstand. De uitzondering geldt voor staandehoudingen voor overtredingen die met een
strafbeschikking zullen worden afgedaan én die bij AMvB zijn aangewezen. De uitzondering houdt in
dat in de situatie dat iemand is staandegehouden voor een overtreding die met een strafbeschikking
zal worden afgedaan en die bij AMvB is aangewezen, het recht op consultatie- en verhoorbijstand niet
geldt. De verdachte kan dan direct ter plaats worden gehoord.
In de AMvB zullen de meeste p-feiten uit het feitenboekje en enkele feiten inzake de winkeltijdenwet
en de binnenvaart als overtreding aangewezen waarvoor de uitzondering geldt. De p-feiten
winkeldiefstal en mishandeling vallen niet onder de uitzondering en in die gevallen kan dan ook niet
ter plaatse worden gehoord, indien de verdachte consultatie- en/of verhoorbijstand wenst. Voor *-
feiten geldt de uitzondering dus niet.
Bovengenoemde AMvB zal vermoedelijk op zijn vroegst per 1 april 2017 in werking treden. Tot
die tijd geldt de uitzondering dus nog niet. Dit betekent dat tot aan de inwerkingtreding alle
staandegehouden verdachten recht hebben op consultatie- en verhoorbijstand. Geeft een
verdachte te kennen dat hij een raadsman wil, dan moet worden gewacht totdat deze aanwezig
is. Vaak kan worden volstaan met een uitnodiging van de verdachte om zich, voorzien van een
raadsman, op de verhoorlocatie te vervoegen. Deze bijstand dient de verdachte zelf te
financieren. Zie voor een beschrijving van de procedure de webapp.
Het recht op verhoorbijstand is niet van toepassing in bestuurlijke boeteprocedures. En dus ook niet
bij verkeersovertredingen die via de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
(Wet Mulder) worden afgedaan.
Wanneer moet ik wijzen op het recht op consultatie- en verhoorbijstand?
Bij de aanhouding van de verdachte, en in ieder geval voorafgaand aan het eerste verhoor en (waar
van toepassing) voor de inverzekeringstelling, wijs je een verdachte op zijn recht op verhoorbijstand.
De opsporingsambtenaar legt deze mededelingen vast in een proces-verbaal.
Moet ik bij Mulderfeiten ook wijzen op het recht op consultatie- en verhoorbijstand?
Nee, consultatiebijstand en verhoorbijstand geldt alleen voor zaken die strafrechtelijk afgehandeld
worden. Dus niet voor Mulderfeiten die via de Wet administratiefrechtelijke handhaving
verkeersvoorschriften (Wet Mulder) worden afgedaan. Voor verkeersmisdrijven die strafrechtelijk
worden afgedaan, zoals rijden onder invloed, moet dus wel gewezen worden op het recht op
consultatie- en verhoorbijstand.
Kan een verdachte afstand doen van zijn recht op consultatiebijstand?
Dat is afhankelijk van het type delict en het type verdachte.
Aangehouden verdachten van A-feiten en aangehouden meerderjarige kwetsbare verdachten met een
verstandelijke beperking, psychische stoornis en/of cognitieve functiestoornis, kunnen alleen afstand
doen na overleg met een raadsman.
Aangehouden minderjarigen kunnen helemaal geen afstand doen van hun recht op
consultatiebijstand.
Bovenstaande brengt met zich mee dat voor aangehouden verdachten van A-feiten, aangehouden
meerderjarige kwetsbare verdachten en aangehouden minderjarige verdachten altijd een raadsman
moet worden opgeroepen.
Kan een verdachte afstand doen van zijn recht op verhoorbijstand?
Ja, alle verdachten kunnen afstand doen van het recht op verhoorbijstand. Let wel: voor sommige
groepen geldt dat in het kader van het recht op consultatiebijstand wel verplicht een raadsman moet
worden opgeroepen. Pas na overleg met een raadsman of verplichte consultatiebijstand kunnen deze
groepen afstand doen van hun recht op verdere rechtsbijstand.
Van groot belang is hoe de afstand gedaan wordt. Dit kan uitdrukkelijk of stilzwijgend (conform arrest
Hoge Raad), maar moet in elk geval vrijwillig en ondubbelzinnig (niet voor tweeërlei uitlegbaar
vatbaar) gebeuren, zoals in het wetsvoorstel staat. Als een verdachte afstand doet van zijn recht op
bijstand, moet dit worden vastgelegd in het proces-verbaal van verhoor. Komt hij later terug op zijn
besluit, dan geldt voor hem direct weer het recht op verhoorbijstand. Ook als hij die wens uitspreekt
tijdens zijn verhoor.
Overigens geldt in geval van een minderjarige verdachte dat ook de ouders/voogd kunnen verzoeken
om verhoorbijstand.
Hoofdstuk 3: Opleiding
Hoe word ik voorbereid op de veranderingen die per 1 maart 2017 gelden?
De bestaande leermiddelen (webapp, e-learning, werkinstructies, Q&A’s en stroomschema’s) zijn
aangepast aan de wijzigingen die per 1 maart gelden. Naast deze landelijk aangeboden informatie en
hulpmiddelen, kan jouw eenheid je ook ondersteunen. Bijvoorbeeld door in een werkoverleg dieper op
de wijzigingen in te gaan. Of een informatiebijeenkomst over dit onderwerp te organiseren.
Wat kan ik verwachten van de e-learning?
Het vergroot je kennis over dit onderwerp en helpt je hoe je de nieuwe regels moet toepassen in je
werk. Het is een zelf toetsende tool; hij toetst meteen wat je geleerd hebt.
Wanneer kan ik starten met de e-learning?
De e-learning is per 1 februari j.l. online gekomen.
Hoe kom ik op de site waar ik de e-learning kan volgen? Is deelname verplicht?
De e-learning kan gevonden worden via de volgende linken: (thuis)werkplek of buiten de
politieomgeving.
Deelname is verplicht voor iedereen die iets te maken heeft met verdachten. Je leidinggevende
monitort of je het vereiste resultaat hebt behaald.
Informatie specifiek voor hOvJ’s
Ben je hOvJ en wil je e-learning 2 mee laten tellen voor je hOvJ-certificering? Dan kun je deze bij een
voldoende score voor 10 keuzepunten in het vrije gedeelte opnemen onder de noemer “cursus,
seminar, studiedag of workshop”. Upload daarvoor het resultatenoverzicht in Youforce. Hoe je dat kunt
doen, staat in dit bericht beschreven onder het kopje Resultaten. Je bereikt de e-learning ook via de
hOvJ-site als tegel onder het puntensysteem.
Ik neem zelf geen verhoren af. Moet ik dan toch deelnemen aan de e-learning?
Ja, iedereen die iets te maken heeft met verdachten moet zich de kennis eigen maken via de
hierboven genoemde middelen.
Hoofdstuk 4 : Opsporingsambtenaar
4.1 Categorisering feiten voor consultatiebijstand
Wat verandert er aan de regels rond consultatiebijstand?
Vanaf 1 maart geldt dat aangehouden minderjarige verdachten geen afstand meer kunnen doen van
hun recht op consultatiebijstand, ongeacht het strafbare feit of hun leeftijd. Voor de aangehouden
minderjarige verdachte moet dus altijd een raadsman worden opgeroepen voor het verlenen van
consultatiebijstand.
Voor de groep aangehouden kwetsbare meerderjarige verdachten met een verstandelijke beperking,
psychische stoornis en/of cognitieve functiestoornis en aangehouden verdachten van A-feiten geldt
dat zij alleen afstand kunnen doen van hun recht op consultatiebijstand na overleg met een raadsman.
Voor deze aangehouden verdachten moet om die reden ook altijd een raadsman worden opgeroepen.
Verder is de categorisering van A-, B- en C-feiten enigszins aangepast. De nu geldende
categorisering is als volgt:
Kwetsbare verdachten: verdachten met een verstandelijke beperking, psychische stoornis en/of
cognitieve functiestoornis en minderjarigen.
A-zaken: feiten waarop twaalf jaar gevangenisstraf of meer staat.
B-zaken: feiten waarop voorlopige hechtenis is toegestaan.
C-zaken: feiten waarop geen voorlopige hechtenis is toegestaan.
4.2 Uitgenodigde verdachte
Hoe krijgt een niet-aangehouden en uitgenodigde verdachte rechtsbijstand voor het verhoor?
Van de overheid wordt de inspanning gevraagd dat zij de in vrijheid bevindende verdachte op zijn
rechten wijst, waaronder het recht op rechtsbijstand. Wanneer een verdachte wordt uitgenodigd om op
het politiebureau te verschijnen om te worden gehoord, dan wordt in de uitnodigingsbrief op dit recht
gewezen. De verdachte kan na deze mededeling zelf maatregelen nemen om zich van rechtsbijstand
te voorzien. De niet-aangehouden en uitgenodigde verdachte heeft op geen enkele manier recht op
kosteloze of gesubsidieerde rechtsbijstand in de fase van consultatie- en verhoorbijstand.
4.3 Staandehouding
Is de procedure bij staandehoudingen veranderd?
Ja, per 1 maart j.l. is er een wettelijke uitzondering ingevoerd, maar deze heeft nog geen werking in de
praktijk totdat ook de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) van kracht is.
In principe geldt dat alle verdachten, dus ook de verdachte van een staandehouding recht heeft op
consultatie- en verhoorbijstand, vanaf het moment dat hem vragen worden gesteld die tot het verhoor
gerekend kunnen worden.
Geeft een verdachte te kennen dat hij een raadsman wil, dan moet worden gewacht totdat deze
aanwezig is. Vaak kan worden volstaan met een uitnodiging van de verdachte om zich, voorzien van
een raadsman, op de verhoorlocatie te vervoegen. Uiteraard moet de verdachte zijn raadsman zelf
betalen.
Zoals hierboven aangegeven is per 1 maart j.l. in de wet een uitzondering op het recht op consultatie-
en verhoorbijstand bij staandehoudingen opgenomen.
De uitzondering heeft alleen betrekking op overtredingen die met een strafbeschikking worden
afgedaan en die bij AMvB zijn aangewezen. De overtredingen die in de AMvB zullen worden
opgenomen betreffen o.a. de meeste p-feiten uit het feitenboekje en enkele feiten uit de
winkeltijdenwet en de binnenvaart.
De AMvB waarbij de overtreding waarvoor de uitzondering zal gaan gelden zal op zijn vroegst per 1
april 2017 in werking treden.
Tot die tijd geldt bovengenoemde uitzondering op het recht op consultatie- en verhoorbijstand nog
niet.
Om die reden dient, tot de inwerkingtreding van de AMvB, de verdachte uitgenodigd te worden op een
later moment op het bureau, wanneer de verdachte gebruik wil maken van zijn recht op consultatie- en
verhoorbijstand.
4.4 Aanhouding
4.4.1 Wijzen op recht op rechtsbijstand en gevolgen wanneer dat niet
gebeurd
Wanneer moet ik wijzen op het recht op consultatie- en verhoorbijstand?
Bij de aanhouding van de verdachte, en in ieder geval voorafgaand aan het eerste verhoor en (waar
van toepassing) voor de inverzekeringstelling, wijs je een verdachte op zijn recht op verhoorbijstand.
De opsporingsambtenaar legt deze mededelingen vast in een proces-verbaal.
Wat is het risico als ik verdachten niet wijs op het recht op consultatie- en verhoorbijstand?
Het recht op verhoorbijstand komt alle verdachten toe en is wettelijk geregeld. Het niet-naleven van dit
wettelijk voorschrift kan gevolgen hebben bij de uiteindelijke behandeling van de zaak door de rechter.
De rechter kan, afhankelijk van de omstandigheden, vaststellen dat er sprake is van een
onherstelbaar vormverzuim. Hierdoor kan het bewijs worden uitgesloten of kan strafvermindering
plaatsvinden. In uiterste gevallen kan het OM niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.4.2 Financiering rechtsbijstand
In welke gevallen wordt rechtsbijstand tijdens het politieverhoor vergoed?
Verhoorbijstand wordt vergoed voor aangehouden verdachten van A- en B-feiten die gebruikmaken
van een piketraadsman.
Uitgenodigde verdachten hebben geen recht op vergoeding van verhoorbijstand.
Ook wanneer een verdachte kiest voor een zelf te betalen raadsman die niet aan de piketregeling
deelneemt, wordt de verhoorbijstand niet vergoed.
Consultatiebijstand wordt vergoed voor aangehouden verdachten van A- en B-feiten, maar ook voor
C-feiten wanneer de aangehouden verdachte kwetsbaar (inclusief minderjarig) is.
4.4.3. Uitzondering consultatie- en verhoorbijstand (afwijkingsbevoegdheid)
Wanneer kan worden afgeweken van de verhoorbijstand (afwijkingsbevoegdheid)?
Er kan slechts in geval van dringende noodzaak (tijdelijk) van het recht op bijstand door een raadsman
worden afgeweken. Er is sprake van een dringende noodzaak:
1. als direct horen een einde kan maken aan een ernstig misdrijf waarbij het leven, de vrijheid of
de gezondheid van een persoon in het geding is (bijvoorbeeld een gijzeling of ontvoering) of
als het een (terroristische) aanslag kan voorkomen.
2. als niet direct starten met het verhoor het onderzoek aanzienlijke schade toe zou brengen. Dit
laatste argument wordt niet concreet beschreven in de nieuwe regelgeving, maar het is zeker
dat de schade groot moet zijn om de verdachte zo’n belangrijk recht te onthouden. Het
criterium ‘aanzienlijke schade’ is volgens de Memorie van Toelichting een zwaarder criterium
dan het criterium ‘in het belang van het onderzoek’.
Wat moet je doen als je wilt afwijken van de verhoorbijstand?
Stel je de afwijkingsbevoegdheid meteen na een aanhouding vast (je houdt bijvoorbeeld een
gijzelnemer aan, maar de gijzeling duurt nog voort) dan kan je de hOvJ verzoeken hierover te
beslissen. De hOvJ is bevoegd hier zelfstandig over te beslissen.
In alle overige gevallen is de toestemming van de OvJ vereist.
Leg het besluit tot afwijking vast in het proces-verbaal, onder vermelding van de motivatie. Zodra de
noodzaak geweken is, moet de raadsman tot het verhoor worden toegelaten. In die gevallen waarin
de redenen die het zonder uitstel beginnen met het verhoor rechtvaardigen, geen beletsel vormen om
het- om die redenen- reeds aangevangen verhoor te onderbreken, moet de raadsman tot het verhoor
worden toegelaten.
4.4.4 Inplannen Verhoor
Op welk tijdstip start het eerste verhoor na consultatiebijstand?
Uitgangspunt is dat het eerste verhoor, in het belang van de verdachte en een goede rechtsgang, zo
snel mogelijk na de consultatiebijstand start, bij voorkeur aansluitend daaraan.
Hiervan kan in het belang van het onderzoek worden afgeweken. Bijvoorbeeld omdat er nog
onderzoekshandelingen nodig zijn.
Hoe maak ik een afspraak met de raadsman over het tijdstip van het eerste verhoor na
consultatiebijstand?
Het uitgangspunt is dat de raadsman die consultatiebijstand heeft verleend ook de verhoorbijstand
verleent. Als de verdachte tijdens de consultatiebijstand aangeeft dat hij verhoorbijstand wil, is het
voor het inplannen van het tijdstip van verhoor, zowel voor de politie als voor de advocatuur, belangrijk
dat dit bij de politie bekend wordt.
Minderjarige krijgen verplicht consultatiebijstand. Na de consultatiebijstand zal de raadsman de hOvJ
informeren over de uitkomsten van het overleg en of de minderjarige verhoorbijstand wil. Over
meerderjarigen doet de wet geen uitspraak.
Daarnaast geldt dat ook de ouders/voogd van een minderjarige verdachte kunnen verzoeken om
verhoorbijstand. Hiermee kunnen de ouders/voogd de beslissing van de minderjarige, waarin hij
afstand doet van zijn recht op verhoorbijstand, overrulen.
De hoofdregel is dat de raadsman de ouders informeert, tenzij sprake is van een (conflict)situatie
waarin dat niet in de rede ligt. In die situaties informeert de hulpofficier van justitie de ouders. Hier zou
in de praktijk in het belang van de minderjarige in redelijkheid mee moeten worden omgegaan.
In de situatie dat er na afloop van de consultatiebijstand, waarbij de raadsman fysiek aanwezig was,
een ZaCo/OpCo of zaaksbetrokken verhorend ambtenaar ter plaatse is, kan deze direct mondeling
met de raadsman afstemmen of verhoorbijstand gewenst is.
Als het tijdstip voor het verhoor al bekend is, kan dit ook meteen worden besproken. Is er direct na
afloop van de consultatiebijstand geen genoemde contactpersoon van de politie aanwezig, kan de
raadsman het functionele telefoonnummer bellen, of bij geen gehoor een e-mail sturen naar het
functionele e-mailadres. Hierna kan de politie contact opnemen over het tijdstip voor het eerste
verhoor. Wanneer een bericht van de raadsman achterwege blijft, kan de ZaCo/ OpCo aan de
verdachte vragen of hij verhoorbijstand wil. Als dat het geval is, moet hij contact opnemen met de
raadsman om het tijdstip voor het eerste verhoor te bespreken.
Kan de politie het tijdstip pas op een later moment melden, dan belt de OpCo/ZaCo hierover de
raadsman met gebruik van de eerder verkregen contactgegevens. Mocht de OpCo/ZaCo de raadsman
telefonisch niet kunnen bereiken, spreekt hij het tijdstip onder vermelding van het functionele
telefoonnummer in op de voicemail van de raadsman. Of hij mailt het tijdstip vanaf het functionele e-
mailadres. De raadsman laat vervolgens via het opgegeven, functionele telefoonnummer of e-
mailadres aan de OpCo/ZaCo weten of het tijdstip schikt.
Wat moet ik doen als er na 20.00 uur een raadsman nodig is?
Na 20.00 uur is de Raad voor Rechtsbijstand alleen telefonisch bereikbaar als de komst van de
raadsman niet tot de volgende dag kan wachten. Dit is het geval bij levensdelicten, gijzelingen,
ontvoeringen of als grote maatschappelijke impact kan worden verwacht. De politie moet in andere
gevallen niet zelf in rechtsbijstand gaan voorzien. Alleen als de verdachte een zelf te betalen
raadsman heeft, kan daarmee contact worden opgenomen als dat nodig is.
Hoe schakel ik een raadsman in voor het eerste of vervolgverhoor als de verdachte tot dat
moment heeft afgezien van rechtsbijstand en nog niet in verzekering is gesteld (Directe
Verhoorbijstand)?
Als de aangehouden verdachte die nog niet in verzekering is gesteld, pas tijdens het eerste of
opvolgende verhoren voor het eerst rechtsbijstand wil, wordt dit Directe Verhoorbijstand genoemd.
Hiermee geven we aan dat de fase van consultatiebijstand is gepasseerd.
In het geval van een C-feit schakelt de verdachte, volgens de bestaande regels voor verhoorbijstand,
zelf een raadsman voor directe verhoorbijstand in.
Aangehouden niet-kwetsbare verdachten van B-feiten kunnen, evenals bij consultatiebijstand, kiezen
tussen een piketraadsman, voorkeurspiketraadsman of een zelf te betalen raadsman. Als de
verdachte voldoende gegevens van de zelf te betalen raadsman heeft, doet de verhorend ambtenaar
één poging om de door de verdachte gekozen raadsman te bereiken. Bij geen gehoor, schakelt de
verhorend ambtenaar op de voorgeschreven wijze de Raad voor Rechtsbijstand in zodat alsnog een
piketraadsman kan worden ingeschakeld.
Als de aangehouden niet-kwetsbare verdachte van een B-feit een piketraadsman voor directe
verhoorbijstand wil, vraagt de verhorend ambtenaar bij de Raad voor Rechtsbijstand een raadsman
aan met het meldingsformulier Directe Verhoorbijstand. Dit kan een (voorkeurs)piketraadsman zijn.
Voordat een piketraadsman wordt benaderd, is het van belang stil te staan bij de vraag wanneer de
termijn voor ophouden afloopt. Eventueel moet onderzocht worden of de verdachte in verzekering
gesteld kan worden. Als je op dit punt problemen voorziet, bespreek deze dan via de lijn van hOvJ/
OvJ. Dreigt de ophoudduur te verlopen en kan er niet tijdig een raadsman verschijnen, dan kan ervoor
gekozen worden de verdachte alleen procedurele vragen te stellen in het kader van de
inverzekeringstelling. Er mogen dan geen inhoudelijke vragen worden gesteld; hiervoor moet de komst
van de raadsman worden afgewacht.
Voor verdachten van A-feiten en kwetsbare verdachten kan geen directe verhoorbijstand worden
aangevraagd. Nu zij pas afstand kunnen doen van hun recht op consultatiebijstand na overleg met
een raadsman of helemaal geen afstand kunnen doen van hun recht op consultatiebijstand is voor die
groepen al een raadsman opgeroepen en toegewezen.
Wanneer deze verdachten later, na overleg met de raadsman alsnog afstand doen van consultatie- en
verhoorbijstand, en hier tijdens het verhoor op terugkomen, wordt contact opgenomen met de
raadsman die eerder al voor hen is opgeroepen.
Voor verdachten van C-feiten kan geen directe verhoorbijstand worden aangevraagd nu deze groep
geen recht heeft op gefinancierde rechtsbijstand. Voor deze groep kan nooit een raadsman worden
aangevraagd via de RvR met betrekking tot verhoorbijstand.
Hoe maak ik een afspraak met de piketraadsman over het tijdstip van verhoor bij een
aangehouden, inverzekeringgestelde verdachte die terugkomt op zijn eerder gedane afstand
van het recht op rechtsbijstand?
Bij een aangehouden, inverzekeringgestelde verdachte die terugkomt op zijn eerdere afstand van het
recht op rechtsbijstand, belt de verhorend ambtenaar naar de piketraadsman die de IVS-melding van
de Raad voor Rechtsbijstand heeft geaccepteerd.
De afspraak is dat de Raad de contactgegevens van de betreffende raadsman naar het functionele e-
mailadres stuurt dat de politie via het meldingsformulier IVS heeft opgegeven. Tenzij tussentijds
bekend is geworden dat deze raadsman is vervangen door een andere raadsman; dit hoort de
advocatuur dan aan de politie te melden. Binnen de afdeling moet je afspraken maken waar je dit
soort wijzigingen vastlegt. Daardoor beschikken je collega’s over de meest actuele gegevens van de
raadsman die voor een verdachte actief is.
Voordat je de raadsman benadert, is het van belang om stil te staan bij de vraag wanneer de termijn
van inverzekeringstelling afloopt. Als je op dit punt problemen voorziet, bespreek deze dan via de lijn
van hOvJ/ OvJ.
Hoe komt het tijdstip voor verhoor tot stand bij Directe verhoorbijstand?
De raadsman die de melding voor Directe Verhoorbijstand heeft geaccepteerd, dient zo spoedig
mogelijk in contact te treden met de politie omtrent het tijdstip van verhoor. De ruimte die hierbij kan
worden geboden, is afhankelijk van de nog beschikbare ophoudtermijn.
Als het verhoor al was gestart, moet dit onderbroken blijven tot de komst van de raadsman. De
verdachte krijgt na aankomst van de raadsman op het politiebureau de gelegenheid om vijftien
minuten vertrouwelijk met de raadsman te spreken.
Hoe schakel ik een raadsman in voor vervolgverhoren?
Dit gaat vrijwel geheel op dezelfde manier als bij het eerste verhoor na consultatiebijstand. Bij het
inschakelen van een raadsman voor het eerste verhoor na consultatiebijstand wordt gesproken over
‘na afloop van de consultatiebijstand’. Lees op die plek ‘na afloop van het verhoor’.
Voordat je een raadsman benadert, is het van belang om in het systeem te checken wie de huidige
raadsman van de verdachte is en stil te staan bij de vraag wanneer de termijn afloopt voor ophouden
of, indien van toepassing, de inverzekeringstelling. Als je op dit punt problemen voorziet, bespreek
deze dan via de lijn van hOvJ/ OvJ.
Wat als de raadsman niet aanwezig kan zijn op het door de politie vermelde tijdstip voor
verhoor?
Als de raadsman niet aanwezig kan zijn op het door de politie vermelde tijdstip voor verhoor (en ook
niet in het uur daarna), moet hij binnen dat uur een vervangende raadsman regelen. Als dit niet
mogelijk is, kan de politie bekijken in hoeverre zij deze maximale termijn kan oprekken in relatie tot het
onderzoek.
4.5 Verhorend ambtenaar
4.5.1 Wijzen op recht op rechtsbijstand
Moet ik bij elk verhoor de verdachte nogmaals wijzen op zijn recht op verhoorbijstand?
De opsporingsambtenaar moet de verdachte in ieder geval voorafgaand aan het eerste verhoor wijzen
op zijn recht op verhoorbijstand. Daarnaast moeten we hen ook bij de aanhouding en de eventuele
inverzekeringstelling op dit recht wijzen. Het is niet nodig om de verdachte bij elk verhoor opnieuw te
wijzen op zijn recht op verhoorbijstand.
4.5.2 Bevoegdheden/vaardigheden verhorend ambtenaar
Welke bevoegdheden heb ik als een raadsman zich niet houdt aan de regels?
De meest belangrijke bevoegdheid is dat je leiding geeft aan het politieverhoor en de orde binnen het
verhoor en de verhoorruimte handhaaft. Wanneer de raadsman buiten zijn bevoegdheden treedt door
het verhoor te verstoren, dan is het jouw taak om de orde te handhaven en de raadsman te
waarschuwen dat bij een volgende verstoring hem de toegang tot het verdere verhoor ontzegd kan
worden. Indien de raadsman zijn gedrag niet aanpast, dan is de hOvJ bevoegd de raadsman te
bevelen zich voor de duur van het verhoor uit de verhoorruimte te verwijderen. De OvJ moet van de
verwijdering van de raadsman op de hoogte worden gesteld (zie de toelichting op het Besluit Inrichting
en Orde Politieverhoor).
Het verhoor kan alleen voortgezet worden zonder raadsman als de verdachte afstand doet van het
recht op verhoorbijstand. Het ligt voor de hand dat de raadsman weer tot het verhoor wordt toegelaten
als de redenen die aan het bevel ten grondslag liggen naar het oordeel van de hOvJ zijn vervallen. Bij
het volgende verhoor is het de raadsman weer toegestaan om bij het volgende verhoor aan te sluiten.
Is het niet te verwachten dat de raadsman opnieuw toegelaten kan worden tot het verhoor is dit de
enige uitzondering waarbij een ‘nieuwe’ piketadvocaat aangevraagd kan worden via de RvR ondanks
dat er al een verhoor waarbij gesubsidieerde rechtsbijstand is verricht heeft plaatsgevonden.
Hoe werkt het als ik de raadsman uit de verhoorkamer wil verwijderen?
Houdt een raadsman zich niet aan de regels of verstoort hij de orde tijdens het verhoor, dan
waarschuw je hem.
Bij herhaling van zijn gedrag is de hOvJ bevoegd om de raadsman te bevelen zich uit de
verhoorruimte te verwijderen. Daarna kan het verhoor worden hervat als de verdachte afstand doet
van het recht op verhoorbijstand.
De OvJ moet van de verwijdering van de raadsman op de hoogte worden gesteld. Dit blijkt uit de
Toelichting bij het Besluit Inrichting en Orde Politieverhoor.
Het ligt voor de hand dat de raadsman weer tot het verhoor wordt toegelaten als de redenen die aan
het bevel ten grondslag liggen naar het oordeel van de hulpofficier zijn vervallen.
Hoe kan ik voorkomen dat er discussies ontstaan over het waarschuwen van de raadsman en
de verwijdering uit de verhoorkamer?
Jij hebt als verhorend ambtenaar de leiding over het verhoor en handhaaft de orde binnen het verhoor
en de verhoorruimte. Je weet wat de regels van het verhoor zijn en kent jouw eigen bevoegdheden en
die van de raadsman. Bij het consequent en duidelijk toepassen van regels en bevoegdheden straal je
uit dat je de regie in handen hebt.
Indien de raadsman zich niet aan de regels houdt dan wel de orde tijdens het verhoor verstoort en de
raadsman een waarschuwing krijgt, dan leg je deze waarschuwing en de motivatie daarvoor direct
vast in het proces-verbaal van verhoor.
Om discussies met de hOvJ te vermijden, kan een time out ingelast worden om met de hOvJ af te
stemmen over het gedrag van de raadsman. Blijft de raadsman, na te zijn gewaarschuwd, de orde van
het verhoor verstoren, dan is de hOvJ bevoegd de raadsman te bevelen zich uit de verhoorruimte te
verwijderen. Van deze verwijdering moet de OvJ zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld (zie de
toelichting op het Besluit Inrichting en Orde Politieverhoor).
Ook moet de verwijdering en de motivatie daarvan door de hOvJ worden vastgelegd in een proces-
verbaal.
Wat doe ik als de raadsman aangeeft dat de verdachte een vraag niet begrijpt?
Als de raadsman aangeeft dat de verdachte een hem gestelde vraag niet begrijpt, dan stel je de vraag
anders. Op deze manier kan de raadsman eraan bijdragen dat in de strafzaak geen discussie ontstaat
over de verklaring van de verdachte.
Leg de opmerking van de raadsman vast in het proces-verbaal, evenals je motivatie waarom jij je
vraag wel of niet hebt aangepast.
Wat doe ik als de raadsman aangeeft dat ik het pressieverbod niet in acht neem?
Als de raadsman van mening is dat je het pressieverbod niet in acht neemt of ongeoorloofde druk
uitoefent (art 29 SV, lid 1), dan leg je deze opmerking vast in het proces-verbaal.
Ben je van mening dat de raadsman een juiste opmerking maakt, pas dan je vragen aan.
Als je het niet eens bent met de raadsman, vermeld je dit samen met jouw motivering in het proces-
verbaal.
Wat doe ik als de raadsman aangeeft dat de verdachte uitgeput of in de war is en het verhoor
niet voort kan zetten?
De raadsman kan erop attenderen dat de psychische of fysieke gesteldheid van de verdachte zodanig
is dat deze een verantwoorde voortzetting van het verhoor in de weg staat.
Ben jij die mening ook toegedaan, dan moet het verhoor gestopt worden.
Als je het oneens bent met de raadsman, vermeld je dit samen met jouw motivering in het proces-
verbaal.
Wat doe ik als de raadsman met zijn laptop, tablet of smartphone opnamen (geluid en/of beeld)
van het verhoor maakt?
Het maken van geluidsopnamen is verboden.
De laptop, tablet of smartphone mag door de raadsman alleen gebruikt worden voor het aannemen
van piketmeldingen en voor het maken van aantekeningen. Ook het maken van geluiden met zijn
apparatuur (met uitzondering van het geluid van het aanslaan van de toetsen) is niet toegestaan.
Maakt de raadsman opnamen of wordt hij gewaarschuwd, dan moet dit in het proces-verbaal worden
opgenomen. Gaat de raadsman hier na waarschuwing toch mee door, dan kan de hOvJ hem voor de
duur van het verhoor uit de verhoorkamer verwijderen. Het verhoor kan worden hervat als de
verdachte afstand doet van het recht op verhoorbijstand. De OvJ moet van de verwijdering van de
raadsman op de hoogte worden gesteld (zie toelichting Besluit Inrichting en Orde Politieverhoor). Het
ligt voor de hand dat de raadsman weer tot het verhoor wordt toegelaten als de redenen die aan het
bevel ten grondslag liggen naar het oordeel van de hOvJ zijn vervallen.
4.5.3. Verdachte wil alsnog verhoorbijstand
Wat doe ik als de verdachte tijdens het verhoor aangeeft dat hij een raadsman wil?
Als een aangehouden verdachte, die eerder aangaf geen gebruik te willen maken van zijn recht op
verhoorbijstand, tijdens het verhoor aangeeft dat hij toch bijstand van een raadsman wil, stop dan het
verhoor.
e zorgt ervoor dat de verdachte bij het verdere verhoor door een raadsman bijgestaan wordt.
Gaat het om een feit waarop geen voorlopige hechtenis is toegelaten, dan moet de aangehouden
verdachte de raadsman zelf betalen. Bij feiten waarop voorlopige hechtenis is toegelaten, kan de
aangehouden verdachte gebruikmaken van gesubsidieerde verhoorbijstand. Niet-aangehouden
verdachten hebben nooit recht op gesubsidieerde consultatie- en/of verhoorbijstand.
Let wel: wanneer er in een eerder stadium (consultatie) al een raadsman is toegewezen, dan kan er
geen raadsman worden aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand. In dat geval neem je contact
op met de eerder toegewezen raadsman.
4.5.4. Proces-verbaal Verhoor
Wat moet ik allemaal registreren in het PV Verhoor?
In het proces-verbaal van verhoor registreer je, indien van toepassing, een aantal zaken:
de aan- of afwezigheid van de raadsman;
de waarschuwing aan de raadsman dat hij zich niet aan de regels houdt;
het bevel tot verwijdering door de hOvJ, nadat de raadsman vruchteloos gewaarschuwd is;
de opmerkingen van de raadsman dat een verdachte een vraag niet begrijpt;
de opmerking van de raadsman dat het pressieverbod(uitoefenen van ongeoorloofde druk) niet in
acht genomen wordt;
de opmerking van de raadsman dat zijn cliënt te uitgeput en/of in de war is om het verhoor te
vervolgen;
de opmerking van de verdachte dat hij toch verhoorbijstand wil, na hier eerder vanaf te hebben
gezien;
het feit dat de raadsman geluid- en/of beeldopnamen maakt van het verhoor.
Moet de aanwezigheid van een raadsman bij het verhoor vastgelegd worden?
Ja, de aanwezigheid van een raadsman bij het verhoor moet in het proces-verbaal van verhoor
vastgelegd worden.
4.5.5. Inzien Processtukken
Mag een raadsman de processtukken inzien voor we in verhoor gaan?
Als een raadsman de processtukken wil inzien, moet deze zijn wens voorleggen aan de OvJ. Op basis
van de Wet processtukken is dit namelijk de enige functionaris die bevoegd is om, op verzoek van de
verdachte of de raadsman, processtukken te verstrekken.
Spontane inzageverlening of verstrekking van processtukken is niet toegestaan: er moet altijd een
verzoek zijn gedaan.
Wat processtukken zijn en van welke processtukken de verdachte/raadsman op welk tijdstip kennis
mag nemen, wordt dus uitsluitend beslist door de OvJ.
4.5.6. Nieuw feit
Wat moet ik doen wanneer een nieuw feit ontdekt wordt als de verdachte al is voorgeleid?
Stel: de verdachte is aangehouden voor een C-feit en na voorgeleiding vloeit uit alles wat op dat
moment bekend is een nieuw strafbaar feit uit de B-categorie voort.
In dit geval kan de verdachte in overleg met de hOvJ opnieuw worden aangehouden. Als het geen
heterdaadsituatie betreft, is ook een bevel van de OvJ nodig. Vervolgens wordt de verdachte opnieuw
aan de hOvJ voorgeleid, start de ophoudtermijn opnieuw en wordt in BVH een nieuw proces gestart.
Vergeet daarbij niet het Salduz-scherm aan te passen naar categorie-B feit.
Deel de verdachte mede dat hij ook gehoord zal worden voor het nieuwe B-feit en dat hij voor dat feit
ook recht heeft op consultatie- en verhoorbijstand. Als de verdachte rechtsbijstand wil, vraagt de hOvJ
een piketraadsman (waaronder een voorkeurspiketraadsman) via het meldingsformulier
MMADVOCA aan bij de Raad voor Rechtsbijstand.
Als de verdachte voor een zelf te betalen raadsman kiest, die dus niet deelneemt aan de
piketregeling, wordt deze raadsman door de politie gebeld. Bij geen gehoor of geen reactie wordt
alsnog een piketraadsman ingeschakeld.
Hoofdstuk 5: Hulpofficier van Justitie
5.1 Categorisering consultatiebijstand
Wat verandert er aan de regels rond consultatiebijstand?
Vanaf 1 maart 2017 geldt dat aangehouden minderjarige verdachten geen afstand meer kunnen doen
van hun recht op consultatiebijstand, ongeacht het strafbare feit of hun leeftijd. Voor de aangehouden
minderjarige verdachte moet dus altijd een raadsman worden opgeroepen voor het verlenen van
consultatiebijstand.
Voor de groep aangehouden meerderjarige kwetsbare verdachten met een verstandelijke beperking,
psychische stoornis en/of cognitieve functiestoornis en aangehouden verdachten van A-feiten, geldt
dat zij alleen afstand kunnen doen van hun recht op consultatiebijstand na overleg met een raadsman.
Voor deze aangehouden verdachten moet om die reden altijd een raadsman worden opgeroepen.
Verder is de categorisering van A-, B- en C-feiten enigszins aangepast. De nu geldende
categorisering is als volgt:
A-zaken: feiten waarop twaalf jaar gevangenisstraf of meer staat.
B-zaken: feiten waarop voorlopige hechtenis is toegestaan.
C-zaken: feiten waarop geen voorlopige hechtenis is toegestaan.
Kwetsbare verdachten: verdachten met een verstandelijke beperking, psychische stoornis en/of
cognitieve functiestoornis en minderjarigen.
Wat is een kwetsbare verdachte?
Kwetsbare verdachten zijn minderjarige verdachten en verdachten met een verstandelijke beperking,
psychische stoornis en/of cognitieve functiestoornis. Een verdere definiëring is niet terug te vinden in
de wet of de wetsgeschiedenis.
Voor een aangehouden kwetsbare verdachte moet altijd een raadsman worden opgeroepen voor
consultatiebijstand.
Een verstandelijke beperking, psychische stoornis of cognitieve functiestoornis is soms lastig vast te
stellen. Bij de voorgeleiding moet de hOvJ snel beslissen of een verdachte als kwetsbare verdachte
moet worden aangemerkt. Voor de vaststelling is het dan ook niet mogelijk om terug te vallen op
specifieke rapportages van deskundigen. Het gaat in dat stadium dan ook om de ‘kennelijke
kwetsbaarheid’ van de verdachte. Bij twijfel of de verdachte een verstandelijke beperking, psychische
stoornis of een cognitieve functiestoornis heeft en dus kwetsbaar is, moet altijd een raadsman
opgeroepen worden. Voor hulpmiddelen voor de vaststelling of de verdachte een kwetsbare verdachte
is, wordt verwezen naar de pagina voor de hOvJ op Kompol.
Voor wat betreft aangehouden minderjarige verdachten geldt eveneens dat altijd een raadsman
opgeroepen moet worden voor consultatiebijstand.
De raadsman overlegt met de verdachte over de noodzaak van zijn aanwezigheid en deelname aan
het verhoor en bespreekt de uitkomst met de hOvJ. Op verzoek van de verdachte of diens ouders (of
voogd) verleent de raadsman verhoorbijstand.
5.2 Voorgeleiding
Moet ik de verdachte nogmaals wijzen dat hij recht op verhoorbijstand heeft, bij de
voorgeleiding?
Nee, de opsporingsambtenaar moet de verdachte bij de aanhouding en in ieder geval voorafgaand
aan het eerste verhoor (en waar van toepassing voor de inverzekeringstelling) wijzen op zijn recht op
verhoorbijstand. De hOvJ toetst bij de voorgeleiding of de verdachte op het recht op (consultatie- en)
verhoorbijstand is gewezen en als dat niet het geval is deelt hij de verdachte dit recht alsnog mee.
5.3 Inverzekeringstelling
Moet ik de verdachte wijzen op zijn recht op verhoorbijstand bij het verhoor voor
inverzekeringstelling?
Ja, de verdachte heeft ook bij het verhoor voor inverzekeringstelling recht op verhoorbijstand. Dit
betekent dat met het verhoor voor inverzekeringstelling gewacht moet worden op de raadsman. In dat
verband moet je als hOvJ in een vroeg stadium bedenken hoe de zaak kan lopen en daarover
afstemming zoeken met de raadsman.
Tip: als er al een raadsman aanwezig is voor het inhoudelijke verhoor van de verdachte binnen de
ophoudduur, kan het raadzaam zijn de verdachte direct na het inhoudelijke verhoor te horen voor de
inverzekeringstelling. De raadsman is op dat moment nog aanwezig. Ook wanneer nog niet duidelijk is
of de verdachte uiteindelijk in verzekering gesteld zal worden, kan deze methode veel tijd besparen.
Immers wanneer op een later moment alsnog besloten wordt tot in verzekeringstelling, moet de
raadsman opnieuw worden opgeroepen, wat een nieuwe wachttijd met zich meebrengt.
Kan ik een verdachte in verzekering stellen zonder raadsman?
Ja, maar dan kunnen alleen procedurele vragen gesteld worden (dus geen inhoudelijke).
Als hOvJ moet je in een vroeg stadium bedenken hoe de zaak kan lopen en daarover afstemming
zoeken met de raadsman als de verdachte verhoorbijstand wil bij het verhoor voor
inverzekeringstelling. Na aankomst van de raadsman op het politiebureau krijgt de verdachte de
gelegenheid om dertig minuten vertrouwelijk met de raadsman te spreken, tenzij dit gesprek al heeft
plaatsgevonden in het kader van consultatiebijstand of de eerdere verhoorbijstand. Deze termijn van
30 minuten kan, door de hOvJ, nog eens met 30 minuten worden verlengd, wanneer het belang van
het onderzoek zich daar niet tegen verzet. Dreigt de termijn voor het ophouden voor onderzoek te
verlopen omdat de raadsman er niet is om verhoorbijstand te verlenen bij het verhoor voor
inverzekeringstelling en wil de verdachte geen afstand doen van het recht op verhoorbijstand? Dan
kan het verhoor voor inverzekeringstelling plaatsvinden zonder raadsman. Het verhoor mag dan alleen
niet het karakter hebben van een inhoudelijk verhoor. Het moet beperkt blijven tot procedurele vragen.
De hOvJ verwerkt zijn handelingen in het proces-verbaal van verhoor voorafgaand aan de
inverzekeringstelling.
Het inhoudelijke verhoor moet dan noodgedwongen na het bevel tot inverzekeringstelling
plaatsvinden, wanneer er wel een raadsman beschikbaar is.
5.4 Verwijderen raadsman tijdens verhoor
Wat doe ik als een verhorend ambtenaar bij mij komt om een raadsman de toegang tot het
verdere verhoor te ontzeggen?
De verhorend ambtenaar heeft de leiding tijdens het verhoor.
Als een raadsman zich niet houdt aan de orde tijdens het verhoor of de orde in de verhoorruimte
verstoort en als hij daar al door de verhorend ambtenaar voor gewaarschuwd is, dan heb je de
bevoegdheid om de raadsman te bevelen zich uit de verhoorruimte te verwijderen. Dit kan het geval
zijn als de raadsman vragen voor de verdachte beantwoordt of het verhoor opneemt op zijn
smartphone, tablet of laptop. Na het bevel tot verwijdering moet de hOvJ direct de OvJ informeren.
De verwijdering van de raadsman, de motivering voor je bevel en het melden hiervan aan de officier
van justitie leg je vast in een proces-verbaal. Als de verdachte kiest voor een vervangende raadsman,
stuurt je een e-mail naar de Raad voor Rechtsbijstand. Het mailadres van de Raad voor
Rechtsbijstand [email protected]. Geef de e-mail als onderwerpregel Vervangende raadsman
voor verwijderde raadsman. En geef de e-mail hoge prioriteit. In de e-mail vermeld je dat het gaat om
een vervangende raadsman aangezien de eerdere raadsman is verwijderd en je vermeldt ook het A-
nummer en de naam van de verwijderde raadsman. Wanneer een vervangende raadsman is
aangevraagd, wordt de verwijderde raadsman niet meer toegelaten tot de verhoren.
5.5 Bevoegdheid hOvJ horen zonder rechtsbijstand
Kan ik de verdachte (laten) horen zonder rechtsbijstand als zich een noodsituatie voordoet?
Ja, er zijn twee noodsituaties. De eerste gaat om situaties wanneer er een dringende noodzaak
bestaat om ernstige negatieve gevolgen voor leven, vrijheid of fysieke integriteit van een persoon te
voorkomen.
Bijvoorbeeld als je een gijzelnemer hebt aangehouden, terwijl de gijzeling nog voortduurt, of een
bankrover is aangehouden en de gewapende medeverdachten op de vlucht zijn. Dan is het mogelijk
om de verdachte terstond na aanhouding (ter plaatse) te verhoren zonder aanwezigheid van een
raadsman. Dit is de enige noodsituatie waarbij de hOvJ bevoegd is om zelfstandig te besluiten de
verdachte te horen en voorbij te gaan aan het recht op rechtsbijstand.
Leg dit besluit en je motivering ervan goed vast in een proces-verbaal. Zodra je in de gelegenheid
bent, stel je de OvJ in kennis van je besluit en motivering.
De tweede dringende noodzaak ontstaat als niet direct starten met het verhoor het onderzoek
aanzienlijke schade toe zou brengen. ‘Aanzienlijke schade’ wordt niet concreet beschreven in de
regelgeving. Het is helder dat de schade groot moet zijn als je de verdachte zo’n belangrijk recht wilt
onthouden. Waarbij in de Memorie van Toelichting is aangegeven dat het criterium ‘aanzienlijke
schade’ een zwaarder criterium is als het criterium ‘in het belang van het onderzoek’.
De beslissing kan de hOvJ alleen nemen met toestemming van de OvJ. Uiteraard moet dit besluit,
onder vermelding van motivering en toestemming OvJ, in een proces-verbaal vastgelegd worden.
5.6 Vastlegging proces-verbaal
In welk proces-verbaal leg ik het verhoor in verband met de voorgeleiding en melding aan Raad
voor Rechtsbijstand vast?
Het melden van deze gegevens gebeurt in het PV Voorgeleiding hOvJ.
Kan een hOvJ zijn bevindingen tijdens de voorgeleiding nog in een PV Aanhouding (laten)
opnemen (en meetekenen)?
Nee, de hOvJ moet sinds 1 maart 2016 altijd zelf een PV Voorgeleiding hOvJ opmaken en zelf het
meldingsformulier voor de Raad voor Rechtsbijstand invullen.
Hoofdstuk 6: Verhoor
6.1 Opstelling verhoorkamer
Wat is de opstelling in de verhoorkamer?
Naast de verdachte, de raadsman en een of twee verhorend ambtenaren kan er ook een tolk in de
verhoorkamer aanwezig zijn. De raadsman zit zoveel mogelijk naast de verdachte, en de verhorend
ambtenaar zoveel mogelijk tegenover de verdachte en zijn raadsman. Om flexibel met de beschikbare
ruimte om te kunnen gaan, is voor de tolk geen plek aangewezen waar hij bij voorkeur moet zitten.
6.2 Leiding verhoor
Wie heeft de leiding over het verhoor?
De verhorend ambtenaar heeft de leiding over het verhoor en heeft de taak om het verhoor ordelijk te
laten verlopen. Een belangrijk uitgangspunt is daarbij dat de verhorend ambtenaar de leiding heeft
over het verhoor en de orde binnen het verhoor en de verhoorruimte handhaaft.
6.3 Bevoegdheden raadsman tijdens verhoor
Welke rol heeft de raadsman tijdens de verhoorbijstand?
Direct na aanvang van het verhoor en direct na afloop van het verhoor mag de raadsman vragen
stellen of opmerkingen maken. De raadsman mag alle vragen stellen die hem dienstig voorkomen. Dit
zijn ook inhoudelijke vragen.
Verder mag de raadsman tijdens het verhoor jou er als verhorend ambtenaar op wijzen:
- dat de verdachte een vraag niet begrepen heeft;
- dat jij ongeoorloofde druk uitoefent op de verdachte;
- dat de toestand waarin de verdachte verkeert een verantwoorde voortzetting van het verhoor
verhindert.
Hij mag ook vragen beantwoorden als hij hiervoor toestemming heeft van jou of je verhorend collega
en de verdachte.
Mag een raadsman tijdens het verhoor vragen stellen of opmerkingen maken?
Nee, een raadsman is in principe niet bevoegd om tijdens het verhoor vragen te stellen of
opmerkingen te maken. Het verhoor is een gesprek tussen verdachte en politie en niet een
driegesprek.
De raadsman is primair aanwezig bij het verhoor om toe te zien op een goede gang van zaken.
Daarvoor heeft hij een aantal bevoegdheden.
De verhorend ambtenaar kan echter zelf besluiten om de raadsman toch ruimte te bieden in het
belang van een goedlopend verhoor. Bedenk dat de raadsman vanuit zijn rol ook inzicht heeft in welke
informatie relevant is en mogelijk weet wanneer zijn cliënt iets kan verduidelijken.
Ervaringen in het buitenland leren dat het goed kan werken als een raadsman de gelegenheid krijgt
om dit soort opmerkingen te maken. Maar het is aan de verhorend ambtenaar om te bepalen of hij die
ruimte geeft. Ook bepaalt de verhorend ambtenaar zelf of hij vindt dat hij door het gedrag van de
raadsman teveel wordt belemmerd bij het afnemen van het verhoor. Ga niet in discussie.
Het volstaat om erop te wijzen dat de regels aangeven dat een raadsman verwijderd kan worden als
hij de orde van het verhoor verstoort.
Mag een raadsman het verhoor onderbreken voor onderling overleg met de verdachte?
Ja, maar alleen in alle redelijkheid en dus niet als de voortgang van het verhoor belemmerd wordt.
Dit betekent bijvoorbeeld dat niet keer op keer om onderbreking van het verhoor voor onderling
overleg kan worden gevraagd. Ook de verdachte mag in alle redelijkheid verzoeken om tussentijds te
overleggen met zijn raadsman.
Als een dergelijk verzoek afgewezen wordt, moet je dit vermelden en motiveren in het proces-verbaal.
Het toestaan van één of meerdere onderbrekingen kan ook een positieve bijdrage leveren aan het
behalen van de doelstellingen van het verhoor. Een verdachte zal mogelijk eerder bereid zijn te
verklaren als hij, na met nieuwe informatie te zijn geconfronteerd, de kans heeft gehad met zijn
raadsman te overleggen. Het is dan ook belangrijk om, afhankelijk van de omstandigheden van het
geval, te bekijken of meerdere onderbrekingen kunnen worden toegestaan.
Vindt het verhoor plaats zonder aanwezigheid van een raadsman, en vraagt de verdachte om
onderbreking van het verhoor, gelden dezelfde regels: doen als het kan en anders motiveren in het
proces-verbaal.
Kan de raadsman een verdere deelname aan het verhoor worden ontzegd?
Ja, de raadsman mag tijdens het verhoor niet buiten de hem gegeven bevoegdheden treden. Hij mag
daarvan geen onredelijk gebruik maken en mag de orde niet verstoren.
Wanneer hij zich daaraan niet houdt, kan hem, na een waarschuwing door de verhorend ambtenaar,
door de hOvJ verdere deelname aan het betreffende verhoor worden ontzegd. De hOvJ stelt de OvJ
van de verwijdering in kennis. Zie toelichting op Besluit Inrichting en Orde Politieverhoor.
De raadsman kan weer toegelaten worden als de redenen voor verwijdering volgens de hOvJ zijn
vervallen. Als het er naar uitziet dat het verhoor niet meer met de verwijderde raadsman kan worden
hervat, bespreek dan met de verdachte of hij afstand wil doen van het recht op rechtsbijstand of dat hij
een vervangende raadsman wil.
Wanneer er onvoldoende tijd is om een vervangende raadsman aan te vragen, kan het verhoor direct
na verwijdering van de raadsman uitsluitend worden hervat als de verdachte afstand doet van het
recht op verhoorbijstand.
Mag een raadsman een laptop, tablet of smartphone bij zich hebben bij het verhoor?
Ja, een raadsman mag zijn laptop, tablet of smartphone meenemen in de verhoorruimte. Het enige
doel van het meenemen van laptop, tablet of smartphone is dat hij dan op tijd nieuwe piketmeldingen
kan ontvangen en accepteren en aantekeningen kan maken.
Het is de raadsman verboden om deze middelen (bijvoorbeeld zijn telefoon) voor andere doeleinden
te gebruiken. Bijvoorbeeld om de verdachte te laten bellen of om opnamen van het verhoor te maken
6.4 Afwijkingsbevoegdheid verhoorbijstand
Wanneer kan worden afgeweken van de verhoorbijstand (afwijkingsbevoegdheid)?
Er zijn slechts twee dwingende redenen waarom (tijdelijk) van het recht op bijstand door een
raadsman kan worden afgeweken:
1. als direct verhoor een einde kan maken aan een ernstig misdrijf waarbij het leven, de vrijheid
of de gezondheid van een persoon in het geding is (bijvoorbeeld een gijzeling of ontvoering) of
als het een (terroristische) aanslag kan voorkomen.
2. als niet direct starten met het verhoor het onderzoek aanzienlijke schade toe zou brengen. Dit
laatste argument wordt niet concreet beschreven in de nieuwe regelgeving, maar het is zeker
dat de schade groot moet zijn om de verdachte zo’n belangrijk recht te onthouden. Uit de
Memorie van Toelichting blijkt dat het criterium van ‘aanzienlijke schade’ een zwaarder
criterium is dan het criterium ‘in het belang van het onderzoek’.
Wat moet je doen als je wilt afwijken van de verhoorbijstand?
Er zijn maar twee zwaarwegende redenen waarom je mag afwijken van het recht op verhoorbijstand.
Stel je de afwijkingsbevoegdheid meteen na een aanhouding vast (je houdt bijvoorbeeld een
gijzelnemer aan, maar de gijzeling duurt nog voort) dan kan de hOvJ hier zelfstandig over beslissen.
In alle overige gevallen is de toestemming van de OvJ vereist.
Leg het besluit tot afwijking vast in het proces-verbaal, onder vermelding van de motivatie.
Zodra de noodzaak geweken is, moet de raadsman tot het verhoor worden toegelaten.
In die gevallen waarin de redenen die het zonder uitstel beginnen met het verhoor rechtvaardigen,
geen beletsel vormen om het- om die redenen- reeds aangevangen verhoor te onderbreken, moet de
raadsman tot het verhoor worden toegelaten.
6.5 Getuige wordt verdachte tijdens verhoor
Wat als een getuige tijdens het verhoor een verdachte wordt?
Een getuige hoort vooraf te weten dat hij als getuige wordt gehoord. Net zoals een verdachte moet
horen dat hij verdachte is. Mocht de status van een getuige veranderen in die van verdachte, dan
gelden meteen de regels rond consultatie- en verhoorbijstand.
Het verhoor moet direct worden gestaakt, de getuige moet horen van welk strafbaar feit hij nu
verdachte is en welke rechten daarbij horen. Voorafgaand aan zijn eerste verhoor als verdachte wordt
hem ook het recht op consultatie- en verhoorbijstand meegedeeld.
Hoofdstuk 7: Raadsman
7.1 piketraadsman, voorkeurspiketraadsman en de zelf te betalen raadsman
Wat is het verschil tussen een piketraadsman, voorkeurspiketraadsman en een zelf te betalen
raadsman?
Piketraadsman: Raadsman die voorkomt op de lijst van de Raad voor Rechtsbijstand en die
piketdienst heeft. Deze raadsman staat verdachten bij die geen voorkeur voor een bepaalde
piketraadsman hebben uitgesproken. De betaling vindt plaats via de Raad voor Rechtsbijstand.
Voorkeurspiketraadsman: Raadsman die voorkomt op de lijst van de Raad voor Rechtsbijstand en
waarvoor de verdachte zijn voorkeur uitspreekt. Deze raadsman hoeft niet noodzakelijkerwijs
piketdienst te hebben op het moment van de aanvraag. Wanneer hij beschikbaar is, komt hij. De
betaling gebeurt via de Raad voor Rechtsbijstand.
Zelf te betalen raadsman: Raadsman waar de verdachte om verzoekt, maar die niet voorkomt op de
lijst van de Raad voor Rechtsbijstand. De verdachte moet zelf de naam en/of het telefoonnummer van
de zelf te betalen raadsman geven. De politie doet hierna het verzoek om rechtsbijstand. De niet-
aangehouden verdachte en de aangehouden meerderjarige niet-kwetsbare verdachte van C-feiten
regelt de raadsman zelf. De kosten van de raadsman zijn voor rekening van de verdachte.
Kan de verdachte aangeven dat hij een gekozen (eigen) raadsman wil?
Ja, net als bij consultatiebijstand kan de verdachte bij verhoorbijstand kiezen voor een zelf te betalen
raadsman. In de praktijk maakt hij deze keuze doorgaans tijdens de voorgeleiding aan de hOvJ, waar
de verdachte kan aangeven door welke raadsman hij zich wil laten bijstaan.
Is deze raadsman ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand, dan wordt dit een
‘voorkeurspiketraadsman’ genoemd. Staat deze raadsman niet ingeschreven bij de Raad voor
Rechtsbijstand, dan noemen we dit een ‘zelf te betalen raadsman’.
7.2 categorisering feiten voor consultatiebijstand
Welke regels gelden voor het inschakelen van een raadsman voor consultatiebijstand?
De regels rond consultatiebijstand zijn enigszins gewijzigd. Voor de aangehouden meerderjarige
kwetsbare verdachten met een verstandelijke beperking, psychische stoornis en/of cognitieve
functiestoornis en aangehouden verdachten van A-feiten geldt dat zij alleen afstand kunnen doen van
hun recht op consultatiebijstand na overleg met een raadsman.
Daarnaast geldt dat aangehouden minderjarige verdachten geen afstand meer kunnen doen van hun
recht op consultatiebijstand, ongeacht het strafbare feit of leeftijd.
De categorisering van A-, B- en C-feiten is aangepast. De nu geldende categorisering is als volgt:
A-zaken: feiten waarop 12 jaar gevangenisstraf of meer staat.
B-zaken: voorlopige hechtenis feiten.
C-zaken: feiten waarop geen voorlopige hechtenis mogelijk is.
Kwetsbare verdachte: verdachte met een verstandelijke beperking, psychische stoornis en/of
cognitieve functiestoornis en minderjarigen.
7.3 financiering raadsman
In welke gevallen wordt de consultatiebijstand vergoed?
Consultatiebijstand wordt vergoed voor aangehouden verdachten van A- en B-feiten. En bij C-feiten
voor aangehouden kwetsbare verdachten (verdachten met verstandelijke beperking, psychische
stoornis, cognitieve functiestoornis en minderjarigen (leeftijd van 12 t/m 17 jaar)).
In welke gevallen wordt de verhoorbijstand vergoed?
Verhoorbijstand wordt vergoed voor aangehouden verdachten van A- en B-feiten die gebruikmaken
van een (voorkeurs)piketraadsman. Uitgenodigde verdachten hebben geen recht op vergoeding van
verhoorbijstand. Ook wanneer een aangehouden verdachte kiest voor een zelf te betalen raadsman
die niet aan de piketregeling deelneemt, wordt de verhoorbijstand niet vergoed.
7.4 inschakelen raadsman/ inplannen verhoor
Hoe maak ik een afspraak met de raadsman over het tijdstip van het eerste verhoor na
consultatiebijstand?
Het uitgangspunt is dat de raadsman die consultatiebijstand heeft verleend ook de verhoorbijstand
verleent.
Als de verdachte tijdens de consultatiebijstand aangeeft dat hij verhoorbijstand wil, is het voor het
inplannen van het tijdstip van verhoor, zowel voor de politie als voor de advocatuur, belangrijk dat dit
bij de politie bekend wordt.
Voor aangehouden minderjarigen geldt dat zij verplicht consultatiebijstand ontvangen. Na afloop van
die consultatiebijstand moet de raadsman de hOvJ informeren over de uitkomst daarvan, wel of geen
verhoorbijstand. Over meerderjarigen doet de wet geen uitspraak. Daarnaast geldt bij minderjarige
verdachten dat ook de ouders/voogd kunnen verzoeken om verhoorbijstand. Dit betekent dat de
ouders/voogd, de beslissing van de minderjarige verdachte tot het doen van afstand van het recht op
consultatiebijstand, kunnen overrulen.
In de situatie dat er na afloop van de consultatiebijstand, waarbij de raadsman fysiek aanwezig was,
een ZaCo/OpCo of zaaksbetrokken verhorend ambtenaar ter plaatse is, kan deze direct mondeling
met de raadsman afstemmen of verhoorbijstand gewenst is. Als het tijdstip voor het verhoor al bekend
is, kan dit ook meteen worden besproken. Is er direct na afloop van de consultatiebijstand geen
genoemde contactpersoon van de politie aanwezig, kan de raadsman het functionele telefoonnummer
bellen, of bij geen gehoor een e-mail sturen naar het functionele e-mailadres. Hierna kan de politie
contact opnemen over het tijdstip voor het eerste verhoor. Wanneer een bericht van de raadsman
achterwege blijft, kan de ZaCo/ OpCo aan de verdachte vragen of hij verhoorbijstand wil. Als dat het
geval is, moet hij contact opnemen met de raadsman om het tijdstip voor het eerste verhoor te
bespreken.
Kan de politie het tijdstip pas op een later moment melden, dan belt de OpCo/ZaCo hierover de
raadsman met gebruik van de eerder verkregen contactgegevens. Mocht de OpCo/ZaCo de raadsman
telefonisch niet kunnen bereiken, spreekt hij het tijdstip onder vermelding van het functionele
telefoonnummer in op de voicemail van de raadsman. Of hij mailt het tijdstip vanaf het functionele e-
mailadres. De raadsman laat vervolgens via het opgegeven, functionele telefoonnummer of e-
mailadres aan de OpCo/ZaCo weten of het tijdstip schikt.
Op welk tijdstip start het eerste verhoor na consultatiebijstand?
Uitgangspunt is dat het eerste verhoor, in het belang van de verdachte en een goede rechtsgang, zo
snel mogelijk na de consultatiebijstand start, bij voorkeur aansluitend daaraan.
Hiervan kan in het belang van het onderzoek worden afgeweken. Bijvoorbeeld omdat er nog
onderzoekshandelingen nodig zijn.
Wat moet ik doen als er na 20.00 uur een raadsman nodig is?
Na 20.00 uur is de Raad voor Rechtsbijstand alleen telefonisch bereikbaar als de komst van de raadsman niet tot de volgende dag kan wachten. Dit is het geval bij levensdelicten, gijzelingen, ontvoeringen of als grote maatschappelijke impact kan worden verwacht. De politie moet in andere gevallen niet zelf in rechtsbijstand gaan voorzien. Alleen als de verdachte een (door hem zelf betaalde) zelf te betalen raadsman heeft, kan daarmee contact worden opgenomen als dat nodig is.
Hoe schakel ik een raadsman in voor het eerste of vervolgverhoor als de verdachte tot dat
moment heeft afgezien van rechtsbijstand en nog niet in verzekering is gesteld (Directe
Verhoorbijstand)?
Als de aangehouden verdachte die nog niet in verzekering is gesteld, pas tijdens het eerste of
opvolgende verhoren voor het eerst rechtsbijstand wil, wordt dit Directe Verhoorbijstand genoemd.
Hiermee geven we aan dat de fase van consultatiebijstand is gepasseerd.
In het geval van een C-feit schakelt de verdachte, volgens de bestaande regels voor consultatie-en
verhoorbijstand, zelf een raadsman voor directe verhoorbijstand in. Aangehouden niet-kwetsbare
verdachten van B-feiten kunnen, evenals bij consultatiebijstand, kiezen tussen een piketraadsman,
voorkeurspiketraadsman of een zelf te betalen raadsman.
Als de verdachte voldoende gegevens van de zelf te betalen raadsman heeft, doet de verhorend
ambtenaar één poging om de door de verdachte gekozen raadsman te bereiken. Bij geen gehoor,
schakelt de verhorend ambtenaar op de voorgeschreven wijze de Raad voor Rechtsbijstand in.
Wanneer een aangehouden verdachte van een B-feit alsnog een piketraadsman voor directe
verhoorbijstand wil, vraagt de verhorend ambtenaar bij de Raad voor Rechtsbijstand een raadsman
aan met het meldingsformulier Directe Verhoorbijstand. Dit kan een voorkeurspiketraadsman zijn.
Voordat een piketraadsman wordt benaderd, is het van belang stil te staan bij de vraag wanneer de
termijn voor ophouden afloopt. Eventueel moet onderzocht worden of de verdachte in verzekering
gesteld kan worden. Als je op dit punt problemen voorziet, bespreek deze dan via de lijn van hOvJ/
OvJ. Dreigt de ophoudduur te verlopen en kan er niet tijdig een raadsman verschijnen, dan kan ervoor
gekozen worden de verdachte alleen procedurele vragen te stellen in het kader van de
inverzekeringstelling. Er mogen dan geen inhoudelijke vragen worden gesteld; hiervoor moet de komst
van de raadsman worden afgewacht.
Voor aangehouden verdachten van A-feiten en aangehouden kwetsbare verdachten kan geen directe
verhoorbijstand worden aangevraagd. Nu zij pas afstand kunnen doen van hun recht op
consultatiebijstand na overleg met een raadsman is voor die groepen al een raadsman opgeroepen en
toegewezen.
Wanneer deze aangehouden verdachten later, na overleg met de raadsman alsnog afstand doen van
consultatie- en verhoorbijstand, en hier tijdens het verhoor op terugkomen, wordt contact opgenomen
met de raadsman die eerder al voor de verdachte is opgeroepen.
Voor al dan niet aangehouden verdachten van C-feiten kan geen directe verhoorbijstand worden
aangevraagd nu deze groep geen recht heeft op gefinancierde rechtsbijstand. Voor deze groep kan
nooit een raadsman worden aangevraagd via de RvR met betrekking tot verhoorbijstand.
Hoe maak ik een afspraak met de piketraadsman over het tijdstip van verhoor bij een
aangehouden, inverzekeringgestelde verdachte die terugkomt op zijn eerder gedane afstand
van het recht op rechtsbijstand?
Bij een aangehouden, inverzekeringgestelde verdachte die terugkomt op zijn eerdere afstand van het
recht op rechtsbijstand, belt de verhorend ambtenaar naar de piketraadsman die de IVS-melding van
de Raad voor Rechtsbijstand heeft geaccepteerd. De afspraak is dat de Raad de contactgegevens
van de betreffende raadsman naar het functionele e-mailadres stuurt dat de politie via het
meldingsformulier IVS heeft opgegeven. Tenzij tussentijds bekend is geworden dat deze raadsman is
vervangen door een andere raadsman; dit hoort de advocatuur dan aan de politie te melden. Binnen
de afdeling moet je afspraken maken waar je dit soort wijzigingen vastlegt. Daardoor beschikken je
collega’s over de meest actuele gegevens van de raadsman die voor een verdachte actief is.
Voordat je de raadsman benadert, is het van belang om stil te staan bij de vraag wanneer de termijn
van inverzekeringstelling afloopt. Als je op dit punt problemen voorziet, bespreek deze dan via de lijn
van hOvJ/ OvJ.
Hoe komt het tijdstip voor verhoor tot stand bij Directe verhoorbijstand?
De raadsman die de melding voor Directe Verhoorbijstand heeft geaccepteerd, dient zo spoedig
mogelijk in contact te treden met de politie omtrent het tijdstip van verhoor.
Als het verhoor al was gestart, moet dit onderbroken blijven tot de komst van de raadsman. Tenzij er
dringende redenen zijn om het verhoor zonder raadsman voort te zetten. Hiervoor is toestemming van
de OvJ benodigd.
De verdachte krijgt na aankomst van de raadsman op het politiebureau de gelegenheid om vijftien
minuten vertrouwelijk met de raadsman te spreken.
Hoe schakel ik een raadsman in voor vervolgverhoren?
Dit gaat vrijwel geheel op dezelfde manier als bij het eerste verhoor na consultatiebijstand. Bij het
inschakelen van een raadsman voor het eerste verhoor na consultatiebijstand wordt gesproken over
‘na afloop van de consultatiebijstand’. Lees op die plek ‘na afloop van het verhoor’.
Voordat je een raadsman benadert, is het van belang om in het systeem te checken wie de huidige
raadsman van de verdachte is en stil te staan bij de vraag wanneer de termijn afloopt voor ophouden
of, indien van toepassing, de inverzekeringstelling. Als je op dit punt problemen voorziet, bespreek
deze dan via de lijn van hOvJ/ OvJ.
7.5 Bevoegdheden Raadsman
Welke rol heeft de raadsman tijdens de verhoorbijstand?
Direct voor aanvang en direct na afloop van het verhoor mag de raadsman alle vragen stellen die hem
‘dienstig’ voorkomen. Dit zijn ook inhoudelijke vragen.
Verder mag de raadsman tijdens het verhoor jou er als verhorend ambtenaar op wijzen:
- dat de verdachte een vraag niet begrepen heeft;
- dat jij ongeoorloofde druk uitoefent op de verdachte;
- dat de toestand waarin de verdachte verkeert een verantwoorde voortzetting van het verhoor
verhindert.
Hij mag ook vragen beantwoorden als hij hiervoor toestemming heeft van jou of je verhorend collega
en de verdachte.
Mag een raadsman tijdens het verhoor vragen stellen of opmerkingen maken?
Nee, een raadsman is in principe niet bevoegd om tijdens het verhoor vragen te stellen of
opmerkingen te maken. Het verhoor is een gesprek tussen verdachte en politie en niet een
driegesprek.
De raadsman is primair aanwezig bij het verhoor om toe te zien op een goede gang van zaken.
Daarvoor heeft hij een aantal bevoegdheden.
De verhorend ambtenaar kan echter zelf besluiten om de raadsman toch ruimte te bieden in het
belang van een goedlopend verhoor. Bedenk dat de raadsman vanuit zijn rol ook inzicht heeft in welke
informatie relevant is en mogelijk weet wanneer zijn cliënt iets kan verduidelijken.
Ervaringen in het buitenland leren dat het goed kan werken als een raadsman de gelegenheid krijgt
om dit soort opmerkingen te maken. Maar het is aan de verhorend ambtenaar om te bepalen of hij die
ruimte geeft. Ook bepaalt de verhorend ambtenaar zelf of hij vindt dat hij door het gedrag van de
raadsman teveel wordt belemmerd bij het afnemen van het verhoor. Ga niet in discussie. Het volstaat
om erop te wijzen dat de regels aangeven dat een raadsman verwijderd kan worden als hij de orde
van het verhoor verstoort.
Mag een raadsman het verhoor onderbreken voor onderling overleg met de verdachte?
Ja, maar alleen in alle redelijkheid en dus niet als de voortgang van het verhoor belemmerd wordt. Dit
betekent bijvoorbeeld dat niet keer op keer om onderbreking van het verhoor voor onderling overleg
kan worden gevraagd. Ook de verdachte mag in alle redelijkheid verzoeken om tussentijds te
overleggen met zijn raadsman.
Als een dergelijk verzoek afgewezen wordt, moet je dit vermelden en motiveren in het proces-verbaal.
Het toestaan van één of meerdere onderbrekingen kan ook een positieve bijdrage leveren aan het
behalen van de doelstellingen van het verhoor. Een verdachte zal mogelijk eerder bereid zijn te
verklaren als hij, na met nieuwe informatie te zijn geconfronteerd, de kans heeft gehad met zijn
raadsman te overleggen. Het is dan ook belangrijk om, afhankelijk van de omstandigheden van het
geval, te bekijken of meerdere onderbrekingen kunnen worden toegestaan.
Vindt het verhoor plaats zonder aanwezigheid van een raadsman, en vraagt de verdachte om
onderbreking van het verhoor, dan gelden dezelfde regels: doen als het kan en anders motiveren in
het proces-verbaal.
Kan de raadsman een verdere deelname aan het verhoor worden ontzegd?
Ja, de raadsman mag tijdens het verhoor niet buiten de hem gegeven bevoegdheden treden. Hij mag
daarvan geen onredelijk gebruik maken en mag de orde niet verstoren.
Wanneer hij zich daaraan niet houdt, kan hem, na een waarschuwing door de verhorend ambtenaar,
door de hOvJ verdere deelname aan het betreffende verhoor worden ontzegd. De hOvJ stelt de OvJ
van de verwijdering in kennis. Zie toelichting bij Besluit Inrichting en Orde Politieverhoor. De raadsman
kan weer toegelaten worden als de redenen voor verwijdering volgens de hOvJ zijn vervallen.
Als het er naar uitziet dat het verhoor niet meer met de verwijderde raadsman kan worden hervat,
bespreek dan met de verdachte of hij afstand wil doen van het recht op verhoorbijstand of dat hij een
vervangende raadsman wil.
Wanneer er onvoldoende tijd is om een vervangende raadsman aan te vragen, kan het verhoor direct
na verwijdering van de raadsman uitsluitend worden hervat als de verdachte afstand doet van het
recht op verhoorbijstand.
Mag een raadsman een laptop, tablet of smartphone bij zich hebben bij het verhoor?
Ja, een raadsman mag zijn laptop, tablet of smartphone meenemen in de verhoorruimte. Het enige
doel van het meenemen van laptop, tablet of smartphone is dat hij dan op tijd nieuwe piketmeldingen
kan ontvangen en accepteren en aantekeningen kan maken.
Het is de raadsman verboden om deze middelen (bijvoorbeeld zijn telefoon) voor andere doeleinden
te gebruiken. Bijvoorbeeld om de verdachte te laten bellen of om opnamen van het verhoor te maken.
7.6 Vervangende raadsman
Wat als de verdachte een andere raadsman wil?
Het uitgangspunt is dat de raadsman die consultatiebijstand heeft verleend ook de verhoorbijstand
verleent. Als de verdachte op enig moment in de piketfase een andere raadsman wil, moet zijn
raadsman voor een vervanger zorgen.
Wat als de raadsman niet aanwezig kan zijn op het door de politie vermelding tijdstip voor
verhoor?
Als de raadsman niet aanwezig kan zijn op het door de politie vermelde tijdstip voor verhoor (en ook
niet in het uur daarna), moet hij binnen dat uur een vervangende raadsman regelen. Als dit niet
mogelijk is, kan de politie bekijken in hoeverre zij deze maximale termijn kan oprekken in relatie tot het
onderzoek.
Wat als het de raadsman niet lukt om in voorkomende gevallen voor een vervanger te zorgen?
Als het een zelf te betalen raadsman niet lukt om voor een vervanger te zorgen, kan de aangehouden
verdachte van een B-feit eventueel voor een piketraadsman kiezen als hij in deze zaak nog geen
bijstand van een piketraadsman heeft gehad. De verhorend ambtenaar stuurt dan het
meldingsformulier Directe verhoorbijstand naar de Raad voor Rechtsbijstand.
Als het een piketraadsman niet lukt om voor een vervanger te zorgen, kan hij – als het eerste verhoor
nog niet heeft plaatsgevonden – de zaak terugleggen bij de Raad voor Rechtsbijstand.
Als het eerste verhoor al is gestart of achter de rug is, kan hij de zaak niet meer terugleggen bij de
Raad. Dat komt doordat de forfaitaire vergoeding dan al aan de eerste raadsman is vergeven.
Als de raadsman geen vervanger kan vinden, een vervanger inschakelt of de zaak teruglegt bij de
Raad voor Rechtsbijstand, dan laat hij dit via het functionele telefoonnummer aan de ZaCo/OpCo
weten. Komt er een vervanger, dan registreert de ZaCo/OpCo de gegevens van deze vervanger in het
politiesysteem en geeft daarbij aan of het om een eenmalige dan wel structurele vervanging gaat.
Kan het verhoor starten als de raadsman te laat is voor consultatiebijstand?
Nee, tenzij er sprake is van een dringende noodzaak of de verdachte alsnog afstand doet van zijn
recht op rechtsbijstand.
De raadsman kan de hOvJ om uitstel vragen als hij door omstandigheden niet binnen de termijn van
twee uur voor consultatiebijstand aanwezig kan zijn. Met dit verzoek kan de hOvJ soepel omgaan als
het onderzoek dit toelaat.
Als de raadsman te laat is én niets van zich heeft laten horen, worden de volgende stappen
doorlopen:
1. de hOvJ doet één poging om de raadsman te bereiken. Bij geen gehoor kan aan de verdachte
gevraagd worden of hij afstand doet van zijn recht op rechtsbijstand. Als de verdachte dat
doet, kan de hOvJ beslissen om het verhoor te starten. Mocht de raadsman alsnog
verschijnen dan kan hij toegelaten worden.
2. Als de verdachte geen afstand doet van het recht op rechtsbijstand kan de hOvJ beslissen om
het verhoor te starten indien daartoe een dringende noodzaak bestaat. Toestemming van de
OvJ is in dit geval vereist.
3. Als de verdachte geen afstand wil doen van het recht op rechtsbijstand en er bestaat geen
dringende noodzaak om het verhoor te starten, kan het zijn dat de verdachte wel met het
verhoor wil starten als er een vervangende raadsman komt. Op voorwaarde dat er nog
voldoende tijd resteert om deze in te schakelen (de wachttijd bedraagt dan namelijk opnieuw
maximaal twee uur), verzoekt de hOvJ aan de Raad voor Rechtsbijstand telefonisch om een
vervangende raadsman. De Raad stuurt een samenvatting van dit verzoek naar het e-
mailadres dat de hOvJ opgeeft. Deze bevestigt de e-mail van de Raad en daarop schakelt de
Raad een andere raadsman in. Als de eerste raadsman alsnog komt, laat de politie deze niet
meer toe.
4. Als de termijn voor ophouden dreigt te verlopen en de politie en de Raad voor Rechtsbijstand
voldoende inspanningen hebben geleverd om rechtsbijstand mogelijk te maken, vindt het
verhoor voor inverzekeringstelling noodgedwongen zonder raadsman plaats. Het verhoor mag
niet het karakter van een inhoudelijk verhoor hebben; er kunnen alleen procedurele vragen
worden gesteld. Het inhoudelijke verhoor moet dan noodgedwongen na het bevel tot
inverzekeringstelling plaatsvinden, wanneer wel een raadsman beschikbaar is.
De handelingen worden door de hOvJ verwerkt in het proces-verbaal van verhoor
voorafgaand aan de inverzekeringstelling.
In het wetsvoorstel is vanwege de wachttijd voor de komst van de raadsman een uitbreiding
van de ophoudduur opgenomen: van zes naar negen uur voorverdachten van VH-feiten. Deze
verlenging is sinds 1 maart j.l. van kracht.
7.7 Starten/voortzetten verhoor zonder raadsman
Kan het verhoor starten of voortgezet worden als er geen enkele raadsman kan komen?
Als geen enkele raadsman kan komen voor het verhoor en de verdachte wil geen afstand doen van
zijn recht op verhoorbijstand, dan kun je niet met het verhoor starten of verdergaan. Afhankelijk van
het moment waarop dit gebeurt en het type delict bestaan er verschillende opties.
Denk aan de verdachte heenzenden, in verzekering stellen en/of het bewandelen van andere
onderzoekslijnen. In elk geval moet contact worden opgenomen met de OvJ, zodat deze een besluit
kan nemen.
Kan het verhoor voortgezet worden als de raadsman is verwijderd?
Nee, dit kan alleen als de verdachte afstand doet van zijn recht op verhoorbijstand of als er een
vervangende raadsman aanwezig is.
De raadsman mag tijdens het verhoor niet buiten de hem gegeven bevoegdheden treden. Hij mag
geen onredelijk gebruik maken van zijn bevoegdheden en de orde niet verstoren. Wanneer hij zich
daar niet aan houdt, kan de hOvJ, na een waarschuwing door de verhorend ambtenaar, de raadsman
verdere deelname aan het verhoor ontzeggen. De hOvJ brengt de OvJ op de hoogte van de
verwijdering. Zie toelichting op Besluit Inrichting en Orde Politieverhoor. De raadsman kan weer
toegelaten worden als de redenen voor de verwijdering volgens de hOvJ zijn vervallen.
Als het er naar uitziet dat het verhoor niet meer met de verwijderde raadsman kan worden hervat,
bespreek dan met de verdachte of hij afstand wil doen van het recht op rechtsbijstand of dat hij een
vervangende raadsman wil.
Wanneer er onvoldoende tijd is om een vervangende raadsman aan te vragen, kan het verhoor direct
na verwijdering van de raadsman uitsluitend worden hervat als de verdachte afstand doet van het
recht op verhoorbijstand.
Wanneer de verdachte in deze situatie geen afstand doet van het recht op verhoorbijstand, neem dan
contact op met de OvJ zodat overleg kan plaatsvinden over de verdere voortgang van het onderzoek
en de mogelijkheid om nog andere onderzoekslijnen te bewandelen.
Hoe vraag ik voor een verwijderde raadsman een vervangende raadsman aan?
Als de verdachte kiest voor een vervangende raadsman, stuurt de hOvJ die de raadsman heeft
bevolen zich uit de verhoorruimte te verwijderen een e-mail naar de Raad voor Rechtsbijstand.
Het mailadres van de Raad voor Rechtsbijstand [email protected]. Geef de e-mail als
onderwerpregel Vervangende raadsman voor verwijderde raadsman. En geef de e-mail hoge prioriteit.
In de e-mail vermeld je dat het gaat om een vervangende raadsman aangezien de eerdere raadsman
is verwijderd. Je vermeldt het A-nummer en de naam van de verwijderde raadsman. De verwijderde
raadsman wordt niet meer toegelaten tot de verhoren indien een vervangende raadsman is
ingeschakeld.
7.8 Raadsman te laat of kan niet op voorgesteld tijdstip
Wat als de raadsman niet aanwezig kan zijn op het door de politie vermelde tijdstip voor
verhoor?
Als de raadsman niet aanwezig kan zijn op het door de politie vermelde tijdstip voor verhoor (en ook
niet in het uur daarna), moet hij binnen dat uur een vervangende raadsman regelen. Als dit niet
mogelijk is, kan de politie bekijken in hoeverre zij deze maximale termijn kan oprekken in relatie tot het
onderzoek.
Kan het verhoor starten als de raadsman te laat is voor consultatiebijstand?
Nee, tenzij er sprake is van een dringende noodzaak of de verdachte alsnog afstand doet van zijn
recht op rechtsbijstand.
De raadsman kan de hOvJ om uitstel vragen als hij door omstandigheden niet binnen de termijn van
twee uur voor consultatiebijstand aanwezig kan zijn. Met dit verzoek kan de hOvJ soepel omgaan als
het onderzoek dit toelaat. Als de raadsman te laat is én niets van zich heeft laten horen, worden de
volgende stappen doorlopen:
1. de hOvJ doet één poging om de raadsman te bereiken. Bij geen gehoor kan aan de verdachte
gevraagd worden of hij afstand doet van zijn recht op rechtsbijstand. Als de verdachte dat
doet, kan de hOvJ beslissen om het verhoor te starten. Mocht de raadsman alsnog
verschijnen dan kan hij toegelaten worden.
2. Als de verdachte geen afstand doet van het recht op rechtsbijstand kan de hOvJ beslissen om
het verhoor te starten indien daartoe een dringende noodzaak bestaat. Toestemming van de
OvJ is in dit geval vereist.
3. Als de verdachte geen afstand wil doen van het recht op rechtsbijstand en er bestaat geen
dringende noodzaak om het verhoor te starten, kan het zijn dat de verdachte wel met het
verhoor wil starten als er een vervangende raadsman komt. Op voorwaarde dat er nog
voldoende tijd resteert om deze in te schakelen (de wachttijd bedraagt dan namelijk opnieuw
maximaal twee uur), verzoekt de hOvJ aan de Raad voor Rechtsbijstand telefonisch om een
vervangende raadsman. De Raad zal eerst nog proberen contact te leggen met de raadsman
en bij bijvoorbeeld geen gehoor stuurt de Raad een samenvatting van het verzoek om een
vervangende raadsman naar het e-mailadres dat de hOvJ opgeeft. Deze bevestigt de e-mail
van de Raad en daarop schakelt de Raad een andere raadsman in. Als de eerste raadsman
alsnog komt, laat de politie deze niet meer toe.
4. Als de termijn voor ophouden dreigt te verlopen en de politie en de Raad voor Rechtsbijstand
voldoende inspanningen hebben geleverd om rechtsbijstand mogelijk te maken, vindt het
verhoor voor inverzekeringstelling noodgedwongen zonder raadsman plaats. Het verhoor mag
niet het karakter van een inhoudelijk verhoor hebben; er kunnen alleen procedurele vragen
worden gesteld. Het inhoudelijke verhoor moet dan noodgedwongen na het bevel tot
inverzekeringstelling plaatsvinden, wanneer wel een raadsman beschikbaar is.
De handelingen worden door de hOvJ verwerkt in het proces-verbaal van verhoor
voorafgaand aan de inverzekeringstelling. In het wetsvoorstel is vanwege de wachttijd voor de
komst van de raadsman een uitbreiding van de ophoudduur opgenomen: van zes naar negen
uur voor verdachten van VH-feiten. Deze verlenging is sinds 1 maart j.l. van kracht.
7.9 Klachten over raadsman
Hoe dien ik een klacht in over een individuele raadsman?
Bij ogenschijnlijk verwijtbaar gedrag, ook in de zin van nalaten, kun je een klacht over de betreffende
raadsman opstellen en via de lijn indienen bij de Deken van Advocaten. Volg voor het doen van een
melding de binnen de eigen eenheid afgesproken route. Verwijtbare gedragingen van de raadsman
kunnen bijvoorbeeld zijn :
het uitlenen van een telefoon aan de verdachte
het maken van opnamen met zijn telefoon, tablet of laptop
het (ernstig) verstoren van de orde van het verhoor waardoor de raadsman verwijderd moet
worden
(meerdere keren) zonder (ogenschijnlijk) goede reden te laat komen zonder dit te melden,
Hierbij ook een klacht aan de RvR sturen.
(meerdere keren) zonder (ogenschijnlijk) goede reden niet komen opdagen voor consultatie-
of verhoorbijstand zonder dit te melden of zonder een vervanger in te schakelen. Hierbij ook
een klacht aan de RvR sturen.
Hoofdstuk 8: Registratie/meldingsformulieren
Wat zijn veranderingen voor het invullen van het meldingsformulier Consultatiebijstand
De hOvJ moet vanaf sinds 1 maart 2016 het meldingsformulier Consultatiebijstand indienen bij de
Raad voor Rechtsbijstand. Vanaf die datum moeten sommige dingen anders worden ingevuld. Het
gaat om:
De contactpersoon moet een zaakscoördinator (ZaCo) of operationeel coördinator (OpCo) zijn
van de afdeling die bezig is met het onderzoek naar de betreffende verdachte.
Het telefoonnummer moet een functioneel telefoonnummer van de ZaCo/OpCo zijn. Dit is niet
het eigen zakelijke telefoonnummer van de ZaCo/OpCo, maar een telefoonnummer dat
verbonden is aan de functie van de ZaCo/OpCo.
Het invoerveld voor een faxnummer is vervangen voor een invoerveld voor een functioneel e-
mailadres. Dit is niet het eigen zakelijke e-mailadres van een politiemedewerker, maar een e-
mailadres dat verbonden is aan de functie van de ZaCo/OpCo. Het is belangrijk dat het e-
mailadres goed wordt gespeld, omdat de Raad voor Rechtsbijstand de contactgegevens van
de raadsman die de melding heeft geaccepteerd geautomatiseerd terugkoppelt.
Als de aangehouden verdachte van een A- of B-feit prijsstelt op een
(voorkeurs)piketraadsman bij het verhoor, dan vul je bij het tijdstip of tijdbestek in wanneer je
verwacht dat het verhoor start. Dat kan in het vrijetekstveld Bijzonderheden, bij de de
opmerking: Indien ja, vermeld indien bekend het verwachte tijdstip van het verhoor bij
Bijzonderheden.
Waarvoor is het nieuwe meldingsformulier Directe Verhoorbijstand bedoeld en wat moet ik
daarop invullen?
Het meldingsformulier Directe Verhoorbijstand wordt ingevuld voor aangehouden verdachten van B-
feiten die afstand van rechtsbijstand hebben gedaan, maar later alsnog verhoorbijstand van een
piketraadsman willen. Daarbij kan de verdachte aangeven of hij een voorkeurspiketraadsman wil.
Iedere opsporingsambtenaar kan het formulier invullen. In de praktijk zal dit waarschijnlijk de
verhorend ambtenaar zijn.
Het formulier wordt alleen ingevuld als het nog zin heeft om een raadsman te laten komen. Als meteen
al duidelijk is dat de raadsman niet kan komen voordat de termijn voor ophouden of IVS afloopt, is het
mogelijk dat de hOvJ de verdachte alleen procedureel hoort in het kader van de inverzekeringstelling.
Er mogen geen inhoudelijke vragen (meer) worden gesteld, dat mag pas nadat de raadsman is
gearriveerd.
Op het meldingsformulier Directe verhoorbijstand wordt dezelfde soort gegevens ingevuld als op het
meldingsformulier Consultatiebijstand, zoals de naam van de ZaCo/OpCo, een functioneel
telefoonnummer en een functioneel e-mailadres. Dit heeft alles te maken met een wederzijds goede
bereikbaarheid van politie en advocatuur.
Waarom moeten op het meldingsformulier Consultatiebijstand ineens andere gegevens worden
ingevuld?
De veranderingen op het meldingsformulier Consultatiebijstand zijn ingegeven door het recht op
verhoorbijstand en het belang van politie en advocatuur om elkaar altijd goed te kunnen bereiken.
Goede bereikbaarheid is bijvoorbeeld cruciaal op het moment dat de politie het tijdstip voor verhoor
aan de raadsman wil melden, of op het moment dat de raadsman aan de politie door wil geven dat hij
te laat komt. In het laatste geval moet de raadsman direct met een relevante contactpersoon van de
politie kunnen bellen.
Hieronder leggen we uit waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt.
De ZaCo/OpCo is een goede contactpersoon, omdat hij vanuit zijn functie altijd weet waar de
verdachte zich bevindt en wanneer hij wordt verhoord. Als je afdeling de functie van
ZaCo/OpCo niet kent, spreek dan met elkaar af welke functionaris die rol kan vervullen.
Een functioneel telefoonnummer is belangrijk in het geval dat de ZaCo/OpCo die op het
meldingsformulier staat, om welke reden dan ook niet (meer) aanwezig is. De raadsman komt
dan automatisch terecht bij de ZaCo/OpCo die de genoemde ZaCo/OpCo heeft
afgelost/opgevolgd.
Een functioneel e-mailadres is belangrijk omdat de Raad voor Rechtsbijstand de
contactgegevens van de raadsman terugkoppelt aan de politie. Met een functioneel e-
mailadres bereiken we dat de afdeling niet afhankelijk is van de aanwezigheid van de op het
meldingsformulier vermelde ZaCo/OpCo. De afdeling moet een afspraak maken over wie
rechten krijgt voor het functionele e-mailadres en op welke plek de ZaCo/OpCo de
contactgegevens van de raadsman in het (politie)systeem moet registreren. De
contactgegevens van de raadsman moeten altijd direct beschikbaar zijn voor collega’s die
contact met de raadsman willen opnemen. Bijvoorbeeld om het tijdstip voor verhoor te melden
of om te vragen waar de raadsman blijft als hij te laat is en zelf geen contact heeft
opgenomen.
De vraag om verhoorbijstand en het verwachte starttijdstip van het verhoor worden vermeld
op het nieuwe meldingsformulier Consultatiebijstand. Zo weet de raadsman meteen bij de
aanvraag voor consultatiebijstand dat hij ook verhoorbijstand moet verlenen en hoe laat het
verhoor (ongeveer) zal starten. Dit komt de tijdige aanwezigheid van de raadsman ten goede.
Wij hebben er daarom belang bij dat we in het vrijetekstveld Bijzonderheden het verwachte
begintijdstip voor verhoor aangeven, als dit bij het invullen van het meldingsformulier al
bekend is. De raadsman kan aan het vermelde tijdstip of tijdsbestek geen rechten ontlenen.
Een deel van de gegevens die ik op het meldingsformulier Consultatiebijstand heb ingevuld, is
niet aangekomen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Hoe kan dat?
Als je het meldingsformulier Consultatiebijstand, IVS of Directe Verhoorbijstand opslaat in BVH, wordt
dit meteen verstuurd naar de Raad voor Rechtsbijstand en door het geautomatiseerde systeem van
de Raad direct doorgestuurd naar een piketraadsman. Na jouw ‘klik met de muis’ op het icoontje voor
‘opslaan’ ontvangt de piketraadsman de melding dus vrijwel meteen zonder dat iemand daar verder
iets voor hoeft te doen.
Als je later aanvullingen maakt of wijzigingen aanbrengt en het opnieuw opslaat, is het in het
politiesysteem verwerkt, maar wordt het meldingsformulier niet nog een keer naar de Raad voor
Rechtsbijstand verzonden. De Raad ontvangt die aanvullingen en wijzigingen simpelweg dus niet.
Als je al een keer op ‘opslaan’ hebt geklikt en daarna nog aanvullingen of wijzigingen in het formulier
wilt maken, zijn er twee situaties mogelijk:
1. De raadsman heeft de melding nog niet geaccepteerd. Dit is het geval als de Raad voor
Rechtsbijstand de contactgegevens van de raadsman nog niet heeft gemaild naar het
functionele e-mailadres dat in het meldingsformulier staat vermeld.
a) Geeft de verdachte aan dat hij een voorkeurspiketraadsman wil, terwijl dit eerder niet was
aangegeven, dan moet de Raad voor Rechtsbijstand de melding bij de piketraadsman
annuleren. Stuur in dit geval een e-mail met als onderwerp Annulering piketraadsman naar de
Raad met de gegevens van de verdachte (naam en geboortedatum) en het A-nummer en de
naam van de voorkeurspiketraadsman. Het e-mailadres van de Raad voor Rechtsbijstand
a) Bij andere wijzigingen maak je een nieuw meldingsformulier aan en stuurt dat automatisch
naar de Raad voor Rechtsbijstand door het op te slaan. Let op: het nieuwe meldingsformulier
heeft een nieuw nummer. Dit moet je laten staan. Vervang het niet door het nummer van het
eerste formulier dat je hebt ingestuurd. Dan gaat het mis. Bij de Raad voor Rechtsbijstand zal
dit tweede formulier automatisch door het systeem aan het eerdere meldingsformulier
gekoppeld worden, op basis van gegevens als het BSN-nummer of de naam in combinatie
met de geboortedatum van de verdachte. Op het moment dat de raadsman de melding
accepteert, kan hij ook de gekoppelde gegevens inzien. Let op: betreft de wijziging zowel het
BSN-nummer als de naam en/ of de geboortedatum van de verdachte, dan kan de koppeling
niet plaatsvinden. Mail in dat geval de wijzigingen naar de Raad voor Rechtsbijstand
2. De raadsman heeft de melding al geaccepteerd. Dit is het geval als de Raad voor
Rechtsbijstand de contactgegevens van de raadsman al heeft gemaild naar het functionele e-
mailadres van de politie zoals dat in het meldingsformulier was opgegeven. Eventuele
wijzigingen/aanvullingen worden direct aan de raadsman doorgegeven en niet aan de Raad
voor Rechtsbijstand.
a) Is de wijziging of aanvulling dringend zaak in verband met de komst van de raadsman, geef
deze dan telefonisch door aan de raadsman. Denk aan de situatie dat de verdachte ineens
een voorkeurspiketraadsman wil. Andere voorbeelden zijn een gewijzigde bezoeklocatie,
heenzending van de verdachte, een gewijzigd tijdstip voor de start van het verhoor of een
wijziging in de naam van de verdachte.
b) Bij niet dringende zaken kunnen wijzigingen/ aanvullingen per e-mail aan de raadsman
worden verzonden.
De afdeling waarop ik werk heeft geen functioneel e-mailadres en telefoonnummer. Wat nu?
Er wordt aan gewerkt om alle relevante afdelingen te voorzien van een functioneel telefoonnummer en
een functioneel e-mailadres voor de ZaCo/OpCo of andere coördinerende contactpersonen.
Zolang deze functionele telefoonnummers en/of e-mailadressen er niet zijn, moet de leidinggevende
van jouw afdeling afspraken met jullie maken over het telefoonnummer en/of e-mailadres dat de hOvJ
moet invullen op de meldingsformulieren voor Consultatiebijstand, Directe Verhoorbijstand en IVS.
De implementatiemanager uit je eenheid is van deze ontwikkeling op de hoogte en je leidinggevende
wordt hierover binnenkort (ook) via de lijn geïnformeerd. Met een (tijdelijk alternatief voor een)
functioneel telefoonnummer en functioneel e-mailadres kan de raadsman van een verdachte altijd
direct een relevante contactpersoon bij de politie bereiken. En op deze manier kun je altijd bij de
contactgegevens van de raadsman.