Homeopathie en Asperger - infopegasus.eu · Homeopathie en Asperger ‘een beetje anders dan...

57
Homeopathie en Asperger Een beetje anders dan anderen Scriptie ter afronding van de opleiding tot klassiek homeopaat aan de School voor Homeopathie te Amersfoort Martine du Floo Januari 2016

Transcript of Homeopathie en Asperger - infopegasus.eu · Homeopathie en Asperger ‘een beetje anders dan...

Homeopathie en Asperger Een beetje anders dan anderen

Scriptie ter afronding van de opleiding tot klassiek homeopaat

aan de School voor Homeopathie te Amersfoort

Martine du Floo

Januari 2016

2

Omslagpagina Watermerk: www.topverhuur.nl

De keuze voor het watermerk en de koptekst in de vorm van puzzelstukjes heb ik gemaakt

omdat mijns inziens zowel de mensen met het syndroom van Asperger als hun omgeving

proberen puzzelstukjes op hun plaats te krijgen om onderling begrip te kweken. Dit is, naar

mijn idee passend bij de inhoud van mijn scriptie.

3

Homeopathie en Asperger Een beetje anders dan anderen

Student : Martine du Floo

Begeleiders : Irma Janssen

Hilde Brombacher

Begeleider vanuit school : Barry Heinrichs

Afstudeerdatum : 2 april 2016

4

Voorwoord

Aan deze scriptie beginnen was het moeilijkste traject van de hele studie.

Dit geldt niet voor de afgelopen studiejaren. Na mijn afgeronde opleiding tot homeopaat voor

dieren was ik zo getroffen door het mooie vak homeopathie, dat ik niet wilde stoppen met

leren over dit vak. Ik mocht instappen in het vierde jaar van de humane studie.

Vooral de verdieping van de humane opleiding heeft me ook in mijn praktijk als ambulant

homeopaat voor dieren veel voordeel gebracht.

De scriptie was een worsteling mede omdat ik me als aankomend homeopaat moeilijk kon

voorstellen dat juist een opleiding als deze mij probeerde te doordringen, dat voor het

schrijven van een scriptie met betrekking tot het syndroom van autisme het toch noodzakelijk

was één bepaald aspect uit dit spectrum te kiezen. Een homeopaat ziet in zijn consult de

mens als individu; ik kon daardoor in eerste instantie het niet eens zijn met een keuze uit de

verschillende vormen in het autismespectrum.

Zowel Barry Heinrichs als Hilde Brombacher hebben me toch weten te overtuigen om te

kiezen voor één bepaald aspect uit dit spectrum ten behoeve van de scriptie. Vooral Hilde

Brombacher heeft me geholpen een keuze te maken uit de ontelbare mogelijkheden uit het

autismespectrum zonder daarbij de individuele benadering van de homeopathische

behandeling uit het oog te verliezen.

Ik wil mijn scriptiebegeleiders hartelijk bedanken voor alle hulp die ze mij geboden hebben

gedurende het schrijven van de scriptie.

Irma Jansen met betrekking tot de adviezen met betrekking tot de inhoud.

Barry Heinrichs voor de opzet.

Hilde Brombacher hartelijk dank voor de intensieve sturing in vraagstelling en structuur

van de scriptie.

Verder mijn dank aan Albert Elsendoorn voor algemene tips, Jeannette Mater voor de hulp op

het gebied van lay-out en Hanny van den Berg voor het taalkundig advies.

5

Samenvatting

Homeopathie en Asperger ‘een beetje anders dan anderen’ is een literatuurstudie over hoe

klassieke homeopathie ingezet kan worden bij mensen met het syndroom van Asperger. De

hoofdvraag van deze scriptie richt zich op in hoeverre de homeopathische materia medica kan

bijdragen in de homeopathische middelkeuze volgens de methode van Kent ten behoeve van

een patiënt met het syndroom van Asperger.

In de tijd van Kent was het begrip syndroom van Asperger nog niet bekend.

Om tot een repertorisatie te komen is daarom de informatie gebruikt uit de DSM IV.

Hierin worden de kenmerken genoemd, waarop een persoon gediagnosticeerd wordt met het

syndroom van Asperger. Zoekterm: DSM-IV-criteria syndroom van Asperger – Balans.

Dit is niet het geval in de DSM V. Hierin worden de diagnoses PDD-NOS (pervasive

developmental disorder-not other specified), syndroom van Asperger en klassiek autisme

samengevoegd onder één noemer: Autismespectrum Stoornis (ASS). Het syndroom van

Asperger vraagt om meer specificatie zoals in de DSM IV wordt aangegeven.

Uitgaande van de literatuurstudie en de repertorisatie is het zeker dat de homeopathische

materia medica kan bijdragen in de homeopathische middelkeuze ten behoeve van een patiënt

met het syndroom van Asperger.

Maar om tot een compleet beeld van de patiënt en de ziekte te komen, zoals de methode van

Kent dat van belang acht, zijn ‘strange, rare and perculiar symptoms’ belangrijk om tot de

keuze van een passend middel te komen.

Alleen een literatuurstudie en de repertorisatie uitgaande van de kenmerken beschreven in de

DSM IV behorend bij een patiënt met het syndroom van Asperger heeft niet voldoende bewijs

geleverd om te staven dat de homeopathische materia medica kan bijdragen in de

homeopathische middelkeuze volgens de methode van Kent ten behoeve van een patiënt met

het syndroom van Asperger.

De middelen die na differentiatie het beste pasten bij de kenmerken van iemand met het

syndroom van Asperger zijn Aurum, Carcinocinum, Cuprum, Silicea, Sulphur en

Tuberculinum.

Deze middelen kunnen als handvat dienen voor de homeopaat die een patiënt met het

syndroom van Asperger behandelt.

De homeopaat gaat ook bij het behandelen van een patiënt met het syndroom van Asperger uit

van de mogelijke oorzaak van de klacht. Daarnaast zijn de vreemde, bijzondere en

karakteristieke symptomen van de klacht en van de individu, zoals bij de methode van Kent

gewoon is, van belang om een passend homeopathisch middel te vinden.

Iemand met het syndroom van Asperger zal in een homeopathisch consult niet anders

geconsulteerd worden dan een patiënt met een andere hulpvraag.

6

Inhoudsopgave

VOORWOORD p. 4

SAMENVATTING p. 5

INHOUDSOPGAVE p. 6

1. Inleiding p. 7 1.1. Probleemstelling

1.2. Aanleiding onderzoek

1.3. Vraagstelling

2. Methoden p. 12

3. Kentiaanse homeopathie p. 16

4. Kenmerken van autisme p. 19

5. Het syndroom van Asperger p. 21

6. Kenmerken van een patiënt met het syndroom van Asperger p. 23

7. Repertorium beschrijving van de kenmerken van het syndroom van p. 25

Asperger

8. Welke middelen komen uit een repertorisatie, gebruik makend p. 28

van de kenmerken van het syndroom van Asperger vermeld

in de DSM IV?

9. Resultaten p. 40

10. Conclusie p. 43

11. Advies p. 45

12. Discussie p. 46

13. Verklarende woordenlijst p. 47

14. Literatuurlijst p. 50

15. Bijlagen p. 52 I Intentieverklaring

II Kenmerken syndroom van Asperger

III Repertorisatie Radar veterinarian ter verificatie

IV Scriptiebegeleidingsformulier

7

1.Inleiding

1.1. Probleemstelling

Tijdens mijn oriëntatie op het scriptie onderwerp heb ik middels vooronderzoek ontdekt dat

volgens schattingen uit internationaal onderzoek zestig tot honderd op de tienduizend mensen

een autismespectrum stoornis hebben. Dertig jaar geleden waren er dat nog twee tot vijf per

tienduizend mensen. Deze stijging wordt doorgaans toegeschreven aan drie oorzaken. Ten

eerste is de definitie van autisme steeds breder geworden. Ten tweede krijgt de aandoening

steeds meer bekendheid. En ten derde stelt de maatschappij steeds hogere eisen aan sociale en

communicatieve vaardigheden, flexibiliteit en zelfredzaamheid.

(Hubbard, 2014)

Deze cijfers gaven mij aanleiding tot nader homeopathisch onderzoek.

Daarnaast stellen veel mensen met autisme de vraag of homeopathie kan helpen tegen de

kwalen die zij hebben. In die zin zijn hun vragen niet essentieel anders dan die van andere

patiënten.

(NVKH, 2015)

De klachten die zij veelvuldig hebben uiten zich vaak in gevoelig zijn voor indrukken van

buitenaf, zoals geluid, geuren en aanraking, gevoelig voor sfeer en gevoelig voor dat wat ze in

hun lichaam krijgen in de vorm van eten, maar ook in de vorm van medicijnen.

(NVKH, 2015)

Door de homeopaat wordt veel tijd en aandacht besteed aan de individuele variaties waarvoor

men gevoelig is en waarvan met last heeft. De homeopaat houdt daar rekening mee bij de

keuze voor een passend geneesmiddel. Doordat de homeopathische geneesmiddelen zo

zacht en subtiel kunnen werken, worden ze door autistische mensen als erg prettig ervaren en

goed verdragen. (NVKH, 2015)

Een andere vraag die vaak gesteld wordt, is of homeopathie deze mensen kan helpen

hun angsten en onvermogen om contact te maken met andere mensen te verminderen of te

genezen. (NVKH, 2015)

Dat laatste is natuurlijk moeilijk, maar ervaringen laten zien, dat het niet onmogelijk is. Of

datgene wat wij autisme noemen echt zal verdwijnen, is de vraag. (NVKH, 2015)

Doelstelling

Ik wil met betrekking tot bovenstaande feiten onderzoeken in hoeverre de materia medica kan

bijdragen in de homeopathische middelkeuze volgens de methode van Kent ten behoeve van

een patiënt met het syndroom van Asperger.

Hiervoor heb ik gekozen voor het doen van een materia medica onderzoek geënt op de

kenmerken van personen met syndroom van Asperger aangegeven in de DSM IV.

8

De reden daarvoor is dat ik wil onderzoeken of er met de kenmerken uit de DSM IV

voldoende informatie verkregen kan worden om tot een keuze van middelen te komen die

ingezet kunnen worden bij mensen met het syndroom van Asperger.

9

1.2. Aanleiding onderzoek

Aanleiding tot mijn keuze voor het onderwerp van de scriptie is dat ik meerdere malen

gemerkt heb dat mensen met het syndroom van Asperger en hun omgeving ‘last’ hebben van

de kenmerken die bij deze stoornis horen. Met name de problemen met sociale vaardigheden

kunnen in een werkomgeving, maar ook bij het opbouwen van een vriendenkring een

belemmering opleveren.

Verder “komen autistische trekken niet alleen bij mensen met autisme voor, maar zijn ook

wijd verspreid onder mensen zonder autisme”. (Delflos, 2011)

Een voorbeeld is dat ik gedurende mijn werk als personal fitness trainer een vrouw gekend

heb met een verleden van pesten en onbegrip van ouders. Ze werd door psychiaters als

iemand met het syndroom van Asperger gediagnosticeerd. Volgens deze psychiaters was het

voor haar onmogelijk een normaal sociaal leven te krijgen en altijd problemen op haar werk

ervaren.

Deze vrouw is door een klassiek homeopaat middels de methode van Kent behandeld en heeft

op dit ogenblik een normaal sociaal leven en een prima werkomgeving.

Daarom wil ik onderzoek doen naar wat de methode van Kent nog meer kan betekenen voor

patiënten met kenmerken van het syndroom van Asperger.

Kent baseert zich op Hahnemann, heeft deze grondbeginselen verder uitgewerkt en stelde de

eerste materia medica samen. Hahnemann is de grondlegger van de klassieke homeopathie.

Klassieke homeopathie volgens Kent zoekt naar ‘het beeld van de ziekte’, dus ‘de

karakteristieke kenmerken van de ziekte en de patiënt’. (Kent, 1998)

Directe aanleiding tot mijn onderzoek is verder de hoge prevalentie van het autismespectrum

dat mij reden gaf te onderzoeken of er homeopathisch voor deze patiënten middelen te

vinden zijn. Het komt steeds meer voor.

Dat zijn de redenen dat ik voor de methode van Kent gekozen heb door te onderzoeken of er

binnen de synthesis kenmerken zijn waarop een passend middel gevonden kan worden voor

patiënten met het syndroom van Asperger.

Daarnaast biedt dit onderwerp mij de kans om de informatie uit de materia medica op het

gebied van het syndroom van Asperger te verdiepen en in mijn praktijk toe te gaan passen.

Mijn doelstelling die ik met deze scriptie wil bereiken is te onderzoeken hoe de Kentiaanse

homeopathie een bijdrage kan leveren in de aanpak van de kern-kenmerken van patiënten met

het syndroom van Asperger.

10

1.3. Vraagstelling

Hoofdvraag

Mijn hoofdvraag luidt als volgt:

In hoeverre kan de materia medica bijdragen in de homeopathische middelkeuze volgens de

methode van Kent ten behoeve van een patiënt met het syndroom van Asperger?

Deelvragen

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, dienen we het volgende te weten:

- Wat is Kentiaanse homeopathie?

- Wat zijn de kenmerken van autisme?

- Wat is het syndroom van Asperger?

- Wat zijn de kenmerken van een patiënt met het syndroom van Asperger?

- Wat is de repertoriumbeschrijving van de kenmerken van het syndroom van

Asperger?

- Welke middelen komen uit een repertorisatie, gebruik makend van de kenmerken van

het syndroom van Asperger vermeld in de DSM IV?

Afbakening

Repertorisatie

In de tijd van Kent was het begrip syndroom van Asperger nog niet bekend.

Om tot een repertorisatie te komen is daarom de informatie gebruikt uit de DSM IV.

Hierin worden de kenmerken genoemd, waarop een persoon gediagnosticeerd wordt met het

syndroom van Asperger.

Dit is niet het geval in de DSM V. Hierin worden de diagnoses PDD-NOS (pervasive

developmental disorder-not other specified), syndroom van Asperger en klassiek autisme

samengevoegd onder één noemer: Autismespectrum Stoornis (ASS). Het syndroom van

Asperger vraagt om meer specificatie zoals in de DSM IV wordt aangegeven.

Ik heb me dus beperkt tot het doen van een materia medica onderzoek geënt op de kenmerken

van personen met syndroom van Asperger aangegeven in de DSM IV.

De reden daarvoor is dat ik wil onderzoeken of er met de kenmerken uit de DSM IV

voldoende informatie verkregen kan worden om tot een keuze van middelen te komen die

ingezet kunnen worden bij mensen met het syndroom van Asperger.

11

CEASE

In de tegenwoordige tijd wordt klassieke homeopathie ook ingezet bij behandelingen

door middel van Complete Elimination of Autistic Spectrum Expression ofwel CEASE.

“Stap voor stap worden alle oorzakelijke factoren (vaccins, reguliere medicatie, intoxicaties,

ziekten enzovoorts) ontstoord met de homeopathisch verdunde en gepotentieerde stoffen die

het autisme veroorzaakt hebben. Meestal worden vier verschillende potenties gebruikt om de

energie van de patiënt van de afdrukken van de toxische substanties of ziektes te ontdoen".

(Dijkstra, 2015)

Ik heb voor mijn scriptie onderwerp niet gekozen voor de CEASE methode omdat ik het

inzetten van vier verschillende potenties niet vind passen bij de intentie van de klassieke

homeopathie volgens de Kentiaanse methode. De Kentiaanse methode beoogt het afwachten

en tijd nemen na het geven van een remedie. Dit vind ik niet terug in de CEASE methode.

12

2.Methoden

Voor het uiteenzetten van mijn methoden gebruik ik de deelvragen zoals deze geformuleerd

zijn in de vraagstelling in hoofdstuk 1.3. Ik geef per deelvraag uitleg over de wijze waarop ik

tot de beantwoording van deze vraag gekomen ben.

Wat is Kentiaanse homeopathie?

Voor de beantwoording van deze vraag heb ik het Organon en de Grondslagen der

Homeopathie geraadpleegd. Deze boeken beschrijven mijns inziens de basis van de

werkwijze van de klassiek homeopathische behandeling van Kent.

Hahnemann is de grondlegger van de klassieke homeopathie. Kent volgde Hahnemann en

heeft de grondbeginselen van Hahnemann verder uitgewerkt. Daarnaast stelde hij de eerste

homeopathische materia medica samen.

Klassieke homeopathie volgens Kent zoekt naar het beeld van de ziekte, dus schenkt aandacht

aan de karakteristieke kenmerken van de ziekte en de patiënt en neemt de tijd na het geven

van een homeopathisch middel om af te wachten wat het middel teweeg brengt.

Daarnaast heb ik informatie verkregen middels het bezoeken van de websites van het

homeopathie netwerk en van homeopaat Willem Beekman. Willem Beekman is een van de

klassiek homeopaten die werkt volgens de methode van Kent.

De reden dat ik gekozen heb voor Kentiaanse homeopathie is dat ik wil onderzoeken of deze

manier van werken een positieve uitwerking kan hebben op mensen met het syndroom van

Asperger.

Ik gebruikte de zoekterm ‘Kent’ en ‘Kentiaanse homeopathie’ bij Google.

Wat zijn de kenmerken van autisme?

Omdat ik een algemeen beeld wilde krijgen van wat autisme inhoudt, heb ik mij in het

voortraject van het schrijven van de scriptie geïnformeerd bij diverse instanties die actief zijn

op het gebied van het begeleiden van mensen in het autismespectrum. Dit omdat ik een

algemeen beeld wilde krijgen van wat autisme inhoudt.

Ik had gesprekken met cliënten en begeleiders van Abrona in Zeist.

Abrona is een organisatie voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking.

Daarbij hebben deze mensen vaak een vorm van autisme.

Verder heb ik een bezoek gebracht aan Sarkow te Leusden. Dit bedrijf is gespecialiseerd in

het leveren en adviseren van exclusieve producten voor onder meer mensen in het autisme

spectrum.

13

Via de zoekterm autisme op Google kwam ik op de websites van het Nederlands Jeugd

Instituut (NJI), de Nederlandse Vereniging van Autisme (NVA) en van Personen uit het

Autisme Spectrum (PAS) en de DSM IV. Deze sites gaven mij informatie over de kenmerken

van autisme.

Voor de repertorisatie heb ik de informatie gebruikt uit de DSM IV.

Hierin worden de kenmerken genoemd, waarop een persoon gediagnosticeerd wordt met het

syndroom van Asperger.

Dit is niet het geval in de DSM V. Hierin worden de diagnoses PDD-NOS (pervasive

developmental disorder-not other specified), syndroom van Asperger en klassiek autisme

samengevoegd onder één noemer: Autismespectrum Stoornis (ASS). Het syndroom van

Asperger vraagt om meer specificatie zoals in de DSM IV wordt aangegeven.

Ik wilde onderzoeken of er met de kenmerken uit de DSM IV voldoende informatie verkregen

kan worden om tot een keuze van middelen te komen die ingezet kunnen worden bij mensen

met het syndroom van Asperger.

Tevens heb ik het boek CEASE ‘De wanhoop voorbij’ van Tinus Smits geraadpleegd omdat

ik wilde weten wat CEASE inhield zodat ik kon beargumenteren waarom ik niet gekozen heb

voor onderzoek van deze behandelmethode.

De boeken ‘Autisme en Aspergersyndroom’ van Simon Baron Cohen en ‘Een vreemde

wereld’ van Martine Delflos hebben mij meer inzicht gegeven in hoe mensen in dit spectrum

de wereld ervaren.

Simon Baron-Cohen is een Brits hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie aan de

universiteit van Cambridge en een autoriteit in het onderzoek naar het autismespectrum. Hij

geeft in het boek ‘Autisme en Aspergersyndroom’ overzichtelijke en toegankelijke informatie

over autisme en het syndroom van Asperger.

Martine Delflos is een Nederlandse biopsycholoog, therapeut en onderzoeker.

Ze bracht verschillende theorieën en onderzoeken over autismespectrumstoornissen in een

verklarende model onder.

Het door haar geschreven boek ‘Een vreemde wereld’ biedt inzicht in autismespectrum-

stoornissen

Door middel van deze informatie kreeg ik een algemeen beeld van kenmerken die bij Autisme

voorkomen en kon ik een vergelijking maken met kenmerken die horen bij het syndroom van

Asperger.

Wat is het syndroom van Asperger?

Naast het raadplegen van de websites van het Nederlands Jeugd Instituut, de Nederlandse

Vereniging van autisme en van Personen uit het Autisme Spectrum (PAS) en de DSM IV

heb ik informatie gehaald van de website van Balans; de landelijke vereniging voor ouders

van kinderen met een leer –en/of gedragsstoornis. Balans is een toonaangevende

oudervereniging op het gebied van allerhande gedragsstoornissen.

14

Tevens gaven ook hier weer de boeken ‘Autisme en Asperger’ van Simon Baron Cohen en

‘Een vreemde wereld’ van Martine Delflos inzicht in deze ‘stoornis’.

Teneinde een onderzoek te doen naar kenmerken die horen bij het syndroom van Asperger

wilde ik eerst weten wat de definitie is van het syndroom van Asperger, zoals beschreven in

de DSM IV.

Wat zijn de kenmerken van een patiënt met het syndroom van Asperger?

Voor de beantwoording van deze vraag boden opnieuw de boeken ‘Autisme en

Aspergersyndroom van Baron Cohen en ‘Een vreemde wereld’ van Martine Delflos inzicht.

Het trof me dat Baron Cohen in zijn boek ‘Autisme en Aspergersyndroom’ mensen

met het syndroom van Asperger als medemens benaderde; ‘anders’ maar niet ‘defect’. Dat is

mijns inziens ook de beroepshouding van een klassiek homeopaat.

Martine Delflos beschrijft in haar boek ‘Een vreemde wereld’ wat autisme behelst.

Ze besteedt extra aandacht aan mensen met een autistische stoornis die een normale of

bovengemiddelde intelligentie hebben, waaronder het syndroom van Asperger.

Via de zoekterm ‘syndroom van Asperger’ op Google kwam ik op de websites van het

Nederlands Jeugd Instituut (NJI), de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)

en de DSM IV gaven mij informatie over de kenmerken van het syndroom van Asperger.

De kenmerken van een patiënt met het syndroom van Asperger, zoals beschreven in de DSM

IV wil ik gebruiken om een repertorisatie te maken.

Wat is de Repertorium beschrijving van de kenmerken van het syndroom van

Asperger?

Ik wil onderzoeken hoe de kenmerken van een patiënt met het syndroom van Asperger, zoals

beschreven in de DSM IV te vertalen zijn naar repertorium rubrieken.

Voor de repertorisatie van de criteria die de DSM IV hanteert bij een diagnose syndroom van

Asperger, is gebruik gemaakt van de Synthesis Repertorium Homeopathicum Syntheticum

editie 9.1.

Ter verificatie is Radar 10.5.003 veterinarian gebruikt. De reden daarvoor is dat ik, door mijn

werk als klassiek homeopaat voor dieren, ervaring heb met het werken met dit programma.

Daardoor kon ik gemakkelijker zoeken in het boek ‘Synthesis’. Uiteraard heb ik een transfer

moeten maken naar de humane kant.

15

Welke middelen komen uit een repertorisatie, gebruik makend van de kenmerken van

het syndroom van Asperger vermeld in de DSM IV?

Ten behoeve van de differentiatie en beschrijving van de middelen die uit de repertorisatie

komen heb ik de volgende boeken, materia medica en syllabus en geraadpleegd:

Desktop guide van Roger Morrison 1993. Deze gids geeft een compacte

beschrijving van homeopathische middelen;

De complete materia medica van Boericke en Phatak 2005. Omdat deze wordt

gebruikt door 90% van de beroepshomeopaten;

Kent materia medica 1993. Om te onderzoeken of de door mij gekozen

middelen voorkwamen in deze materia medica;

Prisma ‘The arcana of materia medica illuminated’ (De geheimen van de

materia medica uitgelicht). In dit boek vond ik een compleet beeld van de

middelen;

Synoptic materia medica 2 van Frans Vermeulen 1998. Frans Vermeulen is een

authoriteit op het gebied van het onderzoeken en beschrijven van

homeopathische materia medica. Ik heb een aantal middelen in dit boek

doorgelezen.

Syllabus Materia Medica van het J.T. Kent College I, II en II. Om te zien hoe

in een Syllabus van het Kent College de door mij gekozen homeopathische

middelen beschreven worden.

16

In onderstaande hoofdstukken geef ik een weergave van mijn literatuuronderzoek.

3.Kentiaanse Homeopathie

J.T. Kent werd geboren in Woodhull, New York in 1849.

Hij stierf op 67 jarige leeftijd in 1916 te Stevenville, Montana. Kent was een Amerikaanse

fysicus en na Samuel Hahnemann wellicht de tweede man op het gebied van contributies en

toewijding aan de homeopathie.

Kent en Hahnemann hebben elkaar nooit gekend. Na de dood van

Hahnemann kwam Kent drie jaar later met zijn knowhow op het gebied

van de homeopathie. (www.homeopathienetwerk.nl/james-tyler.kent, 2008)

James Tyler Kent

De vrouw van James Kent leed aan slapeloosheid (insomnia), zwakte en bleekzucht.

Verschillende specialisten konden haar niet genezen. Haar conditie verslechterde en ze lag

maandenlang in bed. De homeopaat Dr. Richard Phelan werd om een consult gevraagd,

geheel tegen de wens in van James Kent.

(www.homeopathienetwerk.nl/james-tyler.kent, 2008)

Na het bezoek en inname van het homeopathisch middel dat Dr. Richard Phelan had

voorgeschreven, maakte Kents vrouw een opzienbarend herstel door.

Dit bracht Kent in zodanige staat van verbazing dat hij nu samen met Dr. Phelan homeopathie

begon te studeren. Vanaf dat moment liet Kent de homeopathie niet meer los en zou hij tot de

grootste homeopaten in de geschiedenis gaan behoren. Kents invloed op homeopathie blijft

tot op de dag van vandaag, Hahnemann daargelaten, haast ongeëvenaard.

(www.homeopathienetwerk.nl/james-tyler.kent, 2008)

James Tyler Kent schreef een aantal zeer invloedrijke en bekende werken, die zelfs

tegenwoordig nog gebruikt worden. Uiteraard noemt men het Repertorium van Kent,

Homeopatische Filosofie en Lezingen over Homeopathische Materia Medica. De bekende

hedendaagse homeopaat Vithoulkas merkte al eens op dat zonder acht te slaan op de vrucht

van de kennis die door Kent is geplant, men niet snel een goede homeopaat kan worden.

(www.homeopathienetwerk.nl/james-tyler.kent, 2008)

Kent was de eerste die studenten een houvast kon geven op het gebied van geneesmiddelen

door zorgvuldige, nauwkeurige beschrijvingen te geven, zodat men een goed, algemeen beeld

kreeg van welke symptomen gepaard gingen met elk geneesmiddel.

(www.homeopathienetwerk.nl/james-tyler.kent, 2008)

17

Kent was op het gebied van posologie (manier van geneesmiddelinname) een strikt aanhanger

van de 4e editie van het Organon. Dit impliceerde de droge inname van korrels (onder de tong

laten smelten) en dan afwachten wat dit teweegbracht. Dit terwijl Kent ook de beschikking

had over de 5e editie van het Organon, die voorschrijft dat men korrels moet oplossen en

meerdere keren moet innemen. (www.homeopathienetwerk.nl/james-tyler.kent, 2008)

“Kent was rond de eeuwwisseling de onbetwiste leider en voorvechter van de klassieke

Hahnemanniaanse homeopathie; ook heden ten dage hebben zijn theoriën en argumenten nog

niets aan kracht ingeboet. Vanaf 1881 tot zijn dood doceerde Kent aan verschillende

homeopathische hogescholen in Missouri, Philadelphia en, vanaf 1898, Chicago.”

(Kent, 1998)

“Daar kwamen ook tal van artsen uit Europa zijn postgraduate colleges beluisteren. Veel

leerlingen getuigden na zijn dood van de overtuiging, bezieling en toewijding, waarmee hij

zijn omvattende kennis op hen overbracht. Daarnaast liet zijn eigen onafgebroken inzet voor

vele patiënten en raadzoekende artsen een onuitwisbare indruk na. James Tyler Kent

verenigde in zich de eigenschappen van een voortreffelijk docent en bijzonder begaafd

therapeut.” (Kent, 1998)

“Drie dingen kenmerkten zijn onderwijs. In de eerste plaats de intuïtie, waarmee hij de

essentie van een zaak doorzag; vervolgens de logica en het vermogen tot streng rationeel

denken en tenslotte de behoefte aan en het vermogen tot ordening van het materiaal”.

(Kent, 1998)

Kentiaanse homeopathie

“Het hoogste ideaal van genezen is een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel van de

gezondheid, of wel opheffing en vernietiging van de ziekte in haar gehele omvang, op de

kortste, betrouwbaarste en onschadelijkste wijze, volgens goed begrijpelijke beweegredenen”

(Organon der geneeskunst, 1996)

Aan het eind van de 19e eeuw, toen de homeopathie inmiddels stevig gevestigd was met

geweldige resultaten, kwam een nieuwe tijdsgedachte op: het materialisme. (Beekman, 2015)

Voor de wetenschap betekende dat: wat je niet kunt zien (aantonen) en daarmee manipuleren

door fysiek ingrijpen (en dat niet steeds herhalen kunt) heeft geen wetenschappelijke gronden.

(Beekman, 2015)

De ‘vitale’gedachte vanuit de homeopathie raakte daarmee wetenschappelijk in die tijd van

de baan. (Beekman, 2015)

In de Verenigde Staten met name had de homeopathie echter in de 19e eeuw grote navolging

gekregen, vooral op de universiteiten. (Beekman, 2015)

Er bestonden grote homeopathische ziekenhuizen voor volwassenen en kinderen en ook voor

geesteszieken. Er ontstond echter in het begin van de 20e eeuw druk vanuit de toen

bestaande nieuwe (medische) wetenschap. (Beekman, 2015)

18

Financiële investeringen in research voor nieuw medicijngebruik zoals we dat nu kennen,

namen een vogelvlucht. Binnen de homeopathie begon zich echter ook een splitsing in

gedachten voor te doen. (Beekman, 2015)

Een stroming geleid door de Engelse homeopaten Dudgeon en Hughes, werd een

researchgedachte strikt vanuit de letterlijke pathologische ‘provings’ (uitkomsten van de

testen van werking van stoffen op de mens) te werken. (Beekman, 2015)

Bij een Amerikaanse trend, geleid door de homeopaten Hering en Kent werden de mentale

en emotionele beelden die bij een ziekte horen, uitgebreid gekoppeld aan het homeopathische

middel. Deze uitgangspunten werden naar elkaar gebracht. (Beekman, 2015)

De Amerikaanse gedachteontwikkeling van Hering en Kent, de zogenaamde Kentiaanse

methode om mentale en emotionele beelden uitgebreid te belichten samen met de fysieke

symptomen en tegelijk ook het gebruik van hoge verdunningen, potenties, kwam steeds

verder af te liggen van de wending die de medische wetenschap had genomen.

(Beekman, 2015)

19

4.Kenmerken van Autisme

In het boek ‘Autisme en Asperger’ door Simon Baron Cohen noemt hij autisme en Asperger-

syndroom geen stoornissen maar condities. Hij legt de nadruk op de sterke kanten van mensen

met autisme, zoals detailwaarneming, concentratie en systematiseren. (Baron-Cohen, Autisme

en Asperger syndroom de stand van zaken, 2009)

Martine Delflos schetst in haar boek ‘Een vreemde wereld’ een omvattend beeld waarin alle

aspecten van autisme in één verklarend model worden ondergebracht, zoals het niet begrijpen

van grapjes, gebrek aan tijdsbesef, obsessies tot en met de behoefte alles hetzelfde te willen

doen en moeite met veranderingen te hebben. (Delflos, 2011)

In de laatste versie van het psychiatrisch handboek DSM V wordt de verzamelterm

‘Autismespectrum Stoornis’ (ASS) gebruikt als overkoepelende classificatie voor

verschillende soorten stoornissen zoals de syndroom van Asperger (SVA) en de pervasieve

ontwikkelingsstoornis. Binnen de ASS zijn twee hoofddomeinen te onderscheiden,

gekenmerkt door een beperking in de sociale communicatie en de aanwezigheid van beperkt,

zich herhalend gedrag. (http://www.nji.nl/Autisme-Probleemschets-Definitie, 2015)

In de DSM IV, de voorgaande versie van dit classificatiesysteem, waren er vijf stoornissen die

onder autisme vielen: de autistische stoornis, de stoornis van Asperger, het syndroom van

Rett, de desintegratieve stoornis en PDD-NOS. De DSM V hanteert een meer geïntegreerde

benadering en heeft deze verschillende stoornissen samengevoegd onder het begrip

autismespectrumstoornis. (http://www.nji.nl/Autisme-Probleemschets-Definitie, 2015)

Autisme kun je niet aan de buitenkant zien, maar je kunt het soms wel aan iemand merken.

Veel mensen met autisme kunnen er slecht tegen als er dingen veranderen of anders lopen dan

gepland. Mensen met autisme kunnen bijvoorbeeld heel angstig of boos worden over zaken,

die voor andere mensen niet zo’n impact hebben.

(www.autisme.nl, 2015; Baron-Cohen, 2009)

Vaak zijn mensen met een vorm van autisme het liefst bezig met één bepaald onderwerp of

hobby. Ook kunnen ze snel last hebben van prikkels, bijvoorbeeld harde geluiden of

kriebelende stoffen. (www.autisme.nl, 2015)

20

Veel voorkomende kenmerken van mensen met autisme zijn:

Moeite met veranderingen hebben;

Moeite met contact maken;

Weinig gevoel hebben voor wat anderen van hem of haar verwachten in een

bepaalde situatie;

Liefst altijd bezig zijn met één bepaald onderwerp of een hobby;

Angstig zijn in onbekende situaties en gezelschappen;

Weinig begrip hebben voor emoties van anderen;

Graag alles steeds op dezelfde manier doen (vasthouden aan routines);

Geen inzicht hebben in non-verbale communicatie, zoals gebaren.

(www.autisme.nl, 2015)

Afbeelding: (Baron-Cohen, Autisme en Asperger syndroom de stand van zaken, 2009)

Het autismespectrum ligt op het snijvlak van twee kenmerken. Mensen met een conditie

binnen het autismespectrum vertonen dus beide kenmerken. (Baron-Cohen, Autisme en

Asperger syndroom de stand van zaken, 2009)

21

5.Het syndroom van

Asperger

In een artikel van het Tijdschrift voor Psychiatrie door J.H. Jessurun en C. Verhagen-

Redtenbacher worden de criteria van de DSM IV voor het syndroom van Asperger vergeleken

met die van de autistische stoornis. Daaruit wordt geconcludeerd dat voornamelijk door het

uitsluitende criterium dat er geen sprake mag zijn van de classificatie Autistische stoornis om

tot de classificatie Asperger te komen, in de praktijk het syndroom van Asperger vrijwel niet

kan worden geclassificeerd. (Verhagen-Redtenbacher, 1996)

Het syndroom van Asperger behoort tot de autismespectrum stoornissen (ASS). Een

syndroom wordt gevormd uit de combinatie van een aantal specifieke symptomen. Mensen

met het syndroom van Asperger zijn normaal tot hoogbegaafd, maar vertonen specifieke

problemen met sociale communicatie. Daarnaast hebben ze vaak beperkte interessegebieden

en laten ze herhalingsgedrag zien. Er is geen vertraagde taalontwikkeling, wat bij klassiek

autisme vaak wel het geval is. Het syndroom is vernoemd naar de Weense kinderarts Hans

Asperger.

(Baron-Cohen, 2009)(www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

Oorsprong Asperger

De Weense kinderarts Hans Asperger beschreef in 1944 een groep kinderen, overwegend

jongens, met een aantal bijzondere kenmerken. Deze kinderen hadden moeite zich in anderen

in te leven; hadden weinig tot geen vriendjes, praatten op een eigenaardige, arrogante manier

met dikwijls weinig variatie in toonhoogte en ritme en konden geheel opgaan in bepaalde

interesses. Ook viel een onhandige motoriek op. In tegenstelling tot andere vormen van

autisme, was er bij deze kinderen sprake van een normale tot hoge intelligentie. De

beschrijving van Hans Asperger is in Nederland lang onopgemerkt gebleven. Kinderen en

volwassenen met deze kenmerken kregen daardoor vaak de andere diagnose uit het autisme-

spectrum of helemaal geen diagnose. (Baron-Cohen, 2009)

(www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

Lorna Wing

In 1981 vestigde de Engelse autismedeskundige Lorna Wing aandacht op de beschrijving van

Hans Asperger. Zij bracht deze in verband met haar eigen onderzoek en concludeerde dat de

kenmerken die Asperger beschreef, ondergebracht konden worden in drie categorieën: sociale

interactie (relaties), sociale communicatie en sociaal voorstellingsvermogen (verbeelding).

Deze ontwikkelingsproblemen zien we ook terug bij klassiek autisme. (Baron-Cohen, 2009)

(www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

22

Lorna Wing introduceerde later de term ASS (autisme spectrum stoornissen). In Nederland

gebruiken we zowel ASS als PDD (pervasieve ontwikkelingsstoornissen), om deze varianten

van autistische stoornissen te beschrijven. Ook is de diagnose ‘syndroom van Asperger’ meer

ingeburgerd geraakt.

(Baron-Cohen, 2009)(www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

Naast PDD is er ook de term PDD-NOS. Hiermee wordt de groep aangeduid die wel een

aantal kenmerken van autisme heeft, maar niet aan het complete beeld voldoet.

(Baron-Cohen, 2009)(www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

DSM IV en DSM V

De aandacht van Lorna Wing voor het artikel van Hans Asperger leidde tot toenemende

belangstelling voor het syndroom van Asperger en vervolgens in 1994 tot opname in de DSM

IV. (www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

De DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental disorders) is een handboek voor de

psychiatrie waarin alle psychiatrische ziektes staan vermeld. Het ziet ernaar uit dat het

syndroom van Asperger in de DSM V, de opvolger van de DSM IV, als een milde vorm

van autisme opgenomen onder de brede noemer van het autismespectrum, dus niet meer als

een aparte stoornis. De term Asperger kan gewoon nog worden gebruikt. Er zijn echter

onvoldoende aanwijzingen om het syndroom als afzonderlijke eenheid binnen het

autismespectrum te beschouwen.

(Baron-Cohen, 2009)(www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

Overeenkomsten en verschillen tussen autisme en Asperger

Er zijn twee belangrijke overeenkomsten tussen mensen met klassiek autisme en het Asperger

syndroom:

Problemen met de sociale communicatie;

Beperkte interessegebieden en herhalingsgedrag.

Maar er zijn ook twee grote verschillen:

Bij het aspergersyndroom is het IQ ten minste gemiddeld en er is geen sprake

van een vertraagde taalontwikkeling;

Bij klassiek autisme is ieder IQ-niveau mogelijk en er is wel sprake van een

vertraagde taalontwikkeling

(Baron-Cohen, 2009)(www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

23

6.Kenmerken van een patiënt met

het syndroom van Asperger

Voor een diagnose syndroom van Asperger moet volgens Diagnostic and Statistical Manual

of Mental Disorders IV, hierna te noemen DSM-IV voldaan worden aan de volgende criteria:

(www.autisme.nl, 2015)

1. Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste twee van

de volgende items:

Duidelijke stoornissen in het gebruik van veelvoudig non-verbaal gedrag,

zoals oogcontact, gelaatsuitdrukking, lichaamshouding en gebaren om de

sociale interactie te bepalen;

Er niet in slagen met leeftijdsgenoten tot relaties te komen die passen

bij het ontwikkelingsniveau;

Een tekort in het spontaan proberen met anderen plezier, bezigheden of

prestaties te delen (bijvoorbeeld het niet laten zien, brengen of aanwijzen van

voorwerpen die van betekenis zijn) afwezigheid van sociale of emotionele

wederkerigheid.

2. Beperkte zich herhalende en stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en

activiteiten, zoals blijkt uit ten minste één van de volgende items:

Sterke preoccupatie met één of meerdere stereotiepe en beperkte patronen van

belangstelling die abnormaal is in intensiteit of aandachtspunt;

Duidelijk rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen;

Stereotiepe en zich herhalende motorische bewegingen, bijvoorbeeld

fladderen, draaien met hand of vingers of complexe bewegingen met het gehele

lichaam;

Aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen.

3. De stoornis veroorzaakt in significante mate beperkingen in het sociaal of beroeps-

matig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen.

4. Er is geen significante algemene achterstand in taalontwikkeling; bijvoorbeeld het

gebruik van enkele woorden in het derde levensjaar, communicatieve zinnen in het

vierde levensjaar.

24

5. Er is geen significante achterstand in de cognitieve ontwikkeling of in de ontwikkeling

van bij leeftijd passende vaardigheden om zichzelf te helpen, gedragsmatig aanpassen

(anders dan binnen sociale interactie) en nieuwsgierigheid over de omgeving.

6. Er is niet voldaan aan de criteria van een andere specifieke pervasieve

ontwikkelingsstoornis of schizofrenie. (www.autisme.nl, 2015)

25

7.Repertorium beschrijving van de

kenmerken van het syndroom van

Asperger

Voor de repertorisatie van de criteria die de DSM IV hanteert bij een diagnose syndroom van

Asperger, is gebruik gemaakt van de Synthesis Repertorium Homeopathicum Syntheticum

editie 9.1.

Ter verificatie is Radar 10.5.003 veterinarian gebruikt.

Bij de repertorisatie is uitgegaan van mind symptomen, die passen bij de algemene

kenmerken van iemand met het syndroom van Asperger, benoemd in de DSM IV.

In de synthesis wordt de term syndroom van Asperger niet genoemd. Wel wordt

‘mind – autisme’ benoemd. Consequentie is dus dat autisme uiteengerafeld moet worden en

specifiek het syndroom van Asperger.

Fysieke kenmerken, mentale en emotionele symptomen, slaap, dromen en modaliteiten zijn

afhankelijk van de individu. In het literatuuronderzoek zijn geen gemeenschappelijke fysieke

kenmerken van mensen met het syndroom van Asperger gevonden. Wel heeft 30% regelmatig

een zogenaamde ‘meltdown’.

Een ‘meltdown’ is het over de kop gaan van het zenuwstelsel. Dat kan zich uiten in agressie

vocaal of door middel van automutilatie. Omdat dit een klein percentage is en per individu

verschillend is dit kenmerk niet in de repertorisatie meegenomen.

26

Kenmerken syndroom van Asperger benoemd in de DSM IV

Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste twee van

de volgende items:

Duidelijke stoornissen in het gebruik van veelvoudig non-verbaal gedrag,

zoals oogcontact, gelaatsuitdrukking, lichaamshouding en gebaren om de

sociale interactie te bepalen;

Er niet in slagen met leeftijdsgenoten tot relaties te komen die passen

bij het ontwikkelingsniveau;

Een tekort in het spontaan proberen met anderen plezier, bezigheden of

prestaties te delen (bijvoorbeeld het niet laten zien, brengen of aanwijzen van

voorwerpen die van betekenis zijn) afwezigheid van sociale of emotionele

wederkerigheid.

Vertaling repertorium

Mind – looked at; to be – evading the look of other persons

Mind – looked at; to be – cannot bear to be looked at

Mind – ritualistic behaveour

Mind – gestures, makes, repeating the same

Mind – reserved

Mind – indifference – surroundings, to the

Mind – indifference – company, to

Mind – emotions – loss of

Kenmerken syndroom van Asperger benoemd in de DSM IV

Beperkte zich herhalende en stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten,

zoals blijkt uit ten minste één van de volgende items:

Sterke preoccupatie met één of meerdere stereotiepe en beperkte patronen van

belangstelling die abnormaal is in intensiteit of aandachtspunt;

Duidelijk rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen;

Stereotiepe en zich herhalende motorische bewegingen, bijvoorbeeld

fladderen, draaien met hand of vingers of complexe bewegingen met het gehele

lichaam;

Aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen.

27

Vertaling repertorium

Mind – monomania

Mind – stereotypic behaveour

Mind – gestures, makes – repeating the same actions

Mind – ritualistic behaveour

Mind – absentminded

Kenmerken syndroom van Asperger benoemd in de DSM IV

De stoornis veroorzaakt in significante mate beperkingen in het sociaal of beroepsmatig

functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen.

Vertaling repertorium

Mind – company agg

Mind – company aversion to

Mind – mental symptoms

Mind – indifference – surroundings – to the

Mind – reserved

Mind – emotions – loss of

Mind - intelligent

Mind – looked at; to be – evading the look of other persons

Mind – looked at; to be – cannot bear to be looked at

Andere gebruikte rubrieken uit het repertorium

Daarnaast is gezocht op algemene kenmerken die bij veel autistische stoornissen voorkomen.

De mentale symptomen, maar ook de achterstand in de ontwikkeling van kinderen in het

autismespectrum. In de Synthesis is tevens de algemene term autisme benoemd. Deze term

verwijst naar subrubrieken.

Deze subrubrieken zijn vergeleken met kenmerken van het syndroom van Asperger benoemd

in de DSM IV en zijn verwerkt in bovenstaande vergelijkingen

Algemene kenmerken

Mind – mental symptoms

Mind – development of children arrested

Mind – autism

28

8.Welke middelen komen uit een

repertorisatie, gebruik makend

van de kenmerken van het

syndroom van Asperger

vermeld in de DSM IV?

Uitgangspunt van de keuze van de repertoriumrubrieken is het feit dat, indien een patiënt

regulier gediagnosticeerd wordt voor het syndroom van Asperger, er twee componenten van

de gerepertoriseerde mind symptomen aanwezig moeten zijn.

Om tot een keuze te komen is het ook van belang de eventuele fysieke symptomen mee te

nemen in de repertorisatie. Net als alle mentale en emotionele symptomen en modaliteiten.

Daar is bij deze repertorisatie geen rekening mee gehouden, omdat dat per individu verschilt.

Hieronder zullen op alfabetische volgorde de eerste negen middelen, die uit de repertorisatie

komen, worden gebruikt voor de differentiatie. Er is gekozen voor een heldere alfabetische

uitleg. Daardoor gemakkelijker terug te vinden dan door middel van de hiërargie van de

gemeenschappelijke gemene deler. De materia medica boeken hanteren ook een alfabetische

indeling.

1. Aurum

2. Carcinocinum

3. Cuprum

4. Lachesis

5. Phosphor

6. Platinum

7. Silicea

8. Sulphur

9. Tuberculinum

29

Hieronder worden de middelen beschreven en wordt de relevantie tot het syndroom van

Asperger aangegeven.

1. Aurum

Afbeelding: www.homeopathyworldcommunity.com

Het zijn gesloten en serieuze mensen, gereserveerd en ongeïnteresseerd. Ze zijn vaak wel

geïnteresseerd in één bepaald onderwerp.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Ze hebben het gevoel te kort geschoten te zijn en absoluut niets waard te zijn.

Ze zijn bang voor mensen en hebben last van hevige hysterie en desperate handelingen. Ze

slaan alles kort en klein en hebben wisselende stemmingen. Ze zijn erg gesloten en

‘verkrampt’. Zowel op fysiek als op mentaal nivo.

(Vermeulen, De complete Materia Medica van Boericke en Phatak, 2005)

De algemene karakteristieken van aurum hebben betrekking op de geest en op de

lichaamsweefsels. Als de mentale symptomen doorgelezen worden is het duidelijk dat alle

natuurlijke menselijke gevoelens zijn verstoord. (Vermeulen, Kent Materia Medica, 1993)

Relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger is de geslotenheid en de

ongeïnteresseerdheid. Daarnaast hebben deze mensen vaak interesse in één bepaald

onderwerp. Daarbij kan de ‘verkramping’ ook duiden op rigide vastzitten aan specifieke niet-

functionele routines of rituelen. Vermeulen heeft het in Kent materia medica ook over het feit

dat alle natuurlijke menselijke gevoelens zijn verstoord.

30

2. Carcinosinum

Afbeelding: www.homeoresearch.blogspot.com

Uit college’s aan de School voor Homeopathie Amersfoort kwam naar voren dat

carcinosinum een veel voorgeschreven middel is bij het syndroom van Asperger.

Het zijn vasthoudende en perfectionistische mensen. Ze hebben vaak tics en maken

grimassen. Ze zijn gevoelig voor tegenspraak en houden heel veel van dieren. Ze kunnen

bizarre tics hebben. Kinderen van dit type kunnen rusteloos en destructief zijn.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Meestal komt carcinosinum niet naar voren bij een repertorisatie naar mensen in het autisme

spectrum. Maar in de repertorisatie waarbij gebruik gemaakt werd van de kenmerken van een

persoon met het syndroom van Asperger kwam dit middel toch op de vierde plaats.

Relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger die carcinosinum nodig hebben zijn

de bizarre tics en grimassen. Daarbij is het vasthoudende en perfectionistische karakter en

kenmerk dat past bij een patiënt met het syndroom van Asperger. Ook de interesse voor één

bepaald onderwerp kan een aanwijzing zijn dat deze personen carcinosinum nodig hebben.

31

3. Cuprum

Afbeelding: www.homeopathytoheal.wordpress.com

Dit zijn serieuze mensen, verkrampen van binnenuit. Ze zijn gesloten en hebben onderdrukte

gevoelens. Ze zijn gevoelig voor regels en kwaad als anderen deze regels niet respecteren.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Het zijn harde werkers en zijn ambitieus. Gedragsproblemen kunnen variëren van slaan, bijten

maar vooral spugen. Het is voor hen moeilijk relaties te onderhouden.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Praktisch elke cuprumklacht gaat samen met een tendens tot convulsies. Het geneesmiddel

heeft convulsies in alle gradaties van heftigheid, van het trekken van spiertjes in afzonderlijke

spieren tot convulsies van alle spieren in het lichaam.

(Vermeulen, Kent Materia Medica, 1993)

Opvallend in het symptoombeeld van cuprum zijn spastische aandoeningen, krampen,

convulsies die beginnen in vingers en tenen.

Psyche: dwangvoorstellingen, kwaadaardig en chagrijnig, gebruikt verkeerde woorden,

angstig en onrustig, angst voor mensen, mijdt iedereen.

(Vermeulen, De complete Materia Medica van Boericke en Phatak, 2005)

Mind symptomen: monomania, reserved, aversion to company/desire for solitude, to be

looked at/evading the look of other persons, cannot bear to be looked at (Schroyens, 2004)

Het mentaal/emotionele beeld van cuprum behelst een grote geslotenheid, teruggetrokkenheid

en een onmogelijkheid contact te maken. De geslotenheid lijkt tot het wezen van zijn bestaan

te horen. Op een heel diep niveau is er een zich terugtrekken van menselijk contact.

(College, Syllabus Materia Medica I cuprum, 2015)

Daarnaast is er vaak een mentale traagheid: langzaam van begrip en denken. Gedurende een

consult zal de patiënt zich moeilijk uiten. (College, Syllabus Materia Medica I cuprum, 2015)

32

Ze zijn gesloten, verkrampt, contactarm, niet in staat gevoelens te uiten. Ze trekken

grimassen, maar probeert ze te verbergen (College, Syllabus Materia Medica I cuprum, 2015)

Ze zijn verward en hebben last van duizeligheid (Vermeulen, 1996)

Relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger is de geslotenheid en het moeite

hebben met het maken van contact. Daarnaast vinden ze het moeilijk hun gevoelens te uiten.

Verder trekken ze grimassen(tics).

De grote geslotenheid, teruggetrokkenheid en een onmogelijkheid om contact te maken is een

van de kenmerken van het syndroom van Asperger. Daarbij is er op heel diep nivo het zich

terugtrekken van menselijk contact.

33

4. Lachesis

Afbeelding:

http://www.interhomeopathy.org/lachesis_to_write

_deliver_a_sermon

Mind symptomen Synthesis: “monomania, reserved, makes gestures/repeating the same

actions, intelligent, aversion to company” (Schroyens, 2004)

In de syllabus van het J.T. Kent College Materia Medica 2 wordt het Lachesis type

beschreven als intens, gedreven, expressief, hartstochtelijk en open.

(College, Syllabus Materia Medica 2, 2015)

Een entertainend persoon met een overactief mind. Ongelofelijk veel energie vooral in

mentaal werk. Praat veel. Egocentrisch en jaloers.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Geen behoefte zich met de wereld in te laten. Babbelzucht. Rusteloos en ongemakkelijk.

(Vermeulen, De complete Materia Medica van Boericke en Phatak, 2005)

Minder relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger. Met name het natuurlijk

entertainende karakter van de lachesis past niet bij iemand met het syndroom van Asperger.

Ze verzamelen graag mensen om zich heen. Ook de jaloezie past niet bij iemand die

ongeïnteresseerd is in het doen en laten van anderen.

34

5. Phosphor

Afbeelding: http://www.lte.lu/chimie/8ST_2009/cours/stoffdat/stoff10.htm

Mind symptomen: “indifference to the surroundings, reserved, intelligence, aversion

to company, looked at/cannot bear to be” (Schroyens, 2004)

De phosphor staat ook bekend als meevoelend en inlevend, straalt warmte en

sympathie uit en kan zich onvoldoende afschermen. Extrovert, maar er is ook een

gereserveerder type. (College, Syllabus Materia Medica III Phosphorus, 2015)

Open en snel onder de indruk. Ze zijn gevoelig voor alle externe indrukken, angstig en

onrustig. (Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Ze hebben een zwakke lichamelijke ontwikkeling. (Vermeulen, Kent Materia Medica, 1993)

Ze kunnen heel neerslachtig, angstig, snel boos zijn en overgevoelig voor uitwendige

invloeden. (Vermeulen, De complete Materia Medica van Boericke en Phatak, 2005)

Minder relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger. Ze zijn heel erg open en snel

onder de indruk, maar ook heel extrovert, iets dat niet past bij iemand met het syndroom van

Asperger. Phosphor staat verder bekend als meelevend en straalt warmte en sympathie uit.

Dat heeft iemand met het syndroom van Asperger niet.

35

6. Platinum

Afbeelding: www.minddat.org

Platinum mensen kunnen een verlaten gevoel hebben. Ze kunnen arrogant en trots zijn.

Ze trekken mensen aan en stoten ze dan weer af. Ze zijn onverschillig in het gezelschap van

vrienden en snel verveeld.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Ze meest typerende kenmerken zijn de eigenwaan en de zelfoverschatting.

(Vermeulen, Kent Materia Medica, 1993)

In de repertorisatie scoort Platinum met name op gereserveerdheid, onverschilligheid en

afwezigheid.

Minder relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger. De onverschilligheid en

afwezigheid zouden kunnen passen bij iemand met het syndroom van Asperger. Maar een

verlaten gevoel past niet bij iemand die juist geen interesse heeft voor anderen.

36

7. Silicea

Afbeelding: www.ilovehomoeopathy.com

Wanneer de silicea mens ziek is, raken de lichamelijke afweersystemen erg verzwakt.

Vaak zijn silicea mensen heel intelligent en gevoelig, maar hun geest raakt snel vermoeid.

Silicea kan koppig en prikkelbaar zijn en wil met rust gelaten worden.

(http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/17463-homeopatisch-geneesmiddel-

silicea.html, 2015)

Ze hebben gebrek aan zelfvertrouwen, vasthoudend aan hun taak, snel overwerkt omdat

ze zo vasthoudend zijn aan hun taak.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Ze zijn nerveus en snel opgewonden, geestelijke uitputting, dwanggedachten.

(Vermeulen, De complete Materia Medica van Boericke en Phatak, 2005)

Relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger is hun intelligentie en

vasthoudendheid aan hun taak. Daarbij wil de silicia met rust gelaten worden en heeft

dwanggedachten.

37

8. Sulphur

Afbeelding: http://vitaminsupplementingredients.com/ingredient-sulphur/

Mind symptomen: “monomania, reserved, intelligence, aversion to company/desire for

solitude, to be looked at/evading the look of other persons” (Schroyens, 2004)

Sulphur wil zich afscheiden van de rest en is alleen voor zichzelf bezig. Het is het meest

egocentrische middel dat we kennen. Daarnaast is het een feit dat Sulphur het meest

nieuwsgierige, onderzoekende en leergierige middel is.

(College, Syllabus Materia Medica III Sulphur, 2015)

Belangrijke mentale en emotionele kenmerken zijn egotisme en zelfingenomenheid. Hij staat

onverschillig tegenover het welzijn van anderen.

(College, Syllabus Materia Medica III Sulphur, 2015)

Sulphur heeft een natuurlijke intelligentie en een mogelijkheid om nieuwe informatie snel

waar te nemen en te integreren. Sulphur is nieuwsgierig en wil weten hoe dingen werken.

(College, Syllabus Materia Medica III Sulphur, 2015)

Ze zijn gevoelig voor alle indrukken (Vermeulen, 1996)

Ze hebben inbeeldingen ‘denkt dat vodden prachtige dingen zijn’. Houdt geen rekening met

anderen. Er is een kinderlijke weerbarstigheid bij volwassenen. Er is vervorming van het

gevoelsleven. (Vermeulen, De complete Materia Medica van Boericke en Phatak, 2005)

Ze zijn egocentrisch, hebben zelfvoldoening, zijn verzamelaars.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

Relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger is dat sulphur een natuurlijke

intelligentie heeft en nieuwsgierig is en wil weten hoe dingen werken. Verder houdt sulphur

geen rekening met de gevoelens van anderen en is heel egocentrisch. De interesse voor één

onderwerp kan zich uiten in de verzamelwoede die vaak bij sulphur voorkomt.

38

9. Tuberculinum

Afbeelding: http://guiahomeopatico.com/search/tuberculinum-para-que-serve/

Mind symptomen: “reserved, ritualistic behaveour, gestures, aversion to company/desire for

solitude, autism, cannot bear to be looked at” (Schroyens, 2004)

Angsten: vreemden; nieuwe situaties

(College, Syllabus Materia Medica III tuberculinum, 2015)

Ze zijn onrustig door indrukken van buitenaf

(College, Syllabus Materia Medica III tuberculinum, 2015)

Tuberculinum kan introvert worden en wat verlegen. Ze kunnen antisociaal zijn en alleen

gelaten willen worden. Het zijn dromers, maken denkbeeldige vrienden. Dwangmatig en

ritualistisch gedrag. Aanleg voor kunst.

(College, Syllabus Materia Medica III tuberculinum, 2015)

Tuberculinum is een van de hoofdmiddelen die constitutioneel worden ingezet bij de kliniek

van Dr. Anke Zimmermann. Dit is een kliniek waar onder meer kinderen in het ASS worden

behandeld met homeopathische remedies.

(http://www.drzimmermann.org/tuberculinum-common-remedy-children, 2015)

Deze remedie wordt ingezet met name bij patiënten met ontwikkelings- en

gedragsstoornissen. Veel van deze kinderen hebben een vertraagde mentale ontwikkeling.

Tuberculinum kan deze de mentale ontwikkeling versnellen. De concentratie verbetert.

(http://www.drzimmermann.org/tuberculinum-common-remedy-children, 2015)

Vaak komt agressie voor en gooien met objecten, zelfs in het bijzijn van anderen. Ze hebben

de impulsiviteit om dingen kapot te maken.

(http://www.drzimmermann.org/tuberculinum-common-remedy-children, 2015)

Ze zijn ritualistisch en achterdochtig.

(Vermeulen, Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated, 2004)

39

Relevantie voor mensen met het syndroom van Asperger zijn de angsten voor vreemden en

nieuwe situaties. Daarbij kan tuberculinum introvert worden en antisociaal zijn. Ze willen

liefst met rust gelaten worden. Het ritualistische gedrag en de interesse voor één bepaald

onderwerp, zoals bijvoorbeeld kunst past bij iemand met het syndroom van Asperger.

40

9.Resultaten

Ik heb gekozen voor een literatuurstudie. Deze vorm van onderzoek heeft me informatie

gegeven met betrekking tot zowel de hoofdvraag als de deelvragen.

Het nadeel is dat er in de tijd van Kent geen informatie voorhanden was met betrekking tot

patiënten met kenmerken uit het autismespectrum in het algemeen en ook niet met betrekking

tot patiënten met het syndroom van Asperger.

Ik ben daarom voor mijn onderzoek uitgegaan van de kenmerken genoemd in de DSM IV

behorend bij een patiënt met het syndroom van Asperger.

Met deze informatie kon ik geen volledig beeld van een specifieke patiënt vormen zoals dat in

de methode van Kent gedaan wordt. Ik miste de vreemde, bijzondere en karakteristieke

kenmerken van de individuele patiënt.

Uitgaande van de kenmerken genoemd in de DSM IV behorend bij een patiënt met het

syndroom van Asperger heb ik een vertaling gemaakt naar repertoriumrubrieken van de

Synthesis. Uit deze repertorisatie zijn negen middelen naar voren gekomen.

Vervolgens heb ik zes middelen gekozen die mijns inziens het beste passen bij iemand met

het syndroom van Asperger en als uitgangspunt genomen kunnen dienen ten behoeve van de

homeopathische behandeling ten behoeve van een patiënt met het syndroom van Asperger.

Hieronder heb ik de resultaten per vraag uiteengezet.

Hoofdvraag: In hoeverre kan de materia medica bijdragen in de homeopathische

middelkeuze volgens de methode van Kent ten behoeve van een patiënt met het

syndroom van Asperger?

Uitgaande van de literatuurstudie en mijn repertorisatie is het mijns inziens zeker dat de

homeopathische materia medica kan bijdragen in de homeopathische middelkeuze ten

behoeve van een patiënt met de kenmerken van het syndroom van Asperger, zoals beschreven

in de DSM IV.

Uit mijn repertorisatie kwamen negen middelen. Na differentiatie heb ik zes middelen

gekozen die ingezet kunnen worden bij de homeopathische behandeling van een patiënt met

het syndroom van Asperger.

Maar om tot een compleet beeld van de patiënt en de ziekte te komen, zoals de methode van

Kent dat van belang acht, zijn vreemde, bijzondere en karakteristieke kenmerken van de

ziekte en de individuele patiënt belangrijk om tot de keuze van een passend middel te komen

en een behandelplan op te stellen.

De middelen die ik heb beschreven dienen als handvat voor de homeopaat die een patiënt met

het syndroom van Asperger behandelt.

41

Wat is Kentiaanse homeopathie?

De Kentiaanse methode belicht uitgebreid de mentale en emotionele beelden samen met de

fysieke symptomen en het gebruik van verdunningen en potenties.

Kent baseert zich op Hahnemann en heeft deze grondbeginselen verder uitgewerkt.

Hahnemann is de grondlegger van de klassieke homeopathie. Kent stelde de eerste materia

medica samen. Klassieke homeopathie volgens Kent zoekt naar ‘het beeld van de ziekte’, dus

‘de karakteristieke kenmerken van de ziekte en de patiënt’.

De Kentiaanse methode beoogt het afwachten en tijd nemen na het geven van een remedie.

De specifieke kenmerken zoals beschreven in de DSM IV, behorend bij een patiënt met het

syndroom van Asperger heb ik getracht te vertalen naar een repertoriumrubriek. Ik ben ervan

uitgegaan dat dit de vreemde, bijzondere en karakteristieke kenmerken waren die hoorden bij

de mind symptomen van iemand met het syndroom van Asperger.

Wat zijn de kenmerken van autisme?

Het autismespectrum ligt op het snijvlak van twee kenmerken. Mensen met een conditie

binnen het autismespectrum vertonen dus beide kenmerken. Sociaal communicatieve

problemen, gecombineerd met herhalingsgedrag en beperkte interesses zijn de kernpunten

waarop mensen regulier gediagnosticeerd worden in het autismespectrum.

Wat is het syndroom van Asperger?

Ik ben erachter gekomen dat het syndroom van Asperger behoort tot de autismespectrum

stoornissen (ASS). Een syndroom wordt gevormd uit de combinatie van een aantal specifieke

symptomen. Het syndroom is vernoemd naar de Weense kinderarts Hans Asperger. Hij was

de eerste die, in 1944, een definitie publiceerde over het syndroom dat later naar hem

genoemd zou worden.

Wat zijn de kenmerken van een patiënt met het syndroom van Asperger?

Mensen met het syndroom van Asperger zijn normaal tot hoogbegaafd. Ze vertonen

specifieke problemen met sociale communicatie. Daarnaast hebben ze vaak beperkte

interessegebieden en laten ze herhalingsgedrag zien. In tegenstelling tot iemand met klassiek

autisme vertonen patiënten met het syndroom van Asperger geen vertraagde taalontwikkeling.

Ze zijn ongevoelig voor de emoties van anderen.

Er is sprake van een vertraagde taalontwikkeling wanneer een kind op taalgebied beduidend

achterblijft of negatief afwijkt in vergelijking met leeftijdsgenoten.

42

Wat is de repertoriumbeschrijving van de kenmerken van het syndroom van

Asperger?

In mijn onderzoek ben ik uitgegaan van de kenmerken van het syndroom van Asperger

vermeld in de DSM IV. Ik heb gezocht naar de repertoriumbeschrijvingen die mijns inziens

passen bij deze kenmerken. Met deze informatie heb ik een repertorisatie gemaakt.

Welke middelen komen uit een repertorisatie, gebruik makend van de kenmerken van

het syndroom van Asperger vermeld in de DSM IV?

Uit bovenvermelde repertorisatie heb ik in hoofdstuk 8 negen middelen beschreven, die hoog

scoorden op mijn vertaling van kenmerken uit de DSM IV van een patiënt met het syndroom

van Asperger naar een repertoriumbeschrijving in de Synthesis.

De negen middelen die uit deze repertorisatie kwamen zijn de volgende:

1. Aurum

2. Carcinocinum

3. Cuprum

4. Lachesis

5. Phosphor

6. Platinum

7. Silicea

8. Sulphur

9. Tuberculinum

Na differentiatie heb ik voor zes middelen gekozen die mijns inziens het beste passen bij

iemand met het syndroom van Asperger.

De zes middelen die mijns inziens het beste passen zijn Aurum, Carcinosinum, Cuprum,

Silicea, Sulphur en Tuberculinum.

Lachesis, Phosphor en Platinum zijn mijns inziens minder geschikt.

In hoofdstuk 8 heb ik bij elk middel de relevantie voor mensen met het syndroom van

Asperger aangegeven.

43

10.Conclusie

De homeopaat gaat ook bij het behandelen van een patiënt met het syndroom van Asperger uit

van de mogelijke oorzaak van de klacht. Daarnaast zijn de vreemde, bijzondere en

karakteristieke symptomen van de klacht en van de individu, zoals bij de methode van Kent

gewoon is, van belang om een passend homeopathisch middel te vinden.

Iemand met het syndroom van Asperger zal in een homeopathisch consult niet anders

geconsulteerd worden dan een patiënt met een andere hulpvraag.

Er is genoeg informatie te vinden in de materia medica om potentiële behandeling in te zetten,

uitgaande van de kenmerken, die genoemd worden in de DSM IV met betrekking tot iemand

met het syndroom van Asperger.

Volgens de methode van Kent zijn daarnaast de specifieke kenmerken van de patiënt en de

ziekte belangrijk om tot de uiteindelijke keuze van het juiste middel te komen.

Ik heb een repertorisatie gemaakt, waarbij ik een ‘vertaling’ heb gemaakt van de kenmerken

die in de DSM IV genoemd worden als zijnde kenmerken die horen bij iemand met het

syndroom van Asperger.

Daarna heb ik negen middelen die hoog scoorden op deze repertorisatie in hoofdstuk 8

beschreven.

Vervolgens heb ik deze middelen in diverse materia medica opgezocht en beschreven.

Daaruit heb ik zes middelen gekozen grond van het feit, dat een middel ten minste op twee

kenmerken moet scoren behorend bij iemand met het syndroom van Asperger, maar ook

mijns inziens moeten “passen” bij de gedragskenmerken van een patiënt met het syndroom

van Asperger.

Deze zes middelen kunnen als handvat dienen bij de behandeling van patiënten met het

syndroom van Asperger.

Conclusie is dat, uitgaande van de literatuurstudie en mijn repertorisatie, het mijns inziens

zeker is dat de homeopathische materia medica kan bijdragen in de homeopathische

middelkeuze ten behoeve van een patiënt met het syndroom van Asperger.

Maar om tot een compleet beeld van de patiënt en de ziekte te komen, zoals de methode van

Kent dat van belang acht, zijn vreemde, bijzondere en karakteristieke symptomen van de

ziekte en de patiënt belangrijk om tot de keuze van een passend middel te komen.

44

Alleen mijn literatuurstudie en de repertorisatie uitgaande van de kenmerken beschreven in de

DSM IV behorend bij een patiënt met het syndroom van Asperger heeft niet voldoende bewijs

geleverd om te staven dat de homeopathische materia medica kan bijdragen in de

homeopathische middelkeuze volgens de methode van Kent ten behoeve van een patiënt met

het syndroom van Asperger.

Na differentiatie heb ik voor zes middelen gekozen die mijns inziens het beste passen bij

iemand met het syndroom van Asperger.

De zes middelen die mijns inziens het beste passen zijn Aurum, Carcinosinum, Cuprum,

Silicea, Sulphur en Tuberculinum.

Lachesis, Phosphor en Platinum zijn mijns inziens minder geschikt.

In hoofdstuk 8 heb ik bij elk middel de relevantie voor mensen met het syndroom van

Asperger aangegeven.

45

11.Advies

Mijns inziens moet niet afgeweken worden van de werking van de klassieke homeopathie: tijd

nemen en afwachten wat er gebeurt, zoals de Kentiaanse homeopathie voorschrijft.

Het is van belang dat de homeopaat de tijd blijft nemen voor zijn patiënten. De snelle tijd

waarin we leven en ook de hulpvraag van mensen die in de praktijk komen, vragen vaak

snelheid in het mogelijk herstel. Maar het afwachten zoals Hahnemann en Kent aangeven, is

van belang voor het volledige herstel op geestelijk, mentaal en fysiek niveau.

De homeopaat gaat ook bij het behandelen van een patiënt met het syndroom van Asperger uit

van de mogelijke oorzaak van de klacht. Daarnaast zijn de vreemde, bijzondere en

karakteristieke symptomen van de klacht en van de individu, zoals bij de methode van Kent

gewoon is, van belang om een passend homeopathisch middel te vinden.

Ik heb in hoofdstuk 8 negen middelen beschreven die uit de repertorisatie kwamen. Daaruit

heb ik na differentiatie zes middelen gekozen die scoren op tenminste twee kenmerken die

horen bij iemand met het syndroom van Asperger zoals aangegeven in de DSM IV en geven

de klassiek homeopaat handen en voeten om een patiënt met het syndroom van Asperger te

ondersteunen. Daarnaast passen deze middelen mijns inziens bij iemand met het syndroom

van Asperger.

De zes middelen die mijns inziens het beste passen zijn Aurum, Carcinosinum, Cuprum,

Silicea, Sulphur en Tuberculinum.

Lachesis, Phosphor en Platinum zijn mijns inziens minder geschikt.

In hoofdstuk 8 heb ik bij elk middel de relevantie voor mensen met het syndroom van

Asperger aangegeven.

Deze middelen dienen als leidraad niet als leidend! Ze kunnen behulpzaam zijn naast het

kijken naar het individuele karakter van de case.

Het individualiserende en het nemen van tijd maakt dat homeopathie werkt.

Daarbij vind ik het van belang ook advies te geven over de omstandigheden waar de patiënt

zich in bevindt. Met name de keuze van de voeding en vitamines. Verstoring in de

omstandigheden waarin de patiënt zich (ongewild) bevindt of onverwacht in terecht komt,

kunnen een stoorfactor zijn in de weg naar herstel.

46

12.Discussie

Afbeelding: www.gewoonuniek.vpweb.nl

Er zijn zo veel aspecten in het autismespectrum en het is belangrijk de verschillen van de

diverse stoornissen te kennen om tot de keuze van een juist middel te komen. Of is deze

kennis slechts een handvat en gaat het om het individu?

Ik heb gemerkt dat literatuuronderzoek voldoende informatie kan geven over de kenmerken

van het syndroom van Asperger en de eventueel in te zetten middelen, als je uitgaat van alleen

deze kennis zoals beschreven in de DSM IV.

Uitgaande van deze kenmerken ben ik op verschillende homeopathische middelen

uitgekomen, maar volgens de methode van Kent zijn naast de symptomen, de karakteristieke

kenmerken van de patiënt en de ziekte belangrijk om tot een goede keuze van een passend

middel te komen. Daar is mijn onderzoek in tekort geschoten.

Tevens zijn de omstandigheden van belang in de behandeling van een patiënt met het

syndroom van Asperger. Indien de omstandigheden van de patiënt niet van dien aard zijn dat

een behandeling positief kan werken, kan geen goed resultaat verkregen worden.

Het zou goed zijn als er een meer verdiepend praktijkgericht vervolgonderzoek zou kunnen

plaatsvinden ten behoeve van de ‘ziekte’ van deze tijd.

Een vervolgonderzoek door klassiek homeopaten of studenten onder begeleiding van

klassiek homeopaten die ervaring hebben in het behandelen van mensen met het syndroom

van Asperger zodat resultaten daarvan in kaart gebracht kunnen worden.

47

13.Verklarende woordenlijst

Automutilatie

Zelfbeschadiging of zelfverminking, zoals gebruikt in de geneeskunde in het algemeen en in

de psychiatrie en de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap in het bijzonder.

ASS=Autisme Spectrum Stoornis

ASS staat voor Autismespectrum stoornissen. ASS komt voor bij kinderen, adolescenten, en

bij volwassenen. Ongeveer bij 1 procent van de kinderen en volwassenen is er sprake van

ASS. Onder de noemer ASS vallen verschillende stoornissen, bijvoorbeeld klassiek autisme,

het syndroom van Asperger, en PDD-NOS (pervasieve ontwikkelingsstoornis niet nader

gespecificeerd). Deze mensen hebben vooral moeite met het sociale begrip en de sociale

intuïtie. Dat maakt hen vaak onzeker en angstig en deze angst wordt vaak ingetoomd doordat

ze zich vasthouden aan bekende regels en patronen. Er wordt bij klassiek autisme gesproken

van een drietal hoofdkenmerken, namelijk kwalitatieve beperkingen op het gebied van sociale

interacties, kwalitatieve beperkingen op het gebied van communicatie, en beperkte patronen

van gedrag, belangstelling en activiteiten waarbij sprake is van een stoornis in de verbeelding.

(http://www.adhd-autisme.nl/watisass.htm, 2015)

Causa

Oorzaak

CEASE=Complete Elemination of Autistic Spectrum Expression

CEASE therapie is gebaseerd op systematische ontstoring van verschillende belastende

oorzaken, die onder andere verband houden met de ontwikkeling van een autistische of

aanverwante stoornis bij veel kinderen (denk ook aan ADHD, PDD-NOS, ADD, etc.) Dr

Smits heeft dit kunnen bewijzen uit eigen ervaring. Kinderen uit het autistische spectrum

verbeterden aanzienlijk en een percentage van zijn 300 patienten behaalden zelfs totale

genezing na zijn ontstorings -kuren! Er spelen dus meerdere oorzaken een rol!

Naast de behandeling van Autisme, waaruit Tinus zijn methode ontwikkeld heeft is deze

methode ook zeer geschikt voor iedereen die in gezondheidstoestand achteruit is gegaan door

externe belastingen vanuit onze moderne wereld van vandaag. Deze belastingen kunnen

ervoor zorgen dat bepaalde natuurlijke genezingsprocessen blokkeren en ziekteverschijnselen

zich kunnen gaan manifesteren op zowel emotioneel als lichamelijk niveau.

Cognitief

Het vermogen om dingen te leren, te onthouden en kennis uit te wisselen

48

Convulsies

Een convulsie, ook wel aanval of toeval genoemd, is een abnormale ontlading van

zenuwcellen in de hersenen. Afhankelijk van het gebied dat deze ontladingen vertoont, treden

bepaalde verschijnselen op. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Convulsie, 2016)

Differentiatie

Afweging van de keuze van het passende homeopathische middel

DSM = Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM, vertaling

'diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen') is een Amerikaans

handboek dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient.

(https://nl.wikipedia.org/wiki/Diagnostic_and_Statistical_Manual_of_Mental_Disorders,

2015)

Dynamis

Dynamis is de levenskracht van een wezen; mens, dier of plant. Dit zorgt ervoor dat we ons

kunnen aanpassen aan veranderingen (zelfherstellend vermogen van het lichaam).

Intoxicatie

Vergiftiging

Meltdown

Overprikkeling van het zenuwstel

Pervasieve ontwikkelingstoornis

Afwijking van de ontwikkeling van diverse basale functies

Preoccupatie

Geprefereerde bezigheid meestal gepaard gaande met een lichamelijke handeling

PDD NOS=Pervasive Developmental Disorders Not Other Specified

Een ontwikkelingsstoornis. Ontwikkelingsstoornissen behoren in de psychologie tot een

groepje van psychologische stoornissen, die zelf weer behoren tot een grotere familie van

stoornissen, die gewoonlijk al worden gediagnosticeerd in de eerste levensjaren van een kind.

Al deze stoornissen hebben gemeen dat ze vermoedelijk het gevolg zijn van een klein

genetisch of biochemisch probleem in de hersenen, dat ontstaan is tijdens de ontwikkeling van

die hersenen gedurende de zwangerschap. (http://www.pdd-nos.nl/contents/PDD1.html, 2015)

49

Repertorisatie

In een repertorium zoeken naar mogelijke homeopathische middelen

Schizofrenie

Een stoornis met vaak ernstige psychische en sociale gevolgen.

Significant

Van groot belang zijnde

Stereotiep gedrag

Afwijkend gedrag dat voortdurend herhaald wordt

Syndroom van Asperger

Het syndroom van Asperger behoort tot de autisme spectrum stoornissen (ASS). Een

syndroom wordt gevormd uit de combinatie van een aantal specifieke symptomen. Kinderen

met het syndroom van Asperger zijn normaal tot hoogbegaafd, maar vertonen specifieke

problemen met sociale communicatie. Daarnaast hebben ze vaak beperkte interessegebieden

en laten ze herhalingsgedrag zien. De kinderen hebben geen vertraagde taalontwikkeling, wat

bij klassiek autisme vaak wel het geval is. Het syndroom is vernoemd naar de Weense

kinderarts Hans Asperger. Er is al veel bekend, maar door wetenschappelijk

onderzoek worden nog steeds nieuwe theorieën ontwikkeld en meer en beter inzicht

verkregen.

(http://www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/, 2015)

Toxisch

Giftig

50

14.Literatuurlijst

Boeken

Baron-Cohen, S. (2009). Autisme en Aspergersyndroom: de stand van zaken. In S. Baron-Cohen,

Autisme en Aspergersyndroom: de stand van zaken. Amsterdam: Nieuwezijds.

(1996). In O. Goetze, Organon der geneeskunst (p. Paragraaf 2). Alkmaar: Uitgeverij homeovisie bv.

College, J. K. (2015, oktober). Syllabus Materia Medica 2.

College, J. K. (2015, oktober). Syllabus Materia Medica I cuprum.

College, J. K. (2015, oktober). Syllabus Materia Medica III Phosphorus.

College, J. K. (2015, oktober). Syllabus Materia Medica III Sulphur.

College, J. K. (2015, oktober). Syllabus Materia Medica III tuberculinum.

Delflos, M. F. (2011). Een vreemde wereld. Amsterdam: SPW.

Hubbard, B. (2014). uitgelicht. medisch dossier, 12.

Kent, J. T. (1998). Grondslagen der Homeopathie. Alkmaar: Uitgeverij Homeovisie bv.

Schroyens, D. F. (2004). Synthesis Repertorium Homeopathicum Syntheticum. London: British Library

Cataloguing in Publication Data.

Verhagen-Redtenbacher, J. J. (1996). Het Asperger syndroom in de DSM IV. Tijdschrift voor

Psychiatrie.

Vermeulen, F. (1993). Kent Materia Medica. Rijswijk: Elmar.

Vermeulen, F. (1996). Synoptic Materia Medica 2. Haarlem: Merlijn Publishers.

Vermeulen, F. (2004). Prisma; the Arcana of Materia Medica Illuminated. Haarlem: Emryss bv

Publishers.

Vermeulen, F. (2005). De complete Materia Medica van Boericke en Phatak. Rijswijk: Elmar.

51

Tijdschriften

Hubbard, B. (2014). uitgelicht. medisch dossier, 12.

Verhagen-Redtenbacher, J. J. (1996). Het Asperger syndroom in de DSM IV. Tijdschrift voor

Psychiatrie.

Websites

(2008). Opgehaald van www.homeopathienetwerk.nl/james-tyler.kent.

(2015, november zondag 22 november). Opgehaald van http://www.nji.nl/Autisme-Probleemschets-

Definitie.

(2015, september ). Opgehaald van www.autisme.nl.

(2015, oktober). Opgehaald van www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-asperger/.

(2015, november zondag 22 november). Opgehaald van

http://www.drzimmermann.org/tuberculinum-common-remedy-children.

(2015, november zondag 22 november). Opgehaald van http://www.interhomeopathy.org/fr-

cuprum-simple-case-of-autism.

(2015, december 7). Opgehaald van http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/17463-

homeopatisch-geneesmiddel-silicea.html.

(2015, december 7). Opgehaald van http://www.adhd-autisme.nl/watisass.htm.

(2015, december 7). Opgehaald van

https://nl.wikipedia.org/wiki/Diagnostic_and_Statistical_Manual_of_Mental_Disorders.

(2015, december 7). Opgehaald van http://www.balansdigitaal.nl/stoornissen/asperger/wat-is-

asperger/.

(2015, december 7). Opgehaald van http://www.pdd-nos.nl/contents/PDD1.html.

Beekman, W. (2015, oktober). Opgehaald van www.willembeekmanklassiekehomeopathie.com.

Dijkstra, K. (2015, november). Opgehaald van http://www.cease-therapie.nl/cease-therapie/.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Convulsie. (2016, januari 3). Opgehaald van

http://nl.wikipedia.org/wiki/Convulsie.

NVKH. (2015, november). Opgehaald van www.nvkh.nl/subpag/58/.

52

15.Bijlagen

53

Bijlage

I Authenticiteitsverklaring

Hierbij verklaar ik, Martine du Floo, student aan de School voor Homeopathie te Amersfoort,

geboren 3 augustus 1956, wonende te Leusden dat de informatie die ik in deze scriptie over

homeopathie en het syndroom van Asperger beschreven heb, authentiek is.

Dat wil zeggen dat alle informatie in deze scriptie door mij is verkregen door middel van

literatuurstudie en het bezoeken van websites voor de nodige informatie.

Daarnaast heb ik door middel van gastbezoeken bij zorginstellingen en zorgleveranciers mij

kunnen informeren over het autismespectrum.

Leusden, 9 januari 2016.

Martine S. du Floo

54

Bijlage

II Kenmerken Stoornis van Asperger

zoals vermeld in DSM IV

Hoofdcategorie: Stoornissen die meestal voor het eerst op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in de

adolescentie gediagnosticeerd worden.

Subcategorie: Pervasieve ontwikkelingsstoornissen

299.80 Stoornis van Asperger

(Asperger's Disorder)

A. Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste twee van de volgende:

(1) duidelijke stoornissen in het gebruik van veelvoudig nonverbaal gedrag zoals oogcontact, gelaatsuitdrukking,

lichaamshoudingen en gebaren om de sociale interactie te bepalen.

(2) er niet in slagen met leeftijdgenoten tot bij het ontwikkelingsniveau passende relaties te komen.

(3) tekort in het spontaan proberen met anderen plezier, bezigheden of prestaties te delen (bijvoorbeeld het niet

laten zien, brengen of aanwijzen van voorwerpen die van betekenis zijn)

(4) afwezigheid van sociale of emotionele wederkerigheid.

B. Beperkte, zich herhalende en stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten zoals blijkt uit

tenminste één van de volgende:

(1) sterke preoccupatie met een of meer stereotiepe en beperkte patronen van belangstelling die abnormaal is in

ofwel intensiteit of aandachtspunt

(2) duidelijke rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen

(3) stereotiepe em zich herhalende motorische maniërisme (bijvoorbeeld fladderen of draaien met de hand of

vingers of complexe bewegingen met het hele lichaam)

(4) aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen

C. De stoornis veroorzaakt in significante mate beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of het

functioneren op andere belangrijke terreinen.

D. Er is geen significante algemene achterstand in taalontwikkeling (bijvoorbeeld het gebruik van enkele

woorden op de leeftijd van twee jaar, communicatieve zinnen op de leeftijd van drie jaar).

E. Er is geen significante achterstand in de cognitieve ontwikkeling of in de ontwikkeling van bij de leeftijd

passende vaardigheden om zichzelf te helpen, gedragsmatig aan te passen (anders dan binnen sociale interacties)

en nieuwsgierigheid over de omgeving.

F. Er is niet voldaan aan de criteria van een andere specifieke pervasieve ontwikkelingsstoornis of schizofrenie.

55

Bijlage

III Repertorisatie Radar veterinarian

ter verificatie

1 1234 1 MIND - AUTISM 9

2 1234 1 MIND - RETARDATION; mental 20

3 1234 1 MIND - DEVELOPMENT of children - arrested 26

4 1234 2 MIND - INDIFFERENCE - surroundings, to the 25

5 1234 2 MIND - MONOMANIA 46

6 1234 2 MIND - THOUGHTS - persistent 151

7 1234 2 MIND - RESERVED 135

8 1234 1 MIND - CONVERSATION - agg. 55

9 1234 2 MIND - RITUALISTIC BEHAVIOR 10

10 1234 2 MIND - GESTURES, makes 187

11 1234 1 MIND - LOOKED AT; to be - cannot bear to be looked at 47

12 1234 1 MIND - LOOKED AT; to be - evading the look of other persons 5

13 1234 1 MIND - INDIFFERENCE 445

14 1234 2 MIND - INDIFFERENCE - company, society - to 4

15 1234 2 MIND - EMOTIONS - loss of 4

16 1234 2 MIND - GESTURES, makes - repeating the same actions 13

17 1234 1 MIND - ABSENTMINDED 282

18 1234 1 MIND - COMPANY - agg. 49

19 1234 2 MIND - COMPANY - aversion to 296

20 1234 1 MIND - MENTAL SYMPTOMS 154

21 1234 2 MIND - INTELLIGENT 23

56

Bijlage

III

Repertorisatie Radar veterinarian ter verificatie -2-

tub. sulph. cupr. carc. phos. plat. lach. aur. sil. calc.

21/26 19/28 19/22 19/19 18/32 18/26 18/25 17/27 17/26 17/25

1 2 - - - - - - - - -

2 2 1 - 1 1 - - 1 1 -

3 1 - 1 1 2 - - 1 1 1

4 - - - - 1 - - - - -

5 - 1 1 1 - 1 1 1 2 -

6 1 2 1 1 1 1 1 3 2 2

7 1 1 1 1 3 2 1 1 1 2

8 - 1 - 1 - 1 1 1 3 1

9 1 - 1 - - - - - - -

10 1 2 1 1 3 1 1 1 1 2

11 2 1 1 - - - - - 1 1

12 - - 1 - - - - - - -

13 2 2 1 1 3 3 2 2 2 2

14 - - - - - - - - - -

15 - - - - - - - - - -

16 1 - - - - 1 1 - - -

17 2 2 2 1 2 3 3 2 2 1

18 - 1 1 1 1 - - 1 - 1

19 1 2 2 1 1 2 2 2 - 1

20 1 2 1 1 3 1 3 3 2 2

21 1 1 - 1 1 1 1 - 1 1

57

Bijlage

IV