Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

8
Vrijdag 19 april 2013, 20u15 Sint-Laurentiuskerk, Lokeren Zaterdag 20 april 2013, 20u Conservatorium, Gent Donderdag 25 april 2013, 20u15 Academiezaal, Sint-Truiden Zaterdag 27 april 2013, 20u CC Zwaneberg, Heist-op-den-Berg Zondag 28 april 2013, 11u Concertgebouw, Brugge ILLUMINATIONS ALEXANDER HOHENTHAL, viool LIESBETH DEVOS, sopraan 100 jaar Britten! Feestconcert met sopraan

description

Programmatoelichting bij het concert 'Illuminations' (april 2013) van Het Kamerorkest Brugge met violist Alexander Hohenthal en sopraan Liesbeth Devos. Werken van Benjamin Britten en Franz Schubert.

Transcript of Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

Page 1: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

Vrijdag 19 april 2013, 20u15 Sint-Laurentiuskerk, Lokeren

Zaterdag 20 april 2013, 20u Conservatorium, Gent

Donderdag 25 april 2013, 20u15Academiezaal, Sint-Truiden

Zaterdag 27 april 2013, 20uCC Zwaneberg, Heist-op-den-Berg

Zondag 28 april 2013, 11uConcertgebouw, Brugge

IllumInatIonsalexander HoHentHal, viool

lIesbetH devos, sopraan

100 jaar Britten!Feestconcert met sopraan

Page 2: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

Programma

Simple Symphony, opus 4Benjamin brItten (1813-1976)

Boisterous BourréePlayful PizzicatoSentimental SarabandeFrolicsome Finale

Les Illuminations; liedcyclus voor sopraan en strijkers, opus 18.Benjamin brItten (1813-1976)

Fanfare (attacca subito)Villes Phrase (attacca subito)AntiqueRoyautéMarineInterlude (attacca subito)Being BeauteousParadeDépart

Pauze

‘Der Tod und das Mädchen’, Stijkkwartet nr. 14 in re klein, D810, (arr. G. Mahler)Franz scHubert (1797-1828)

AllegroAndante con motoScherzo. Allegro molto - TrioPresto

Page 3: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

Programma

Simple Symphony, opus 4 | B. Britten

Toen Benjamin Britten (1913-1976) afstudeerde, vatte hij in een nostalgische bui het plan op om heel wat melodieën en thema’s uit zijn repertoire samen te brengen in één compositie. Het resultaat Simple Symphony, een vierdelige suite-symfonie, werd een ode aan zijn jeugd met een grote waaier aan verschillende stemmingen, melodieën en klankkleuren. Ondanks een vrij volwassen muzikale taal verliest deze muziek nooit zijn onschuldig, frivool en dansbaar karakter. Door het componeren van dit werk trachtte Britten stiekem niet helemaal toe te geven aan de serieuze muzikale taal die hij op dat ogenblik in zijn leven aan het ontwikkelen was. De ernstige, dramatische taal van zijn Te Deum (1934) staat bijvoorbeeld in schril contrast met de beweeglijke dansbewegingen uit zijn Simple Symphony.

Het eerste deel ‘Boisterous Bourrée’ danst van bij het begin wild in het rond. Om de eigenheid van de bourrée, een typisch Franse volksdans, te bewaren, benadrukte Britten de geaccentueerde melodische contouren en de ritmische cadensen.

Zoals de titel ‘Playful Pizzicato’ laat uitschijnen, wordt de muziek gekenmerkt door een levendig en speels karakter. Door de het klassieke scherzo te combineren met de conventies van de barokke dans creëert Britten een opgewekt, gevarieerd, dansbaar klanktapijt. Het typisch contrasterende trio staat hier bol van uitgesproken geaccentueerde pizzicati met een pedaaltoon in de bassen.

Het derde deel, dat overigens drie maal langer duurt dan de drie andere delen samen, is doordrongen van een sterke emotionaliteit. De traag voortschrijdende violen spelen een somber, geladen thema dat begeleid wordt door een bourdonbas bij de celli en contrabassen. Een tweede thema met een pizzicatobegeleiding heeft een meer dansbaar karakter en brengt een luchtige afwisseling. Toch wordt de drieledigheid van dit deel gerespecteerd doordat het eerste thema op het einde opnieuw naar de voorgrond wordt geplaatst. Deze sentimentele sarabande eindigt met een quasi etherische coda waarbij slechts enkele akkoorden worden herhaald.

In het vierde en laatste deel ‘Frolicsome Finale’ vinden we een grote variëteit aan dynamiek en texturen terug. Na de opening met een stijgende kwintenreeks brengt Britten een thema naar voren dat verwijst naar een frase bij de cello’s uit het tweede deel. Dalende chromatische lijnen presenteren vervolgens een contrasterend neventhema. Daarna worden beide thema’s onderworpen aan transformaties die eigen zijn aan een doorwerkingspassage. Om de levendige eindcoda helemaal tot zijn recht te laten komen, zorgde Britten op het einde, met behulp enkele pizzicati, voor een opvallende rustpauze waarna de muziek helemaal vervaagt.

Page 4: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

Programma

Les Illuminations | B. Britten

Arthur Rimbaud (1854-1891) was een Franse dichter die zich op drie jaar tijd (1872-1875) zou ontpoppen tot één van de belangrijkste protagonisten van het Franse modernisme in de poëzie. Toch was dit literaire wonderkind niet opgewassen tegen het ontnuchterende en noodlottige bestaan van een eenzame dichter. Zijn leven werd getekend door de vele schandalen over de tragische en bewogen vriendschap tussen hemzelf en zijn collega-dichter Paul Verlaine (1844-1896), sappige verhalen die overigens breed in de pers uitgesmeerd werden. Hoewel de titel Les Illuminations anders laat uitschijnen, focust Rimbauds dichtbundel zich op de donkere kant van het leven. Thema’s die voortdurend terugkeren zijn de theatraliteit van het leven, de chaos van hectische grootsteden en het tragische, fatalistische effect van schoonheid.

De jonge Britten voelde zich aangetrokken tot de illustere Franse ‘poète maudit’ en zette negen fragmenten uit Rimbauds Illuminations op muziek. Het resultaat is een liedbundel voor strijkers en orkest waarvoor Britten reeds een erg matuur en emotioneel geladen stijlidioom ontwikkeld had. Vooral de volwassen en intelligente behandeling van de strijkers en de doordachte sensibiliteit op vlak van tekstzetting springen in het oog. Britten bouwde zijn liedcyclus op rond de zin: “J’ai seul la clef de cette parade sauvage.” Het leven in al zijn chaos en ongeregeldheden kon pas begrepen worden wanneer je er als buitenstaander vanop een afstand naar keek. Zowel in het eerste, zesde als achtste deel komt deze zin duidelijk naar voren: eerst luid, dan stil en dan opnieuw luid. Britten koos er ook voor deze tekst niet te zingen, maar eerder te declameren.

De muzikale taal van Britten is er één met veel verschillende kleurschakeringen, een zoekend karakter en harmonische experimenten. Het nostalgische klankbeeld wordt vaak vervangen door een bijna sensuele atmosfeer waarbij de Franse teksten over melancholie en verlorenheid helemaal tot hun recht komen.

‘Der Tod und das Mädchen’, Strijkkwartet nr. 14 in re klein (arr. G. Mahler)| F. SchuBert

Franz Schubert (1797-1928), één van de grootste Romantische componisten, werd gedurende zijn leven nooit erkend als genie. Toch veroverde hij als componist van pianomuziek, kamermuziek, het lied en de symfonie langzaam maar de zeker de status van uiterst gerespecteerd en geapprecieerd monument binnen de westerse klassieke kunstmuziek.

Schubert ontwikkelde een eigen stijl met een uitgesproken lyrische taal, een eerder

Page 5: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

Programma

statische formele opbouw die verrijkt wordt met gedurfde modulaties en uiterst expressieve klankkleuren. Net zoals vele andere romantische kunstenaars behandelde ook hij met de nodige toewijding het thema van de dood in zijn muziek. Een mooi voorbeeld hiervan is het lied Der Tod und das Mädchen uit 1817 dat het verhaal vertelt van een onschuldig meisje dat meegenomen wordt door de dood. Opvallend is dat de dood hier niet zozeer geschilderd wordt als een huiveringwekkend wezen, maar eerder symbool staat voor een troostend laatste toevluchtsoord. Als een bijna liefdevol wezen sluit hij het meisje in zijn armen.

Schubert gebruikte het materiaal van de pianobegeleiding van dit lied opnieuw in het bekende tweede deel van het Strijkkwartet nr. 14 in re klein. In dit hartverscheurende ‘Andante’ bewijst hij nogmaals dat hij een perfecte symbiose wist te creëren tussen een lyrisch en dramatisch stijlidioom waarbij een lang uitgesponnen melodie telkens afwisselt met sterke dramatische passages. Vijf variaties op het sombere thema symboliseren een caleidoscoop van uiteenlopende klankkleuren en ritmische variaties.

In het eerste deel komen deze contrasterende muziekzettingen eveneens voor. De expressieve openingsmaten maken plaats voor een gevarieerde interactie tussen majeurfragmenten en dramatische interventies. In het scherzo, het derde deel van dit strijkkwartet, met zijn gesyncopeerde figuren en een opgewekte dialoog, walst de muziek zorgeloos weg. Stilte voor de storm! Om de cirkelstructuur rond te maken liet Schubert het laatste deel van zijn strijkkwartet aansluiten bij het eerste deel. Met een bezeten rondo probeerde hij via gepunteerde ritmes, bruuske imitaties, gekunstelde dialogen en contrasterende texturen te ontsnappen aan de onvermijdelijke dood. Na een ter plaatse trappelend intermezzo baant de muziek zich een weg naar een onheilspellende coda.

Gustav Mahler maakte in 1894 een bewerking van dit bekende strijkkwartet voor strijkorkest. Hoewel arrangementen of bewerkingen vaak aan intensiteit en authenticiteit moeten inboeten, is dit bij Mahler zeker en vast niet het geval.

Tekst. Jasper Gheysen

Page 6: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

les IllumInatIons - lIedtekst

Fanfare J'ai seul la clef de cette parade, de cette parade sauvage.

Villes Ce sont des villes! C'est un peuple pour qui se sont montés ces Alleghanys et ces Libans de rêve!

Ce sont des villes! Des chalets de cristal et de bois se meuvent sur des rails et des poulies invisibles. Les vieux cratères, ceints de colosses et de plamiers de cuivre rugissent mélodieusement dans les feux.

Ce sont des villes! Des cortèges de Mabs en robes rousses, opalines, montent des ravines. Là-haut, les pieds dans la cascade et les ronces, les cerfs tettent Diane. Les Bacchantes des banlieues sanglotent et la lune brûle et hurle. Vénus entre dans les cavernes des forgerons et des ermites.

Ce sont des ... Des groupes de beffrois chantent les idées des peuples. Des châteaux bâtis en os sort la musique inconnue.

Ce sont des villes! Ce sont des villes! Le paradis des orages s'effondre. Les sauvages dansent sans cesse, dansent, dansent sans cesse la Fête de la Nuit.

Ce sont des villes!

Quels bons bras, quelle belle heure me rendront cette région d'où viennent mes sommeils et mes moindres mouvements?

Phrase J'ai tendu des cordes de clocher à clocher; des guirlandes de fenêtre à fenêtre; des chaines d'or d'étoile à étoile, et je danse.

Antique Gracieux fils de Pan! Autour de ton front couronné de fleurettes et de baies, tes yeux, des boules précieuses, remuent. Tachées de lie brune, tes joues se creusent. Tes crocs luisent. Ta poitrine ressemble à une cithare, des tintements circulent dans tes bras blonds. Ton coeur bat dans ce ventre où dort le double sexe. Promène-toi, la nuit, en mouvant doucement cette cuisse, cette seconde cuisse et cette jambe de gauche.

Royauté Un beau matin, chez un peuple fort doux, un homme et une femme superbes criaient, criaient sur la place publique: "Mes amis, mes amis, je veux qu'elle soit reine, je veux qu'elle soit reine!" "Je veux être reine, être reine, être reine!" Elle riait et tremblait. Il parlait aux amis de révélation, d'épreuve terminée. Ils se pâmaient l'un contre l'autre. En effet, ils furent rois toute une matinée, où les tentures carminées se relevèrent sur les maisons, et tout l'après-midi, où ils s'avancèrent du côté des jardins de palmes.

Marine Les chars d'argent et de cuivre, Les proues d'acier et d'argent, Battent l'écume, Soulèvent les souches des ronces. Les courants de la lande, Et les ornières immenses du reflux, Filent circulair'ment vers l'est, Vers les piliers de la forêt, Vers les fûts de la jetée, Dont l'angle est heurté par des tourbillons ... tourbillons de lumière.

Interlude J'ai seul la clef de cette parade, de cette parade sauvage.

Being Beauteous Devant une neige, un Être de beauté de haute taille. Des sifflements de mort et des cercles de musique sourde font monter, s'élargir et trembler comme un spectre ce corps adoré; des blessures écarlates et noires éclatent dans les chairs superbes. Les couleurs propres de la vie se foncent, dansent et se dégagent autour de la vision, sur le chantier. Et les frissons s'élèvent et grondent, et la saveur forcenée de ces effets se chargeant avec les sifflements mortels et les rauques musiques que le monde, loin derrière nous, lance sur notre mère de beauté, elle recule, elle se dresse. Oh! nos os sont revêtus d'un nouveau corps amoureux. O la face cendrée, l'écusson de crin, les bras de cristal! le canon sur lequel je dois m'abbatre à travers la mêlée des arbres et de l'air léger!

Parade Des drôles très solides. Plusieurs ont exploité vos mondes. Sans besoins, et peu pressés de mettre en oeuvre leurs brillantes facultés et leur expérience de vos consciences. Quels hommes mûrs! Quels hommes mûrs! Des yeux hebétés à la façon de la nuit d'été, rouges et noirs, tricolorés, d'acier piqué d'étoiles d'or; des facies déformés, plombés, blêmis, incendiés; des enrouements folâtres! La démarche cruelle des oripeaux! Il y a quelques jeunes! O le plus violent Paradis de la grimace enragée! Chinois, Hottentots, Bohémiens, niais, hyènes, Molochs, vieilles démences, démons sinistres, ils mêlent les tours populaires, maternels, avec les poses et les tendresses bestiales. Ils interpréteraient des pièces nouvelles et des chansons "bonnes filles". Maîtres jongleurs, ils transforment le lieu et les personnes et usent de la comédie magnétique.

J'ai seul la clef de cette parade, de cette parade sauvage.

Départ Assez vu. La vision s'est rencontrée à tous les airs. Assez eu. Rumeurs des villes, le soir, et au soleil, et toujours. Assez connu. Les arrêts de la vie. O Rumeurs et Visions! Départ dans l'affection et le bruit neufs.

Page 7: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

lIesbetH devos & alexander HoHentHal

Als beloftevolle jonge sopraan maakte Liesbeth Devos in 2006 haar debuut in De Munt met de rol van Despina uit Mozarts Così fan Tutte. De toon was onmiddellijk gezet en een jaar later schitterde ze als Papagena in Die Zauberflöte. Devos volgde zang aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium bij Stephanie Friede. Ze studeerde af met grote onderscheiding aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth waar ze les kreeg van José Van Dam en Susanna Eken. Liesbeth Devos kan putten uit een zeer uiteenlopend repertoire. Ze werkte onder meer samen met de Academy

of Ancient Music, Les Arts Florissants en Het Collectief. Naast opera kan ook hedendaagse

muziek en Belgische kunstmuziek deze jonge zangeres bekoren. Ook als liedzangeres viel ze bij het grote publiek in de smaak. Met haar vaste partner Lucas Blondeel wist ze de Eerste Prijs op het Kurt-Leimer Wettbewerb binnen te halen.

ALexAnDer hohenthAL werd op 14 mei 1969 geboren in Oostenrijk. Deze uitzonderlijk getalenteerde violist wist verschillende prestigieuze prijzen te veroveren op nationale en internationale vioolcompetities in Tokyo, Cologne en Salzburg. Hohenthal heeft een enorme affiniteit met het solo- en kamermuziekrepertoire. Zo werkte hij onder meer samen met het Wiener Streichsextett, het Zehetmair Quartett, Lukas en Veronika Hagen, Cordelia Höfer, Paul Gulda, Howard Shelly en David Owen Norris. Als solist concerteerde hij onder leiding van Fabrice Bollon, Michael Gielen, Fabio Luisi, Giovanni Antonini, Ivor Bolton en Sir Roger Norrington. Hohenthal legde zich eveneens toe op het repertoire voor viool solo.

Page 8: Het Kamerorkest - programmatoelichting Illuminations

eerste vIoolAlexander HohenthalEddy DesnijderVania BatchvarovaAnne PasNele Cornillie

celloStefaan CraeynestJan MatthéMarijke Gonnissen

tweede vIoolTania MestdaghHans CammaertMarleen YdiersDirk GabrielsDirk Lippens

contrabas

Lisa De Boos

altvIoolKaat De CockBarbara SmetLiesbeth De LombaertLaurence Genevois

musIcI Het kamerorkest

het KAmerorKest is een strijk-orkest dat zich voornamelijk toe-spitst op het repertoire vanaf de romantiek tot en met de 21ste eeuw. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan creaties van hedendaagse componisten.Van 2007 tot 2011 was Ivan Meylemans dirigent van Het

Kamerorkest. In samenspraak met Dirk Coutigny, intendant van Het Kamerorkest én het Symfonieorkest Vlaanderen, wist Meylemans aan de hand van uitgekiende concertprogramma’s en uitstekende solisten uit binnen- en buitenland nieuwe wegen te bewandelen. Samen met stervioliste Ning Kam, tweede laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd 2001, ging Het Kamerorkest vanaf 2011-2012 een nieuwe richting uit waarbij de solist voortaan de rol van dirigent én solist op zich neemt tijdens tuttiwerken en solopassages.

Ontdek het programma seizoen 2013*2014 vanaf 29 april op www.hetkamerorkest.be!

Bezoek ons op

Facebook