Het lagere schoolkind deel 2
-
Upload
karel-de-grote-hogeschool -
Category
Documents
-
view
1.486 -
download
5
Transcript of Het lagere schoolkind deel 2
Het lagere schoolkind
van 6 jaar tot 12 jaar
seksuele ontwikkeling
• Freud spreekt over latentiefase seksuele ontwikkeling ligt stil seksuele gevoelens en fantasie
worden verdrongen focus ligt op leren en sociaal
contact geen interesse in ander geslacht
(spelen met vrienden van eigen geslacht)
• Critici zijn het niet eens. Zij beweren dat er wel een grote belangstelling is.
10-12 jaar• grote belangstelling voor volwassen
seksualiteit (erotiek)OF
opvallend preuts gedrag (niet willen volwassen worden)• lichamelijke ontwikkeling zet zich voort
(menstruatie, zaadlozing). Bij meisjes sneller dan bij jongens.
6-8 jaar• minder openlijk belangstelling• aanraken eigen geslachtsdelen gebeurt
(maar niet openbaar)• seksuele spelletjes gebeuren (maar in
geheim)• verliefdheden (heftig maar zonder seksuele
gevoelens)
8-10 jaar• emoties worden intenser• lichamelijk contact met ander wordt
opgezocht (tegen elkaar zitten, handjes geven, arm om elkaar heen) spannend
• seksestereotiep rolgedrag• kan voortplantingsverhaal reproduceren
(begrijpt het concept bevruchting nog niet helemaal)
• lichamelijk prille beginselen van pubertijd (dons)
• Heteroseksualiteit = duidelijke groepsnorm vroeg praten over homoseksualiteit
persoonlijkheidsontwikkeling• verwijzen naar eigen karakter in algemene termen :
“leuk, lief, grappig,…”• beklemtonen eigen vaardigheden :
“ik kan best rolschaatsen’• benoemen het bij een groep horen :
“ik zit bij de chiro”
• van concrete beschrijving naar algemene : “ik sprong over die boomstam --> ik kan goed springen.”
• vrienden worden gekozen op basis van karaktereigenschappen : wederzijds vertrouwen en iets voor elkaar over hebben is belangrijk
• vergelijken met anderen : ostentatief --> indirecter• leren zichzelf kennen door te kijken wat andere doen, kunnen en hebben• ontwikkeling genderidentiteit : wat past er in mijn cultuur voor een jongen en
een meisje?
psychologisch conflict van Erikson
bij succeservaring : -kind voelt zich competent-zelfzekerheid stijgt-er ontstaat VLIJT
vlijt <-> minderwaardigheid
bij mislukking:-kind ervaart een ‘falen’-onzekerheid ontstaat-er ontstaat een gevoel van
MINDERWAARDIGHEID
hoge verwachtingen om kennis en vaardigheden op te doen
NOOD AAN : enthousiasme, geduld, warme aandacht en steun !!
morele ontwikkeling• empathie lijkt aangeboren
(baby reageert op hevige emoties thuis)
• begin lagere school : kind kan echt meevoelen en meeleven maar heeft concrete situatie nodig
• vanaf 10 jaar : kind heeft algemener inzicht en is niet meer afhankelijk van een concrete situatie
(vb meeleven met zwakbegaafd kind)
kind leert effecten van eigen R beseffen
begeleider kan kinderen hierbij helpen door het aan te moedigen zich in te leven
conventionele fase van morele ontwikkeling
conventionele fase van morele ontwikkeling
• wetten, regels en afspraken bepalen wat goed en kwaad is
• gezaghebbende autoriteiten worden gevolgd
modelrol begeleider bij sommige
volwassenen blijft dit zo
de taalontwikkeling
• afwerken taalverwerving tussen 5 en 9 jaar
-> beheerst de VOLWASSENTAAL
• de school helpt kennis van uitdrukkingen, spelling en grammaticale regels vergroten
-> huidig onderwijs is beter en biedt lln de kans meer te verbaliseren. Gevolg : 6 jarigen hebben veel meer worden ter beschikking dan kinderen vorige eeuw.
kenmerken taalontwikkeling
• soms nog moeite met articulatie vb heps, weps, alumiliumfolie, haswandje,…
• soms nog taalfouten vb ik heef, merer, ik gingste, ik valde, schippen,…
• vreemde uitdrukkingen door moeilijk taalconstructies
vb ik zeg de eerlijkheid (waarheid), beroemstigheden (bezienswaardigheden),…
• metalinguistisch bewustzijn (inzicht in de taal : opbouw, structuur, regels,…)
-> taalspelletjes (geheimtaal, raadsels, p-taal)
• interesse in veelgehoorde vreemde talen (woordenschat verwerven via ondertitels)
sociaal-emotionele ontwikkeling
• sociale voorkeur verschuift van volwassenen --> leeftijdsgenoten
• ouders blijven belangrijke referentiefiguren (waarden en normen)
• relatie met ouders is erg vriendschappelijk (graag op familie uitstap)
• maar : speelkameraden = leeftijdsgenoten
leeftijdsgenoten worden belangrijk
• omgaan in groep = sociale leerschool ontwikkelen van een eigen omgangsstijl• goede relaties als compensatie voor
problemen thuis• leeftijdsgenoten als spiegel. willen beantwoorden aan verwachtingen bewust worden van eigen karaktereigenschappen• goede relaties bevorderen de
zelfperceptie (zelfvertrouwen en positief zelfbeeld)
vriendschappen
invulling van vriendschap evolueert• 6-8 dezelfde dingen leuk vinden
veel samen doenveel samen deleniemand die je bewondert
• 10 advies en troostpersoonlijke geheimen delenvrienden accepteren je zoals je bent
-> redenen van einde aan vriendschap : verhuis, conflict, andere school,…-> breuken zijn hartverscheurend-> geen vriendjes hebben is niet normaal en ongezond (laag zelfbeeld, lage zelfwaardering)
sociale aanvaarding
afhankelijk van 1. POPULARITEIT
(graag gezien worden)
2. STATUS (invloed hebben)
sterren vervelende kinderen middenmoot onzichtbaren
• Welke rol had jij?
groepen
• duurzame groepen worden gevormd
• gedifferentieerde rolverdeling
• rituelen en toetredingsvoorwaarden
• één sekse groepjes• later : meer contact tussen
jongens en meisjes (plagen)• nog later : hofmakerij
kortsluitingen
geen integratie in groep = ontwikkelen van inadequate omgangsstijl
->Pester->Clown->Vleier->Pseudovolwassene
pesten
• = een proces waarbij een groep zich tegen een enkeling keert, die zich niet kan verweren
• niet hetzelfde als plagen• betrokken partijen :
1. pester (s)2. gepeste3. middengroep (doet
mee of zet zich af)4. bemiddelaars (ouders,
begeleiders,…)• zondebokverschijnsel :
één kind wordt mikpunt voor agressieve gevoelens en frustraties van een hele groep• geen uitgesproken profiel voor
slachtoffers• extreme vormen :
verbaal geweld, fysiek geweld, publieke vernedering, materieel geweld,…
kenmerken van pesten
• vooral in de lagere school wordt vaak verlengt tijdens adolescentie en als volwassene
• systematisch• verbeten• bedoeling om te kwetsen• hele groep betrekken• vaak agressief• mondt uit in zondebokverschijnsel• meer jongens dan meisjes
jongens : trenden hard opmeisjes : geraffineerd (subtiel,onopvallend)
Wat kan je doen tegen pesten ?
Wat is de bedoeling van volgend filmpje?Kan dit werken ?
taak van de begeleider
1. preventief optreden->onderwerp bespreekbaar maken->aangeven dat pesten verkeerd is (waarden en normen)->aan een gezond klimaat werken->pas op voor klik-cultuur (zet kwaad bloed)
2. slachtoffer detecterenkenmerken slachtoffer
-isolatie-gaat niet graag naar school of opvang-zoekt de veiligheid van de begeleider op-psychosomatische klachten
3. pesten aanpakkenonderwerp besprekenonderwerp algemeen behandelen (<-> vermijdingsgedrag, wraakacties)met boek gedeelde verantwoordelijkheid aantonen (empatisch vermogen aanspreken)gepeste niet verplaatsen (of hij wordt opnieuw buitenbeentje)beleid richten op slachtoffer, pesters en middenmoters