'Heel Nederland' van Rik Zaal, voorproefje Limburg

4
165 De scheuring tussen de Noor- delijke en de Zuidelijke Ne- derlanden was begonnen in de jaren tachtig van de zes- tiende eeuw. Na de val van Gent in 1584 en de capitulatie van Brussel en Antwerpen in 1585, waren de Spanjaarden weer heer en meester in het zuiden. Tussen 1585 en 1648 werden er nog wel enige po- gingen ondernomen de Zui- delijke Nederlanden een soort onafhankelijkheid te verlenen, maar in de praktijk vormden ze niet veel meer dan een sa- tellietstaat van Spanje. Na de Vrede van Münster in 1648, waarbij de onafhankelijk- heid van de Republiek in het noorden werd erkend, bleef het zuiden als de Spaanse Ne- derlanden in handen van de Spaanse Habsburgers. Toen de laatste Habsburgse koning van Spanje (Karel II ) was ge- storven en het duidelijk was dat de Spanjaarden geen ko- ning van dat verfoeide huis meer wilden, brak de zoge- naamde Spaanse Successie- oorlog uit (1701-1714), waar- mee alle grootmachten van Europa (Oostenrijk, Frankrijk, Engeland en Holland) zich gingen bemoeien. Uiteinde- lijk kreeg Frankrijk zijn zin en kwam er een Bourbon op de troon van Spanje (Filips V ). Oostenrijk, dat weer een Habsburger op de troon wil- de, leed verlies, maar werd bij de Vrede van Utrecht (1713) onder meer gecompenseerd De Maasvallei Limburg is de meest exotische provincie van Nederland. Er zijn heuvels, de on-Nederlandse grondsoort löss komt er voor, we zien op Duitse en Belgische voorbeelden geïnspi- reerde architectuur, er zijn kolenmijnen geweest, in en om Valkenburg bestaat al sinds het eind van de negentiende eeuw een typisch Zuid-Limburgse vorm van toerisme, de provin- cie is voor het grootste deel katholiek, er zijn naar verhou- ding meer cafés en restaurants dan in de rest van Nederland, de mensen spreken, vooral in het zuiden, een taal die weinig met het Nederlands te maken lijkt te hebben, aan Limburgers wordt een bourgondische levenshouding toegedicht, vaak in het kader van het zogenaamde rijke roomse leven, maar voor- al heeft Limburg een geschiedenis die pas sinds 1839 syn- chroon loopt met de Nederlandse. De provincie is gevormd uit een lappendeken van grondge- bieden die tot het eind van de achttiende eeuw door diverse en zeer vele machthebbers werden bestuurd. Er waren klei- ne heerlijkheden bij van kleine graven en hertogen, gedeelten van staatjes, waarvan de grootste stukken tegenwoordig deel uitmaken van het huidige België en het huidige Duitsland, de Oostenrijkse Habsburgers hadden er enige bezittingen, en ook de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bezat, met Maastricht en Venlo als belangrijkste steden, stukken van wat nu Limburg is. Aan het eind van de achttiende eeuw voegde het Franse re- volutionaire bewind dat in de Zuidelijke Nederlanden (on- geveer het huidige België) aan de macht was gekomen, dit onoverzichtelijke conglomeraat bij de Franse Republiek. Ze maakten er twee departementen van: dat van de Nedermaas en dat van de Roer. Na de Franse Tijd werd het departement van de Nedermaas bij het Koninkrijk der Nederlanden ge- voegd. Willem i gaf het gebied toen de naam Limburg. Iets later, na het Congres van Wenen van 1815, dat bepaalde dat Pruisen nergens aan de Maas mocht grenzen, werden tussen Mook en Venlo, rond Tegelen en bij Sittard enige delen van het Roerdepartement bij Limburg gevoegd.* Tot 1830 omvatte de provincie Limburg het grondgebied van de huidige Belgische en Nederlandse provincie Limburg. Tijdens de Belgische opstand van 1830 trok het nieuwe Brus- selse gezag de hele provincie naar zich toe. Alleen in Maas- tricht, dat zich onder leiding van generaal Dibbets met suc- ces verdedigde, bleef de Nederlandse vlag in top. Bij het Ver- drag van Londen van 1839 werd Limburg in een Belgisch en een Nederlands deel opgesplitst. En toen was er opeens een prachtige natuurlijke grens: de Maas tussen Eijsden en Thorn.

description

'Heel Nederland' van Rik Zaal, voorproefje Limburg

Transcript of 'Heel Nederland' van Rik Zaal, voorproefje Limburg

165De scheuring tussen de Noor-delijke en de Zuidelijke Ne-derlanden was begonnen in de jaren tachtig van de zes-tiende eeuw. Na de val van Gent in 1584 en de capitulatie van Brussel en Antwerpen in 1585, waren de Spanjaarden weer heer en meester in het zuiden. Tussen 1585 en 1648 werden er nog wel enige po-gingen ondernomen de Zui-delijke Nederlanden een soort onafhankelijkheid te verlenen, maar in de praktijk vormden ze niet veel meer dan een sa-tellietstaat van Spanje. Na de Vrede van Münster in 1648, waarbij de onafhankelijk-heid van de Republiek in het noorden werd erkend, bleef het zuiden als de Spaanse Ne-derlanden in handen van de Spaanse Habsburgers. Toen de laatste Habsburgse koning van Spanje (Karel II) was ge-storven en het duidelijk was dat de Spanjaarden geen ko-ning van dat verfoeide huis meer wilden, brak de zoge-naamde Spaanse Successie-oorlog uit (1701-1714), waar-mee alle grootmachten van Europa (Oostenrijk, Frankrijk, Engeland en Holland) zich gingen bemoeien. Uiteinde-lijk kreeg Frankrijk zijn zin en kwam er een Bourbon op de troon van Spanje (Filips V). Oostenrijk, dat weer een Habsburger op de troon wil-de, leed verlies, maar werd bij de Vrede van Utrecht (1713) onder meer gecompenseerd

De Maasvallei

Limburg is de meest exotische provincie van Nederland. Er zijn heuvels, de on-Nederlandse grondsoort löss komt er voor, we zien op Duitse en Belgische voorbeelden geïnspi-reerde architectuur, er zijn kolenmijnen geweest, in en om Valkenburg bestaat al sinds het eind van de negentiende eeuw een typisch Zuid-Limburgse vorm van toerisme, de provin-cie is voor het grootste deel katholiek, er zijn naar verhou-ding meer cafés en restaurants dan in de rest van Nederland, de mensen spreken, vooral in het zuiden, een taal die weinig met het Nederlands te maken lijkt te hebben, aan Limburgers wordt een bourgondische levenshouding toegedicht, vaak in het kader van het zogenaamde rijke roomse leven, maar voor-al heeft Limburg een geschiedenis die pas sinds 1839 syn-chroon loopt met de Nederlandse. De provincie is gevormd uit een lappendeken van grondge-bieden die tot het eind van de achttiende eeuw door diverse en zeer vele machthebbers werden bestuurd. Er waren klei-ne heerlijkheden bij van kleine graven en hertogen, gedeelten van staatjes, waarvan de grootste stukken tegenwoordig deel uitmaken van het huidige België en het huidige Duitsland, de Oostenrijkse Habsburgers hadden er enige bezittingen, en ook de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bezat, met Maastricht en Venlo als belangrijkste steden, stukken van wat nu Limburg is. Aan het eind van de achttiende eeuw voegde het Franse re-volutionaire bewind dat in de Zuidelijke Nederlanden (on-geveer het huidige België) aan de macht was gekomen, dit onoverzichtelijke conglomeraat bij de Franse Republiek. Ze maakten er twee departementen van: dat van de Nedermaas en dat van de Roer. Na de Franse Tijd werd het departement van de Nedermaas bij het Koninkrijk der Nederlanden ge-voegd. Willem i gaf het gebied toen de naam Limburg. Iets later, na het Congres van Wenen van 1815, dat bepaalde dat Pruisen nergens aan de Maas mocht grenzen, werden tussen Mook en Venlo, rond Tegelen en bij Sittard enige delen van het Roerdepartement bij Limburg gevoegd.* Tot 1830 omvatte de provincie Limburg het grondgebied van de huidige Belgische en Nederlandse provincie Limburg. Tijdens de Belgische opstand van 1830 trok het nieuwe Brus-selse gezag de hele provincie naar zich toe. Alleen in Maas-tricht, dat zich onder leiding van generaal Dibbets met suc-ces verdedigde, bleef de Nederlandse vlag in top. Bij het Ver-drag van Londen van 1839 werd Limburg in een Belgisch en een Nederlands deel opgesplitst. En toen was er opeens een prachtige natuurlijke grens: de Maas tussen Eijsden en Thorn.

166 met de Zuidelijke Nederlan-den, die vanaf dat moment de Oostenrijkse Nederlanden werden en dus onder Habs-burgs gezag bleven. Na de Franse Revolutie kwamen de Zuidelijke Nederlanden onder Frans gezag en werd de Re-publiek in het noorden onder de naam Bataafse Republiek een satelliet van Frankrijk. In 1813 werden het zuiden en het noorden onder Willem I verenigd in het Koninkrijk der Nederlanden. Na de op-stand van 1830 en enkele po-gingen van Willem I om een scheiding tussen het noorden en het zuiden te voorkomen werden beide delen van de Nederlanden bij het Verdrag van Londen in 1839 definitief opgesplitst in Nederland en België.

Het huurleger van de Nas-saus deed een inval in dit deel van het land teneinde de Spanjaarden weg te lokken bij Leiden, dat zij belegerden. Nadat het Spaanse leger in de Slag op de Mookerheide de Oranjes op 14 april 1574 verpletterend had verslagen, keerde het terug naar Leiden voor een tweede beleg. De stad had daar geen rekening mee gehouden en dus geen noodvoorraden aangelegd. Voordat doorgestoken dijken de Spanjaarden op 3 oktober 1574 verdreven, waren er dan ook al honderden Leidenaren van de honger omgekomen.

We bereizen Limburg hier van noord naar zuid en houden de indeling aan die de provincie Limburg heeft bedacht op grond van de grote landschappelijke en economisch-geogra-fische verschillen binnen de voormalige lappendeken. Op die manier onderscheiden we de Maasvallei, het gebied links en rechts van de Maas tussen Mook en Beesel, waarvan de bewo-ningsgeschiedenis vooral is bepaald door de smalle strook ri-vierklei aan weerskanten van de rivier, de Limburgse Peel, de zandgronden ten westen van de Maas tussen Venray en Weert, Midden-Limburg, de streek ten noorden van Sittard tot aan de Peel en de Maasvallei, de mijnstreek, het gebied in het zui-den van Limburg, waar de mijnindustrie het leven lange tijd heeft bepaald, en Zuid-Limburg, het zuidelijkste en heuvel-achtige deel van de provincie. De grens tussen Gelderland en Limburg bevindt zich niet ver ten zuiden van Nijmegen. En zo behoren de noordelijk-ste Limburgse gebieden nog vrijwel tot de invloedsfeer van die stad. Er zijn daar, rond Molenhoek, Mook en Plasmolen, vooral veel recreatiemogelijkheden ontstaan voor de Nijme-genaars. Het kan in deze omgeving in de weekends dan ook behoorlijk druk zijn. Al deze plekken zijn goed te bereiken vanaf de n271, de vroeger zeer drukke verbindingsweg tussen Nijmegen en Venlo, die tegenwoordig flink ontlast is door de aanleg van de a73, aan de andere kant van de Maas.

Mookerheide

We bevinden ons hier in de buurt van de Mookerheide, waar zich in 1574 een veldslag heeft afgespeeld waarbij twee broers van Willem van Oranje, Lodewijk en Hendrik van Nassau, samen met enige duizenden huursoldaten zijn gesneuveld.* Een wandeling over die heide wordt goed gewezen van-af de Groesbeekseweg bij het etablissement ’t Swaantje. Er zijn meer wandelingen te maken in deze streek, en ze zijn al-lemaal goed met paaltjes aangeduid. Een daarvan begint bij Jachtslot de Mookerheide, dat ten oosten van Molenhoek gelegen is. Het witgesausde bouwwerk is hier tussen 1902 en

Jachtslot de Mooker-heide

167

N280

N271

N325

A67

A73

A73

A270

A326A50

VENLO

Budel

Budel-Dorplein

Deurne

Horst

Sevenum

Gemert

Handel

Asten

Someren

Nederweert

Budel

Heeze

Budel-Dorplein

Panningen

Neer

Swalmen

Uden

Maas

Maas

Maas

Heumen

BeekBerg en Dal

Overasselt

Mill

Grave

Ysselsteyn

Griendsveen

Boxmeer

Cuijk

Oe�elt Gennep

A�erden

Well

Wanssum

Broekhuizen

Lottum

Arcen

Velden

Plasmolen

Vortum-Mullem

Strabrechtse

Ubbergen

NIJMEGEN

Wijchen

De Maasduinen

Bergerbos

D U I T S L A N D

N280

A67

A73

A73

DeurneurneuDeur

HorstHooror

Sevenumumenumm

GemertmeGeeme

AstenA tsten

SomerenmerenSom

Nederweertwede eerrw

udeludeleeudeludel

PanningenPanniP

Neerer

SwaSwa

YsselsteynYs elst

Griendsveen

BoxmeerrerxmBoBoBo

Oe�elt

Vortum-Mullememm-Murturtu em

rabrechtse

D U I T S L A N DI TT

N280

uuuu

err

mmem

r

Grubbenvorst

Landgoedde Hamert

Blerick

10 km0

HHanHand ldeldelHHa

eennnneeeenneenn

CCCCuuuijkkCC jkCuuijuuij

MAASTRICHT

168 Een vloot van watergeuzen bracht de uitgehongerde be-volking na het ontzet haring en wittebrood.

1905 opgetrokken naar een ontwerp van Oscar Leeuw, een architect die veel gebouwd heeft in Nijmegen (zie daar). Het prachtige slot is een voorbeeld van jugendstil, maar dan wel een wat strakke versie van die stijl. Het is tegenwoordig een hotel. In een vrijwel intact gebleven interieur zijn zeven ka-mers ingericht, die duur zijn en zich op de grens van het ver-wengebeuren bewegen. Er is een dependance met veertien kamers, die iets eenvoudiger en wat goedkoper zijn. Plasmolen ligt aan de Mookerplas, waar veel waterrecre-atie plaatsheeft. Aan de overkant van de n271 begint aan de Sint Maartensweg een wandelroute over het landgoed Sint-Jansberg. Naar het zuiden rijdend over de n271 (en tot vlak boven Gennep zijn er fietspaden aan weerskanten van de weg) merkt de reiziger een verandering in de architectuur. De in-vloed van het nabijgelegen Duitsland is goed merkbaar, voor-al aan het metselwerk van de huizen, waarbij de bakstenen op on-Nederlandse wijze gevoegd zijn. Met meer specie en on-diepere voegen, zo lijkt het.

Voorbeelden van de zogenaamde Nederrijnse baksteenar-chitectuur uit de zestiende eeuw komen we tegen in Gennep, bijvoorbeeld aan de Molenstraat, waar het Pinakelhuis een gotische siertorengevel van baksteen heeft. Op een of ande-re manier lijkt het meer op een replica dan op een authentiek huis uit die tijd. Ook met het zeventiende-eeuwse stadhuis in een Nederrijns renaissancistische stijl is dat het geval. Achter dat gebouw is rond 2000 in een antroposofische baksteenstijl door het bureau Alberts & Van Huut een complex gebouwd, dat bestaat uit een nieuw gemeentehuis, een bibliotheek en een appartementengebouw. Met heel veel scheve, paarsge-verfde kozijnen heeft het bij veel Nederlandse gemeenten zeer populaire bureau ook in Gennep weer een soort folly neergezet die weinig met bouwkunst, maar meer met vorm-gegeven quasireligieuze ideeën te maken heeft. Tussen het gemeentekantoor en de bibliotheek ligt het El-len Hoffmannplein, waar inwoners van Gennep onder lei-

Gennep, stadhuis