Historisch-landschappelijke kaart en stads- en ... · en de kaartschaal. De topografische kaart,...

4
Historisch-landschappelijke kaart en stads- en dorpskarteringen André Trachsel Onlangs werd een onderzoek afgerond naar mogelijkheden om historische stads- en dorps- kernen op schaal 1:10.000 te karteren. Het on- derzoek vond plaats onder auspiciën van de Werkgroep Landschapstypologie 1 . De verwor- ven kennis zal moeten bijdragen tot het ver- vaardigen van bijkaarten in de toelichting bij de Historisch-landschappelijke Kaart. Deze kaart is bedoeld om de Nederlandse cultuur- landschappen, op schaal 1:50.000, in histo- risch-landschappelijk opzicht in kaart te bren- gen. De Bont 2 heeft daarvoor een inventarisa- tiemethode en een legenda ontwikkeld, die in zes proefgebieden is getoetst. De nederzettingenkartering heeft bij deze werkwijze en legenda moeten aansluiten. Dit stelde een aantal beperkingen aan de legenda en de kaartschaal. De topografische kaart, schaal 1:10.000, bleek het meest geschikt om zowel grote als kleine nederzettingen weer te geven. Deze schaal bood voldoende mogelijk- heden om de meest belangwekkende kenmer- ken weer te geven. Bovendien konden op deze schaal ook nog de verbindingswegen met het landelijke gebied worden weergegeven, zodat een koppeling kon worden gelegd met het kaartblad van de Historisch-landschappelijke Kaart (schaal 1:50.000). De legenda van de nederzettingenkaart is in de eerste plaats gebaseerd op de ouderdom. Voor de ouderdomscategorieën is uitgegaan van landelijk beschikbaar kaartmateriaal. Ge- kozen is voor materiaal uit zoveel mogelijk uit- eenlopende perioden, zodat enkele dwars- doorsneden in de tijd kunnen worden vervaar- digd. Er is gebruik gemaakt van: - de stadsplattegronden van Jacob van De- venter (ca. 1560). - de stadsplattegronden van Johan Blaeu (ca. 1650). - de gekleurde manuscripten (schaal 1:25.000) van de Militaire en Topografische kaart van het Koningrijk der Nederlanden (ca. 1850). - topografische kaarten weergegeven in de zogenaamde Bonne-projectie (ca. 1900 en 1940). Naast de ouderdom wordt het vormaspect in de legenda betrokken. De vorm van de histori- sche elementen wordt afgemeten aan de mate van zichtbaarheid van een oude activiteit op een bepaalde plaats. Die zichtbaarheid kan in de eerste plaats door het oude element worden bepaald, maar kan in sommige gevallen ook door een nieuw element gestalte krijgen (bij- voorbeeld een nieuwe weg op het tracé van een oude dijk). Ook de functie van de elementen wordt op de kaart aangegeven. De elementen van de nederzetting zijn on- derverdeeld in vlak-, lijn- en puntelementen. In eerste instantie worden de vlakken gekar- teerd, die zijn ingedeeld naar ontstaansperio- de (figuur 1). Voor de eerste bewoningskernen kan de begrenzing niet altijd exact worden aangegeven. Er moet dan een hypothetische grens worden getrokken. De lijnelementen zijn gedateerd volgens dezelfde ouderdomsca- tegorieën als de vlakken. Een uitzondering vormen de lijnelementen, ontstaan na 1850, die in één categorie zijn samengevoegd. De puntelementen, die betrekking hebben op in- dividuele bouwwerken, zijn door middel van een cijfer op honderd jaar nauwkeurig geda- teerd. Voor de lijn- en puntelementen is het vorm- aspect het meest gedetailleerd uitgewerkt. Zo wordt aangegeven als het oude element ver- dwenen is en vervangen is door een nieuw ele- ment. Voor de puntelementen is dit als volgt kartografisch vertaald: Zwarte cirkels geven aan dat de oude activiteit nog in het stads- of dorpsbeeld zichtbaar is. Een rechtopstaand cijfer in de zwarte cirkel geeft weer dat de oude activiteit door het oude element zichtbaar is. Een schuin gedrukt cijfer in een zwarte cirkel geeft de ouderdom weer van een nieuw ele- ment op de plaats van de oude activiteit. Witte cirkels betekenen dat vroegere activiteiten niet 113

Transcript of Historisch-landschappelijke kaart en stads- en ... · en de kaartschaal. De topografische kaart,...

Page 1: Historisch-landschappelijke kaart en stads- en ... · en de kaartschaal. De topografische kaart, schaal 1:10.000, bleek het meest geschikt om zowel grote als kleine nederzettingen

Historisch-landschappelijke kaart en stads- en dorpskarteringen

André Trachsel

Onlangs werd een onderzoek afgerond naar mogelijkheden om historische stads- en dorps­kernen op schaal 1:10.000 te karteren. Het on­derzoek vond plaats onder auspiciën van de Werkgroep Landschapstypologie1. De verwor­ven kennis zal moeten bijdragen tot het ver­vaardigen van bijkaarten in de toelichting bij de Historisch-landschappelijke Kaart. Deze kaart is bedoeld om de Nederlandse cultuur­landschappen, op schaal 1:50.000, in histo-risch-landschappelijk opzicht in kaart te bren­gen. De Bont2 heeft daarvoor een inventarisa­tiemethode en een legenda ontwikkeld, die in zes proefgebieden is getoetst.

De nederzettingenkartering heeft bij deze werkwijze en legenda moeten aansluiten. Dit stelde een aantal beperkingen aan de legenda en de kaartschaal. De topografische kaart, schaal 1:10.000, bleek het meest geschikt om zowel grote als kleine nederzettingen weer te geven. Deze schaal bood voldoende mogelijk­heden om de meest belangwekkende kenmer­ken weer te geven. Bovendien konden op deze schaal ook nog de verbindingswegen met het landelijke gebied worden weergegeven, zodat een koppeling kon worden gelegd met het kaartblad van de Historisch-landschappelijke Kaart (schaal 1:50.000).

De legenda van de nederzettingenkaart is in de eerste plaats gebaseerd op de ouderdom. Voor de ouderdomscategorieën is uitgegaan van landelijk beschikbaar kaartmateriaal. Ge­kozen is voor materiaal uit zoveel mogelijk uit­eenlopende perioden, zodat enkele dwars­doorsneden in de tijd kunnen worden vervaar­digd. Er is gebruik gemaakt van: - de stadsplattegronden van Jacob van De­

venter (ca. 1560). - de stadsplattegronden van Johan Blaeu (ca.

1650). - de gekleurde manuscripten (schaal

1:25.000) van de Militaire en Topografische kaart van het Koningrijk der Nederlanden

(ca. 1850). - topografische kaarten weergegeven in de

zogenaamde Bonne-projectie (ca. 1900 en 1940).

Naast de ouderdom wordt het vormaspect in de legenda betrokken. De vorm van de histori­sche elementen wordt afgemeten aan de mate van zichtbaarheid van een oude activiteit op een bepaalde plaats. Die zichtbaarheid kan in de eerste plaats door het oude element worden bepaald, maar kan in sommige gevallen ook door een nieuw element gestalte krijgen (bij­voorbeeld een nieuwe weg op het tracé van een oude dijk). Ook de functie van de elementen wordt op de kaart aangegeven.

De elementen van de nederzetting zijn on­derverdeeld in vlak-, lijn- en puntelementen. In eerste instantie worden de vlakken gekar­teerd, die zijn ingedeeld naar ontstaansperio-de (figuur 1). Voor de eerste bewoningskernen kan de begrenzing niet altijd exact worden aangegeven. Er moet dan een hypothetische grens worden getrokken. De lijnelementen zijn gedateerd volgens dezelfde ouderdomsca­tegorieën als de vlakken. Een uitzondering vormen de lijnelementen, ontstaan na 1850, die in één categorie zijn samengevoegd. De puntelementen, die betrekking hebben op in­dividuele bouwwerken, zijn door middel van een cijfer op honderd jaar nauwkeurig geda­teerd.

Voor de lijn- en puntelementen is het vorm­aspect het meest gedetailleerd uitgewerkt. Zo wordt aangegeven als het oude element ver­dwenen is en vervangen is door een nieuw ele­ment. Voor de puntelementen is dit als volgt kartografisch vertaald: Zwarte cirkels geven aan dat de oude activiteit nog in het stads- of dorpsbeeld zichtbaar is. Een rechtopstaand cijfer in de zwarte cirkel geeft weer dat de oude activiteit door het oude element zichtbaar is. Een schuin gedrukt cijfer in een zwarte cirkel geeft de ouderdom weer van een nieuw ele­ment op de plaats van de oude activiteit. Witte cirkels betekenen dat vroegere activiteiten niet

113

Page 2: Historisch-landschappelijke kaart en stads- en ... · en de kaartschaal. De topografische kaart, schaal 1:10.000, bleek het meest geschikt om zowel grote als kleine nederzettingen

Historisch-landschappelijke kaart

VLAKELEMENTEN

Ouderdom

tot 1560

1560-1650

gegraven watervlak

natuurlijk watervlak ouder dan 1850 (zonder aparte datering)

^ : | verdwenen watervlak

r

eerste bewoning begrensd | (zonder aparte datering)

eerste bewoning niet begrensd | {zonder aparte datering)

m bewoning

dubbele datering indien recente bebouwing op oud bewoond gebied '

Historisch grondgebruik ouder dan 1850

LIJNELEMENTEN

Ouderdom

tot 1560

1560-1650

locatie zichtbaar via oude element

Weg

Dijk

Kade

natuurlijk P

gegraven

Gracht

leomwalling *

2e omwalling A A ^ =

3eomwalfing A A A =

4e omwalling AAAA =

5e omwalling

Ontginningsrichting

1650-1850

na 1850

locatie zichtbaar • via nieuw element

de oudste lijnelementen krijgen een dikke omlijning

locatie niet meer zichtbaar

Figuur 1. Legenda vlak-, lijn- en puntelementen.

114

Page 3: Historisch-landschappelijke kaart en stads- en ... · en de kaartschaal. De topografische kaart, schaal 1:10.000, bleek het meest geschikt om zowel grote als kleine nederzettingen

Historisch-landschappelijke kaart

PU NTELEM ENTEN

A defensieve functie

• woonfunctie

• agrarische functie

• nijverheidsfunctie

• juridisch/territoriaal

M waterstaatsfunctie

a verkeersfunctie

1 kerkelijke functie

•e> handelsfunctie

« openbare nutsfunctie

Ouderdom

A (77) " e eeuw

A locatie is zichtbaar -*"^"^

Q locatie is niet meer zichtbaar

(*) functie — huidige functie

^ J functie * huidige functie

oud element

- nieuw element

è

Figuur 2. Concept proefblad Monnickendam; het donkerste raster is vermoedelijk de 'eerste bewonings-kern': een laat-middeleeuwse, langwerpige, noord-zuid verlopende handelsterp.

115

Page 4: Historisch-landschappelijke kaart en stads- en ... · en de kaartschaal. De topografische kaart, schaal 1:10.000, bleek het meest geschikt om zowel grote als kleine nederzettingen

Historisch-landschappelijke kaart

Figuur 3. Voorbeeld van een zichtbaar puntelement met een religieuze functie: De Grote Kerk van Mon-nickendam, gesticht in de 15e eeuw; de latere bouwfasen zijn duidelijk herkenbaar (voor sym­bool zie figuur 2 linksonder).

meer zichtbaar zijn als bouwwerken. Op basis van archief-, literatuur- of kaartonderzoek kan de plaats ervan nog wel worden aangegeven.

De ontworpen legenda is in een aantal ne­derzettingen uitgeprobeerd, twee in hoog-Nederland (Oldenzaal en Losser) en drie in laag-Nederland (Monnickendam (zie figuur 2), Hoorn en Zaandijk). Uit deze proefkarte-ringen zal moeten blijken of op deze wijze vol­doende inzicht wordt verschaft in de ontwikke­ling van de gekarteerde nederzettingen.

Voor een aantal kartografische zaken zal nog een oplossing gezocht moeten worden.

Suggesties tot aanvulling en verbetering wor­den dan ook met belangstellling tegemoet ge­zien.

Noten

1. Werkgroep Landschapstypologie van de Natuur­wetenschappelijke Commissie van de Natuurbe­schermingsraad.

2. BONT, C. H. M. de (1986). Opbouw en toetsing van de legenda van de historisch-landschappelijke kaart van Nederland 1:50.000. Stiboka/Natuurbe-schermingsraad.

116