HENDRIK VERGOTE CLUBLID... · de liefhebbers! Het zijn soms de kleine details die een wereld van...
Transcript of HENDRIK VERGOTE CLUBLID... · de liefhebbers! Het zijn soms de kleine details die een wereld van...
HENDRIK VERGOTE
Hallo, Hendrik! Stel jezelf even voor aan de weinige lezers die jou niet kennen…
Dag, liefhebbers. De meeste tentoonstellers uit de provincie kennen me wel denk ik. Als speler en
keurmeester kom ik op een vijftiental wedstrijden per jaar.
Hoe ontstond jouw liefde voor het vogelrijk ?
Eigenlijk had ik al vogels vanaf mijn 5 à 6 jaar van mezelf. Mijn vader had buiten een grote volière
met inlandse vogels. Maar ik startte destijds met de alom geliefde ‘mandarientjes’ (zebravinkjes).
Had je een link met vinken?
Eigenlijk niet. Mijn pa was geen ‘vinkenpiet’, dus kreeg ik dat niet met de paplepel naar binnen. Hij
was een vogelliefhebber zoals zo velen toen: inlandse vogels vangen en houden in zijn volière. Van
kweken was ‘in zijnen tijd’ helemaal geen sprake.
Roept die periode zoveel warmte bij je op?
Absoluut. Je kunt onze huidige vogelhobby nog moeilijk vergelijken met de periode van mijn vader
en grootvader. Kun jij je voorstellen dat ze op zondag in ons lokaal van café De Koperwiek op de
tafels hopen gevangen spreeuwen en lijsters stapelden en dat die daarna per gewicht verkocht
werden voor consumptie? Nu zie je nog eens zo’n beelden op het internet verschijnen van Noord-
Afrikaanse vangers met een kruiwagen vol… Nee, dit was in niets te vergelijken met de zorg en de
liefde waarmee jij en ik vandaag onze vogels verzorgen!
INTERVIEW met een CLUBLID
leeftijd: 58 jaar
partner: Martine Vyncke
gezin: 2 zonen
job: planning
woont: in Tielt
verzorgt, kweekt en speelt met:
kleurkanaries
Europese vogels
kruisingen
keurmeester KBOF van:
kleurkanaries
lid van: De Witte Mus
Lichtervelde
Hoe ontwikkelde je liefde voor de vogels zich verder ?
Ik kan mee geen enkele periode uit mijn leven herinneren dat ik géén vogels had. Toen ik trouwde
verhuisden mijn vogels, kweekbakken en voliéres met me mee en…er kwamen er alleen maar bij
En je passie om vogels tentoon te stellen?
Mijn eerste tentoonstelling speelde ik op 22-jarige leeftijd met bandvinken. Mijn maat Roland had
een vogelwinkel, dus trokken we in die tijd samen met zijn vrouw naar de tentoonstellingen. We
zetten elk 8 vogels in de C-klasse. Dat waren toen nog 13 zettingen in het gewest Tielt! Daar
ontwaakte mijn volle goesting om vogels te kweken, waarvan de kwaliteit op tentoonstellingen zou
gewaardeerd worden!
Hoe heb je dat aangepakt?
Ik startte met kleurkanaries, de rode soort. Mijn allereerste kampioen kan ik me nog haarscherp voor
de geest halen: mijn roodschimmel won op de tentoonstelling van Sint-Eloois-Winkel. Dat motiveerde
me om op zoek te gaan naar kwaliteitsvogels en te proberen heel veel bij te leren van de kennis van
ervaren kwekers: luisteren, luisteren en nog eens luisteren. Tot vandaag toe leer ik uit elk gesprek met
de liefhebbers! Het zijn soms de kleine details die een wereld van verschil maken in de wedstrijden.
Vrienden van weleer, zoals o.a. Hubert en Alex scherpten mijn gave om snel te zien welke vogel goed
of slecht was. Zo leerde ik streng te selecteren in de rode agaat-, isabel-, zalm-, intensief en
schimmelkleuren. En vooral rode vogeltjes; ik ben nog steeds zot van dat kleur
Hoe zette je de stap naar een niveau hoger?
In 1993 begon in met de lessenreeks om keurmeester te worden bij de KBOF. We startten toen met
27 liefhebbers, maar slechts 3 haalden de eindstreep. Het was verdomd niet gemakkelijk… Maar
mijn leergierigheid zorgde er voor dat ik dag en nacht bezig was met de vogels. Door de opleiding
als keurmeester kreeg ik een haarscherp beeld van de erfelijkheidsleer, wat dat is écht niet simpel!
Hoe bracht je dat in de praktijk?
Goh, bij de kleurkanaries heb ik véél leergeld
betaald. Bijvoorbeeld toen ik startte met wit opaal:
je ziet die staan, ziet die kleurslag graag, dus ga je
op zoek naar liefhebbers die je een koppel willen
verkopen. Via voordrachten, luisteren en lezen krik
je het niveau gestaag op. Want, je bent er nooit in
de vogelkweek, nooit! En ik ben nog lang niet
verzadigd in de kennis…
Hoe begon je aan de kweek van kruisingen?
Via Frans en Eric raakte is ook geboeid door de kweek van kruisingen. Eerst de klassiekers via een
kanarie pop met kneu, sijs, groenvink en mozambiquesijs. Geleidelijk schakelde ik over op het
tegenovergestelde: kweken met inlandse poppen en die combineren met een kanarieman of exoot.
Je spreekt ook met veel respect over je moeder. Hoe belangrijk was zij voor je hobby?
Mijn mama was een vogelliefhebster puur sang! Ik zie haar nog zitten in de zetel voor de televisie
met één van mijn mussen op haar schoot. Ze streelde het beestje alsof het een kat was en die
kleine genoot er van! Nee, zonder de jarenlange inspanningen van mijn moeder was ik nooit op het
(inter)nationale niveau geraakt…jarenlang heeft ze met oeverloos geduld allerhande vogels met de
hand opgekweekt: kruisingen, grote inlandse, mussen…het moeten er wel 1000 zijn geweest. En je
moest de vogels er op tijd weghalen, want anders werden ze té handtam door haar grote liefde. Ik
mis haar nog elke dag, voor wie ze was. Zij snapte voor de volle 100% wat vogels in mij losmaken.
Mijn passie voor de vogels is dus evengoed via mijn mama meegegeven…
Heb je nu nog vrienden waarmee je jouw grote passie delen kunt?
Het is écht onbegonnen werk om alle mensen op te sommen waarmee ik een link heb of een
specialiteit deel. Ik heb van heel veel mensen mogen leren. Maar, ik wil toch één speciaal persoon
met naam noemen: mijn beste vriend Francky Van Ryckeghem. Hij helpt mijn vogels verzorgen en
gaat mee met me bij het inkorven en uitkorven. Hij is mijn rots in de branding! Dat moet ook wel als
je 100 koppels kwalteitsvol wil verzorgen
Hendrik, wanneer doe jij dat allemaal?
Toegegeven, ik leef een héél druk leven…Ik werk 4/5 met mijn volle goesting als planner. Die dag
dat ik wel thuis ben, zorg ik voor mijn kleinkind. Ook in de zorg voor mijn gehandicapte zus ben ik
betrokken. De tuin van mijn schoonmoeder verzorg ik ook. En dan nog al die vogels…tja, soms
neem ik weinig slaap als de kooien klaar moeten zijn voor een tentoonstelling. Als ik mijn woord
geef aan de inrichters dat ik kom, dan wil ik mijn woord gestand houden. En ik wil niet afkomen met
onverzorgde kooien of niet geprepareerde vogels.
Hoe doe je dat eigenlijk om je kanaries zo verzorgd te prepareren?
Het meest secure werk gebeurt bij het wassen. Vooral bij de
witte kanaries is dat echt een nauwkeurig gebeuren. Dit doe ik
samen met mijn vrouw Martine. We zetten drie baden klaar. Het
eerste bad wordt gevuld met gekookt regenwater (dat maakt het
water zachter en het bevat geen kalk). Daarin meng ik een lepel
waspoeder (Blanc voor de witte vogels). Met een scheerborstel
was je dan de vogels met de richting van de pluimen mee. Kijk
ook uit dat je geen sop morst in de ogen van de vogels! Die kop
was je best met een tandenborstel. In het tweede bad (zelfde
water, zonder wasmiddel) spoel je de vogel zorgvuldig af. In het
derde bad voeg je wat gryceline toe, zodat de pluimen en veren
wat ‘voeding’ krijgen. Dat zet de baarden en de schachtjes op.
Tenslotte rol je de gewassen vogel in keukenpapier, elastiekje er
rond en stop je het beestje even in een ‘droogkast’, die ingesteld
staat tussen de 28 – 31 graden. Je doet zo 5 vogels per uur…
Hoe belangrijk is de voeding van je vogels?
De juiste voeding in de correcte dosering aan je vogels geven is van levensbelang voor onze
gevederde vriendjes! De speciale zadenmengelingen die vandaag op de mark zijn, worden met veel
zorg uitgetest en samengesteld! Persoonlijk zweer ik bij de zaden van de firma Versele-Laga.
Ook bij het dagelijks samenstellen van mijn eivoer werk ik graag met hun producten. Voor de rode
kleurkanaries gebruik ik de doos Orlux; voor de witte kleurslag gebruik ik uitsluitend Orlux Bianco.
Op 1 doos Orlux van 1250g voeg ik 250g Frutti paté toe, 1 schep tarwekiempoeder, 1 schep
spirulina, 1 lepel C19, 1 lepel Breedmax en tenslotte het klassieke kiemzaad.
Met deze mengeling merkte ik dat de vogels zo voldoende vitaminesupplementen en eiwitten binnen
krijgen. Maar, dat ook de bestreping van de vogels scherper lijkt, omdat de mineralen inwerken op
de hoorndelen en de pigmenten, vooral op de eumelanine.
Tenslotte zuur ik het drinkwater van de vogels aan met appelazijn: 5 dagen per maand.
Jij bent een geduchte tegenstander op de tentoonstellingen. Hoe ga jij om met je succes?
Wel, ik staar me niet blind op die titels van welk niveau dan ook. Ik blijf feitelijk dezelfde man met
dezelfde gedrevenheid. De vogels die ik meeneem, moeten prima zijn, anders breng ik ze niet in
competitie. Die ingesteldheid is niet veranderd, zelfs al richt ik me op een 30-tal reeksen.
Als ik er dan toch één titel moet uithalen…dan ben ik nog het meest gediend toen ik vorig jaar voor
de 25e keer gewestkampioen werd in Roeselare-Tielt. Voor mij de bevestiging dat ik al een kwart
eeuw lang kwaliteit aflever; dat krijg je niet cadeau, daarvoor moest ik hard werken.
Hendrik, wanneer geniet jij nog eens van je
vogels tussen al dat werk?
Wel, het zal je misschien verbazen, maar
topmomenten voor mij zijn bijvoorbeeld de 7
keuringen die ik jaarlijks voor mijn rekening neem. Ik
kan enorm genieten van het werk dat liefhebbers
leveren om hun vogels in de beste conditie in de
wedstrijden te brengen. Je staat daar alleen tussen
de rekken met die vogels. Je kunt ze ongestoord
bewonderen en selecteren. Voor mij blijft dat écht
speciaal. Want, laat dit duidelijk zijn, ik voel het
grootste respect voor de liefhebbers die hun tijd en
moeite stopen in hun vogels!
Laatst had ik ook nog een fijn momentje…het toeval wilde dat ik me even op mijn ‘gat’ ging zitten in
een volière om de zaden van de grond op te ruimen. Zomaar uit het niets kwamen er tientallen
vogels om en op me zitten…dat moment was ongelofelijk genieten
Hendrik en Martine, dank je wel voor jullie gastvrijheid!
Geniet verder van je prachtige hobby en…tot binnenkort in Lichtervelde!