Het verkleinwoord

toepassingen

• klein – een boompje, een huisje

• liefkozing– schatje, liefje

• geringschatting– agentje, directeurtje, ventje, pubertje

• eufemisme (beter voorstellen dan het is)– een pintje pakken, een stapje in de wereld zetten, een

hapje eten• valse bescheidenheid

– mijn huisje, mijn autootje, een sigaartje

vorming

• algemene regel– boekje, lepeltje, ringetje, riempje, kettinkje

> je, > tje, > etje, > pje, > kje

• woorden op -ing– koning > koninkje– beloning > beloninkje

> kje als klemtoon op voorlaatste lettergreep ligt

– wandeling > wandelingetje> etje als klemtoon niet op voorlaatste lettergreep

ligt

• woorden op -y– pony'tje, floppy'tje

> ' voor tje

• woorden met klankverandering– schip > scheepje, blad > blaadje, vat > vaatje

• speciale vormen– kinderen > kindertjes - kindjes,– eieren > eiertjes - eitjes

• verschillende vormen > soms met betekenisverschil– lot > lotje (hoeveelheid), lootje (loterij)– brug > brugje of bruggetje (=)