Handleidingvoor installateur NIBE™F135Inhoudsopgave 1 Belangrijkeinformatie 3...
Transcript of Handleidingvoor installateur NIBE™F135Inhoudsopgave 1 Belangrijkeinformatie 3...
Handleiding voorinstallateur
LEK
NIBE™ F135Ventilatiewarmtepomp
IHB NL 1543-1331448
Inhoudsopgave
31 Belangrijke informatie3Veiligheidsinformatie
62 Bezorging en verwerking6Transport
6Montage
7Geleverde componenten
8Verwijderen van de buitenmantel
93 Het ontwerp van de uitlaatluchtmo-
dule
114 Leiding- en luchtaansluitingen11Algemene leidingaansluitingen
12Afmetingen en waterzijdige aansluitingen
13Montage
14Op binnendeel en lucht-water warmtepompaansluiten
14Alternatieve installatie
17Algemene luchtaansluitingen
18Kanaal voor afvoerlucht/afzuigkap
18Ventilatiestroom (luchtafvoer)
18Ventilatie aanpassen (luchtafvoer)
195 Elektrische aansluitingen19Algemeen
19Aansluitingen
20Optionele aansluitingen
216 Inbedrijfstelling en afstelling21Voorbereidingen
21Vullen en ontluchten
22Inbedrijfstelling en inspectie
247 Bediening - Inleiding
248 Storingen in comfort24Infomenu binnendeel
24Alarm beheren (NIBE Binnendeel)
24Problemen oplossen
269 Accessoires
2710 Technische gegevens27Afmetingen en aansluitingen
28Technische specificaties
30Energielabel
32Elektrisch schema
33Index
NIBE™ F135Hoofdstuk |2
VeiligheidsinformatieIn deze handleiding worden de installatie- en onder-houdsprocedures voor uitvoering door specialistenbeschreven.
Dit apparaat kan worden gebruikt doorkinderen vanaf 8 jaar of door personenmet beperkingen van psychische, zintui-gelijke of lichamelijke aard, of doorpersonen met gebrek aan kennis en er-varing, wanneer zij onder toezicht staanen instructies hebben ontvangen omhet apparaat veilig te gebruiken en zijde bijkomende gevaren begrijpen. Kin-deren mogen niet met het apparaatspelen. Het reinigen en onderhoud datdoor de gebruiker mag worden uitge-voerd, kan niet zonder toezicht doorkinderen worden uitgevoerd.
Rechten om ontwerpwijzigingen doorte voeren zijn voorbehouden.
©NIBE 2015.
Symbolen
Voorzichtig!
Dit symbool duidt aan dat de machine of eenpersoon gevaar loopt.
LET OP!
Dit symbool duidt belangrijke informatie aanover wat u in de gaten moet houden tijdensonderhoud aan uw installatie.
TIP
Dit symbool duidt tips aan om het gebruik vanhet product te vergemakkelijken.
KeurmerkF135 is voorzien van het CE-merk en voldoet aan IP21.
Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat hetproduct voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnenvoortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien vanhet product. Het CE-keurmerk is verplicht voor demeeste producten die in de EU worden verkocht, onge-acht het land waar ze zijn gemaakt.
IP21 houdt in dat voorwerpen met een diameter groterdan of gelijk aan 12,5 mm niet kunnen doordringenen schade kunnen veroorzaken en dat het product isbeschermd tegen verticaal vallende druppels water.
SerienummerHet serienummer vindt u links bovenop de F135.
LEK
LEK
Serienummer
LET OP!
Vermeld bij contact met uw installateur altijdhet serienummer (14-cijferig).
TerugwinningLaat het afvoeren van de verpakking over aande installateur van het product of aan specialeafvalstations.
Doe gebruikte producten niet bij het normalehuishoudelijke afval. Breng het naar een speci-
aal afvalstation of naar een dealer die dit type serviceaanbiedt.
Het onjuist afvoeren van het product door de gebruikerleidt tot boetes volgens de actuele wetgeving.
Landspecifieke informatie
Handleiding voor installateur
Deze installatiehandleiding moet bij de klant wordenachtergelaten.
3Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieNIBE™ F135
1 Belangrijke informatie
Inspectie van de installatieVolgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordatdeze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd.
DatumHandteke-ning
OpmerkingenBeschrijving✔
Ventilatie, afvoerlucht (pagina 14)
Ventilatiestroom instellen
Afvoerluchtfilter
Verwarmingsmiddel (pagina 21)
Systeem doorgespoeld
Systeem ontlucht
Instelling circulatiepomp
Stroom warmtedrager instellen
Boilerdruk
Elektriciteit (pagina 19)
Aanvoer aangesloten 230 V
Circuitzekeringen
NIBE™ F135Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie4
Contactgegevens
KNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse 11, 4861 SchörflingAT
Tel: +43 (0)7662 8963-0 Fax: +43 (0)7662 8963-44 E-mail: [email protected] www.knv.atNIBE Wärmetechnik c/o ait Schweiz AG, Industriepark, CH-6246 AltishofenCH
Tel: (52) 647 00 30 Fax: (52) 647 00 31 E-mail: [email protected] www.nibe.chDruzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ - 294 71 Benatky nad JizerouCZ
Tel: +420 326 373 801 Fax: +420 326 373 803 E-mail: [email protected] www.nibe.czNIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, 29223 CelleDE
Tel: 05141/7546-0 Fax: 05141/7546-99 E-mail: [email protected] www.nibe.deVølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 VidebækDK
Tel: 97 17 20 33 Fax: 97 17 29 33 E-mail: [email protected] www.volundvt.dkNIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, 01510 VantaaFI
Puh: 09-274 697 0 Fax: 09-274 697 40 E-mail: [email protected] www.nibe.fiNIBE Energy Systems France Sarl, Zone industrielle RD 28, Rue du Pou du Ciel, 01600 ReyrieuxFR
Tel : 04 74 00 92 92 Fax : 04 74 00 42 00 E-mail: [email protected] www.nibe.frNIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, Chesterfield S41 9QGGB
Tel: 0845 095 1200 Fax: 0845 095 1201 E-mail: [email protected] www.nibe.co.ukNIBE Energietechniek B.V., Postbus 634, NL 4900 AP OosterhoutNL
Tel: 0168 477722 Fax: 0168 476998 E-mail: [email protected] www.nibenl.nlABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 0516 OsloNO
Tel. sentralbord: +47 23 17 05 20 E-mail: [email protected] www.nibeenergysystems.noNIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, 15-703 BIAŁYSTOKPL
Tel: 085 662 84 90 Fax: 085 662 84 14 E-mail: [email protected] www.biawar.com.pl© "EVAN" 17, per. Boynovskiy, Nizhny NovgorodRU
Tel./fax +7 831 419 57 06 E-mail: [email protected] www.nibe-evan.ruNIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE-285 21 MarkarydSE
Tel: +46-(0)433-73 000 Fax: +46-(0)433-73 190 E-mail: [email protected] www.nibe.se
Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op www.nibe.euvoor meer informatie.
5Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieNIBE™ F135
TransportTransportDe F135 dient verticaal en droog te worden vervoerden opgeslagen.
Montage■ De F135 wordt vrijstaand geïnstalleerd op beugels
of een geschikt vlak oppervlak. Het geluid van decirculatiepomp, ventilator en compressor kan wordenovergedragen aan de beugels of het oppervlakwaarop de F135 is geplaatst. Gebruik de verstelbarepoten van het product voor een horizontale en sta-biele installatie.
30 - 50 mm
30 - 50 mm
15 - 40 mm
■ De F135 moet met de achterkant tegen een muurworden geplaatst. Installeer de F135 in de beugelsof tegen een buitenmuur, idealiter in een niet-geluids-gevoelige ruimte om storende geluiden tegen tegaan. Indien dit niet mogelijk is, moet de opstellingin nabijheid van slaapkamers of andere geluidsgevoe-lige kamers worden vermeden.
■ Muren van geluidsgevoelige ruimten moeten metgeluidsisolatie worden uitgerust, waar u de eenheidook plaatst.
■ Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet wordenbevestigd aan binnenmuren die aan een slaap- ofwoonkamer grenzen.
InstallatiegebiedLaat een vrije ruimte van 800 mm over aan de voorzijdevan de ventilatiewarmtepomp. Ca. 50 mm vrije ruimteaan iedere kant is nodig om de zijpanelen te verwijde-ren. De panelen hoeven niet te worden verwijderd tij-dens onderhoudswerkzaamheden, want alle werkzaam-heden kunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd.Laat ruimte vrij tussen de ventilatiewarmtepomp ende muur erachter (en gelegde toevoerkabels en -leidin-gen) om de kans op het produceren van trilgeluidente verminderen.
800
300
10-25
10-50* 10-50*
* Afhankelijk van of de panelen wel of niet kunnen worden ver-wijderd.
Voorzichtig!
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte (300 mm)is boven de F135 voor het installeren van ven-tilatieslangen.
800
300
10-25
10-50* 10-50*
NIBE™ F135Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking6
2 Bezorging en verwerking
Geleverde componentenLocatieDe set geleverde artikelen wordt boven op het productgeplaatst.
GeluiddemperLuchtaansluiting
LEK
Mora
kni
v
LEK
LEK
LEK
LEK
4-pins klemmenstrookFilterpatroon
LEK
567
425
Afvoerslang Ø 20 mm
L=2200 mm
2 x beugel
6 x schroeven
6 x moeren
4 x ringen
7Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE™ F135
Verwijderenvandebuitenman-telVoorste paneel
LEK
1
2
3
4
1. Draai de schroeven van de bevestigingsplaat bovende F135 los.
2. Schuif het paneel naar boven en trek het naar utoe.
3. Trek het paneel naar u toe.
Voorzichtig!
In het paneel wordt een massakabel aangeslo-ten, waardoor het paneel er slechts 0,35 m kanworden uitgetild. Als het paneel helemaalmoet worden verwijderd, moet de kabel wor-den losgemaakt.
Zijpanelen1. Draai de schroeven op de hoek los.2. Draai het zijpaneel iets naar buiten.3. Beweeg het zijpaneel naar buiten en naar achteren.4. Montage moet in omgekeerde volgorde worden
uitgevoerd.
LEK
LEK
LEK
NIBE™ F135Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking8
LEK
LEK
LEK
LEK
QN1
BT76 GP12 PF1EB10
X11
GQ10
AA2
QM25
XL44
XL43BT77
BT16
QN20
HZ2
EP2
BP1
BT13
XL9
EP1
GQ1
XL8
BT12
CA1
PF3
9Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de uitlaatluchtmoduleNIBE™ F135
3 Het ontwerp van de uitlaatluchtmodule
Aansluiting van de leidingenAansluiting, aanvoerleiding verwarmingssys-teem
XL8
Aansluiting, retour verwarmingssysteemXL9Binnenkomende lucht aansluitenXL43Afgevoerde lucht aansluitenXL44Uitlaat overloopwater1WM2
VVAC-onderdelenCirculatiepomp, ladenGP12Ventilatie, warmtapwaterQM25
Voelers, etc.HogedrukpressostaatBP1Temperatuursensor, condensator uitBT12Temperatuursensor, afgiftesysteem retourvoor condensor
BT13
Temperatuursensor, verdamperBT16Temperatuursensor, ontdooienBT76Temperatuursensor, binnenkomende luchtBT77
Elektrische onderdelenBasiskaartAA2CondensatorCA1CompressorverwarmingEB10Klemmenstrook, communicatie binnendeelX 11
KoedemiddelonderdelenVerdamperEP1CondensorEP2CompressorGQ10DroogfilterHZ2ExpansieventielQN1Elektromagnetische klep, ontdooienQN20
VentilatieVentilatorGQ1Luchtfilter1HQ12
DiversenTypeplaatjePF1SerienummerplaatjePF3
1Niet zichtbaar op de afbeelding
Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar-den IEC 81346-1 en 81346-2.
NIBE™ F135Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de uitlaatluchtmodule10
Algemene leidingaansluitin-genLeidingen moeten volgens de geldende normen enrichtlijnen worden aangesloten.
De F135 is uitsluitend ontworpen voor installatierechtop. Alle aansluitingen zijn uitgerust met eengladde pijp voor knelkoppelingen.
Overloopwater uit de opvangbak van deverdamper wordt via de bijgeleverdekunststof slang naar een afvoer geleid.Vorm de slang in een waterafsluiter (zieafbeelding).De overstortleiding moet over de helelengte omlaag lopen om waterzakken tevoorkomen. Bovendien moet de leidingvorstvrij zijn aangelegd.
NIBE adviseert voor een economische werking alle lei-dingen tussen de F135 en de boiler te isoleren en goedaf te dichten. De isolatie moet minimaal 12 mm dikzijn.
Voorzichtig!
Voordat de F135 wordt aangesloten, moetende leidingsystemen worden doorgespoeld omte voorkomen dat componenten beschadigdof verstopt raken door verontreinigingen.
Symboolverklaring
BetekenisSym-bool
Ontluchtingsklep
Afsluiter
Shunt-/regelafsluiter
Overstortventiel
Temperatuurvoeler
Expansievat
Circulatiepomp
Vuilfilter
Ventilator
Compressor
Radiatorsysteem
Huishoud-warmtapwater
Vloerverwarmingssystemen
SysteemschemaDe F135 is een ventilatiewarmtepomp.
Als de lucht de verdamper passeert, verdampt hetkoudemiddel vanwege het lage kookpunt. Op diemanier wordt de energie uit de lucht afgegeven aanhet koudemiddel.
Het koudemiddel wordt vervolgens in een compressorsamengeperst, waardoor de druk en temperatuur ver-der stijgen.
Het warme koudemiddel wordt naar de condensorgeleid. Hier geeft het koudemiddel zijn energie af aanhet warmtapwater, waarna het koudemiddel van eengas overgaat in een vloeistof.
Het koudemiddel wordt via filters naar een expansie-klep geleid waar de druk en de temperatuur wordenteruggebracht.
De cyclus van het koudemiddel is nu afgerond en hetkoudemiddel keert terug naar de verdamper.
11Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingenNIBE™ F135
4 Leiding- en luchtaansluitingen
Afmetingen en waterzijdigeaansluitingen
460
135
11
5300
45
475
XL8XL9 WM2
Afmetingen leiding
Aansluiting
22(mm)XL8 Verwarmingssysteem uit uitw. Ø22(mm)XL9 Verwarmingssysteem in uitw. Ø20(mm)WM2 Uitlaat overloopwater inw. Ø
NIBE™ F135Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen12
MontageDe ventilatiewarmtepomp wordt aan de muur beves-tigd met behulp van de bijgeleverde beugels. De venti-latiewarmtepomp kan ook op een geschikt vlak opper-vlak worden geplaatst.
Voorzichtig!
Controleer of de houders in de juiste openin-gen op de ventilatiewarmtepomp zitten.
Controleer of de ventilatiewarmtepomp hori-zontaal is geïnstalleerd.
Op beugels installeren1. Installeer de F135 op beugels.2. Sluit de water- en ventilatieleidingen aan.
LEK
LEK
LEK
LEK
Beugels installeren1. Installeer de beugels samen met behulp van de
bijgeleverde M6-schroeven en -moeren.2. Boor gaten in de muur, zoals afgebeeld.3. Plaats de beugels tegen de muur.4. Schroef de F135 op zijn plek in de beugels met
behulp van de bijgeleverde M5-schroeven en -moeren.
567
425
13Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingenNIBE™ F135
Opbinnendeel en lucht-waterwarmtepomp aansluitenXL8 en XL9 worden aangesloten op de retourleidingtussen het binnendeel en de lucht/water-warmtepomp.Het vuilfilter moet vóór de F135 worden geïnstalleerdom te voorkomen dat vuil in de F135 wordt afgezet.Installeer de afsluiters buiten de F135 om toekomstigeservice te vereenvoudigen.
Alternatieve installatieDe F135 moet zijn aangesloten volgens de instructiesin deze handleiding.
Kijk voor meer informatie over de beschikbare optiesop www.nibenl.nl.
De installatie moet worden uitgevoerd volgens degeldende normen en voorschriften.
Afvoerlucht
De afvoerlucht aansluiten
Als er een ventilatieluchtwarmtepomp is aangesloten,wordt de warmte in de ventilatielucht van het gebouwgebruikt om het gebouw te verwarmen terwijl de wo-ning wordt geventileerd.
De warme lucht wordt van de ruimtes overgebrachtnaar de warmtepomp via de afvoerluchtmodule.
Voorzichtig!
Er is een luchtfilter (HQ12) (bijgeleverd), mini-maal klasse G2, nodig voor de afvoerluchtlei-ding van deze aansluiting. Het filter moet re-gelmatig worden gereinigd.
LET OP!
Het geluid van de ventilator kan wordenovergedragen via de ventilatiekanalen.
NIBE™ F135Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen14
NIBE lucht/water warmtepomp koppelenDe vraag aan de F135 wordt geregeld via het binnen-deel in het systeem. De pomp- en ventilatorsnelheidworden ook geregeld via het menu in het binnendeel.
15Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingenNIBE™ F135
NIBE F135, VVM, buitenlucht, zwembad,koeling koppelenDe F135 aangesloten in lucht/watersysteem met koe-ling met 4 leidingen. De koeling met 4 leidingen moetin dit geval worden aangesloten tussen de buitenlucht-warmtepomp en de F135. Als er ook een zwembadaanwezig is, moet de F135 worden aangesloten tussende koeling met 4 leidingen en het zwembad. De vraagaan de F135 wordt geregeld via het binnendeel in hetsysteem. De pomp- en ventilatorsnelheid worden ookgeregeld via het menu in het binnendeel.
POOL
NIBE™ F135Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen16
Algemene luchtaansluitingenDe luchtaansluitingen moeten worden uitgevoerd inovereenstemming met de toepasselijke voorschriften.
Om te voorkomen dat het geluid naar de ventilatieap-paratuur wordt overgedragen, kan het raadzaam zijnom een geluiddemper in de leiding in te bouwen ofde bijgeleverde geluiddemper in de F135 te monteren.
De aansluitingen moeten worden uitgevoerd via flexi-bele slangen, die zo moeten worden geïnstalleerd datze eenvoudig kunnen worden vervangen. Kanalen diekoud kunnen worden, moeten over de hele lengteworden geïsoleerd met dampdicht isolatiemateriaal(PE30). Zorg ervoor dat de condensatie-isolatie is afge-dicht bij verbindingen en/of toevoernippels, geluiddem-pers, dakkappen enz. Er moet worden gezorgd, datinspectie en reiniging van de kanalen mogelijk is.Controleer of er geen verkleining van de doorlaat op-treedt in de vorm van plooien, scherpe bochten enz.,want hierdoor zal de capaciteit afnemen. Het luchtka-nalensysteem moet minimaal luchtdichtheidsklasse Bzijn.
Indien de binnenkomende lucht naar de F135 veeldeeltjes bevat en er veel behoefte is aan warmtapwa-ter, dan moet de ventilatiewarmtepomp worden uitge-rust met een luchtfilter (HQ12) (bijgeleverd).
LEK
LEK
Lucht-in Lucht-uit
22
0
155
70 40
20
440
22
0
155
70 40
20
440
Het filterpatroon installerenHet filterpatroon heeft twee aansluitingsafmetingen,125 mm of 160 mm.1. Controleer de diameter van het luchtkanaal voor
de toevoerlucht.2. Wanneer het luchtkanaal een grote diameter (Ø
160 mm) heeft, moet de binnenring worden ver-wijderd uit de bovenkant van het filterpatroon.
3. Snijd net binnen de binnenrand van de buitenringmet behulp van een scherp mes. Het kunststof iseenvoudig te snijden.
4. Druk het filterpatroon op zijn plek in de aansluitingvoor de toevoerlucht (XL43).
Mora
kni
v
LEK
LEK
LEK
LEK
De aansluiting installerenIndien het filterpatroon niet wordt geplaatst, wordtde bijgeleverde aansluiting geïnstalleerd in de toevoer-luchtaansluiting (XL43).
De geluiddemper monteren1. Verwijder de pluggen van de bijgeleverde geluid-
demper.2. Monteer de geluiddemper in de aansluiting voor
uitgaande lucht (XL44).
17Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingenNIBE™ F135
Kanaal voor afvoerlucht/af-zuigkapHet kanaal voor afvoerlucht (afzuigkap) mag nietworden aangesloten op de F135.
Om te voorkomen dat etenslucht in de F135 terecht-komt, moet de afstand tussen de afzuigkap en de af-voerluchtkanalen worden gecontroleerd. De afstandmag niet minder zijn dan 1,5 m, maar dit kan per instal-latie verschillen.
Schakel tijdens het koken altijd de afzuigkap in.
Voorzichtig!
Er mag geen kanaal in een gemetseldeschoorsteen worden gebruikt voor luchtafvoer.
Ventilatiestroom (luchtafvoer)Sluit de F135 zo aan dat alle afgevoerde lucht, metuitzondering van afgevoerde lucht uit de luchtkanalenvan de keuken (afzuigkap), langs de warmtewisselaar(EP1) in de ventilatiewarmtepomp komt. De laagsteventilatiestroom moet voldoen aan de toepasselijkestandaarden. Voor optimale prestaties van de ventila-tiewarmtepomp mag de ventilatiestroom niet minderzijn dan 25 l/s (90 m³/u). Indien de temperatuur vande afvoerlucht lager is dan 20 °C (bijvoorbeeld bij hetopstarten en wanneer er niemand in de woning is),bedraagt de minimumwaarde 31 l/s (110 m³/u).
Controleer of de ventilatieopeningen niet geblokkeerdzijn. Als de ventilatiewarmtepomp is aangesloten ophet binnendeel, stel dan de ventilatiecapaciteit in hetmenusysteem in (menu 5.1.5). Anders wordt de venti-latiecapaciteit ingesteld via potentiometer (AA5-SF3).
Ventilatie aanpassen (luchtaf-voer)Om in iedere kamer van de woning de noodzakelijkeluchtverversing te verkrijgen, moeten de luchtafzuig -en aanvoerroosters correct worden gepositioneerd eningeregeld.
Stel de ventilatie direct na de installatie zo in, dat dezeovereenkomt met de verwachte waarde van de woning.
Een onjuiste ventilatiedoorstroming kan leiden totverminderde efficiency van de warmtepomp en daar-mee tot hoger energieverbruik, en kan uiteindelijkschade toebrengen aan de woning.
NIBE™ F135Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen18
AlgemeenDe installatie moet worden uitgevoerd volgens degeldende normen en voorschriften.
Wanneer u achter dichtgeschroefde panelen moetwerken, dient de groepszekering te worden verwijderdof moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
Werk achter dichtgeschroefde panelen mag alleenworden uitgevoerd onder toezicht van een erkendeelektricien.■ Ontkoppel de F135 voordat u een isolatietest van de
bedrading in het pand uitvoert.■ Voor het bedradingsschema voor de F135, zie pagina
32.■ Signaalkabels naar externe aansluitingen mogen niet
dicht bij hoogspanningskabels worden gelegd.■ Signaalkabels naar externe aansluitingen zijn 4-ade-
rig, minstens 0,35 mm2.■ Als de toevoerkabel beschadigd is, moet deze wor-
den vervangen door gekwalificeerde personen.
Voorzichtig!
De toevoerkabel mag pas worden aangeslotenals de boiler is gevuld. Interne onderdelenkunnen worden beschadigd.
Voorzichtig!
De elektrische installatie en onderhoud moetworden uitgevoerd onder toezicht van eenerkend elektrotechnisch installateur. De elek-trische installatie en de bedrading moetenworden uitgevoerd conform de geldendevoorschriften.
AansluitingenSpanningaansluiting
Voorzichtig!
Om interferentie te voorkomen, mogen niet-afgeschermde communicatie- en/of sensorka-bels naar externe aansluitingen niet dichterdan 20 cm bij een kabel met hoge spanningworden gelegd.
De F135 wordt aangesloten op een geaard stopcontactmet het af fabriek geïnstalleerde snoer dat met stekkerwordt geleverd.
BinnenmoduleSluit de ingangskaart van het binnendeel (AA3-X4) aanop de vierpins klemmenstrook X11:1 (15), X11:2 (14)en X11:3 (13).
Gebruik een 3-aderige kabel van min. 0,5 mm².
Voorzichtig!
De kabel tussen het binnendeel en de F135mag max. 15 m zijn.
432115
14
13
+12V
X11
AA3-X4
VVM
F135
AA3-X4VVM
LEK
2 31
X11
LEK
X11LEK
19Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F135
5 Elektrische aansluitingen
Optionele aansluitingenAUX-ingangen
Schakelaar voor externblokkeren van compressor
Als extern blokkeren van de compressor gewenst is,kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X13op de basiskaart (AA2).
De compressor wordt ontkoppeld door een potentiaal-vrij contact aan te sluiten op AUX2 (X13:3 och X13:4)(compressor).
Een gesloten contact betekent dat het elektrisch ver-mogen is uitgeschakeld.
4AUX2
AUX1
3
2
1
Extern F135
AA2-X13
LEK
1
2
3
4
1
2
3
4
5
6
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
AA2-X13
NIBE™ F135Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen20
Voorbereidingen1. Controleer of de schakelaar voor het binnendeel
in stand " " staat.2. Schakel de stroom naar de F135 uit.3. Controleer of de vulventielen volledig dicht zijn.
Vullen en ontluchtenLET OP!
Als er onvoldoende wordt ontlucht, kan datschadelijk zijn voor interne onderdelen in deF135.
Het klimaatsysteem vullen
1. Controleer of de extern gemonteerde afsluitersvoor het verwarmingssysteem open zijn.
2. Open de ontluchtingsafsluiter (QM25).3. Open de extern gemonteerde vulkleppen. De F135
en de rest van het klimaatsysteem worden metwater gevuld.
4. Wanneer het water dat de ontluchtingsafsluiter(QM25) verlaat niet met lucht is vermengd, sluit ude klep. Na een tijdje begint de druk op de externedrukmeter te stijgen. Als de druk 2.5 bar (0.25 MPa)bereikt, begint de veiligheidsklep water door telaten. Sluit de externe vulklep.
5. Verlaag de keteldruk naar het normale werkbereik(ca. 1 bar) door de ontluchtingsklep (QM25) of deexterne veiligheidsklep te openen.
Het klimaatsysteem ontluchten
Voorzichtig!
Ontluchten kan noodzakelijk zijn tijdens instal-latie en na een bepaalde gebruikstijd.
1. Schakel de stroom naar de ventilatiewarmtepompuit.
2. Ontlucht de ventilatiewarmtepomp via de ontluch-tingsklep (QM25) en de rest van het klimaatsys-teem via de relevante ontluchtingskleppen.
3. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-derd en de druk klopt.
QM25
21Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ F135
6 Inbedrijfstelling en afstelling
Inbedrijfstelling en inspectieOpstarten met NIBE Binnendeel
Voorzichtig!
Er moet water in het klimaatsysteem zittenvoordat de schakelaar in het binnendeel wordtingesteld op "".
1. Start de F135 op door de stroomkabel aan te slui-ten.
2. Stel de schakelaar van het binnendeel in op "".3. Volg de instructies in de startgids op het display
van het binnendeel. Als de startgids niet start alsu het binnendeel opstart, start u deze handmatigin menu 5.7.
Inbedrijfstelling met NIBE binnendeel
De eerste keer dat het binnendeel wordt gestart, wordter een startgids gestart. In de instructies van de start-gids wordt aangegeven wat er moet gebeuren tijdensde eerste start en wordt er een overzicht gegeven vande basisinstellingen van het binnendeel.
De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordtuitgevoerd en niet wordt overgeslagen. De startgidskan later worden gestart in het menu 5.7.
De circulatiepomp werkt op een vaste snelheid. Kanworden gewijzigd in menu 5.3.14.
LET OP!
Zolang als de startgids actief is, wordt geenenkele functie van de installatie automatischgestart.
De gids wordt bij elke herstart van de installa-tie weergegeven totdat dit op de laatste pagi-na wordt uitgevinkt.
NIBE™ F135Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling22
Ventilatie instellen (luchtafvoer)De ventilatie moet in overeenstemming met de toepas-selijke standaarden worden ingesteld. Als de F135 isaangesloten op een binnendeel, wordt de instellingverricht in menu 5.1.5. Anders wordt de ventilatiecapa-citeit ingesteld via potentiometer (AA5-SF3).
Zelfs wanneer de ventilatie ruwweg is ingesteld tijdensde installatie, is het van belang dat een ventilatieaan-passing wordt aangevraagd en toegestaan.
Voorzichtig!
Vraag om een ventilatieaanpassing om de in-stellingen te voltooien.
Ventilatorcapaciteit
0
100
200
300
400
500
0 50 100 150 200 250 300
Tillgängligt tryck (Pa)
Luftflöde
(m /h)(l/s)
3
100%90%
80%
70%
60%50%
40%30%
25 50 75
Beschikbare druk(Pa)
Luchtstroom
0
20
40
60
80
100
0 50 100 150 250200 300
25 50 75
30%
Luftflöde
(m /h)
(l/s)
Effekt
(W)
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
3
Vermogen, ventilatorVermogen(W)
Luchtstroom
23Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ F135
In de meeste gevallen merkt het binnendeel een storingop (storingen kunnen leiden tot verstoringen van hetwarmtapwatercomfort) en geeft dit aan met alarmmel-dingen op het display.
Infomenu binnendeelAlle gemeten waarden van het binnendeel wordenverzameld onder menu 3.1 in het menusysteem vanhet binnendeel. Vaak vindt u de oorzaak van de storingeen stuk eenvoudiger door even naar de waarden indit menu te kijken.
Alarm beheren (NIBE Binnen-deel)
info / handeling
alarm resetten
hulpmodus
Lagedrukalarm
alarm
Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden,wat wordt aangegeven doordat de statuslamp vanconstant groen nu constant rood gaat branden. Daar-naast verschijnt er een alarmbelletje in het informatie-venster.
AlarmBij een alarm met een rode statuslamp is er een storingopgetreden die de binnenmodule niet zelf kan verhel-pen. Op de display kunt u, door de selectieknop tedraaien en op de OK-knop te drukken, het type alarmbekijken en het alarm resetten. U kunt er ook voorkiezen om de binnenmodule in te stellen op hulpmo-dus.
info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm be-tekent en krijgt u tips voor het verhelpen van het pro-bleem dat het alarm heeft veroorzaakt.
alarm resetten In de meeste gevallen kunt u volstaanmet het selecteren van "alarm resetten" om het pro-bleem te verhelpen dat het alarm heeft veroorzaakt.Als een groene lamp gaat branden na het selecterenvan "alarm resetten", is het alarm verholpen. Als er nogsteeds een rode lamp brandt en een menu met denaam "alarm" zichtbaar is op het display, is het pro-bleem dat het alarm heeft veroorzaakt nog steedsaanwezig. Als het alarm verdwijnt en terugkeert, ziedan het hoofdstuk over het oplossen van problemen(pagina 24).
hulpmodus ”hulpmodus” is een type noodstand. Ditbetekent dat het binnendeel warmte en/of warmtap-water produceert, zelfs als er een probleem met hetbinnendeel is.
Problemen met de F135 zijn niet van invloed op dewerking van het binnendeel. U hoeft "hulpmodus" niette selecteren bij problemen met de F135.
Voorzichtig!
Om hulpmodus te selecteren, moet eenalarmhandeling worden gekozen in menu5.1.4.
LET OP!
Het selecteren van ”hulpmodus” is iets andersdan het verhelpen van het probleem dat hetalarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijftdaarom rood.
Problemen oplossenAls de storing niet wordt weergegeven op het displayof als de F135 niet is aangesloten op het binnendeel,kunt u de volgende adviezen opvolgen:
BasishandelingenStart met een controle van de volgende mogelijkestoringsbronnen:■ Controleren of de voedingskabel is aangesloten op
de F135.■ Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.■ De aardlekschakelaar van de woning.
Geringeof geen ventilatie (ventilatieluchtin-stallatie)■ De ventilatie is niet ingeregeld.■ Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■ Filter (HQ12) verstopt.■ Reinig of vervang het filter.
■ Afvoerluchtapparaat geblokkeerd of te veel ge-smoord.■ Controleer en reinig de afvoerluchtinstallaties.
■ Ventilatorsnelheid in verminderde modus.■ Open menu 1 en selecteer "normaal".
Hoge of ontregelde ventilatie (uitlaatlucht-installatie)■ De ventilatie is niet ingeregeld.■ Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■ Ventilatorsnelheid in gedwongen modus.■ Open menu 1 en selecteer "normaal".
■ Filter (HQ12) verstopt.■ Reinig of vervang het filter.
NIBE™ F135Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding24
7 Bediening - Inleiding
Borrelend geluid■ Niet genoeg water in het waterslot.■ Vul het waterslot bij met water.
■ Gesmoord waterslot.■ Controleer de condenswaterslang en stel deze af.
25Hoofdstuk 8 | Storingen in comfortNIBE™ F135
BovenbehuizingBovenbehuizing voor wegwerken ventilatiekanalen.
245 mm
Onderdeelnr. 089 756
345 mm
Onderdeelnr. 089 757
395-645 mm
Onderdeelnr. 089 758
NIBE™ F135Hoofdstuk 9 | Accessoires26
9 Accessoires
Afmetingen en aansluitingen
370
60
5
22
0
155
440
595
210
Ø160
Ø125
40 7
0 4
20
40
20
65
-90
42
0
27Hoofdstuk 10 | Technische gegevensNIBE™ F135
10 Technische gegevens
Technische specificaties
1 x 230 V
Vermogensgegevens volgens EN 14 5111,42kWGespecificeerd verwarmingsvermogen (PH)1
3,87COP1
1,34kWGespecificeerd verwarmingsvermogen (PH)2
3,13COP2
1,27kWGespecificeerd verwarmingsvermogen (PH)3
2,65COP3
Elektrische gegevens230V ~ 50 HzVNominale spanning
3,5AMax. bedrijfsstroom5 - 20WAandrijfvermogen circulatiepomp
20 - 75WAandrijfvermogen ventilator1,32kWGespecificeerde compressoruitvoer volgens EN161476)
6AMin. zekeringwaardeIP 21Veiligheidsklasse
Koudemiddel systeemR134AType koudemiddel
0,38kgVolumeRotatieCompressortype
2,2/22,0MPa/barHogedrukpressostaat HPVentilatiewarmtepomp
1,0/10MPa/barMax. systeemdruk63°CMax. aanvoertemperatuur54°CMax. retourtemperatuur
laag energieverbruikEnergieklasse circulatiepompLuchtstroomvereiste
25l/sMin. luchtstroom, luchttemperatuur >10 °C+10 - +37°CTemperatuurbereik voor werking compressor
Geluidseffectniveau volgens EN 12 10247dB(A)Geluidsniveau (LW(A))4
Geluidsdrukniveau volgens EN ISO 11 20343dB(A)Geluidsdrukniveau in opstelruimte (LP(A))5
Aansluiting van de leidingen22mmVerwarmingssysteem, aanvoer uitw. Ø22mmVerwarmingssysteem, retour uitw. Ø
160mmVentilatie uitw. Ø160 / 125mmFilterdoos uitw. Ø
1A20(12)W35, afvoerluchtstroom 180 m3/h (50 l/s) excl. aandrijf-vermogen voor ventilator2A20(12)W45, afvoerluchtstroom 180 m3/h (50 l/s) excl. aandrijf-vermogen voor ventilator3A20(12)W55, afvoerluchtstroom 180 m3/h (50 l/s) excl. aandrijf-vermogen voor ventilator4 De waarde kan verschillen, afhankelijk van de geselecteerdeventilatorsnelheid. Ga naar www.nibe.eu voor meer gedetailleer-de geluidsgegevens, waaronder geluid naar kanalen.5 De waarde kan verschillen, afhankelijk van het dempend vermo-gen van de ruimte. Deze waarden gelden bij een demping van4 dB.
6) 180 m3/h
NIBE™ F135Hoofdstuk 10 | Technische gegevens28
Diversen
Afmetingen en gewicht600mmBreedte605mmDiepte
490 - 515mmHoogte (excl. aansluitingen)50kgGewicht
066 075Onderdeelnr.
29Hoofdstuk 10 | Technische gegevensNIBE™ F135
EnergielabelInformatieblad
NIBENaam leverancier
F135Model leverancier
35 / 55°CTemperatuurtoepassing
A+ / A+Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat
2kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemid-deld klimaat
879 / 1087kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemid-deld klimaat
141 / 114%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat
47dBGeluidsniveau LWA binnen
2kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koudklimaat
2kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warmklimaat
1004 / 1264kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-maat
587 / 731kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warmklimaat
147 / 117%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,koud klimaat
136 / 110%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,warm klimaat
-dBGeluidsniveau LWA buiten
NIBE™ F135Hoofdstuk 10 | Technische gegevens30
Technische documentatie
F135Model leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN14825 EN16147Toegepaste standaarden%114ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW1,5PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,0COPdTj = -7 °CkW1,3PdhTj = -7 °CkW3,1COPdTj = +2 °CkW1,3PdhTj = +2 °CkW3,3COPdTj = +7 °CkW1,3PdhTj = +7 °CkW3,3COPdTj = +12 °CkW1,4PdhTj = +12 °CkW2,7COPdTj = bivkW1,2PdhTj = bivkW2,8COPdTj = TOLkW1,2PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-6,9TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C58WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,98CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW0,3PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,003POFFUit-stand
kW0,01PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,005PSBStand-bymodus
kW0,01PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/h150Nominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,13Nominaal debiet klimaatsysteemdB47 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/hBrine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh1 087QHEJaarlijks energieverbruik
31Hoofdstuk 10 | Technische gegevensNIBE™ F135
Elektrisch schema
NIBE™ F135Hoofdstuk 10 | Technische gegevens32
Index
AAansluiten van het afgiftesysteem, 14Accessoires, 26Afmetingen en aansluitingen, 27Afmetingen en leidingaansluitingen, 12, 14Afmetingen leiding, 12Alarm beheren, 24
BBediening, 24
Bediening - Inleiding, 24Bediening - Inleiding, 24Belangrijke informatie, 3
Terugwinning, 3Veiligheidsinformatie, 3
Bezorging en verwerking, 6Geleverde componenten, 7Transport, 6Verwijderen van de buitenmantel, 8
CContactgegevens, 5
DDe boiler vullen, 21
EElektrische aansluitingen, 19
Aansluitingen, 19Algemeen, 19
Elektrisch schema, 32Energielabel, 30
Informatieblad, 30Technische documentatie, 31
Externe aansluitoptiesMogelijke selectie AUX-ingangen, 20Schakelaar voor extern blokkeren van compressor, 20
GGeleverde componenten, 7
HHet ontwerp van de afvoerluchtmodule
Lijst met onderdelen, 10Het ontwerp van de ventilatiewarmtepomp, 9
IInbedrijfstelling en afstelling, 21
Opstarten en inspectie, 22Voorbereidingen, 21Vullen en ontluchten, 21
Inbedrijfstelling en inspectieDe ventilatie instellen, 23Opstarten met NIBE binnendeel, 22
Inspectie van de installatie, 4
KKanaal voor afvoerlucht, 18Keurmerk, 3
LLeiding- en luchtaansluitingen, 11Leiding- en ontluchtaansluitingen
Afgiftesysteem aansluiten, 14Afmetingen en leidingaansluitingen, 12, 14Afmetingen leiding, 12Algemene leidingaansluitingen, 11Kanaal voor afvoerlucht, 18Ontluchting aanpassen, 18Symboolverklaring, 11Systeemschema, 11
Ventilatiestroom, 18
MMogelijke selectie AUX-ingangen, 20Montage, 6Monteren
Installatie/bevestigen, 13
OOntluchting aanpassen, 18Opstarten en inspectie, 22
PProblemen oplossen, 24
SSchakelaar extern blokkeren compressor, 20Serienummer, 3Symbolen, 3Symboolverklaring, 11Systeemschema, 11
TTechnische gegevens, 27–28
Afmetingen en aansluitingen, 27Elektrisch schema, 32Technische gegevens, 28
Transport, 6Montage, 6
VVeiligheidsinformatie, 3
CE-merk, 3Contactgegevens, 5Inspectie van de installatie, 4Serienummer, 3Symbolen, 3
Ventilatiestroom, 18Verstoringen van comfort
Alarm beheren, 24Problemen oplossen, 24
Verwijderen van de buitenmantel, 8Voorbereidingen, 21Vullen en ontluchten, 21
De boiler vullen, 21
33Hoofdstuk 11 | IndexNIBE™ F135
11 Index
WS name: -GemensamtWS version: a99WS release date: 2015-10-22 13:07Publish date: 2015-11-13 13:49
NIBE AB Sweden
Hannabadsvägen 5Box 14 SE-285 21 [email protected]
331448