Het labyrint

26
2007 Het labyrint Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers en opgedragen aan Wies van Leeuwen door Bernadette van Hellenberg Hubar

description

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers en opgedragen aan Wies van Leeuwen, Ohé en Laak 2007.

Transcript of Het labyrint

Page 1: Het labyrint

2007

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers en opgedragen aan Wies van Leeuwen door Bernadette van Hellenberg Hubar

Page 2: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 2

0 Inhoudsopgave

0  Inhoudsopgave .............................................................................................. 2 

1  Inleiding ........................................................................................................ 3 

1.1  Fanfiction ............................................................................................... 3 

2  Het labyrint ................................................................................................... 5 

2.1  Naschrift ................................................................................................22 

2.2  Internetadressen ....................................................................................24 

Pierre J.H. Cuypers circa 1860 (GAR)

Page 3: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 3

1 Inleiding

Deze fanfiction werd voor de eerste keer gepubliceerd op pjhcuypers.nl en

opgedragen aan mijn vriend Wies van Leeuwen, van wie in 2007 de eerste biografie

sinds 1898 over Cuypers verscheen.1 Directe aanleiding voor het verhaal was de

Cuyperscode, een alternate reality game (ARG) dat door mijn bedrijf – toen actief

onder de handelsnaam Res nova – werd ontwikkeld in het kader van Cuypersjaar

2007. Dit project werd samen met lostagain.nl en wolthera.info uitgevoerd.

Onderstaande versie is ongewijzigd en behelst niet alleen het verhaal op zich, maar

ook een kleine inleiding op de fanfiction die in 2007 eveneens op de site werd

geplaatst.2

1.1 Fanfiction

Het genre van de fanfiction bloeit. Juist in deze tijd van internet zien we menigeen

na een ontroerend boek, een indrukwekkende film of een spannend spel naar het

toetsenbord grijpen om voor te borduren op het verhaal of de figuur die hem zo in

de greep hield. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat de biografie al een vorm van

fanfiction is, waarbij de fictie een ondergeschikte rol speelt tegenover het feit. De

fictie bestaat in dat geval uit de visie van de auteur die bepaalde zaken van het

leven van zijn hoofdpersoon meer nadruk geeft dan andere en de lacunes in het

verhaal opvult met zijn persoonlijke kijk op de situatie. Een persoonlijke kijk die

het resultaat is van diepgravend onderzoek en beschouwd kan worden als een

educated guess.

Aan de andere kant van het spectrum staat de musical die aan Cuypers is gewijd

en waarvoor de Roermondse stadsdichter Hans van Bergen het script heeft

geschreven.3 Hierbij spelen technieken als het indikken van de historische

toedracht tot een verhaal dat in anderhalf uur over het voetlicht gebracht kan

worden. Visie en fictie vormen een tandem die ingezet wordt om de spanningsboog

vast te houden, onontbeerlijk om een overtuigend schouwspel te bieden.

Tussen Wies van Leeuwen en Hans van Bergen heeft Bernadette van Hellenberg

Hubar positie gekozen. Naar aanleiding van haar collegiale toets van het

▄▄▄▄▄▄▄

1 Tegenwoordig is pjhcuypers.nl te vinden als: http://res-nova.nl/cuypersbiografie/index.htm,

waarop ook enkele fragmenten staan van de Cuypersbiografie van Wies van Leeuwen. 2 Zie http://res-nova.nl/cuypersbiografie/paginae/fanfiction.htm. 3 Voor enkele fragmenten zie www.hansvanbergen.nl/Cuypers.html.

Page 4: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 4

manuscript van Wies van Leeuwen, het onderzoek naar het ateliercomplex van

Cuypers in Roermond en de gedachtewisseling met Hans van Bergen over de plot

van de musical, kwam zij op het idee om Cuypers aan het woord te laten als

figureerde hij in een historische roman. De opmaat hiervoor kwam van Cuypers'

zwager, Joseph Alberdingk Thijm die talloze fanfictions avant la lettre heeft

geschreven. Thijm was idolaat van al die katholieke historische figuren die in de

protestantse geschiedschrijving gemarginaliseerd waren. Door middel van

historische novelles liet hij lezend Nederland hiermee kennis maken. Een van zijn

fraaiste exercities op dit gebied, De organist van den Dom, heeft Bernadette van

Hellenberg Hubar behandeld in haar proefschrift Arbeid en Bezieling. Daarnaast

kan verwezen worden naar de bijzondere interviews die Marita Mathijssen hield in

de jaren tachtig met historische persoonlijkheden. Hierbij liet zij hen aan het woord

in een fictief gesprek, waarbij zij als journalist de vragen stelde. Iets soortgelijks

heeft Wies van Leeuwen gedaan in zijn artikel over de toekomst van het

Rijksmuseum, waarin hij Cuypers, De Stuers en Thijm op zijn rondwandeling

tegenkomt en met hen van gedachten wisselt.4 Inspiratie te over voor het korte

verhaal getiteld 'Het labyrint' dat u hierna kunt lezen.

▄▄▄▄▄▄▄

4 Te downloaden via: http://bit.ly/WvL-Rijksmuseum-2001

Page 5: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 5

2 Het labyrint

Cuypers zuchtte. Hij keek naar de dossiers en tekenrollen die voor hem op zijn

Roermondse werktafel lagen en zuchtte nogmaals. Hoewel hij die ochtend, zoals

gebruikelijk, al vroeg na het ontbijt met zijn aangetrouwde nicht Louise gestart was

met het werk, leek de stapel niet te willen slinken. Louise vond het prettig wanneer

hij er was, want haar man, Cuypers' vennoot Frans Stoltzenberg, was gewoonlijk

niet voor negenen aanspreekbaar. Cuypers zuchtte nog dieper: Frans Stoltzenberg

was op dit moment al helemaal geen onderwerp waar hij aan wilde denken. De

waarschuwende brieven van zijn zoon Joseph over Frans' solvabiliteit lagen hem

zwaar op de maag en zou hij het liefst willen vergeten. Verleden week was Nenny er

ook over begonnen en hoewel hij op een gegeven moment: “Zwijg, lieve”, had

geroepen, had zij hem er op haar rustige manier aan herinnerd dat hij het eeuwige

probleem Stoltzenberg weer eens voor zich uitschoof. Tegen wil en dank moest hij

denken aan haar woorden, lang geleden, aan het begin van hun huwelijk, dat ze

niet alleen een stiefdochtertje in de schoot geworpen had gekregen, maar ook een

aangenomen kind, Frans Stoltzenberg. En wat voor een kind! Hij wilde er niet over

nadenken! Hij had er geen tijd voor en zijn verplichtingen wogen te zwaar om hier

op dit moment tijd voor te maken. Hij moest zien dat hij een afspraak belegde met

zijn zwager, Alberdingk Thijm, ook al had die hem al gefeliciteerd met de heldere,

zakelijke analyse die Joseph van de kwestie had gegeven. “Had één van mijn zonen

iets van zijn zakelijke inzicht en moraal”, had Thijm tegen hem gezegd, “dan was ik

de koning te rijk! En dan ook nog zo'n talent als architect! Tel uw zegeningen,

Cuypers!”

“Ja, ja”, mompelde Cuypers, “Tel uw zegeningen”. Ondertussen lag er een stapel

ontwerpen die goedgekeurd moesten worden en had Thijm hem in de problemen

gebracht met de opdracht voor de vloer van het Bergportaal. Hij had al een labyrint

ontworpen voor het priesterkoor van de Sint-Servaaskerk, maar wie zou het daar

zien. Als het aan de deken lag zou het onder een zwaar Deventer kleed komen te

liggen, dat overigens net als het labyrint voortborduurde op het thema van de

microkosmos van de wereld. Maar in het Bergportaal zou de symboliek zich

verdiepen. Soms dacht hij dat hij nog enthousiaster was dan Thijm over al die

verborgen betekenislagen die in zijn werk schuil gingen. Hoe lang was het ook al

weer geleden dat hij zijn zwager schreef: “Ik ben geheel en al gewonnen van het

Symbolisme in de kunst. Uw stuk over het autaar ten oosten vond ik uitmuntend”.

Wat waren ze enthousiast toen en wat hadden ze veel bereikt. Al die gesprekken

over middeleeuwse symboliek waarover ze allebei al zoveel gelezen hadden. De

droom die ze allebei al zo lang koesterden en die ze bij elkaar herkenden: het

beoefenen van de middeleeuwse kunst in woord en daad. De realisatie van een

kunst voor de eigen tijd, van architectuur die beantwoordde aan de nieuwe eisen

die de vooruitgang stelde. Dat gold niet alleen voor de burgerbouwkunst, maar ook

Page 6: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 6

voor de kerk. Cuypers dacht terug aan de golf van élan die ook het zuiden trof na

het herstel van de bisdommen in Nederland in 1853. De oude Stoltzenberg had

hem gefeliciteerd met de timing van de oprichting van hun fabriek voor

kerkmeubels: al die nieuwe parochies die werden gesticht, al die kerken die

moesten worden gebouwd en ingericht! Het had niet gelukkiger gekund.

De woning en werkplaatsen van Cuypers uit 1853 na de verbouwing door zijn zoon Joseph in 1907 -1908 (Particuliere collectie circa 1910). Cuypers zou hier tot zijn dood in 1921 blijven.

Cuypers schudde wrevelig zijn hoofd: als hij zo bleef dagdromen, kwam het werk

nooit af. Wat had Thijm hem verteld over het labyrint. Hij had een aantal modellen

gevonden en die voorgelegd aan zijn studenten van de Rijks-Aakademie om hen de

betekenis te laten zien van zinrijke kunst. Dat was nu echt weer iets voor Thijm:

altijd bezig die dwarskoppen die voor studenten doorgingen te overtuigen van de

gewijde boodschap van de kunst. In Cuypers' ogen was het een stel kwajongens

met te veel pretenties. Ook De Stuers die Thijm voor die post had voorgedragen om

het niveau van de Akademie omhoog te vijzelen, had zijn twijfels. Hij had schetsen

gezien, waar hij niet enthousiast over was. “Die student”, had hij Cuypers

geschreven, “is niet in staat een goede figuur te teekenen. Hij kent geen anatomie

en teekent gebrekkig. Dat is de bron van zijn archaisme, precies zooals het gebrek

aan teekenkennis bij Israels enz. het impressionisme doet geboren worden. Een

kwajongen zal op dien voet kunnen beweren dat hij den Mexicaanschen Stijl hoog

vereert.”

Page 7: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 7

Brief van De Stuers aan Cuypers d.d. 18 juni 1884 (herkomst gemeentearchief Roermond)

Maar Thijm sprak altijd vergoelijkend over zijn studenten: “Neem nou zo'n Roland

Holst of Derkinderen”, hield hij Cuypers voor: “Die hebben het zaad van de

monumentale schilderkunst in zich, maar dat moet nog tot rijping komen.” Hij had

er hoge verwachtingen van. Dat mocht dan zo zijn, maar Cuypers wist zeker dat

Thijms leerlingen de hoogleraar esthetica niet serieus namen. Hadden ze hem niet

voor de mal gehouden met die Sinterklaasgrap rond een fictief historiestuk over de

eerste aardappels in Europa? En dat alleen maar omdat Thijm de eeuwige

realistische aardappel bij de contemporaine meesters afkeurde, omdat er geen

enkele symbolische gedachte achter stak! Thijm kon dan relativerend beweren,

Was sich liebt, das neckt sich, maar voor de laatste grap die ze hadden uitgehaald,

moest Cuypers harder boeten dan Thijm. Als de kunst nu werkelijk zo prachtig

wetmatig en geordend in elkaar zat als Thijm doceerde - hoe zo Thijm, daar had

Cuypers toch legio voorbeelden van geleverd! - dan zou het toch geen moeite zijn

om uit de fragmenten van al die labyrinten de oorspronkelijke collectie te

reconstrueren. Dus hadden zijn studenten de voorbeelden aan hem teruggegeven

in tientallen onderdelen. Het ging toch maar om reproductietekeningen uit een

werkplaats. Cuypers was verbijsterd geweest, toen Thijm het hem vertelde: “Wilt ge

me nu echt zeggen dat ze de voorbeelden hebben verknipt om er een spelletje van

te maken?” Thijm had hem over zijn brilletje schuldbewust aangekeken en

zenuwachtig geplukt aan zijn bakkenbaarden. “Ik heb ze wel uitgedaagd met mijn

stellingen”, meende hij. Cuypers kon er niet om lachen en had het er nog kort met

Thijms jongste zoon Karel over gehad. Hij kende de meeste van Thijms studenten

met wie hij als de schrijver Lodewijk van Deyssel gemeenzaam verkeerde in menig

Page 8: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 8

Amsterdams koffiehuis. “Ach oom Cuypers”, had Karel gezegd, “U moet niet

vergeten dat mijn vader met zijn esthetica soms hoog te paard zit en mijn vrienden

graag zouden zien dat hij ook aandacht besteedt aan de nieuwste kunst-

stromingen.” “Dat meent gij niet”, had Cuypers gramstorig tegen zijn neef gezegd:

“Die onzin over l'art pour l'art! Le nue pour le nue zult gij bedoelen!” Karel had

gelachen en hem gezegd: 'Kijk uit oom Cuypers, zo dadelijk is het niet alleen mijn

vader, die als een 'pittoreske anachronisme' wordt afgedaan, maar ook u!” Het

vrolijke, onbekommerde en wat plaagzieke gezicht van zijn neef had Cuypers van

zijn à propos gebracht. Thijm had hem gevraagd om weer eens een serieus gesprek

met zijn jongste zoon te hebben, want om de een of anderen reden drong Cuypers

nog wel eens tot hem door. Hij begreep ook wel waarom Thijm hem om Joseph

benijdde. Zoveel talent en dan zo onhandelbaar, dat was een zwaar gelag voor

Thijm.

Thijm in zijn studeervertrek en bibliotheek

Ach hemel, daar zat hij dan met de brokstukken. Hij had graag de lijnen van

oudere wereldlabyrinten in dit ene ontwerp op willen laten gaan. Thijm was hier

enthousiast over geweest en ook De Stuers had zich er in kunnen vinden omdat dit

idee zo prachtig aansloot bij de iconografie van het Bergportaal. Het was altijd weer

een verrassing hoe zijn beide kompanen op zijn ideeën zouden reageren. Als het om

iconografie ging, had Thijm steeds de bredere vue van de twee: hij zag niet alleen in

één oogopslag de wortels van een concept tot haast vóór de jaartelling, maar ook de

boodschap voor de kerk vandaag. Ook al begonnen de jaren te tellen, op dit punt

Page 9: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 9

bleef Thijm een cheval de bataille dat nog niets aan strijdbaarheid had ingeboet. De

Stuers bracht Thijm de cijns van hoogachting omdat hij de eerste iconograaf was in

Nederland die zijn beeldtaal niet op geijkte traditionele associaties, maar op

wetenschappelijk onderzoek had gebaseerd. Dat was wat de Stuers zelf ook

ambieerde en waarmee hij school wilde maken. Hij wilde dan ook niets liever dan

dat de bibliotheek van Thijm met al die prachtige naslagwerken in het

Rijksmuseum bleef, maar of de Kamer het vereiste bedrag er voor wilde voteren …

Cuypers vroeg het zich af. Ook De Stuers hield een slag om de arm.

Spotprent op de opening van het Rijksmuseum 1885 met als ondertitel: “Wijding van het bisschoppelijk paleis genaamd het Rijksmuseum te Amsterdam. Op de voorgrond zitten geknield van links naar rechts Victor de Stuers, Joseph Alberdingk Thijm en Pierre Cuypers.

De kosten van het Rijksmuseum waren toch al de pan uitgerezen en de Kamer

telde nu eenmaal toonaangevende criticasters die De Stuers nauwlettend in de

gaten hielden: “Sinds Thijms benoeming tot hoogleraar aan de Amsterdamse Rijks-

Akademie en die van U tot Architect der Rijks-Museumgebouwen”, merkte De

Stuers wat gekscherend op, “Heb ik voldoende samenzweringstheorieën

meegemaakt, om er een boekwerk over te schrijven.”Al zijn pamfletten van de

afgelopen decennia zou hij daarin kunnen bundelen. 'Maar vergis U niet”, zei hij

daarna ernstig, “Het is écht zaak om de ideeën van Thijm en U te neutraliseren en

Page 10: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 10

niet als katholiek, maar als onderdeel van de vaderlandse geschiedenis te

presenteren”. Politiek dier als De Stuers was, waakte hij er dan ook voor dat hun

beeldtaal door de publieke opinie als voertaal van de kerk kon worden beschouwd,

als deel van de ultramontaanse expansie die ten koste zou gaan van echt nationale

protestantse waarden. Cuypers zuchtte weer: zoveel domheid, het was toch bijna

niet denkbaar!

De Sint-Servaaskerk in Maastricht na de restauratie van Cuypers (herkomst: http://genwiki.nl/limburg)

Maar gelukkig speelde dit probleem in het katholieke Maastricht niet. Sterker nog,

zelfs die andere twistappel die bij iedere restauratie op tafel kwam te liggen, de

strijd tussen oudheidkunde en liturgie, bleef hier weg van het toneel. En dat was

maar goed ook, want Cuypers had geen zin in een volgende bemiddelingsronde

tussen de deken en De Stuers. Het was al zwaar genoeg geweest met de

meningsverschillen over het herstel van de crypte en het portaal aan het Vrijthof.

Had De Stuers toen niet gedreigd met “het subsidie”, dan hadden waardevolle

oudheidkundige relicten moeten wijken voor de eredienst en de verschillende

devoties die de deken in de Sint-Servaaskerk had ingesteld. Niet dat Rutten

ongevoelig was voor historische argumenten, helemaal niet. Hij hoorde destijds tot

de eerste Limburgse correspondenten van het College van Rijksadviseurs voor de

Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Maar de kerk was eerst en vooral een

cultusoord en het was ondenkbaar dat dat belang moest wijken voor zoiets

profaans als oudheidkunde! En dat nog wel op last van een leek! Cuypers schudde

er van wanneer hij aan al dat “gevrijgel” terugdacht tussen de referendaris en de

monseigneur. Hij kon ook nauwkeurig voorspellen wanneer het mis ging: op het

moment dat het Limburgs plaats ruimde voor een wat plechtstatig Nederlands,

betraden de heren een formeel strijdperk dat tot eindeloze missiven leidde. Maar

dat speelde bij het Bergportaal niet. “God zij geloofd en geprezen”, mompelde hij,

“De heren zijn het eindelijk een keer eens”.

Page 11: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 11

Het pennendoosje van Cuypers, een geschenk van edelsmid A.P. Hermans uit Eindhoven (Herkomst: particuliere collectie)

Het was alsof eindelijk allerlei lijnen samenkwamen, dacht hij. Niet dat eindeloze

divergeren, maar eindelijk eens convergeren. Allemaal waren ze het er over eens

dat het hoofdthema van het Bergportaal de maagschap van Maria was, waar Sint

Servaas deel van uitmaakte. Zijn ogen dwaalden af naar zijn pennendoosje, toen

hij het vraagstuk overdacht. Ietwat verstrooid opende hij de doos en nam de ring

die er in lag in zijn hand: de lijn van de ornamenten en tekens volgde hij met zijn

vingertoppen. “De maagschap van Maria”, dacht hij, “Daar lag het allemaal in

besloten”. De heilige familie die startte met Anna en Joachim, de ouders van Maria

en waarin ook Sint Servaas als achterneef van Christus figureerde. Het verhaal

was natuurlijk al heel oud: Thijm had het weten te traceren tot de Gulden legenden

van Jacopo da Voragine, waarover hij in de Dietsche Warande een artikel had

gepubliceerd. Wat een heerlijk boek was dat, met al die zinrijke verhalen die de

heiligen iets dichter bij de gelovigen brachten. Het hele Bergportaal leek daar wel

een grote illustratie van. Het prachtige sterfbed van Maria in het centrale timpaan,

maar ook haar verwanten die de oostelijke kant van het portaal flankeerden. En

dan altijd weer de schakels van de Concordia veteris et novi testamenti. Cuypers

haalde de Dietsche Warande van 1866 uit de kast met het artikel van Thijm over

deze “Harmonieën van het Oude en het Nieuwe Testament”. Zijn zwager ontleende

deze aan een vroeg-zestiende-eeuwse Biblia Pauperum. In deze bijbel voor de

'armen van geest' werd volgens een geijkt rooster tegenover een bepaalde

geschiedenis of persoonlijkheid uit het Nieuwe een analoge gebeurtenis of figuur

uit het Oude Testament geplaatst. Het aardige van die van Maastricht was

natuurlijk dat die door de aanwezigheid van Sint Servaas een afwijkende vorm had.

“Het zou Maastricht weer niet zijn”, dacht Cuypers als Remunjer een beetje zuur:

“Alles is er net wat anders”. Maar toegegeven, als nationaal gedenkteken hadden de

Sint-Servaaskerk, of alleen al het Bergportaal, hun weerga niet. De Stuers had er

niet zomaar voor geijverd dat het afgietsel van het complete beeldprogramma na de

restauratie in de westelijke binnenhof van het Rijksmuseum werd opgesteld. Daar

trok het vanaf de opening in 1885 veel bekijks.

Page 12: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 12

Het Bergportaal, opgesteld in de westelijke binnenhof van het Rijksmuseum, naar een foto uit het plaatwerk dat Cuypers en de Stuers in 1898 uitgaven.

Page 13: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 13

Het was een heel werk geweest om de cyclus van het beeldprogramma te

ontraadselen. Het portaal had in de loop der eeuwen vreselijk geleden en het zag er

naar uit dat de Franse soldaten er kort voor 1800 exercities hadden gehouden.

Onder de gipsreparaties waren lanspunten en kogelgaten aangetroffen. Sommige

beelden waren nagenoeg geheel verdwenen en van een aantal andere was duidelijk

dat die al voor de Franse tijd van nieuwe hoofden en attributen waren voorzien.

Cuypers prees zich gelukkig dat de afgelopen decennia zoveel onderzoek naar de

kerk was verricht. Daar had je het boek van kanunnik Bock en kapelaan Willems,

Antiquités sacrées, over de schatten van Sint Servaas, die prachtige hoofdrelieken

die in 1874 voor het eerst weer in een Heiligdomsvaart waren getoond. Zijn eigen

exemplaar had hij in Amsterdam liggen, maar gelukkig was er in Roermond ook

een. “Wel vreemd”, mompelde hij, “Die opdracht die er in staat: à mon ami Wies.”

In dit boek hadden ook de andere kostbare voorwerpen uit de collectie, glanzend

van goud en schitterende edelstenen een plaats gekregen. Cuypers bezocht nog

altijd met veel voldoening de schatkamer die hij in 1873 had hersteld. De

thesaurier, kapelaan Willems had hem toen al gewezen op de maagschap van

Maria in de oudste Servaaslegende, die aanleiding had gegeven tot de fraaie

lithografie van Thijms vriend Sulpiz Boisserée met Sint Servaas en zijn ouders.

Ondertussen had De Stuers er voor gezorgd dat rijksarchivaris Joseph Habets in

de archieven en de oude prentencollecties naspeuringen had verricht. Ook daar

was veel uit naar voren gekomen. “Hoe hadden we ooit de middeleeuwse toren op

de westbouw kunnen reconstrueren, als al dat onderzoek er niet was geweest”,

vroeg Cuypers zich af.

Wat betreft het Bergportaal, had Habets ontdekt dat er onder de ogen van Christus

en Maria, van de oudtestamentische voorgangers en heiligen rechtspraak werd

gepleegd. Cuypers was er van overtuigd dat dit samenhing met de boodschap van

de beelden. Aan de oudtestamentische kant stonden immers Samuel, koning

David, Abraham & Isaac en Mozes met de stenen tafelen die allen getuigden van

Gods wetten en oordeel. Een oordeel dat niet zonder erbarmen was: totdat de

Verlosser zou zijn gekomen, rustten de zielen van de rechtvaardigen in Abrahams

schoot. Aan de andere zijde was dan ook de Verlossing weergegeven die in het

Nieuwe Testament tot perspectief was gemaakt: Maria met kind, Johannes de

Doper, Johannes de Evangelist als schrijver van de Apocalyps en Sint Servaas zelf,

wiens sleutelmacht door de kerk erkend was. Maar wat altijd weer zo prachtig was

in die middeleeuwse programma's was dat meer motieven met elkaar vervlochten

waren. Nenny vergeleek dit met het contrapunt bij Bach, dat ze de laatste tijd

bestudeerd had. Hierbij slingerden verschillende melodieën door elkaar heen,

waarbij de een het tegen de ander opnam door een tegengestelde toon vast te

houden die toch weer met het grote geheel in harmonie was. Zo ging het leidmotief

van rechtvaardigheid en verlossing een verbond aan met dat van de maagschap

van Maria en de boom van Jesse in de archivolten van het portaal, want uit het

Page 14: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 14

huis van David zou de verlosser komen. Cuypers glimlachte toen hij er aan dacht

dat hij de deken en De Stuers met deze uitleg waarlijk stil had gekregen en dat nog

wel op hetzelfde moment! De Stuers was er nog dagen mee bezig geweest, zei hij

hem later, en had besloten om een schenking te doen aan de kerk waarbij de boom

van Jesse in de muurdam van het monumentale raam van het zuidelijke transept

verwerkt zou worden. Hij wilde dat de Maastrichtenaar doordrongen zou worden

van de bijzondere iconografie van dit portaal en de kans daarop werd groter door

de boom van Jesse nog eens apart voor het voetlicht te plaatsen.

Het Bergportaal te Maastricht met de Oudtestamentisch figuren aan de linkerzijde: Samuel, Koning David, Mozes en Abraham. Rechtsboven is een deel van het timpaan te zien met het sterfbed van Maria.

Toen Cuypers het programma met Thijm besprak, wees die hem er fijntjes op dat

hij een derde verhaallijn over het hoofd had gezien. Want in het apocriefe verhaal

van de maagschap van Maria lag de oorsprong van de Onbevlekte Ontvangenis. Hij

haalde zijn aantekeningen er bij en las toen voor: “Anna en Joachim waren al vele

jaren gehuwd, maar het huwelijk was kinderloos gebleven. Dit werd gezien als

Gods gesel. Joachim leed hieronder zozeer dat hij wegvluchtte naar zijn

herdersvolk in de bergen. Maar daar kreeg hij een droom waarin God hem beval

terug te keren naar zijn vrouw. Heer, sprak Joachim, Het is mij onmogelijk terug te

Page 15: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 15

keren, want ik ben overdekt met smaad nu ik mijn lijn niet kan voortzetten. Gods

stem transformeerde tot het beeld van een jongeling met een kind op zijn arm: Zie,

sprak hij, dit is het kind dat uw vrouw zal baren en zij zal Maria heten. Ga heen

naar Jeruzalem. Joachim nu toog naar Jeruzalem, waar hij bij de gouden poort

zijn geliefde Anna ontmoette. Hij omhelsde haar en het kind sprong in haar schoot

vrij van smetten en onreinheid.” ”Tja”, zei Thijm peinzend, “De afstand tussen de

Gouden poort van Jeruzalem en het Bergportaal van Maastricht is in het licht van

de eeuwigheid nihil.”

Giotto, De ontmoeting van Joachim en Anna bij de Gouden poort te Jeruzalem (freso in de Cappella degli Scrovegni te Padua) (herkomst; http://williampcoleman.wordpress.com)

Cuypers beaamde dat. Het ontroerde hem telkens weer dat over de tijd heen zoveel

boodschappen werden afgegeven dat het nauwelijks meer te bevatten was. “En

dat”, zei Thijm geërgerd tegen Cuypers, is nu net wat niemand van ons aan wil

nemen. Weet ge nog, hoe ik het in De Heilige Linie omschreef? De vruchtbaarheid,

nee, zelfs de elasticiteit van de betekenissen komt voort uit de levensvolheid der

Kerk-zelve. Naar gelang het standpunt waarop men zich plaatst, kunnen de delen

van het kerkgebouw een afwisselende betekenis krijgen. Hebben we dat niet

geprobeerd voor onze tijd herkenbaar te maken in het programma van het

Rijksmuseum? Getracht te tonen hoe reeds de Grieken op deze wijze hun

gebouwen inrichtten en decoreerden? Hoe spijtig dat we ons doel niet hebben

mogen bereiken, omdat het debat niet onpartijdig werd gevoerd”, zuchtte Thijm,

“want ik had gehoopt aan te tonen dat die menigvuldigheid van zin géén argument

is tegen, maar juist vóór het bestaan van de symbolische intentiën in de kunst.”

Page 16: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 16

Het Bergportaal te Maastricht met de Johannes de Doper, Johannes de Evangelist en Sint Servaas aan de rechterzijde. Het laatste beeld is afkomstig uit het atelier Cuypers & Stoltzenberg en gemodelleerd naar het dertiende-eeuwse beeld in de kerk.

Hemel, wat was Cuypers blij dat het Bergportaal in Maastricht en niet in Delft of

Groningen lag. Hier kon de discussie niet bedorven worden. Hier kon zonder

voorbehoud een speurtocht door de middeleeuwse symboliek gemaakt worden en

sterker nog, door de Mariale metaforiek. Iedere keer weer dat verstoppertje spelen,

alsof een katholiek zich moest schamen voor zijn Mariaverering, hij was het beu.

Wat hem betrof zou de hele wereld weten dat hier een middeleeuws portaal was dat

aan vele thema's was gewijd, waaronder de Onbevlekte Ontvangenis van Maria.

Was niet het hoogtepunt van het portaal de kroning van Maria die haar positie als

mystieke bruid van Jezus huldigde. Spontaan hief Cuypers de eerste strofen aan

van het oeroude kerkwijdingslied:

Caelestis urbs Jerusalem,

Beata pacis visio,

Quae celsa de viventibus

Saxis ad astra tolleris,

Sponsaeque ritu cingeris

Mille angelorum millibus.

Hemelse stad Jeruzalem,

Zalig visioen van vrede,

U die zich door de levende stenen

verheft tot aan de hoogte der sterren,

En zich bij de ceremonie van de bruid

door duizend maal duizend engelen

omringt.

Page 17: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 17

“Duizend maal duizend engelen”, mompelde Cuypers, die rondom in de wanden

van het Bergportaal figureerden direct onder het gewelf met de sterrenhemel. En

hij vervolgde in crescendo:

O sorte nupta prospera,

Dotata Patris gloria,

Respersa Sponsi gratia,

Regina formosissima,

Christo jugata principi,

Caeli corusca civitas.

Uit een voorspoedig lot gehuwd,

Begunstigd door de glorie van de Vader,

En met de gratie van de Bruidegom

bestrooid, o allerschoonste Koningin,

bent U met Christus de vorst getrouwd,

De schitterende stad van de hemel.

O sorte nupta prospera,

Dotata Patris gloria,

Respersa Sponsi gratia,

Regina formosissima,

Christo jugata principi,

Caeli corusca civitas.

Uit een voorspoedig lot gehuwd,

Begunstigd door de glorie van de Vader,

En met de gratie van de Bruidegom

bestrooid, o allerschoonste Koningin,

bent U met Christus de vorst getrouwd,

De schitterende stad van de hemel.

En Maria als koningin van de hemel in het timpaan, juist zoals hij haar had

weergegeven in de schilderingen in de Munsterkerk, in het glas-in-lood van Onze

Lieve Vrouwe Genooi van Venlo, op zovele manieren. De ring in zijn hand ving het

licht op toen hij verder zong:

Hic margaritis emicant,

Patentque cunctis ostia:

Virtute namque praevia

Mortalis illuc ducitur,

Amore Christi percitus,

Quisquis tormenta sustulit.

Hier blinken de deuren van parels

en staan zij voor iedereen open,

want door de deugd vooropgegaan

wordt de sterveling hierheen gevoerd:

al wie door Christus' liefde bewogen,

de kwellingen ondergaat.

Zo was ook het Bergportaal een porta coeli, waar de gelouterde mens toegang toe

kreeg, nadat over hem geoordeeld was. Diep ontroerd zong hij de strofen die wel

speciaal voor hem geschreven leken :

Scalpri salubris ictibus,

Et tunsione plurima,

Fabri polita malleo

Hanc saxa molem construunt.

Aptisque juncta nexibus

Locantur in fastigio.

Door de krachtige slagen van de beitel

En onophoudelijk geklop

Gepolijst door de hamer van de werkman

Bouwen de (levende) stenen dit gevaarte.

En samengevoegd in hecht verband

Worden zij in het frontispies gevoegd.

Page 18: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 18

Zo had hij zijn vele kerken gebouwd, een uitverkorene Gods die de aardse

voorafspiegelingen van het hemelse Jeruzalem op het ondermaanse mocht

realiseren. Ootmoedig besloot hij :

Decus Parenti debitum

Sit in aeternum Altissimo,

Natoque Patris Unico,

Et inclyto Paraclito,

Cui laus, potestas, gloria

Sit per aeterna saecula.

Aan de Vader is de eer verschuldigd,

de Hoogste in de eeuwigheid,

En aan de Eniggeborene van de Vader,

En de befaamde Vertrooster

Aan wie roem, macht en glorie zij

Door de eeuwigdurende eeuwen heen.

Maria Paraclito, troosteres der bedrukten. Hoeveel kaarsjes waren in de loop van de

tijd niet voor haar opgestoken door gelovigen die troost zochten. Hoevelen

bezochten niet de Mariakapel in iedere kerk die hij ontwierp. Daar was de drempel

het eerst uitgesleten, ook al probeerden de heren geestelijken nog zo indringend

andere devoties onder de aandacht te brengen. Ook al haalde het Bergportaal het

niet in populariteit bij de kapel van de Sterre der Zee elders in de stad, ze was één

grote loftuiting aan het adres van Gods mystieke bruid, de Onbevlekte Ontvangenis

die de hemelse stad van God was. Wat mooier dan om op het aardse niveau deze

symboliek te vervolmaken?

De bewoners van de hemelse stagie van het Bergportaal zijn tevens ingezetenen van het Hemels Jeruzalem

Page 19: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 19

Cuypers pakte De Heilige Linie er nog eens bij om te zien hoe Thijm dat ook weer

beschreef bij zijn uitleg van de verticale stagiën der kerk: ter hoogte van het gewelf

bevindt zich de hemel waarvan de beelden der heiligen getuigen die ons in het

leven begeleiden. De laagste stagie is het niveau van de aarde, “waar de gelovigen

zich door des waerelds woelige golven trachten heen te werken.” Ja, meende

Cuypers: het niveau van de aarde, dat moest het onderwerp van de vloer van het

Bergportaal zijn, waarboven het blauwe gewelf met zijn gouden sterren verwees

naar de hemel. Zoals hij met Thijm al besproken had, moest het niet zomaar de

aarde zijn. Dat zou te simpel zijn. Hij wilde twee thema's bij elkaar laten komen:

aan de ene kant het labyrint als symbool van de zinnebeeldige pelgrimage die

iedere mens moest volvoeren wilde hij zich ontwikkelen, vervolmaken en Gods rijk

deelachtig worden. Thijm overwoog daarbij: “Wij zijn hier op aarde in bedevaart

naar het 'Heilige land': 'Wi en hebben hier geene blivende stat'; dat drukt de kerk

uit in hare kruiswegen, hare zoogenaamde doolhoven, haar choor- en processie-

transen, en wat dies meer zij. Welnu, laat ons daarbij éen vast punt in het oog

hebben: laten wij altoos naar het Oosten streven, waar de Kalvarie- en Olijfberg

staat.”

Afbeelding van ‘Ierusalem’ als centrum van de symbolische pelgrimstocht in het labyrint van het Bergportaal van de Sint Servaaskerk: Cuypers geeft de stad weer als een achthoekige ommuurde vesting, met linksboven de Calvarieberg en rechtsboven de olijfberg.

Page 20: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 20

Dit thema convergeerde prachtig met het andere beeld van de wereld: de

microkosmos die zich bevond onder de hemelkoepel van het heelal en volgens

dezelfde wetten tot stand gekomen was. En in die microkosmos bevond zich als een

micromicrokosmos het tempelgebouw, waar de hemelkoepel in het gewelf werd

nagebootst. En daarbinnen bevond zich dan de mens als pico-microkosmos. Zo

was er een schier eindeloze reeks die in een goddelijk verdwijnpunt samenvloeide,

een exercitie in hemelse recursie. Daarin lag de alfa en de omega van de

scheppingskracht van de mens, overwoog Cuypers ontroerd. Hij dacht aan de vele

publicaties waarin Thijm telkens weer had betoogd dat de mens analoog aan de

Schepper creëerde, van wie hij als onderdeel van de schepping een deel van diens

Goddelijke vermogen had ontvangen. Zoals God de wereld had geschapen met

maat, getal en gewicht, zo ontwierp de Archi-tekt, de aartskunstenaar, zijn

gebouwen op de grondslag van de volmaakte modules die universeel en eeuwig

waren: driehoek, cirkel en vierkant, gulden snede en pi.

De steden op de wereldkaart in het labyrint van het Bergportaal: links Rome en rechts Constantinopel

Hoe gechargeerd Thijms studenten het ook hadden gebracht, dit was de

bouwmeesterswijsheid. Het labyrint als metafoor van de wereld gaf bij uitstek de

gelegenheid die ideale maten toe te passen, waardoor een prachtige choreografie

ontstond die andermaal vertelde hoe de mens zijn tocht op het ondermaanse

volvoerde. Het vierkant van het labyrint ging op in het vierkant van het hemelse

Jeruzalem dat de engel in de Apocalyps beschreef. Cuypers voelde zijn hart

overvloeien hoezeer alles met alles samenhing en hoe een schier oneindigende

reeks associaties als kralen aan elkaar geregen kon worden, ieder weer fraaier dan

de vorige en steeds een lofzang op de schepping. Peinzend draaide hij de ring om

Page 21: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 21

en om tussen zijn vingers als hielp dat om zich te concentreren. Even mompelde

hij afgeleid: “Ja, maar jij hoort thuis bij die andere Maria, dat andere Hemelse

Jeruzalem, waar het aardse Jeruzalem in op gaat”, om vervolgens zijn gedachten

samen te vatten in een brief aan de Stuers.

Keulen Aken

Terwijl hij zijn handtekening plaatste, werd hij opgeschrikt door het geluid van de

noenklok in de werkplaats. Hij hoorde Louise de huisbel schellen voor het

middagmaal. Och hemel, wat had hij weinig uit zijn vingers gekregen, maar wat

waren de gedachten weer een steun geweest voor de opzet van zijn plannen. Hij

borg de ring en zijn pen op in zijn tekendoos die hij die avond weer mee zou nemen

naar Amsterdam. “Laat ik maar eens even bij Van der Schuit langs gaan”, dacht

hij: “waarschijnlijk heeft hij mijn schetsen voor de mozaïekvloer nog. Ik zal Thijm

zeggen dat hij de fragmenten maar bewaard voor de volgende klas studenten. Laat

hen er maar mee experimenteren”. Cuypers sloeg zijn map dicht en hoopte dat

Frans Stoltzenberg besognes elders had, zodat hij gezellig met Louise kon tafelen.

Hij zuchtte diep …

Bernadette van Hellenberg Hubar

Page 22: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 22

2.1 Naschrift

Dit fictieve verhaal dient gesitueerd te worden tussen 1885, de opening van het

Rijksmuseum en 1887, toen de vloer van het Bergportaal werd gelegd. Het is

gebaseerd op verschillende bronnen, waaronder de biografie van Cuypers, het

onderzoek van Res nova naar het 'Huis van Cuypers' - Rien de pareil - en de

artikelen van Jos Koldeweij c.s. naar het Bergportaal te Maastricht.

Op weg van Maastricht naar Jeruzalem: de pelgrimsroute in labyrint van het Bergportaal

Toelichting:

De analyse die Joseph Cuypers gaf van de solvabiliteit van Stoltzenberg

dateert in werkelijkheid van 1891 (biografie hoofdstuk 1, paragraaf 2 en het

onderzoek Rien de pareil, paragraaf 4.5.1).

De figuur waar De Stuers het over heeft in zijn brief, Dixon, was in

werkelijkheid de maker van de glas-in-loodramen van de Voorhal van het

Rijksmuseum. De Stuers verwoordde hiermee wel de kritiek die hij had op

de eigentijdse meesters die nu net een rolmodel vervulden voor de studenten

van de Amsterdamse Rijks-Akademie, waar Thijm doceerde.

De Sinterklaasgrap van Thijms studenten is historisch en gebaseerd op de

biografie van de hand van Gerard Brom.

Het Bergportaal is de enige grote ruimte van de Sint-Servaaskerk, waar men

de uitmonstering van Cuypers tijdens de laatste restauratie integraal heeft

gerespecteerd en in tact heeft gelaten. Hoe het er in de andere delen van de

kerk aan toe ging, leest u in het artikel van Van Leeuwen & Van Hellenberg

Hubar in De Sluitsteen van 1990.

Page 23: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 23

Over de Legenda Aurea (de Gulden legenden) bestaat een prachtige website,

De Legenda aurea op het internet.

De stamboom van de familie van Maria (= de maagschap van Maria) is onder

meer te vinden op de website over de Dominicanenkerk in het Zoute te

België.

Een fraai voorbeeld van de maagschap van Maria vormt het paneel dat

tegenwoordig in de Schatkamer van de Sint-Servaaskerk te bezichtigen is.

Hoeveel de hymne Caelestis urbs Jerusalem voor Cuypers betekende, blijkt

wel uit het geschenk van de componist Alphons Diepenbrock: in 1897

voerde Diepenbrock bij gelegenheid van Cuypers' zeventigste verjaardag de

speciaal daarvoor gecomponeerde vijfstemmige kerkhymne Caelestis urbs

Jerusalem in de Voorhal van het Rijksmuseum uit.

Het verhaal over de stagiën der kerk is gebaseerd op de Heilige Linie, waarin

Thijm de verticale indeling van het kerkschip verklaart.

Nicolaas van der Schuit was Cuypers' meest vertrouwde tekenaar. Dit blijkt

onder meer uit de hommage die hem ten deel viel in Het Werk van Dr. P.J.H.

Cuypers, 1827 1917, een gedenkboek dat Cuypers bij zijn negentigste

verjaardag door vrienden en collega's aangeboden kreeg. Hierin vertelt

Joseph Cuypers dat: “... N. van der Schuyt gedurende vele jaren met groote

vaardigheid, 's meesters schetsen op groote schaal op `t papier weet te

brengen in hoofdlijn, juist als geometrisch geraamte waarop de meester

eigenhandig de onderdeelen afteekent” (p. 25).

De artikelen van Jos Koldeweij betreffen:

o E. de Jong e.a., 'Een studie over het bergportaal en de bergpoort van

de Sint Servaaskerk te Maastricht', in: Publications S.H.A. Limbourg

113 (1977) pp. 34-192

o A.M. Koldeweij, 'Een aanwinst voor de Schatkamer van de

Servaaskerk te Maastricht. Een steendruk uit 1826, waarop Sint

Servatius met zijn ouders Memelia en Eliud staat afgebeeld', in: De

Maasgouw 99 (1980) k. 72-80;

o A.M. Koldeweij, 'Het Bergportaal en de Bergpoort van de Sint-

Servaaskerk te Maastricht', in: Bulletin KNOB 83 (1984) pp. 144-

158.

Een interessante exercitie met labyrinten is te vinden via de website van de

jonge kunstenares Kara Vogels (Deviant Art) die er voor gezorgd heeft dat dit

werk van haar studiegenoot Thomas door Res nova gehost wordt:

l4b1r1n7g4m3.

Page 24: Het labyrint

www.vanhellenberghubar.org 24

2.2 Internetadressen

Overzicht van URL’s die in een internetbrowser geplakt kunnen worden:

http://www.res-nova.nl/cuypersbiografie/paginae/fanfiction.htm

http://www.res-nova.nl/cuypersbiografie/paginae/miscellanea.htm

http://www.uni-

muenster.de/HausDerNiederlande/Philologie.plus/LegendaAurea/

http://www.dominicanenkerkzoute.be/h.anna.htm

http://web.mac.com/hortense1/iweb/Heilige%20Anna/Heilig%20Maagschap.h

tml

http://kw33un0fgr4v3s.deviantart.com/

http://www.res-nova.nl/Maze_Puzzle/Lvl1/level1.html

http://cuyperscode.nl

http://res-nova.nl

Page 25: Het labyrint

Het labyrint

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers

en opgedragen aan Wies van Leeuwen

www.cuyperscode.nl 25

Geïnteresseerd waarmee ik bezig ben? Kom dan kijken op Twitter bij https://twitter.com/Bern4dette.

Page 26: Het labyrint