HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het...

27
HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE BLANKE INTELLECT EEN ONDERZOEK NAAR RACIALE STEREOTYPERING IN DE VLAAMSE VOETBALVERSLAGGEVING Wetenschappelijk artikel Aantal woorden: 8627 Wouter Vanacker Stamnummer: 01202057 Promotor: prof. dr. Sarah Van Leuven Commissaris: dr. Sara De Vuyst Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Communicatiewetenschappen afstudeerrichting Journalistiek Academiejaar: 2017-2018

Transcript of HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het...

Page 1: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS.

HET SUPERIEURE BLANKE INTELLECT EEN ONDERZOEK NAAR RACIALE STEREOTYPERING IN DE

VLAAMSE VOETBALVERSLAGGEVING Wetenschappelijk artikel

Aantal woorden: 8627

Wouter Vanacker Stamnummer: 01202057

Promotor: prof. dr. Sarah Van Leuven

Commissaris: dr. Sara De Vuyst

Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting

Communicatiewetenschappen afstudeerrichting Journalistiek

Academiejaar: 2017-2018

Page 2: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

Het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect

Een onderzoek naar raciale stereotypering in de

Vlaamse voetbalverslaggeving

ABSTRACT This study investigates racial stereotyping in Flemish sports coverage. Previous research indicates

that there are considerable differences in the coverage of black and white athletes. A quantitative

content analysis of newspaper coverage about the Belgian national football team during the World

Cup 2014 and the European Championship 2016 was used to address the research questions and

hypotheses. Firstly, results showed a confirmation of the natural ability stereotype. This stereotype

poses white athletes as clearly disadvantaged relative to black athletes, who are seen as "natural

athletes" and having superior physiology. The media reinforce this stereotype by more highlighting

the physical qualities of black sportsmen, whereas white players are more credited for their hard work

and their intellect. Secondly, black athletes receive more criticism and less praise than white

sportsmen. Finally, black players are more stereotyped as deviant, contrary to white athletes who are

more portrayed as professional and disciplined. Furthermore, previous research mainly focused on

the black-white distinction. Because this was found insufficient in the current multicultural society, the

group of players with another ethnic background was divided into two subgroups: players with black

African roots and players with backgrounds in other parts of the world. The same hypotheses were

tested on these two subgroups. Results showed that the latter can be considered as an intermediate

category between the white and black athletes.

INLEIDING Met spelers als Romelu Lukaku, Marouane Fellaini, Moussa Dembélé en Christian Benteke is de

huidige Belgische nationale voetbalploeg niet alleen getalenteerder, maar ook gekleurder dan ooit. Een

uitzondering vormen de Rode Duivels daarbij alvast niet. Ook de nationale voetbalploeg van

Frankrijk, Engeland en Portugal - samen met België allemaal Europese landen met een traditioneel

blanke bevolking - tellen steeds meer gekleurde voetballers. Een gevolg daarvan en van de

toegenomen belangstelling voor sport in het algemeen, is dat die sporters met een andere etnische

achtergrond steeds meer in de media opduiken. Hoewel ze vaak ontzettend populair zijn en doorgaans

met lovende woorden overstelpt worden, blijken ze nog af en toe het slachtoffer van racisme. Ook in

de 21ste

eeuw is de raciale problematiek dus nog steeds actueel (Coakley, 2003).

De sportwereld wordt vaak als een plaats beschouwd waar mensen hun ideeën over huidskleur en

etniciteit vormgeven of veranderen (Billings & Hundley, 2010). Daarbij speelt de sportverslaggeving

een grote rol. Die blijkt vaak doorspekt met raciale stereotypen en houdt zo mee de raciale

ongelijkheidsrelaties in stand. Het belang van sport en sportverslaggeving mogen we dan ook op geen

enkel vlak onderschatten. Wat op sportief vlak gebeurt en wat erover geschreven wordt, is vaak een

weerspiegeling van en heeft implicaties voor wat zowel op sociaal, politiek als economisch vlak

gebeurt (Billings & Hundley, 2010; Cashmore, 2005; Coakley, 2003; Farrington, Klivington, Price &

Saeed, 2012; Garland & Rowe, 2001). Een aantal auteurs beweert dat racisme en raciale stereotypering

in de sportverslaggeving zouden afgenomen zijn, vooral door de sterk toegenomen aanwezigheid van

Page 3: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

3

atleten met een andere etnische achtergrond in verschillende sportdisciplines (Back, Crabbe &

Solomos, 2001; Sabo, Jansen, Tate, Duncan & Leggett, 1996). De meeste onderzoeken dateren

inderdaad van het einde van de vorige eeuw, maar de raciale problematiek laat nog steeds zijn sporen

na in het alledaagse discours (Farrington et al., 2012, p.114). Het doel van dit onderzoek bestaat er dan

ook in om na te gaan of de vormen van raciale stereotypering waarover gesproken wordt in de

literatuur, ook vandaag nog in de Vlaamse sportverslaggeving terug te vinden zijn.

Aangezien voetbal de populairste sport is in Vlaanderen, nemen we voetbalverslaggeving onder de

loep. Er wordt een kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd op de berichtgeving over de Belgische

nationale voetbalploeg, die gezien de etnische mix van het elftal een ideale case vormt. Met de eerste

onderzoeksvraag onderzoeken we welke vormen van raciale stereotypering terug te vinden zijn in de

Vlaamse voetbalberichtgeving. Specifiek analyseren we hier de verslaggeving tijdens het

wereldkampioenschap van 2014 en het Europees kampioenschap van 2016. Uit de literatuur konden

een aantal hypothesen worden opgesteld. Ten eerste gaan we na of voetballers met een andere etnische

achtergrond negatiever in beeld worden gebracht dan hun blanke teamgenoten. Ten tweede stellen we

de vraag of gekleurde voetballers in de berichtgeving vooral geprezen worden om fysieke

eigenschappen, terwijl blanke voetballers vooral zouden uitblinken op vlak van intelligentie. Ten

derde kijken we of uit de berichtgeving blijkt dat gekleurde spelers hun sportieve succes te danken

hebben aan aangeboren eigenschappen, terwijl dat van blanke spelers vooral het resultaat is van hard

werk. Ten vierde en laatste onderzoeken we berichten over het gedrag van de gekleurde voetballers en

kijken we of hun gedrag als meer afwijkend kan worden beschouwd in vergelijking met die van de

blanke Rode Duivels, die eerder als gedisciplineerd zouden worden afgeschilderd. Met een tweede

onderzoeksvraag spelen we in op de huidige multiculturele samenleving. Omdat de bestaande,

voornamelijk Angelsaksische literatuur vooral focust op het onderscheid tussen zwarte en blanke

sporters, voegen we de categorie 'anderskleurigen' aan de bespreking toe (Corthouts & Scheerder,

2017). Specifiek gaan we na of we voor de voorgaande hypothesen ook een onderscheid kunnen

vaststellen tussen de berichtgeving over enerzijds spelers met zwart-Afrikaanse achtergrond en

anderzijds niet-blanke spelers met roots in andere werelddelen.

In wat volgt, zal eerst een overzicht worden gegeven van de inzichten uit de bestaande literatuur. In

het eerste hoofdstuk staan we stil bij het algemeen belang van beeldvorming en doen we de werking

van stereotypering uit de doeken. Vervolgens gaan we dieper in op stereotypering op basis van ras in

de sportverslaggeving. Na het overlopen van de onderzoeksvragen en hypothesen wordt de

gehanteerde methode besproken. Vervolgens komen de resultaten aan bod. In een laatste hoofdstuk

formuleren we een antwoord op de onderzoeksvragen en geven we beperkingen van het huidige

onderzoek.

Page 4: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

4

REPRESENTATIE EN STEREOTYPERING Om het belang van representatie of beeldvorming te verduidelijken, verwijzen we naar het werk van

Hall, Evans en Nixon (2013). Zij stellen dat dingen, mensen of gebeurtenissen in de wereld in zichzelf

geen vaste of ware betekenis dragen. Het is de mens die betekenisgeving mogelijk maakt. Daarvoor

gebruikt hij tekens. Een teken is bijgevolg alles wat betekenis produceert (Mortelmans, 1999, p.10).

Het kan daarbij gaan om gesproken woorden, geluiden, beelden en zelfs objecten. Mensen,

voorwerpen of gebeurtenissen krijgen vervolgens betekenis door de manier waarop we ze

representeren - door de woorden die we ervoor gebruiken, de verhalen die we erover vertellen, de

beelden die we hanteren, de emoties die we ermee associëren, de manier waarop we ze classificeren en

conceptualiseren en de waarden die we eraan hechten (Hall et al., 2013, p. 19). Dat maakt het voor de

mens mogelijk zin te geven aan de wereld en er met anderen complexe gedachten over te delen (Hall

et al., 2013).

In hun werk wijden Hall et al. (2013) een volledig hoofdstuk aan de representatie van de 'other',

waarmee personen of zaken bedoeld worden die opvallend verschillen van 'ons'. 'Otherness' of

'difference' zou essentieel zijn bij het geven van betekenis omdat betekenis pas ontstaat wanneer iets

vergeleken wordt met zijn tegengestelde. We weten bijvoorbeeld wat het betekent om Belg, man of

blank te zijn door het te contrasteren met zijn 'others': Belg is niet-Nederlands, niet-Brits, niet-

Amerikaans,..., man is niet-vrouw en blank is niet-zwart. Het gevolg is dat betekenisgeving op basis

van 'otherness' ambivalent is. Het lijkt enerzijds noodzakelijk in het produceren van betekenis, maar

kan anderzijds ook leiden tot negatieve gevoelens ten opzichte van de ander:

It can be both positive and negative. It is both necessary for the production of meaning; the

formation of language and culture, for social identities and a subjective sense of the self as a sexed

object - and at the same time, it is threatening, a site of danger, of negative feelings, of splitting,

hostility and aggression towards the 'Other' (Hall et al., 2013, p.228).

Bij de beeldvorming van de ander speelt stereotypering een belangrijke rol. Stereotypering kunnen we

definiëren als het reduceren van personen tot een aantal eenvoudige, essentiële en vaak foute of

onvolledige kenmerken die worden voorgesteld als vastgelegd door de natuur (Cashmore, 2005; Hall

et al., 2013). De mens gebruikt het om orde te scheppen in de veelheid aan informatie die hem

overspoelt en stelt hem in staat om te gaan met de complexe en chaotische wereld waarin hij zich

dagelijks begeeft. Aansluitend bepalen de belangen en oordelen van de dominante groepen in de

maatschappij de waardering van stereotypes. Leden van de dominante groepen stellen leden van niet-

dominante groepen voor als anders en maken ze zo tot buitenstaanders, wat leidt tot het in stand

houden van de sociale of symbolische orde (Spee, Lefever & Vanhoof, 1999). Hall et al. (2013, p.248)

verwoorden het als volgt:

It sets up a symbolic frontier between the 'normal' and the 'deviant', the 'normal' and the

'pathological', the 'acceptable' and the 'unacceptable', what 'belongs' and what does not or is

Page 5: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

5

'Other', between 'insiders' and 'outsiders', Us and Them. It facilitates the 'binding' or bonding

together of all of Us who are 'normal' into one 'imagined community'; and it sends into symbolic

exile all of Them - 'the Others' - who are in some way different - 'beyond the pale'.

Het beeld dat we vormen van de ander wordt daarbij vooral bepaald door de traditionele stereotypen

die bestaan over de groep waartoe hij behoort (Hall et al., 2013). Het resultaat zijn misleidende

veralgemeningen op basis van louter een aantal (vaak uiterlijke) kenmerken die de verscheidenheid

binnen die groep negeren (Lester, 1996; Wenner, 1998). Die groepen zijn veelal bepaald door

geslacht, leeftijd, sociale klasse en ook ras.

Hoewel het concept 'ras' al eeuwenlang bestudeerd wordt en vandaag nog steeds in het alledaagse

discours voorkomt, is het moeilijk er een eenduidige definitie op te plakken. Wie tot welk 'ras' behoort,

beschouwen we als genetisch vastgelegd en wordt bepaald door de machtige groepen in de

maatschappij (Coakley, 2003, p.284). Hieruit blijkt dat ras een ambigu begrip is dat we moeten

situeren binnen een bepaalde sociale en historische context. Hall (1996) noemt het daarom een floating

signifier, dat afhankelijk van de context een andere betekenis krijgt. Het trekt grenzen tussen mensen

en is gebaseerd op het geloof dat de verschillen tussen categorieën mensen permanent en

onveranderlijk zijn (Farrington et al., 2012). Racisme vervolgens is gestoeld op het ongegronde geloof

in de superioriteit van het ene ras ten opzichte van een ander ras en maakt het hiërarchisch ordenen

van categorieën mensen mogelijk (Maly, 2009, p.43). Het houdt de scheiding van groepen mensen in

en vervolgens het afwijzen van de ene groep door de andere. Dit ligt aan de basis van de aanhoudende

ongelijkheid in de samenleving en werkt polarisering in de hand (Benedict, 1983; Farrington et al.,

2012).

Bij dit alles dienen we ten slotte ook de rol van de media en journalisten te bespreken. Met

representatie en stereotypering van de ander hangt namelijk samen dat voor zaken waar we nauwelijks

of niet in contact mee komen, de media vaak als belangrijkste bron van informatie dienen. Hun rol kan

bij de beeldvorming van objecten, mensen of gebeurtenissen in de wereld dan ook niet onderschat

worden. De media bieden een beeld van de werkelijkheid, maar dat is nooit een exacte weergave van

wat er zich in de wereld afspeelt (Bennett, Kendall & McDougall, 2011). Kranten, nieuwsuitzendingen

en journalisten verkiezen bepaalde thema's, woorden en beelden boven andere en fungeren daardoor

als gatekeepers én als framers: zij bepalen welke informatie het publiek te zien krijgt én hoe dat in

beeld wordt gebracht (Entman, 2010; Krøvel & Roksvold, 2012). Wat de raciale ongelijkheidsrelaties

in de samenleving betreft, schrijven Omi en Winant (1986, p.63) dat de kracht van de media niet enkel

ligt in de capaciteit om de dominante raciale ideologie te weerspiegelen, maar ook en vooral in de

mogelijkheid om die ideologie in de eerste plaats vorm te geven. Vooral voor mensen die geen

rechtstreekse ervaring hebben met een multiculturele samenleving, dienen de media als primaire

informatiebron om na te denken over raciale relaties in de maatschappij. Zij laten hun kennis dan ook

grotendeels bepalen door die informatie (Maly, 2009). Het gevaar bestaat er ten slotte in dat wanneer

Page 6: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

6

stereotypen - al dan niet bewust - in de berichtgeving sluipen, we misleidende representaties over

leden van diverse culturele groepen bevestigd zien. Op die manier leidt, zonder adequate ervaringen of

educatieve referenties, stereotypering in de media tot de bestendiging van vooroordelen en

aanhoudende discriminatie in de samenleving (Lester, 1996).

RACIALE STEREOTYPERING IN DE SPORTVERSLAGGEVING De raciale problematiek komt ook terug in de sport en de sportjournalistiek. Gezien het toenemend

belang van sport in de samenleving bereiken de sportpagina's een steeds groter publiek, waardoor ook

de impact steeds groter wordt (Crolley & Hand, 2006; Farrington et al., 2012). Hoewel we op het vlak

van discriminatie positieve tendensen kunnen vaststellen en de raciale relaties in meerdere sporttakken

verbeterd zijn, kunnen we de sportwereld nog lang niet als een paradijs van raciale harmonie

beschouwen (Coakley, 2003, p. 284). De uitdagingen waarmee we ons vandaag geconfronteerd zien,

zijn anders dan die van twintig jaar geleden. Er stellen zich steeds nieuwe problemen, waar we telkens

andere oplossingen voor moeten zoeken. Tegen vormen van overt racism, wat neerkomt op het

openlijk uiten van racistische opmerkingen, werden de laatste decennia verschillende acties

ondernomen. Meer verdoken vormen van racisme, covert racism of onzichtbaar racisme, zijn wel nog

steeds alomtegenwoordig (De Ridder, 2009; Maly, 2009).

Stereotypering op basis van ras is een voorbeeld van dergelijk onzichtbaar racisme. Zo is sprake van

het natural ability stereotype, dat gebaseerd is op het geloof dat mensen met een zwarte huidskleur

genetisch en anatomisch meer zouden zijn aangepast aan sommige sporttakken (Billings & Hundley,

2010; Farrington et al., 2012). Het resultaat is een verschillende beeldvorming van blanke en zwarte

sporters. Volgens het natural ability stereotype zouden zwarte atleten 'geboren atleten' zijn, waardoor

ze in de berichtgeving vooral geroemd worden om aangeboren, fysieke kwaliteiten (Andrews, 1996;

Jackson, 1989; McDonald, 1996). Bijgevolg kunnen we aannemen dat zwarte sporters zich minder

moeten inzetten om sportieve successen te bereiken, terwijl blanke sporters door hun genetische

'achterstand' harder zouden moeten werken (Farrington et al., 2012; Hylton, 2009). Verder wordt

verondersteld, door vooral op hun fysieke superioriteit te focussen, dat zwarte sporters intellectueel

minderwaardig zouden zijn en een tekort aan mentale vermogens zouden hebben om belangrijke

functies uit te oefenen of centrale posities in te nemen, zowel op als naast het voetbalveld (Farrington

et al., 2012, p.19). Dat lijkt eerder weggelegd voor blanken, die in de berichtgeving vooral gelauwerd

worden voor hun vermeende intelligentie.

In navolging van het natural ability stereotype onderzochten meerdere studies verklaringen voor het

sportieve succes van zwarte sporters. Genetische aanleg, spiervezeltype, hogere

zuurstofopnamecapaciteit, andere hemoglobine- en hematocrietwaarden en lichaamsbouw werden als

mogelijke redenen gegeven, maar nooit kon een onderzoek wetenschappelijk bewijzen dat zwarte

Page 7: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

7

atleten hun successen aan een van die factoren te danken hebben (Wilber & Pitsiladis, 2012).

Economische motieven blijken de belangrijkste factor. Zo ambiëren veel sporters uit Zwart-Afrika een

sportieve carrière vanwege de gunstige financiële vooruitzichten (Wilber & Pitsiladis, 2012).

Desondanks blijft zowel bij journalisten, de fans als de sporters zelf het geloof bestaan dat zwarte

sporters aangeboren kwaliteiten zouden bezitten om te excelleren op sportief vlak. Daarbij komt nog

dat zwarte, vaak jonge mensen ook vanuit hun eigen entourage worden aangeraden te focussen op het

sportieve omdat ze daar de meeste slaagkansen zouden hebben (Hoberman, 1997, p.5). Op die manier

geraakt een groot aantal zwarte mensen ervan overtuigd dat het hun biologisch en cultureel lot zou zijn

om een succesvolle sportcarrière op te starten. Dat uit zich in het aantal sporters in bepaalde

sporttakken. Zo nemen we in sommige landen in bepaalde sporttakken een overrepresentatie waar van

het aantal sporters met een andere etnische achtergrond ten opzichte van de verdeling in de bevolking

(Corthouts & Scheerder, 2017; Lapchick, 2006).

Naast het natural ability stereotype, sluipen nog andere vormen van stereotypering in de

sportverslaggeving. Een studie van Rainville en McCormick (1977) die de verschillen tussen de

berichtgeving over blanke en zwarte basketters uit de NBA onderzocht aan de hand van covers van het

tijdschrift Sports Illustrated, toont ten eerste aan dat over blanke spelers vooral positief bericht wordt,

terwijl over zwarte sporters meer negatieve berichten verschijnen. Zo krijgen blanken meer lof en

minder kritiek. Over zwarten daarentegen verschijnen meer kritische berichten en ze krijgen doorgaans

een negatievere reputatie aangemeten. Ook Billings en Hundley (2010) onderzochten de negatieve

beeldvorming van zwarte basketters. Ze stelden vast dat die na verloop van tijd zelfs drastisch toenam.

De beeldvorming van blanke spelers was veel positiever en bleef min of meer consistent. Ten tweede

was ook de berichtgeving over het gedrag van blanke en zwarte sporters het uitgangspunt van veel

studies. Davis en Harris (1998) kwamen tot de conclusie dat gekleurde sporters meer afwijkend gedrag

vertonen. Zo worden ze in de berichtgeving vaker dan blanke sporters afgeschilderd als gewelddadig,

animal-like, kinderachtig en voorgesteld als atleten met een losbandige levensstijl (door associaties

met drugs, seks en gokverslavingen) zonder leiderscapaciteiten. Aansluitend kwam uit een studie van

Cole en Andrews (1996) naar voren dat gekleurde sporters vooral als egoïstisch en arrogant worden

beschreven, terwijl blanke sporters goede teamspelers, professioneel en gedisciplineerd zijn.

Ten slotte dient te worden opgemerkt dat we met al de boven geschetste bevindingen voorzichtig

moeten omgaan. Back et al. (2001) en Sabo et al. (1996) menen enerzijds dat de raciale problematiek

zou getemperd zijn. Ze ontkennen niet dat racisme en raciale stereotypering een impact hebben gehad

op de sport en de sportverslaggeving, maar door de toename van atleten met een andere etnische

achtergrond in een aantal sporttakken en de vele maatregelen die reeds werden genomen, lijkt een

ommekeer aan de gang. Ook constateerden Sabo et al. (1996) dat bij internationale sportevenementen

de nationaliteit van de atleten primeert op welke huidskleur iemand heeft. Anderzijds lijkt een

onderscheid tussen enkel blanke en zwarte spelers - waar de bestaande, voornamelijk Angelsaksische

Page 8: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

8

literatuur op focust - niet langer toereikend. Een differentiatie die beter geschikt lijkt, vinden we terug

bij Corthouts & Scheerder (2017). Zij deden onderzoek naar raciale verschillen in de Belgische eerste

voetbalklasse en maakten een onderscheid op basis van de door Unia vastgelegde 'raciale criteria'

nationaliteit, huidskleur en afkomst. Ze komen tot drie hoofdcategorieën met betrekking tot

huidskleur: zwart-Afrikaans, anderskleurig en blank. Zwart-Afrikaanse spelers zijn van Sub-Sahara-

Afrikaanse afkomst; anderskleurigen zijn niet-blanke spelers met roots in Noord-Afrika, Zuid-

Amerika, Azië en Oceanië; blanke spelers zijn van Europese of niet-Europese (exclusief

eerdergenoemde) afkomst. Studies naar de berichtgeving over sporters met een andere dan zwart-

Afrikaanse roots zijn vooralsnog beperkt. Onderzoek naar de berichtgeving in de huidige

multiculturele samenleving, lijkt dan ook noodzakelijk.

HYPOTHESEN Het hoofddoel van deze thesis bestaat erin na te gaan of in de Vlaamse voetbalverslaggeving ook

vandaag nog vormen van raciale stereotypering over spelers met een andere etnische achtergrond

(hierna: gekleurde spelers) aanwezig zijn. De centrale onderzoeksvraag luidt dan ook.

OV1: Welke vormen van raciale stereotypering zijn vandaag terug vinden in de Vlaamse

voetbalverslaggeving?

Om deze vraag zo exhaustief mogelijk te beantwoorden, formuleerden we op basis van het hierboven

geschetste literatuuroverzicht een aantal hypothesen. Een eerste hypothese sluit aan bij het onderzoek

van Billings en Hundley (2010) en Rainville and McCormick (1977) en peilt naar de al dan niet

negatievere berichtgeving over de prestaties van gekleurde spelers. Uit hun studies kwam naar voren

dat blanke spelers vaker positief in beeld worden gebracht en met lof overspoeld worden, terwijl

zwarte spelers meer kritiek te verwerken krijgen. Hieruit volgt de volgende hypothese.

H1: Gekleurde voetballers worden negatiever in beeld gebracht dan hun blanke teamgenoten.

Ook staan we stil bij het natural ability stereotype, dat gestoeld is op de overtuiging dat zwarte

sporters een genetisch voordeel zouden hebben tegenover blanke spelers. Uit de studie van Billings en

Hundley (2010) blijkt dat de berichtgeving vooral de fysieke kwaliteiten van zwarte NBA-spelers in

de verf zet, terwijl blanke basketters vooral geprezen worden voor hun intellectuele vermogens. Ook

in andere onderzoeken van onder meer Andrews (1996), Jackson (1989) en McDonald (1996) luidt de

conclusie dat de berichtgeving blanke atleten vooral lauwert voor hun leiderscapaciteiten, tactische

vaardigheden, strategie en intelligentie. Zwarte sporters worden daarentegen geprezen voor hun

snelheid, kracht, atletische lichaamsbouw en uithouding. Dit levert de volgende hypothese op.

H2: Gekleurde spelers worden in de berichtgeving geroemd worden om fysieke eigenschappen, terwijl

blanke spelers vooral geprezen woorden voor hun intellectuele vermogens.

Page 9: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

9

Aansluitend staan we stil bij de veronderstellingen van Farrington et al. (2012) en Hylton (2009). Als

gevolg van het natural ability stereotype gaan ze ervan uit dat de verslaggeving al het zware werk en

de vele opofferingen negeert die aan het succes van zwarte atleten vooraf gaan. Zwarte sporters

zouden zich met andere woorden minder moeten inzetten om sportieve successen te bereiken, terwijl

blanke sporters door hun genetische 'achterstand' harder zouden moeten werken. Daarom gaan we na

of we uit de formulering expliciet kunnen afleiden dat de successen van blanke spelers - veel meer dan

hun gekleurde teamgenoten, die hun successen vooral te danken zouden hebben aan aangeboren

kenmerken - het resultaat zijn van hard werk, veel training en grote opofferingen.

H3: Uit de berichtgeving blijkt dat gekleurde spelers hun sportieve succes te danken hebben aan

aangeboren eigenschappen, terwijl dat van blanke spelers vooral het resultaat is van hard werk.

Vervolgens analyseren we de berichtgeving over het gedrag van de voetballers. Zoals bij het

onderzoek van Davis en Harris (1998) en Cole en Andrews (1996) gaan we na of we dat van gekleurde

voetballers als afwijkend kunnen beschouwen ten opzichte van de meer plichtbewuste blanke spelers.

Zo zouden gekleurde sporters meer afgeschilderd worden als gewelddadig, kinderachtig, egoïstisch en

arrogant, terwijl blanke sporters goede teamspelers, professioneel en gedisciplineerd zijn.

H4: Uit de berichtgeving komt naar voren dat gekleurde spelers vaker afwijkend gedrag vertonen,

terwijl blanke spelers vaker als gedisciplineerd worden voorgesteld.

Zoals aan het slot van het literatuuroverzicht werd opgemerkt, lijkt een onderscheid tussen enkel

blanke en zwarte spelers in de huidige multiculturele samenleving niet langer geschikt. In navolging

van Corthouts & Scheerder (2017), splitsen we ook hier de categorie van spelers met een andere

etnische achtergrond in twee groepen: zwart-Afrikaanse en anderskleurige voetballers. Aangezien

hierover nog weinig onderzoek bestaat, stelden we een tweede onderzoeksvraag op. Concreet kijken

we voor de bovenvermelde hypothesen ook telkens naar het onderscheid tussen zwart-Afrikaanse en

anderskleurige spelers.

OV2: Zijn er binnen de categorie van gekleurde voetballers verschillen merkbaar in de berichtgeving

over zwart-Afrikaanse en anderskleurige voetballers?

METHODOLOGIE De methode die zich het beste leent om op al deze vragen een antwoord te formuleren, is een

inhoudsanalyse. Dat soort onderzoek is gericht op de inhoud van (nieuws)media en biedt de

mogelijkheid, ervan uitgaande dat de media een spiegel vormen van de samenleving, om na te gaan

hoe de maatschappij tegen bepaalde sociale verschijnselen of problemen aankijkt (Koetsenruijter &

Van Hout, 2014). Er bestaat zowel een kwalitatieve als kwantitatieve variant. Eerstgenoemde probeert

vooral antwoorden te formuleren op hoe-vragen door patronen bloot te leggen, mogelijke oorzaken in

Page 10: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

10

kaart te brengen of categorieën te benoemen. Bij laatstgenoemde worden aantallen of numerieke

verhoudingen van variabelen onderzocht (Koetsenruijter & Van Hout, 2014). Omdat deze studie erop

gericht is na te gaan in welke mate bepaalde kenmerken voorkomen bij welke huidskleuren, hanteren

we een kwantitatieve aanpak.

Steekproef De inhoudsanalyse werd uitgevoerd op krantenartikels (N = 687). Daarbij analyseren we de

berichtgeving over de Belgische nationale voetbalploeg. We kiezen voor voetbal omdat het met

voorsprong de populairste sport is in het land. De selectie voor de Belgische nationale ploeg valt te

verklaren door de massale belangstelling in de Vlaamse pers en de etnische mix van het elftal. Voor

elk toernooi selecteerde de bondscoach 23 spelers. Omdat de kern van het EK niet identiek was aan

die van het WK, kwamen in totaal 32 Rode Duivels in acties. Van die 32 internationals behoren 18

spelers tot de blanke en 14 tot de gekleurde groep. Die laatste kan worden opgesplitst in 8

anderskleurigen en 6 spelers met zwart-Afrikaanse roots. Daarbij nemen we de verslaggeving tijdens

het wereldkampioenschap van 2014 en het Europees kampioenschap van 2016 onder de loep. Dit

opnieuw vanwege de massale persbelangstelling en omdat het de twee meest recente toernooien zijn

met voldoende tijd tussen voorgaande studies, die vooral eind jaren 90 plaatsvonden. Bij het

analyseren onderzoeken we of er ook verschillen bestaan tussen de berichtgeving over het WK 2014

en het EK 2016. Enkel wanneer die verschillen significant zijn, zal hierover gerapporteerd worden.

Het WK van 2014 speelde zich af van 12 juni tot 13 juli en het EK van 2016 vond plaats van 10 juni

tot 10 juli. Om te garanderen dat de afbakening voldoende breed is, nemen we ook artikels van voor en

na deze periodes op in de steekproef. Als beginpunt wordt het moment gekozen waarop de bondscoach

de selectie voor het desbetreffende toernooi bekendmaakte. Aangezien dit gepaard gaat met uitvoerige

besprekingen over de kwaliteiten van de geselecteerde spelers, is het relevant ook deze berichten te

behandelen. Voor het WK was dat 13 mei 2014; voor het EK 31 mei 2016. We nemen artikels op die

verschenen tot een week na de finale: 20 juli 2014 voor het WK en 17 juli 2016 EK. Aangezien de

Belgen telkens voor de finale uitgeschakeld werden, garanderen we op die manier dat ook

nabeschouwingen en terugblikken tot het sample behoren.

Er werd besloten om artikels uit Het Nieuwsblad (HNB) en Het Laatste Nieuws (HLN) te verzamelen.

De reden voor die keuze is van tweeërlei aard. Ten eerste zijn het de twee Vlaamse kranten die het

meest aandacht aan sport besteden. Ten tweede zijn op die manier de twee belangrijkste

mediabedrijven (Het Nieuwsblad van Mediahuis en Het Laatste Nieuws van de Persgroep) van de

Vlaamse krantenmarkt vertegenwoordigd. Aangezien de sportbijdragen van kranten binnen hetzelfde

mediabedrijf gelijkaardig zijn, volstaat het deze twee kranten te analyseren. Ook hier gaan we bij de

Page 11: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

11

analyse na of er verschillen bestaan tussen de berichtgeving van beide kranten. Opnieuw zal hierover

enkel gerapporteerd worden wanneer die verschillen significant blijken.

Meetinstrument We verzamelen de artikels digitaal via de online persdatabank Gopress. Daarbij worden de namen van

de spelers als zoektermen gebruikt en ingegeven binnen de afgebakende tijdsperiode. Uit die

verzameling artikels selecteren we enkel de artikels waarin bericht wordt over de prestaties of

gedragingen van de Rode Duivels. Vervolgens nemen we het fragment tekst over waarin hierover

bericht wordt om het vervolgens te coderen. Uit de 687 artikels selecteerden we uiteindelijk 983

fragmenten.

Voor het coderen stelden we een registratieformulier en een codeboek op, die in de bijlagen terug te

vinden zijn. Bij het invullen van het registratieformulier noteren we telkens eerst het fragment tekst.

Daarna wordt de datum van het artikel vermeld waaruit het fragment komt en of het in Het

Nieuwsblad (N = 442) dan wel Het Laatste Nieuws (N = 541) verscheen. Ook duiden we de naam aan

van de speler waarop het fragment betrekking heeft, diens huidskleur (blank, anderskleurig of zwart-

Afrikaans) en of de huidskleur van de speler expliciet vermeld wordt. Het doel van dit laatste is om na

te gaan of naast de covert vormen ook overt vormen van racisme voorkomen.

Verder geven we aan uit welk type artikel het fragment stamt. We onderscheiden vijf types:

journalistieke werken (N = 640), interviews (N = 205), columns (N = 56), stukken van analisten

(N = 49) en lezersbrieven (N = 33). Journalistieke werken betreffen artikels van de sportjournalisten

van Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws. Onder columns worden stukken verstaan die geschreven

zijn door de vaste columnisten van de krant. Het betreft daarbij artikels die minder gericht zijn op de

sportieve prestaties van de Rode Duivels, maar vanuit een andere invalshoek de gebeurtenissen

belichten. Voorbeelden zijn de schrijfsels van Herman Brusselmans of de column 'KUS' van Hilde

Van Malderen en Hugo Camps. Het verschil met de stukken van analisten, die ook als vaste rubriek in

de krant verschenen, is dat analisten professionele linken hebben met het voetbal en met hun kennis

hun licht laten schijnen over de prestaties van de spelers. Onder interviews verstaan we interviews met

spelers, leden van de staf, familieleden van de spelers en/of supporters. Lezersbrieven zijn brieven die

een lezer schrijft aan de redactie van de krant om te reageren op uitspraken of berichten in die krant.

Belangrijk te vermelden is dat we voor het eigenlijke onderzoek enkel de journalistieke werken en de

stukken van analisten analyseren. Interviews, columns en lezersbrieven laten we weg wegens enerzijds

de gekleurde inhoud en anderzijds het gebrek aan expertise. Enkel wanneer we significante verschillen

waarnemen door het weglaten of toevoegen van die laatste drie types, zal hierover gerapporteerd

worden.

Page 12: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

12

Vervolgens bekijken we de inhoud van het fragment. Daarbij kunnen telkens een of meerdere van de

volgende zaken worden aangevinkt. Eerst kijken we of het bericht een positieve dan wel negatieve

connotatie heeft. Hierbij doelen we op de evaluatie van de prestaties van de speler. Negatieve

commentaren verschijnen vaak in de vorm van kritieken. Positieve opmerkingen zijn lofbetuigingen.

Ten tweede gaan we na of het bericht de fysieke dan wel intellectuele capaciteiten van de speler

behandelt. Onder fysieke kwaliteiten bedoelen we zaken als lichaamsbouw (waaronder beschrijvingen

over lengte, spiermassa vallen), atletisch vermogen en (duel- of sprong)kracht. Intellectueel vermogen

betreft zaken zoals verstand, speloverzicht, positiespel en leiderscapaciteiten. Aansluitend duiden we

aan of de besproken eigenschap expliciet als aangeboren of als het resultaat van hard werk wordt

voorgesteld. Als iets aangeboren is, worden woorden gebruikt als 'intrinsiek', 'talent', 'van nature'. Hard

werk daarentegen uit de auteur door zaken als de trainingen, opofferingen of geleverde inspanningen

te vermelden.

Als laatste bekijken we beschrijvingen over het gedrag van de speler: etaleert de speler gedisciplineerd

of afwijkend gedrag, zowel op als naast het veld? Gedisciplineerd gedrag slaat op opmerkingen

omtrent inzet, motivatie, discipline, toewijding en of de speler een teamspeler is. Met afwijkend

gedrag bedoelen we zaken als agressief, arrogant, opvallend uiterlijk (kapsel, tatoeages), egoïstisch,

onprofessioneel of buitensporig.

De betrouwbaarheid ten slotte meten we door middel van de test-hertest methode. Daarbij wordt de

betrouwbaarheid getest door met een korte tussentijd twee metingen uit te voeren (Roose &

Meuleman, 2014). Hier codeerden we een deel van de fragmenten (N = 50) opnieuw nadat de eerste

500 fragmenten gecodeerd waren. Tussen beide coderingen zaten twee weken. Vervolgens berekenden

we de intercodeurbetrouwbaarheid. De Kappa-waarden van de individuele variabelen bedroegen

telkens meer dan 0,80, waardoor we kunnen stellen dat de betrouwbaarheid van de inhoudsanalyse

voldoende hoog is. De resultaten van de test-hertest methode zijn terug te vinden in de bijlagen.

RESULTATEN Zoals boven vermeld, konden we uit de 687 artikels uiteindelijk 983 fragmenten selecteren waarin

gesproken wordt over de prestaties en/of het gedrag van één van de spelers. Nadat we de interviews,

columns en lezersbrieven uit de dataset filterden, bleven nog 689 fragmenten over. De verdeling van

blanke (N = 332; 48,2%) en gekleurde (N = 357; 51,8%) spelers is mooi in evenwicht. Ook binnen de

gekleurde spelers is de verdeling van het aantal fragmenten over anderskleurige (N= 220; 61,6%) en

zwart-Afrikaanse (N = 137; 38,4%) spelers representatief voor de verdeling binnen de selectie. De

huidskleur van gekleurde spelers wordt nergens expliciet vermeld. Enkel wanneer we de interviews,

columns en lezersbrieven bij de analyse betrekken, kunnen we hier voorbeelden van terug vinden. In

een van zijn columns schrijft Herman Brusselmans bijvoorbeeld: Benteke en Origi zijn het soort forse

Page 13: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

13

negermannen die de kracht hebben om los door een muur te lopen, maar ja, los door een muur lopen,

wat schiet je daar mede op (HLN, 24/06/2016)? Die beschrijving van Brusselmans vormt eerder een

uitzondering. De spelers met een andere etnische achtergrond worden in de andere artikels doorgaans

beschouwd als een verrijking voor ons land. Ook journalisten staan af en toe stil bij de roots van

sommige spelers. Daarbij worden spelers als Vincent Kompany, Romelu Lukaku en Divock Origi

gezien als ambassadeurs van de multiculturele samenleving: Luister naar Vincent Kompany, Romelu

Lukaku, Divock Origi en besluit dat migratie een land alleen maar succesvoller, aantrekkelijker, rijker

en zowaar ook eensgezinder maakt. Punt (HLN, 24/06/2014).

Bij de verdeling van het aantal fragmenten per toernooi is een duidelijke overrepresentatie van het WK

2014 (N = 429; 62,3%) ten opzichte van het EK 2016 (N = 260; 37,7%) merkbaar. Daarvoor kunnen

we drie redenen aanhalen. Ten eerste was het WK in 2014 het eerste grote toernooi waarvoor de Rode

Duivels zich na lange tijd wisten te kwalificeren. Ten tweede is de periode waarover artikels werden

verzameld langer bij het WK dan bij het EK. Ten derde is een wereldkampioenschap een groter

toernooi met meer internationaal prestige. Vermoedelijk resulteert dit in meer aandacht dan voor een

Europees kampioenschap. Als we kijken naar de verschillen in connotatie van de berichtgeving voor

beide toernooien, valt op dat de verslaggeving over het EK 2016 significant negatiever is dan die

tijdens het WK 2014 (X² = 4,10; p < 0,05). Dat de spelers meer kritiek kregen tijdens en na het EK

valt mogelijks te verklaren door de onverwacht vroege uitschakeling. Op het WK daarentegen haalden

de Rode Duivels na jarenlange afwezigheid op een groot toernooi onverhoopt de kwartfinales, wat

resulteerde in meer lofbetuigingen.

Focussen we vervolgens op de onderzoeksvragen, dan wil OV1 een antwoord bieden op de vraag of in

de Vlaamse voetbalverslaggeving ook vandaag nog vormen van raciale stereotypering, waarover

sprake in de literatuur, merkbaar zijn. Daarvoor stelden we vier hypotheses op. Aansluitend gaan we

voor OV2 na of we binnen de groep van spelers met een andere etnische achtergrond ook een

onderscheid vinden in de berichtgeving tussen anderskleurige en zwart-Afrikaanse voetballers. Aan de

hand van kruistabellen geven we hierna enkele beschrijvende resultaten weer. Een kruistabel is een

eenvoudige, beschrijvende analysetechniek die wordt gebruikt om het verband tussen twee

categorische variabelen te onderzoeken. Via de Pearson's Chi-kwadraattoets (en in een enkel geval de

Fisher’s Exact Test) duiden we telkens aan of de gevonden verschillen significant zijn. We gaan uit

van het 5%-significantieniveau. In wat volgt, worden de vier hypothesen apart behandeld.

Hypothese 1

Bij hypothese 1 gaan we na of er een samenhang bestaat tussen de huidskleur van de spelers en de

connotatie van het bericht. Tabel 1 toont dat er over blanke spelers meer positieve berichten

verschijnen. Het overgrote deel negatieve berichten gaat over gekleurde spelers. Tussen de aard van de

Page 14: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

14

berichtgeving en de huidskleur van de speler stellen we een significante samenhang vast (X² = 4,25;

p < 0,05). Hypothese 1 mogen we dus aanvaarden. Als we binnen de categorie van gekleurde spelers

naar het onderscheid tussen anderskleurige en zwart-Afrikaanse voetballers kijken, verschijnen er

meer negatieve berichten over laatstgenoemden. Opnieuw nemen we hier een statisch significant

verband waar (X² = 5,11; p < 0,05).

Tabel 1: connotatie berichtgeving

Berichtgeving

Huidskleur Positief Negatief Totaal

Blank 186 (78,2%) 52 (21,8%) 238

Gekleurd 139 (69,5%) 61 (30,5%) 200

Totaal 325 113 438

Anderskleurig 94 (75,2%) 31 (24,8%) 125

Zwart-Afrikaans 45 (60,0%) 30 (40,0%) 75

Totaal 139 61 200

Als we vervolgens de twee kranten onderling met elkaar vergelijken, komen we tot opmerkelijke

verschillen. De resultaten van Het Laatste Nieuws liggen voor het onderscheid in negatieve berichten

over zwart-Afrikaanse (N = 18; 45,0%) en anderskleurige (N = 22; 55,0%) in lijn met wat we

hierboven aantoonden (X² = 5,18; p < 0,05). Het onderscheid tussen gekleurde (N = 32; 32,0%) en

blanke (N = 29; 23,4%) spelers is echter niet langer significant (X² = 2,07; p > 0,05). Ook bij Het

Nieuwsblad liggen de verschillen in berichtgeving dichter bij elkaar en is niet langer sprake van een

significant verband tussen huidskleur en connotatie, zowel bij het onderscheid tussen blanke (N = 23;

20,2%) en gekleurde (N= 29; 29,0%) spelers (X² = 2,26; p > 0,05) als anderskleurige (N = 17; 26,2%)

en zwart-Afrikaanse (N = 12; 34,3%) spelers (X² = 0,73; p > 0,05).

Zoals boven vermeld, werkten we voor de analyses enkel met artikels van journalisten en analisten.

Als we ook interviews, columns en lezersbrieven bij de analyse betrekken, blijven de resultaten

dezelfde, bij zowel het onderscheid tussen blanke en gekleurde (X² = 5,59; p < 0,05) als

anderskleurige en zwart-Afrikaanse spelers (X² = 5,18; p < 0,05). Opvallend is echter dat wanneer we

de journalistieke werken en analysestukken uit de dataset filteren, de significante verbanden

verdwijnen. De connotatie van de berichtgeving verschilt dan niet langer significant per huidskleur,

zowel bij het onderscheid blank-gekleurd (X² = 1,39; p > 0,05) als bij het onderscheid anderskleurig-

zwart-Afrikaans (X² = 0,33; p > 0,05).

Page 15: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

15

Hypothese 2 Als we per huidskleur kijken naar de verschillen in de berichtgeving over intellectuele dan wel fysieke

eigenschappen, blijkt uit tabel 2 dat blanke spelers overduidelijk meer geprezen worden om hun

intellectuele vermogens en gekleurde voetballers om hun fysieke kwaliteiten (X² = 34,8; p < 0,0001).

Hypothese 2 mogen we bij deze aanvaarden. Binnen de groep gekleurde spelers zijn de verschillen

verwaarloosbaar (X² = 0,11; p > 0,05).

Tabel 2: berichtgeving over intellectuele en fysieke eigenschappen

Berichtgeving

Huidskleur Intellect Fysiek Totaal

Blank 36 (61,0%) 23 (39,0%) 59

Gekleurd 19 (16,8%) 94 (83,2%) 113

Totaal 55 117 172

Anderskleurig 12 (16,0%) 63 (84,0%) 75

Zwart-Afrikaans 7 (18,4%) 31 (81,6%) 38

Totaal 19 94 113

Als de berichtgeving de fysieke eigenschappen van een speler lauwert (N = 129)

1, worden in het

overgrote deel van de gevallen twee zaken beschreven. Ofwel wordt de lichaamsbouw (N = 78;

60,5%) van de speler vermeld, zoals in het volgende voorbeeld: De rots die er staat. Hij [Vincent

Kompany] brengt rust in de verdediging en dan heeft de rest geen probleem meer. Benen als

kabeltrossen, de torso van een gladiator en een duistere blik die elke spits op voorhand de moed in de

schoenen doet zinken (HNB, 05/07/2014). Ofwel beschrijven journalisten en analisten de kracht (N =

51; 39,5%) die de speler uitstraalt: Als je ziet hoe Fellaini invalt, dan had hij met zijn duelkracht toch

ook van het begin brokken kunnen maken (HLN, 18/06/2014). In de bijnamen die enkele Rode Duivels

krijgen, zien we dat ook hier die fysieke eigenschappen in de verf worden gezet. Zo worden Romelu

Lukaku en Marouane Fellaine meermaals Big Rom en Big Fella genoemd.

Bij de intellectuele eigenschappen (N = 58)2 vinden we meer onderverdelingen. Zo prijzen journalisten

en analisten de spelers om hun verstand (N = 22, 37,9%), hun leiderscapaciteiten (N = 16, 27,6%), hun

1 Het aantal vermeldingen van fysieke eigenschappen ligt hier hoger dan in tabel 2 (N = 117). Dit valt te

verklaren doordat in één fragment zowel de kracht als de lichaamsbouw van een of meerdere spelers geroemd

kunnen worden. 2 Hier geldt dezelfde opmerking als bij de fysieke eigenschappen. In één fragment kunnen verschillende zaken

vermeld worden, wat het onderscheid met het aantal beschrijvingen over intellectuele eigenschappen (N = 55) in

tabel 2 verklaart.

Page 16: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

16

speloverzicht (N = 9, 15,5%) en hun positiespel (N = 6, 10,3%). Over Axel Witsel en Toby

Alderweireld lezen we bijvoorbeeld: Met het kruim van de Premier League, de beste doelman ter

wereld, en met één van de meest begaafde nummers 6 [Axel Witsel] in het internationale voetbal, mag

en moet de lat omhoog (HLN, 17/06/2014); Qua IQ zit het bij Alderweireld wat dat betreft goed. Hij

anticipeert zo slim, dat hij op dit EK nog maar één keer foutief een tegenstander moest afstoppen

(HLN, 01/07/2014).

Hypothese 3

Of uit de berichtgeving blijkt of het sportieve succes van de voetballers het resultaat is van hard werk

of te danken is aan aangeboren kwaliteiten, leverde slechts een beperkt aantal resultaten op. Daarom

werken we hier met alle soorten artikels. Daarnaast voeren we door het beperkt aantal waarden

(N = 13) een Fisher's Exact Test uit. Bij het onderscheid tussen blanke en gekleurde spelers levert dat

een significant verschil op (p < 0,001). Als er in de berichtgeving al een reden wordt aangegeven voor

het sportieve succes van de spelers, dan wordt dat bij blanke spelers (N = 7) uitsluitend als het

resultaat van hard werk omschreven, bijvoorbeeld: Al in zijn jonge jaren gold Simon Mignolet als een

waar trainingsbeest. Hij is al van jongsaf aan bezig met extra spieroefeningen als pompen en sit-ups,

maakte indertijd halters van borstels (HNB, 16/06/2014). Gekleurde spelers (N = 6) hebben hun

succes te danken aan aangeboren eigenschappen, bijvoorbeeld: Het werd Kompany allemaal in de

schoot geworpen. Omdat hij zo goed was. Zijn aanbidders noemden hem telkens 'The Chosen One'

(HLN, 04/07/2014). Hypothese 3 mogen we dus aanvaarden. Vooral de volgende zin legt de

verschillen bloot tussen de blanke Thomas Vermaelen, die hard moest werken om een topspeler te

worden en de gekleurde Moussa Demebélé, die als een natuurtalent kan worden beschouwd: "Maar

doorzettingsvermogen en passie hebben Thomas[Vermaelen] zo ver gebracht. [...] Een natuurtalent

zoals Moussa Dembélé zou ik Thomas niet noemen" (HLN, 03/06/2014). Binnen de groep van

gekleurde spelers vinden we geen verschillen (p > 0,05).

Hypothese 4

Kijken we ten slotte naar het verschil in formulering over het gedrag van de spelers, toont tabel 3

opnieuw een aantal opvallende verschillen. Journalisten en analisten omschrijven blanke spelers

significant meer als gedisciplineerd, terwijl gekleurde spelers duidelijk meer afwijkend gedrag zouden

vertonen (X² = 8,33; p < 0,01). Hypothese 4 is daarmee bevestigd. Bij het onderscheid tussen zwart-

Afrikaanse en anderskleurige voetballers zijn de verschillen nog treffender. De berichtgeving over het

gedrag van de anderskleurige Rode Duivels is min of meer in evenwicht, maar die over zwart-

Afrikaanse spelers behandelt significant vaker afwijkend gedrag (X² = 8,08; p < 0,01).

Page 17: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

17

Tabel 3: berichtgeving over gedrag

Berichtgeving

Huidskleur Gedisciplineerd Afwijkend Totaal

Blank 43 (66,2%) 22 (33,8%) 65

Gekleurd 37 (42,5%) 50 (57,5%) 87

Totaal 80 72 152

Anderskleurig 33 (51,6%) 31 (48,4%) 64

Zwart-Afrikaans 4 (17,4%) 19 (82,6%) 23

Totaal 37 50 87

Als we opnieuw kijken naar de verschillen tussen de kranten, zien we een opmerkelijk onderscheid

tussen blanke en gekleurde spelers. Het gedrag van laatstgenoemden (N = 26; 55,3%) wordt ook in

Het Laatste Nieuws significant vaker als afwijkend omschreven in vergelijking met dat van de blanke

(N= 9; 25,0%) spelers (X² = 7,68; p < 0,01). Bij Het Nieuwsblad verdwijnt dat significant verband

(X² = 1,56; p > 0,05). Daar sluit het aantal omschrijvingen over het afwijkend gedrag van gekleurde

spelers (N= 24; 60%) dichter aan bij het aantal over de blanke Rode Duivels (N = 13; 44,8%).

Betrekken we ook de interviews, columns en lezersbrieven bij de analyse, dan zijn de verschillen

tussen de blanke en gekleurde spelers nog groter en is het verband nog sterker (X² = 18,14;

p < 0,0001). Het aantal vermeldingen over gedisciplineerd gedrag is dan min of meer gelijk bij blanke

(N = 61; 68,5%) en gekleurde (N = 56; 39,7%) spelers, maar over laatstgenoemden (N = 85; 60,3%) is

het aantal vermeldingen over afwijkend gedrag veel groter dan bij hun blanke teamgenoten (N = 28;

31,5%). Bij het onderscheid tussen anderskleurige en zwart-Afrikaanse spelers is niet langer sprake

van een verschil in berichtgeving over gedrag per huidskleur en bijgevolg verdwijnt het significant

verband (X² = 0,75; p > 0,05).

Wanneer een speler volgens de berichtgeving gedisciplineerd gedrag (N = 93)3 vertoont, kan dat een

aantal zaken inhouden. Zo kan de inzet (N = 37; 39,8%) van een speler benadrukt worden, zijn

leiderscapaciteiten (N = 17; 18,3%), zijn professionaliteit (N = 9; 9,7%) en of hij sociaal geëngageerd

(N = 9; 9,7%) of een teamspeler (N = 8; 8,6%) is. In volgende voorbeelden bewieroken journalisten de

inzet van Jan Vertonghen, de professionaliteit van Daniel Van Buyten en het sociaal engagement van

Vincent Kompany: Hij ging door een muur en dat is de Vertonghen die Wilmots het liefst van allemaal

ziet. De jongen die, zoals in zijn jeugdjaren, de ziel uit zijn lijf liep en voor elke bal knokte, toen bij

3 Hier geldt dezelfde opmerking als bij hypothese 2. Het aantal vermeldingen over gedisciplineerd gedrag ligt

hoger dan in tabel 3 (N = 80) omdat in één fragment verschillende zaken vermeld kunnen worden.

Page 18: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

18

nederlagen zelfs tot tranen toe (HLN, 04/07/2014); Nog nooit heeft een trainer een slecht woord

gesproken over de mentaliteit van Daniel Van Buyten. Die is impéccable, die van een topprof. En zo

gedraagt hij zich nu ook (HLN, 15/06/2014); In de vierentwintig uur die hij vrij kreeg van de Rode

Duivels, speelde Kompany het klaar om woensdagavond laat het liefdadigheidsevenement Go Crazy

For Charity te presenteren én gisterenmiddag alweer uit te pakken met een stunt ten voordele van

minderbedeelde jongeren in het Brusselse (HLN, 22/05/2014).

Bij afwijkend gedrag (N = 72) wordt de speler omschreven als ongedisciplineerd (N = 17; 23,6%),

nonchalant (N = 7; 9,7%) of arrogant (N = 5; 6,9%), bijvoorbeeld de reactie van Romelu Lukaku nadat

de trainer hem wisselde: De Chelseaspits gedroeg zich na zijn wissel tegen Rusland als een kind dat

vroegtijdig van de kermismolen geplukt werd. Een trap tegen een schoen, een provocerend

handgebaartje en een snauw richting coach (HNB, 30/06/2014). Daarnaast gaat het bij sommige Rode

Duivels ook om hun opvallend uiterlijk (N = 15; 20,8%), een agressieve reactie op het veld (N = 8;

11,1%) of buitensporig gedrag ernaast (N = 12; 16,7%). Voorbeelden van deze laatste twee zijn: U zou

het Moussa Dembélé niet nageven, maar hij kan behoorlijk gemeen uit de hoek komen op een veld. Als

u uw smartphone bij de hand heeft, moet u nu 'Dirty side: Tottenham Chelsea' googelen. Wat u dan

vindt, is een video van acht minuten - op een bombastisch muziekje - met alle overtredingen uit de

Londense kraker van afgelopen mei. Vaker wel dan niet in de hoofdrol: Dembélé. Tackelend, duwend,

trekkend (HLN, 22/06/2016); Terwijl Jordan Lukaku (24) zich gistermorgen klaarstoomde voor de

kwartfinale tegen Wales, kreeg hij op de politierechtbank van Brugge een maand rijverbod en een

boete van 2.250 euro. Hij stond terecht voor zes snelheidsovertredingen op de E40 met zijn Mercedes

ML220, telkens onderweg naar zijn club KV Oostende. Zijn 'record' was 164 in plaats van 120 per

uur. De Rode Duivel was zelf - uiteraard - niet aanwezig en stuurde ook geen advocaat (HLN,

01/07/2016).

DISCUSSIE EN CONCLUSIE Aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse onderzocht deze studie welke vormen van raciale

stereotypering terug te vinden zijn in de Vlaamse voetbalverslaggeving. Met een eerste

onderzoeksvraag stelden we op basis van de bestaande literatuur vier hypothesen op die we toetsten

aan de berichtgeving over de Belgische nationale voetbalploeg tijdens het wereldkampioenschap van

2014 en het Europees kampioenschap van 2016. Omdat de bestaande literatuur zich beperkt tot het

onderscheid tussen blanke en zwarte sporters en we dat onderscheid in de huidige multiculturele

samenleving niet langer toereikend achtten, voegden we in navolging van de recente studie van

Corthouts & Scheerder (2017) de categorie 'anderskleurigen' aan de bespreking toe. Aan deze studie

was de tweede onderzoeksvraag dan ook het meest vernieuwend, aangezien nauwelijks onderzoek

voorhanden is over de berichtgeving rond gekleurde sporters met een andere dan zwart-Afrikaanse

achtergrond.

Page 19: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

19

Wanneer we ten eerste keken naar de connotatie van de berichtgeving, blijkt dat over blanke spelers

opvallend meer positieve berichten verschijnen dan over hun gekleurde teamgenoten. Op de prestaties

van laatstgenoemden wordt duidelijk meer kritiek geuit. Deze bevindingen liggen volledig in lijn met

voorgaand onderzoek (Billings & Hundley, 2010; Rainville & McCormick, 1977). Ten tweede

stonden we stil bij het natural ability stereotype. Dat levert opnieuw een bevestiging van de literatuur

op (Andrews, 1996; Billings & Hundley 2010; Jackson, 1989; McDonald, 1996). De resultaten tonen

aan dat de berichtgeving gekleurde spelers overduidelijk significant meer prijst voor fysieke

eigenschappen. Daarbij wordt vooral gefocust op de lichaamsbouw en de kracht van de spelers.

Journalisten en analisten omschrijven blanke Rode Duivels daarentegen veel meer als intellectueel en

lauweren ze hoofdzakelijk voor hun verstand, leiderscapaciteiten, speloverzicht en positiespel.

Aansluitend stelden we de vraag of uit de berichtgeving blijkt of het sportieve succes van de

voetballers het resultaat is van hard werk of te danken is aan aangeboren kwaliteiten. De bevindingen

sluiten aan bij de studies van Farrington et al. (2012) en Hylton (2009). Zo focust de berichtgeving

over blanke spelers meer op hun harde werk en opofferingen, terwijl het talent bij gekleurde spelers

aangeboren zou zijn. Wat ten vierde het onderscheid in formulering over het gedrag van de spelers

betreft, constateren we opnieuw een aantal opvallende verschillen. Uit de verslaggeving blijkt dat

blanke spelers significant vaker gedisciplineerd gedrag vertonen, terwijl gekleurde spelers zich

doorgaans afwijkend gedragen. Opnieuw een bevestiging van voorgaand onderzoek (Cole en

Andrews, 1996; Davis & Harris, 1998).

Vervolgens namen we de verschillen in berichtgeving binnen de categorie van gekleurde voetballers

onder de loep. Voor hypothesen 1 en 4 stelden we opmerkelijke verschillen vast. Zo kwam uit de

analyse enerzijds naar voren dat over zwart-Afrikaanse voetballers meer negatieve en kritische

berichten verschijnen dan over anderskleurige spelers. Anderzijds handelt de berichtgeving over

zwarte voetballers opvallend meer over afwijkend gedrag, terwijl die over de anderskleurige spelers

vaker gedisciplineerd gedrag betreft. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat we de groep

anderskleurige voetballers als een tussencategorie tussen de zwarte en blanke kunnen beschouwen. Als

we echter naar hypothesen 2 en 3 kijken, moeten we dit nuanceren. Wat het natural ability stereotype

namelijk betreft, zijn de verschillen verwaarloosbaar. Ten opzichte van de blanke spelers is er

duidelijk een overwicht aan beschrijvingen over fysieke eigenschappen bij beide groepen, maar die

verschillen niet significant van elkaar. Gelijkaardige resultaten vonden we bij de verklaringen voor

hun sportieve successen. Zowel bij zwarte als anderskleurige spelers worden aangeboren

eigenschappen als reden gegeven. Verder onderzoek hieromtrent is dus absoluut noodzakelijk.

Deze resultaten tonen aan dat de Vlaamse sportverslaggeving nog steeds sporen van raciale

stereotypering bevat. Raciale stereotypering omschreven we als een vorm van covert of onzichtbaar

racisme (De Ridder, 2009). Overt vormen met een expliciete vermelding van de zwarte huidskleur

vonden we - op de column van Herman Brusselmans na - niet terug. Integendeel, journalisten

Page 20: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

20

bewieroken de etnische mix van de Belgische nationale voetbalploeg en beschrijven het als

uithangbord voor de huidige multiculturele samenleving. Toch sluipen raciale stereotypen in de

sportverslaggeving. Het is uiteraard overdreven te stellen dat een dergelijke stereotype

sportverslaggeving de hoofdoorzaak is van raciale ongelijkheidsrelaties in de maatschappij, maar het

laat wel zijn sporen na in de hele problematiek van raciale relaties en draagt mee bij aan het in stand

houden van de raciale status-quo (Coakley, 2003). Zo worden stereotypes als het natural ability

stereotype geprojecteerd op de gehele zwarte populatie, die zo de raciale ongelijkheidsituatie mee in

leven houden.

Daarbij komt nog dat door de lange geschiedenis van raciale segregatie en discriminatie de

levenskansen van zwarte mensen in de meeste domeinen beperkt zijn en ze gepusht worden naar

marginale of minder belangrijke gebieden van de arbeidsmarkt (Cashmore, 2005). Jonge zwarte

mannen hebben met andere woorden de keuze uit "low-wage, dead-end jobs on the one hand or big

money and respect gained from slam-dunks, end zone catches or Olympic sprint victories on the other

hand" (Coakley, 2003, p.292). De keuze lijkt snel gemaakt. Zo komen we uiteindelijk in een soort

vicieuze cirkel terecht: zolang we zwarten en blanken in de samenleving niet als gelijken behandelen,

lijkt ook aan raciale stereotypering in de sport en de sportverslaggeving niet meteen een einde te

komen. En omgekeerd: zolang het geloof in stereotypes op basis van ras, die niet stroken met de

realiteit, behouden blijft, zullen jonge zwarte mannen hun geluk blijven beproeven in een sportieve

carrière omdat ze hun kans op financiële successen daar het hoogst achten.

Ten slotte dienen we stil te staan bij een aantal beperkingen van dit onderzoek, die aanleiding geven

tot verdere studies. Zo analyseerden we in deze studie enkel de voetbalverslaggeving. Andere sporten

kwamen niet aan bod. Het kan interessant zijn om ook stil te staan bij de verslaggeving uit

bijvoorbeeld de atletiek of het basketbal, waar vorig onderzoek zich voornamelijk op toespitste.

Verder behandelde dit onderzoek met de 32 spelers uit de Belgische nationale voetbalploeg een heel

specifieke case. Het is aan te raden ook de nationale elftallen van andere landen te onderzoeken.

Aansluitend zijn het WK en EK slechts momentopnames. Dat de connotatie van de berichtgeving over

het WK verschilt van het EK, waar achteraf vooral ontgoocheling heerste door de onverwacht vroege

uitschakeling, illustreert dit. Zoals Sabo et al. (1996) voorts opmerkten, kunnen nationalistische

gevoelens de berichtgeving tijdens een internationaal toernooi beïnvloeden. Dit ontkrachtten we hier,

maar voor verder onderzoek zouden bijvoorbeeld vergelijkingen kunnen gemaakt worden met de

berichtgeving over de spelers bij hun clubs of zou de verslaggeving over spelers uit de Belgische

voetbalcompetitie gedurende een of meerdere seizoenen geanalyseerd kunnen worden.

Verder maakte deze studie gebruik van een kwantitatieve inhoudsanalyse. Op basis hiervan kunnen we

een beschrijving geven van hoe kranten berichten over blanke en gekleurde voetballers, maar de

methode stelt ons niet in staat om de achterliggende motivaties van journalisten te begrijpen.

Page 21: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

21

Bijgevolg kan het interessant zijn om deze resultaten aan te vullen met kwalitatief onderzoek, zoals

diepte-interviews met journalisten, analisten of eindredacteurs. Op die manier kunnen de resultaten

meer in perspectief worden geplaatst en achterliggende motieven worden blootgelegd. Ook dienen we

op te merken dat we enkel krantenartikels bekeken. Het kan interessant zijn de verslaggeving op

televisie erbij te betrekken en eventuele verschillen met de schriftelijke berichtgeving op te sporen.

Ook tussen de kranten vonden we af en toe verschillen. In de toekomst kan hier dieper op ingegaan

worden door ook andere, zowel binnen- als buitenlandse, kranten bij het onderzoek te betrekken.

Verder focusten we voor de eigenlijke analyses enkel op stukken van journalisten en analisten. Hier

kunnen we opmerken dat ook columns, interviews en lezersbrieven met goedkeuring van de

eindredactie in de krant werden geplaatst en dus ook tot de analyse zouden moeten behoren.

In deze studie bevestigden we hoofdzakelijk wat in voorgaand onderzoek werd aangetoond. De

veronderstelling dat raciale stereotypering zou getemperd zijn, konden we hier niet staven. Op basis

van dit onderzoek kunnen we stellen dat ook in de 21ste

eeuw nog steeds sprake is van een onderscheid

in de berichtgeving over enerzijds blanke sporters en anderzijds sporters met een andere etnische

achtergrond. Vernieuwend aan deze studie was dat we binnen die laatste groep een onderscheid

maakten tussen spelers met zwart-Afrikaanse achtergrond en voetballers met roots in andere delen van

de wereld. De groep van anderskleurige sporters kunnen we daarbij als een tussencategorie

beschouwen. Hun resultaten sloten aan bij die van de zwarte spelers, maar verschilden doorgaans

minder significant van de resultaten bij de groep blanke spelers. Verder onderzoek betreffende de

evolutie in de berichtgeving in de huidige geglobaliseerde en multiculturele samenleving blijft dan ook

absoluut noodzakelijk.

Page 22: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

22

Bibliografie Andrews, D.L. (1996). The Fact(s) of Michael Jordan's Blackness: Excavating a Floating Racial

Signifier. Sociology of Sport Journal, 13, 125-158.

Back, L., Crabbe, T. & Solomos, J.(2001). The changing face of football: racism, identity and

multiculture in the English game. Oxford: Berg.

Benedict, R. (1983). Race and Racism. Londen: Routledge en Kegan Paul.

Bennett, P., Kendall, A. & McDougall, J. (2011). After the media: culture and identity in the 21st

century. Londen: Routledge.

Billings, A. C. & Hundley, H. L. (2010). Examining identity in sports media, Los Angeles: Sage

Publications.

Cashmore, E. (2005). Making sense of sports. Londen: Routlegde.

Coakley, J. (2003). Sports in Society: Issues & Controversies. Boston: McGraw hill.

Cole, C. &Andrews, D. (1996). Look - It's NBA showtime! Visions of race in the popular imaginar.

Cultural Studies: A research Volume, 1(1), 141-181.

Corthouts, J. & Scheerder, J. (2017). Zwarte voetbalspelers tussen witte lijnen.

Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar raciale verschillen in de Belgische eerste

voetbalklasse. (Beleid & Management in Sport 33). Leuven: KU Leuven/Onderzoeksgroep

Sport- & Bewegingsbeleid.

Crolley, L. & Hand, D. (2006). Football and European identity: historical narratives through the

press. New York: Routledge.

Davis, L. & Harris, O. (1998). Race and etnicity in US sports media. In L. A. Wenner (Ed.)

Mediasport (pp.154-169). New York: Routledge.

De Ridder, K. (2009). Het nieuws als gids. De rol van journalistiek in een democratische,

interculturele samenleving. In K. De Ridder, J. Van Hove & I. Maly (Eds.). Media en racisme

(pp.31-38). Brussel: Indymedia.be.

Entman, R.M. (2010).Media framing biases and political power: Explaining slant in news of

Campaign 2008. Journalism, 11(4), 398-408.

Farrington, N., Kilvington, D., Price, J. & Saeed A. (2012). Race, racism and sports journalism:

black, white and read all over. New York: Routledge.

Garland, J. & Rowe, M. (2001). Racism and anti-racism in football. Houndmills: Palgrave.

Hall, S. (1996). Questions of Cultural Identity. Londen: Routledge.

Hall, S., Evans, J & Nixon S. (2013). Representation. Los Angeles: Milton Keynes.

Hoberman, J. (1997). Darwin's Athletes: How Sport Has Damaged. Black America and Preserved the

Myth of Race. New York: Houghton Mifflin.

Hylton, K. (2009). Race and Sport: Critical Race Theory. Abingdon: Routledge.

Jackson, D.Z. (1989). Calling the plays in black and white. Boston Globe, A30-A33.

Koestenruijter, W. & Van Hout, T. (2014). Methoden voor journalism studies. Den Haag: Boom

Lemma.

Krøvel, R. & Roksvold, T. (2012). We love to hate each other: mediated football fan culture.

Göteborg: Nordicom.

Lapchick, R.E. (2006). The 2005-06 season racial and report card: National Basketball Association.

Orlando: DeVos Sport Business Management Program.

Lester, P.M. (1996). Images that injure: pictorial stereotypes in the media. Westport: Praeger.

Maly, I. (2009). Het onzichtbare racisme. Over media, beeldvorming en racisme. In K. De Ridder, J.

Van Hove & I. Maly (Eds.). Media en racisme (pp. 41-60). Brussel: Indymedia.be.

McDonald, M.G. (1996). Michael Jordan's Family values: Marketing, meaning, and post-Reagan

America. Sociology of Sport Journal, 13, 344-365.

Page 23: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

23

Mortelmans, D. (1999). De sociale realiteit en beeldvorming. In M. Michielsens, M. Mortelmans,

S. Spee & M. Billet (Eds.). Bouw een vrouw: sociale constructie van vrouwbeelden in de

media (pp.3-24). Gent: Academia Press.

Omi, M. & Winant, H. (1986). Racial formation in the United States : from the 1960s to the 1980s.

New York: Routledge en Kegan Paul.

Rainville, R.E. & McCormick, E. (1977). Extent of covert racial prejudice in pro football announcers'

speech. Journalism Quarterly, 54, 20-26.

Roose, H. & Meuleman, B. (2014). Methodologie van de sociale wetenschappen. Een inleiding. Gent:

Academia Press

Sabo, D., Jansen, S. C., Tate, D., Duncan, M. C. & Leggett, S. (1996). Televising international sport:

Race, ethnicity, and nationalistic bias. Journal of Sport and Social Issues, 20(1), 7-21.

Spee, S., Lefever, K. & Vanhoof, S. (1999).Stereotypen en rollenpatronen. In M. Michielsens, M.

Mortelmans, S. Spee & M. Billet (Eds.). Bouw een vrouw: sociale constructie van

vrouwbeelden in de media (pp.25-34). Gent: Academia Press.

Wilber RL, Pitsiladis YP (2012) Kenyan and Ethiopian distance runners: what makes them so good?

International Journal of Sports Physiology and Performance., 7: 92-102.

Wenner, L.A.(1998). Mediasport. New York: Routledge.

Page 24: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

24

Bijlage 1: Registratieformulier

FRAGMENT:

DATUM:

KRANT:

Het Laatste Nieuws

Het Nieuwsblad

TYPE ARTIKEL:

Journalistiek werk

Analyse

Column

Interview

Lezersbrief

NAAM SPELER:

HUIDSKLEUR:

Blank

Zwart-Afrikaans

Anderskleurig

Expliciet vermeld:

Ja

Nee

CONNOTATIE:

Positief

Negatief

Niet van toepassing

Page 25: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

25

NATURAL ABILITY STEREOTYPE:

Fysieke capaciteiten

Lichaamsbouw

Uithouding

Kracht

Andere:

Intellectuele capaciteiten

Verstand

Speloverzicht

Positiespel

Leiderscapaciteiten

Andere:

Niet van toepassing

Voorgesteld als:

Aangeboren

Resultaat van hard werk

Niet van toepassing

GEDRAG:

Gedisciplineerd

Inzet

Leiderscapaciteiten

Professioneel

Sociaal geëngageerd

Andere:

Afwijkend

Ongedisciplineerd

Nonchalant

Arrogant

Opvallend uiterlijk

Agressief

Buitensporig gedrag

Andere:

Niet van toepassing

Page 26: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

26

Bijlage 2: Codeboek FRAGMENT Hier wordt het fragment neergeschreven.

DATUM Datum waarop het fragment gepubliceerd werd.

KRANT In welke krant verscheen het fragment?

TYPE ARTIKEL

Om welk type artikel gaat het? Journalistieke werken zijn artikels van sportjournalisten.

Onder columns worden stukken verstaan die geschreven zijn door de vaste columnisten

van de krant. Het betreft daarbij artikels die minder gericht zijn op de sportieve prestaties

van de Rode Duivels, maar vanuit een andere invalshoek de gebeurtenissen belichten.

Analisten hebben professionele linken hebben met het voetbal en laten met hun kennis

hun licht schijnen over de prestaties van de spelers. Interviews zijn interviews met

spelers, leden van de staf, familieleden van de spelers en/of supporters. Lezersbrieven

zijn brieven die een lezer schrijft aan de redactie van de krant om te reageren op

uitspraken of berichten in die krant.

NAAM SPELER Hier wordt de naam van de speler ingevuld waarop het fragment betrekking heeft. Indien

meer dan één speler genoemd wordt, dient voor elke speler een apart registratieformulier

te worden ingevuld.

HUIDSKLEUR Hier wordt aangegeven, in navolging van de indeling van Corthouts en Scheerder

(2017), wat de huidskleur van de speler is. Ook wordt aangeduid of de huidskleur

expliciet vermeld wordt.

CONNOTATIE

Wat is de connotatie van het bericht? Is die positief of negatief? Er wordt gedoeld op de

evaluatie van de prestatie van de speler. Negatieve commentaren verschijnen vaak in de

vorm van kritieken; positieve opmerkingen zijn vaak lofbetuigingen; 'Niet van

toepassing' wordt aangeduid wanneer louter het gedrag of de prestatie van de speler

wordt vermeld, zonder goed- of afkeuring dus.

NATURAL

ABILITY

STEREOTYPE

Hier wordt aangeduid of het fragment over fysieke dan wel intellectuele eigenschappen

van de speler bericht. Onder fysieke kwaliteiten worden zaken als, lichaamsbouw,

uithouding, atletisch vermogen, (duel- of sprong)kracht bedoeld. Intellectueel vermogen

betreft zaken zoals verstand, speloverzicht, positiespel, leiderscapaciteiten. De categorie

'niet van toepassing' wordt aangeduid wanneer over andere zaken wordt gesproken.

Vervolgens wordt aangeduid of het behandelde expliciet als aangeboren of het resultaat

van hard werk wordt voorgesteld. Als iets aangeboren is, worden woorden gebruikt als

'intrinsiek', 'talent', 'van nature',... Hard werk daarentegen wordt geuit door zaken als de

trainingen, opofferingen, geleverde inspanningen te vermelden. Wanneer dit alles niet

blijkt uit de verwoording, wordt 'niet van toepassing' aangevinkt.

GEDRAG

Hier wordt aangeduid of de speler gedisciplineerd of afwijkend gedrag vertoont.

gedisciplineerd gedrag slaat op opmerkingen omtrent inzet, discipline,

leiderscapaciteiten, professionaliteit, sociaal engagement en of de speler een teamspeler

is. Met afwijkend gedrag worden zaken bedoeld als ongedisciplineerd, nonchalant,

arrogant, opvallend uiterlijk, agressief of buitensporig gedrag. 'Niet van toepassing'

wordt aangeduid wanneer geen enkele van de vernoemde gedragingen kan worden

afgeleid uit de verwoordingen van het fragment.

Page 27: HET IMPOSANTE ZWARTE LICHAAM VS. HET SUPERIEURE … · het imposante zwarte lichaam vs. het superieure blanke intellect een onderzoek naar raciale stereotypering in de vlaamse voetbalverslaggeving

27

Bijlage 3: Resultaten test-hertest betrouwbaarheid

Variabele Kappa

Naam speler? 1,000

Huidskleur? 1,000

Expliciete vermelding huidskleur? 1,000

Krant? 1,000

Type artikel? 0,928

WK 2014 of EK 2016? 1,000

Connotatie: lof, kritiek of neutraal? 0,842

Vermelding fysieke eigenschappen? 0,864

Vermelding intellectuele eigenschappen? 0,940

Vermelding gedisciplineerd gedrag? 0,819

Vermelding afwijkend gedrag? 0,935