Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA...

32
Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2015 – 2018

Transcript of Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA...

Page 1: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2015 – 2018

Page 2: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

1. Inleiding 3

2. Resultaten 2000 - 2015 5

3. Herzien beleid aan de hand van zes punten 10

4. Bijlagen 18

BIJLAGE 1: Toetsingskader CAWA voor creatieven en broedplaatsinitiatieven 18

BIJLAGE 2: CAWA schijf en toelichting 20

BIJLAGE 3: Beroepenlijst C&O 22

BIJLAGE 4: Financieel perspectief 2015 - 2018 24

BIJLAGE 5: Rollen en posities 25

BIJLAGE 6: Drie aangenomen moties 27

ColofonTekst Bureau BroedplaatsenFotografie: Lard Buurman, Joni Spaan en Carmen DávilaVormgeving Renee Bakker maart 2016

Page 3: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

3

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Amsterdam is een van de meest aantrekkelijke en creatieve steden ter wereld. Het is een mo-numentale en mooie stad, met een gemêleerde bevolking. Amsterdam heeft een ongekend aanbod van kunst en cultuur, op wereld- en buurtniveau, voor ieder denkbaar publiek. De stad is zo compact dat alles per fiets bereikbaar is, via een goede infrastructuur en openbare ruimte. Het sterke onderwijsaanbod maakt de stad aantrekkelijk voor jong creatief talent dat toestroomt om hier te kunnen leren, werken, wonen, te leven. Er zijn veel cross-overs en verbin-dingen tussen creatieven, bedrijfsleven, publiek en subsidiefondsen, de lijnen zijn hier kort, de contacten informeel en snel gelegd. De stad staat garant voor ontmoetingen in bijvoorbeeld debatcentra, galeries, talloze evenementen, horeca of gewoon ‘in de stad’. Nieuwe, gezamen-lijk gevormde ideeën vinden via informele circuits gemakkelijk hun weg naar praktijk, publiek of klant.

Ideaal biotoopHet maakt Amsterdam tot de ideale biotoop voor creativiteit. Kunstenaars, creatieve en am-bachtelijke éénpitters en bedrijven komen naar en blijven in Amsterdam vanwege de mix van deze kwaliteiten. Zij vestigden en vestigen zich in ateliers en broedplaatsen. Creatieve bedrijven die nu met vijftig man personeel op de gracht gevestigd zijn, begonnen ooit in broedplaats het Volkskrantgebouw. Kunstenaar Folkert de Jong startte in broedplaats Bouw en ging mondi-aal. Designer Belén stichtte met enkele vrienden de broedplaats Krux en exporteert inmiddels schoenontwerpen naar Milaan.

Uniek meerjarig beleidAmsterdam is de enige stad ter wereld met een meerjarig atelier- en broedplaatsenbeleid met de bijbehorende instrumenten: het ambtelijk team Bureau Broedplaatsen (BBp) relevante expertise project- en bouwmanagement netwerken kredietborgstelling subsidiesDe gemeente levert hiermee maatwerk voor de vele en diverse initiatieven die zelfstandig als maatschappelijke onderneming op hun eigen manier een broedplaats realiseren. Het resultaat sinds 2000 is een bonte verzameling van ongeveer zestig broedplaatsen waar duizenden cre-atieven de afgelopen vijftien jaar elkaar ontmoetten, ideeën deelden, samenwerkten en weer uitvlogen naar zelfstandig kunstenaars- of ondernemerschap elders in de stad.

Aantrekkelijke vestigingsplaatsBroedplaatsen zijn verzamelgebouwen die een basis vormen voor beginnende artistieke talenten die een ruimte zoeken om zich in Amsterdam te vestigen. Zij kunnen vanuit hier hun carrières starten als ‘kunstenaars pur sang’ of creatieve ondernemers. Die nieuwe instroom van talent is essentieel voor de vitaliteit van de creatieve stad Amsterdam. De stad moet daarom uitnodigend en toegankelijk zijn en een aantrekkelijke omgeving vormen voor deze creatieve nieuwkomers.

GentrificatieHoe vinden deze creatieven, als nieuwe ruimtezoekers met een bescheiden beurs, een betaal-baar atelier? Zij merken dat veel ruimtes in Amsterdam, zowel koop als huur, boven hun budget liggen. Een vergelijkbare ontwikkeling is - al veel schrijnender - zichtbaar in steden als New York, Londen, Parijs en München. De hoogstbiedende wint. Gentrificatie, de sociale, culturele en economische opwaardering van buurten, drijft de prijzen van panden op. De dure ruimte in deze steden maakt dat creatieven noodgedwongen vertrekken.

1. Inleiding

Page 4: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

4

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Ook in Amsterdam stijgen de prijzen van het commerciële vastgoed door de populariteit van de stad. De prijsstijging door gentrificatie verloopt in Amsterdam echter meer geleidelijk. In gebieden als Oost, Nieuw-West en Noord werkt het hoge aantal sociale huurwoningen dem-pend op de stijging van de vastgoedprijzen terwijl de buurten ondertussen wel meer gemengd worden door de komst van hoger opgeleiden en tweeverdieners. De komst van broedplaatsen draagt zowel bij aan het gematigde tempo van prijsstijging als aan de revitalisering en aantrek-kelijkheid van de buurten. Enerzijds betreden creatieven met weinig geld de buurt en huren een goedkoop atelier in de broedplaats, anderzijds start vanuit de broedplaats een program-mering met exposities en eigenaardige horeca en popup stores, die door haar variëteit aan-trekkelijk is voor bestaande buurtbewoners en voor de nieuwe instroom.

SamenvattingAmsterdam staat er als creatieve stad goed voor. Om dit de komende jaren te versterken, reke-ning houdend met de gentrificatie met al zijn mitsen en maren, is het nodig om het atelier- en broedplaatsenbeleid te herzien. Dit gebeurt op basis van de ervaringen en resultaten die de afgelopen vijftien jaar zijn opgedaan.

Arnoud Noordegraaf – componist“Net als vele kunstenaars in Amsterdam geniet ik al jaren van het broedplaatsbeleid. Mijn eerste broed-plaatsatelier was op de 1800 Roeden, een prachtige locatie aan de rand van de stad, juist daar waar de weilanden beginnen. Op de Roeden zaten veel kunstenaars, ontwerpers naast architecten, techneuten en meubelmakers. Het leverde een hoop kruisbestuiving op en ook de rust die de broedplaats mij bood was essentieel voor de ontwikkeling van mijn muzikale oeuvre. Een jaar of zes geleden verhuisde ik mijn studio naar het Westerdok, een geheel nieuwe locatie waar alles nog volop in ontwikkeling was. Het brede palet aan kunstdisciplines dat daar was neergezet door Urban Resort resulteerde wederom in interessante contacten en samenwerkingen. De centrale locatie zo dicht bij het station was erg prettig omdat mijn projecten groter werden en ik meer meetings heb met artistieke teams. En toch is het een rustige plek, waar ik vele uren ach-tereen kan componeren zonder gestoord te worden.

Dit soort ruimte in de stad is normaliter onbetaalbaar, zelfs voor de meest succesvolle kunstenaars. Door het broedplaatsbeleid is er volop kunstnijverheid en interactie; broedplaatsen organiseren kunst en happenings in hun buurt en houden de boel levendig. En de kunstprofessionals blijven in de stad: ik zou zonder meer uit de stad weg trekken als ik voor mijn atelier een marktconforme huur zou moeten betalen. Overigens waren wij op het dure Westerdok jarenlang de enige betalende kantoorhuurders. Door de crisis was er geen andere markt voor de ontwikkelaars dan de broedplaatskunstenaars. Het broedplaatsbeleid houdt de stad levendig, sprankelend en jong. Het is geweldig dat het er is, en moet zeker voortbestaan.”

Page 5: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

5

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

2. Resultaten 2000 - 2015

Het broedplaatsenbeleid heeft in de periode 2000 – 2015 geleid tot ruim zestig broedplaatsen in alle delen van de stad. In totaal is een oppervlak van ongeveer 170.000 m2 beschikbaar, waar duizenden ateliers, bedrijfs-, project- en expositieruimten, winkeltjes, atelierwoningen en hore-ca zijn ondergebracht.

Om die broedplaatsen te realiseren, heeft de gemeente in de periode 2000 – 2015 ruim € 48 miljoen aan gemeentelijke subsidies ingezet. Dit is inclusief bijdragen aan bouwkosten, advies en onderzoek en ambtelijke inzet. Er is inmiddels € 40 miljoen besteed. Op dit moment (najaar 2015) is er nog ongeveer € 8 miljoen beschikbaar.

Het gemeentelijk Bureau Broedplaatsen (BBp) is vanaf 2000 het loket voor iedereen die een broedplaats willen starten. De transformatie van een gebouw vergt expertise, netwerken, management, vergunningen en financiering en BBp levert dat op maat. Bij dit proces staat BBp de initiatiefnemers terzijde aan de hand van het speciaal ontwikkelde stappenplan Loket Broedplaatsen (zie website BBp).

Het BBp werkt samen met de Commissie voor Ateliers en WoonWerkpanden Amsterdam  (CAWA). In bijlage 1 staat het toetsingskader CAWA en in bijlage 3 staan de rollen en taakverdeling waaronder die van de CAWA.

Huidige broedplaatsen

Gerealiseerde en nog bestaande broedplaatsen in Amsterdam in de periode 2000 – 2015

Huidige broedplaatsen

Page 6: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

6

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Productie (output) versus subsidie (input)Onderstaande grafiek laat de productiecijfers zien: hoeveel m2 ruimte is per jaar gerealiseerd voor CAWA-creatieven in de periode 2000 – 2014. De rode lijn geeft aan hoeveel eenmalige subsidie per vierkante meter CAWA-ruimte daarvoor nodig is geweest. Door die bijdrage ter reducering van de ‘onrendabele top’ is een lage huur voor CAWA-ateliers mogelijk geworden.

Tijdelijkheid compenserenBehalve de ontwikkeling van subsidie per m2 vvo CAWA (jaarlijkse input) en de productie (jaar-lijkse output) is ook de tijdsduur van het resultaat van groot belang. Om zoveel mogelijk kansen op de Amsterdamse vastgoedmarkt te benutten, zijn tijdelijke broedplaatsen een logisch resultaat. Veel tijdelijke broedplaatsen bestaan drie tot tien jaar. Dat leidt tot veel dynamiek in de stad. Als er geen nieuwe broedplaatsen bij komen, krimpt uiter-aard het totale oppervlak dat beschikbaar is als broedplaats, zoals te zien is in onderstaande grafiek. De constante horizontale lijn aan het einde rechts geeft het oppervlak aan van broed-plaatsen die in erfpacht zijn uitgegeven. Om het totaaloppervlak op peil te houden zijn dus steeds nieuwe broedplaatsen nodig.

Productiecijfers per jaar en cumulatief tot en met 2015 in oppervlak bvo

Productiecijfers in oppervlakte m2 en subsidie per m2 per jaar, in de periode 2000 – 2014

0,00

50,00

100,00

150,00

200,00

250,00

300,00

350,00

400,00

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

2000-2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Inve

ster

ing

/ m

2

m2

ve

rhu

urb

aar v

loe

rop

pe

rvla

k

Jaarlijkse productie ruimtes voor CAWA creatieven en de subsidie per m2

Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo)

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

180.000

m2

brut

o vl

oero

pper

vlak

Ontwikkeling totale voorraad broedplaatsruimtes

Productie per jaar (bvo m2) Productie cumulatief (bvo m2) Huidige broedplaatsruimtes (cumulatief - afname) Ontwikkeling broedplaatsruimtes bij stop productie0,00

50,00

100,00

150,00

200,00

250,00

300,00

350,00

400,00

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

2000-2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Inve

ster

ing

/ m

2

m2

ve

rhu

urb

aar v

loe

rop

pe

rvla

k

Jaarlijkse productie ruimtes voor CAWA creatieven en de subsidie per m2

Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo)

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

180.000

m2

brut

o vl

oero

pper

vlak

Ontwikkeling totale voorraad broedplaatsruimtes

Productie per jaar (bvo m2) Productie cumulatief (bvo m2) Huidige broedplaatsruimtes (cumulatief - afname) Ontwikkeling broedplaatsruimtes bij stop productie

Jaarlijkse productie ruimtes voor CAWA creatieven en de subsidie per m2

Ontwikkeling totale voorraad broedplaatsruimtes

Page 7: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

7

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Mix van functies Veel broedplaatsen kennen goedkope atelierruimten in combinatie met commerciële verhuur van bedrijfsruimten en/of horeca. Als maatschappelijke ondernemingen kunnen broedplaatsen in hun exploitatie voldoende inkomsten genereren voor de goedkope ateliers en programme-ring en zo spreiden zij hun risico’s.

Vrijwel alle broedplaatsen opereren zelfstandig als maatschappelijke ondernemingen in de vorm van stichtingen en verenigingen. Zij exploiteren, verhuren en programmeren de ruimten. De expertise die hiermee door de jaren heen is opgebouwd, zet BBp al jaren in bij de realisatie van nieuwe broedplaatsen. Ook stimuleert de gemeente de onderlinge uitwisseling van erva-ringen en kennis om het management van de broedplaatsen te versterken.

De broedplaatsen bevinden zich overal in de stad. Ze verschillen in betekenis voor de omlig-gende buurt of wijk. Veel broedplaatsen onderhouden contact met scholen in de buurt of met maatschappelijke organisaties die soms in de broedplaats gevestigd zijn. Minder zichtbaar zijn de vele professionele netwerken die in broedplaatsen via huurders ontstaan. Broedplaatsen zijn knooppunten waar mensen uit de artistieke wereld, de buurt, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en het onderwijs verbonden raken.

Doelgroep ontwikkelt zichCreatieven kiezen voor hun eerste vestiging in Amsterdam bij voorkeur voor een broedplaats. Het biedt hen een betaalbare werkplek tussen verwanten, waarin zij een start maken met hun carrière. Veel gebruikers van een broedplaats weten niet in welke richting die carrière zal gaan. Er zijn creatieven die zich kunstenaar verklaren en vooral bij hun vrije werk blijven. Soms groei-en creatieven door tot creatief ondernemer of startup. Ook een mix komt voor, of parttime vrij kunstenaarschap en parttime creatief ondernemerschap om in het levensonderhoud te voor-zien. De doelgroep is daarmee een bont gezelschap met als gemeenschappelijke deler: cre-ativiteit. In deze beleidsnotitie komt zowel het begrip ‘creatieve’ als ‘kunstenaar’ voor. Onder kunstenaar verstaan we iemand die zichzelf zo noemt en die is gericht op vrij werk.

In de onderstaande afbeelding is de ontwikkeling van de doelgroep aangeduid. Het ovaal linksonder geeft het volume aan van startende creatieven. Zij bewegen zich in overwegend artistieke richting (links omhoog) tot professioneel kunstenaar of gaan meer toegepast werken om inkomsten te genereren uit verkoop van producten of diensten (richting rechts onder). Velen kiezen de middenweg (rechtsboven) en maken vrij werk in combinatie met creatief on-dernemerschap. Het inkomen van het overgrote deel van de creatieven in de eerste jaren van hun carrière is laag en ligt op € 10.000 tot € 15.000 per jaar bruto.

Ontwikkeling van de carrière van startende creatieven

creatieven/kunstenaarvrij werk

combinatiekunstenaar/creatief ondernemer

creatief ondernemer(toegepast werk)

CAWA creatieven

Page 8: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

8

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Doorstroming binnen de ijzeren voorraad CAWA-ateliers en ateliers in de broedplaatsenHet overgrote deel van de ateliers in de broedplaatsen kent een doorstromingspercentage van 5 tot 15 procent van de huurders per jaar. Het betreft hier vooral creatieven die meer creatief ondernemerschap tonen en vervolgens verder trekken naar een meer zakelijke werklocatie. De creatieve die zich kunstenaar noemt met vrij werk is standvastiger. Dat kunstenaars langer blijven is de voornaamste oorzaak van het lage percentage doorstro-ming van 3 tot 5 procent bij CAWA-ateliers in met name de ‘ijzeren voorraad CAWA-ateliers’. Deze voorraad bestaat uit schappelijk geprijsde ateliers in eigendom van en in verhuur bij de gemeente (ongeveer 370 stuks) of corporaties (ongeveer 700 stuks). Daarnaast behoren tot de ijzeren voorraad de ongeveer 275 atelierwoningen in eigendom van en in verhuur bij corpora-ties. Deze ijzeren voorraad ateliers en atelierwoningen bestaat naast de ruim zestig broedplaat-sen met de ateliers die daar zijn gerealiseerd. Atelier(woningen) uit de ijzeren voorraad ver-huurt de eigenaar/verhuurder individueel aan de CAWA-creatieve. Bij broedplaatsen verhuurt de eigenaar aan een vereniging of stichting (de broedplaatsorganisatie) die de ruimtes in het gebouw onderverhuurt aan individuele CAWA-creatieven. De ateliers uit de ijzeren voorraad zijn vaak geclusterd in oudere ateliergebouwen. Deze ateliergebouwen liggen in de vooroor-logse wijken en zijn zeer populair.

ToestroomIeder jaar hopen nieuwe creatieven een plek te vinden in Amsterdam. Onderzoek in 2013 in opdracht van BBp en in samenwerking met OIS (Onderzoek, Informatie en Statistiek) heeft een duidelijk beeld gegeven van de toestroom van creatief geschoolden naar Amsterdam. Het gaat jaarlijks om ongeveer 1.000 tot 1.500 afgestudeerde nieuwe ruimtezoekers, die een atelier en veelal ook een betaalbare woning zoeken. Zij zoeken ateliers die ongeveer € 350 per maand kosten. Ook geven de meeste respondenten uit het onderzoek aan te kunnen volstaan met een atelier van ten minste 25 m2. Er blijven daarnaast oefenruimten voor dans, theater en muziek nodig.

SamenvattingDe afgelopen vijftien jaar is op ongeveer zestig locaties een totaaloppervlak van 170.000 m2 broedplaatsen gerealiseerd. Veel van deze broedplaatsen zijn voor een periode van drie tot twintig jaar een broedplaats. Daarna verdwijnt deze functie vaak weer. Het creëren van nieuwe broedplaatsen is noodzakelijk om het aantal vierkante meters en CAWA-ateliers tenminste op peil te houden. De doelgroep bestaat voornamelijk uit startende creatieven die uitgroeien tot kunstenaar met vrij werk of tot creatief ondernemer of een mengvorm van beide. Zij vragen relatief kleine en daarmee betaalbare werkruimten. Het aantal ruimtezoekende creatieven is en blijft hoog, zo’n 1.000 tot 1.500 per jaar.

Page 9: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

9

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Lard Buurman – fotograafSinds 2001 heb ik in diverse broedplaatsen een atelier gehad. Eerst via Ymere op de Polderweg in de oude Don Bosco School, daarna op de Krelis Louwenstraat – waar ik met een paar anderen S104 oprichtte – en nu alweer een kleine tien jaar in de Wittenplaats in Westerpark, die ik mede hielp oprichten en waar ik sinds een paar jaar bestuurslid ben.

In de Wittenplaats heb ik voor het eerst aan lange termijnplanning kunnen doen in mijn atelier. Het grote voordeel is dat investeren in de ruimte (met tijd en geld) opeens mogelijk wordt, dat je niet langer vanuit verhuisdozen een atelier hebt, maar vanuit professionele eisen je eigen ruimte kan inrichten. In mijn geval een ruimte waar ik kan printen (grote foto’s) en waar het licht is aangepast aan het werken op beeldschermen.

De Wittenplaats is een broedplaats met zestien atelierruimtes. De meeste ateliers worden gebruikt door twee of drie creatieven. In ons pand zitten naast ‘hardcore’ kunstenaars ook fotografen, ontwerpers en architecten. Met Like Minds hebben we een bekend theaterproductiebureau in huis dat zich richt op jong talent. Deze mix van disciplines maakt de Wittenplaats een veelzijdige plek waarin iedereen veel aan elkaar heeft. Zo is mijn website ontworpen door Onna Verwoerd, die boven mij zit.

De afgelopen jaren heb ik mijn project Africa Junctions - Capturing the City afgerond. Voorjaar 2014 werd het gelijk-namige boek uitgegeven bij Hatje Cantz Verlag, een gerenommeerde Duitse uitgever van kunst- en fotografieboe-ken. Sindsdien heb ik vele exposities in binnen- en buitenland in gerenommeerde musea gehad, maar nu ook in het Marinebureau dat in de oude commandantswoning op het marineterrein is gevestigd. Veel succes, maar vaak tegen kostprijs.

In de praktijk betekent succes in de kunst ook een enorme toename aan kosten. Mijn betaalbare atelier in de Wittenplaats, dat mogelijk is door het broedplaatsenbeleid, is me dan ook zeer veel waard. Het is de basis van mijn kunstenaarschap.

Page 10: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

10

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Het gemeentebestuur stelt op basis van zijn ambities in het coalitieakkoord en de analyse en resultaten die hiervoor staan beschreven een nieuw atelier- en broedplaatsenbeleid 2015 – 2018 vast. Op hoofdlijnen gaat het erom de toegankelijkheid voor nieuwe ruimtezoekende cre-atieven in stand te houden en te verbeteren en daarmee Amsterdam te versterken als aantrek-kelijke pleisterplaats voor talent en ondernemerschap.

De uitwerking verloopt via de volgende zes punten:

3. Herzien beleid aan de hand van zes punten

1 Meer ruimte voor nieuw talent door doorstroming in de ateliervoorraad te stimuleren2 Subsidie-instrument herzien om nieuwe broedplaatsen te stimuleren3 Sterker inzetten op gemeentelijk vastgoed4 Registratie, monitoring en regie realiseren over de ‘ijzeren ateliervoorraad’ 5 Atelierwoningen behouden en extra woningen realiseren6 Meer aansluiting zoeken met verwante beleidsterreinen

1. Meer ruimte voor nieuw talent door doorstroming in de ateliervoorraad te stimulerenKernpunt van het nieuwe beleid is het behouden van de toegankelijkheid van de stad voor nieuwe creatieven die werk- en/of woonruimte zoeken. Het gemeentebestuur vindt het belangrijk dat deze groep meer kans krijgt om een betaalbaar en passend CAWA-atelier in Amsterdam te vinden. Daarvoor is doorstroming noodzakelijk. Dit kan met toetsing van de al hurende creatieven gestimuleerd worden.

Basistoets en toptoetsHet gemeentebestuur gaat iedere bestaande huurder en iedere kandidaat die een CAWA-atelier wil huren, toetsen aan de hand van een ‘basistoets’ of een ‘toptoets’. De CAWA gaat de basistoets en de toptoets uitvoeren in samenwerking met de gemeente Amsterdam. De kandi-daten worden ook getoetst op inkomen. Het inkomen mag de grens om aanspraak te maken op een sociale huurwoning niet overschrijden (zie bijlage 2 en 3). De basistoets kent criteria voor soort creatief beroep, opleiding, gerealiseerd recent werk, stipendia en dergelijke. Iemand die de basistoets positief afrondt, heet ‘CAWA-creatieve’. De toptoets kent hogere vereisten zoals aanbevelingen van kunstopleidingen en instellingen, be-haalde prijzen en aantoonbare excellente prestaties die Amsterdam versterkt hebben als stad van kunst en cultuur. Iemand die de toptoets positief afrondt, heet ‘CAWA-talent’ of ‘CAWA-gerenommeerde’, ongeacht zijn of haar leeftijd. Uitgangspunt bij nieuwe verhuur van een atelier uit de ijzeren voorraad is dat de CAWA-creatieve maximaal 5 + 5 jaar dit atelier kan huren op basis van een positieve toptoets of basistoets.De CAWA zal worden verzocht om de door hen voorgestelde ‘coulanceregeling’ nader uit te werken en met voorstellen te komen om deze te implementeren in het atelier- en broedplaatsenbeleid.De CAWA wordt voorts gevraagd om te onderzoeken en te monitoren wat de maximale huur-periode van 5 + 5 jaar gaat betekenen voor kunstenaars die zich in de toekomst vestigen in Amsterdam. De CAWA krijgt nadrukkelijk de mogelijkheid om een clausule in te bouwen waarmee verlen-ging van de gestelde huurtermijn van 5 + 5 jaar mogelijk wordt.

Wanneer basistoetsDe basistoets zet het gemeentebestuur in voor kandidaten die een CAWA-atelier willen huren in een nieuw gerealiseerde broedplaats. Ook worden de komende jaren alle huurders van ateliers uit de ijzeren voorraad getoetst met de basistoets. Bij een positieve uitkomst kan de huurder als CAWA-creatieve het atelier voor een nieuwe periode van vijf jaar huren. Als een zittende huurder niet voldoet aan de basistoets, zal de verhuurder op zo kort mogelijke termijn het huurcontract beëindigen. Bij de realisatie van nieuwe broedplaatsen geldt voor geïnteresseerde CAWA-creatieven als uitgangspunt een maximale huurtermijn van vijf plus vijf jaar van CAWA-ateliers in die broed-plaatsen. Hiermee stimuleert het gemeentebestuur de doorstroming bij nieuwe broedplaatsen.

Page 11: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

11

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Wanneer toptoetsDeze toets zet het gemeentebestuur in als een CAWA-ruimte uit de ijzeren voorraad vrijkomt door huuropzegging van huurder of verhuurder. Op deze manier zullen in de ijzeren voorraad geleidelijk meer creatieven met een positieve toptoets instromen. Ingeval er geen toptoets kandidaten zijn voor een atelier uit de ijzeren voorraad, kan een kandidaat met een positieve basistoets de ruimte betrekken.

Voorraadbeheer ijzeren voorraadDe gegevens over de ateliers uit de ijzeren voorraad zijn in 2015 ondergebracht in een database die in beheer is bij BBp. Het gemeentebestuur streeft ernaar om de gegevens van alle ateliers en atelierwoningen van de gemeente en de corporaties in deze database onder te brengen. De opbouw van een volledige database, waarin alle ateliers uit de ijzeren voorraad en hun contract-kenmerken zijn opgenomen, maakt het mogelijk om deze te bestendigen als CAWA-atelier. De gemeente doet dit samen met de corporaties.

Bestaande broedplaatsenDe sinds 2000 met gemeentelijke subsidie gerealiseerde broedplaatsen hebben hun eigen aanpak van selectie, ballotage, verhuur, huurdersprofielen, huurniveaus en huurtermijnen. Deze aanpak blijft van kracht in lijn met hun eigen statuten, reglementen, onderlinge afspraken en dergelijke. Om de doorstroming van ateliers in Amsterdam (en daarmee de toegankelijkheid van de stad voor nieuw talent) te stimuleren, roept het gemeentebestuur de beheerders van broedplaatsen op om het herzien beleid met de maximale huurtermijn van vijf plus vijf jaar te volgen en ook ruimten toe te wijzen met een toptoets. Deze oproep heeft geen verplichtend karakter en appelleert aan een gezamenlijk besef van urgentie om nieuwe ruimtezoekende creatieven meer kans te geven op een plek.

Overzicht wijzigingen bij ‘Meer ruimte voor nieuw talent door doorstroming te stimuleren’

Onderwerp Oude situatie Nieuwe situatie

Huurtermijn ateliers uit de ijzeren voorraad

Merendeels onbeperkt - nu (per 10/02/2016) zittende huurders: huurtermijnen van steeds vijf jaar- nieuwe huurders: maximaal 5 + 5 jaar

Toetsing van huidige huurders in de ijzeren voorraad

Alleen bij einde huurcontract een toets op kunstenaarschap

Komende jaren alle huidige huur-ders toetsen met de basistoets

Huurtermijn ateliers in nieuwe broedplaatsen

Merendeels onbeperkt Huurtermijnen van maximaal tien jaar, verdeeld in vijf plus vijf jaar

Doorstroming ateliers in huidige broedplaatsen

Geen maatregelen of oproep Oproep om doorstroming

2. Subsidie-instrument herzien om nieuwe ateliers en broedplaatsen te stimulerenHet gemeentebestuur zet de bestaande lijn voort om jaarlijks ten minste 10.000 m2 nieuwe broed-plaatsen mede mogelijk te maken. In de broedplaatsen varieert het percentage CAWA-ateliers tus-sen de 40 tot 100 procent van het vloeroppervlak. Het zal in veel gevallen gaan om tijdelijke broed-plaatsen (drie tot tien jaar). Dit is een ervaringsgegeven van de afgelopen tien jaar. Het dure vastgoedaanbod in Amsterdam biedt beperkte mogelijkheden voor broedplaatsontwik-kelaars en –beheerders om gebouwen te kopen of voor langere tijd, laaggeprijsd, te huren. Het gemeentebestuur streeft ernaar, naast de nieuwe broedplaatsen, ook nieuwe CAWA-ateliers voor de ijzeren voorraad en broedplaatsen te realiseren, die zo lang mogelijk voor de doelgroep beschikbaar blijven.

Eenmalige subsidieHet vorige broedplaatsenbeleid kende een maximale bijdrage van € 250 subsidie per m2 bvo gereali-seerde CAWA-atelierruimte in de broedplaats, gebaseerd op een exploitatietermijn van tien jaar. Deze bijdrage werd vervolgens naar rato gekort. Een broedplaats met bijvoorbeeld een voorziene exploitatietermijn van vier jaar, kende een korting met factor 4/10. Het maximaal uit te keren subsi-diebedrag per m2 bvo CAWA-ruimte bedroeg in zo’n geval 4/10 * € 250 = € 100 per m2.

Page 12: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

12

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

In het nieuwe beleid houdt het gemeentebestuur het subsidiebedrag per m2 bvo gelijk op € 250 ongeacht de exploitatieduur. De kortingsfactor op het subsidiebedrag vervalt. Te subsidiëren projecten dienen in de regel een broedplaats op te leveren die tenminste drie jaar in exploitatie zal zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag voor de broedplaats die bijvoorbeeld vier jaar bestaat, bedraagt € 250 per m2. De berekening om tot het benodigde subsidiebedrag te komen blijft even streng als voorheen. Op basis van de exploitatie berekent BBp of een banklening aangegaan kan worden door de broedplaatsontwikkelaar. Het verschil tussen wat men kan lenen bij de bank op basis van de ex-ploitatie en wat men nodig heeft aan verbouwingsbudget, kan gesubsidieerd worden.

Er is per 2015 nog ruim € 8 miljoen beschikbaar voor het broedplaatsenbeleid. Dit is inclusief het budget dat in het coalitieakkoord genoemd staat en toegekende ISV-middelen uit het verleden. De specificatie van dit budget is in bijlage 2 opgenomen. Met dit meerjarenbudget is het haal-baar om de ambitie om tenminste 10.000 m2 broedplaatsen per jaar te realiseren.

De subsidieverstrekking naar buiten gemeentelijke partijen geschiedt volgens de Algemene Subsidieverordening Amsterdam (ASA) uit 2013. BBP en de RVE Subsidies en Inkoop Sociaal (SIS) werken aan een nieuwe subsidieregeling Broedplaatsen.

Revolving fundVeel broedplaatsen starten als tijdelijk initiatief en worden langer voortgezet dan voorzien. Een langere voortzetting van de exploitatie dan voorzien, kan leiden tot een financieel surplus in de volgende jaren. Het gemeentebestuur acht het een interessante gedachte om dergelijke surplus onder te brengen in een revolving fund waarmee nieuwe broedplaatsen gefinancierd kunnen worden. Hierover zal het college te zijner tijd nadere voorstellen doen en deze voorleggen aan de gemeenteraad.

Oppervlak bepaalt subsidiehoogteHet uit te keren subsidiebedrag per project wordt bepaald door het oppervlak voor CAWA-gebruik dat in de broedplaats wordt gerealiseerd. Dat dient ten minste 40 procent van het totale vloeroppervlak te beslaan. De andere maximaal 60 procent van het vloeroppervlak hoeft geen CAWA-atelierruimte te zijn maar dient wel integraal onderdeel te zijn van het totaalconcept van de broedplaats. Het kan gaan om horeca, bedrijfsruimten, woningen, een maatschappelijk cultu-reel programma en dergelijke.

Maximale huurprijsVoor de broedplaatsen waar het CAWA-oppervlak minimaal 40 procent is, betalen de CAWA-creatieven ieder maximaal € 300 per maand voor hun ateliers of een werkplek daarbinnen, exclu-sief water, elektra, verwarming en internet en eventuele btw. Wanneer creatieven dat wensen en een atelier groot genoeg is, kunnen creatieven een atelier met elkaar delen. De huurprijs voor de gebruikers van een gedeeld atelier dient met de verhuurder van de broedplaats in redelijk-heid vastgesteld te worden, afhankelijk van omvang en periodes van gebruik, waarbij het uit-gangspunt is dat het delen van een atelier een korting op de huurprijs per persoon oplevert.In de wijken die bij creatieven minder populair zijn of in relatief onbekende gemeentelijke ont-wikkelingsgebieden mogen initiatiefnemers of broedplaatsontwikkelaars rekening houden met lagere prijzen bij hun subsidieaanvraag (minimaal € 150 huur tot maximaal € 300 per maand voor iedere CAWA-creatieve).

Deze uitgangspunten gelden ook bij de realisatie van atelierwoningen. Voor een atelierwoning geldt de maximale sociale huurgrens exclusief water, elektra, verwarming en internet en eventu-ele btw. Jaarlijks vindt indexering van deze cijfers plaats volgens de consumentenprijsindex van de rijksoverheid.

De bovengenoemde minimale en maximale huurprijzen gelden alleen bij de toekomstige re-alisatie van nieuwe broedplaatsen. Ze gelden niet voor bestaande of nieuwe verhuringen van CAWA-ateliers uit de ijzeren voorraad die eigendom is van gemeente, corporaties, commerciële partijen of broedplaatsbeheerders.

Page 13: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

13

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Onhaalbare projecten voorkomenHet vorige beleid schreef voor dat een CAWA-atelier in een nieuwe broedplaats een maxi-mumhuur van € 59 per m2 vvo per jaar mocht hebben. Deze grens leidde de afgelopen jaren tot een aantal onhaalbare projecten. Als we dit beleid handhaven, zal zich dat herhalen, gege-ven een krappere Amsterdamse vastgoedmarkt. Met een maximumprijs per maand per ruimte voor een creatieve, kunnen ook commerciële partijen geïnteresseerd raken om kleinere ateliers te realiseren in bijvoorbeeld lege kantoorgebouwen. De realisatie van grotere ateliers, waaraan in beperkte mate behoefte blijft, moet hiermee niet uit beeld raken. Het is wenselijk om in iedere nieuwe broedplaats enkele grotere ateliers te realiseren.

Kredietplafond loslatenBij de realisatie van broedplaatsen is financiering met het Borgstellingsfonds Broedplaatsen van de Triodosbank mogelijk. De lening uit dit fonds is in de huidige situatie beperkt door het totale oppervlak van de CAWA-ateliers, net als bij de subsidiesystematiek. Het gemeentebe-stuur verlaat dit kredietplafond. De Triodosbank kan daarmee, gegeven de gehele exploitatie van het broedplaatsplan, welk leningsbedrag maximaal mogelijk is. De bank komt vervolgens tot overeenstemming met BBp over de omvang van het krediet. Een hoger krediet betekent dat het ondernemerschap van de broedplaats-ontwikkelaar maximaal wordt aangesproken en er kan met een lager subsidiebedrag worden volstaan.

Subsidie voor flexplekken stoppenHet vorige beleid voorzag in subsidiëring van flexplekken. Dit zijn werkplekken voor creatieven die met een laptop werken aan een tafel op een inspirerende plek. De opkomst van commer-ciële initiatieven (Spaces, the Hub en WeWork) die dergelijke werkplekken aanbieden, maakt subsidiëring overbodig. De prijsstelling van deze commerciële aanbieders ligt onder het niveau dat CAWA-creatieven kunnen betalen voor een werkplek. De markt voorziet daarmee in goed-kope flexibele werkplekken in Amsterdam. De subsidieregeling om dergelijke flexplekken te realiseren, is afgeschaft.

Bestaande broedplaatsen en vrijplaatsenBestaande broedplaatsen zijn verplicht jaarlijks hun jaarverslag en jaarrekening met toelichting aan BBp te sturen. Om het groeiende aantal jaarverslagen en jaarrekeningen te kunnen beoor-delen en, indien nodig, actie te ondernemen, is BBp een samenwerking aangegaan met de stichting Cultuur + Ondernemen. Deze organisatie heeft de juiste ervaring en deskundigheid om de informatie te verzamelen, te analyseren en aan BBp en de CAWA te adviseren over de stand van zaken bij iedere broedplaats. Op basis van die adviezen blijven BBp en CAWA geza-menlijk de stand van zakengesprekken met broedplaatsen voeren.

Naast bestaande en nieuwe broedplaatsen en CAWA-ateliers uit de ijzeren voorraad, is er in Amsterdam een aantal zogenaamde vrijplaatsen. Dit zijn locaties die vanuit een kraaksituatie zijn ontstaan. Het zijn vaak regelluwe complexen waar bewoners en werkers zelf hun zaken regelen. De gemeente onderkent het belang van deze vrijplaatsen voor de creatieve stad. Het behoud van vrijplaatsen is niet altijd mogelijk en soms is ontruiming, na rechterlijke uitspraak, onafwendbaar.

Overzicht wijzigingen bij ’Subsidie-instrument herzien om nieuwe ateliers en broedplaatsen te stimuleren’

Onderwerp Oude situatie Nieuwe situatie

Maximum huur voor CAWA-creatieven

€ 59 per m2 vvo per jaar € 300 per maand

Revolving fund Geen Mogelijkheden bekijken

Korting van subsidiebedrag op basis van exploitatietermijn

Naar rato korting op basis van een exploitatietermijn van tien jaar

Geen korting op basis van exploitatietermijn

Lening uit het Triodosbank Borgstellingfonds broedplaatsen

Maximum op basis van het CAWA-oppervlak en exploitatie

Maximum op basis van de exploitatie

Flexplekken Eenmalige subsidie van € 250 per m2

Geen subsidie meer

Page 14: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

14

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

3. Sterker inzetten op gemeentelijk vastgoedVeel van het beschikbare gemeentelijke vastgoed (zoals oude schoolgebouwen, bedrijfs- en kantoorvastgoed) is geschikt om te transformeren tot, al dan niet tijdelijke, broedplaats. De afdeling Gemeentelijk Vastgoed heeft deze portefeuille van ongeveer 1.450 objecten namens de gemeente in bezit.Binnen de gemeentelijke organisatie is in 2015 een nieuwe systematiek (Programma Transformaties) ontwikkeld om leegkomend vastgoed te analyseren en te matchen met ge-meentelijke beleidsdoelen en doelgroepen. Het atelier- en broedplaatsenbeleid biedt de mo-gelijkheid om gemeentelijke gebouwen op die grond te verhuren aan broedplaatsinitiatieven. Dit gebeurt op basis van een kostendekkende huur. Binnen de gemeente is een systematiek operationeel waarbij onder leiding van de gemeentelijk regisseur transformatie, bestuurlijke beslissingen worden voorbereid om gebouwen te verkopen of, als bijvoorbeeld broedplaats, beleidsverantwoord te verhuren. Het gemeentelijk vastgoedbezit zal de komende jaren een cruciale rol spelen bij de realisatie van nieuwe (tijdelijke) broedplaatsen. Hierbij gelden de be-leidskaders en spelregels zoals die door de gemeenteraad voor het gemeentelijk vastgoed zijn

vastgesteld.

Overzicht wijzigingen bij ’Sterker inzetten op gemeentelijk vastgoed’

Onderwerp Oude situatie Nieuwe situatie

Eigendom en zeggenschap Bij stadsdelen en centrale stad Alleen centrale stad

Verhuurbeleid Uiteenlopende huurniveaus Kostendekkende huur

4. Registratie, monitoring en regie over de ‘ijzeren voorraad’ realiseren De gemeente en corporaties bezitten gezamenlijk ongeveer 1.100 ateliers en 275 atelierwo-ningen. Dit heet de ‘ijzeren voorraad CAWA-ateliers en atelierwoningen’. De gemeente zal haar deel van die ijzeren voorraad zoveel mogelijk in stand houden en tegen een kostendek-kende prijs (= geen marktconforme prijs) verhuren. Momenteel bouwt de gemeente samen met enkele corporatie een database op met informatie over de ateliers uit de ijzeren voorraad. Corporaties kunnen ateliers behouden of verkopen. Op basis van het herzien beleid is het wenselijk dat de ateliers van corporaties bij verkoop betaalbaar blijven voor CAWA-creatieven. Bij de verhuur van atelierwoningen zal de gemeente de toptoets en een maximum huurtermijn van tien jaar inzetten, zoals uiteengezet in beleidspunt 1.

Overzicht wijzigingen bij ’Registratie, monitoring en regie over de ijzeren voorraad realiseren’

Onderwerp Oude situatie Nieuwe situatie

Registratie Alleen bij verhurende partij Centraal bij de gemeente

Monitoring Per verhuurder verschillend Centraal bij de gemeente

Regie Weinig tot geen Centraal met basis- en toptoets

5. Atelierwoningen behouden en extra woningen realiserenCorporaties bezitten bij elkaar naar schatting 275 atelierwoningen. Soms verkopen corporaties, na vertrek van de hurende CAWA-creatieve, de atelierwoningen als vrijesectorwoning. Het ge-meentebestuur wil deze ontwikkeling een halt toeroepen door dit op te nemen in de uitwer-king van de samenwerkingsafspraken1. De gemeente werkt hier aan.Een ander onderdeel van deze uitwerking van de samenwerkingsafspraken is de introductie van woonhuurcontracten van vijf jaar. Dit biedt in combinatie met de toptoets, mogelijkheden voor doorstroming bij atelierwoningen.Daarnaast stelt het gemeentebestuur een bedrag van € 1,1 miljoen extra beschikbaar om ont-wikkelende partijen te stimuleren om nieuwe atelierwoningen in hun woningbouwplannen op te nemen. De afdeling Grond en Ontwikkeling betrekt dit bij de stedenbouwkundige randvoor-waarden en de erfpachtuitgiftes in de ontwikkelgebieden.

1 Samenwerkingsafspraken van 11 juni 2015 - met als ondertitel “Afspraken tussen de Huurdersvereniging

Amsterdam,de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de gemeente Amsterdam”

Page 15: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

15

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Overzicht wijzigingen bij ’Atelierwoningen behouden en extra woningen realiseren’

Onderwerp Oude situatie Nieuwe situatie

Initiatief tot nieuwbouw atelierwoningen

Geen afspraken Apart budget als stimulans

Omzetting atelierwoning naar woning

Geen afspraken Door samenwerkingsafspraken voorkomen

Atelierwoningen opnemen in gebiedsplannen

Geen afspraken Opnemen in de gebiedsplannen

6. Meer aansluiting zoeken met verwante beleidsterreinenHet gemeentebestuur vraagt van nieuwe broedplaatsinitiatieven om in hun plannen de beoog-de meerwaarde voor de stad Amsterdam aan te geven en te verbinden met meerdere beleid-sterreinen van de gemeente Amsterdam. Het gemeentebestuur stelt voor om waar mogelijk per beschikbaar gebouw een profiel te ontwikkelen voor nieuw te maken broedplaatsen, mede op basis van de andere beleidsterreinen. Deze zijn:

Hoofdlijnennota Kunst & Cultuur 2017 - 2020De nota onderkent het grote maatschappelijke en economische belang van kunst en cultuur in de stad. Talentontwikkeling is in de nota een kernpunt. Het broedplaatsenbeleid sluit hierop aan in de vorm van onder andere de 3Package Deal. Ook is een aantal broedplaatsen specifiek gericht op het huisvesten van talent zoals WOW, Lab111 en De Wittenplaats. In het herzien beleid zet het gemeentebestuur in op scherpere toetsing waarmee talent meer kans krijgt op een passend atelier.Het concept van de ‘meerpolige stad’ vervlecht de ambities van de hoofdlijnennota en het atelier- en broedplaatsenbeleid. In broedplaatsen komen netwerken van creatieven, onderwijs, wijkagenda’s en bewoners samen. Vanuit broedplaatsen werken curatoren, maatschappelijke organisaties en creatieven aan wijkgerelateerde doelen. Zo koppelt broedplaats WOW in de Kolenkitbuurt de initiatieven van de stichting ‘Academie van de stad’ en het ‘Vooruit Project’ aan de talenten die bij WOW wonen. Zij gaan met kinderen uit de buurt projecten aan om de eigen buurt te fotograferen en de foto´s bij WOW te exposeren. Vergelijkbare samenwerking vindt plaats in Noord met de Broedstraten en in Zuidoost vanuit de broedplaatsen Wijk7 en Echtenstein. Ook hieraan verwante cultuurhuizen Tolhuistuin en Podium Mozaïek zijn met cofi-nanciering uit het broedplaatsenfonds tot stand gekomen.

StadsdelenBroedplaatsen vormen een uitvalsbasis voor buurtgerichte programmering op het gebied van kunst en cultuur. De stadsdelen hebben financiële middelen beschikbaar om dergelijke programmering mede mogelijk te maken en versterken daarmee de broedplaatsen. Dergelijk stadsdeelbeleid stimuleert de komst van nieuwe broedplaatsen en, na realisatie, de betekenis ervan voor de buurt. Gebiedsplannen en –agenda’s en nota’s van uitgangspunten, vormen de motivatie om broedplaatsen in deze gebieden te vestigen.

Cross-oversHet kunst- en cultuuronderwijs is duidelijk geëvolueerd in de afgelopen jaren en kent veel bre-dere disciplines. Het cultureel ondernemerschap en cross-overs tussen creatieven en onderne-mers zijn essentieel onderdeel van diverse studiecurricula geworden. Het Topteam Creatieve Industrie op rijksniveau heeft hier ook richting aan gegeven en staat mede aan de basis van het start-up klimaat dat nationaal is ingezet. Het nieuwe broedplaatsenbeleid van Amsterdam kan dienend zijn in deze ontwikkeling door ook thema’s als ambachten, cultuureducatie, digitaal, media en cross-overs onder te brengen in nieuwe broedplaatsen. Broedplaatsen vormen sti-mulerende werkomgevingen die de kans vergroten op succesvolle cross-overs tussen creatie-ven en start-ups en innovatieve bedrijvigheid.

Page 16: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

16

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Koers 2025Het gemeentebestuur zet in op het benutten van kansen bij gebiedsontwikkeling en transformaties in de ringzone. Deze oriëntatie sluit aan bij de ambities die vervat gaan worden in het ruimtelijke beleid ‘Koers 2025’. Het gaat erom nieuwe broedplaat-sen te realiseren in die gebieden die nu nog onbekend zijn voor een groot deel van de Amsterdammers. De regie bij deze ontwikkelingen ligt bij de afdeling Grond en Ontwikkeling.

Stad in BalansOok de spreiding van culturele publieksfuncties en het uitgaansleven is gebaat bij broedplaatsen in de ringzone en daarbuiten. Deze ambities staan onder andere vervat in de nota ‘Stad in Balans’. De horeca die zich in broedplaatsen vestigt, levert een bij-drage aan de gewenste spreiding van het uitgaansleven. Voorbeelden zijn de NDSM (Noord), Old School (Zuid) en recentelijk Radion/ACTA (Nieuw-West). Op dergelijke locaties zijn 24-uurs horecavergunningen afgegeven.

De Metropoolregio AmsterdamDe realisatie van broedplaatsen beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) zijn broedplaatsen (zoals Honigfabriek Zaanstad en Het Domijn in Weesp) mede mogelijk gemaakt met inzet van Amsterdamse broed-plaatsmiddelen. De kansen op transformatie van betaalbaar vastgoed tot broedplaats zullen zich in toenemende mate voor gaan doen in de MRA buiten Amsterdam, gege-ven de vastgoedprijzen die in Amsterdam beduidend hoger liggen. De gemeente zal de realisatie van nieuwe broedplaatsen in samenwerking met rve Economische Zaken in de PRES, Platform Regionaal Economische Structuur aan de orde stellen.

2

1

6

5

7 8

9

4

3

Ontwikkel locaties

1. Sluisbuurt, Zeeburgereiland2. Elzenhagen zuid3. Houthavens4. Ringzone West (Jan Evertsenstraat en Dr.

Jan van Bremenstraat)5. Sloterdijk6. Zuidas7. Amstelkwartier8. Bijlmerbajes9. Vernieuwing Bijlmermeer

Doelgebied voor ontwikkelingnieuwe Broedplaatsen

Huidige broedplaatsen

Ontwikkellocaties

Page 17: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

17

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Jaap Schoufourversie 3 maart 2015

Grondontwikkeling en doelgebiedenOnderstaande kaart biedt zicht op de gebieden waarop het broedplaatsenbeleid zich met na-druk wil richten. In de ‘doelgebieden’ (aangeduid in groene stippelcirkels) wil het gemeentebe-stuur de komende jaren meer broedplaatsen realiseren. Meer diversiteit in mensen en activitei-ten in die zones is gewenst. Vanzelfsprekend zullen de kansen op betaalbaar vastgoed buiten deze gebieden benut blijven worden om dat vastgoed te transformeren tot broedplaats.Daarnaast is in de stad een aantal ‘ontwikkellocaties’ (aangeduid met rode nummers) voor met name woningbouw waar broedplaatsen met ‘placemaking’ meer bekendheid aan kunnen geven. De rve Grond en Ontwikkeling zal in de te openen grondexploitaties het daarin op-genomen oppervlak voor een maatschappelijk programma bij voorkeur reserveren voor extra vierkante meters broedplaatsen.

Meerwaarde voor de stadVanuit deze beleidsterreinen vraagt het gemeentebestuur de CAWA om in samenwerking met BBp de plannen voor nieuwe broedplaatsen scherper te beoordelen op meerwaarde voor de stad. Daarvoor is een toetsingskader voor nieuwe broedplaatsinitiatieven uitgewerkt aan de hand van vier thema’s: cultureel, sociaal, economisch en ruimtelijk. In bijlage 1 staan de vier thema’s uitgewerkt in criteria waarmee de CAWA de plannen kan toetsen.Het gaat erom per beschikbaar pand de keuze te maken voor een specifiek profiel voor de broedplaats dat de meeste meerwaarde oplevert voor de stad. Dit hangt af van locatie, aard van het gebouw, bestemmingsplan en dergelijke. BBp organiseert het proces om tot dat pro-fiel te komen.

SamenvattingAan de hand van zes punten (doorstroming, nieuwe ateliers en broedplaatsen, gemeentelijk vastgoed, regie ijzeren voorraad, extra atelierwoningen, aansluiting verwant beleid) herziet het gemeentebestuur het beleid en instrumentarium om meer woon- en werkruimte voor de doelgroep CAWA-creatieven te realiseren en broedplaatsen te verbinden met verwante be-leidsterreinen. Nieuwe broedplaatsen kunnen in overleg met stadsdelen bepaalde gebieden versterken.

Daniëlle Hooijmans – theatervormgever (foto van Carmen Dávila)De Modestraat biedt een veilige, betaalbare en open plek om nieuwe samenwerkingen aan te gaan en om je daar-naast als kunstenaar verder te ontwikkelen. De Modestraat bestaat uit een divers team van vormgevers en kunste-naars. Elk dragen zij met hun eigen expertise bij aan de programmering en de sfeer van de Modestraat. De komen-de periode ga ik werken aan een nieuw educatieprogramma waarin ik ontwerp- en modelessen wil aanbieden ter bevordering van identiteitsontwikkeling bij jonge mensen. Ik denk dat er een grote vraag is onder jonge mensen over wie zij werkelijk zijn en waar ze aansluiting vinden, omdat er veel mensen uit verschillende culturen komen en soms verdwalen in de grotemensenwereld.

Page 18: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

18

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

BIJLAGE 1: Toetsingskader CAWA voor creatieven en broedplaatsinitiatieven

De CAWA toetst (1) kandidaten voor ateliers en (2) broedplaatsinitiatieven die een subsidie aanvragen om een gebouw te transformeren tot broedplaats.

1. Kandidaten voor ateliersDe CAWA toetst kandidaten die een atelier of atelierwoning willen betrekken in een nieuwe broedplaats of atelier in een bestaande broedplaats of een atelier of atelierwoning uit de ijze-ren voorraad. Hierbij hanteert de CAWA een basistoets en een toptoets.

De basistoets kent criteria voor soort creatief beroep, opleiding, gerealiseerd recent werk, stipendia en dergelijke. Iemand die de basistoets positief afrondt, heet ‘CAWA-creatieve’. De toptoets kent hogere vereisten zoals aanbevelingen van kunstopleidingen en instellingen, be-haalde prijzen en aantoonbare excellente prestaties die Amsterdam versterkt hebben als stad van kunst en cultuur. Iemand die de toptoets positief afrondt, heet ‘CAWA-talent’ of ‘CAWA-gerenommeerde’, ongeacht zijn of haar leeftijd.

De kandidaten worden ook getoetst op inkomen. Het inkomen mag de grens om aanspraak te maken op een sociale huurwoning, niet overschrijden.

2. Broedplaatsinitiatieven die een subsidie aanvragen om een gebouw te transformeren tot broedplaatsIeder broedplaatsinitiatief dat een subsidie nodig denkt te hebben, meldt zich bij BBp. Na een introductie in de aanpak en het broedplaatsenbeleid, volgt een instructie hoe het initiatief via het ‘Loket Broedplaatsen’ een aanvraag kan indienen. Een van de eerste stappen is een Visiedocument opstellen. Dit document moet alle zaken bevatten waarmee de CAWA haar advies kan opstellen voor het College van B&W. Nadat het visiedocument is goedgekeurd, kan het initiatief de plannen verder uitwerken aan de hand van het Loket Broedplaatsen.

De CAWA toetst iedere aanvraag aan de hand van een aantal voorwaarden die hieronder op hoofdlijnen staan aangegeven.

A: Het plan bevat een duidelijke visie/concept en beschrijft de meerwaarde voor de stad in culturele, economische, sociale en ruimtelijke zin. Het plan moet aantonen dat het CAWA-deel en het niet-CAWA-deel een geheel vormen en het concept dienen. Hierbij gelden de volgen-de criteria:

A1: CultureelDe broedplaatsplannen bevatten een overzicht van inspanningen die het broedplaatsinitiatief wil ondernemen om de doelen te realiseren: voldoende (meer dan 40 procent van het vloeroppervlak) werkruimte voor

CAWA-creatieven; verbindingen leggen met bestaande netwerken van kunstopleidingen en instellingen; op stedelijk, landelijk en internationaal niveau de kunst en culturele programmering van de

broedplaats zichtbaar maken.

A2: SociaalDe broedplaatsplannen bevatten een overzicht van inspanningen die het broedplaatsinitiatief wil ondernemen om de doelen te realiseren:de onderlinge samenwerking tussen alle deelnemers van de broedplaats stimuleren; een optimale werkomgeving voor de huurders realiseren; een wijkprogrammering realiseren in samenwerking met burgers, lokale ondernemers, scho-

len, corporaties, maatschappelijk werk, stadsdelen, etc.

4. Bijlagen

Page 19: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

19

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

A3: Economisch De broedplaatsplannen bevatten een overzicht van inspanningen die het broedplaatsiniti-

atief wil ondernemen om de doelen te realiseren: huisvesting verzorgen voor creatief talent met ambitie naar ondernemerschap en doorgroei;

verbindingen leggen tussen het hurende creatief talent en bestaande netwerken van be-drijfsleven en/of onderwijs- en kennisinstellingen en dergelijke;

creatieve of ambachtelijke bedrijvigheid in de broedplaats huisvesten en de beoogde in-spanningen benoemen die het initiatief inzet ten behoeve van samenwerking tussen deze huurders.

A4: RuimtelijkDe broedplaatsplannen bevatten een overzicht van inspanningen die het broedplaatsinitiatief wil ondernemen om de doelen te realiseren: attractiviteit van de locatie verhogen voor potentiële huurders; zichtbaarheid van de broedplaats verhogen voor de bewoners of werkers of betrokkenen in

het gebied; met programmering mensen buiten het gebied bekend maken met de broedplaats.

B: CAWA-oppervlak: tenminste 40 procent van het totale oppervlak van de broedplaats moet gebruikt wor-

den door positief getoetste CAWA-creatieven. Dit kan aan de hand van de basistoets of toptoets;

dit oppervlak voor CAWA-gebruik dient in een overzicht en op een set 1:100 tekeningen aangegeven te worden.

C: GovernanceHet plan bevat een voorstel over de governance van de organisatie(s) met inachtneming van de publicatie Governance Code Cultuur van Cultuur-Ondernemen (2014). In hoofdlijnen gaat het hier om een gemotiveerde keuze voor een bestuursmodel of een raad van toezichtmodel. Als initiatiefnemers niet kiezen voor een stichting of verenigingsvorm, zullen zij deze keuze moeten motiveren.

D: FinanciënHet plan bevat: de overeengekomen huurprijs en huurtermijn met eigenaar/verhuurder; een specificatie van de stichtingskosten en een meerjarenexploitatie; specificatie van (onder)huren per maand voor de ateliers voor CAWA-creatieven en overige

ruimten voor niet CAWA huurders.

Page 20: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

20

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

BIJLAGE 2: CAWA-schijf en toelichting

CAWA-schijf voor de basistoets en toptoets

Opleidingen Bachelorniveau

Presentaties, optredens, open atelierdagen

Stipendia en subsidies

Kwalitatief hoogwaardig

afgerondrecent werk

Cursussen

Gerenommeerde opleidingen

masterniveau

Community art

1. Opleiding en vaardigheden

3. Zichtbaarheid extern

4. Waarderingextern 2. Geproduceerd

werk

Masterclasses bij gerenommeerde kunstenaars

Frequent uitgevoerd,

geëxposeerd of verkocht werk

PrijzenAanbevelingen, stipendia

en/ of prijzen van gerenommeerde

organisaties en/ of deskundigen

Up-to-date-website, publicaties

Aantoonbaarafgerond

recent werk

Positieve recensies

5. Motivatie en toekomst

Beoogd gebruik atelier

Aanvragendiverse financiering

Presentaties, optredens of

expositiesgerenommeerde

instellingen

Geplande samenwerking

Gerenommeerde instellingen

Zone toptoets

Zone basistoets

Referentiesvan gerenommeerden

CAWA-schijf voor de basistoets en toptoets

Opleidingen Bachelorniveau

Presentaties, optredens, open atelierdagen

Stipendia en subsidies

Kwalitatief hoogwaardig

afgerondrecent werk

Cursussen

Gerenommeerde opleidingen

masterniveau

Community art

1. Opleiding en vaardigheden

3. Zichtbaarheid extern

4. Waarderingextern 2. Geproduceerd

werk

Masterclasses bij gerenommeerde kunstenaars

Frequent uitgevoerd,

geëxposeerd of verkocht werk

PrijzenAanbevelingen, stipendia

en/ of prijzen van gerenommeerde

organisaties en/ of deskundigen

Up-to-date-website, publicaties

Aantoonbaarafgerond

recent werk

Positieve recensies

5. Motivatie en toekomst

Beoogd gebruik atelier

Aanvragendiverse financiering

Presentaties, optredens of

expositiesgerenommeerde

instellingen

Geplande samenwerking

Gerenommeerde instellingen

Zone toptoets

Zone basistoets

Referentiesvan gerenommeerden

CAWA-schijf voor de basistoets en toptoets

Toelichting bij de CAWA-schijf voor de basistoets en toptoets

1. InleidingDe CAWA toetst geïnteresseerden die een CAWA-atelier willen huren. Hiertoe wil de CAWA een aangescherpt toets-instrumentarium ontwikkelen. In samenspraak met de gemeente is gekomen tot een zogenaamde ‘basistoets’ en ‘toptoets’. Een positieve basistoets geeft de kandidaat de status van ‘CAWA-creatieve’ en een positieve toptoets de status van ‘CAWA-talent’ of ‘CAWA-gerenommeerde’. De basistoets is lichter dan de toptoets.

2. AanvraagformulierVoorafgaand aan de toets voert de geïnteresseerde creatieve die een CAWA-atelier wil betrekken op de website van Bureau CAWA (ondergebracht bij de rve Wonen) zijn/ haar CV en artistieke gegevens en prestaties in op een digitaal aanvraagformulier. Hierbij geeft de geïnteresseerde zijn/ haar discipline aan op basis van de beroepenlijst die Cultuur en Ondernemen. Zie daartoe https://www.amsterdam.nl/kunstencultuur/werkplekken/ateliers/toetsing/beroepenlijst/

3. HoofdcriteriaNa een positieve uitkomst op de check op de beroepenlijst, kan de kandidaat verder met de ba-sistoets of toptoets. Hierbij gelden vijf hoofdcriteria. De CAWA hanteert deze criteria als leidraad bij haar oordeel over de kwaliteit van de creatieve en zijn/ haar werk.1. Opleiding en vaardigheden2. Geproduceerd werk3. Zichtbaarheid extern4. Waardering extern5. Motivatie en toekomst

Page 21: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

21

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Ad. 1Voor de basistoets geldt een opleiding of kennis op HBO-niveau. Voor de toptoets gelden spe-cifieke vervolgopleidingen op masterniveau of gelijkwaardige opleidingen bij gerenommeerde instellingen, of masterclasses. Autodidacten dienen voor een positieve toptoets minimaal vier jaar een praktijk te hebben.

Ad. 2Geproduceerd werk dient overwegend van recente datum te zijn. De CAWA kan een uitspraak doen over de kwaliteit van het geproduceerde werk naar artisticiteit en technische kwaliteiten. Het vereiste niveau verschilt bij basistoets en toptoets. De CAWA kan externe expertise inscha-kelen om tot haar oordeel te komen.

Ad.3Zichtbaarheid begint bij een actuele website en printed media zoals brochures, krantenartike-len en dergelijke. Ook exposities en open atelierdagen tellen mee in zichtbaarheid. Het gaat om de intentie en inspanningen van de kandidaat om zichtbaar te willen zijn, minimaal op lo-kaal niveau. De toptoets vraagt om zichtbaarheid op een gerenommeerd niveau, nationaal en internationaal met optredens of exposities in theater, musea en gevestigde galeries.

Ad.4Bij waardering gaat het om positieve uitspraken van recensenten of erkende kunstinstellingen en opleidingen (referenties). Voor een deel is waardering ook gekoppeld aan zichtbaarheid. Het gaat bij waardering juist om positieve reacties naar aanleiding van die zichtbaarheid.

Ad. 5De kandidaat dient schriftelijk toe te lichten wat zijn/ haar artistieke plannen zijn voor de ko-mende jaren en te motiveren waarom het gewenste atelier in die ambitie en toekomstplannen past. Bij een toptoets geeft de kandidaat aan welke geplande samenwerkingen met gerenom-meerde instellingen op stapel staan.

4. Praktische uitwerkingHet toetsingsproces verloopt via de website van Bureau CAWA. Zij beheert, bewerkt en onder-houdt de site. Voor de kandidaten is dit het loket voor de toetsing. Op de site kan een creatieve zijn of haar profiel aanmaken door middel van het digitale aanvraagformulier. Dit profiel biedt alle informatie van de kandidaat die relevant is voor zijn/ haar toetsing. Gebundeld in een digitaal dossier met curriculum vitae, portfolio, publicaties, recensies et cetera. De kandidaat is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en volledigheid van dit dossier. De kandidaat moet in actie komen wanneer hij/ zij op de CAWA-website ziet dat er een atelier uit de ijzeren voorraad beschikbaar is of wanneer hij/ zij een atelier in een nieu-we broedplaats wil betrekken. De kandidaat geeft per aanvraagformulier aan dat hij/ zij een basistoets of toptoets wenst en zorgt dat het profiel op orde is op basis waarvan de CAWA de toets kan uitvoeren.

Bureau CAWA voert vervolgens onder supervisie van de CAWA de basistoets uit en kent scores toe aan de hoofdcriteria. Bureau CAWA stuurt twijfelgevallen door naar de CAWA en stuurt aanvragen voor een toptoets altijd door naar de CAWA. De CAWA doet een uitspraak waarna Bureau CAWA een brief opstelt met de uitslag van de toets en stuurt deze naar de kandidaat en de verhuurder/ broedplaatsbeheerder.

Voor met name de toptoets is inschakeling van ad hoc commissies of subcommissies mogelijk. Ook kan in lijn met de 3Package Deal een beroep gedaan worden op het netwerk van instellin-gen en opleidingen om in coalitieverband uitspraken te doen over de kwaliteit van kandidaat en werk.

Iedere geïnteresseerde kan een profiel aanmaken op de site van de CAWA. Dat kan al gebeu-ren voordat de geïnteresseerde mee wil dingen naar een atelier. Het profiel aanmaken kost eenmalig geld en daarna jaarlijks.

Page 22: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

22

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

BIJLAGE 3: Beroepenlijst

Beeldende kunstBeroep Audiovisueel kunstenaar Beeldhouwer Conceptueel kunstenaar Cross-media kunstenaar Fotograaf Glaskunstenaar Graficus Keramist Performancekunstenaar Schilder Tekenaar Virtueel kunstenaar

Werkgebied 3D Autonoom Conceptueel Documentaire Film Installaties Internet Monumentaal Openbare ruimte Performance Strips/cartoons Videokunst Community art

Vormgeving & bouwkunstBeroep Animatievormgever Architect Binnenhuisarchitect Edelsmid Grafisch vormgever Illustrator Industrieel ontwerper Lichtontwerper Mode ontwerper Ruimtelijk ontwerper Textielkunstenaar Theatervormgever Webdesigner

Werkgebied 3D design Accessoires Communicatie Confectie Decors Drukwerk Film Games Gebouwen Haute couture Interieurs Internet Kostuums Landschappen

Meubels Openbare ruimte Product design Sieraden Strip/cartoons Textiel TV Community art

Dans & theaterBeroep Acteur Circus/varieté artiest Choreograaf Danser Kleinkunstenaar Regisseur Theatermaker

Werkgebied Cabaret Decor Drama Entertainment Film Folklore Hedendaags ballet Jeugd Klassiek ballet Komedie Kostuum

Licht Mime Moderne dans Musical Muziektheater Performing Poppentheater Stand-up Straat Televisie Theater Community art

Page 23: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

23

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

MuziekBeroep Arrangeur Componist Dirigent DJ Musicus Producer Singer/songwriter Zanger

Werkgebied Brass Fanfare Filmmuziek Harmonie Hedendaagse muziek Jazz Kamermuziek Klassieke muziek Lichte muziek

Musical Opera Oude muziek Popmuziek Symfonie Theater Urban Wereldmuziek Community art

OverigBeroepAnimator Art director Dichter Filmmaker Librettist Literair auteur Literair vertaler Programmamaker Scenarioschrijver Sounddesigner Tekstdichter VJ

WerkgebiedCartoons Comedy Documentaire Drama Essay Evenementen Festivals Film Jeugd Musical Muziektheater Opera Roman

Speelfilm TV Community art

Page 24: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

24

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

BIJLAGE 4: Financieel perspectief 2015 - 2018

Voor BBp is in het coalitieakkoord € 4 miljoen incidenteel beschikbaar gesteld (per jaar € 1 miljoen). Daarnaast heeft BBp uit eerdere jaren nog niet besteed budget beschikbaar uit het ISV Fonds. Hieronder is een financieel perspectief 2015 – 2018 uiteengezet met verwachte budgetten en uitgaven.

Beschikbare middelen

ISV 2008 € 1.975.000

ISV 2009 € 1.500.000

ISV 2010 € 1.000.000

Prioriteitsgeld 2015 toegekend € 1.000.000

Prioriteitsgeld 2016, 2017 en 2018 € 3.000.000

Totaal € 8.475.000

Verwachte benodigde uitgaven

PMB personeel (4 jaar x € 500.000) € 2.000.000

Externe diensten en producten (4 jaar x € 200.000) € 800.000

Vastgoedprojecten uit 2014 (Verplicht) € 860.000

Vastgoedprojecten 2015, 2016, 2017, 2018 € 3.750.000

Subtotaal benodigd € 7.410.000 -

Het toebedeelde deel aan extra atelierwoningen € 1.065.000

De doelstelling van BBp is het realiseren van 10.000 m2 broedplaats per jaar. Gemiddeld wordt er per jaar ruim 12.000 m2 broedplaats gerealiseerd. Dit betekent dat in de lopende bestuursperio-de van vier jaar ongeveer 50.000 m2 broedplaats zal worden gerealiseerd. Ongeveer 50 procent van deze gerealiseerde broedplaatsen bestaat uit ateliers voor CAWA-creatieven. Dat is 25.000 m2 CAWA-atelierruimte.

De gemiddelde subsidie die wordt verstrekt is in de praktijk € 150 per m2 atelierruimte voor CAWA-creatieven. Voor de lopende bestuursperiode van vier jaar betekent dit dat er voor het totaal te realiseren m2 broedplaats € 3,75 miljoen nodig is. De berekening is: 25.000 m2 maal € 150 per m2 atelierruimte voor CAWA-creatieven = € 3,75 miljoen. Om tot de benodigde € 3,75 miljoen te ko-men als budget om in vier jaar voldoende vastgoedprojecten te realiseren is het ISV-geld inzetbaar. Daarbij zal eerst het ‘oude’ geld uit 2008 benut worden. Daarna volgt het recentere ISV-geld uit 2009 en 2010. Daarbovenop komt het bedrag uit het coalitieakkoord van 4 x € 1 miljoen.

De € 1,065 miljoen (zie schema) is beschikbaar voor de extra inspanning om met ontwikkelaars en corporaties nieuwe atelierwoningen te realiseren voor onder andere het toptalent.

Ook de ambtelijke inzet PMB en advies/diensten wordt gedekt uit de prioriteitsgelden. De inzet van ambtenaren gebeurt vanuit de RVE Projectmanagementbureau en bedraagt jaarlijks € 0,5 miljoen voor personeel dat werkt als BBp aan de begeleiding van vastgoedprojecten, niet-vastgoedprojec-ten en proces. In totaal € 2,0 miljoen voor vier jaar. Het PMB-personeel (proceskosten) werkt voor ongeveer twee derde van zijn tijd aan vastgoedprojecten. Op basis hiervan zijn de totale verwachte uitgaven direct gerelateerd tot vastgoedproductie, de komende jaren tot en met 2018, ongeveer 80 procent van het totale budget.

Verder is budget nodig voor de inzet van externe diensten en producten, waaronder onderzoeken, adviezen communicatie en bijdrage aan de CAWA-administratie. Dit bedraagt in totaal jaarlijks maximaal € 0,2 miljoen. Over vier jaar is dat € 800.000 voor advies/diensten.

Triodos Bank Borgstellingsfonds BroedplaatsenDe gemeente heeft in 2010 als eerste een overeenkomst gesloten met de Triodosbank waaruit le-ningen kunnen worden verstrekt aan broedplaatsinitiatieven. Hieruit zijn tot nu toe vijf leningen ver-strekt voor een bedrag van € 900.000. BBp staat voor 90 procent garant voor de verstrekte leningen. De totale leningsfaciliteit bedraagt € 4,0 miljoen.

Page 25: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

25

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

BIJLAGE 5: Rollen en posities

Bij het daadwerkelijk maken van broedplaatsen zijn vele partijen betrokken. Om bij de broed-plaatsprojecten de noodzakelijke samenwerking en synergie te realiseren, is duidelijkheid over rol en positie gewenst.

Commissie Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam (CAWA)Deze externe en zelfstandige adviescommissie adviseert aan het College van B&W en bestaat sinds 2008. Zij kent, conform het Reglement CAWA, drie taken: 1 zij geeft (on)gevraagd advies aan het College van B&W;2 zij toetst individuele creatieven3 zij toetst broedplaatsplannen

De CAWA behoudt deze taken en geeft deze als volgt vorm:

1 AdviesDe CAWA blijft gevraagd en ongevraagd adviseren over alle onderwerpen verwant aan het gemeentelijke atelier- en broedplaatsenbeleid.

2 Toetsing individuele creatievenDe CAWA voert de basistoets en de toptoets uit. Daarbij kan de CAWA relevante deskundig-heid op het gebied van kunstenaarschap en kwaliteit van kunst inschakelen. Dergelijke exper-tise is aanwezig bij de vele en diverse kunstinstellingen en -opleidingen en broedplaatsen die Amsterdam kent.

3 Toetsing broedplaatsplannenDe CAWA zal nieuwe plannen voor de realisatie van een nieuwe broedplaats toetsen op een aantal criteria in lijn met het Loket Broedplaatsen. De criteria staan opgenomen in bijlage 1.

CAWA-creatieveAllen met een positieve uitkomst van de basistoets uitgevoerd door de CAWA. Zij komen in aanmerking om een CAWA-atelier te huren. Creatieven nemen zelf het initiatief voor de toetsing.

CAWA-talent en CAWA-gerenommeerdeAllen met een positieve uitkomst van de toptoets uitgevoerd door de CAWA. Zij komen in aanmerking om een CAWA-atelier te huren en genieten de voorkeur boven degenen die een positieve uitkomst hebben ontvangen van een basistoets. Deze voorkeur geldt bij de toewij-zing van ateliers uit de ijzeren voorraad CAWA-ateliers. Ook deze creatieven nemen zelf het initiatief voor de toetsing.

BroedplaatsinitiatievenCruciaal in de ontwikkeling van nieuwe broedplaatsen zijn groepen creatieven en organisatoren die met elkaar een gebouw willen transformeren tot broedplaats. Zij zoeken zelf een locatie of leegstaand gebouw dat hen inspireert. Met hun globale plan kunnen ze een gesprek aanvra-gen bij BBp om de mogelijkheden te onderzoeken. Als de kansen op transformatie op hoofd-lijnen zijn besproken kan het initiatief, aan de hand van het Loket Broedplaatsen, de stappen doorlopen om van een concept tot een in gebruik genomen broedplaats te komen.

BroedplaatsontwikkelaarsIn Amsterdam is een aantal broedplaatsontwikkelaars actief waarvan de stichting Urban Resort met twaalf gerealiseerde broedplaatsen de grootste is. Ook zp’ers zijn actief bij de realisatie van nieuwe broedplaatsen. Bij voorkeur ontwikkelt een dergelijke partij niet alleen de broed-plaats maar beheert en exploiteert zij deze ook. Gedurende de ontwikkeling werkt de broed-plaatsontwikkelaar nauw samen met BBp voor adviezen, projectmanagement, introductie in netwerken en financiering.

Page 26: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

26

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

RVE Projectmanagementbureau / Bureau BroedplaatsenBBp adviseert broedplaatsinitiatieven over alle relevante onderwerpen om de broedplaats te realiseren. BBp heeft een uitgebreid netwerk in de vastgoedwereld en binnen de gemeente en zet dit in. BBp levert desgewenst projectmanagement in afstemming met het initiatief, waarbij voorop staat dat het broedplaatsinitiatief zelfstandig optreedt als maatschappelijke onder-neming. BBp regelt de financiering van nieuwe broedplaatsen aan de hand van het Triodos Borgstellingsfonds en/of een gemeentelijke subsidie. BBp stimuleert kennisvergroting en uit-wisseling onder bestaande en nieuwe broedplaatsontwikkelaars.BBp organiseert in samenwerking met enkele gebouweigenaren, prijsvragen om initiatieven uit te nodigen een gebouw te transformeren tot broedplaats. BBp beheert de database met de gegevens van de ijzeren voorraad ateliers en atelierwoningen.

RVE WonenWonen levert ambtelijke ondersteuning voor de CAWA en voert het secretariaat. Wonen heeft het overzicht van atelierwoningen die corporaties bezitten. Wonen voert binnen de gemeente de regie over de afspraken met de corporaties over onder andere atelierwoningen.

RVE Kunst en CultuurKunst & Cultuur ontwikkelt en voert het kunst- en cultuurbeleid uit aan de hand van de nota ‘Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017 – 2020’. De afdeling regelt de bestuurlijke zaken rond de CAWA zoals wijzigingen in het reglement en adviseert het college over voorstellen van de CAWA voor toetsing van creatieven.

RVE Gemeentelijk VastgoedIn lijn met het vastgestelde beleidskader en de spelregels, biedt Gemeentelijk Vastgoed inzicht in de mogelijkheden om gebouwen uit haar portefeuille tijdelijk of voor langere periode te ver-huren als broedplaats. Bij de afweging om een gebouw te verkopen wordt de mogelijkheid om dit gebouw te transformeren tot broedplaats in de overweging meegenomen. Deze rve werkt binnen de door de gemeenteraad vastgestelde beleidskaders en spelregels.

CorporatiesMet de recente wijziging van de Woningwet zijn de corporaties beperkt in hun mogelijkheden broedplaatsen te ontwikkelen en te exploiteren. De broedplaatsen vallen onder maatschappe-lijk vastgoed en daarvoor biedt de wetgever mogelijkheden. Corporaties hoeven hun bestaan-de ateliervoorraad niet te verkopen. De relatie van dat vastgoed met het sociale woningbezit ter plekke moet duidelijk gemaakt worden. De eerste voorbeelden hiervan zijn akkoord bevon-den door het Rijk.

StadsdelenDe meest gedegen en actuele kennis van de lokale situatie is aanwezig bij de stadsdelen. De samenwerking tussen stadsdeelambtenaren Kunst & Cultuur, de gebiedsteams en BBp leidt tot voorstellen aan de bestuurders omtrent broedplaatsinitiatieven in de wijk, de gewenste ontwik-kelingen en de kansen.

Page 27: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

27

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

BIJLAGE 6: Drie aangenomen moties bij de behandeling in de gemeenteraad op woensdag 10 februari 2016 van het herzien atelier- en broedplaatsenbeleid

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad

Motie

R

1

Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 123 Publicatiedatum 17 februari 2016 Ingekomen onder AI Ingekomen op woensdag 10 februari 2016 Behandeld op woensdag 10 februari 2016 Status Aangenomen

Onderwerp

Motie van de leden Ernsting, Duijndam en Van den Berg inzake de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (ondergrens voorraad ateliers en broedplaatsen).

Aan de gemeenteraad

Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:

De raad,

Gehoord de discussie over de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78). Constaterende dat: − de gemeente met het herzien atelier- en broedplaatsen beleid als doel heeft

jaarlijks 10.000 m2 aan nieuwe broedplaatsen mede mogelijk te maken en de ijzeren voorraad ateliers ten minste te behouden;

− door wijzigingen in het beleid van corporaties en door het nieuwe vastgoedbeleid van de gemeente er de laatste tijd vitale plekken verdwijnen of verdwenen zijn.

Overwegende dat: − de gemeente een database gaat maken waarin al het vastgoed een plek krijgt en

gemonitord kan worden hoe de voorraad ervoor staat; − meerdere partijen uit het veld goede suggesties hebben gedaan om de komende

jaren de voorraad te vergroten en nieuwe broedplaatsen te realiseren; − de wethouder in beantwoording op de in de commissie gestelde vragen heeft

aangegeven om begin 2016 met een standpunt te komen over het onttrekken − van gemeentelijk vastgoed ten behoeve aan ateliers en broedplaatsen.

Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:

− in het aangekondigde standpunt ook de suggesties over het uitgeven van erfpacht en langdurige huurcontracten mee te nemen;

− in de monitoring en de database een harde ondergrens aan te houden van het huidige aantal m2 ateliers ijzeren voorraad en broedplaatsen in de stad;

Page 28: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

28

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 123 Datum 17 februari 2016

Gemeente Amsterdam Gemeenteblad Amendement

R

2

− de raad ten alle tijden te informeren als er vitale plekken in de stad dreigen te verdwijnen en de ondergrens bereikt wordt.

De leden van de gemeenteraad

Z.D. Ernsting P.J.M. Duijndam P.J.M. van den Berg

Page 29: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad

Motie

R

1

Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 125 Publicatiedatum 17 februari 2016 Ingekomen onder AK Ingekomen op woensdag 10 februari 2016 Behandeld op woensdag 10 februari 2016 Status Aangenomen

Onderwerp

Motie van de leden Van den Heuvel, Duijndam, Van den Berg, Van Lammeren en Ernsting inzake de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (potentieel geschikte panden voor broedplaatsen).

Aan de gemeenteraad

Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:

De raad,

Gehoord de discussie over de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78). Constaterende dat: − broedplaatsen en ateliers aan de basis van veel innovatieve startups staan en

daarnaast een eigen culturele en maatschappelijke waarde vertegenwoordigen; − er geen stad is in Nederland met zo'n grote culturele en creatieve betekenis als

Amsterdam; − dat broedplaatsen kunnen bijdragen aan de revitalisering van buurten; − creatieven vanuit de broedplaats een programmering met activiteiten, exposities

en nieuwe laagdrempelige horeca starten, die door hun variëteit aantrekkelijk zijn voor de buurtbewoners;

− in 2015 een tweetal concepten zijn ontwikkeld, waarbij statushouders en kunstenaars/creatieven samen in een pand samenleven en samenwerken.

Overwegende dat: − het belang van een actief broedplaatsen- en atelierbeleid door het college wordt

onderschreven; − de analyse van het Bureau Broedplaatsen (hierna te noemen: BBp) aantoont dat

meer nadruk en ambitie op het vlak van structurele ontwikkeling van broedplaatsen én ateliergebouwen in de zogenoemde ijzeren voorraad, wenselijk is;

− de druk op het aantal bestaande broedplaatsen en ateliers groot is door onder andere de instroom van kunstenaars en creatieven en de krappe woningmarkt;

− het nodig is om in de komende vijf jaar structureel het aantal broedplaatsen en ateliers te vergroten, in plaats van alleen het huidige niveau op peil houden.

Voorts overwegende dat: − de RvE Vastgoed, als verhuurder en beheerder van huidige gemeentelijk

vastgoed in de stad, beschikt over een voorraad gebouwen in eigendom van de gemeente Amsterdam die op grond van het collegeakkoord 2014-2018 zullen worden afgestoten;

Page 30: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

30

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 125 Datum 17 februari 2016

Gemeente Amsterdam Gemeenteblad Motie

R

2

− een deel van deze voorraad geschikt zal zijn voor de vrije verkoop, een deel kan worden aangewend voor de tijdelijke huisvesting van statushouders, een deel zal worden aangehouden voor toekomstig gebruik en een deel ongeschikt is voor het hiervoor genoemde gebruik vanwege locatie, achterstallig onderhoud of incourant zijn van het betreffende pand;

− het van belang is dat er een goede afstemming tussen de RvE Vastgoed en het BBp ontstaat zodat ook panden die (nog) niet in het Ileurproces' zitten, maar wel geschikt zouden kunnen zijn als potentiele broedplaats of voor ateliers, vroegtijdig worden geïdentificeerd zodat ze bschikbaar kunnen komen als korte of middellange tijdelijke werkruimte voor creatieven;

− dat het wenselijk is als de RvE vastgoed bij haar afweging bij het verkopen of aanhouden van een gebouw voor toekomstige verkoop, in samenwerking met het BBp de mogelijkheid wordt bekeken om een gebouw tijdelijk te transformeren tot broedplaats of ateliers, al dan niet in combinatie met huisvesting voor statushouders en/of jongerenhuisvesting.

Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:

− te bevorderen dat het BBp in de ʻleurprocedure' bij het vrijkomen van gemeentelijk vastgoed, minimaal een gelijke positie heeft ten opzichte van andere RvE's en stadsdelen, waarbij de inzet is dat in deze bestuursperiode op deze manier nog minimaal 3 nieuwe broedplaatsen – eventueel gecombineerd met de huisvesting van statushouders – duurzaam worden toegevoegd;

− de samenwerking tussen de RvE Vastgoed, het BBp, de Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam (CAWA) en overige partijen te bevorderen, zodat potentieel geschikte panden voor broedplaatsen sneller in beeld komen;

− de resultaten van het intensiveren van het contact tussen de RvE Vastgoed, het BBp en de CAWA na een jaar te rapporteren aan de gemeenteraad.

De leden van de gemeenteraad

M.E. van den Heuvel P.J.M. Duijndam P.J.M. van den Berg J.F.W. van Lammeren Z.D. Ernsting

Page 31: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000

31

BUREAU BROEDPLAATSEN

HERZIEN AMSTERDAMS ATELIER-

EN BROEDPLAATSENBELEID

2015 – 2018

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad

Motie

R

1

Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 126 Publicatiedatum 17 februari 2016 Ingekomen onder AL Ingekomen op woensdag 10 februari 2016 Behandeld op woensdag 10 februari 2016 Status Aangenomen

Onderwerp

Motie van de leden Duijndam, Van den Heuvel, Van den Berg, Ernsting, Toonk, Van Soest en Van Lammeren inzake de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (mensen uit beroepspraktijk betrekken bij invulling broedplaatsen en ateliercomplexen).

Aan de gemeenteraad

Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:

De raad,

Gehoord de discussie over de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78). Constaterende dat: − het college van burgemeester en wethouders van plan is om jaarlijks ten minste

10.000 m2 nieuwe broedplaatsen mogelijk te maken; − de invulling van broedplaatsen bij nieuwe panden geregeld wordt door

broedplaatsontwikkelaars; − kunstenaars plekken krijgen toegewezen bij gemeentelijk vastgoed dat (tijdelijk)

geschikt is als broedplaats. Overwegende dat: − kunstenaars bereid zijn om in hun omgeving en het culturele klimaat te

investeren; − een benadering van onderop bij kan dragen aan een duurzaam kunstbeleid.

Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:

ervoor te zorgen dat broedplaatsontwikkelaars mensen uit de beroepspraktijk betrekken bij de invulling van de broedplaatsen en ateliercomplexen.

De leden van de gemeenteraad

P.J.M. Duijndam M.E. van den Heuvel P.J.M. van den Berg Z.D. Ernsting W.L. Toonk W. van Soest J.F.W. van Lammeren

Page 32: Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid · Totale jaarlijkse ruimte productie voor CAWA creatieven (vvo in m2) ontwikkeling subsidie ( per m2 vvo) 0 20.000 40.000 60.000