Help, een puber in huis! - EXPOO...Pubers bouwen een beeld van zichzelf op aan de hand van de...
Transcript of Help, een puber in huis! - EXPOO...Pubers bouwen een beeld van zichzelf op aan de hand van de...
‘Help, een puber in huis!’
2
Inleiding
Elke baby wordt later een adolescent. Maar ook elke ouder was
ooit een adolescent. Adolescentie betekent voor vele ouders
een moeilijke periode. ‘Ons rustig kind werd plots een
dwarsliggende puber’ is een veelgehoorde uitspraak hierover.
Wat betekenen ‘puberteit en adolescentie’? Waarom is het
belangrijk dat een puber zich probeert los te maken van thuis?
Op welke manier kunnen ouders hiermee omgaan? Hoe kan je
als leerkracht toch grenzen stellen aan pubers? Wat moet je
doen als je puber met ‘verkeerde’ vrienden thuis komt? Op
welke manier hou je een adolescent in ’t oog zonder teveel
conflicten?
Ik herken mijn eigen kind niet meer. Vroeger was hij/zij zo
vriendelijk en behulpzaam en nu is het al te veel als ik hem
vraag te helpen met de afwas,… .
De tienertijd is een werktijd, zonder twijfel. De tienertijd is de
overgang naar de volwassenheid, een weg die niet altijd over
rozen loopt. Ruim een vijfde van de jongeren doorloopt een
uiterst moeilijke adolescentie. Dit wil ook zeggen dat er van vier
3
op de vijf jongeren een ‘gewoon hoge’ moeilijkheidsgraad
verwacht mag worden.
Het is een heel moeilijke periode, maar het is ook belangrijk om
aandacht te blijven hebben voor de goede momenten. Ouders
en jongeren hebben het namelijk niet altijd gemakkelijk omdat
die tijd tegelijk zo’n fascinerende en creatieve ontwikkelingstijd
is. De adolescentie barst van de creatieve energie.
4
Puberteit = adolescentie? De puberteit is de periode waarin lichamelijke veranderingen
plaatshebben, wat zichtbaar wordt met het verschijnen van de
secundaire geslachtskenmerken. Voor elke jongere kan op basis
van medisch-wetenschappelijke gronden een vrij duidelijke
begin- en eindleeftijd van de puberteit vastgesteld worden.
Belangrijke lichamelijke veranderingen zijn voornamelijk
hormonale veranderingen die ook hun invloed hebben op de
stemming (Overmatig reageren, hypergevoelig zijn, plotselinge
wijzigingen in slaap- en eetgewoonten, alsof het hele leven van
de jongere tegenzit).
Jongeren kunnen op een meer abstracte manier denken, ook
over zichzelf.
Met adolescentie bedoelen we het bereiken van psychologische
maturiteit en sociale autonomie. Deze periode valt niet echt
scherp af te bakenen. Vaak kun je alleen in een terugblik zien
wanneer de adolescentie precies viel. Deze periode wordt
trouwens alsmaar langer, naarmate de samenleving complexer
wordt.
5
Puberteit: de fase van veranderingen Puberteit heeft te maken met veranderingen op vele gebieden;
lichamelijk, verstandelijk, emotioneel en sociaal. De
veranderingen verlopen niet altijd even gelijkmatig. Je dochter
kan bijvoorbeeld lichamelijk al flink ontwikkeld zijn, terwijl ze
emotioneel eigenlijk nog een kind is. Het omgekeerde kan ook.
Al deze veranderingen kunnen een kind onzeker maken.
Lichamelijke veranderingen
In de puberteit zie je een echte groeispurt. Binnen enkele
weken is een broek al weer te klein en een truitje te smal.
Pubers vallen over hun eigen benen en kunnen nauwelijks
stilzitten, behalve voor de TV. Dat groeien kost veel energie.
Daarom willen ze veel uitslapen, veel eten en veel op de bank
hangen. Niet alleen groeien ze veel, ze krijgen ook meer
spieren en meer vet. Meisjes groeien het meest tussen hun 11e
en 13e jaar. Ze slaan vet op op hun heupen, billen,
bovenbenen, borst en bovenarmen. Ze krijgen een echt
vrouwenlichaam. Ze worden geslachtsrijp; worden ongesteld en
kunnen kinderen krijgen. Ze zijn een tijdje groter en zwaarder
dan jongens van hun leeftijd. Jongens doen wat langer over het
groeien. Het snelst groeien ze tussen hun 12e en hun 15e jaar.
6
Daarna gaat het wat rustiger. Schouders worden breder en ze
krijgen een echt mannenlichaam. Ze krijgen zaad en meestal
merken ze dat door een zaadlozing 's nachts. Ze kunnen nu
kinderen verwekken. Hormonen spelen een belangrijke rol bij
deze veranderingen. Voor een puber is het niet altijd even
gemakkelijk te wennen aan zo'n nieuw lijf. Ook ongesteld
worden gaat bij de een met veel meer pijn en bloedverlies
gepaard dan bij de ander. Een puber krijgt ook seksuele
gevoelens die zeer hevig kunnen zijn. Als ouders noem je het
gekscherend wel eens kalverliefde, maar pubers denken daar
heel anders over, voor hen is het zeer serieus!
Veranderingen in denken
Kinderen vanaf 11 jaar ontwikkelen een andere manier van
denken.
Ze kunnen meer verbanden leggen en hoeven niet alles meer te
zien om het te begrijpen. Ze zijn in staat tot meer inzicht en
overzicht.
Ze gaan eigenschappen in anderen ontdekken en vinden
mensen inspirerend, hopeloos of kinderachtig. Niets spreekt
meer vanzelf. Over alles moet gediscussieerd worden.
Pubers bekijken alles vanuit zichzelf. Zij zijn het middelpunt van
7
de wereld. Een meisje dat ongesteld is, heeft het idee dat de
hele wereld haar maandverband ziet, ook al kan dat niet door
haar kleding. Een jongen die een keer bloost, denkt dat
iedereen dat na weken nog weet. Ze snappen vaak ook niet
waarom ouders zich druk maken over vuile kleren die niet in de
wasmand gegooid zijn. Afspraken of huiselijke taakjes als
afwassen of de vuilniszak buiten zetten, worden vergeten. Ze
hebben veel belangrijker zaken aan hun hoofd: zichzelf en hun
relatie tot hun omgeving.
8
De opdrachten van pubers De puberteit is niet alleen een fase van (ongewild en onbewust)
veranderen, het is ook een fase waarin pubers zich ‘moeten’
ontwikkelen en een aantal ontwikkelingsopdrachten tot een
goed einde moeten brengen. Hieronder geven we wat meer
uitleg over deze opdrachten en geven we een aantal tips mee
hoe je je zoon of dochter hierbij kan helpen.
1. De ontwikkeling van het zelfbeeld: het
vormen van de eigen identiteit.
Pubers bouwen een beeld van zichzelf op aan de hand van de
positieve en negatieve ervaringen die ze in de loop van hun
jeugd opdeden. Ook worden ze geconfronteerd met zichzelf,
met een lichaam dat al dan niet mooi gevonden wordt, met
vaardigheden en verstand die mooi meegenomen zijn of eerder
een belemmering vormen. Die confrontatie vindt ook haar
weerslag in het zelfbeeld dat uiteindelijk opgebouwd wordt.
Hoe kan je als ouder hierbij helpen? Een belangrijk onderdeel
om een goed zelfbeeld te vormen is het hebben van voldoende
9
zelfwaardegevoel. Als je je kind hierbij kan ondersteunen, is het
al een heel eind op weg. Je kan dit op volgende manieren:
- Over jezelf vertellen: Door te vertellen over je eigen twijfels
als jongere en te vertellen over het goede en het slechte. Je
kan vertellen over hoe je zelf reageerde op zwakke
schoolresultaten, waar je zelf bang van was, wat leuk en niet
leuk was aan jouw puberteit. Zo kan je tiener ontdekken dat er
soms meer gelijkenis tussen de generaties is dan ze denken.
- Gerust stellen: Jongeren hebben vaak verschillende angsten:
over hun uiterlijk, of ze er wel interessant uitzien, of ze ooit wel
een partner zullen vinden, of ze wel een beroep gaan vinden
dat past bij hen. Het helpt ook om hun opgewonden en/of
emotionele verhalen te beluisteren over wat er in hun eigen
vriendengroep gebeurt. Die verhalen zijn vaak heftig gekleurd,
er is iets ‘kei-ergs’ gebeurd met een jongen in de klas, er iets
verschrikkelijks aan de hand met iemand, er is een enorm groot
verdriet bij een afgewezen vriendschap, onredelijke vreugde bij
het begin van een relatie. Door te luisteren naar hun verhalen,
zonder op een al te relativerende manier te reageren, geef je
de jongere een geruststellend gevoel: heftige emoties zijn niet
abnormaal.
10
- Openstaan voor negatieve verhalen: Wanneer tieners
vertellen dat ze zichzelf stom vinden, dat de meeste leerlingen
in hun klas pretentieus zijn, dat ze zichzelf hysterisch noemen
of dat de examens wel slecht zullen zijn, hebben we de neiging
om hun verhalen tot hun ware proporties terug te brengen. Het
risico is dat de tiener zich niet gehoord voelt, alsof ze niet
ernstig genomen worden in hun zelfwaardegevoel. Door actief
te luisteren en vragen te stellen, vermijd je dit.
Indien dit aanhoudt of indien dit een invloed heeft op alle
aspecten van het functioneren van de jongere kan je naar de
hulpverlening stappen: wanneer je tiener tegelijk
leerproblemen, slaapmoeilijkheden, andere eetgewoonten,
agressief gedrag, enzoverder vertoont, kan dit wijzen op een
depressie of is er aanwijzing voor een professioneel onderzoek.
2. De ontwikkeling van seksualiteit, die
opgenomen moet worden in het zelfbeeld.
Vanaf de puberteit ontstaan er lichamelijke veranderingen,
hormonale veranderingen. Pubers krijgen fantasieën en leren
hun impulsen onder controle te houden. Seksualiteit is een
belangrijk thema dat ouders tijdig met hun kinderen dienen te
bespreken. Wanneer er te lang mee gewacht wordt, krijgen
11
tieners hun seksuele opvoeding door middel van ‘ruige
moppen’, de media en van de straat. Maar tegelijkertijd is dit
een onderwerp waarin ouders maar een bescheiden rol kunnen
spelen. Zodra kinderen puber worden, ondervinden ze veel
invloed van heel wat (on)gewenste ‘leermeesters’: vrienden,
pers, media, filmindustrie,…
Als ouders kan je je tieners helpen door het gesprek over
seksualiteit aan te gaan. Je kan hierbij trachten een duidelijke
toelichting te geven bij de anatomie, het relationele aspect van
seksualiteit te benadrukken, een positief gesprek te stimuleren
(ipv de schaamte te versterken), juiste en duidelijke informatie
te verschaffen over het risicogedrag tijdens het vrijen en over
anticonceptie.
Hieronder vermelden we een aantal tips:
- Isoleer seksualiteit niet van de globale emotionele
ontwikkeling: toon interesse in de gevoelens die bij
seksualiteit horen. Het is hierbij niet de bedoeling dat je naar
de intieme details vraagt, dit behoort tot de jongere zijn privé
sfeer. Heb aandacht voor de ontwikkeling van het gevoelsleven
van de jongere. Praat over liefde, seksualiteit, hoe je als ouders
een relatie beleeft,… .
12
- Wees niet grenzeloos: Als ouders mag/moet je altijd je eigen
standpunt laten horen. Je hoeft als ouder niet om het even wat
te aanvaarden. Duidelijk verwoorden wat wel en niet kan, is
een hulp bij de opbouw van informatie door de jongere. Maar:
het is niet omdat je grenzen stelt dat je ze ook kan afdwingen.
- Luister naar de jongeren: Moedig je tiener aan, wanneer
hij/zij opinies geeft of ervaringen vertelt. Door te discussiëren
en meningen te vergelijken leren jongeren en bouwen ze kennis
op. Zo kom je ook tot gemeenschappelijke normen waar je als
gezin op terug kan vallen.
- (h)erken je eigen angsten en spreek ze uit: Wanneer je
aan jongeren een grens trekt, iets verbiedt, een mening geeft,
laat hen dan weten wat je eigen standpunt is en toon/geef je
eigen herinneringen en ervaringen mee die daar een rol in
gespeeld hebben. Let wel op, je eigen ervaringen zijn niet altijd
de beste raadgevers voor je kind. Je mag gerust aan je kind
vertellen dat je gewoon heel graag zou willen dat hij/zij zonder
kleerscheuren volwassen wordt, en dat je van daaruit grenzen
stelt,…
13
3. De ontwikkeling van de persoonlijkheid
De jongere leert stukje bij beetje zijn omgeving vanuit andere
invalshoeken te bekijken. Naast kritische beelden van hun
ouders, hun familie, leren ze progressief ook meer realistische
indrukken krijgen. De ouders zijn niet langer ideale figuren,
maar de jongere is dat zelf ook niet meer. Identiteit erf je niet,
maar moet je verwerven. Tieners moeten een koppeling
realiseren tussen enerzijds het zelfbeeld en anderzijds de
gepaste sociale presentatie daarvoor. Soms ontdekken ze een
kloof tussen ‘wie zou ik willen zijn’ en ‘wie ben ik volgens
mezelf?’ en ‘wie ben ik volgens anderen?’
Tips voor ouders:
- Herinner je hoe je zelf getracht hebt je te onderscheiden van je
ouders. En hoeveel je vandaag als volwassene met hen gemeen
hebt.
- Wees niet bang wanneer de jongere meerdere identiteiten
uitprobeert. Het is meestal tijdelijk.
- Praat, praat, praat. Laat de jongere deelnemen aan je
discussies. Houdt niet te veel gesprekken met onderwerpen
voor ‘volwassenen onder elkaar’. Laat jongeren horen hoe we
levenslang bijleren en evolueren in onze persoonlijkheid.
14
- Breng je tiener in contact met veel verschillende mensen die je
zelf kent, veel types van volwassenen, met uiteenlopende
interesses, beroepen, hobby’s,…
- Geef toestemming om de wereld te verkennen. Wees niet bang
als die heel verschillend is. Verkennen is niet hetzelfde als
overnemen.
15
Waarom is de puberteit toch zo moeilijk
voor ouders? Wie evolueert, rijper wordt, is in ontwikkeling en mist dus
regelmaat, dit maakt o.a. dat deze periode zo moeilijk is voor
ouders. Het is geen gelijkmatig evoluerende periode. De fysieke
ontwikkeling kent momenten van spurt en momenten van
stilstand. Ditzelfde geldt voor de psychologische ontwikkeling.
Het gaat om op-en-neer bewegingen, wat in dit geval letterlijk
begrepen moet worden: er is vooruitgang maar ook terugval.
Psychologisch ontwikkeling wil trouwens niet zeggen dat de
adolescent louter nieuwe thema’s ontmoet. Integendeel, de
adolescentie is de grote terugkeer van de belangrijke thema’s in
het leven, die ook in de kindertijd doorgewerkt werden.
Pubers in een gezin: Met een puber in het gezin is het hele
gezin een beetje in de puberteit. Pubers willen zich sterk
onderscheiden van hun jongere broers en zussen. Ze willen
later naar bed, gezag afdwingen, aandacht voor hun verhalen
enz. Ze nemen meer afstand van hun ouders, bijvoorbeeld ook
wat betreft knuffelen of een nachtzoen. Regels worden
overtreden of in hun voordeel uitgelegd. Ze willen meer
16
privacy; de deur van de badkamer en hun eigen kamer gaat op
slot. En zijn ouders een avondje weg, dan is de voorraad chips
en drank vaak danig geslonken want…ze hadden honger en
dorst.
Problemen aanpakken bij je tiener:
Ouders hebben met hun pubers vaak ruzie om verschillende
redenen.
Vooraleer je met je tiener in een oeverloze discussie
terechtkomt over vuile kousen, te laat thuis komen, het niet
opruimen van de kamer, … kan je voor jezelf eerst een aantal
zaken nagaan. Dit kan helpen bij het bepalen of bepaalde zaken
inderdaad de moeite zijn om het gesprek aan te gaan.
- Hoe tevreden ben ik met mezelf?: Zijn er bepaalde
problemen die ik zelf heb, zit je zwakke plek in de weg als je
het probleem met je kind wil oplossen. Zorgt jouw zwakke plek
ervoor dat je het probleem vervormd bekijkt?
- Hoe belangrijk vind ik het probleem?: Is het een belangrijk
probleem of een lastig probleem? Belangrijke problemen zijn
belangrijk voor het kind zelf, lastige problemen zijn vervelend
17
en een last voor jou als ouder. Ouders kunnen hierin wel
verschillen, vb: als je kind lang aan de telefoon hangt, is dit
lastig voor jezelf als je ondertussen niet bereikbaar bent of als
de kosten oplopen; het kan daarentegen goed zijn voor
zijn/haar sociale integratie. Idem met het experimenteren van
bepaalde kledingstijlen; lastig voor jou, maar kan nuttig zijn
voor je kind om zijn eigen stijl/identiteit te kunnen ontwikkelen.
- Hoe gaat het globaal met mijn kind?: Gaat het goed met
mijn kind op school, thuis, op sociaal gebied,…is een bepaald
probleem misschien niet zo erg en geen aanwijzing dat je kind
aan het ontsporen is,… .
‘Wat we denken te zien, is vaak meer wat we denken dan wat
we zien.’
Het is hierbij wel belangrijk om in het achterhoofd te houden
dat geen twee pubers dezelfde zijn. Uiterlijk is voor iedere
puber belangrijk, maar de een gebruikt graag veel make-up,
terwijl de ander meer van naturel houdt. De een verdrinkt zich
in de liefde, de ander houdt het onder controle. Ook de houding
ten opzichte van school kan zeer verschillen; van spijbelen en
genieten tot leren en snel de school afmaken. Experimenteren
met drugs doen ook niet alle pubers; de een wil alles
18
uitproberen en niets is te dol, anderen houden zich verre van
alcohol en drugs. Ook binnen een gezin kunnen pubers sterk
verschillen, de ene broer was heel ‘vlot’ door de puberteit
geraakt terwijl de tweede voor iets meer ‘uitdaging’ zorgt. Als
dit het geval is, probeer er dan op te letten dat je niet steeds
de opmerking maakt: ‘ Jouw broer was veel liever hoor, met
hem hadden we geen problemen, kan je je nu eens niet
gewoon zoals je broer gedragen,… ?’ Daar heeft je puber niets
aan en het zorgt alleen maar voor meer spanningen binnen het
gezin.
Taalgebruik bij tiener. Kunnen tieners van
tegenwoordig niet meer goed praten?
‘kom een bekke later’, ‘ keb egt wel gelogen gizteren, vertel ut
nie verduh, owkee?’, ‘Da’s wel nice he’,…
Als ouder van een adolescent vraag je je soms af of je kind nog
wel kan spreken, juist kan schrijven,… . Dit kan soms leiden tot
ongerustheid bij ouders, maar in de praktijk blijkt dit niet nodig
te zijn. Kinderen verzinnen gewoon graag een eigen taalgebruik
om zich te onderscheiden; het is een spel. Inmiddels lijkt het
zogenaamde sms-taaltje alweer aan populariteit te verliezen en
wordt het weer ‘cool’ om gewoon Nederlands te schrijven.
19
De invloed van leeftijdsgenoten. De eerste maatregel bij druk van leeftijdsgenoten is tijd. De
invloed van vrienden duurt meestal opvallend kort. De eerste
jaren op de middelbare school vormen vaak het hoogtepunt van
die invloed.
Ouders hebben een verkeerd beeld van die ‘sociale druk’ die
door vrienden en leeftijdsgenoten wordt uitgevoerd om slechte
dingen te doen. De sociale druk komt niet van leeftijdgenoten,
die komt vanuit het kind zelf. Vb: met seks, drugs en rock-‘n-
roll, kan de druk van vrienden groot zijn, maar alleen bij die
kinderen die vatbaar zijn voor seks, drugs en rock-‘n-roll.
Je blijft als ouder nog steeds invloed hebben op je kind, hoewel
dat misschien niet altijd zo lijkt. Onderzoek toont aan dat de
normen, waarden en regels van kinderen vooral van hun ouders
afkomstig zijn en niet van vrienden. Wel op voorwaarde dat je
kind respect voor je heeft. Dit is zo omdat tieners belangrijke
dingen van hun ouders meekrijgen, al van bij het begin van de
puberteit. Ze hebben zich de waarden, normen en regels van
hun ouders eigen gemaakt. Tijdens de puberteit zetten ze deze
even in de ‘koelkast’ maar eens ze wat ouder worden, zullen de
normen en waarden die ze van thuis meegekregen hebben
opnieuw belangrijk worden.
20
Hulp of informatie nodig? Solidariteit voor het Gezin – Afdeling Hopon
A.&M. Hellinckxstraat 45 – 1083 Ganshoren
Tel.: 02/421.79.91 - E-mail: [email protected] -
www.solidariteit.be
Meer lezen? Voor ouders en leerkrachten:
Alles went, ook een adolescent. Wegwijzer bij het
opvoeden van jongeren. T. Compernolle, H. Lootens, R.
Moggre en T. van Eerden. Lannoo: Tielt.
Praten met je tiener: de stap van discussiëren naar
onderhandelen. P. Adriaenssens. Lannoo: Tielt.
Van hieraf mag je gaan: over het opvoeden van tieners.
P. Adriaenssens. Lannoo: Tielt.
Pubers: De 100 meest gestelde vragen. S. Desodt.
Globe: Roeselare.
Moeilijke adolescenten. J. Peeters. Garant: Antwerpen.
Praten met je puber. A. Heffels. Spectrum: Utrecht.
Ja, je tiener is crazy! Een overlevingsstrategie voor
ouders. M.J. Bradley. Lannoo: Tielt.
21
Tieners: zit stil op school. Omgaan met ADHD. Gids voor
ouders, leerkrachten en hulpverleners. R. Bollaert en M.
Derudder. Lannoo: Tielt.
Voor hulpverleners:
Tieners in de knoei: Gids voor het begeleiden van
jongeren. I. Engelen en I. Coosemans. Lannoo: Tielt.
Bovenstaande boeken werden gebruikt bij het opmaken van
deze brochure en zijn ontleenbaar in onze bibliotheek.
Deze brochure is een realisatie van Solidariteit voor het Gezin