Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak...

111
Hoe denken examen- leerlingen havo/vwo over het vak geschiedenis?     SLO • nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Aanvullende onderzoeksgegevens

Transcript of Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak...

Page 1: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

Hoe denken examen-leerlingen havo/vwo over het vak geschiedenis?               

SLO • nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Aanvullende onderzoeksgegevens

Page 2: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

Hoe denken

examenleerlingen

havo/vwo over het vak

geschiedenis? Aanvullende onderzoeksdata

Aanvullende onderzoeksgegevens

Maart 2016

Page 3: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

Verantwoording

2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de

uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren en/of verspreiden en om afgeleid

materiaal te maken dat op deze uitgave is gebaseerd.

Auteurs: Albert van der Kaap en Elvira Folmer

Met medewerking van: Dirk Tuin

Informatie

SLO

Afdeling: tweede fase

Postbus 2041, 7500 CA Enschede

Telefoon (053) 4840 661

Internet: www.slo.nl

E-mail: [email protected]

AN: 3.7409.688

Page 4: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

3

1. Aanleiding en werkwijze

1.1 Aanleiding voor het onderzoek

Hoewel het huidige examenprogramma geschiedenis dateert van 2007, is er pas vanaf 2015

sprake van een nieuw centraal examen. Tot dat moment gold een tijdelijke afwijking, die eruit

bestond dat het centraal examen nog steeds betrekking had op twee thema's. Vanaf 2015 heeft

het centraal examen voor het eerst (voor alle leerlingen) betrekking op domein A (historische

vaardigheden) en B (oriëntatiekennis van de tien tijdvakken). Anders dan oorspronkelijk

beoogd, heeft het centraal examen ook betrekking op een aantal historische contexten.

In 2013 heeft het ministerie van OCW het mogelijk gemaakt om te onderzoeken op welke wijze

docenten hun onderwijs in voorbereiding op het nieuwe centraal programma inrichten, wat hun

ervaringen daarmee zijn en in hoeverre docenten in de eerste examenresultaten aanleiding zien

om hun onderwijs bij te stellen.

De resultaten van het onderzoek kunnen informatie bieden voor eventuele bijstellingen van het

programma in de komende jaren en gebruikt worden bij volgende vakvernieuwingen.

Wat voorafging

Vooruitlopend op de landelijke invoering van het nieuwe examenprogramma startte in 2004 een

pilot op havo om na te gaan of landelijke implementatie van het nieuwe examenprogramma

mogelijk zou zijn. Deze pilot werd in 2007 uitgebreid met het vwo. Van beide pilots is een

evaluatieverslag beschikbaar (Wilschut, 2006, 2010). Richtte de aandacht zich aanvankelijk op

de pilotscholen, in 2009 inventariseerde SLO niet alleen bij de betrokken pilotdocenten maar bij

alle geschiedenisdocenten die werkzaam waren in de tweede fase (havo en vwo) hoe op hun

school invulling werd gegeven aan de vernieuwde tweede fase (Van der Kaap, 2009). De

vragen hadden niet alleen betrekking op de organisatie van de vernieuwde tweede fase, maar

ook op de ervaringen met het nieuwe programma.

Het huidige onderzoek

Als onderdeel van het onderzoek dat in 2013 van start ging werden docenten in de tweede fase

in 2013 en 2014 opnieuw bevraagd naar hun ervaringen (Van der Kaap, 2014a, Van der Kaap

& Folmer, hoofd2015). In 2014 werden voor het eerst ook leerlingen bevraagd over het nieuwe

examenprogramma. De resultaten van dit onderzoek, dat betrekking had op klassen van dertig

pilotscholen, zijn in het najaar van 2014 gepubliceerd (Van der Kaap, 2014b).

De bevraging onder leerlingen is in april 2015 herhaald, maar nu onder leerlingen van zowel

pilotscholen als niet-pilotscholen. Scholen werden benaderd met de vraag of zij met (een deel

van) hun leerlingen aan het onderzoek wilden meedoen. Negentien scholen, verspreid over het

land, reageerden positief, waarvan er uiteindelijk zestien met (een deel van) hun

examenleerlingen hebben meegedaan. De vragenlijsten zijn tijdens de geschiedenisles op de

school ingevuld en automatisch ingelezen. De gegevens zijn vervolgens met SPSS

geanalyseerd. De meeste scholen deden zowel met havo- als vwo-leerlingen mee, enkele

alleen met havo-leerlingen, één school alleen met vwo-leerlingen en in één geval ging het om

een categoraal gymnasium. Een enkele school is al pilotschool sinds 2006, een paar andere

sinds 2014. De overige scholen namen in 2015 voor het eerst het nieuwe centraal examen af.

Page 5: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

4

1.2 Opzet van het onderzoek

1.2.1 Vraagstelling en theoretisch kader

Voor de theoretische achtergrond van het onderzoek is gebruik gemaakt van de typologie van

curriculaire verschijningsvormen zoals Van den Akker (2003) die heeft beschreven.

Tabel 1. Curriculaire verschijningsvormen en de gebruikte instrumenten.

Beoogd Visie/denkbeeldig Het examenprogramma is gebaseerd op het werk

van de Commissie De Rooy, zoals dat zijn neerslag

kreeg in het rapport Verleden, heden, toekomst.

Verwoord/geschreven Eindtermen

Syllabus

Handreiking

Methodes

Uitgevoerd Geïnterpreteerd Oordelen en interpretaties van docenten

In actie Het feitelijke onderwijsleerproces

Bereikt Ervaren Ervaringen van leerlingen

Bereikt Leerresultaten van leerlingen

In het onderzoek moest de volgende hoofdvraag beantwoord worden:

Op welke wijze wordt de beoogde vernieuwing van het centraal examen geschiedenis (op

het niveau van het geschreven curriculum) geïmplementeerd en gerealiseerd in de

onderwijspraktijk?

De beoogde vernieuwing heeft consequenties voor de inrichting van het hele

examenprogramma. Dat wordt in verschillende documenten beschreven (zie tabel 2).

Tabel 2. Documenten die het vernieuwde examenprogramma beschrijven.

Niveau Status: verplicht Status: niet verplicht, ter inspiratie

Macro-

niveau

Vastgestelde

examenprogramma

Syllabus voor het centraal

examen

Handreiking voor het schoolexamen;

Vragen uit de pilotexamens vanaf 2006;

SLO-brochures met betrekking tot de

invoering van het examenprogramma;

Evaluaties van de pilotexamens.

De invoering van een nieuw centraal examen is van invloed op verschillende elementen van het

leerplan die met elkaar samenhangen. De kern van een leerplan betreft doorgaans de doelen

en inhouden van het leren. Veranderingen in die kern veronderstellen meestal ook wijzigingen

in veel andere aspecten met betrekking tot het (plannen van) leren. Hoe deze leerplankundige

aspecten met elkaar samenhangen wordt verbeeld in het curriculaire spinnenweb (zie figuur 1).

In het onderzoek wordt aan zoveel mogelijk aspecten van dit spinnenweb aandacht besteed.

Page 6: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

5

Figuur 1. Curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003).

1.2.2 Onderzoeksopzet

Voor het beantwoorden van de hoofdvraag is ingezoomd op verschillende deelvragen. Die zijn

gekoppeld aan het uitgevoerde en gerealiseerde curriculum (zie tabel 3).

Tabel 3. Deelvragen

Beoogd

Curriculum

Imaginair

Geschreven

Uitgevoerd

curriculum

Geïnterpreteerd 1. Hoe ervaren docenten het centraal examen over

tien tijdvakken en historische contexten?

2. Hoe ervaren andere betrokkenen (het veld) het

nieuwe centraal examen?

Uitgevoerd 3. Hoe richten de docenten hun examenprogramma

in?

4. Welke knelpunten ervaren docenten en hoe

lossen zij deze op?

5. Welke veranderingen brengen docenten aan in

hun schoolexamen in de loop der jaren, als

gevolg van:

o hun ervaringen in de klas

o de examenresultaten?

Gerealiseerd

curriculum

Ervaren 6. Hoe ervaren leerlingen het examenprogramma?

7. Hoe ervaren leerlingen het nieuwe centraal

examen?

Geleerd 8. Welke resultaten behalen leerlingen op het

schoolexamen en het centraal examen?

Page 7: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

6

In Tabel 4 staan de deelvragen nader gespecificeerd in concrete vragen voor docenten en

leerlingen. Ze zijn vertrekpunt geweest voor de ontwikkeling van docent- en

leerlingvragenlijsten1.

Tabel 4: Onderzoeksvariabelen per deelvraag

Deelvraag Variabelen

1. Hoe ervaren docenten het centraal

examen over tien tijdvakken en de

historische contexten?

1. Zijn de docenten voldoende toegerust voor het

nieuwe centraal examen? (vragen 5 t/m 13 van de

vragenlijst)

2. Ervaren de docenten knelpunten in het nieuwe

examenprogramma? (vragen 14 t/m 18 van de

vragenlijst)

3. Hoe ervaren docenten de historische contexten?

(vragen 23 t/m 40 van de vragenlijst)

2. Hoe ervaren andere betrokkenen

(het veld) het nieuwe centraal examen?

1. Wat zijn de ervaringen van de examenmakers

met het nieuwe centraal examen over tien

tijdvakken en de historische contexten?

3. Hoe richten de docenten hun

schoolexamen in?

1. Welke keuzes maken docenten m.b.t. tot de

leerstof? (vragen 41 t/m 46 van de vragenlijst)

2. Hoe wordt de leerstof voor het schoolexamen

getoetst? (vragen 47 t/m 54 van de vragenlijst)

3. Welke lesmethode(s) wordt/worden gebruikt?

(vragen 55 t/m 60 van de vragenlijst)

4. Welke knelpunten ervaren docenten

en hoe lossen zij deze op?

1. Met welke onderdelen van domein A (historische

vaardigheden) hebben de leerlingen moeite?

(vragen 19 t/m 22 van de vragenlijst)

2. Hoe ervaren de docenten de aansluiting vmbo-tl-

havo? (vragen 61 t/m 63 van de vragenlijst)

3. Hoe ervaren de docenten de aansluiting

onderbouw-bovenbouw? (vragen 64 t/m 66 van de

vragenlijst)

4. Welke (andere) knelpunten ervaren docenten?

(vragen 14,15 en 18 van de vragenlijst)

5. Welke veranderingen brengen

docenten aan in hun schoolexamen in

de loop der jaren, als gevolg van:

1. Gaan docenten meer gebruik maken van vragen

uit pilotexamens en gaan zij meer cumulatief

toetsen?

2. Besteden docenten meer tijd aan herhaling van

de oriëntatiekennis? a. hun ervaringen in de klas

b. de examenresultaten?

1 Zie voor het onderzoek onder docenten de publicatie van Van der Kaap uit 2014.

Page 8: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

7

6. Hoe ervaren leerlingen de

voorbereiding op schoolexamen en het

nieuwe centraal examen?

1. Wat zijn de ervaringen van leerlingen in de

voorbereiding op schoolexamen en het centraal

examen? (onderdeel 1.2 van de

leerlingenvragenlijst).

2. Hoe denken de leerlingen over het vak

geschiedenis? (onderdeel 1.3 van de

leerlingenvragenlijst).

3. Hoe denken de leerlingen over het nut van

geschiedenis? (onderdeel 1.4 van de

leerlingenvragenlijst).

4. Hoe denken leerlingen over de tien tijdvakken?

(onderdeel 1.5 van de leerlingenvragenlijst).

5. Hoe denken leerlingen over de historische

contexten? (onderdeel 1.6 van de

leerlingenvragenlijst).

7. Welke leerresultaten behalen

leerlingen op het centraal examen?

1. Welke ervaringen hebben de docenten met het

centraal examen?

2. Wat zijn de resultaten van het schoolexamen en

het centraal examen in 2014 en 2015?

Onderzoeksinstrumenten

Naast vragenlijsten is voor de beantwoording van de vraag waar het in dit onderzoek om gaat

ook gebruik gemaakt van

(open/semi-open/gesloten) interviews met docenten en leerlingen;

examenverslagen van Cito;

resultaten van de jaarlijkse korte vragenlijst van Cito;

resultaten van het eerste nieuwe centraal examen in 2015.

Tabel 5. Onderzoeksactiviteiten per deelvraag

Deelvraag Onderzoeksactiviteiten

1. Hoe ervaren docenten het centraal examen over

tien tijdvakken en de historische contexten?

Vragenlijstonderzoeken (2013, 2014 en 2015) onder

geschiedenisdocenten, werkzaam in de tweede fase.

Interviews met docenten.

Gegevens uit het vragenlijstonderzoek dat Cito elk jaar

publiceert op zijn website.

2. Hoe ervaren examenmakers het centraal

examen over tien tijdvakken en de historische

contexten?

Interview met de toetsdeskundige van Cito.

3. Hoe richten de docenten hun schoolexamen in? Vragenlijstonderzoek onder docenten dat, in principe,

drie keer wordt herhaald.

Interviews met docenten.

4. Welke knelpunten ervaren docenten en hoe

lossen zij deze op?

Vragenlijstonderzoek onder docenten dat, in principe,

drie keer wordt herhaald.

Interviews met docenten.

5. Welke veranderingen brengen docenten aan in

hun schoolexamen in de loop der jaren, als gevolg

van:

a. hun ervaringen in de klas

b. de examenresultaten

Vragenlijstonderzoek onder docenten en interviews

met docenten.

Page 9: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

8

6. Hoe ervaren leerlingen de voorbereiding op

schoolexamen en het nieuwe centraal examen?

Vragenlijstonderzoek onder leerlingen.

Interviews met leerlingen.

7. Welke leerresultaten behalen leerlingen op het

centraal examen?

Onderzoeksgegevens Cito en scholen.

Interview met toetsdeskundige van Cito.

Gegevens van Cito en DUO/scholen.

1.3 Onderzoek onder leerlingen

In totaal hebben 920 leerlingen van zestien scholen, verspreid over Nederland in 2015 de

vragenlijst ingevuld: 555 havo-leerlingen en 365 vwo-leerlingen. Van hen heeft 22% een C&M-

profiel, 65% een E&M-profiel en 10% een combinatie van beide profielen. Van de respondenten

heeft 3% een N&G- of N&T-profiel. Meer meisjes (57%) dan jongens (43%) hebben de

vragenlijst ingevuld. 96% van de leerlingen is geboren in Nederland. Dat geldt ook voor 88%

van de vaders en 90% van de moeders. Van degenen die niet in Nederland zijn geboren,

komen de meesten uit Azië.

Op het moment dat de vragenlijst werd afgenomen (april 2015), waren de schoolonderzoeken al

achter de rug. In deze publicatie wordt gesproken van goede leerlingen als hun gemiddelde 7 of

hoger is (26% van de leerlingen), van gemiddelde of minder goede leerlingen als het

gemiddelde ligt tussen 5,5-7 (68%) en van zwakke leerlingen als die onvoldoende voor het vak

staan (6%). Wij zijn ons er, uiteraard, van bewust dat het cijfer slechts één variabele is van wat

een leerling tot een goede of zwakke leerling in het vak maakt.

Tabel 6. Overzicht van de respondenten

havo 60%

vwo 40%

C&M 22%

E&M 65%

C&M en E&M 10%

N&G of N&T 3%

jongens 43%

meisjes 57%

geboren in Nederland 96%

niet geboren in Nederland 4%

Totaal aantal leerlingen 920

De resultaten van de totale responsgroep worden besproken in de hoofdpublicatie. In deze

bijlage bij de hoofdpublicatie (Van der Kaap & Folmer, 2016a) worden de resultaten uitgesplitst

naar havo- en vwo-leerlingen, naar goede, minder goede en zwakke leerlingen en naar jongens

en meisjes. Ook wordt gekeken of leerlingen van wie een of beide ouders niet in Nederland zijn

geboren tot andere oordelen komen dan de overige leerlingen. De verschillen worden alleen

genoemd voor zover ze significant zijn.

Page 10: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

9

Figuur 2. Cijfers voor het schoolexamen (alle leerlingen).

Figuur 3. Cijfers voor het schoolexamen uitgesplitst naar jongens en meisjes.

0

5

10

15

20

25

30

< 4 4,0 -4,49

4,5 -4,99

5,0 -5,49

5,5 -5,99

6,0 -6,49

6,5 -6,99

7,0 -7,49

7,5 -7,99

8,0 -8,49

8,5 -8,99

9,0 -9,49

9,5 – 10

se-cijfers

0

5

10

15

20

25

30

< 4 4,0 -4,49

4,5 -4,99

5,0 -5,49

5,5 -5,99

6,0 -6,49

6,5 -6,99

7,0 -7,49

7,5 -7,99

8,0 -8,49

8,5 -8,99

9,0 -9,49

9,5 –10

Verschillen se-cijfers jongens en meisjes

jongens meisjes

Page 11: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

10

Figuur 4. Cijfers voor het schoolexamen uitgesplitst naar havo en vwo.

Vragenlijst

De leerlingen hebben de vragenlijst in april 2015, voorafgaand aan het centraal examen in mei,

ingevuld. Hieronder volgt een overzicht van de thema’s die in de lijst aan de orde kwamen.

De voorbereiding op schoolexamentoetsen en op het centraal examen

Een goede voorbereiding op het schoolexamen en centraal examen is altijd van groot belang.

Door de extra onzekerheid bij een nieuw centraal examen geldt dit eens te meer, zowel voor

docenten als leerlingen. Daarom is in dit onderzoek een onderdeel opgenomen met stellingen

waarop de reacties een beeld geven van de wijze waarop leerlingen zich op het schoolexamen

en het centraal examen geprepareerd hebben.

Het denken over het vak geschiedenis

Een opmerking die nog wel eens wordt gehoord als het over het geschiedeniscurriculum gaat, is

dat het te veel Europacentrisch is. Daarom is in dit onderdeel van het onderzoek aan leerlingen

gevraagd of zij dat ook vinden.

Opvattingen over de tien tijdvakken

Van een examen over twee thema's naar een examen over oriëntatiekennis van tien tijdvakken

is een grote stap. In dit onderdeel van het vragenlijstonderzoek is de leerlingen gevraagd hoe zij

hierover denken en wat hun oordeel is over de tien tijdvakken; welke vinden zij interessant en

welke moeilijk?

Opvattingen over de historische contexten

Historische contexten, waarin oriëntatiekennis uit verschillende tijdvakken met elkaar wordt

verbonden, is een nieuw fenomeen in het geschiedenisonderwijs. Daarom is aan leerlingen

gevraagd welke historische contexten en tijdvakken zij interessant en welke moeilijk vinden.

Ook is gevraagd welke nieuwe contexten eventueel op hun instemming zouden kunnen

rekenen.

0

5

10

15

20

25

30

< 4 4,0 -4,49

4,5 -4,99

5,0 -5,49

5,5 -5,99

6,0 -6,49

6,5 -6,99

7,0 -7,49

7,5 -7,99

8,0 -8,49

8,5 -8,99

9,0 -9,49

9,5 –10

se-cijfers havo en vwo

havo vwo

Page 12: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

11

Het nut van het vak geschiedenis

De samenleving vindt geschiedenis, zo is in discussies de afgelopen jaren wel gebleken, een

belangrijk vak. Maar vinden leerlingen dat ook en welke aspecten vinden zij met name

belangrijk. Dit onderdeel van het onderzoek probeert op deze vragen een antwoord te geven.

Epistemologische opvattingen van leerlingen

Om goed voorbereid te zijn op deelname aan een moderne, multiculturele, democratische

samenleving is het belangrijk dat leerlingen een historisch besef ontwikkelen. Zij moeten

beseffen dat verhalen over het verleden elkaar kunnen tegenspreken, zonder onwaar te hoeven

zijn. Zij moeten weten dat nieuw gevonden bewijs of opnieuw bestudeerd bewijs, getekend door

de geest van de tijd, kan leiden tot telkens nieuwe interpretaties. Daarom is het belangrijk

aandacht te besteden aan de epistemological beliefs van leerlingen, aan de opvattingen van

leerlingen over de aard van onze kennis over het verleden. De opvattingen van leerlingen over

(historische) kennis zijn in belangrijke mate bepalend voor de manier waarop zij met het

verleden omgaan.

Een proefversie van de vragen in de vragenlijst is voorgelegd aan curriculum- en vakexperts.

Ook enkele leerlingen hebben ze bekeken. Alle reacties zijn in de uiteindelijke versie verwerkt.

Page 13: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum
Page 14: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

13

2. Voorbereiding op het examen

2.1 Zijn leerlingen goed voorbereid op het schoolexamen

Leerlingen weten wat hen in schoolexamens te wachten staat en zijn tevreden over het

gebruik van toetsen waarin ook vragen over eerder behandelde tijdvakken worden

gesteld.

Verreweg de meeste leerlingen blijken goed op de hoogte van het soort vragen dat zij in

schoolexamentoetsen kunnen verwachten: bijvoorbeeld open/gesloten, vragen met en zonder

bronnen, vragen over kennis en vaardigheden. Een ruime meerderheid vindt het een goede

zaak dat er in schoolexamens ook vragen aan de orde komen over tijdvakken die eerder zijn

behandeld, al vindt iets meer dan de helft van hen dat deze toetsen wel moeilijk zijn.

Moeilijk vindt een meerderheid ook vragen die betrekking hebben op historische vaardigheden.

Over de vraag of chronologievragen in schoolexamens moeilijk zijn, verschillen de meningen.

Een ruime meerderheid geeft aan dat in de schoolexamens vaak vragen voorkwamen uit

eerdere pilotexamens (zie figuur 5).

Figuur 5. De mate waarin leerlingen te kennen geven voorbereid te zijn op het schoolexamen.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

Ik weet bij een schoolexamen altijd welk type vragen ikkan verwachten (bijvoorbeeld open/gesloten, vragen

met en zonder bronnen, vragen over kennis envaardigheden.

Ik vind het goed dat er in schoolexamens ook vragengesteld worden over tijdvakken die eerder zijn

behandeld.

Ik vind schoolexamens waarin ook kennis van eerderbehandelde stof wordt getoetst moeilijk.

Ik vind in schoolexamens vragen over historischevaardigheden (oorzaak/gevolg, continuïteit en

verandering, standplaatsgebondenheid) moeilijk.

Ik vind chronologievragen in schoolexamens moeilijk.

In de schoolexamens kwamen vaak vragen voor uiteerdere pilotexamens.

Voorbereiding op het schoolexamen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 15: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

14

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Vwo-leerlingen blijken over het algemeen beter op de hoogte te zijn van het type vragen dat zij

op schoolexamens kunnen verwachten dan havo-leerlingen. Zij tonen zich ook meer tevreden

over het feit dat er in schoolexamens vragen over eerder behandelde tijdvakken worden gesteld

dan havo-leerlingen. Die geven ook in hogere mate aan dat zij het eens zijn met de stelling dat

vragen waarin kennis wordt getoetst van eerder behandelde stof moeilijk zijn. Hetzelfde geldt

voor vragen over historische vaardigheden en voor chronologievragen (zie figuur 6).

Figuur 6. De mate waarin havo- en vwo-leerlingen te kennen geven voorbereid te zijn op het

schoolexamen.

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Goede leerlingen geven aan beter op de hoogte te zijn van het type vragen dat zij op

schoolexamens kunnen verwachten dan minder goede en zwakkere leerlingen en zij zijn meer

tevreden over het feit dat er in schoolexamens vragen over eerder behandelde tijdvakken

worden gesteld dan. Zwakke leerlingen geven ook in hogere mate aan dat zij het eens zijn met

de stelling dat vragen waarin kennis wordt getoetst van eerder behandelde stof moeilijk zijn, dan

gemiddelde en goede leerlingen. Dit geldt ook vragen over historische vaardigheden en

chronologievragen (zie figuur 7).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

Ik w

eet

bij

een

sch

oo

lexa

me

nal

tijd

we

lkty

pe

vrag

en ik

kan

verw

ach

ten

(bijv

oo

rbee

ldo

pen

/ges

lote

n, v

rage

n m

eten

zo

nd

erb

ron

nen

,vr

age

n o

ver

ken

nis

en

vaar

dig

he

den

.

Ik v

ind

he

tgo

ed d

at e

r in

sch

oo

lexa

me

ns

oo

k vr

agen

gest

eld

wo

rden

ove

rti

jdva

kken

die

eerd

er

zijn

be

han

del

d.

Ik v

ind

sch

oo

lexa

me

ns

waa

rin

oo

kke

nn

is v

anee

rde

rb

eh

and

eld

est

of

wo

rdt

geto

ets

tm

oe

ilijk

.

Ik v

ind

in

sch

oo

lexa

me

ns

vrag

en o

ver

his

tori

sch

eva

ard

igh

ed

en(o

orz

aak/

gevo

lg,

con

tin

uït

eit

enve

ran

der

ing,

stan

dp

laat

sge

bo

nd

enh

eid

)m

oe

ilijk

.

Ik v

ind

chro

no

logi

evr

age

n in

sch

oo

lexa

me

ns

mo

eilij

k.

In d

esc

ho

ole

xam

en

s kw

amen

vaak

vra

gen

voo

r u

itee

rde

rep

ilote

xam

en

s.

Voorbereiding op het schoolexamen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 16: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

15

Figuur 7. De mate waarin goede, minder goede en zwakke leerlingen te kennen geven

voorbereid te zijn op het schoolexamen.

Verschillen tussen jongens en meisjes

Meisjes zijn het meer dan jongens eens met stellingen over de moeilijkheidsgraad van vragen

over eerder behandelde tijdvakken worden, over historische vaardigheden en

chronologievragen dan jongens.Opvallend is dat meisjes veel meer dan jongens van mening

zijn dat er in schoolexamens vaak vragen uit eerdere pilotexamens voorkwamen (zie figuur 8).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7Ik

wee

t b

ij ee

nsc

ho

ole

xam

en

alti

jd w

elk

typ

evr

age

n ik

kan

verw

ach

ten

(bijv

oo

rbee

ldo

pen

/ges

lote

n,

vrag

en

met

en

zon

der

bro

nn

en

,vr

age

n o

ver

ken

nis

en

vaar

dig

he

den

.

Ik v

ind

he

t go

edd

at e

r in

sch

oo

lexa

me

ns

oo

k vr

age

nge

stel

d w

ord

eno

ver

tijd

vakk

end

ie e

erd

er

zijn

be

han

del

d.

Ik v

ind

sch

oo

lexa

me

ns

waa

rin

oo

kke

nn

is v

anee

rde

rb

eh

and

eld

e st

of

wo

rdt

geto

etst

mo

eili

jk.

Ik v

ind

in

sch

oo

lexa

me

ns

vrag

en

ove

rh

isto

risc

he

vaar

dig

he

den

(oo

rzaa

k/ge

volg

,co

nti

nu

ïte

it e

nve

ran

der

ing,

stan

dp

laat

sge

bo

nd

enh

eid

)m

oe

ilijk

.

Ik v

ind

chro

no

logi

evra

gen

insc

ho

ole

xam

en

sm

oe

ilijk

.

In d

esc

ho

ole

xam

en

skw

amen

vaa

kvr

age

n v

oo

r u

itee

rde

rep

ilote

xam

en

s.

Voorbereiding op het schoolexamen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 17: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

16

Figuur 8. De mate waarin jongens en meisjes te kennen geven voorbereid te zijn op het

schoolexamen.

Verschillen tussen leerlingen met verschillende etnische achtergronden

Leerlingen van wie tenminste een van beide ouders in het buitenland is geboren (n= 145)

denken over één stelling die betrekking heeft op de voorbereiding op het schoolexamen

significant anders dan leerlingen die net als hun ouders in Nederland zijn geboren (zie tabel 1).

Tabel 7. Verschillen naar etnische achtergrond van leerlingen met betrekking tot de

voorbereiding op schoolexamen en centraal examen.

Ouders en leerling geboren in Nederland

Een van beide ouders geboren buiten Nederland

Ik vind chronologievragen in schoolexamens moeilijk.

oneens 52% 60%

eens 48% 40%

-100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Ik w

eet

bij

een

sch

oo

lexa

me

n a

ltijd

wel

kty

pe

vrag

enik

kan

verw

ach

ten

(bijv

oo

rbee

ldo

pen

/ges

lote

n, v

rage

nm

et e

nzo

nd

erb

ron

nen

,vr

age

n o

ver

ken

nis

en

vaar

dig

he

de

n.

Ik v

ind

he

tgo

ed d

at e

rin

sch

oo

lexa

me

ns

oo

kvr

age

nge

stel

dw

ord

en o

ver

tijd

vakk

end

ie e

erd

er

zijn

be

han

del

d.

Ik v

ind

sch

oo

lexa

me

ns

waa

rin

oo

k ke

nn

isva

n e

erd

er

be

han

del

de

sto

f w

ord

tge

toe

tst

mo

eili

jk.

Ik v

ind

in

sch

oo

lexa

me

ns

vrag

eno

ver

his

tori

sch

eva

ard

igh

ed

en

(oo

rzaa

k/ge

vo

lg,

con

tin

uït

eit

enve

ran

der

ing,

stan

dp

laat

sgeb

on

den

he

id)

mo

eili

jk.

Ik v

ind

chro

no

logi

evra

gen

insc

ho

ole

xam

en

s m

oei

lijk.

In d

esc

ho

ole

xam

en

s kw

ame

nva

ak v

rage

nvo

or

uit

eerd

ere

pilo

texa

me

ns.

Voorbereiding op het schoolexamen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 18: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

17

2.2 Zijn leerlingen goed voorbereid op het centraal examen?

Leerlingen zijn tevreden over hun voorbereiding op het centraal examen.

Leerlingen zeggen in ruime meerderheid goed voorbereid te zijn op het centraal examen. Wel

voelen zij zich minder zeker over de contexten Democratische Revoluties en De Republiek. Ook

bestaat er bij veel leerlingen nog wel enige twijfel of zij voldoende hebben geoefend met vragen

uit eerdere pilotexamens (zie figuur 9 en 10).

Figuur 9. De mate waarin leerlingen te kennen geven voorbereid te zijn op het centraal examen.

Figuur 10. De mate waarin leerlingen te kennen geven voorbereid te zijn op het centraal

examen.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

Ik weet wat ik op het centraal examen kanverwachten.

Ik weet wat bedoeld wordt met oriëntatiekennis.

Ik weet wat ik van de voorbeelden in dehistorische context op het centraal examen moet

kennen.

Ik weet welke jaartallen ik van de historischecontexten op het centraal examen moet kennen.

Ik weet welke gebeurtenissen ik van de historischecontexten op het centraal examen moet kennen.

Ik weet welke personen ik van de historischecontexten op het centraal examen moet kennen.

Voorbereiding op het centraal examen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

De Republiek

Duitsland

De Koude Oorlog

Democratische Revoluties (alleen vwo)

Ik heb voldoende geoefend met examenvragenuit eerdere pilotexamens.

Voorbereiding op de historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 19: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

18

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Vwo-leerlingen weten beter wat hen op het centraal examen te wachten staat dan havo-

leerlingen en zij begrijpen naar eigen zeggen beter wat verstaan moet worden onder

oriëntatiekennis. Zij zeggen ook beter te weten welke gebeurtenissen zij van de historische

contexten moeten kennen. Zij geven ook aan beter voorbereid te zijn op de historische

contexten Duitsland en De Koude Oorlog (zie figuur 11 en 12).

Figuur 11. De mate waarin havo- en vwo-leerlingen te kennen geven voorbereid te zijn op het

centraal examen.

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

Ik w

eet

wat

iko

p h

et

cen

traa

lex

amen

kan

verw

ach

ten

..

Ik w

eet

wat

be

do

eld

wo

rdt

met

ori

ënta

tiek

en

ni

s.

Ik w

eet

wat

ikva

n d

evo

orb

eeld

en in

de

his

tori

sch

eco

nte

xt o

p h

etce

ntr

aal

exam

en m

oet

ken

ne

n.

Ik w

eet

wel

keja

arta

llen

ikva

n d

eh

isto

risc

he

con

text

en o

ph

et

cen

traa

lex

amen

mo

etke

nn

en

.

Ik w

eet

wel

kege

beu

rten

isse

nik

van

de

his

tori

sch

eco

nte

xten

op

he

t ce

ntr

aal

exam

en m

oet

ken

ne

n.

Ik w

eet

wel

kep

ers

on

en

ikva

n d

eh

isto

risc

he

con

text

en o

ph

et

cen

traa

lex

amen

mo

etke

nn

en

.

Voorbereiding op het centraal examen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 20: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

19

Figuur 12. De mate waarin havo- en vwo-leerlingen te kennen geven voorbereid te zijn op de

historische contexten.

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen.

Goede leerlingen zeggen beter te weten wat ze op het centraal examen kunnen verwachten

dan gemiddelde en zwakke leerlingen. Zij zijn, naar eigen zeggen, ook beter voorbereid op alle

vier historische contexten. Ook menen zij beter te weten welke voorbeelden en gebeurtenissen

zij van de historische contexten moeten kennen (zie figuur 13 en 14).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

De

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

De

Ko

ud

eO

orl

og

De

Dem

ocr

atis

che

Rev

olu

tie

s(a

llee

n v

wo

)

Ik h

eb

vold

oen

de

geo

efe

nd

me

tex

amen

vrag

enu

it e

erd

ere

pilo

texa

me

ns.

Voorbereiding op de historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 21: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

20

Figuur 13. De mate waarin goede, minder goede en zwakke leerlingen te kennen geven

voorbereid te zijn op het centraal examen.

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7Ik

wee

t w

at ik

op

he

t ce

ntr

aal

exam

en k

anve

rwac

hte

n.

Ik w

eet

wat

be

do

eld

wo

rdt

met

ori

ënta

tiek

en

nis

.

Ik w

eet

wat

ikva

n d

evo

orb

eeld

en in

de

his

tori

sch

eco

nte

xt o

p h

etce

ntr

aal e

xam

en

mo

et

ken

nen

.

Ik w

eet

wel

keja

arta

llen

ik v

and

e h

isto

risc

he

con

text

en o

ph

et

cen

traa

lex

amen

mo

etke

nn

en

.

Ik w

eet

wel

kege

beu

rten

isse

nik

van

de

his

tori

sch

eco

nte

xten

op

he

t ce

ntr

aal

exam

en m

oet

ken

ne

n.

Ik w

eet

wel

kep

ers

on

en

ik v

and

e h

isto

risc

he

con

text

en o

ph

et

cen

traa

lex

amen

mo

etke

nn

en

.

Voorbereiding centraal examen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 22: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

21

Figuur 14. De mate waarin goede, minder goede en zwakke leerlingen te kennen geven

voorbereid te zijn op de historische contexten

Verschillen tussen jongens en meisjes

Meisjes zeggen minder goed op de hoogte te zijn van de personen die zij in verband met de

historische contexten moeten kennen dan jongens. Zij zijn, naar eigen zeggen, ook minder goed

voorbereid op de contexten Duitsland en De Koude Oorlog (zie figuur 15 en 16).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

De

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

De

Ko

ud

e O

orl

og

De

Dem

ocr

atis

che

Rev

olu

tie

s (a

llee

n v

wo

)

Ik h

eb

vo

ldo

end

ege

oe

fen

d m

et

exam

envr

agen

uit

eerd

ere

pilo

texa

me

ns.

Voorbereiding op de historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 23: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

22

Figuur 15. De mate waarin jongens en meisjes te kennen geven voorbereid te zijn op het

centraal examen.

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Ik w

eet

wat

ik o

ph

et

cen

traa

lex

amen

kan

verw

ach

ten

.

Ik w

eet

wat

be

do

eld

wo

rdt

met

ori

ënta

tiek

en

nis

.

Ik w

eet

wat

ik v

and

e v

oo

rbe

eld

en in

de

his

tori

sch

eco

nte

xt o

p h

etce

ntr

aal e

xam

en

mo

et

ken

nen

.

Ik w

eet

wel

keja

arta

llen

ik v

an d

eh

isto

risc

he

con

text

en o

p h

etce

ntr

aal e

xam

en

mo

et

ken

nen

.

Ik w

eet

wel

kege

beu

rten

isse

n ik

van

de

his

tori

sch

eco

nte

xten

op

het

cen

traa

l exa

me

nm

oe

t ke

nn

en.

Ik w

eet

wel

kep

ers

on

en

ik v

an d

eh

isto

risc

he

con

text

en o

p h

etce

ntr

aal e

xam

en

mo

et

ken

nen

.

Voorbereiding op het centraal examen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 24: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

23

Figuur 16. De mate waarin jongens en meisjes te kennen geven voorbereid te zijn op de

historische contexten.

Verschillen tussen leerlingen met verschillende etnische achtergronden

Leerlingen van wie tenminste een van beide ouders in het buitenland is geboren (n= 145)

denken slechts over één stelling die betrekking heeft op de voorbereiding op het centraal

examen significant anders dan leerlingen die net als hun ouders in Nederland zijn geboren (zie

tabel 8).

Tabel 8. Verschillen naar etnische achtergrond van leerlingen met betrekking tot de

voorbereiding op schoolexamen en centraal examen.

Ouders en leerling

geboren in

Nederland

Een van beide ouders

geboren buiten Nederland

Ik weet wat ik op het centraal

examen kan verwachten.

oneens 21% 31%

eens 79% 69%

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

De

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

De

Ko

ud

eO

orl

og

De

Dem

ocr

atis

che

Rev

olu

ties

(alle

en

vw

o)

Ik h

eb

vold

oen

de

geo

efe

nd

me

tex

amen

vrag

en

uit

ee

rde

rep

ilote

xam

en

s.

Voorbereiding op de historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 25: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum
Page 26: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

25

3. Opvattingen over het vak

geschiedenis

3.1 Hoe denken leerlingen over het vak geschiedenis?

Leerlingen hebben een positief beeld van het vak geschiedenis.

Zoals uit figuur 17 duidelijk wordt, hebben leerlingen over het algemeen een positief beeld van

het vak geschiedenis. In grote meerderheid vinden zij het nuttig om over historische kennis te

beschikken. Het minst is dat het geval waar het gaat om het belang van het verwerven van

historisch besef voor hem/haar als persoon, dit percentage is echter ook nog altijd 60%.

Leerlingen vinden het leuk om met geschiedenis bezig te zijn, maar echt spannend vinden de

leerlingen het vak niet.

Figuur 17. Wat vinden leerlingen van het vak geschiedenis?

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Vwo-leerlingen zijn over de hele linie positiever over het vak geschiedenis dan havo-leerlingen.

Zo vindt bijna 80% van de vwo-leerlingen dat ze historische kennis goed kunnen gebruiken

buiten school, tegenover een kleine 60% van de havo-leerlingen. 78% van de vwo-leerlingen

vindt het belangrijk om op historische wijze te kunnen denken, tegenover 61% van de havo-

leerlingen. Vwo-leerlingen zeggen ook duidelijk meer plezier in het vak geschiedenis te hebben

dan havo-leerlingen (zie figuur 18).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

Het is nuttig om historische kennis te hebben.

Ik kan historische kennis goed gebruiken inmijn leven buiten school.

Ik vind het leuk om met geschiedenis bezig tezijn.

Het verwerven van historisch besef isbelangrijk voor mij als persoon.

Ik heb plezier in het schoolvak geschiedenis.

Ik vind geschiedenis leuk.

Ik vind het belangrijk om op historische wijzete kunnen denken

Geschiedenis vind ik een spannend vak

Hoe denken leerlingen over het vak geschiedenis?

Deels mee oneens Mee oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 27: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

26

Figuur 18. Wat vinden havo- en vwo-leerlingen van het vak geschiedenis?

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Goede, minder goede en zwakke leerlingen verschillen bij alle stellingen over de waardering

voor het vak geschiedenis. Goede leerlingen zijn het duidelijk meer eens met alle stellingen dan

gemiddelde leerlingen en die weer meer dan zwakke leerlingen (zie figuur 19).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwoH

et is

nu

ttig

om

his

tori

sch

eke

nn

is t

eh

eb

ben

.

Ik k

anh

isto

risc

he

ken

nis

go

edge

bru

iken

inm

ijn le

ven

bu

ite

nsc

ho

ol.

Ik v

ind

he

tle

uk

om

me

tge

sch

ied

eni

s b

ezig

te

zijn

.

Het

verw

erve

nva

nh

isto

risc

hb

ese

f is

be

lan

grijk

voo

r m

ij al

sp

ers

oo

n.

Ik h

eb

ple

zier

inh

et

sch

oo

lvak

gesc

hie

den

is.

Ik v

ind

gesc

hie

den

is

leu

k.

Ik v

ind

he

tb

ela

ngr

ijko

m o

ph

isto

risc

he

wijz

e t

eku

nn

en

de

nke

n

Ge

sch

ied

eni

s vi

nd

ik e

ensp

ann

end

vak

Hoe denken havo- en vwo-leerlingen over het vak geschiedenis?

Deels mee oneens Mee oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 28: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

27

Figuur 19. Wat vinden goede, minder goede en zwakke leerlingen van het vak geschiedenis?

Verschillen tussen jongens en meisjes

Jongens en meisjes zijn het in ongeveer gelijke, hoge, mate eens met de stelling: 'Het is nuttig

om historische kennis te hebben'. Bij de overige stellingen is de trend onder jongens en meisjes

steeds dezelfde, maar jongens zijn het telkens meer met een stelling eens, danwel oneens (zie

figuur 20).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

Het

is n

utt

igo

mh

isto

risc

he

ken

nis

te

he

bb

en.

Ik k

anh

isto

risc

he

ken

nis

go

edge

bru

iken

inm

ijn le

ven

bu

ite

n s

cho

ol.

Ik v

ind

he

tle

uk

om

me

tge

sch

ied

enis

be

zig

te z

ijn.

Het

verw

erve

nva

n h

isto

risc

hb

ese

f is

be

lan

grijk

voo

r m

ij al

sp

ers

oo

n.

Ik h

eb

ple

zier

in h

etsc

ho

olv

akge

sch

ied

enis

.

Ik v

ind

gesc

hie

den

isle

uk.

Ik v

ind

he

tb

ela

ngr

ijk o

mo

p h

isto

risc

he

wijz

e t

eku

nn

en

de

nke

n

Ge

sch

ied

enis

vin

d ik

ee

nsp

ann

end

vak

Hoe denken goede en minder goede leerlingen over het vak geschiedenis?

Deels mee oneens Mee oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 29: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

28

Figuur 20. Wat vinden jongens en meisjes van het vak geschiedenis?

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Het

is n

utt

igo

mh

isto

risc

he

ken

nis

te

he

bb

en.

Ik k

anh

isto

risc

he

ken

nis

go

edge

bru

iken

inm

ijn le

ven

bu

ite

nsc

ho

ol.

Ik v

ind

he

tle

uk

om

me

tge

sch

ied

enis

be

zig

te z

ijn.

Het

verw

erve

nva

nh

isto

risc

hb

ese

f is

be

lan

grijk

voo

r m

ij al

sp

ers

oo

n.

Ik h

eb

ple

zier

in h

etsc

ho

olv

akge

sch

ied

enis

.

Ik v

ind

gesc

hie

den

isle

uk.

Ik v

ind

he

tb

ela

ngr

ijk o

mo

ph

isto

risc

he

wijz

e t

eku

nn

en

de

nke

n

Ge

sch

ied

enis

vin

d ik

ee

nsp

ann

end

vak

Hoe denken jongens en meisjes over het vak geschiedenis?

Deels mee oneens Mee oneens Sterk mee oneens Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 30: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

29

3.2 Welke geschiedenis moet aan de orde komen?

Leerlingen zijn tamelijk tevreden over de aandacht die er wordt besteed aan de

geschiedenis van Nederland en Europa en hebben in meerderheid weinig behoefte aan

meer aandacht voor de geschiedenis van andere continenten.

Een ruime meerderheid van de leerlingen vindt niet dat er te veel aandacht wordt besteed aan

de geschiedenis van Nederland en Europa. Een meerderheid heeft tamelijk weinig

belangstelling voor de geschiedenis van andere continenten, het meeste nog voor de

geschiedenis van Noord-Amerika (zie figuur 21).

Figuur 21. Welke geschiedenis moet aan de orde komen?

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Hoewel alle leerlingen vinden dat er er niet te veel aandacht is voor de geschiedenis van

Europa, geldt dat in hogere mate voor vwo-leerlingen dan voor havo-leerlingen. Opvallend is dat

het voor de geschiedenis van Nederland precies andersom is. Vwo-leerlingen vinden wel meer

dan havo-leerlingen dat er aandacht besteed zou moeten worden aan de geschiedenis van

Zuid-Amerika en Azië, voor de andere continenten is het verschil niet significant (zie figuur 21).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

Ik vind dat er bij geschiedenis te veel aandachtwordt besteed aan de geschiedenis van

Nederland.

Ik vind dat er bij geschiedenis te veel aandachtwordt besteed aan Europese geschiedenis.

Ik vind dat er meer aandacht moet wordenbesteed aan de geschiedenis van Noord-

Amerika.

Ik vind dat er meer aandacht moet wordenbesteed aan de geschiedenis van Zuid-Amerika.

Ik vind dat er meer aandacht moet wordenbesteed aan de geschiedenis van Azië (China).

Ik vind dat er meer aandacht moet wordenbesteed aan de geschiedenis van Afrika.

Welke geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 31: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

30

Figuur 22. Welke geschiedenis moet volgens havo- en vwo-leerlingen aan de orde komen?

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Goede leerlingen hechten meer waarde aan kennis van de geschiedenis van Noord-Amerika

dan de gemiddelde of de zwakke leerling. Dat geldt ook voor de geschiedenis van Azië, waarbij,

anders dan bij Noord-Amerika, tevens geldt dat de belangstelling bij zwakkere leerlingen minder

is dan bij de gemiddelde leerling (zie figuur 23).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

Ik v

ind

dat

er

bij

gesc

hie

den

iste

ve

elaa

nd

ach

tw

ord

tb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

nN

ed

erl

and

Ik v

ind

dat

er

bij

gesc

hie

den

iste

ve

elaa

nd

ach

tw

ord

tb

est

eed

aan

Euro

pe

sege

sch

ied

enis

.Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n N

oo

rd-

Am

eri

ka

Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n Z

uid

-A

me

rika

.

Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n A

zië

(Ch

ina)

Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n A

frik

a.

Welke geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 32: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

31

Figuur 23. Welke geschiedenis moet volgens goede en minder goede leerlingen aan de orde

komen?

Verschillen tussen jongens en meisjes

Meer jongens dan meisjes vinden dat er te veel aandacht is voor de geschiedenis van

Nederland. Jongens pleiten ook meer dan meisjes voor meer aandacht voor de geschiedenis

van Azië en Noord-Amerika (zie figuur 24).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

Ik v

ind

dat

er

bij

gesc

hie

den

is t

eve

el a

and

ach

tw

ord

t b

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

is v

anN

ed

erl

and

Ik v

ind

dat

er

bij

gesc

hie

den

is t

eve

el a

and

ach

tw

ord

t b

est

eed

aan

Eu

rop

ese

gesc

hie

den

is.

Ik v

ind

dat

er

mee

r aa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

is v

anN

oo

rd-A

me

rika

Ik v

ind

dat

er

mee

r aa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

is v

anZu

id-A

me

rika

.

Ik v

ind

dat

er

mee

r aa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

is v

anA

zië

(C

hin

a)

Ik v

ind

dat

er

mee

r aa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

is v

anA

frik

a.

Welke geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 33: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

32

Figuur 24. Welke geschiedenis moet er volgens jongens en meisjes aan de orde komen?

Verschillen tussen leerlingen naar etnische achtergronden

Op een aantal onderdelen zijn significante verschillen gemeten in de waardering voor de

geschiedenis van regio's tussen leerlingen die zelf (plus hun ouders) in Nederland zijn geboren

(n=146) en leerlingen van wie ten minste een van beide ouders in het buitenland is geboren (zie

tabel 9).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Ik v

ind

dat

er

bij

gesc

hie

den

iste

ve

elaa

nd

ach

tw

ord

tb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

nN

ed

erl

and

Ik v

ind

dat

er

bij

gesc

hie

den

iste

ve

elaa

nd

ach

tw

ord

tb

est

eed

aan

Euro

pe

sege

sch

ied

enis

.Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n N

oo

rd-

Am

eri

ka

Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n Z

uid

-A

me

rika

.

Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n A

zië

(Ch

ina)

Ik v

ind

dat

er

mee

raa

nd

ach

tm

oe

t w

ord

enb

est

eed

aan

de

gesc

hie

den

isva

n A

frik

a.

Welke geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 34: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

33

Tabel 9. Verschillen in waardering voor de geschiedenis van regio's naar etnische achtergrond

van leerlingen.

Leerling en beide

ouders geboren in

Nederland.

Leerling van wie ten minste

een van beide ouders in het

buitenland is geboren.

Te veel aandacht voor

Nederland.

oneens 66% 56%

eens 34% 44%

Te veel aandacht voor

Europese

geschiedenis.

oneens 68% 54%

eens 33% 47%

Meer aandacht voor

Zuid-Amerika.

oneens 56% 39%

eens 44% 61%

Meer aandacht voor

Azië.

oneens 52% 39%

eens 48% 61%

Meer aandacht voor

Afrika.

oneens 58% 40%

eens 43% 60%

3.3 Hoe denken leerlingen over geschiedenis

Leerlingen zijn over het algemeen positief over het schoolvak geschiedenis en wat ze

geleerd hebben. Zij hebben weinig belangstelling voor de geschiedenis van onze

parlementaire democratie.

Een belangrijke opbrengst van het geschiedenisonderwijs is, in de ogen van meer dan 80% van

de leerlingen, dat zij een goed beeld hebben gekregen van de geschiedenis van de Oudheid tot

het heden en van de mens in zijn denken en handelen. Hun interesse in geschiedenis is

toegenomen en zij hebben kritisch leren denken. De leerlingen zijn in meerderheid (ongeveer

70%) ook tevreden over de keuze van de tien tijdvakken als onderwerp voor het centraal

examen (zie figuur 25).

Leerlingen hebben weinig interesse in De geschiedenis van de rechtsstaat en de parlementaire

democratie (Domein D).

Page 35: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

34

Figuur 25. Hoe denken leerlingen over geschiedenis?

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Veel meer dan havo-leerlingen vinden vwo-leerlingen het een goed idee dat het centraal

examen betrekking heeft op de tien tijdvakken (82% tegenover 66%). Waar iets meer dan de

helft van havo-leerlingen denkt over een jaar het meeste van het geleerde weer vergeten te zijn,

geldt dat slechts voor een op de drie vwo-leerlingen. Alle leerlingen menen een goed overzicht

te hebben gekregen van de geschiedenis van de Oudheid tot heden. Dit geldt voor vwo-

leerlingen in nog sterkere mate dan voor havo-leerlingen (92% tegenover 82%). Vwo-leerlingen

zeggen meer dan havo-leerlingen, goed in staat te zijn gebeurtenissen uit het verleden in de tijd

te plaatsen (78% tegenover 59%). Ook zeggen zij, in hogere mate dan havo-leerlingen, door

geschiedenis kritisch te hebben leren denken en zicht te hebben op het denken en handelen

van mensen in het verleden.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

Ik vind het goed dat het centraal examen over alletien tijdvakken gaat.

Ik denk dat ik volgend jaar het meeste van wat ik bijgeschiedenis geleerd heb, weer vergeten ben.

Ik heb een goed overzicht gekregen van degeschiedenis van de oudheid tot nu.

Ik kan gebeurtenissen uit het verleden goed in dejuiste tijd plaatsen.

Ik heb (door de geschiedenislessen) kritisch lerendenken.

Ik heb (door de geschiedenislessen) geleerd hoemensen in het verleden dachten en handelden.

Ik ben (door de geschiedenislessen), geschiedenisinteressanter gaan vinden.

Ik vind het onderwerp "de geschiedenis van dedemocratische rechtsstaat en de parlementaire

democratie" interessant.

Hoe denken leerlingen over geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 36: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

35

Figuur 26. Hoe denken havo- en vwo-leerlingen over geschiedenis?

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

De prestaties van de leerlingen correleren met hun waardering voor het feit dat het centraal

examen betrekking heeft op de tien tijdvakken. Zwakke leerlingen denken in ruime meerderheid

dat zij het meeste van wat zij hebben geleerd volgend jaar weer vergeten zijn. Zij hebben ook

een minder goed overzicht van de hele geschiedenis gekregen en kunnen gebeurtenissen uit

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

Ik v

ind

he

t go

edd

at h

et c

entr

aal

exam

en o

ver

alle

tie

nti

jdva

kken

gaa

t.

Ik d

en

k d

at ik

volg

end

jaar

he

tm

eest

e va

n w

atik

bij

gesc

hie

den

isge

lee

rd h

eb

,w

eer

verg

eten

be

n.

Ik h

eb

ee

n g

oed

ove

rzic

ht

gekr

egen

van

de

ges

chie

den

isva

n d

e o

ud

hei

dto

t n

u.

Ik k

ange

beu

rten

isse

nu

it h

et v

erl

eden

goed

in d

eju

iste

tijd

pla

atse

n.

Ik h

eb

(d

oo

r d

ege

sch

ied

enis

les

sen

) kr

itis

chle

ren

den

ken

.

Ik h

eb

(d

oo

r d

ege

sch

ied

enis

les

sen

) ge

leer

dh

oe

me

nse

n in

he

t ve

rle

de

nd

ach

ten

en

han

de

lden

.

Ik b

en

(d

oo

r d

ege

sch

ied

enis

les

sen

),ge

sch

ied

enis

inte

ress

ante

rga

an v

ind

en

.

Ik v

ind

he

to

nd

erw

erp

"d

ege

sch

ied

enis

van

de

de

mo

crat

isch

ere

chts

staa

t e

nd

ep

arle

men

tair

ed

em

ocr

atie

"in

tere

ssan

t.

Hoe denken havo- en vwo-leerlingen over geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 37: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

36

het verleden minder goed in de juiste periodes plaatsen. Ook het kritisch denken is bij hen

minder sterk ontwikkeld en zij zijn geschiedenis ook in mindere mate interessanter gaan vinden.

Zwakke, gemiddelde en goede leerlingen zijn het wel eens in hun opvattingen over domein D

(zie figuur 27).

Figuur 27. Hoe denken goede en minder goede leerlingen over geschiedenis?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

Ik v

ind

he

t go

edd

at h

et c

entr

aal

exam

en o

ver

alle

tie

n t

ijdva

kken

gaat

.

Ik d

en

k d

at ik

volg

end

jaar

he

tm

eest

e va

n w

atik

bij

gesc

hie

den

isge

lee

rd h

eb

,w

eer

verg

eten

be

n.

Ik h

eb

ee

n g

oed

ove

rzic

ht

gekr

egen

van

de

gesc

hie

den

is v

and

e o

ud

hei

d t

ot

nu

.

Ik k

ange

beu

rten

isse

nu

it h

et v

erl

eden

goed

in d

e ju

iste

tijd

pla

atse

n.

Ik h

eb

(d

oo

r d

ege

sch

ied

enis

less

en)

krit

isch

lere

nd

en

ken

.

Ik h

eb

(d

oo

r d

ege

sch

ied

enis

less

en)

gele

erd

ho

em

ense

n in

het

verl

ede

nd

ach

ten

en

han

de

lden

.

Ik b

en

(d

oo

r d

ege

sch

ied

enis

less

en),

gesc

hie

den

isin

tere

ssan

ter

gaan

vin

de

n.

Ik v

ind

he

to

nd

erw

erp

"d

ege

sch

ied

enis

van

de

de

mo

crat

isch

ere

chts

staa

t e

nd

ep

arle

men

tair

ed

em

ocr

atie

"in

tere

ssan

t.

Hoe denken goede en minder goede leerlingen over geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 38: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

37

Verschillen tussen jongens en meisjes

Meer dan jongens zijn meisjes bang dat zij het geleerde binnen een jaar weer zijn vergeten.

Gebeurtenissen kunnen zij, althans naar hun eigen oordeel, minder goed in de tijd plaatsen dan

jongens. De examenresultaten op chronologievragen lijken dit beeld te bevestigen (zie tabel

10).

Leerlingen van wie ten minste een van beide ouders in het buitenland is geboren (n= 145)

vinden chronologievragen in schoolexamens significant minder moeilijk dan leerlingen die net

als hun ouders in Nederland zijn geboren (40% van hen is het eens met de stelling daarover,

tegenover 48% van de leerlingen die in Nederland zijn geboren).

Domein D (De geschiedenis van de rechtsstaat en de parlementaire democratie) vinden meisjes

nog minder interessant dan jongens (zie figuur 28).

Figuur 28. Hoe denken jongens en meisjes over geschiedenis?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Ik v

ind

he

tgo

ed d

ath

et

cen

traa

lex

amen

ove

r al

leti

en

tijd

vakk

enga

at.

Ik d

en

k d

atik

vo

lge

nd

jaar

he

tm

eest

e va

nw

at ik

bij

gesc

hie

den

is

gele

erd

he

b, w

eer

verg

eten

be

n.

Ik h

eb

ee

ngo

edo

verz

ich

tge

kreg

enva

n d

ege

sch

ied

eni

s va

n d

eo

ud

hei

d t

ot

nu

.

Ik k

ange

beu

rten

isse

n u

it h

et

verl

ede

ngo

ed in

de

juis

te t

ijdp

laat

sen

.

Ik h

eb

(do

or

de

gesc

hie

den

isl

esse

n)

krit

isch

lere

nd

en

ken

.

Ik h

eb

(do

or

de

gesc

hie

den

isl

esse

n)

gele

erd

ho

em

ense

n in

he

tve

rled

en

dac

hte

n e

nh

and

eld

en.

Ik b

en

(do

or

de

gesc

hie

den

isl

esse

n),

gesc

hie

den

is

inte

ress

ant

er g

aan

vin

den

.

Ik v

ind

he

to

nd

erw

erp

"de

gesc

hie

den

is

van

de

de

mo

crat

isch

ere

chts

staa

ten

de

par

lem

enta

ire

de

mo

crat

ie"

inte

ress

ant.

Hoe denken jongens en meisjes over geschiedenis?

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 39: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

38

Tabel 10. Verschil in p-waardes van chronologievragen in pilotexamens tussen jongens en

meisjes.

havo vwo

vraag meisjes jongens vraag meisjes jongens

2010 1 85 87 1 96 97

15 61 66 15 80 86

2011 1 58 57 1 80 82

9 57 71 11 67 71

2012 1 64 79 9 95 93

x x x x x x

2013 1 73 77 1 80 84

17 37 48 10 85 83

2014 1 36 43 1 70 72

10 63 73 21 76 84

2015 1 67 71 1 83 82

16 65 67 16 52 64

.

Verschillen tussen leerlingen naar etnische achtergronden

Op een drietal stellingen verschillen leerlingen die zelf (plus hun ouders) in Nederland zijn

geboren (n=145) van leerlingen van wie ten minste een van beide ouders in het buitenland is

geboren (zie tabel 11).

Tabel 11. Verschillen in waardering voor de geschiedenis van regio's naar etnische achtergrond

van leerlingen.

Leerling en beide

ouders geboren in

Nederland.

Leerling van wie ten

minste een van beide

ouders in het buitenland

is geboren.

Ik vind het goed dat het centraal

examen over alle tien tijdvakken

gaat.

oneens 26% 38%

eens 74% 62%

Ik denk dat ik volgend jaar het

meeste van wat ik bij

geschiedenis geleerd heb, weer

vergeten ben.

oneens 54% 47%

eens 46% 53%

Ik heb een goed overzicht

gekregen van de geschiedenis

van de Oudheid tot nu.

oneens 13% 19%

eens 87% 81%

Page 40: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

39

4. De tien tijdvakken

4.1 Hoe interessant vinden leerlingen de tien tijdvakken?

De leerlingen vinden tijdvak negen, de eerste helft van de twintigste eeuw, het

interessantste tijdvak.

Zoals uit figuur 29 blijkt vinden leerlingen tijdvak 9, de tijd van de twee wereldoorlogen, veruit

het interessantst, gevolgd door tijdvak 2, de Oudheid, en op korte afstand tijdvak 10, de tijd van

televisie en computers.Tijdvak 3, de vroege Middeleeuwen, is het minst populair.

Figuur 29. De mate waarin leerlingen de tijdvakken interessant vinden.

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

tijdvak 1 jagers en boeren

tijdvak 2 Grieken en Romeinen

tijdvak 3 monniken en ridders

tijdvak 4 steden en staten

tijdvak 5 ontdekkers en hervormers

tijdvak 6 regenten en vorsten

tijdvak 7 pruiken en revoluties

tijdvak 8 burgers en stoommachines

tijdvak 9 de wereldoorlogen

tijdvak 10 televisie en computer

Tijdvakken interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 41: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

40

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Havo-leerlingen vinden de Prehistorie interessanter dan vwo-leerlingen. Vwo-leerlingen vinden

de tijdvakken 2, 5, 6, 7 en 8 weer interessanter (zie figuur 30).

Figuur 30. De mate waarin havo- en vwo-leerlingen de tijdvakken interessant vinden.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

tijd

vak

1ti

jdva

k 2

tijd

vak

3ti

jdva

k 4

tijd

vak

5ti

jdva

k 6

tijd

vak

7ti

jdva

k 8

tijd

vak

9ti

jdva

k 1

0

Tijdvakken interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 42: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

41

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Goede leerlingen vinden de tijdvakken 3, 4, 5, 6, 7 en 8 interessanter dan de gemiddelde

leerling, die deze tijdvakken weer interessanter vinden dan de zwakke leerlingen (zie figuur 31).

Figuur 31. De mate waarin goede, minder goede en zwakke leerlingen de tijdvakken interessant

vinden.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

tijd

vak

1ti

jdva

k 2

tijd

vak

3ti

jdva

k 4

tijd

vak

5ti

jdva

k 6

tijd

vak

7ti

jdva

k 8

tijd

vak

9ti

jdva

k 1

0

Tijdvakken interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 43: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

42

Verschillen tussen jongens en meisjes

Jongens vinden de tijdvakken 2, 3 en 4 interessanter dan meisjes, terwijl meisjes de tijdvakken

5 en 7 interessanter vinden dan jongens (zie figuur 32).

Figuur 32. De mate waarin jongens en meisjes de tijdvakken interessant vinden.

Verschillen tussen leerlingen naar etnische achtergronden

Tijdvak twee wordt door leerlingen die zelf (plus hun ouders) in Nederland zijn geboren (n=145)

significant minder interessant gevonden (74% tegenover 83%) dan door leerlingen van wie ten

minste een van beide ouders in het buitenland is geboren. Voor de overige tijdvakken zijn er

geen significante verschillen gemeten.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

tijd

vak

1ti

jdva

k 2

tijd

vak

3ti

jdva

k 4

tijd

vak

5ti

jdva

k 6

tijd

vak

7ti

jdva

k 8

tijd

vak

9ti

jdva

k 1

0

Tijdvakken interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 44: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

43

4.2 Hoe moeilijk vinden leerlingen de tien tijdvakken?

Leerlingen vinden de zeventiende en achttiende eeuw de moeilijkste tijdvakken.

Leerlingen vinden de tijdvakken 6 en 7, de zeventiende en achttiende eeuw, duidelijk de

moeilijkste. Met de Prehistorie heeft bijna geen enkele leerling problemen; het percentage

leerlingen dat aangeeft dit tijdvak helemaal niet moeilijk te vinden is dan ook groot, vergeleken

met de andere tijdvakken (zie figuur 33).

Figuur 33. De mate waarin leerlingen de tijdvakken moeilijk vinden.

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Slechts voor één tijdvak, de Prehistorie, verschillen havo- en vwo-leerlingen van elkaar in de

beoordeling van de moeilijkheidsgraad. Verhoudingsgewijs meer havo-leerlingen schatten dit

tijdvak als moeilijk in (zie figuur 34).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

tijdvak 1

tijdvak 2

tijdvak 3

tijdvak 4

tijdvak 5

tijdvak 6

tijdvak 7

tijdvak 8

tijdvak 9

tijdvak 10

Tijdvakken moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

Page 45: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

44

Figuur 34. De mate waarin havo- en vwo-leerlingen de tijdvakken moeilijk vinden

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

tijd

vak

1ti

jdva

k 2

tijd

vak

3ti

jdva

k 4

tijd

vak

5ti

jdva

k 6

tijd

vak

7ti

jdva

k 8

tijd

vak

9ti

jdva

k 1

0

Tijdvakken moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

Page 46: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

45

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Zwakke leerlingen ervaren alle tijdvakken, behalve de Prehistorie, als moeilijker dan gemiddelde

leerlingen. Deze laatste groep vindt de tijdvakken, op zijn beurt, moeilijker dan goede leerlingen

(zie figuur 35).

Figuur 35. De mate waarin goede, minder goede en zwakke leerlingen de tijdvakken als moeilijk

ervaren.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

tijd

vak

1ti

jdva

k 2

tijd

vak

3ti

jdva

k 4

tijd

vak

5ti

jdva

k 6

tijd

vak

7ti

jdva

k 8

tijd

vak

9ti

jdva

k 1

0

Tijdvakken moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

Page 47: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

46

Verschillen tussen jongens en meisjes

Jongens vinden de Prehistorie moeilijker dan meisjes; meisjes hebben, naar eigen zeggen,

duidelijk meer moeite met de tijdvakken 5, 6, 8, 9 en 10 (zie figuur 36).

Figuur 36. De mate waarin jongens en meisjes de tijdvakken als moeilijk ervaren.

Verschillen tussen leerlingen naar etnische achtergronden

Er zijn geen significante verschillen in opvatting gevonden tussen leerlingen die zelf (plus hun

ouders) in Nederland zijn geboren en leerlingen van wie ten minste een van beide ouders in het

buitenland is geboren.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

tijd

vak

1ti

jdva

k 2

tijd

vak

3ti

jdva

k 4

tijd

vak

5ti

jdva

k 6

tijd

vak

7ti

jdva

k 8

tijd

vak

9ti

jdva

k 1

0

Tijdvakken moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

Page 48: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

47

5. De historische contexten

In dit onderdeel van het vragenlijstonderzoek is de leerlingen gevraagd naar hun oordeel over

de historische contexten; welke vinden zij interessant en welke moeilijk? Ook is gevraagd hoe

zij aankijken tegen het aantal jaartallen en voorbeelden dat zij moeten kennen. Ten slotte is

geïnventariseerd in welke mate er behoefte is aan andere contexten.

Ook is onderzocht in hoeverre er significante verschillen zijn tussen havo- en vwo-leerlingen,

tussen goede en minder goede leerlingen en tussen jongens en meisjes.

5.1 Hoe interessant vinden leerlingen de historische contexten?

Leerlingen vinden Duitsland en De Koude Oorlog de meest interessante contexten.

Van de vier (vwo), respectievelijk drie (havo) historische contexten zijn Duitsland en De Koude

Oorlog met afstand het populairst onder leerlingen (zie figuur 37).

Figuur 37. De mate waarin leerlingen de historische contexten interessant vinden.

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Alleen met betrekking tot De Koude Oorlog is er een significant verschil in appreciatie tusen

havo- en vwo-leerlingen. Vwo-leerlingen vinden deze context nog interessanter dan havo-

leerlingen (zie figuur 38).

-60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Republiek

Duitsland

Koude Oorlog

Revoluties

Historische contexten interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 49: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

48

Figuur 38. De mate waarin havo- en vwo-leerlingen de historische contexten interessant vinden.

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Goede leerlingen vinden de historische contexten De Republiek en De Koude Oorlog duidelijk

interessanter dan de gemiddelde leerling. Deze laatste groep vindt deze contexten weer

duidelijk interessanter dan zwakke leerlingen. Wat de context Duitsland betreft vinden zwakke

leerlingen ook deze veel minder interessant, maar is er nauwelijks verschil tussen de

gemiddelde en de goede leerlingen. Bij de historische context Democratische Revoluties is er

nauwelijks verschil tussen zwakke en gemiddelde leerlingen, maar vinden de goede leerlingen

deze duidelijk interessanter dan de andere leerlingen (zie figuur 39).

-60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

Ko

ud

eO

orl

og

Rev

olu

tie

sHistorische contexten interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 50: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

49

Figuur 39. De mate waarin goede, minder goede en zwakke leerlingen de historische contexten

interessant vinden.

Verschillen tussen jongens en meisjes

Jongens vinden de historische context De Koude Oorlog duidelijk interessanter dan meisjes,

terwijl meisjes verhoudingsgewijs meer belangstelling hebben voor de context Democratische

Revoluties. Bij de andere contexten is er geen significant verschil (zie figuur 0).

-80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7R

epu

blie

kD

uit

slan

dK

ou

de

Oo

rlo

gR

evo

luti

es

Historische contexten interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 51: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

50

Figuur 0. De mate waarin jongens en meisjes de historische contexten interessant vinden.

Verschillen tussen leerlingen naar etnische achtergronden

Leerlingen die zelf (plus hun ouders) in Nederland zijn geboren waarderen twee van de vier

contexten significant anders dan leerlingen van wie ten minste een van beide ouders in het

buitenland is geboren (n=145) (zie tabel 12).

Tabel 12. Verschillen in waardering voor voor de historische contexten naar etnische

achtergrond van leerlingen.

Leerling en beide ouders

geboren in Nederland.

Leerling van wie ten minste

een van beide ouders in het

buitenland is geboren.

De Republiek Niet

interessant

44% 54%

interessant 56% 46%

Democratische revoluties Niet

interessant

54% 42%

interessant 46% 58%

5.2 Hoe moeilijk vinden leerlingen de historische contexten?

Democratische Revoluties moeilijkste historische context.

Leerlingen vinden de historische contexten Democratische Revoluties en De Republiek duidelijk

moeilijker dan de beide andere contexten (zie figuur 41).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

Ko

ud

eO

orl

og

Rev

olu

tie

sHistorische contexten interessant?

niet zo interessant helemaal niet interessant enigszins interessant zeer interessant

Page 52: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

51

Figuur 41. De mate waarin leerlingen de historische contexten moeilijk vinden.

Waren opdrachten over deze twee contexten in het centraal examen 2015 ook daadwerkelijk

moeilijker dan die over de andere contexten? De scores van de vragen over De Republiek

blijken veel hoger te liggen dan op basis van de inschatting door de leerlingen verwacht mocht

worden. De spreiding in de scores is echter groot (zie tabel 13), zodat de vraag niet met

zekerheid beantwoord kan worden. Werd de context Duitsland door de leerlingen als de

eenvoudigste gekwalificeerd, uit de examenresultaten blijkt voor havo het omgekeerde, maar

ook hier is sprake van grote spreiding.

Tabel 13. Gemiddelde p-waardes van de vragen over de historische contexten.

havo vwo

gemiddelde

p-waarde

spreiding gemiddelde

p-waarde

spreiding

De Republiek 68,47 52-89 63,69 33-81

Duitsland 49,54 33-63 60,71 33-75

De Koude Oorlog 57,31 46-73 56,31 46-81

Democratische Revoluties 56,16 45-72

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Havo-leerlingen vinden alleen de historische context De Koude Oorlog significant moeilijker dan

vwo-leerlingen (zie figuur 42).

-100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Republiek

Duitsland

Koude Oorlog

Revoluties

Historische contexten moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

Page 53: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

52

Figuur 42. De mate waarin havo en vwo-leerlingen de historische contexten moeilijk vinden.

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Goede leerlingen vinden alle historische contexten duidelijk minder moeilijk dan de gemiddelde

leerling. Deze vindt alle contexten duidelijk minder moeilijk dan zwakke leerlingen (zie figuur

43).

Figuur 43. De mate waarin goede, minder goede en zwakke leerlingen de historische contexten

moeilijk vinden.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

Ko

ud

eO

orl

og

Rev

olu

tie

sHistorische contexten moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

Ko

ud

e O

orl

og

Rev

olu

tie

s

Historische contexten moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

Page 54: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

53

Verschillen tussen jongens en meisjes

Meisjes vinden alle contexten moeilijker dan jongens, al is het verschil voor de context

Democratische Revoluties niet significant (zie figuur 44). Kijken we naar de resultaten van het

centraal examen in 2015 dan liggen de scores van meisjes alleen voor De Koude Oorlog lager

dan die van jongens. Voor het vwo geldt dat de meisjes op de contexten Duitsland en De Koude

Oorlog lager scoorden (zie tabel 14).

Tabel 14. Gemiddelde p-waardes op vragen over historische contexten op het centraal examen

2015..

havo vwo

gemiddelde p-waarde jongens

gemiddelde p-waarde meisjes

gemiddelde p-waarde jongens

gemiddelde p-waarde meisjes

De Republiek 70,17 70,67 58,6 60,2

Duitsland 50,57 50,86 63,17 58

De Koude Oorlog 63,5 55,7 60,6 58,2

Democratische Revoluties

55,75 58,75

Figuur 44. De mate waarin jongens en meisjes de historische contexten moeilijk vinden.

Verschillen tussen leerlingen naar etnische achtergronden

Leerlingen van wie ten minste een van beide ouders in het buitenland is geboren (n=145)

vinden de historische context Democratische Revoluties niet alleen interessanter dan leerlingen

die zelf (plus hun ouders) in Nederland zijn geboren, maar ze vinden die context ook duidelijk

minder moeilijk (verschil is 13%).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Rep

ub

liek

Du

itsl

and

Ko

ud

eO

orl

og

Rev

olu

tie

s

Historische contexten moeilijk?

niet zo moeilijk helemaal niet moeilijk enigszins moeilijk zeer moeilijk

Page 55: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

54

5.3 Hoe denken leerlingen over het aantal voorbeelden en jaartallen?

Bijna de helft van de leerlingen kan instemmen met het aantal jaartallen dat ze moeten kennen,

maar bijna evenveel vindt het aantal te groot. Het percentage leerlingen dat het aantal wil

uitbreiden is zeer klein.

Over het aantal te kennen voorbeelden is ongeveer twee derde tevreden. Een derde ziet het

aantal liever gereduceerd, terwijl een heel klein percentage liever meer voorbeelden zou zien

(zie figuur 45 en 46).

Figuur 45. Hoe denken leerlingen over het aantal jaartallen?

Figuur 46. Hoe denken leerlingen over het aantal voorbeelden?

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Ruim 50% van de havo-leerlingen meent dat het aantal jaartallen dat ze moeten kennen te

hoog is, tegenover minder dan 40% van de vwo-leerlingen. Havo-leerlingen vinden ook, meer

dan vwo-leerlingen dat het aantal voorbeelden te hoog is, maar dat verschil is niet significant

(zie figuur 47).

47,8

49,7

2,5

Aantal jaartallen

te veel goed te weinig

34%

63%

3%

Aantal voorbeelden

te veel goed te weinig

Page 56: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

55

Figuur 47. Hoe denken havo- en vwo-leerlingen over het aantal jaartallen en voorbeelden?

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Goede leerlingen hebben minder moeite met het aantal jaartallen en aantal voorbeelden dat

geleerd moet worden dan minder goede en zwakke leerlingen (zie figuur 48).

Figuur 48. Hoe denken goede en minder goede leerlingen over het aantal jaartallen en

voorbeelden?

Verschillen tussen jongens en meisjes

Meisjes vinden, meer dan jongens, dat het aantal te kennen jaartallen en voorbeelden te hoog

is, al is het verschil alleen wat betreft de jaartallen significant (zie figuur 49).

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

havo

vwo

havo

vwoH

oe

den

k je

ove

r h

et

aan

tal

jaar

talle

n d

atje

bij

de

his

tori

sch

eco

nte

xten

mo

et

ken

ne

n?

Ho

e d

enk

jeo

ver

he

taa

nta

lvo

orb

eeld

end

at je

bij

de

his

tori

sch

eco

nte

xten

mo

et

ken

ne

n?

Jaartallen en voorbeelden

te veel goed te weinig

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

Ho

e d

enk

je o

ver

he

t aa

nta

lja

arta

llen

dat

je b

ijd

e h

isto

risc

he

con

text

en m

oet

ken

ne

n?

Ho

e d

enk

je o

ver

he

t aa

nta

lvo

orb

eeld

en d

at je

bij

de

his

tori

sch

eco

nte

xten

mo

etke

nn

en

?

Jaartallen en voorbeelden

te veel goed te weinig

Page 57: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

56

Figuur 49. Hoe denken jongens en meisjes over het aantal jaartallen en voorbeelden?

5.4 Welke wensen hebben leerlingen met betrekking tot nieuwe contexten?

Er lijkt onder leerlingen weinig animo te zijn voor nieuwe historische contexten. Het meest

enthousiast zijn ze nog voor een context over de Oudheid. Ruim 50% is het enigszins of geheel

eens met de stelling dat dit een interessante optie is. Voor ruim 40% geldt dat ook voor een

context over de industrialisering (zie figuur 50).

Figuur 50. Hoe denken leerlingen over mogelijke nieuwe historische contexten?

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Ho

e d

enk

jeo

ver

he

taa

nta

lja

arta

llen

dat

je b

ij d

eh

isto

risc

he

con

text

enm

oe

tke

nn

en

?

Ho

e d

enk

jeo

ver

he

taa

nta

lvo

orb

eeld

end

at je

bij

de

his

tori

sch

eco

nte

xten

mo

et

ken

ne

n?

Jaartallen en voorbeelden

te veel goed te weinig

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

Het zou interessant zijn als er ook een historischecontext over de prehistorie komt.

Het zou interessant zijn als er ook een historischecontext over de Griekse en Romeinse oudheid komt.

Het zou interessant zijn als er ook een historischecontext over de middeleeuwen komt.

Het zou interessant zijn als er ook een historischecontext over de staatkundige ontwikkelingen in

Europa komt (van feodalisme tot totalitaire staten).

Het zou interessant zijn als er ook een historischecontext komt over de (gevolgen van de)

industrialisering van de samenleving.

Wensen voor historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 58: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

57

Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

Meer havo-leerlingen dan vwo-leerlingen zouden de komst van een context over de Prehistorie

toejuichen, al gaat het dan nog steeds slechts over een op de drie leerlingen. Onder vwo-

leerlingen bestaat meer belangstelling voor de Oudheid, voor staatkundige ontwikkelingen en

voor industrialisering (zie figuur 51).

Figuur 51. Hoe denken havo- en vwo-leerlingen over mogelijke nieuwe historische contexten?

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Bij een historische context over industrialisering is er een verschil in interesse te zien tussen

goede, minder goede en zwakke leerlingen. Bij goede leerlingen is deze het grootst en bij

zwakke leerling het kleinst.

Bij een context over staatkundige ontwikkelingen is er geen verschil te zien tussen minder

goede en zwakke leerlingen, maar wel tussen hen en goede leerlingen. Bij de laatste is er

duidelijk meer interesse voor dit onderwerp (zie figuur 52).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwoH

et z

ou

inte

ress

ant

zijn

als

er

oo

k ee

nh

isto

risc

he

con

text

ove

r d

ep

reh

isto

rie

kom

t.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

ro

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xto

ver

de

Gri

ekse

en

Ro

me

inse

ou

dh

eid

kom

t.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

ro

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xto

ver

de

mid

del

eeu

wen

ko

mt.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

ro

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xto

ver

de

staa

tku

nd

ige

on

twik

kelin

gen

inEu

rop

ako

mt

(van

feo

dal

ism

eto

ttotalitaire…

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

ro

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xtko

mt

ove

rd

e(g

evo

lge

nva

n d

e)in

du

stri

alis

erin

g va

nd

esa

me

nle

vin

g.

Wensen voor historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 59: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

58

Figuur 52. Hoe denken goede en minder goede leerlingen over mogelijke nieuwe historische

contexten?

Verschillen tussen jongens en meisjes

Een nieuwe context over de Oudheid kan op veel meer instemming van jongens dan van

meisjes rekenen. Hetzelfde geldt voor een context over de Middeleeuwen en staatkundige

ontwikkelingen (zie figuur 53).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

pre

his

tori

eko

mt.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

Gri

eks

e e

nR

om

ein

seo

ud

hei

d k

om

t.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

mid

del

eeu

we

nko

mt.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

staa

tku

nd

ige

on

twik

kelin

gen

in E

uro

pa

kom

t (v

anfe

od

alis

me

tot

tota

litai

rest

aten

).

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt k

om

to

ver

de

(gev

olg

en

van

de

)in

du

stri

alis

erin

g va

n d

esa

me

nle

vin

g.

Wensen voor historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 60: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

59

Figuur 53. Hoe denken jongens en meisjes over mogelijke nieuwe historische contexten?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

pre

his

tori

eko

mt.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

Gri

eks

e e

nR

om

ein

seo

ud

hei

d k

om

t.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

mid

del

eeu

we

n k

om

t.

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt o

ver

de

staa

tku

nd

ige

on

twik

kelin

gen

in E

uro

pa

kom

t (v

anfe

od

alis

me

tot

tota

litai

rest

aten

).

Het

zo

uin

tere

ssan

tzi

jn a

ls e

r o

ok

een

his

tori

sch

eco

nte

xt k

om

to

ver

de

(gev

olg

en

van

de

)in

du

stri

alis

eri

ng

van

de

sam

en

levi

ng.

Wensen voor historische contexten

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 61: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum
Page 62: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

61

6. Het nut van het vak geschiedenis

6.1 Het nut van het vak van het vageschiedenis in het algemeen

Leerlingen uit de examenklassen havo en vwo vinden geschiedenis over het algemeen een

nuttig en zinvol vak.

In het eerste deel van de vragenlijst is leerlingen in algemene zin gevraagd of zij geschiedenis een

nuttig vak vinden. Bijna 70% is het (sterk) eens met de stelling dat het nuttig is historische kennis te

hebben en nog eens 20% is het hier deels mee eens. 68% vindt het tamelijk belangrijk om op

historische wijze te kunnen denken, terwijl 66% van mening is dat zij historische kennis, in ieder

geval in enige mate, goed kunnen gebruiken buiten school. Ten slotte vindt 60% het verwerven van

historische besef in meer of mindere mate van belang voor hem/haar als persoon (zie figuur 54).

Figuur 54. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis?

6.2 Het nut van het vak geschiedenis in detail

In het tweede deel van het onderzoek is meer in detail gevraagd naar het ervaren nut van

geschiedenis. Dat is gebeurd aan de hand van veertig in vijf categorieën verdeelde stellingen. De

stellingen komen voort uit een onderzoek dat wordt uitgevoerd door Dick van Straaten, docent-

onderzoeker aan de lerarenopleiding geschiedenis en het lectoraat

Didactiek van de maatschappijvakken, van de Hogeschool van Amsterdam (Van Straaten, Wilschut

& Oostdam, 2015). Om te na te gaan of de stellingen voldoende samenhang vertonen om samen

één schaal te mogen vormen, is voor elke categorie de Cronbach's alpha, een maat voor de

betrouwbaarheid van een schaal, berekend. Algemene vuistregel is, dat een onderzoeksschaal

bruikbaar is bij een α van .70 of hoger. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt voldoet elke categorie

aan dit criterium (zie tabel 15).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

Het is nuttig om historische kennis te hebben.

Ik kan historische kennis goed gebruiken in mijnleven buiten school.

Het verwerven van historisch besef is belangrijkvoor mij als persoon.

Ik vind het belangrijk om op historische wijze tekunnen denken

Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis?

Deels mee oneens Mee oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 63: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

62

Tabel 15. Cronbach's alpha per categorie

Nut algemeen .85

Begrijpen en verklaren van het heden .79

Vormen van je identiteit .74

Vormen van je mening .84

Mens in de tijd .82

6.2.1 Nut algemeen

Leerlingen vinden geschiedenis een nuttig vak, maar betwijfelen of het een nuttig vak is

voor het vinden van een baan.

De acht items in de categorie Algemeen zijn ontleend aan de Vakbelevingstest die in de jaren 80 is

ontwikkeld door het Cito en die het nut van vakken in zeer algemene zin meet.

In de reacties op deze stellingen wordt het beeld dat we kregen uit het eerste deel over het nut van

geschiedenis bevestigd. Bijna 70% vindt bovendien dat geschiedenis in enige mate een bijdrage

levert aan het leren van andere vakken. Ze betwijfelen daarentegen of geschiedenis in het pakket

helpt bij het vinden van een baan (zie figuur 55).

Verder blijkt dat de leerlingen in meerderheid vinden dat geschiedenis nuttig is voor hun leven na

de middelbare school. Ongeveer de helft is het dan ook (gedeeltelijk) oneens met de stelling dat je

'in je latere leven (…) best zonder geschiedenis (kunt)'. Bijna 70% denkt dat geschiedenis een

bijdrage levert aan het leren van andere vakken.

Figuur 55. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis 'nut algemeen'?

-100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Ik denk dat je in weinig beroepen iets aangeschiedenis hebt.

In je latere leven kun je best zonder geschiedenis.

Ik geloof dat geschiedenis maar weinig nut heeft.

Buiten school heb je weinig aan wat je bijgeschiedenis leert.

Ik merk bij andere vakken dat ik wat aangeschiedenis heb.

Bij veel dingen die je iedere dag tegenkomt heb jewat aan geschiedenis.

Geschiedenis is van belang om later een baan tekrijgen.

Het grootste gedeelte van geschiedenis kun jelater goed gebruiken.

Nut algemeen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 64: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

63

6.2.2 Begrijpen en verklaren van het heden

Leerlingen zijn van mening dat geschiedenis een bijdrage levert aan inzicht in de wereld

waarin zij leven.

De categorie begrijpen en verklaren van het heden verwijst naar de burgerschapsvormende functie

van onderwijs en de rol die geschiedenis daarbij kan spelen. De relevantie van geschiedenis wordt

uitgedrukt in uitspraken die betrekking hebben op het begrijpen van hedendaagse

maatschappelijke fenomenen.

Leerlingen geven in ruime meerderheid aan dat geschiedenis een bijdrage levert aan inzicht in de

wereld waarin zij leven en het kunnen volgen van het nieuws. Toch is ook zo'n 40% het geheel of

gedeeltelijk eens met de stelling 'Ik heb weinig aan geschiedenis, ik houd me liever bezig met wat

er nu gebeurt'. Praten over het verleden doen leerlingen niet veel (zie figuur 56).

Page 65: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

64

Figuur 56. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis 'begrijpen en verklaren van het

heden'?

6.2.3 Vormen van je identiteit

Geschiedenis levert een bijdrage aan kennis over het eigen land, maar leerlingen leren

zichzelf door geschiedenis niet beter kennen.

De stellingen in het onderdeel Vormen van identiteit verwijzen naar de identiteitsvormende functie

van onderwijs en de rol van geschiedenis daarbij. Hier heeft relevantie betrekking op de relatie

tussen geschiedenis en het persoonlijke leven van de leerling als een zich ontplooiend individu met

eigen waarden en normen.

Geschiedenis levert een bijdrage aan de kennis over en begrip van het eigen land. Dat vindt bijna

90% van de leerlingen. Door geschiedenis leren leerlingen zichzelf evenwel, naar eigen zeggen,

niet beter kennen (zie figuur 57).

-100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Ik heb weinig aan geschiedenis, ik houd me lieverbezig met wat er nu gebeurt.

Ik kan geschiedenis niet echt gebruiken om tebegrijpen wat er in de wereld gebeurt.

Ik vind geschiedenis niet belangrijk voor nu, want hetis allemaal al geweest.

Ik praat niet veel over het verleden, meer over dingendie in onze tijd gebeuren.

Door geschiedenis snap ik het nieuws beter.

Door geschiedenis snap ik beter wat er in de wereldgebeurt.

Door geschiedenis leer ik woorden kennen die ik ooknu nog kan gebruiken.

Door geschiedenis leer ik meer over onze tijd.

Begrijpen en verklaren van het heden

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 66: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

65

Figuur 57. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor het 'vormen van je identiteit'?

6.2.4 Vormen van je mening en argumenteren Geschiedenis draagt bij aan meningsvorming en helpt bij het vormen van een kritische

mening.

De categorie Vormen van je mening en argumenteren is de tweede categorie die verwijst naar de

burgerschapsvormende functie van onderwijs en de rol die geschiedenis daarbij speelt. Het gaat in

dit geval om het innemen van standpunten die met feitelijke argumenten moeten worden

onderbouwd.

Het vak geschiedenis draagt, volgens een ruime meerderheid van de leerlingen, bij aan hun

meningsvorming. Kennis over wat er vroeger is gebeurd, is van invloed op hoe zij over het heden

denken en helpt bij het vormen van een krtische, eigen mening (zie figuur 58).

-100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Ik heb weinig aan geschiedenis als ik iets wil wetenover het land waarin ik woon.

Ik heb geschiedenis niet nodig om iets goed ofslecht te vinden.

Wie ik nu ben, heeft niks met geschiedenis temaken.

Geschiedenis heeft geen invloed op wat er met mijin mijn leven gebeurt.

Door geschiedenis snap ik meer van het landwaarin ik woon.

Door geschiedenis leer ik mijzelf beter kennen.

Geschiedenis helpt mij om in te zien wat goed ofslecht voor mij is.

Ik vind dat je een voorbeeld moet nemen aanmoedige mensen uit het verleden.

Vormen van je identiteit

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 67: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

66

Figuur 58. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor het 'vormen van je mening en

argumenteren'?

6.2.5 Oriëntatie in de tijd

Geschiedenis draagt bij aan de beeldvorming over de toekomst.

Het onderdeel Oriëntatie in de tijd wil nagaan of leerlingen het nut van geschiedenis onderkennen

in het perspectief van heden en toekomst. Met andere woorden of het hen helpt zich ervan bewust

te worden dat verleden, heden en toekomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zien

leerlingen dat oriëntatie op het verleden kan helpen bij het oplossen van problemen in de

hedendaagse samenleving en bij het nemen van beslissingen voor de toekomst?

Leerlingen zijn er in ruime meerderheid van overtuigd dat geschiedenis eraan bijdraagt je een beeld

te vormen van de toekomst, wat helpt bij het nemen van beslissingen en het oplossen van

problemen (zie figuur 59).

-100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Wat er vroeger gebeurd is, heeft geen invloed op mijnmening nu.

Als ik wil bewijzen dat ik gelijk heb, heb ik weinig aangeschiedenis.

Door geschiedenis verandert mijn mening niet.

Ik heb weinig aan geschiedenis om ergens een meningover te vormen.

Geschiedenis kan ik goed gebruiken om anderenduidelijk te maken dat ik gelijk heb.

Door geschiedenis krijg ik een eigen mening overdingen.

Ik vind geschiedenis nuttig omdat het er ingesprekken vaak over gaat.

Door geschiedenis kan ik beter beoordelen of ikiemands verhaal moet geloven.

Vormen van je mening en argumenteren

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 68: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

67

Figuur 59. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis in het perspectief van 'oriëntatie in

de tijd'?

6.3 Verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen

6.3.1 Nut algemeen

Voor alle acht stellingen geldt dat vwo-leerlingen sterker van het nut van geschiedenis overtuigd

zijn dan havo-leerlingen. Voor zes van de acht stellingen is het verschil bovendien significant.

Voor de grijskleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 16 en figuur 60).

Tabel 16. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'nut algemeen'.

1. Ik denk dat je in weinig beroepen iets aan geschiedenis hebt.

2. In je latere leven kun je best zonder geschiedenis.

3. Ik geloof dat geschiedenis maar weinig nut heeft.

4. Buiten school heb je weinig aan wat je bij geschiedenis leert.

5. Ik merk bij andere vakken dat ik wat aan geschiedenis heb.

6. Bij veel dingen die je iedere dag tegenkomt heb je wat aan geschiedenis.

7. Geschiedenis is van belang om later een baan te krijgen.

8. Het grootste gedeelte van geschiedenis kun je later goed gebruiken.

-100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Als je wilt weten wat er in de toekomst gaatgebeuren, heb je weinig aan geschiedenis.

Geschiedenis helpt ons niet om problemen van nuop te lossen.

Geschiedenis kun je niet gebruiken om detoekomst te voorspellen.

Geschiedenis heeft weinig nut als je beslissingenvoor later neemt.

Door kennis van geschiedenis kun je je betervoorstellen wat er in de toekomst gaat gebeuren.

Als je weet wat er vroeger gebeurd is, kun je beterebeslissingen voor later nemen.

Door geschiedenis zie je beter hoe de wereld erlater uit kan zien.

Geschiedenis geeft je voorbeelden van hoe jeproblemen in de samenleving kunt aanpakken.

Oriëntatie in de tijd

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 69: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

68

Figuur 60. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis 'nut algemeen'?

6.3.2 Begrijpen en verklaren van het verleden

Voor alle stellingen geldt dat vwo-leerlingen meer uitgesproken zijn dan havo-leerlingen als het

gaat om de bijdrage die geschiedenis levert aan inzicht in de wereld waarin zij leven en het kunnen

volgen van het nieuws. Dit geldt zowel voor stellingen waar ze het mee eens als voor stellingen

waarmee ze het oneens zijn. Op zeven van de acht stellingen zijn de verschillen bovendien

significant.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 17 en figuur 61).

-100 -50 0 50 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

1. I

k d

en

kd

at je

inw

ein

igb

ero

ep

en

iets

aan

gesc

hie

den

ish

eb

t.

2. I

n je

late

rele

ven

ku

n je

be

st z

on

de

rge

sch

ied

enis

.

3. I

k ge

loo

fd

atge

sch

ied

enis

maa

r w

ein

ign

ut

he

eft.

4. B

uit

en

sch

oo

l heb

jew

ein

ig a

anw

at je

bij

gesc

hie

den

isle

ert.

5. I

k m

erk

bij

and

ere

vakk

en d

at ik

wat

aan

gesc

hie

den

ish

eb

.

6. B

ij ve

eld

inge

n d

ie je

ied

ere

dag

tege

nko

mt

he

b je

wat

aan

gesc

hie

den

is.

7.

Ge

sch

ied

enis

is v

an b

elan

go

m la

ter

een

baa

n t

ekr

ijgen

.

8. H

etgr

oo

tste

ged

eelt

e va

nge

sch

ied

enis

kun

je la

ter

goed

geb

ruik

en.

Nut algemeen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 70: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

69

Tabel 17. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'begrijpen en verklaren van het heden'.

1. Ik heb weinig aan geschiedenis, ik houd me liever bezig met wat er nu gebeurt.

2. Ik kan geschiedenis niet echt gebruiken om te begrijpen wat er in de wereld gebeurt.

3. Ik vind geschiedenis niet belangrijk voor nu, want het is allemaal al geweest.

4. Ik praat niet veel over het verleden, meer over dingen die in onze tijd gebeuren.

5. Door geschiedenis snap ik het nieuws beter.

6. Door geschiedenis snap ik beter wat er in de wereld gebeurt.

7. Door geschiedenis leer ik woorden kennen die ik ook nu nog kan gebruiken.

8. Door geschiedenis leer ik meer over onze tijd.

Figuur 61. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'begrijpen en verklaren van

het heden'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

1. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

is,

ik h

ou

d m

elie

ver

bez

igm

et w

at e

rn

u g

ebeu

rt.

2. I

k ka

nge

sch

ied

enis

nie

t ec

ht

geb

ruik

en o

mte

beg

rijp

en

wat

er

in d

ew

erel

dge

beu

rt.

3. I

k vi

nd

gesc

hie

den

isn

iet

be

lan

grijk

voo

r n

u, w

ant

he

t is

alle

maa

l al

gew

ees

t.

4. I

k p

raat

nie

t ve

el o

ver

he

t ve

rle

de

n,

mee

r o

ver

din

gen

die

ino

nze

tijd

geb

eure

n.

5. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik h

etn

ieu

ws

bet

er.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik b

ete

rw

at e

r in

de

wer

eld

geb

eurt

.

7. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ikw

oo

rde

nke

nn

en

die

iko

ok

nu

no

gka

nge

bru

iken

.

8. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ik m

eer

ove

r o

nze

tijd

.

Begrijpen en verklaren van het heden

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 71: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

70

6.3.3 Vormen van identiteit

De verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen wijzen in deze categorie telkens in dezelfde richting.

Vwo-leerlingen vinden in sterkere mate dat geschiedenis een bijdrage levert aan kennis over het

eigen land. Vwo-leerlingen zijn meer dan havo-leerlingen van mening dat geschiedenis een

bijdrage levert aan het zichzelf leren kennen en aan wat goed voor hen is.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 18 en figuur 62).

Tabel 18. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'vormen van identiteit'.

1. Ik heb weinig aan geschiedenis als ik iets wil weten over het land waarin ik woon.

2. Ik heb geschiedenis niet nodig om iets goed of slecht te vinden.

3. Wie ik nu ben, heeft niks met geschiedenis te maken.

4. Geschiedenis heeft geen invloed op wat er met mij in mijn leven gebeurt.

5. Door geschiedenis snap ik meer van het land waarin ik woon.

6. Door geschiedenis leer ik mijzelf beter kennen.

7. Geschiedenis helpt mij om in te zien wat goed of slecht voor mij is.

8. Ik vind dat je een voorbeeld moet nemen aan moedige mensen uit het verleden.

Page 72: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

71

Figuur 62. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'vormen van identiteit'?

-150 -100 -50 0 50 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo1

. Ik

he

b w

ein

igaa

n g

esch

ied

en

isal

s ik

iets

wil

wet

en o

ver

het

lan

d w

aari

n ik

wo

on

.

2. I

k h

eb

gesc

hie

den

is n

iet

no

dig

om

iets

goed

of

sle

cht

tevi

nd

en.

3. W

ie ik

nu

ben

,h

eef

t n

iks

met

gesc

hie

den

is t

em

aken

.

4. G

esc

hie

den

ish

eef

t ge

enin

vlo

ed

op

wat

er

met

mij

in m

ijnle

ven

ge

be

urt

.

5. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik m

eer

van

he

t la

nd

waa

rin

ikw

oo

n.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ik m

ijzel

f b

ete

rke

nn

en

.

7. G

esc

hie

den

ish

elp

t m

ij o

m in

te

zien

wat

go

ed o

fsl

ech

t vo

or

mij

is.

8. I

k vi

nd

dat

jeee

n v

oo

rbee

ldm

oe

t n

em

en a

anm

oe

dig

e m

ense

nu

it h

et v

erl

eden

.

Vormen van identiteit

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 73: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

72

6.3.4 Vorming van je mening en argumenteren

Vwo-leerlingen zijn er meer dan havoleerlingen van overtuigd dat geschiedenis een belangrijk vak

is voor meningsvorming en beargumenteren van een eigen mening. De verschillen zijn significant

voor alle acht stellingen.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 19 en figuur 63).

Tabel 19. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'vorming van je mening en argumenteren'.

1. Wat er vroeger gebeurd is, heeft geen invloed op mijn mening nu.

2. Als ik wil bewijzen dat ik gelijk heb, heb ik weinig aan geschiedenis.

3. Door geschiedenis verandert mijn mening niet.

4. Ik heb weinig aan geschiedenis om ergens een mening over te vormen.

5. Geschiedenis kan ik goed gebruiken om anderen duidelijk te maken dat ik gelijk heb.

6. Door geschiedenis krijg ik een eigen mening over dingen.

7. Ik vind geschiedenis nuttig omdat het er in gesprekken vaak over gaat.

8. Door geschiedenis kan ik beter beoordelen of ik iemands verhaal moet geloven.

Page 74: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

73

Figuur 63. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'vormen van je mening en

argumenteren'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo1

. Wat

er

vro

ege

rge

beu

rd is

,h

eef

t ge

enin

vlo

ed

op

mijn

men

ing

nu

.

2. A

ls ik

wil

be

wijz

en

dat

ikge

lijk

he

b, h

eb

ik w

ein

ig a

ange

sch

ied

enis

.

3. D

oo

rge

sch

ied

enis

vera

nd

ert

mijn

men

ing

nie

t.

4. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

iso

m e

rge

ns

een

men

ing

ove

r te

vorm

en.

5. G

esc

hie

den

iska

n ik

go

ed

geb

ruik

en o

man

der

en

du

ide

lijk

tem

aken

dat

ikge

lijk

he

b.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

krijg

ik e

en

eige

n m

en

ing

ove

r d

inge

n.

7. I

k vi

nd

gesc

hie

den

isn

utt

ig o

md

ath

et

er in

gesp

rekk

enva

ak o

ver

gaat

.

8. D

oo

rge

sch

ied

enis

kan

ik b

eter

be

oo

rde

len

of

ik ie

man

ds

verh

aal m

oe

tge

love

n.

Vorming van je mening en argumenteren

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 75: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

74

6.3.5 Oriëntatie in de tijd

Vwo-leerlingen zijn er nog meer dan havoleerlingen van overtuigd dat geschiedenis een bijdrage

levert aan het vormgeven van de toekomst. Geschiedenis heeft volgens hen een voorspellende

waarde en kennis ervan maakt het beter mogelijk in de toekomst weloverwogen beslissingen te

nemen en problemen op te lossen.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 20 en figuur 64).

Tabel 20. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'oriëntatie in de tijd'.

1. Als je wilt weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, heb je weinig aan geschiedenis.

2. Geschiedenis helpt ons niet om problemen van nu op te lossen.

3. Geschiedenis kun je niet gebruiken om de toekomst te voorspellen.

4. Geschiedenis heeft weinig nut als je beslissingen voor later neemt.

5. Door kennis van geschiedenis kun je je beter voorstellen wat er in de toekomst gaat gebeuren.

6. Als je weet wat er vroeger gebeurd is, kun je betere beslissingen voor later nemen.

7. Door geschiedenis zie je beter hoe de wereld er later uit kan zien.

8. Geschiedenis geeft je voorbeelden van hoe je problemen in de samenleving kunt aanpakken.

Page 76: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

75

Figuur 64. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis 'oriëntatie in de tijd'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo1

. Als

je w

iltw

eten

wat

er

ind

e t

oe

kom

stga

at g

ebe

ure

n,

he

b je

wei

nig

aan

gesc

hie

den

is.

2. G

esc

hie

den

ish

elp

t o

ns

nie

to

m p

rob

lem

en

van

nu

op

te

loss

en

.

3. G

esc

hie

den

isku

n je

nie

tge

bru

iken

om

de

to

eko

mst

te

voo

rsp

elle

n.

4. G

esc

hie

den

ish

eef

t w

ein

ig n

ut

als

jeb

esl

issi

nge

nvo

or

late

rn

eem

t.

5. D

oo

r ke

nn

isva

nge

sch

ied

enis

kun

je je

bet

er

voo

rste

llen

wat

er in

de

toek

om

st g

aat

geb

eure

n.

6. A

ls je

wee

tw

at e

r vr

oeg

er

geb

eurd

is, k

un

je b

eter

eb

esl

issi

nge

nvo

or

late

rn

em

en.

7. D

oo

rge

sch

ied

enis

zie

je b

eter

ho

e d

ew

erel

d e

r la

ter

uit

kan

zie

n.

8. G

esc

hie

den

isge

eft

jevo

orb

eeld

enva

n h

oe

jep

rob

lem

en in

de

sam

en

levi

ng

kun

taa

np

akke

n.

Oriëntatie in de tijd

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 77: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

76

6.4 Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

6.4.1 Nut algemeen

Voor alle acht stellingen geldt dat goede leerlingen (leerlingen met een se-cijfer hoger dan 7)

sterker van het nut van geschiedenis overtuigd zijn dan leerlingen die minder goed (se-cijfer tussen

5,5 en 7) of slecht (se-cijfer langer dan een 5,5) zijn in geschiedenis. Voor zes van de acht

stellingen is het verschil bovendien significant.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 21 en figuur 65).

Tabel 21. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'nut algemeen'.

1. Ik denk dat je in weinig beroepen iets aan geschiedenis hebt.

2. In je latere leven kun je best zonder geschiedenis.

3. Ik geloof dat geschiedenis maar weinig nut heeft.

4. Buiten school heb je weinig aan wat je bij geschiedenis leert.

5. Ik merk bij andere vakken dat ik wat aan geschiedenis heb.

6. Bij veel dingen die je iedere dag tegenkomt heb je wat aan geschiedenis.

7. Geschiedenis is van belang om later een baan te krijgen.

8. Het grootste gedeelte van geschiedenis kun je later goed gebruiken.

Page 78: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

77

Figuur 65. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis 'nut algemeen'?

6.4.2 Begrijpen en verklaren van het verleden

Goede leerlingen vinden dat het vak geschiedenis meer bijdraagt aan het begrijpen en verklaren

van het heden dan leerlingen die minder hoge cijfers voor geschiedenis halen. De verschillen zijn

op zeven van de acht stellingen significant. Opvallend is bijvoorbeeld het grote aantal zwakke

leerlingen dat het eens is met de stelling 'Ik vind geschiedenis niet belangrijk voor nu, want het is

allemaal al geweest' in vergelijking met gemiddelde en goede leerlingen.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (tabel 22 en figuur 66).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>71

. Ik

de

nk

dat

je in

wei

nig

be

roe

pe

nie

ts a

ange

sch

ied

enis

he

bt.

2. I

n je

late

rele

ven

ku

n je

be

st z

on

de

rge

sch

ied

enis

.

3. I

k ge

loo

fd

atge

sch

ied

enis

maa

r w

ein

ign

ut

he

eft.

4. B

uit

en

sch

oo

l heb

jew

ein

ig a

anw

at je

bij

gesc

hie

den

isle

ert.

5. I

k m

erk

bij

and

ere

vakk

en d

at ik

wat

aan

gesc

hie

den

ish

eb

.

6. B

ij ve

eld

inge

n d

ie je

ied

ere

dag

tege

nko

mt

he

b je

wat

aan

gesc

hie

den

is.

7.

Ge

sch

ied

enis

is v

an b

elan

go

m la

ter

een

baa

n t

ekr

ijgen

.

8. H

etgr

oo

tste

ged

eelt

e va

nge

sch

ied

enis

kun

je la

ter

goed

geb

ruik

en.

Nut algemeen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 79: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

78

Tabel 22. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'begrijpen en verklaren van het heden'.

1. Ik heb weinig aan geschiedenis, ik houd me liever bezig met wat er nu gebeurt.

2. Ik kan geschiedenis niet echt gebruiken om te begrijpen wat er in de wereld gebeurt.

3. Ik vind geschiedenis niet belangrijk voor nu, want het is allemaal al geweest.

4. Ik praat niet veel over het verleden, meer over dingen die in onze tijd gebeuren.

5. Door geschiedenis snap ik het nieuws beter.

6. Door geschiedenis snap ik beter wat er in de wereld gebeurt.

7. Door geschiedenis leer ik woorden kennen die ik ook nu nog kan gebruiken.

8. Door geschiedenis leer ik meer over onze tijd.

Figuur 66. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'begrijpen en verklaren van

het heden'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

1. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

is,

ik h

ou

d m

elie

ver

bez

igm

et w

at e

r n

uge

beu

rt.

2. I

k ka

nge

sch

ied

enis

nie

t ec

ht

geb

ruik

en o

mte

beg

rijp

en

wat

er

in d

ew

erel

dge

beu

rt.

3. I

k vi

nd

gesc

hie

den

isn

iet

be

lan

grijk

voo

r n

u, w

ant

he

t is

alle

maa

lal

ge

we

est.

4. I

k p

raat

nie

t ve

el o

ver

he

t ve

rle

de

n,

mee

r o

ver

din

gen

die

ino

nze

tijd

geb

eure

n.

5. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik h

etn

ieu

ws

bet

er.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik b

ete

rw

at e

r in

de

wer

eld

geb

eurt

.

7. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ikw

oo

rde

nke

nn

en

die

iko

ok

nu

no

gka

nge

bru

iken

.

8. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ik m

eer

ove

r o

nze

tijd

.

Begrijpen en verklaren van het heden

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 80: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

79

6.4.3 Vormen van identiteit

De verschillen tussen goede, minder goede en zwakke leerlingen zijn voor zes van de acht

stellingen significant en wijzen in alle gevallen in dezelfde richting. Goede leerlingen vinden in

sterkere mate dat geschiedenis een bijdrage levert aan kennis over het eigen land dan minder

goede leerlingen. Deze groep is hier weer mer van overtuigd dan zwakke leerlingen. De zwakkere

leerlingen zijn ook minder uitgesproken als het gaat om de bijdrage van geschiedenis aan

zelfreflectie en aan het ontwikkelen van moreel besef. Opvallend is het hoge percentage zwakke

leerlingen dat van mening is dat geschiedenis geen bijdrage levert aan wie zij zijn.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (tabel 23 en figuur 67).

Tabel 23. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'vormen van identiteit'.

1. Ik heb weinig aan geschiedenis als ik iets wil weten over het land waarin ik woon.

2. Ik heb geschiedenis niet nodig om iets goed of slecht te vinden.

3. Wie ik nu ben, heeft niks met geschiedenis te maken.

4. Geschiedenis heeft geen invloed op wat er met mij in mijn leven gebeurt.

5. Door geschiedenis snap ik meer van het land waarin ik woon.

6. Door geschiedenis leer ik mijzelf beter kennen.

7. Geschiedenis helpt mij om in te zien wat goed of slecht voor mij is.

8. Ik vind dat je een voorbeeld moet nemen aan moedige mensen uit het verleden.

Page 81: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

80

Figuur 67. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'vormen van identiteit'?

6.4.4 Vormen van je mening en argumenteren

Goede leerlingen zijn er meer dan gemiddelde en nog meer dan zwakke leerlingen van overtuigd

dat geschiedenis een belangrijk vak is voor meningsvorming en argumentatie.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 24 en figuur 68).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

1. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

isal

s ik

iets

wil

wet

en o

ver

het

lan

d w

aari

n ik

wo

on

.

2. I

k h

eb

gesc

hie

den

isn

iet

no

dig

om

iets

go

ed o

fsl

ech

t te

vin

den

.

3. W

ie ik

nu

be

n, h

eef

t n

iks

met

gesc

hie

den

is t

em

aken

.

4. G

esc

hie

den

ish

eef

t ge

enin

vlo

ed

op

wat

er m

et

mij

inm

ijn le

ven

geb

eurt

.

5. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik m

eer

van

het

lan

dw

aari

n ik

wo

on

.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ik m

ijzel

fb

ete

r ke

nn

en.

7. G

esc

hie

den

ish

elp

t m

ij o

m in

te z

ien

wat

goed

of

sle

cht

voo

r m

ij is

.

8. I

k vi

nd

dat

jeee

n v

oo

rbee

ldm

oe

t n

em

enaa

n m

oed

ige

men

sen

uit

het

verl

ede

n.

Vormen van identiteit

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 82: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

81

Tabel 24. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'vormen van je mening en argumenteren'.

1. Wat er vroeger gebeurd is, heeft geen invloed op mijn mening nu.

2. Als ik wil bewijzen dat ik gelijk heb, heb ik weinig aan geschiedenis.

3. Door geschiedenis verandert mijn mening niet.

4. Ik heb weinig aan geschiedenis om ergens een mening over te vormen.

5. Geschiedenis kan ik goed gebruiken om anderen duidelijk te maken dat ik gelijk heb.

6. Door geschiedenis krijg ik een eigen mening over dingen.

7. Ik vind geschiedenis nuttig omdat het er in gesprekken vaak over gaat.

8. Door geschiedenis kan ik beter beoordelen of ik iemands verhaal moet geloven.

Figuur 68. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'vorming van je mening en

argumenteren'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

1. W

at e

rvr

oeg

er

geb

eurd

is,

he

eft

geen

invl

oe

d o

pm

ijn m

en

ing

nu

.

2. A

ls ik

wil

be

wijz

en

dat

ik g

elijk

heb

,h

eb

ikw

ein

ig a

ange

sch

ied

enis

.

3. D

oo

rge

sch

ied

enis

vera

nd

ert

mijn

me

nin

gn

iet.

4. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

iso

m e

rge

ns

een

men

ing

ove

r te

vorm

en.

5.

Ge

sch

ied

eni

s ka

n ik

go

edge

bru

iken

om

an

de

ren

du

ide

lijk

tem

aken

dat

ikge

lijk

he

b.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

krijg

ik e

en

eige

nm

enin

g o

ver

din

gen

.

7. I

k vi

nd

gesc

hie

den

isn

utt

igo

md

at h

et

er in

gesp

rekk

enva

ak o

ver

gaat

.

8. D

oo

rge

sch

ied

enis

kan

ik b

eter

be

oo

rde

len

of

ikie

man

ds

verh

aal

mo

et

gelo

ven

.

Vorming van je mening, argumenteren

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 83: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

82

6.4.5 Oriëntatie in de tijd

Goede leerlingen zijn er nog meer dan gemiddelde en zwakke leerlingen van overtuigd dat

geschiedenis een bijdrage levert aan het vormgeven van de toekomst. Geschiedenis heeft volgens

hen een voorspellende waarde en kennis ervan maakt het beter mogelijk in de toekomst goede

beslissingen te nemen en problemen op te lossen.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 25 en figuur 69).

Tabel 25. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'oriëntatie in de tijd'.

1. Als je wilt weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, heb je weinig aan geschiedenis.

2. Geschiedenis helpt ons niet om problemen van nu op te lossen.

3. Geschiedenis kun je niet gebruiken om de toekomst te voorspellen.

4. Geschiedenis heeft weinig nut als je beslissingen voor later neemt.

5. Door kennis van geschiedenis kun je je beter voorstellen wat er in de toekomst gaat gebeuren.

6. Als je weet wat er vroeger gebeurd is, kun je betere beslissingen voor later nemen.

7. Door geschiedenis zie je beter hoe de wereld er later uit kan zien.

8. Geschiedenis geeft je voorbeelden van hoe je problemen in de samenleving kunt aanpakken.

Page 84: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

83

Figuur 69. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'oriëntatie in de tijd'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>71

. Als

je w

ilt w

ete

nw

at e

r in

de

toek

om

st g

aat

geb

eure

n, h

eb je

wei

nig

aan

gesc

hie

den

is.

2. G

esc

hie

den

ish

elp

t o

ns

nie

t o

mp

rob

lem

en v

an n

uo

p t

e lo

ssen

.

3. G

esc

hie

den

isku

n je

nie

tge

bru

iken

om

de

toek

om

st t

evo

ors

pel

len

.

4. G

esc

hie

den

ish

eef

t w

ein

ig n

ut

als

je b

eslis

sin

gen

voo

r la

ter

ne

emt.

5. D

oo

r ke

nn

is v

ange

sch

ied

enis

ku

nje

je b

ete

rvo

ors

telle

n w

at e

rin

de

toek

om

stga

at g

ebe

ure

n.

6. A

ls je

wee

t w

ater

vro

eger

geb

eurd

is, k

un

jeb

ete

reb

esl

issi

nge

n v

oo

rla

ter

nem

en

.

7. D

oo

rge

sch

ied

enis

zie

jeb

ete

r h

oe

de

wer

eld

er

late

r u

itka

n z

ien

.

8. G

esc

hie

den

isge

eft

jevo

orb

eeld

en v

anh

oe

je p

rob

lem

enin

de

sam

en

levi

ng

kun

t aa

np

akke

n.

Oriëntatie in de tijd

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 85: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

84

6.5 Verschillen tussen jongens en meisjes

6.5.1 Nut algemeen

Jongens en meisjes verschillen op drie van de acht stellingen significant van mening over het

algemene nut van geschiedenis. Meer dan jongens twijfelen meisjes aan het nut van geschiedenis

buiten de muren van de school (1, 4 en 6). Meisjes zijn er meer dan jongens van overtuigd dat zij

bij andere vakken iets aan geschiedenis hebben (5).

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 26 en figuur 70).

Tabel 26. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'nut algemeen'.

1. Ik denk dat je in weinig beroepen iets aan geschiedenis hebt.

2. In je latere leven kun je best zonder geschiedenis.

3. Ik geloof dat geschiedenis maar weinig nut heeft.

4. Buiten school heb je weinig aan wat je bij geschiedenis leert.

5. Ik merk bij andere vakken dat ik wat aan geschiedenis heb.

6. Bij veel dingen die je iedere dag tegenkomt heb je wat aan geschiedenis.

7. Geschiedenis is van belang om later een baan te krijgen.

8. Het grootste gedeelte van geschiedenis kun je later goed gebruiken.

Figuur 70. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis 'algemeen'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

1. I

kd

en

k d

atje

inw

ein

igb

ero

ep

en

iets

aan

gesc

hie

den

ish

eb

t.

2. I

n je

late

rele

ven

kun

jeb

est

zon

der

gesc

hie

den

is.

3. I

kge

loo

fd

atge

sch

ied

enis

maa

rw

ein

ign

ut

he

eft.

4. B

uit

en

sch

oo

lh

eb

jew

ein

igaa

n w

atje

bij

gesc

hie

den

isle

ert.

5. I

km

erk

bij

and

ere

vakk

end

at ik

wat

aan

gesc

hie

den

is h

eb.

6. B

ijve

el

din

gen

die

jeie

der

ed

agte

gen

kom

t h

eb

je w

ataa

nge

sch

ied

enis

.

7.

Ge

sch

ied

enis

isva

nb

ela

ng

om

late

ree

n b

aan

tekr

ijgen

.

8. H

etgr

oo

tste

ged

eelt

eva

nge

sch

ied

enis

ku

nje

late

rgo

edge

bru

ike

n.

Nut algemeen

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 86: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

85

6.5.2 Begrijpen en verklaren van het heden

Op vier van de acht stellingen scoren jongens significant anders dan meisjes. Omdat de verschillen

niet altijd in dezelfde richting gaan, is het niet goed mogelijk aan de uitkomsten duidelijke

conclusies te ontleden.

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen jongens en meisjes significant zijn

(zie tabel 27 en figuur 71).

Tabel 27. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'begrijpen en verklaren van het heden'.

1. Ik heb weinig aan geschiedenis, ik houd me liever bezig met wat er nu gebeurt.

2. Ik kan geschiedenis niet echt gebruiken om te begrijpen wat er in de wereld gebeurt.

3. Ik vind geschiedenis niet belangrijk voor nu, want het is allemaal al geweest.

4. Ik praat niet veel over het verleden, meer over dingen die in onze tijd gebeuren.

5. Door geschiedenis snap ik het nieuws beter.

6. Door geschiedenis snap ik beter wat er in de wereld gebeurt.

7. Door geschiedenis leer ik woorden kennen die ik ook nu nog kan gebruiken.

8. Door geschiedenis leer ik meer over onze tijd.

Page 87: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

86

Figuur 71. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'begrijpen en verklaren van

het heden'?

6.5.3 Vormen van je identiteit

De verschillen tussen jongens en meisjes zijn voor vier van de acht stellingen significant. Wie ik nu

ben en wat er in mijn leven met mij gebeurt heeft niets te maken met geschiedenis, vinden meer

jongens dan meisjes (3 en 4). Geschiedenis helpt niet bij het leren kennen van jezelf of om in te

zien wat goed of slecht voor je is, zeggen meer meisjes dan jongens (6 en 7).

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 28 en figuur 72).

-100 -50 0 50 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

1. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

is, i

k h

ou

d m

elie

ver

bez

igm

et w

at e

rn

u g

ebeu

rt.

2. I

k ka

nge

sch

ied

enis

nie

t ec

ht

geb

ruik

eno

m t

eb

egr

ijpen

wat

er

in d

ew

erel

dge

beu

rt.

3. I

k vi

nd

gesc

hie

den

isn

iet

be

lan

grijk

voo

r n

u,

wan

t h

et

isal

lem

aal a

lge

we

est.

4. I

k p

raat

nie

t ve

el

ove

r h

et

verl

ede

n,

mee

r o

ver

din

gen

die

ino

nze

tijd

geb

eure

n.

5. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik h

etn

ieu

ws

be

ter.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

snap

ik b

ete

rw

at e

r in

de

wer

eld

geb

eurt

.

7. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ikw

oo

rde

nke

nn

en

die

ik o

ok

nu

no

g ka

nge

bru

iken

.

8. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ik m

eer

ove

r o

nze

tijd

.

Begrijpen en verklaren van het heden

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 88: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

87

Tabel 28. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'vormen van je identiteit'.

1. Ik heb weinig aan geschiedenis als ik iets wil weten over het land waarin ik woon.

2. Ik heb geschiedenis niet nodig om iets goed of slecht te vinden.

3. Wie ik nu ben, heeft niks met geschiedenis te maken.

4. Geschiedenis heeft geen invloed op wat er met mij in mijn leven gebeurt.

5. Door geschiedenis snap ik meer van het land waarin ik woon.

6. Door geschiedenis leer ik mijzelf beter kennen.

7. Geschiedenis helpt mij om in te zien wat goed of slecht voor mij is.

8. Ik vind dat je een voorbeeld moet nemen aan moedige mensen uit het verleden.

Figuur 72. Hoe denken leerlingen over het nut van geschiedenis voor 'vormen van je identiteit'?

6.5.4 Vormen van je mening en argumenteren

De verschillen tussen jongens en meisjes met betrekking tot het nut van geschiedenis zijn het

duidelijkst in deze categorie. Veel meer dan meisjes zijn jongens ervan overtuigd dat geschiedenis

een belangrijk vak is voor meningsvorming en argumentatie. De verschillen zijn significant voor zes

van de acht stellingen (2, 3, 4, 5, 7 en 8). Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen

tussen havo- en vwo-leerlingen significant zijn (zie tabel 29 en figuur 73).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

1. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

is a

ls ik

iets

wil

wet

eno

ver

he

tla

nd

waa

rin

ikw

oo

n.

2. I

k h

eb

gesc

hie

den

is n

iet

no

dig

om

iets

go

edo

f sl

ech

t te

vin

den

.

3. W

ie ik

nu

be

n,

he

eft

nik

sm

etge

sch

ied

enis

te

mak

en.

4.

Ge

sch

ied

enis

hee

ftge

enin

vlo

ed

op

wat

er

met

mij

in m

ijnle

ven

geb

eurt

.

5. D

oo

rge

sch

ied

enis

sn

ap ik

mee

r va

nh

et

lan

dw

aari

n ik

wo

on

.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

leer

ikm

ijzel

fb

ete

rke

nn

en

.

7.

Ge

sch

ied

enis

hel

pt

mij

om

in t

ezi

en w

atgo

ed o

fsl

ech

t vo

or

mij

is.

8. I

k vi

nd

dat

je e

envo

orb

eeld

mo

et

ne

men

aan

mo

ed

ige

men

sen

uit

he

tve

rled

en

.

Vormen van je identiteit

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 89: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

88

Tabel 29. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'vormen van je mening en argumenteren'.

1. Wat er vroeger gebeurd is, heeft geen invloed op mijn mening nu.

2. Als ik wil bewijzen dat ik gelijk heb, heb ik weinig aan geschiedenis.

3. Door geschiedenis verandert mijn mening niet.

4. Ik heb weinig aan geschiedenis om ergens een mening over te vormen.

5. Geschiedenis kan ik goed gebruiken om anderen duidelijk te maken dat ik gelijk heb.

6. Door geschiedenis krijg ik een eigen mening over dingen.

7. Ik vind geschiedenis nuttig omdat het er in gesprekken vaak over gaat.

8. Door geschiedenis kan ik beter beoordelen of ik iemands verhaal moet geloven.

Figuur 73. Hoe denken jongens en meisjes over het nut van geschiedenis voor 'vorming van je

mening en argumenteren'?

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

1. W

at e

rvr

oeg

er

geb

eurd

is,

he

eft

geen

invl

oe

d o

pm

ijn m

en

ing

nu

.

2. A

ls ik

wil

be

wijz

en

dat

ik g

elijk

heb

,h

eb

ik w

ein

igaa

nge

sch

ied

enis

.

3. D

oo

rge

sch

ied

enis

vera

nd

ert

mijn

me

nin

gn

iet.

4. I

k h

eb

wei

nig

aan

gesc

hie

den

iso

m e

rge

ns

een

men

ing

ove

r te

vorm

en.

5.

Ge

sch

ied

enis

kan

ik g

oe

dge

bru

iken

om

and

ere

nd

uid

elij

k te

mak

en d

at ik

gelij

k h

eb

.

6. D

oo

rge

sch

ied

enis

krijg

ik e

en

eige

n m

en

ing

ove

r d

inge

n.

7. I

k vi

nd

gesc

hie

den

isn

utt

ig o

md

ath

et

er in

gesp

rekk

enva

ak o

ver

gaat

.

8. D

oo

rge

sch

ied

enis

kan

ik b

eter

be

oo

rde

len

of

ik ie

man

ds

verh

aal m

oe

tge

love

n.

Vorming van je mening en argumenteren

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 90: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

89

6.5.5 Oriëntatie in de tijd

Jongens en meisjes zijn er in ongeveer gelijke mate van overtuigd dat geschiedenis een bijdrage

levert aan het vormgeven van de toekomst. Geschiedenis heeft volgens hen een voorspellende

waarde en kennis ervan maakt het beter mogelijk in de toekomst weloverwogen beslissingen te

nemen en problemen op te lossen. Alleen waar het het nut van geschiedenis voor het nemen van

beslissingen voor later betreft, zijn er significante verschillen. Meisjes denken dat geschiedenis

daarvoor minder nuttig is (stelling 4).

Voor de grijsgekleurde stellingen geldt dat de verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen significant

zijn (zie tabel 30 en figuur 74).

Tabel 30. Acht stellingen over het nut van geschiedenis 'oriëntatie in de tijd'.

1. Als je wilt weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, heb je weinig aan geschiedenis.

2. Geschiedenis helpt ons niet om problemen van nu op te lossen.

3. Geschiedenis kun je niet gebruiken om de toekomst te voorspellen.

4. Geschiedenis heeft weinig nut als je beslissingen voor later neemt.

5. Door kennis van geschiedenis kun je je beter voorstellen wat er in de toekomst gaat gebeuren.

6. Als je weet wat er vroeger gebeurd is, kun je betere beslissingen voor later nemen.

7. Door geschiedenis zie je beter hoe de wereld er later uit kan zien.

8. Geschiedenis geeft je voorbeelden van hoe je problemen in de samenleving kunt aanpakken.

Page 91: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

90

Figuur 74. Hoe denken jongens en meisjes over het nut van geschiedenis in verband met 'oriëntatie

in de tijd'?

6.6 Verschillen tussen leerlingen met verschillende etnische achtergronden

Leerlingen van wie ten minste een van beide ouders in het buitenland is geboren (n= 145) denken

over een viertal stellingen met betrekking tot het nut van geschiedenis significant anders dan de

overige leerlingen (zie tabel 31).

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

1. A

ls je

wilt

wet

en

wat

er

ind

eto

eko

mst

gaat

geb

eure

n,

he

b je

wei

nig

aan

gesc

hie

den

is.

2.

Ge

sch

ied

en

is h

elp

to

ns

nie

to

mp

rob

lem

enva

n n

u o

pte

loss

en.

3.

Ge

sch

ied

en

is k

un

jen

iet

geb

ruik

eno

m d

eto

eko

mst

tevo

ors

pel

len

.

4.

Ge

sch

ied

en

is h

eef

tw

ein

ig n

ut

als

jeb

esl

issi

nge

n v

oo

rla

ter

ne

emt.

5. D

oo

rke

nn

is v

ange

sch

ied

enis

ku

n je

jeb

ete

rvo

ors

telle

nw

at e

r in

de

toek

om

stga

atge

beu

ren

.

6. A

ls je

wee

t w

ater

vro

eger

geb

eurd

is,

kun

jeb

ete

reb

esl

issi

nge

n v

oo

rla

ter

ne

men

.

7. D

oo

rge

sch

ied

enis

zie

jeb

ete

r h

oe

de

we

reld

er la

ter

uit

kan

zie

n.

8.

Ge

sch

ied

en

is g

eef

t je

voo

rbee

lden

van

ho

eje

pro

ble

men

in d

esa

me

nle

vin

g ku

nt

aan

pak

ken

.

Oriëntatie in de tijd

enigszins mee oneens helemaal mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens

Page 92: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

91

Tabel 31. Stellingen over het nut van geschiedenis; verschillen naar achtergrond.

Ouders en leerling

geboren in

Nederland

Een van beide ouders

geboren buiten Nederland

Ik heb weinig aan geschiedenis als

ik iets wil leren over het land waarin

ik woon

oneens 90% 84%

eens 10% 16%

Geschiedenis helpt ons niet om

problemen van nu op te lossen.

oneens 71% 63%

eens 29% 37%

Door geschiedenis zie je beter hoe

de wereld er later uit kan zien.

oneens 34% 26%

eens 66% 74%

Door geschiedenis snap ik het

nieuws beter

oneens 24% 31%

eens 76% 69%

Page 93: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum
Page 94: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

93

7. Epistemologische opvattingen

7.1 Inleiding

Om goed voorbereid te zijn op deelname aan een moderne, multiculturele, democratische

samenleving is het belangrijk dat leerlingen een historisch besef ontwikkelen. Zij moeten

beseffen dat verhalen over het verleden elkaar kunnen tegenspreken, zonder onwaar te hoeven

zijn. Zij moeten weten dat nieuw gevonden bewijs of opnieuw bestudeerd bewijs, getekend door

de geest van de tijd, kan leiden tot telkens nieuwe interpretaties. Daarom is het belangrijk

aandacht te besteden aan de epistemological beliefs van leerlingen, en aan de opvattingen van

leerlingen over de aard van onze kennis over het verleden. De opvattingen van leerlingen over

(historische) kennis zijn in belangrijke mate bepalend voor de manier waarop zij met het

verleden omgaan.

Verschillende onderzoekers hebben getracht in kaart te brengen hoe leerlingen (kennis over)

het verleden percipiëren, afhankelijk van de mate van hun historisch besef. Een van de eersten

was Peter Shemilt (1987). Hij onderscheidt vier niveaus:

Op het laagste niveau zien leerlingen het verleden als een gestolde werkelijkheid.

Beweringen over het verleden zijn voor hen in feite exacte kopieën van de

werkelijkheid. Kritisch kijken naar verhalen over het verleden is dan ook niet nodig.

Op een volgend niveau realiseren leerlingen zich dat er verschillende verhalen over

het verleden bestaan, maar gaan ze ervan uit dat slechts één verhaal het juiste kan

zijn. De andere verhalen berusten op vals bewijs of zijn het gevolg van vooroordelen

van de historicus.

Op het derde niveau begrijpen leerlingen dat historische kennis nooit 100% zeker kan

zijn. We moeten het doen met het beschikbare bewijsmateriaal. Op basis hiervan komen

historici met een zo betrouwbaar mogelijk verhaal op basis van methodisch onderzoek.

Op het hoogste niveau begrijpen leerlingen dat het mogelijk is verschillende,

verdedigbare, verhalen over het verleden te vertellen. Deze verhalen kunnen

bijvoorbeeld verschillen omdat er verschillende vragen aan het verleden worden

gesteld.

Het is niet eenvoudig om leerlingen te laten groeien in hun opvattingen over historische kennis.

Als leerlingen leren dat het bij verhalen over het verleden om interpretaties gaat, hebben zij vaak

de neiging te vervallen in een extreem soort relativisme. Zij accepteren dan dat kennis een

actieve en persoonlijke constructie is, waarin geen plaats is voor absolute waarheden. De

waarheid is namelijk afhankelijk van de persoonlijke waarneming en interpretatie van een

individu.

Voor een professionele historische houding is het belangrijk dat leerlingen dit extreme

relativisme achter zich laten. Maar dat is niet eenvoudig. Slechts weinigen lukt het de

evaluatieve fase te bereiken, waar ze erin slagen het subjectieve met het objectieve te

verbinden. Kennis wordt dan niet meer opgevat als het onthouden en reproduceren van

feitelijkheden, maar als een proces dat vraagt om oordelen, evaluatie en argumenteren.

Leerlingen zijn zich er dan van bewust dat je wel degelijk onderscheid kunt maken tussen

interpretaties als je kijkt naar de argumenten die gebruikt worden.

Als leerlingen meer ontwikkelde opvattingen hebben over kennis, accepteren zij dat kennis

complex en tentatief is. Hun attitude verschuift van het accepteren van autoriteit naar het zelf

rationeel denken (Schommer, 1994, p. 295).

Page 95: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

94

7.2 De epistemologische opvattingen van leerlingen

Het ontwikkelen van een goede vragenlijst om na te gaan waar leerlingen staan in het

hierboven beschreven continuüm is geen eenvoudige zaak. De vragenlijst die in dit onderzoek

is gebruikt, is ontwikkeld door een aantal onderzoekers van de universiteiten van Amsterdam,

Utrecht en Groningen. Het gaat om een eerste versie die in dit onderzoek wordt beproefd. Op

basis hiervan zal de vragenlijst mogelijk worden bijgesteld voor nieuw onderzoek.

In de vragenlijst werden aan de leerlingen, in willekeurige volgorde om hun keuzes niet te

beïnvloeden, 29 stellingen voorgelegd. Drie stellingen waren zogenaamde controlestellingen,

bedoeld om de consistentie in de antwoorden te controleren. Op basis van een factoranalyse

zijn uiteindelijk drie stellingen niet in het onderzoek betrokken (zie de tabellen 32, 33 en 34). De

verwachting is dat leerlingen, als zij een min of meer professionele historische houding zouden

hebben, het met de eerste groep stellingen eens is en met een tweede groep oneens.

Tabel 32. Stellingen over epistemologische opvattingen.

1. Bij geschiedenis zijn er verschillende methoden om de betrouwbaarheid van geschiedenisverhalen te

controleren.

2. Bij geschiedenis moet je leren omgaan met bronnen die elkaar tegenspreken.

3. Geschiedenis is een geschikt vak om onderzoeksvaardigheden te leren.

4. Het is belangrijk dat je bij geschiedenis leert om redeneringen te onderbouwen met bewijzen.

5. Bij het onderzoeken van bronnen is het belangrijk om na te gaan wat de bedoeling van de auteur is

geweest.

6. Er zullen altijd nieuwe verklaringen voor historische gebeurtenissen worden geschreven.

7. Bij geschiedenis is je eigen interpretatie erg belangrijk.

8. Een goed geschiedenisverhaal bespreekt verschillende opvattingen over het verleden.

9. Geschiedenis houdt in dat je kritisch onderzoek doet naar het verleden.

10. Zelfs met dezelfde bronnen komen historici vaak tot verschillende verklaringen.

11. Over de oorzaken van veel gebeurtenissen zullen historici blijven discussiëren.

Tabel 33. Stellingen over epistemologische opvattingen.

12. Het doel van historisch onderzoek is het maken van een kopie van het verleden.

13. Als twee ooggetuigen hetzelfde beweren over een historisch gebeurtenis, dan weet je dat het waar is.

14. Geschiedenisverhalen zijn vooral een mening.

15. Historici geven voor een gebeurtenis ongeveer dezelfde verklaring, als zij over dezelfde bronnen

beschikken.

16. Verbanden tussen oorzaken en een historische gebeurtenis staan vast.

17. Omdat het verleden voorbij is, kun je niet goed controleren of een geschiedenisverhaal betrouwbaar is.

18. Geschiedenisverhalen zijn grotendeels meningen van historici.

19. Als ooggetuigen van mening verschillen, kun je niet goed achterhalen wat er gebeurd is.

20. Je kunt niet goed over het verleden schrijven als bronnen elkaar tegenspreken.

21. Alle geschiedenisprofessoren geven waarschijnlijk hetzelfde antwoord op vragen over het verleden.

22. Je kunt pas goed over het verleden schrijven als het bewijsmateriaal compleet is.

23. Als er twee verschillende verhalen over het verleden zijn, kan er maar één de juiste zijn.

Page 96: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

95

Tabel 34. Stellingen over epistemologische opvattingen

Controlestellingen

24. Mijn docent geschiedenis leert mij om op verschillende manieren naar het verleden te kijken.

25. Mijn docent vertelt meestal één versie van het geschiedenisverhaal.

26. Mijn schoolboek leert mij op verschillende manieren naar het verleden te kijken.

De verwachting dat leerlingen het min of meer eens zouden zijn met de eerste elf stellingen

kwam uit. Bij tien van de elf stellingen is meer dan 80% van de leerlingen het min of meer eens

met de stelling, bij één stelling (7) is dat nog altijd 66%

Leerlingen lijken, gezien hun antwoorden op de stellingen 1, 2, 3, 4, 5 en 9, te beseffen dat

geschiedenis een vak is waarbij het doen van onderzoek belangrijk is, dat je kritisch met

bronnen, die elkaar tegen kunnen spreken, moet omgaan en waarbij je beweringen moet

onderbouwen met argumenten.

Een meerderheid van de leerlingen herkent dat het bij geschiedenisverhalen om interpretaties

gaat, dat historici eindeloos kunnen discussiëren en dat er altijd nieuwe verklaringen voor

historische gebeurtenissen mogelijk zijn (zie figuur 75 en 76).

De verwachting dat leerlingen het min of meer oneens zouden zijn met de tweede groep

stellingen kwam maar ten dele uit. Het meest zijn leerlingen het (geheel of gedeeltelijk) oneens

met de stelling dat bij verschillende verhalen over het verleden maar één verhaal het juiste

verhaal kan zijn (80%). Dit is geheel in lijn met de antwoorden die de leerlingen gaven op

stelling 6, 7 en 11. Ditzelfde geldt voor de reactie op de stelling dat wanneer twee ooggetuigen

het eens zijn, het wel waar zal zijn. Ongeveer 70% is het niet met deze stelling eens en

evenmin met de stellingen dat het bij geschiedenis vooral om meningen gaat en dat professoren

waarschijnlijk het zelfde antwoord geven op vragen over het verleden.

Enigszins in contrast hiermee lijkt te staan dat de stemmen staken met betrekking tot de stelling

dat het maken van een kopie van het verleden het doel van historisch onderzoek is en dat je

niet goed over het verleden kunt schrijven als bronnen elkaar tegenspreken.

Bovendien is zo’n 55% van de leerlingen van mening dat historici een zelfde verklaring geven

voor een gebeurtenis als zij over dezelfde bronnen beschikken. Dit resultaat komt min of meer

overeen met het gegeven dat een meerderheid van de leerlingen de stelling dat de eigen

interpretatie bij geschiedenis belangrijk is, weliswaar onderschrijft, maar dat het percentage

leerlingen dat het er in meer of mindere mate niet mee eens is, het grootst is van alle stellingen

waarop een positieve reactie verwacht werd (34%).

Tussen de 55% en 60% is van mening dat verbanden tussen oorzaken en historische

gebeurtenissen vaststaan, dat je niet goed kunt beoordelen of een geschiedenisverhaal

betrouwbaar is omdat het verleden voorbij is en dat je niet goed kunt achterhalen wat er in het

verleden gebeurd is als ooggetuigen van mening verschillen. Leerlingen zien het dilemma, zien

ook het vakspecifieke karakter van geschiedenis, maar begrijpen nog niet goed hoe juist die

vakspecifieke criteria er voor kunnen zorgen dat geschiedenis niet slechts een mening is, maar

kunnen helpen bij het maken van betrouwbare verhalen over een verdwenen verleden (zie tabel

27).

Opvallend is dat leerlingen zeer verdeeld zijn over de vraag of hun schoolboek hen leert op

verschillende manieren naar het verleden te kijken. Iets meer dan de helft van hen vindt dat dat

het geval is, maar bijna evenveel meent dat dat niet het geval is (zie figuur 75 en 76).

Page 97: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

96

Terwijl 80% van de leerlingen min of meer van mening is dat hun geschiedenisdocent hen leert

op verschillende manieren naar het verleden te kijken, zegt iets meer dan 40% dat hun docent

meestal één versie van het geschiedenisverhaal vertelt (zie figuur 77).

Figuur 75. Epistemologische opvattingen van leerlingen, deel 1.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

1. Bij geschiedenis zijn er verschillende methoden omde betrouwbaarheid van geschiedenisverhalen te

controleren.

2. Bij geschiedenis moet je leren omgaan met bronnendie elkaar tegenspreken.

3. Geschiedenis is een geschikt vak omonderzoeksvaardigheden te leren.

4. Het is belangrijk dat je bij geschiedenis leert omredeneringen te onderbouwen met bewijzen.

5. Bij het onderzoeken van bronnen is het belangrijkom na te gaan wat de bedoeling van de auteur is

geweest.

6. Er zullen altijd nieuwe verklaringen voor historischegebeurtenissen worden geschreven.

7. Bij geschiedenis is je eigen interpretatie ergbelangrijk.

8. Een goed geschiedenisverhaal bespreektverschillende opvattingen over het verleden.

9. Geschiedenis houdt in dat je kritisch onderzoek doetnaar het verleden.

10. Zelfs met dezelfde bronnen komen historici vaaktot verschillende verklaringen.

11. Over de oorzaken van veel gebeurtenissen zullenhistorici blijven discussiëren.

Epistemologische opvattingen, deel 1

deels mee oneens Mee oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 98: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

97

Figuur 76. Epistemologische opvattingen van leerlingen, deel 2.

-100%-80%-60%-40%-20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

12. Het doel van historisch onderzoek is hetmaken van een kopie van het verleden.

13. Als twee ooggetuigen hetzelfde beweren overeen historisch gebeurtenis, dan weet je dat het

waar is.

14. Geschiedenisverhalen zijn vooral een mening.

15. Historici geven voor een gebeurtenisongeveer dezelfde verklaring, als zij over dezelfde

bronnen beschikken.

16. Verbanden tussen oorzaken en eenhistorische gebeurtenis staan vast.

17. Omdat het verleden voorbij is, kun je nietgoed controleren of een geschiedenisverhaal

betrouwbaar is.

18. Geschiedenisverhalen zijn grotendeelsmeningen van historici.

19. Als ooggetuigen van mening verschillen, kunje niet goed achterhalen wat er gebeurd is.

20. Je kunt niet goed over het verleden schrijvenals bronnen elkaar tegenspreken.

21. Alle geschiedenisprofessoren gevenwaarschijnlijk hetzelfde antwoord op vragen over

het verleden.

22. Je kunt pas goed over het verleden schrijvenals het bewijsmateriaal compleet is.

23. Als er twee verschillende verhalen over hetverleden zijn, kan er maar één de juiste zijn.

Epistemologische opvattingen, deel 2

deels mee oneens Mee oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 99: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

98

Figuur 77. Visie van docent en schoolboek op geschiedenis.

7.3 Verschillen tussen groepen leerlingen

Tabel 35. Significante verschillen tussen groepen leerlingen.

h/v goed/slecht jongens/meisjes

1. Bij geschiedenis zijn er verschillende methoden om

de betrouwbaarheid van geschiedenisverhalen te

controleren.

x

2. Bij geschiedenis moet je leren omgaan met bronnen

die elkaar tegenspreken.

x

3. Geschiedenis is een geschikt vak om

onderzoeksvaardigheden te leren.

X x

4. Het is belangrijk dat je bij geschiedenis leert om

redeneringen te onderbouwen met bewijzen.

X x

5. Bij het onderzoeken van bronnen is het belangrijk

om na te gaan wat de bedoeling van de auteur is

geweest.

6. Er zullen altijd nieuwe verklaringen voor historische

gebeurtenissen worden geschreven.

7. Bij geschiedenis is je eigen interpretatie erg

belangrijk.

X x

8. Een goed geschiedenisverhaal bespreekt

verschillende opvattingen over het verleden.

X x

9. Geschiedenis houdt in dat je kritisch onderzoek

doet naar het verleden.

X x

10. Zelfs met dezelfde bronnen komen historici vaak

tot verschillende verklaringen.

X

11. Over de oorzaken van veel gebeurtenissen zullen

historici blijven discussiëren.

X x

12. Het doel van historisch onderzoek is het maken

van een kopie van het verleden.

X

13. Als twee ooggetuigen hetzelfde beweren over een

historisch gebeurtenis, dan weet je dat het waar is.

X

14. Geschiedenisverhalen zijn vooral een mening. x

-60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

24. Mijn geschiedenisdocent leert mij om opverschillende manieren naar het verleden te kijken.

25. Mijn docent vertelt meestal één versie van hetgeschiedenisverhaal

26. Mijn schoolboek leert mij op verschillendemanieren naar het verleden te kijken.

Visie van docent en boek op geschiedenis

Mee oneens deels mee oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 100: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

99

15. Historici geven voor een gebeurtenis ongeveer

dezelfde verklaring, als zij over dezelfde bronnen

beschikken.

x

16. Verbanden tussen oorzaken en een historische

gebeurtenis staan vast.

X x

17. Omdat het verleden voorbij is, kun je niet goed

controleren of een geschiedenisverhaal betrouwbaar

is.

X x

18. Geschiedenisverhalen zijn grotendeels meningen

van historici.

19. Als ooggetuigen van mening verschillen, kun je

niet goed achterhalen wat er gebeurd is.

X x

20. Je kunt niet goed over het verleden schrijven als

bronnen elkaar tegenspreken.

X x

21. Alle geschiedenisprofessoren geven waarschijnlijk

hetzelfde antwoord op vragen over het verleden.

X

22. Je kunt pas goed over het verleden schrijven als

het bewijsmateriaal compleet is.

X

23. Als er twee verschillende verhalen over het

verleden zijn, kan er maar één de juiste zijn.

X x

Controlestellingen:

24. Mijn docent geschiedenis leert mij om op

verschillende manieren naar het verleden te kijken.

x

25. Mijn docent vertelt meestal één versie van het

geschiedenisverhaal.

26. Mijn schoolboek leert mij op verschillende

manieren naar het verleden te kijken.

Verschillen tussen havo- en vwo leerlingen

Op hoofdlijnen verschillen havo- en vwo-leerlingen niet in hun epistemologische opvattingen

over geschiedenis. Wel zijn vwo-leerlingen het op alle items waarop een 'eens' antwoord wordt

verwacht meer met de stellingen eens dan havo-leerlingen. Op elf van de twaalf items waarop

een 'oneens' voor de hand ligt zijn vwo-leerlingen het in grotere mate oneens dan

havo-leerlingen. Met de stellingen dat geschiedenisverhalen vooral een mening (van historici)

zijn (14 en 18), zijn de havo-leerlingen het meer oneens (zie figuur 78 en 79).

Page 101: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

100

Figuur 78. Epistemologische opvattingen, verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen, deel 1.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

1. B

ijge

sch

ied

enis

zijn

er

vers

chill

en

de

met

ho

den

om

de

be

tro

uw

baa

rh

eid

van

gesc

hie

den

isve

rhal

en t

eco

ntr

ole

ren

.

2. B

ijge

sch

ied

enis

mo

et

je le

ren

om

gaan

met

bro

nn

en d

ieel

kaar

tege

nsp

reke

n.

3.

Ge

sch

ied

enis

is e

enge

sch

ikt

vak

om

on

de

rzo

eksv

aar

dig

he

de

nte

lere

n.

4. H

et is

be

lan

grijk

dat

je b

ijge

sch

ied

enis

leer

t o

mre

den

erin

gen

teo

nd

erb

ou

we

n m

et

be

wijz

en

.

5. B

ij h

et

on

de

rzo

eke

nva

n b

ron

nen

is h

etb

ela

ngr

ijk o

mn

a te

gaa

nw

at d

eb

ed

oel

ing

van

de

aute

ur

isge

we

est.

6. E

r zu

llen

alti

jd n

ieu

we

verk

lari

nge

nvo

or

his

tori

sch

ege

beu

rten

iss

en w

ord

en

gesc

hre

ven

.

7. B

ijge

sch

ied

enis

is je

eig

enin

terp

reta

tie

erg

be

lan

grijk

.

8. E

en g

oed

gesc

hie

den

isve

rhaa

lb

esp

reek

tve

rsch

ille

nd

eo

pva

ttin

gen

ove

r h

et

verl

ede

n.

9.

Ge

sch

ied

enis

ho

ud

t in

dat

je k

riti

sch

on

de

rzo

ekd

oet

naa

r h

et

verl

ede

n.

10

. Zel

fs m

etd

eze

lfd

eb

ron

nen

kom

enh

isto

rici

vaa

kto

tve

rsch

ille

nd

eve

rkla

rin

gen

.

11

. Ove

r d

eo

orz

aken

van

vee

lge

beu

rten

iss

en z

ulle

nh

isto

rici

blij

ven

dis

cuss

iëre

n.

Epistemologische opvattingen havo en vwo, deel 1

deels mee oneens Meen oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 102: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

101

Figuur 79. Epistemologische opvattingen, deel 2.

Verschillen tussen goede en minder goede leerlingen

Wat geldt voor havo- en vwo-leerlingen, geldt ook voor goede en minder goede leerlingen. Hun

epistemologische opvattingen over geschiedenis verschillen niet wezenlijk, althans waar het de

stellingen betreft waarop van leerlingen verwacht wordt dat zij het met de stelling eens zijn.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

havo

vwo

12

. Het

do

el v

anh

isto

risc

ho

nd

erz

oek

is h

etm

aken

van

een

ko

pie

van

het

verl

ede

n.

13

. Als

twee

oo

gget

uig

en

het

zelf

de

be

we

ren

ove

r ee

nh

isto

risc

hge

beu

rten

is,

dan

we

etje

dat

het

waa

r is

.

14

.G

esc

hie

de

nis

verh

ale

n z

ijnvo

ora

l een

men

ing.

15

. ist

ori

cige

ven

vo

or

een

geb

eurt

eni

s o

nge

veer

de

zelf

de

verk

lari

ng,

als

zij o

ver

de

zelf

de

bro

nn

enb

esc

hik

ken

.

16

.V

erb

and

en

tuss

en

oo

rzak

enen

een

his

tori

sch

ege

beu

rten

is

staa

nva

st.

17

. Om

dat

he

tve

rled

en

voo

rbij

is,

kun

je n

iet

goed

con

tro

lere

n o

f ee

nge

sch

ied

enis

verh

aal

be

tro

uw

ba

ar is

.

18

.G

esc

hie

de

nis

verh

ale

n z

ijngr

ote

nd

eel

sm

enin

gen

van

his

tori

ci.

19

. Als

oo

gget

uig

en

van

men

ing

vers

chill

en

,ku

n je

nie

tgo

edac

hte

rhal

en

wat

er

geb

eurd

is.2

0. J

e ku

nt

nie

t go

edo

ver

he

tve

rled

en

sch

rijv

enal

sb

ron

nen

elka

arte

gen

spre

ken

.

21

. Alle

gesc

hie

den

isp

rofe

sso

ren

gev

en

waa

rsch

ijnl

ijkh

etz

elfd

ean

two

ord

op

vra

gen

ove

r h

et

verl

ede

n.

22

. Je

kun

tp

as g

oe

do

ver

he

tve

rled

en

sch

rijv

enal

s h

etb

ew

ijsm

ater

iaal

com

ple

etis

.

23

. Als

er

twee

vers

chill

en

de

verh

alen

ove

r h

et

verl

ede

nzi

jn, k

an e

rm

aar

één

de

juis

tezi

jn.

Epistemologische opvattingen havo en vwo, deel 2

deels mee oneens Meen oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 103: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

102

Wel geldt bij veel stellingen dat de meningen van goede leerlingen wat meer uitgesproken zijn.

Bij een paar stellingen is er nauwelijks verschil.

Zwakke leerlingen zijn het (iets) meer dan andere leerlingen eens met de stelling dat er altijd

nieuwe verklaringen voor historische gebeurtenisen worden geschreven (6) en met de stelling

dat bij goed historische onderzoek duidelijk wordt hoeveel oorzaken een gebeurtenis heeft (12).

Bij acht van de twaalf stellingen waarbij verwacht wordt dat de leerlingen het er niet mee eens

zijn, geldt dat in hogere mate voor de goede dan voor de zwakke leerlingen. Bij de stellingen 12,

14, 18 en 21 is er nauwelijks verschil (zie figuur 80 en 81).

Page 104: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

103

Figuur 80. Epistemologische opvattingen goede en minder goede leerlingen, deel 1.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

1. B

ijge

sch

ied

eni

s zi

jn e

rve

rsch

ille

nd

em

eth

od

eno

m d

eb

etr

ou

wb

aar

hei

d v

ange

sch

ied

eni

sve

rhal

en

teco

ntr

ole

ren

.

2. B

ijge

sch

ied

eni

s m

oet

jele

ren

om

gaan

met

bro

nn

end

ie e

lkaa

rte

gen

spre

ken

.

3.

Ge

sch

ied

enis

is e

en

gesc

hik

tva

k o

mo

nd

erz

oek

sva

ard

igh

ed

en t

e le

ren

.

4. H

et is

be

lan

grijk

dat

je b

ijge

sch

ied

eni

s le

ert

om

red

ener

ing

en t

eo

nd

erb

ou

wen

met

be

wijz

en

.

5. B

ij h

et

on

de

rzo

eke

n v

anb

ron

nen

ish

et

be

lan

grijk

om

na

tega

an w

atd

eb

ed

oel

ing

van

de

aute

ur

isge

we

est.

6. E

r zu

llen

alti

jdn

ieu

we

verk

lari

nge

n v

oo

rh

isto

risc

he

geb

eurt

enis

sen

wo

rden

gesc

hre

ven

.

7. B

ijge

sch

ied

eni

s is

je e

igen

inte

rpre

tati

e e

rgb

ela

ngr

ijk.

8. E

en g

oed

gesc

hie

den

isv

erh

aal

be

spre

ekt

vers

chill

en

de

op

vatt

inge

n o

ver

het

verl

ede

n.

9.

Ge

sch

ied

enis

ho

ud

t in

dat

jekr

itis

cho

nd

erz

oek

do

et n

aar

he

tve

rled

en

.

10

. Zel

fsm

etd

eze

lfd

eb

ron

nen

kom

enh

isto

rici

vaak

to

tve

rsch

ille

nd

eve

rkla

rin

gen

.

11

. Ove

r d

eo

orz

aken

van

vee

lge

beu

rten

isse

n z

ulle

nh

isto

rici

blij

ven

dis

cuss

iëre

n.

Epistemologische opvattingen goede en minder goede leerlingen, deel 1

Deels mee oneens Meen oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 105: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

104

Figuur 81. Epistemologische opvattingen goede en minder goede leerlingen, deel 2.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

< 5,5

5,5-7

>7

12

. Het

do

elva

nh

isto

risc

ho

nd

erz

oek

is h

etm

aken

van

een

ko

pie

van

het

verl

ede

n.

13

. Als

tw

eeo

ogg

etu

ige

n h

etze

lfd

eb

ew

ere

no

ver

een

his

tori

sch

geb

eurt

enis

, dan

wee

tje

dat

het

waa

r is

.

14

.G

esc

hie

den

isv

erh

ale

nzi

jn v

oo

ral

een

men

ing.

15

. His

tori

cige

ven

vo

or

een

geb

eurt

enis

on

geve

erd

eze

lfd

eve

rkla

rin

g,al

s zi

j ove

rd

eze

lfd

eb

ron

nen

be

sch

ikke

n.

16

.Ve

rban

den

tu

ssen

oo

rzak

en e

nee

nh

isto

risc

he

geb

eurt

enis

staa

n v

ast.

17

. Om

dat

he

tve

rled

en

voo

rbij

is,

kun

je n

iet

goed

con

tro

lere

no

f e

enge

sch

ied

eni

sve

rhaa

lb

etr

ou

wb

aar

is.

18

.G

esc

hie

den

isv

erh

ale

nzi

jngr

ote

nd

eel

sm

enin

gen

van

his

tori

ci.

19

. Als

oo

gget

uig

en

van

men

ing

vers

chill

en

,ku

n je

nie

tgo

edac

hte

rhal

en

wat

er

geb

eurd

is.

20

. Je

kun

tn

iet

goed

ove

r h

et

verl

ede

nsc

hri

jven

als

bro

nn

enel

kaar

tege

nsp

rek

en.

21

. Alle

gesc

hie

den

isp

rofe

sso

ren

gev

enw

aars

chijn

lijk

he

tzel

fde

antw

oo

rdo

p v

rage

no

ver

he

tve

rled

en

.

22

. Je

kun

tp

as g

oe

do

ver

he

tve

rled

en

sch

rijv

en a

lsh

et

be

wijs

mat

eri

aal

com

ple

et is

.

23

. Als

er

twee

vers

chill

en

de

verh

ale

no

ver

he

tve

rled

en

zijn

, kan

er

maa

r éé

nd

e ju

iste

zijn

.

Epistemologische opvattingen goede en minder goede leerlingen, deel 2

Deels mee oneens Meen oneens Sterk mee oneens Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 106: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

105

Verschillen tussen jongens en meisjes

Bij negen van de elf stellingen waarbij van leerlingen verwacht wordt dat zij het met de stelling

eens zijn is dat bij meisjes (iets) meer het geval dan bij jongens. Bij de stellingen 7 en 8 is het

andersom (zie tabel 36 en figuur 82 en 83).

Tabel 36. Stellingen over epistemologische opvattingen.

Positieve items

1. Bij geschiedenis zijn er verschillende methoden om de betrouwbaarheid van geschiedenisverhalen te

controleren.

2. Bij geschiedenis moet je leren omgaan met bronnen die elkaar tegenspreken.

3. Geschiedenis is een geschikt vak om onderzoeksvaardigheden te leren.

4. Het is belangrijk dat je bij geschiedenis leert om redeneringen te onderbouwen met bewijzen.

5. Bij het onderzoeken van bronnen is het belangrijk om na te gaan wat de bedoeling van de auteur is

geweest.

6.Er zullen altijd nieuwe verklaringen voor historische gebeurtenissen worden geschreven.

7. Bij geschiedenis is je eigen interpretatie erg belangrijk.

8. Een goed geschiedenisverhaal bespreekt verschillende opvattingen over het verleden.

10. Geschiedenis houdt in dat je kritisch onderzoek doet naar het verleden.

11. Zelfs met dezelfde bronnen komen historici vaak tot verschillende verklaringen.

12. Over de oorzaken van veel gebeurtenissen zullen historici blijven discussiëren.

Lichtgrijs = meisjes meer eens dan jongens

Donkergrijs = jongens meer eens dan meisjes.

Meisjes zijn het bij vijf stellingen waarop een 'oneens' verwacht wordt meer oneens dan jongens

(14, 15, 16, 20 en 26). Bij zes stellingen zijn jongens het meer oneens (17, 18, 19, 21, 22 en

23). Bij stelling 24 is er geen verschil (zie tabel 372 en figuur 82 en 83).

Tabel 37. Stellingen over epistemologische opvattingen.

Negatieve items

14. Het doel van historisch onderzoek is het maken van een kopie van het verleden.

15. Als wee ooggetuigen hetzelfde beweren over een historisch gebeurtenis, dan weet je dat het waar is.

16. Geschiedenisverhalen zijn vooral een mening.

17. Historici geven voor een gebeurtenis ongeveer dezelfde verklaring, als zij over dezelfde bronnen beschikken.

18. Verbanden tussen oorzaken en een historische gebeurtenis staan vast.

19. Omdat het verleden voorbij is, kun je niet goed controleren of een geschiedenisverhaal betrouwbaar is.

20. Geschiedenisverhalen zijn grotendeels meningen van historici.

21. Als ooggetuigen van mening verschillen, kun je niet goed achterhalen wat er gebeurd is.

22. Je kunt niet goed over het verleden schrijven als bronnen elkaar tegenspreken.

23. Alle geschiedenisprofessoren geven waarschijnlijk hetzelfde antwoord op vragen over het verleden.

24. Je kunt pas goed over het verleden schrijven als het bewijsmateriaal compleet is.

26. Als er twee verschillende verhalen over het verleden zijn, kan er maar één de juiste zijn.

Lichtgrijs = meisjes meer oneens dan jongens

Donkergrijs (=donker) = jongens meer oneens dan meisjes.

Page 107: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

106

Figuur 82. Epistemologische opvattingen, deel 1

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

1. B

ijge

sch

ied

enis

zijn

er

vers

chill

en

de

met

ho

den

om

de

be

tro

uw

baa

rh

eid

van

gesc

hie

den

isv

erh

alen

te

con

tro

lere

n.

2. B

ijge

sch

ied

enis

mo

et

je le

ren

om

gaan

met

bro

nn

en d

ieel

kaar

tege

nsp

reke

n.

3.

Ge

sch

ied

enis

is e

enge

sch

ikt

vak

om

on

de

rzo

eksv

aar

dig

he

de

n t

ele

ren

.

4. H

et is

be

lan

grijk

dat

je b

ijge

sch

ied

enis

leer

t o

mre

den

erin

gen

teo

nd

erb

ou

wen

met

bew

ijzen

.

5. B

ij h

et

on

de

rzo

eke

nva

n b

ron

nen

is h

etb

ela

ngr

ijk o

mn

a te

gaa

nw

at d

eb

ed

oel

ing

van

de

au

teu

r is

gew

ees

t.

6. E

r zu

llen

alti

jd n

ieu

we

verk

lari

nge

nvo

or

his

tori

sch

ege

beu

rten

isse

n w

ord

enge

sch

reve

n.

7. B

ijge

sch

ied

enis

is je

eig

enin

terp

reta

tie

erg

be

lan

grijk

.

8. E

en g

oed

gesc

hie

den

isv

erh

aal

be

spre

ekt

vers

chill

en

de

op

vatt

inge

no

ver

he

tve

rled

en

.

9.

Ge

sch

ied

enis

ho

ud

t in

dat

je k

riti

sch

on

de

rzo

ekd

oet

naa

r h

et

verl

ede

n.

10

. Zel

fs m

etd

eze

lfd

eb

ron

nen

kom

enh

isto

rici

vaa

kto

tve

rsch

ille

nd

eve

rkla

rin

gen

.

11

. Ove

r d

eo

orz

aken

van

vee

lge

beu

rten

isse

n z

ulle

nh

isto

rici

blij

ven

dis

cuss

iëre

n.

Epistemologische opvattingen jongens en meisjes, deel 1

deels mee oneens Meen oneens Sterk mee oneens Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 108: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

107

Figuur 83. Epistemologische opvattingen, deel 2.

-100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

jongens

meisjes

12

. Het

do

el v

anh

isto

risc

ho

nd

erz

oek

is h

etm

aken

van

een

kop

ie v

anh

et

verl

ede

n.

13

. Als

twee

oo

gget

uig

enh

etz

elfd

eb

ew

ere

no

ver

een

his

tori

sch

geb

eurt

enis

, dan

wee

t je

dat

het

waa

r is

.

14

.G

esc

hie

de

nis

verh

ale

n z

ijnvo

ora

l een

men

ing.

15

.His

tori

ci g

eve

nvo

or

een

geb

eurt

enis

on

geve

erd

eze

lfd

eve

rkla

rin

g,al

s zi

j ove

rd

eze

lfd

eb

ron

nen

be

sch

ikke

n.

16

.V

erb

and

en

tu

ssen

oo

rzak

enen

een

his

tori

sch

ege

beu

rten

is s

taan

vast

.

17

. Om

dat

he

tve

rled

en

voo

rbij

is,

kun

je n

iet

goed

con

tro

lere

n o

f ee

nge

sch

ied

en

isve

rhaa

lb

etr

ou

wb

aar

is.

18

.G

esc

hie

de

nis

verh

ale

n z

ijngr

ote

nd

ee

lsm

enin

gen

van

his

tori

ci.

19

. Als

oo

gget

uig

en v

anm

enin

gve

rsch

ille

n, k

un

jen

iet

goed

ach

terh

ale

n w

at e

rge

beu

rdis

.

20

. Je

kun

t n

iet

goed

ove

rh

et

verl

ede

nsc

hri

jven

als

bro

nn

enel

kaar

tege

nsp

reke

n.

21

. Alle

gesc

hie

de

nis

pro

fess

ore

nge

ven

waa

rsch

ijn

lijk

he

tzel

fde

antw

oo

rdo

p v

rage

no

ver

he

tve

rled

en

.

22

. Je

kun

t p

asgo

ed o

ver

he

tve

rled

en

sch

rijv

enal

s h

etb

ew

ijsm

ater

iaal

com

ple

etis

.

23

. Als

er

twee

vers

chill

en

de

verh

alen

ove

r h

et

verl

ede

nzi

jn, k

aner

maa

réé

n d

eju

iste

zijn

.

Epistemologische opvattingen jongens en meisjes, deel 2

deels mee oneens Meen oneens Sterk mee oneens

Deels mee eens Mee eens Sterk mee eens

Page 109: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

108

7.4 Conclusies en discussie

Geschiedenis is, volgens leerlingen, een onderzoeksvak waarvoor kritische

redeneervaardigheden nodig zijn. Het is ook een vak waarbij verschillende interpretaties van het

verleden mogelijk zijn en (daarom) uitnodigt tot veel discussie. Zo'n dertig procent van de

leerlingen meent dat het bij geschiedenis vooral om meningen gaat. Toch vermoedt iets meer

dan de helft van de leerlingen dat historici voor een gebeurtenis tot ongeveer eenzelfde

verklaring zullen komen als zij over dezelfde bronnen beschikken. En dat is volgens ongeveer

de helft van de leerlingen het doel van geschiedenis: komen tot een kopie van het verleden. Al

spreken zij zichzelf hierin ook weer tegen: 80% van hen is het oneens met de stelling dat er

maar één verhaal juist kan zijn, als er twee verschillende verhalen over het verleden verteld

worden. Kortom, het beeld van de epistemologische opvattingen van leerlingen is tamelijk

diffuus.

De uitkomsten van het onderzoek roepen diverse vervolgvragen op. Bijvoorbeeld, zien we de

inzichten waarvan leerlingen in deze zelfrapportage blijk geven ook terug in de uitvoering van

historische taken? Gaan leerlingen die genuanceerdere opvattingen demonstreren bijvoorbeeld

ook kritischer met bronnen om? Is er een correlatie tussen interesse en epistemologische

opvattingen? Kan via onderwijs in geschiedenis voortuitgang worden geboekt in de

epistemologische opvattingen van leerlingen? In lessen zou bijvoorbeeld in dit verband meer

aandacht besteed kunnen worden aan causale relaties. Meer dan de helft van de leerlingen is

het namelijk eens met de stelling dat verbanden tussen oorzaken en historische gebeurtenissen

vaststaan. En is het werkelijk zo dat het moeilijk is om de betrouwbaarheid van historische

verhalen te beoordelen omdat het verleden voorbij is, zoals ongeveer de helft van de leerlingen

meent?

Verschillen tussen groepen leerlingen

Op hoofdlijnen verschillen havo- en vwo-leerlingen niet in hun visie op het vak geschiedenis.

Wat geldt voor havo- en vwo-leerlingen, geldt ook voor goede en minder goede leerlingen. Hun

visie op het vak geschiedenis verschilt niet wezenlijk, althans waar het de stellingen betreft

waarop van leerlingen verwacht wordt dat zij het met de stelling eens zijn. Wel geldt dat de

meningen van goede leerlingen wat meer uitgesproken zijn. Echt opvallend is dat de zwakke

leerling het veel meer dan de gemiddelde en de goede leerling oneens is met de stelling dat je

bij geschiedenis moet leren omgaan met het feit dat bronnen elkaar kunnen tegenspreken.

Bij een aantal stellingen waarvan verwacht wordt dat de leerlingen het er niet mee eens zijn, zijn

de verschillen groter. Goede leerlingen hebben een 'professionelere' kijk op geschiedenis dan

zwakke leerlingen.

Wat geldt voor havo- en vwo-leerlingen en goede en minder goede leerlingen, geldt ook voor

jongens en meisjes: hun visie op het vak geschiedenis verschilt niet wezenlijk. Soms zijn

jongens het iets meer eens met een stelling, in een enkel geval de meisjes.

Havo-leerlingen zijn het meer dan vwo-leerlingen oneens met de twee stellingen (16 en 20)

waarin gesteld wordt dat het bij geschiedenisverhalen vooral om meningen (van historici) gaat.

Mogelijk hebben vwo-leerlingen meer gevoel voor het argumentatieve karakter van

geschiedenis.

Opvallend, ten slotte, is dat zwakke leerlingen het (iets) meer dan andere leerlingen eens zijn

met de stelling dat er altijd nieuwe verklaringen voor historische gebeurtenissen worden

geschreven. Onduidelijk is waarom juist zwakke leerlingen dit menen.

Page 110: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum
Page 111: Hoe denken examenleerlingen havo/vwo over het vak geschiedenisdownloads.slo.nl/Repository/hoe-denken-examenleerlingen-havo-vwo-over... · Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum

Foto

om

slag

: Shu

tter

stoc

k

SLO

Piet Heinstraat 127511 JE Enschede

Postbus 20417500 CA Enschede

T 053 484 08 40E [email protected]

www.slo.nl

SLO heeft als nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een publieke taakstelling in de driehoek beleid, praktijk en wetenschap. SLO heeft een onafhankelijke, niet-commerciële positie als landelijke kennisinstelling en is dienstbaar aan vele partijen in beleid en praktijk.

Het werk van SLO kenmerkt zich door een wisselwerking tussen diverse niveaus van leerplanontwikkeling (stelsel, school, klas, leerling). SLO streeft naar (zowel longitudinale als horizontale) inhoudelijke samenhang in het onderwijs en richt zich daarbij op de sectoren primair onderwijs, speciaal onderwijs en voort gezet onderwijs. De activiteiten van SLO bestrijken in principe alle vakgebieden.