Het zijn uw dwalingen en strapatsen, een brief van Allah
Click here to load reader
-
Upload
rob-sentse-bsc -
Category
Presentations & Public Speaking
-
view
119 -
download
1
Transcript of Het zijn uw dwalingen en strapatsen, een brief van Allah
![Page 1: Het zijn uw dwalingen en strapatsen, een brief van Allah](https://reader038.fdocuments.nl/reader038/viewer/2022100800/58ecc36b1a28ab1b508b46f1/html5/thumbnails/1.jpg)
Het zijn uw dwalingen en strapatsen, niet de mijne Na afloop van de bloedigste ramadan ooit schrijft Allah een brief aan terroristen, opgetekend door Mohammed Benzakour. „Stop met te slachten in mijn naam, in godsnaam.” Mohammed Benzakour
Salaam walaykum terrorist,
Hoewel ik mij afvraag of deze vredesgroet voor u, sadistisch wanschepsel,
nog enige betekenis heeft, groet en schrijf ik degene die zich aangesproken
voelt. Hij die zegt: ‘Nee, ik ben geen terrorist, ik strijd voor vrijheid en tegen
onrecht’, hem neem ik te zijner tijd apart voor een indringend, lankmoedig
gesprek.
Korantaal is u kennelijk te hoog gegrepen. U bent een slechte, boze
verstaander, u snapt er geen snars van. Daarom schrijf ik deze brief in een
jargon dat u hopelijk wél zult begrijpen. (Nooit had ik overigens bevroed mij
nog eens te moeten verlagen tot het begripsvermogen van de onnozele
tweevoeter; ook ik verras mezelf weleens.)
Nu, lang heb ik gedragen en verdragen. Lang heb ik gezwegen. Zwijgen is
mijn vak, zeker, het past mij als geen ander. Elke dag hef ik mijn armen naar
een sprakeloze hemel. Maar vandaag verbreek ik deze stilte; ook aan
stilzwijgen kleeft een grens, zelfs voor mij, de Schepper der hemelen. Het kan
zo niet langer. Het loopt de spuigaten uit. Ik moet mij uitspreken en beschuldig
en wijs u aan met ’n trillende vinger: ik ben de onophoudelijke smaad en laster
aan mijn adres spuugzat.
Nee, ik heb het hier niet over de beledigingen, de guitige spotternijen of
anderszins ‘godkritiek’ door het legertje komedianten, atheïsten, cartoonisten
en andere lolbroeken. Nee, zij boeien mij niet; hun meer of minder ernstig
bedoelde aanvallen vind ik in ‘t beste geval aardig, maar vaker slaapwekkend,
wat niet onaangenaam is. Nee, volstrekt onacceptabel is het feit dat keer op
keer mijn goedheilige naam wordt beklad en besmeurd met het slijk van
barbarij.
![Page 2: Het zijn uw dwalingen en strapatsen, een brief van Allah](https://reader038.fdocuments.nl/reader038/viewer/2022100800/58ecc36b1a28ab1b508b46f1/html5/thumbnails/2.jpg)
Ik doel hier op al die godgeklaagde bommen en granaten die u meent te
mogen te ontsteken en daarbij dan mijn naam – ‘Allahu’akbar!’– in
koeienletters te blèren. Dít is de grootst denkbare godlaster. Resulterend
bovendien in de bloedigste ramadan sinds mensenheugenis – u moet zich
schamen!
Er zijn lieden die mij Jezus noemen, anderen Jaweh of Allah. Weer
anderen zien in mij een toornige huistiran, olifant, boom of een kale dikbuik.
Ik vind alles best. Ik ben wie ik ben: auteur van een klein maar gewichtig
oeuvre. Noem mij gewoon God of Natuur, dat scheelt een hoop verwarring. En
ik weet dat velen om deze brief zullen ginnegappen, daar zij mij allang
doodverklaarden. Maar dat zijn dezelfde lui die na een droom zeggen: dromen
zijn bedrog. Een koddige denkfout. Een ontologische paradox. De inhoud van
de droom kan misschien bedrieglijk zijn (al berust ieder bedrog op
werkelijkheid omdat elke werkelijkheid op illusie berust) maar de droom in
zichzelf is waar; zo reëel als de ontbijtkoek na het ontwaken. Mocht ik ooit
komen te sterven, en daar houd ik terdege rekening mee, dan pers ik een
schreeuw uit met de duur van een eeuwige nanoseconde. Niemand zal me
horen. U sterft met mij mee. Als enige zal ik mijn laatste adem horen
wegebben. Maar tot die tijd heb ik nog heel wat appels te schillen. Om te
beginnen met u.
Zoals bekend schreef ik lang geleden een monumentaal boek, resultaat van
diepgoddelijke ingeving. Een compleet handboek. Alles staat erin. Een werk
dat zich kan meten met de mooiste poëzie uit de mensengeschiedenis; een opus
dat bedoeld was om u, verdwaald flutgrut, tot hogere hoogten te brengen, tot
ver buiten uw kleine ik. We kunnen iemands welvingen aanbidden, we kunnen
de woorden van de honingzoete lippen van een geliefde drinken, we kunnen
ons paradijselijk neervlijen in een goddelijke omhelzing, de sterren van de
hemel plukken, de gouden schubben strelen van de dwergbolk, maar we
kunnen ook gewoon iemands baardharen trimmen. Het nederigste gebaar doet
geen afbreuk aan mijn glorie en barmhartigheid. Echter liet m’n werk zich
schandalig vaak presenteren als van banale, moorddadige oorsprong. Dus
verschijnt daar ineens de man met de bom, hij is boos, hij is wanhopig, hij is in
de war, hij zint op wraak, sputtert wat priesterlijke woorden over het mythische
belang van mijn dichtkunst en mijn oppergezant Mohammed Ibn Abdellah,
over de verheven plaats daarvan in het Morgenland, gooit er een bak obscure
rites tegenaan, brult mijn naam en werpt zichzelf ten slotte met springstof in
een kluit van een van mijn meest vernuftigste creaties: de mens.
![Page 3: Het zijn uw dwalingen en strapatsen, een brief van Allah](https://reader038.fdocuments.nl/reader038/viewer/2022100800/58ecc36b1a28ab1b508b46f1/html5/thumbnails/3.jpg)
Maar geen van jullie, beul noch godsoldaat, rechter noch democratisch
gekozen leider, géén van jullie heeft het snippertje recht om welke van mijn
producten te vermorzelen of ook maar te verminken. Hun ziel is mijn ziel. Hun
pijn is mijn pijn.
Nog misselijker wordt het wanneer het bloedige resultaat als een
lotsbestemming of een hogere gave aan de man wordt gebracht, doodernstig en
smetteloos. In gedachten zien deze bloedhonden zich al laven in mijn tuinen
vol wijnen en wijven. Een gotspe! En ik? Ikzelf mag intussen instemmend
toekijken, genoeglijk kwijlend in mijn baard. Nee jongens, zo zijn we niet
getrouwd. Haat verteert me. Ik ben zo weergaloos verliefd op het leven, op het
universum, de wolken en de wormen, mijn schitterende schepping, op alles wat
daarin aan voortreffelijks en onbegrijpelijks aanwezig is, dat alles wat zich als
dik en verwoestend presenteert een opportunistische, vulgaire, wind generende
gangsterbende is. Een door de duvel ingeblazen zwijnenzooi. Rijp voor het
grilrooster.
En natuurlijk, door de eeuwen heen zijn legio redenen bedacht om te
moorden en te plunderen, vanaf de rechtvaardiging die Raskolnikov (Misdaad
en Straf van mijn geniale pleegkind Dostovjeski) zoekt om de oude
woekeraarster te vermoorden tot de megalomane excuses zoals ‘landsbelang’,
‘democratie’, ‘kalifaat’, ‘zelfverdediging’,‘revolutie’, ‘triomf van het
proletariaat’. Het is allemaal mist. De doodstraf, lijfstraffen voor zogenaamde
ketters, moord op geesteszieken, censuur, boekverbrandingen, het opjagen van
hoerenlopers, Utrechtenaren, vrouwen en mannen van lichte zeden, en wat niet
al; het zijn uw dwalingen en strapatsen, niet de mijne. Laat ik het zo zeggen:
indien ‘t Heil er wel zou zijn voor de kalasjnikovs en de bommenwerpers,
maar niet voor ’t teerhartige knapenstel dat hand in hand door dat rozenperkje
wandelt, dan ben ik een ongediplomeerde slager zonder verblijfsstatus. Een
illegale Allah. Ik zal u nog iets verklappen; van Nietzsche tot Al Ma’arri, van
Marx tot Gallilei, van Diderot tot Zappa, ze zitten hier allemaal gezellig te
borrelen en te schaken bij een knapperend haardvuur. Ik ben hun vrolijke
butler, en ieders geringste stukje teennagel heb ik meer lief dan uw complete
legers, met of zonder baard.
![Page 4: Het zijn uw dwalingen en strapatsen, een brief van Allah](https://reader038.fdocuments.nl/reader038/viewer/2022100800/58ecc36b1a28ab1b508b46f1/html5/thumbnails/4.jpg)
Allahu’akbar — jawel, ik ben groot, grandioos groot. Maar niet in de
betekenis van uw guppenbrein. Ik ben groot omdat ik Alles ben. Omdat ik in
alles vervat zit, in ‘t kleinste sprietje en spinnetje. Dat moest u diep nederig
stemmen. Uw hooggestemde hygiëne en zelfverheffing heb ik niet nodig.
Ooit liet ik een scheet en dacht dat het goed was. Maar ook mijn scheten,
eerlijk is eerlijk, kunnen flink stinken. U bent het levende bewijs.
Het Koninkrijk Gods of, zo u wilt, het Kalifaat Gods is niet hier bij mij
maar daar bij u. De grond onder uw voeten. Daarbuiten heerst duisternis.
Daarbuiten vriest het. Daarbuiten stinkt het naar kadavers. Dus nogmaals: stop
met te slachten in mijn naam, in godsnaam. Ik heb hier part noch deel aan. De
rest van de rekening volgt later.
Met de minste hoogachting,
Allah