Heiztechnik ATMON V - ELCO · 2014. 7. 31. · ATMON Vfi 2 Heiztechnik Overzicht Geachte klant,...

28
ATMON V Heiztechnik Richtlijnen inzake gas (90/396/CEE) Richtlijnen inzake rendement (92/42/CEE) COD. 066490 ED. 01 Gebruiksaanwijzing voor de gespecialiseerde vakman

Transcript of Heiztechnik ATMON V - ELCO · 2014. 7. 31. · ATMON Vfi 2 Heiztechnik Overzicht Geachte klant,...

  • ATMON V®Heiztechnik

    Richtlijnen inzake gas (90/396/CEE)Richtlijnen inzake rendement (92/42/CEE)

    COD. 066490 ED. 01

    Gebruiksaanwijzing voor degespecialiseerde vakman

  • ATMON V®

    2

    Heiztechnik

    Overzicht

    Geachte klant,

    Wij danken u dat u voor een verwarmingsketel ATMON V® gekozen heeft. Wij garanderen u dat uvoor één van de beste toestellen die op de markt verkrijgbaar zijn gekozen heeft. Dit toestel kan tegelijk aluw behoeften inzake veiligheid tegemoet komen. U kunt tegelijk op een ruim net van installateurs met eenna-verkoopdienst rekenen, dat telkens optreedt wanneer u het nodig acht en om het regelmatig onderhoudvan uw toestel te verzekeren. Om uw ketel optimaal te gebruiken en om van alle voordelen ervan tegenieten, vragen wij u dit dokument aandachtig door te nemen en daarna te bewaren. Om het lezen ervante vergemakkelijken hebben we het in vier hoofdstukken ingedeeld: algemene informatie, instructies voorde gebruiker (beschrijving en gebruiksaanwijzing van het toestel), instructies voor de installateur (zijnaanpak) en instructies voor de na-verkoopdienst (opstart en onderhoud).

    Overzicht1 - ALGEMENE AANDUIDINGEN .................................................................................................... 3

    2 - BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL....................................................................................... 3

    3 - TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATIE ............................................................. 4

    3.1 Kenmerken en omvang ............................................................................................................................... 43.2 Afmetingen ................................................................................................................................................. 43.3 Voorzorgsmaatregelen voor de installatie .................................................................................................... 53.4 Elektrische aansluiting ..............................................................................................................................10

    4 - ELEKTRISCHE SCHEMA'S..................................................................................................... 11

    4.1 Uitvoering met elektronische ontsteking (standaard) .................................................................................. 114.2 Uitvoering met elektronische ontsteking (boilervoorrangschakeling RB-EM) ...............................................124.3 Uitvoering met elektronische ontsteking (weersafhankelijke regeling LOGON M) .......................................134.4 Uitvoering met elektronische ontsteking (weersafhankelijke regeling LOGON M Z1) ...................................144.5 Uitvoering met elektronische ontsteking (weersafhankelijke regeling LOGON M Z2) ...................................15

    5 - BESCHRIJVING ....................................................................................................................... 17

    5.1 Uitvoering met elektronische ontsteking ATMON V® .................................................................................17

    6 - INGEBRUIKNAME.................................................................................................................... 19

    6.1 Eerste inbedrijfstelling ...............................................................................................................................196.2 Elektrodenstand ........................................................................................................................................196.3 Gasblok ....................................................................................................................................................206.4 Branderautomaat .......................................................................................................................................20

    7 - REGELING................................................................................................................................ 21

    7.1 - Boilervoorrangschakeling RB-EM ............................................................................................................217.2 - Weersafhankelijke regeling ......................................................................................................................21

    8 - KENMERKEN VAN DE CIRCULATIEPOMPEN ...................................................................... 25

    8.1 Verwarmingspomp .....................................................................................................................................258.3 Onderhoud ................................................................................................................................................268.2 Schema van de hydraulische verbindingen ATMON V® ..............................................................................268.4 Eventuele problemen en oplossingen .........................................................................................................27

  • ATMON V®

    3

    Heiztechnik

    Algemene inlichtingen

    1 - ALGEMENE AANDUIDINGEN

    Dit instruktieboekje maakt deel uit van het produkt; zorg erdus voor dat het bij het toestel blijft, zelfs in het geval vanverkoop en het naar een andere bezitter overgaat, ook bijeen eventuele verhuis zodat het ook door deze, alsook doorhet personeel van ELCO-KLÖCKNER nagelezen kan worden.

    De installatie van het toestel en elke technische ingreep,ook bij onderhoud, moet door een bevoegd vakmanplaatsvinden. Men verstaat onder vakman, een persoon dieeen specifieke technische bevoegdheid heeft en die dezereeds bewezen heeft in de wereld van de verwarming enwarmwaterproduktie-technieken.

    Gedurende het gebruik van het toestel mogen noch deveiligheden noch de automatische regelingen gewijzigdworden, tenzij dit door de bevoegde vakman gedaan wordt.

    Een verkeerde installatie kan schade met zich meebrengenzowel voor personen, dieren en objekten. De fabrikant wijstalle kontraktuele verantwoordelijkheden af voor alle schadedie veroorzaakt zou zijn door een slecht onderhoud en/ofgebruik ervan en zeker ook door het niet naleven van demeegeleverde instrukties van de fabrikant.

    Dit toestel moet warmwater produceren, het moet dusverbonden zijn aan een verwarmingsinstallatie die hetzelfdevemogen bezit.

    Het is ten zeerste verboden dit toestel voor andere doeleindente gebruiken als deze vermeld in dit dokument.

    Slechts de vervangingsstukken en onderdelen dieoorspronkelijk door ELCO-KLÖCKNER vervaardigd zijnmogen gebruikt worden.

    Nadat u het toestel uit zijn verpakking genomen heeft, kijkt una of alle onderdelen aanwezig zijn en dat deze in eenonberispelijke staat zijn.

    Laat geen verpakkingen zoals karton, plastieken zakken,polystyrene enz. in het bereik van kinderen. Deze kunnenongelukken veroorzaken.

    2 - BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL

    De ATMON zijn gasketel met gesloten verbrandingskamerdie beantwoorden aan de behoeften van de huishoudelijkeverwarming. Het ketelblok bestaat uit meerderegebreveteerde gietÿzeren elementen.Deze ketels worden gebouwd volgens de CE normen enwaarborgen een optimale veiligheid.

    Werking op gasDeze ketels zijn enkel verkrijgbaar met een elektronischeontsteking en de vlam wordt door een ionisatie elektrodegedetekteerd.

    Hydraulische kringloopOp de hydraulische kringloop is één over-temperatuurbegrenzer voorzien. Deze thermostaat van hettype met ondergedompelde voeler, laat de ketel niet verderwerken wanneer de temperatuur van het ketelwater de vóór-ingestelde temperatuur overschrijdt. Deze thermostaat kanmet de hand ontgrendeld worden door op deontrgrendeldrukknop te duwen. Deze ontgrendeldrukknopbevindt zich op het schakelbord. Er kan en mag slechts naenkele minuten op deze knop gedrukt worden nadat detemperatuur van het ketelwater gedaald is.RookgasafvoerVia een concentrische buis (dubbelwandige buis) of via eentweevoudige buis gebeurt de rookgasafvoer en deluchtaanvoer.De rookgassen worden naar buiten geduwd met behulp vaneen ventilator welke zich na de vuurhaard bevindt.

    Elektrisch bedieningspaneelHet bedieningspaneel is volledig uitgerust, overzichtelijk engoed bereikbaar.

    Hydraulisch systeemVolgens het ketelmodel zijn alle componenten aanwezig.

  • ATMON V®

    4

    Heiztechnik

    3.2 Afmetingen

    MI

    RI

    AB

    CI

    G

    3 - TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATIE

    3.1 Kenmerken en omvang

    - Maximale temperatuur 110° C

    - Maximale werkdruk 4 bar

    TYPE

    Nuttigvermogen

    Calorischdebiet op

    PCI

    Gasdebiet15°C 1013

    mbar

    Werkingsdrukbrander

    Aantalbrander-lanzen

    Spuitstukken DiafragmaDrukverlieswaterzijde

    Gewicht Water-inhoud

    kW kWG20m³/h

    G20mbar

    G25mbar

    Aantal Aantal Ømm Aantal Ømm mbar kg l

    ATMON V®

    2025,8 28,5 2,99 11,8 14,8 2 2 3,10 1 5,70 20,8 140 15,1

    ATMON V®

    3031,7 34,86 3,66 11,1 14,1 2 2 3,45 1 6,10 23,8 155 16,8

    RI - Retour C.V. kring 3/4" MMI - Vertrek C.V. kring 3/4" MCI - Vulleiding 1/2" MG - Gasaansluiting 1/2" MAB - Aansluiting boiler (optie) 1" M

    MaattekeningTechnische kenmerken

  • ATMON V®

    5

    Heiztechnik

    Installatie

    3.3 Voorzorgsmaatregelen voor de installatie

    Het thermische vermogen van de ATMON V® is in de fabriekafgeregeld en ingesteld overeenkomstig de voorschriftenvan de CE norm. Geen enkele andere regeling is toegestaan.N.B. Een gasafsluiter, met BGV-keurmerk dient geplaatst teworden tussen de gastoevoer en de ketel.

    Het plaatsen van de ketel

    Alvorens de nieuwe ATMON V® ketel te plaatsen dient debestaande C.V. kring gespoeld te worden omdat slibafzettingof vreemde elementen de goede werking of verstopping vande ketel niet in het gedrang zouden brengen. Zo zouden b.v.de pompen, ventielen of veiligheidskleppen beschadigdkunnen worden.Aangeraden wordt tussen de leidingen en ATMON V®

    afsluitkranen te voorzien om deze te kunnen isoleren.

    - De gasteller moet zodanig gekozen worden dat hijgelijktijdig het gasdebiet kan verwerken van de ATMONV® en andere gastoestellen.

    - De aansluitingen zo uitvoeren dat op de gasleidingenvan de ketel geen spanning kan komen.

    - De gasleidingen aansluiten volgens de geldenderichtlijnen. De diameter van de gastoevoer op de ATMONV® is niet het criterium voor de leidingdiameter. Dezewordt bepaald in funktie van het drukverlies en de lengtevan de leidingen.

    - Indien de installatie uitgerust is met thermostatischekranen, dient tussen het vertrek en retour eenoverstortventiel geplaatst te worden. Deze vermindertgeluidshinder veroorzaakt door radiatorkranen die op hetpunt staan te sluiten.

    Schoorsteen

    De ATMON V® zijn staande gasketels, gebouwd met eengesloten verbrandingskamer, ook de gedwongenrookgasafvoer genoemd. De aan- en afvoer van deverbrandingslucht en verbrandingsgassen gebeurt via eenconcentrische of dubbele buis en met behulp van eenventilator en gecontroleerd door een pressiostaat. Deschoorsteenverbinding mag enkel uitgevoerd wordenvolgens de richtlijnen van ELCO-KLÖCKNER. Gebruik steedsde originele schoorsteenelementen van ELCO-KLÖCKNER.Deze moeten goed aangesloten worden.De verbrandingsgassen kunnen soms onder druk komen testaan; dat betekent dat de verschillende verbindingenhermetisch afgesloten moeten zijn.

  • ATMON V®

    6

    Heiztechnik

    Installatie

    Maximale lengte is 4 meter. Per bocht moet men met eenvermindering van 0,8 meter rekening houden.

    TYPE: C12

    Maximale lengte is 4 meter. Per bocht moet men met eenvermindering van 0,8 meter rekening houden.

    TYPE: C32

    De lengte van de aan- en afvoer is maximaal 23 meter. Perbocht moet men met een vermindering van 0,8 meterrekening houden.

    TYPE: C42

    De lengte van de aan- en afvoer is maximaal 23 meter. Perbocht moet men met een vermindering van 0,8 meterrekening houden.

    TYPE: C52

  • ATMON V®

    7

    Heiztechnik

    Configuratie van een tweevoudig evacuatiesysteem (opaanvraag),(twee buizen)Om het afvoergassensysteem te veranderen, m.a.w. van hetcoaxiale systeem naar het tweevoudig systeem over te gaan,handel zoals volgt:

    - verwijder het deksel (A) dat de leiding van luchttoevoerbedekt (zie schema coaxiale evacuatie);

    - plaats de plastieken deflector voor de luchtdeviatie in deopening van de luchttoevoer leiding. Let op het kleineplastieken pijltje dat zich op de deflector bevindt en datde juiste plaatsing aanduidt;

    - bevestig de deflector met behulp van de drie parkervijzendie het afsluitdeksel bevestigden;

    - plaats vervolgens de vernauwer van gasuitvoer in deopening van de leiding. Bevestig deze met behulp vaneen parkervijs;

    - sluit vervolgens de verbrandingsgassenuitlaat en deluchttoevoer aan.

    - Uitlaat van de verbrande gassen (60 mm)

    - Verbrandingsluchttoevoer (100 mm)

    - Uitlaat van de verbrande gassen (80 mm)

    - Apport d verbrandingsluchttoevoer frais (125 mm)

    Installatie

    Configuratie van een coaxiaal evacuatiesysteem(ook concentrische of dubbele buis genoemd)

    DEKSELLUCHTTOEVOER (A)

    AFVOERVERBRANDINGSGASSEN

    VERSE LUCHTTOEVOER

    VERSE LUCHTTOEVOER

    AFVOERVERBRANDINGSGASSEN

    DEFLECTOR LUCHTTOEVOER

    VERNAUWER VOORVERBRANDINGSGASSEN

  • ATMON V®

    8

    Heiztechnik

    B

    C

    C D C

    1

    2

    3

    4

    5

    C

    Installatie

    Instelling van de afsluiting voor luchttoevoer

    Bij de twee schoorsteenuitvoeringen, zijnde deconcentrische en de tweevoudige buis, kan men deverschillende lengten dankzij het systeem van instelbareafsluiting, dat zich op de bovenzijde van deverbrandingskamer bevindt, gaan inregelen.OPGELET: voor de goede werking van de ketel is het absoluutnoodzakelijk het afsluitsysteem zorgvuldig in te stellenvolgens de lengten van de leidingen. Gebruik hiervoor detabel E (concentrische of dubbele buis) of de tabel F(tweevoudige buis).Er zijn vijf voorboringen voorzien om het afsluitsysteem tebevestigen. Bij de fabrieksinstelling staat deze op stand 1.

    Indien u deze wenst te veranderen handelt u als volgt:

    - verwijder de 4 vijzen die het deksel op de verbrandingskamerbevestigen (B);

    - verwijder de 2 vijzen (C) die het afsluitsysteem bevestigen (D);

    - plaats het afsluitsysteem op de gewenste stand, van 1 tot 5,volgens de aanduidingen op de tabellen E en F;

    - plaats het deksel opnieuw op de verbrandingskamer (B).

  • ATMON V®

    9

    Heiztechnik

    Tabel E,1coaxiale lengte (m) 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0

    Instelling coaxiale uitlaatopening van de luchtleiding

    (mm)9 x 132 12 x 132 18 x 132 30 x 132 40 x 132

    Ø 60/100 mm stand van afsluitsysteem 1 2 3 4 5

    Tabel Flengte (m) 0 - 14 14 - 23

    Instelling dubbele buis,of, tweevoudiguitlaatsysteem

    opening van de luchtle iding(mm)

    9 x 132 40 x 132

    stand van afsluitsysteem 1 5

    Tabel E,2coaxiale lengte (m) 2 5 9 10-12

    Instelling coaxiale uitlaatopening van de luchtleiding

    (mm)9 x 132 12 x 132 18 x 132 40 x 132

    Ø 80/125 mm stand van afsluitsysteem 1 2 3 5

    Installatie

    Analyse de gassen

    N.B. De in de tabel gegeven lengten verwijzen naar een rechtlijnig traject: een bocht van 90° vermindert deze met 0,8 m.N.B. In het tweevoudig uitlaatsysteem verstaat men onder evenwijdige lengte het resultaat van de som van de lengte van deverbrandingsgassen + de lengte van de luchttoevoer.

    De verbrandingskamer biedt de mogelijkheid om opeenvoudige wijze de verbrandingsgassen en/of de lucht tecontroleren. Om dit uit te voeren, verwijder de bovenplaat vande ketelmantel en de beschermdoppen.

    MEETNIPPELVERBRANDINGSGASSEN

    BESCHERMDOPPEN

    MEETNIPPEL VERSELUCHTTOEVOER

  • ATMON V®

    10

    Heiztechnik

    Installatie

    3.4 Elektrische aansluiting

    Kijk na of de elektrische installatie een degelijke aardingheeft waaraan de ketel verbonden zal worden. Dit is heelbelangrijk en verplicht. Bij twijfel moet de gehele elektrischeinstallatie door een bevoegde elektricien nagekeken worden.Nooit mogen de water- of gasleidingen als aarding dienen.Laat het vermogen van de elektrische installatie nakijkenopdat deze sterk genoeg zou zijn om de ketel en debijkomende apparaten aan te sluiten. De draadsektie moetjuist en goed worden bepaald voor het geïnstalleerdvermogen. Nooit mogen er aanpassingen, stekkers ofverlengsnoeren bijgeplaatst worden.Er moet gelet worden op het feit dat elk bijkomend elementdat elektriciteit gebruikt, aan bepaalde basisregels moetvoldoen:- raak nooit het toestel aan met natte of vochtige handen of

    voeten;

    - trek nooit aan de bedrading;

    - stel nooit de apparatuur bloot aan weersafhankelijkeelementen;

    - laat nooit kinderen of onbevoegden met elektrischetoestellen spelen.

    De elektrische bedrading van de ketel mag nooit door degebruiker vervangen worden. Bij beschadiging moet hettoestel gestopt worden en beroep gedaan worden opbevoegd personeel.

    Elektrische stroomtoevoerVoor de ATMON V® ketels worden geleverd met eenelektrische 3-polige voedingskabel.

    KamerthermostaatDe aansluiting van de kamerthermostaat gebeurt via een 3-polige stekker welke onderaan het schakelbord geplaatstis. Verwijder de brug alvorens de kamerthermostaat aan tesluiten (aangeduid door een * symbool op het elektrischschema). De regelthermostaat moet op een voldoende hogetemperatuur geplaatst worden zodat de kamerthermostaatgoed kan werken.

  • AT

    MO

    N V

    ®

    11

    He

    iztech

    nik

    Be

    die

    nin

    gs

    bo

    rd

    4 - EL

    EK

    TR

    ISC

    HE

    SC

    HE

    MA

    'S

    4.1 Uitvo

    ering

    met elektro

    nisch

    e on

    tsteking

    (stand

    aard)

    IG Schakelaar AAN/UIT

    F1 Zekering 6A

    TR Regelaquastaat

    TS Veiligheidsaquastaat

    TSF Isolatietransfo

    C1 Fiche stroomtoevoer

    C2 Fiche kamerthermostaat

    C3 Fiche boilerpomp

    C4 Fiche C.V. pomp

    VG Gasblok

    LB LED rookgasveiligheid (rood)

    LV LED werking (groen)

    EA Ontstekingselektrode

    ER ionisatieëlektrode

    M AfzuigventilatorPA Veiligheids pressostaat* Opgelet: brug verwijderen Fiche C2

    *

  • AT

    MO

    N V

    ®

    12

    He

    iztech

    nik

    Opmerking RE-BM toestel:a. Brug te plaatsen tussen 1&2 indien

    geen min. ketelsteuntemperatuurnodig.

    b. Brug te plaatsen tussen 4&5 indienmen wenst dat de C.V. pomp en boilertegelijk draaien

    Be

    die

    nin

    gs

    bo

    rd

    4.2 Uitvo

    ering

    met elektro

    nisch

    e on

    tsteking

    (bo

    ilervoo

    rrang

    schakelin

    g R

    B-E

    M)

    IG Schakelaar AAN/UIT

    F1 Zekering 6A

    TR Regelaquastaat

    TSF Isolatietransfo

    C1 Fiche stroomtoevoer

    C2 Fiche kamerthermostaat

    C3 Fiche boilerpomp

    C4 Fiche C.V. pomp

    VG Gasblok

    M Afzuigventilator

    PA Veiligheids pressostaat

    TB Voeler boiler

    TK Voeler ketel

    M1 Fiche stroom RB-EM

    M2 Fiche voelers RB-EM

    TS Veiligheidsthermostaat

    LB LED rookgasveiligheid (rood)

    LV LED werking (groen)

    EA Ontstekingselektrode

    ER ionisatieëlektrode * Opgelet: brug verwijderen Fiche C2

    *

  • AT

    MO

    N V

    ®

    13

    He

    iztech

    nik

    4.3 Uitvo

    ering

    met elektro

    nisch

    e on

    tsteking

    (weersafh

    ankelijke reg

    eling

    LO

    GO

    N M

    )

    Be

    die

    nin

    gs

    bo

    rd

    IG Schakelaar AAN / UIT

    F1 Zekering 6A

    TS Veiligheidsaquastaat

    TR Regelaquastaat

    TSF Isolatietransfo

    LB LED rookgasveiligheid (rood)

    LV LED werking (groen)

    EA Ontstekingselektrode

    ER ionisatieëlektrode

    C1 Fiche stroomtoevoer

    C2 Fiche kamerthermostaat

    C3 Fiche boilerpomp

    C4 Fiche C.V. pomp

    VG Gasblok

    M Afzuigventilator

    PA Veiligheids pressostaat

    TA Buiten voeler

    TV Vertrek voeler

    TB Voeler boiler

    TK Voeler ketel * Opgelet: brug verwijderen Fiche C2

    *

  • AT

    MO

    N V

    ®

    14

    He

    iztech

    nik

    4.4 Uitvo

    ering

    met elektro

    nisch

    e on

    tsteking

    (weersafh

    ankelijke reg

    eling

    LO

    GO

    N M

    Z1)

    Be

    die

    nin

    gs

    bo

    rd

    IG Schakelaar AAN / UIT

    F1 Zekering 6A

    TS Veiligheidsaquastaat

    TR Regelaquastaat

    TSF Isolatietransfo

    LB LED rookgasveiligheid (rood)

    LV LED werking (groen)

    EA Ontstekingselektrode

    ER ionisatieëlektrode

    C1 Fiche stroomtoevoer

    C2 Fiche kamerthermostaat

    C3 Fiche boilerpomp

    C4 Fiche C.V. pomp

    VG Gasblok

    M Afzuigventilator

    PA Veiligheids pressostaat

    TA Buiten voeler

    TV Vertrek voeler

    TB Voeler boiler

    TK Voeler ketel

    * Opgelet: brug verwijderen Fiche C2

    *

  • AT

    MO

    N V

    ®

    15

    He

    iztech

    nik

    4.5 Uitvo

    ering

    met elektro

    nisch

    e on

    tsteking

    (weersafh

    ankelijke reg

    eling

    LO

    GO

    N M

    Z2)

    Be

    die

    nin

    gs

    bo

    rd

    IG Schakelaar AAN / UIT

    F1 Zekering 6A

    TS Veiligheidsaquastaat

    TR Regelaquastaat

    TSF Isolatietransfo

    LB LED rookgasveiligheid (rood)

    LV LED werking (groen)

    EA Ontstekingselektrode

    ER ionisatieëlektrode

    C1 Fiche stroomtoevoer

    C2 Fiche kamerthermostaat

    C3 Fiche boilerpomp

    C4 Fiche C.V. pomp

    VG Gasblok

    M Afzuigventilator

    PA Veiligheids pressostaat

    TA Buiten voeler

    TV Vertrek voeler

    TB Voeler boiler

    TK Voeler ketel* Opgelet: brug verwijderen Fiche C2

    *

  • ATMON V®

    16

    Heiztechnik

    Bedieningsbord

    LegendeF1 beige/beigeF2 bruin/brunF3 groen/vertF4 grijs/grisF5 oranje/orangeF6 violet/violetF7 blauw/bleuF8 purperrood/pourpreF9 wit/blancF10 geel/jaune

  • ATMON V®

    17

    Heiztechnik

    1 2 3 4 7

    5 6

    Werking met elektronische ontsteking

    5 - BESCHRIJVING

    5.1 Uitvoering met elektronische ontsteking ATMON V®

    Legende

    1 Schakelaar aan/uit2 Regelthermostaat van de ketel3 Ketelthemometer4 Rookgasthermostaat5 Led indicatie: werking (groen)6 Led indicatie: rookgasveiligheid (rood)7 Inbouwmogelijkheid: RB-EM of LOGON-MC1 Fiche "Stroomvoeding"C2 Fiche "Kamerthermostaat"C3 Fiche "Boilerpomp"C4 Fiche "C.V. pomp verwarming"

    C1

    C2

    C3

    C4

    F1

    C4

    C3

    C2

    C1

  • ATMON V®

    18

    Heiztechnik

    12

    8

    10

    9

    11

    13

    6

    5

    7

    1

    2

    3

    4

    Legende

    1 Verbindingskabel gasblok2 Ontgrendelkop3 Branderautomaat: controle van de vlam en onsteking4 Gasklep5 Dompelhuls6 Identificatieplaat7 Brander8 Veiligheidsklep9 Manometer10 Circulator11 Expansievat12 Vulkraan13 Purgeringskraan

    Werking met elektronische ontsteking

  • ATMON V®

    19

    Heiztechnik

    3,5 mm

    Werking met elektronische ontstekingInbedrijfstelling

    6 - INGEBRUIKNAME

    6.1 Eerste inbedrijfstelling

    Bij een eerste inbedrijfstelling dienen volgendevoorzorgsmaatregelen in acht genomen te worden:

    - Nakijken of er water op de installatie staat en of deleidingen nergens lekken vertonen.

    - Installatie ontluchten.

    - De rookgasleiding en luchtaanvoerleiding nakijken.

    - Dichtheid van de gasleidingen controleren d.m.v. eenoplossing met zeepwater.

    - De hoofdschakelaar aanzetten teneinde het apparaatonder spanning te plaatsen.

    - De ketelthermostaat op de gewenste temperatuurinstellen. Hierdoor wordt de brander in werking gestelden zal vervolgens automatisch geregeld worden.

    6.2 Elektrodenstand

    Voorzorgsmaatregelen voor de installatie

    De thermische vermogens van de ATMON V® op aardgas zijnin de fabriek afgeregeld en ingesteld overeenkomstig devoorschriften van de C.E.-normen. Geen enkele andereregeling is toegestaan.

    N.B.: Een gasafsluiter, met BGV-keurmerk dient geplaatst teworden tussen de gastoevoer en de ketel.

    gascollector

    spuitstuk

    branderbed

    ionisatieelektrode

    ontstekingselektrode

  • ATMON V®

    20

    Heiztechnik

    S

    A

    C

    B

    6.3 Gasblok

    Bij de eerste opstart moet de aanwezige lucht in degasleiding verwijderd worden.Dit kan door het verwijderen van de stop (A).

    Laatste nazicht

    Start het systeem om na te kijken of alle handelingen goedzijn uitgevoerd; Laat het een volledige cyclus uitvoeren om zote kunnen vaststellen dat alle onderdelen goed werken.

    6.4 Branderautomaat

    Na een lange stilstand van de ketel kunnen er zich problemenvoordoen bij de ontsteking ten gevolge van luchtbellen in detoevoerleiding van het gas. Wanneer zich dit voordoet danvergrendelt de branderautomaat zich en zal het rode lampje(S) branden. Men kan ontgrendelen door op de S-knop tedrukken en de ketel zal opnieuw in bedrijf gesteld worden.Gebeurt dit niet, dan kan men deze handeling eventueel na10 à 15 seconden herhalen. Wanneer deze operatie niet luktdan neemt u kontakt op met de vakman.

    Inbedrijfstelling

    A Druk bij de ingang

    B Regelaar ter bepaling van de snelheid waarmee eropgestart wordt

    C Druk bij de uitgang

  • ATMON V®

    21

    Heiztechnik

    BedieningRegelingen

    7 - REGELING

    7.1 - Boilervoorrangschakeling RB-EM

    De RB-EM module is een elektronische boilervoorrangschakeling,uitgerust met lichtdioden die de sturing ven het apparaatvisualiseren en twee uitwendig instelbare potentiometers.Met deze potentiometers kan enerzijds de temperatuur van hetketelwater, (vertrek) ingesteld worden en anderzijds kan via detweede potentiometer de watertemperatuur van het warmwaterworden begrensd.Bij de boilerlading evenals bij de ketelwerking blijven deverwarminspompen nadraaien, behalve indien een andere kringwarmte vraagt. De nadraaitijd kan ingesteld worden.De module bezit de mogelijkheid beide verwarmingspompentegelijk te sturen en men kan al of niet de ketelsteuntemperatuurinschakelen.De mogelijkheid bestaat een analoge schakelklok SUL 184 in tebouwen en dit om de warmwaterproduktie in de tijd te begrenzen.

    7.2 - Weersafhankelijke regeling

    LOGON - M: de TOP MANAGER

    Deze intelligente en computergestuurde weerssfhankelljkeregelaar stuurt op een rationele wljze in functie van debuitentemperatuur en de gewenste ruimtetemperatuur deverwarmingsketel zuiniger en milieubewuster. Hij is derasechte opvolger van de LOGON-PLUS en LOGON-E envervangt volwaardig de beide toestellen. Hij biedt demogelijkheid een digitale en ook analoge ruimtevoeler tegebruiken. De LOGON-M kan 9 kringen met mengkraan sturen.De LOGO-M modulaire regelaar kan naargelang detoegepaste verwarmingskringen, en op wens van de gelukkigebezitter ervan, van een basisuitvoering vervolledigd worden totde meest complete regeltechniek met externe melding viagsm, fax of PC. Dit laat een klokvaste verwerking toe van alleinformatie.

    TOESTEL VOOR INBOUW

    1 LED groen: onder spanning2 LED geel: brander in werking3 LED geel: C.V. pomp in werking4 LED geel: Boiler pomp in werking5 Instel potentiometer keteltemperatuur6 Instel potentiometer boilertemperatuur7 Uurwerk SUL 184

    LeveringsomvangModule met aansluitstekkers, inbegrepen de twee voelers TKen TB.

    TK: ketelvoelerTB: boilervoelerNiet inbegrepen: analoge schakelklok.

    Logon - M (MODULAIRE REGELAAR)

    1

    2

    3

    4

    567

  • ATMON V®

    22

    Heiztechnik

    DFW DIGITALE AFSTANDSBEDIENINGDe digitale ruimtevoeler en afstandsbediening DFW biedteen overzichtelijke aflezing van de aanduidingen van detoestand en de werking.De verbinding ervan gebeurt via een twee-draadsaansluiting.

    AFW ANALOGE RUIMTEVOELERDe analoge ruimtevoeler AFW, eenvoudig in gebruik, beperktin mogelijkheden, beschlkt over twee comfortpotentiometersen een keuzcschakelaar.De verbinding ervan gebeurt via een 4-draadsaansluiting.

    BASISINSTALLATIE LOGON - M

    LOGON - M, basisregelaar voor sturing van één- of tweetrapbrander, cascadesturing van twee ketels, 1 verwarmingskring(zonder mengkraan), 1 laadpomp voor boiler en mogelijk aansluiten van 1 sanitair circulatiepomp en 1 shuntpomp.

    BR1 Brander 1RR2 Brander 2 (2de trap)TB BoilervoelerTK KetelvoelerVP VerwarmingspompBP BoilerpompCP Sanitaire Circulatiepomp (optie)T TapwaterpuntV Verwarmingselement

    BedieningRegelingen

  • ATMON V®

    23

    Heiztechnik

    Hydraulische installatie

    De vakman, installateur in centrale verwarming, dient hetprincipeschema verplicht te vetvolledigen met de nodigeafsluiters, flow-valven, overdrukbeveiligings systemen,expansievaten, vulleiding,... enz.Geen enkele klacht wordt aanvaard indien dit niet is voorzienen of uitgevoerd volgens de geldende voorschriften ennormen evenals de regels van het goede vakmanschap.

    Beveiliging tegen overtemperatuur

    Het is absoluut verplicht een beveiliging tegenovertemperatuur (bij vloerverwarming) in te bouwen. Geenenkele klacht wordt aanvaard indien dit niet is voorzien. Debeveiliging kan op volgende manieren gebeuren.

    1) Elektrische beveiliging: op de voorloop van devloerverwarming moet een veiligheidsaquastaat zijnaangebracht die, ofwel de circulatiepomp, ofwel debrander doet stilvallen.

    2) Hydraulische beveiliqing: de by-passkraan moet zodanigworden ingesteld dat bij een volledig opengestuurde 3 of4 wegmengkraan de berekende maximalevoorlooptemperatuur naar de vloerverwarming niet kanworden overschreden en dit bij een maximaleketeltemperatuur.

    LOGON - M + Z1, regelaar voor sturing van één- of tweetrapbrander, cascadesturing van twee ketels, 1 verwarmingskring metmengkraan, 1 laadpomp voor boiler en mogelijk aansluiten van 1 sanitair circulatiepomp en 1 shuntpomp.

    BR1 Brander 1BR2 Brander 2 (2de trap)TB BoilervoelerTK KetelvoelerVP VeewarmingspompBP BoilerpompCP Sanitaire Circulatiepomp (optie)SP Shuntpomp (optie)T TapwaterpuntV VerwarmingselementTV VertrekvoelerM Mengkraan

    REGELAAR LOGON-M met Z1 module

    BedieningRegelingen

  • ATMON V®

    24

    Heiztechnik

    COMPUTERGESTUURDE WEERSAFHANKELIJKEREGELAAR LOGON-M met Z1 module

    BR1 Brander 1BR2 Brander 2 (2de trap)TB BoilervoelerTK KetelvoelerVP VerwarmingspompBP BoilerpompCP Circulatiepomp (optie)SP Shuntpomp (optie)T TapwaterpuntV VerwarmingselementTV VertrekvoelerM Mengkraan

    LOGON - M + Z1, regelaar voor sturing vanéén- of tweetrapbrander, cascadesturing voortwee ketels, 2 verwarmingskringen (zondermengkraan), 1 laadpomp voor boiler enmogelijk aansluiten voor 1 sanitaircirculatiepomp en 1 shuntpomp.

    LOGON - M + Z1, regelaar voor sturing vanéén- of tweetrapbrander, cascadesturing voortwee ketels, 1 verwarmingskring met meng-kraan, 2de verwarmingskring (zondermengkraan), 1 laadpomp voor boiler enmogelijk aansluiten van 1 sanitaircirculatiepomp en 1 shuntpomp.

    BedieningRegelingen

    ANDERE TOEPASSINGEN

  • ATMON V®

    25

    Heiztechnik

    Werking

    8 - KENMERKEN VAN DE CIRCULATIEPOMPEN

    8.1 Verwarmingspomp

    De circulatiepomp deblokkeren

    De circulatiepomp heeft 3 bedrijfssnelheden diehet mogelijk maken de optimalisering te verkrijgen die doorde 3 curven op de grafiek weergegeven worden.

    0

    0,5

    1

    1,5

    2

    2,5

    3

    3,5

    4

    4,5

    5

    200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400

    GHELHW��O�K�

    0DQRPHWULVFK

    H�RSYR

    HUKRRJWH�LQ�P

    :.

    Snelheid III

    Snelheid IISnelheid I

  • ATMON V®

    26

    Heiztechnik

    1 - Vurkhaard van de ketel2 - Afzuigventilator voor verbrande gassen3 - Brander4 - Gasloten verbrandingskamer5 - Gascollector6 - Aflaatkraan7 - Manometer8 - Elektrische gasklep9 - Vulkraan

    10 - Circulatiepomp11 - Expantievat12 - VeiligheidsklepRI - TerugloopCI - VullingMI - VertrekAB - Aansluiting boilerG - Gastoevoer

    AB

    MI

    G

    6

    RI

    CI

    7

    9

    10

    11

    1

    2

    3

    4 5

    8

    12

    WerkingOnderhoud en Reiniging

    8.2 Schema van de hydraulische verbindingen ATMON V®

    8.3 Onderhoud

    Om een goede werking van de het toestel te verzekeren,tevens haar levensduur te verlengen en om de veiligheidoptimaal te garanderen, moet het toestel bij het begin vanelk seizoen door een bevoegde technieker wordennagekeken; Volgende handelingen zullen uitgevoerd moetenworden:- wegwerken van eventuele oxydatie op de gasbranders- verwijdering van eventuele kalkaanslag op de elektroden- het reinigen van de stookruimte van de ketel- nazicht van de ontsteking, de goede werking van het

    toestel- nazicht van de dichtheid van de verbindingen en van de

    gas- en waterleidingen- nazicht van het verbrandingsgassenuitvoersysteem.

    Beveiliging tegen vorst en ledigen van de installatie

    Bij een langdurige afwezigheid en/of bij vorst, ledig deinstallatie of voeg antivries toe in het water van de installatie.Om de boiler te ledigen handel als volgt:

    - sluit de hoofdkraan van de waterleiding

    - open alle kranen (warm en koud water)

    - ledig de installatie eerst onderaan

    - ledig de boiler

  • ATMON V®

    27

    Heiztechnik

    Onderhoud en reiniging

    8.4 Eventuele problemen en oplossingen

    PROBLEMEN OPLOSSINGEN

    Gasreuk:Dit wordt veroorzaakt door lekken in de gasleiding. Kijk alleleidingen na (in en rond de ketel) om de oorzaak van het lek teop te sporen.

    Onverbrande gasreuk:

    Dit kan veroorzaakt zijn door een opstopping van de leidingwaarin de warme gassen zich bevinden. Reinig deverschillende doorgangen in de ketel. Ontstop de rookkanalenof kijk na of de hoogte en de diameter van de leidingovereenkomen met het keteltype. Kijk na of het gasverbruik niette hoog ligt. Kijk de regelmatigheid van de vebranding na.

    Condensatie in de ketel:

    Dit kan veroorzaakt worden door een stop in de schoorsteen.of door een niet passende diameter van het rookkanaal. Kijk ofde ketel niet op een te lage temperatuur werkt. Kijk deregelmatigheid van de vlam van de brander en de gasdruk na.

    Onregelmatige verbranding:

    Dit gebeurt wanneer de vlammen te hoog of te laag zijn, of gelepunten vertonen. In de twee eerste gevallen, kijk de gasdruk naop de hoogte van de brander alsook de diameter van deinjectoren. In het derde geval, kijk of de brander proper is.

    Te langzame ontsteking en ontploffingen in debrander:

    Kijk de gasdruk na. Is de vuurhaard van de ketel niet verstoptKijk de ontstekingselektroden en de verklikkers na.

    De ketel wordt vlug vuil:Kijk de verbranding na (kijk of er geen gele punten zijn). Kijk ofhet gasvervruik overeenkomt met de bijgeleverde tabel. Kijk degoede werking van het rookkanaal na.

  • ResearchparkPontbeeklaan 53B - 1731 ZELLIK

    TEL. : 02/463.19.05FAX : 02/463.17.05

    Internet: http://www.elcomat.bee-mail: [email protected]

    S.A.N.V.