Handleidingvoor installateur NIBE™F110 · Inhoudsopgave 1 Belangrijkeinformatie 2...
Transcript of Handleidingvoor installateur NIBE™F110 · Inhoudsopgave 1 Belangrijkeinformatie 2...
Handleiding voorinstallateur
LEK
NIBE™ F110Warmtepomp
IHB NL 1540-5 331151
SnelgidsNavigatie Toets OK (bevestigen/selecteren)
Toets Terug (terug/ongedaanmaken/afsluiten)
Pijlen omhoog/omlaag(verplaatsen/verhogen/verlagen)
Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 22.
Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen wordt beschreven op pagina 23.
Warmtapwatervolume verhogentrue
off
2X1X
Om de hoeveelheid warmtapwater tijdelijk te verhogen, drukt u op het pijtje omlaag tot menu 2 (waterdruppel)en vervolgens drukt u 2 keer op de OK-knop. Lees meer over de instellingen op pagina 26.
Bij verstoringen van het comfortIndien het comfort, op welke wijze dan ook, verstoord raakt, is er een aantal maatregelen dat u kunt nemenvoordat u contact moet opnemen met uw installateur. Zie pagina 35 voor instructies.
Inhoudsopgave
21 Belangrijke informatie2Veiligheidsinformatie
52 Bezorging en verwerking5Transport
5Montage
7Geleverde componenten
8Verwijderen van de buitenmantel
103 Het ontwerp van de warmte-
pomp
124 Leiding- en luchtaansluitingen12Algemene leidingaansluitingen
13Afmetingen en waterzijdige aansluitingen
13Koud en warm water aansluiten
14Alternatieve installatie
16Algemene luchtaansluitingen
17Kanaal voor afvoerlucht/afzuigkap
17Ventilatiestroom (luchtafvoer)
17Ventilatie aanpassen (luchtafvoer)
185 Elektrische aansluitingen18Algemeen
18Aansluitingen
19Optionele aansluitingen
206 Inbedrijfstelling en afstelling20Voorbereidingen
20Vullen en ontluchten
20Inbedrijfstelling en inspectie
227 Bediening - Inleiding22Display-eenheid
22Menusysteem
258 Regeling - Menu's25Menu 1 - ventilatie
26Menu 2 - WARMTAPWATER
28Menu 3 - INFO
29Menu 4 - MIJN SYSTEEM
31Menu 5 - SERVICE
339 Service33Servicehandelingen
3410 Storingen in comfort34Infomenu
34Alarm beheren
35Problemen oplossen
3711 Accessoires
3812 Technische gegevens38Afmetingen en aansluitingen
39Technische specificaties
42Energielabel
43Elektrisch schema
44Index
1Inhoudsopgave |NIBE™ F110
VeiligheidsinformatieIn deze handleiding worden de installatie- en onder-houdsprocedures voor uitvoering door specialistenbeschreven.
Dit apparaat kan worden gebruikt doorkinderen vanaf 8 jaar of door personenmet beperkingen van psychische, zintui-gelijke of lichamelijke aard, of doorpersonen met gebrek aan kennis en er-varing, wanneer zij onder toezicht staanen instructies hebben ontvangen omhet apparaat veilig te gebruiken en zijde bijkomende gevaren begrijpen. Kin-deren mogen niet met het apparaatspelen. Het reinigen en onderhoud datdoor de gebruiker mag worden uitge-voerd, kan niet zonder toezicht doorkinderen worden uitgevoerd.
Rechten om ontwerpwijzigingen doorte voeren zijn voorbehouden.
©NIBE 2015.
Symbolen
Voorzichtig!
Dit symbool duidt aan dat de machine of eenpersoon gevaar loopt.
LET OP!
Dit symbool duidt belangrijke informatie aanover wat u in de gaten moet houden tijdensonderhoud aan uw installatie.
TIP
Dit symbool duidt tips aan om het gebruik vanhet product te vergemakkelijken.
KeurmerkF110 is voorzien van het CE-merk en voldoet aan IP21.
Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat hetproduct voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnenvoortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien vanhet product. Het CE-keurmerk is verplicht voor demeeste producten die in de EU worden verkocht, onge-acht het land waar ze zijn gemaakt.
IP21 houdt in dat voorwerpen met een diameter groterdan of gelijk aan 12,5 mm niet kunnen doordringenen schade kunnen veroorzaken en dat het product isbeschermd tegen verticaal vallende druppels water.
SerienummerHet serienummer staat rechtsonder op het voorpaneel.
Serienummer
LET OP!
Vermeld bij het doorgeven van een storingaltijd het serienummer (14-cijferig) van hetproduct.
Landspecifieke informatie
Handleiding voor installateur
Deze installatiehandleiding moet bij de klant wordenachtergelaten.
NIBE™ F110Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie2
1 Belangrijke informatie
Inspectie van de installatieVolgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordatdeze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd.
DatumHandteke-ning
OpmerkingenBeschrijving✔
Ventilatie, afvoerlucht (pagina 14)
Ventilatiestroom instellen
Afvoerluchtfilter
Ventilatie, omgevingslucht of buitenlucht (pa-gina 15)
Onvoldoende druk in het systeem.
Warmtapwater
Systeem ontlucht
Elektriciteit (pagina 18)
Aanvoer aangesloten 230 V
Circuitzekeringen
Aardlekschakelaar
Diversen
Type installatie
3Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieNIBE™ F110
Contactgegevens
KNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse 11, 4861 SchörflingAT
Tel: +43 (0)7662 8963-0 Fax: +43 (0)7662 8963-44 E-mail: [email protected] www.knv.atNIBE Wärmetechnik c/o ait Schweiz AG, Industriepark, CH-6246 AltishofenCH
Tel: (52) 647 00 30 Fax: (52) 647 00 31 E-mail: [email protected] www.nibe.chDruzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ - 294 71 Benatky nad JizerouCZ
Tel: +420 326 373 801 Fax: +420 326 373 803 E-mail: [email protected] www.nibe.czNIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, 29223 CelleDE
Tel: 05141/7546-0 Fax: 05141/7546-99 E-mail: [email protected] www.nibe.deVølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 VidebækDK
Tel: 97 17 20 33 Fax: 97 17 29 33 E-mail: [email protected] www.volundvt.dkNIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, 01510 VantaaFI
Puh: 09-274 697 0 Fax: 09-274 697 40 E-mail: [email protected] www.nibe.fiNIBE Energy Systems France Sarl, Zone industrielle RD 28, Rue du Pou du Ciel, 01600 ReyrieuxFR
Tel : 04 74 00 92 92 Fax : 04 74 00 42 00 E-mail: [email protected] www.nibe.frNIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, Chesterfield S41 9QGGB
Tel: 0845 095 1200 Fax: 0845 095 1201 E-mail: [email protected] www.nibe.co.ukNIBE Energietechniek B.V., Postbus 634, NL 4900 AP OosterhoutNL
Tel: 0168 477722 Fax: 0168 476998 E-mail: [email protected] www.nibenl.nlABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 0516 OsloNO
Tel. sentralbord: +47 23 17 05 20 E-mail: [email protected] www.nibeenergysystems.noNIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, 15-703 BIAŁYSTOKPL
Tel: 085 662 84 90 Fax: 085 662 84 14 E-mail: [email protected] www.biawar.com.pl© "EVAN" 17, per. Boynovskiy, Nizhny NovgorodRU
Tel./fax +7 831 419 57 06 E-mail: [email protected] www.nibe-evan.ruNIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE-285 21 MarkarydSE
Tel: +46-(0)433-73 000 Fax: +46-(0)433-73 190 E-mail: [email protected] www.nibe.se
Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op www.nibe.euvoor meer informatie.
NIBE™ F110Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie4
TransportTransportDe F110 dient verticaal en droog te worden vervoerden opgeslagen. Tijdens het naar binnen dragen kan deF110 echter voorzichtig op de achterkant wordenneergelegd. Het zwaartepunt zit in het bovenste deel.
R
0
+ 20-2
1
R
0
H M flo w4 9 (5 0 ) °CH o t w a te r 5 1 °C
+20
-2
1 R0
HM
flow4
9 (5
0) °C
Ho
t wa
ter
51
°C
R0
Montage■ Plaats de F110 op een stevige ondergrond die het
gewicht kan dragen, bij voorkeur op een betonnenvloer of een betonnen fundament. Gebruik de ver-stelbare poten van het product voor een horizontaleen stabiele installatie.
30 - 50 mm
30 - 50 mm
15 - 40 mm
■ Het gebied waar de F110 wordt geplaatst, moet zijnvoorzien van afwatering in de vloer.
■ De F110 moet met de achterkant tegen een muurworden geplaatst. De F110 moet in een niet-geluids-gevoelige ruimte met de rugzijde tegen een buiten-muur worden gezet om storende geluiden tegen tegaan. Indien dit niet mogelijk is, moet de opstellingin nabijheid van slaapkamers of andere geluidsgevoe-lige kamers worden vermeden.
■ Muren van geluidsgevoelige ruimten moeten metgeluidsisolatie worden uitgerust, waar u de eenheidook plaatst.
■ Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet wordenbevestigd aan binnenmuren die aan een slaap- ofwoonkamer grenzen.
5Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE™ F110
2 Bezorging en verwerking
InstallatiegebiedLaat een vrije ruimte van 800 mm over aan de voorzijdevan de warmtepomp. Ca. 50 mm vrije ruimte aan iederekant is nodig om de zijpanelen te verwijderen. De pa-nelen hoeven niet te worden verwijderd tijdens onder-houdswerkzaamheden, want alle werkzaamhedenkunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd. Laatruimte vrij tussen de warmtepomp en de muur erachter(en gelegde toevoerkabels en -leidingen) om de kansop het produceren van trilgeluiden te verminderen.
800
300
10-25
10-50* 10-50*
* Afhankelijk van of de panelen wel of niet kunnen worden ver-wijderd.
Voorzichtig!
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte (300 mm)is boven de F110 voor het installeren van ven-tilatieslangen.
50 50
700
300
10-25
NIBE™ F110Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking6
Geleverde componentenLocatieDe set geleverde artikelen zit in het onderste deel vanhet product.
Mora
kni
v
LEK
LEK
LEK
LEK
GeluiddemperFilterpatroon
Luchtaansluiting
7Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE™ F110
Verwijderenvandebuitenman-telLuchtbehandelingspaneel
LEK
1
2
3
4
1. Draai de schroeven van de bevestigingsplaat bovende F110 los.
2. Schuif het paneel naar boven en trek het naar utoe.
3. Trek het paneel naar u toe.
Voorzichtig!
In het paneel wordt een massakabel aangeslo-ten, waardoor het paneel er slechts 0,35 m kanworden uitgetild. Als het paneel helemaalmoet worden verwijderd, moet de kabel wor-den losgemaakt.
Paneel aan voorzijdeVerwijder het voorste paneel door dit er recht uit tetrekken.
LEK
Voorzichtig!
In het paneel wordt een displaykabel aange-sloten, waardoor het paneel er slechts 1,5 mkan worden uitgetild. Als het paneel helemaalmoet worden verwijderd, moet de kabel wor-den losgemaakt.
NIBE™ F110Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking8
Zijpanelen
Luchtbehandeling1. Draai de schroeven op de hoek los.2. Draai het zijpaneel iets naar buiten.3. Beweeg het zijpaneel naar buiten en naar achteren.4. Montage moet in omgekeerde volgorde worden
uitgevoerd.
LEK
LEK
LEK
Verwarmingsgedeelte1. Draai de schroeven op de hoek los.2. Draai het zijpaneel iets naar buiten.3. Beweeg het zijpaneel naar buiten en naar achteren.4. Montage moet in omgekeerde volgorde worden
uitgevoerd.
LEK
LEK
LEK
9Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE™ F110
LEK
LEK
LEK
AA4
XL43
XL44
BT77 QM25
BT7
WM1
BT35
EB1
FL1
XL3 XL4
AA2
PF1
GP12
BP1
QN20CA1
GQ1
FL6FQ1
BT12
GQ10
EB10
PF1
BT6
QM30
BT76
QN1
BT16
EP1
EP2
HZ2
BT13
PF3
QM5
WM2
NIBE™ F110Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp10
3 Het ontwerp van de warmtepomp
Aansluiting van de leidingenAansluiting, koud waterXL 3Aansluiting, warmtapwaterXL 4Binnenkomende lucht aansluitenXL43Afgevoerde lucht aansluitenXL44Uitlaat overloopwater1WM2
VVAC-onderdelenVeiligheidsklep, boilerFL 1Vacuümklep (alleen F110 Cu)FL 6Mengklep, warmtapwaterFQ 1Circulatiepomp, ladenGP12Ontluchtingsschroef (alleen F110 R)QM 5Ventilatie, warmtapwaterQM25Afsluiter, warmtapwaterQM 30VerdeelbakWM 1Uitstroom overloopwaterWM 2
Voelers, etc.HogedrukpressostaatBP1Temperatuursensor, warmtapwater, regelingBT 6Temperatuursensor, warmtapwater, displayBT 7Temperatuursensor, condensator uitBT12Temperatuursensor, afgiftesysteem retourvoor condensor
BT13
Temperatuursensor, verdamperBT16ThermostaatBT 35
Temperatuursensor, ontdooienBT76Temperatuursensor, binnenkomende luchtBT77
Elektrische onderdelenBasiskaartAA2BedieningseenheidAA 4CondensatorCA1Elektrische bijverwarmingEB 1CompressorverwarmingEB10Temperatuurbegrenzer1FD 1
KoedemiddelonderdelenVerdamperEP1CondensorEP2CompressorGQ10DroogfilterHZ2ExpansieventielQN1Elektromagnetische klep, ontdooienQN20
VentilatieVentilatorGQ1Luchtfilter1HQ12
DiversenTypeplaatjePF1SerienummerplaatjePF3
1Niet zichtbaar op de afbeelding
Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar-den IEC 81346-1 en 81346-2.
11Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompNIBE™ F110
Algemene leidingaansluitin-genLeidingen moeten volgens de geldende normen enrichtlijnen worden aangesloten.
De F110 is uitsluitend ontworpen voor verticale instal-latie. De boiler is uitgerust met knelkoppelingen voorkoperen of kunststof leidingen. Er moeten internesteunbussen worden aangesloten wanneer eenkunststof leiding of roodkoperen leiding wordt geïn-stalleerd. Het mengventiel wordt ingesteld op de ge-wenste temperatuur van het warmtapwater. Draai hetmengventiel naar links om de temperatuur van hetwarmtapwater te verhogen. Instelbereik 40–65 °C.
Overloopwater uit de opvangbak en veiligheidskleppenvan de verdamper wordt via verzamelleidingen die nietonder druk staan naar een afvoer geleid, zodat er geenletsel kan optreden door spetters heet water. De over-loopleiding moet over de hele lengte omlaag lopenom waterzakken te voorkomen. Bovendien moet deleiding vorstvrij zijn aangelegd.
De veiligheidsklep (FL1) moet regelmatig worden ge-controleerd, circa vier keer per jaar.1. Draai de veiligheidsklep tegen de klok in.2. Controleer of er water door de overstortleiding
van de veiligheidsklep stroomt.3. Als er geen water uitkomt, neemt u contact op met
de installateur om de veiligheidsklep direct te ver-vangen.
Bij de veiligheidsklep komt soms een beetje water vrijnadat warm water is gebruikt. Deze uitstroom wordtveroorzaakt door de uitzetting van koud water dat inde boiler wordt opgenomen, waardoor een toenamevan de druk optreedt en de veiligheidsklep wordt geo-pend.
Voorzichtig!
Voordat de F110 wordt aangesloten, moetende leidingsystemen worden doorgespoeld omte voorkomen dat componenten beschadigdof verstopt raken door verontreinigingen.
Symboolverklaring
BetekenisSym-bool
Afsluiter
Elektrische bijverwarmingOverstortventiel
Circulatiepomp
Ventilator
Compressor
Warmtewisselaar
SysteemschemaDe F110 bestaat uit een warmtepompmodule, boiler,elektrisch verwarmingselement en controlesysteem.
Als de lucht de verdamper passeert, verdampt hetkoudemiddel vanwege het lage kookpunt. Op diemanier wordt de energie uit de lucht afgegeven aanhet koudemiddel.
Het koudemiddel wordt vervolgens in een compressorsamengeperst, waardoor de druk en temperatuur ver-der stijgen.
Het warme koudemiddel wordt naar de condensorgeleid. Hier geeft het koudemiddel zijn energie af aanhet warmtapwater, waarna het koudemiddel van eengas overgaat in een vloeistof.
Het koudemiddel wordt via filters naar een expansie-klep geleid waar de druk en de temperatuur wordenteruggebracht.
De cyclus van het koudemiddel is nu afgerond en hetkoudemiddel keert terug naar de verdamper.
NIBE™ F110Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen12
4 Leiding- en luchtaansluitingen
Afmetingen en waterzijdigeaansluitingen
A
B
C
LEK
LEK
LEK
XL4XL3 WM1
Ontwerpafmetingen
CBAAansluiting
435295125(mm)XL3 Koud water435350125(mm)XL4 Warmtapwater68450140(mm)WM1 Lekbak
Afmetingen leiding
Aansluiting
22(mm)XL3 Koud water uitw. Ø22(mm)XL4 Warmtapwater uitw. Ø32(mm)WM2 Uitlaat overloopwater
Koud en warm water aanslui-tenDe klepaansluiting mag niet worden gebruikt voor ex-terne installatie, verplaatsing of demontage.
13Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingenNIBE™ F110
Alternatieve installatieDe F110 moet zijn aangesloten volgens de instructiesin deze handleiding.
De installatie moet worden uitgevoerd volgens degeldende normen en voorschriften.
Afvoerlucht
De afvoerlucht aansluiten
Met een afvoerluchtaansluiting wordt de warmte inde geventileerde lucht van het gebouw gebruikt omhet warmtapwater te verwarmen terwijl de woningwordt geventileerd.
De warme lucht wordt van de ruimtes overgebrachtnaar de warmtepomp via het ventilatiesysteem van dewoning.
Voorzichtig!
Er is een luchtfilter (HQ12) (bijgeleverd), mini-maal klasse G2, nodig voor de afvoerluchtlei-ding van deze aansluiting. Het filter moet re-gelmatig worden gereinigd.
LET OP!
Het geluid van de ventilator kan wordenovergedragen via de ventilatiekanalen.
Buitenlucht
De buitenlucht aansluiten
Met een buitenluchtaansluiting wordt de warmte inde buitenlucht gebruikt om het warmtapwater te ver-warmen.■ Het is belangrijk om de leiding voor de binnenkomen-
de lucht zo te plaatsen dat de afgevoerde lucht nietin de warmtepomp wordt gezogen, bijvoorbeelddoor een van de leidingen te draaien. Er kan eencombinatieapparaat met rooster worden gebruikt.
■ Het drukverlies in het systeem mag niet meer bedra-gen dan 60 Pa. Het drukverlies wordt beïnvloed doorbijvoorbeeld de afmetingen van de luchtleiding, hetaantal bochten en de lengte van de leidingen. Voor-beeld: In een systeem met luchtleidingen van 160mm en 7 bochten mogen de leidingen maximaal 8m lang zijn.
■ Indien de binnenkomende lucht naar de F110 veeldeeltjes bevat en er veel behoefte is aan warmtapwa-ter, dan moet de warmtepomp worden uitgerustmet een filter (bijgeleverd), minimaal klasse G2.
■ De toegevoerde en afgevoerde lucht voor de warm-tepomp kan koud zijn en de ventilatieleidingenmoeten daarom over de gehele lengte zijn geïso-leerd.
■ De warmtepomp functioneert bij buitentemperatu-ren tot -10 °C.
■ Zoek een locatie voor de F110 aan de zijkant van hethuis, die het minst geluidsgevoelig is.
LET OP!
Het geluid van de ventilator kan wordenovergedragen via de luchtkanalen.
NIBE™ F110Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen14
OmgevingsluchtOmgevingslucht aansluitenMet een omgevingsluchtaansluiting wordt de warmte inde ruimte gebruikt om het warmtapwater te verwarmen.De afvoerlucht kan worden gebruikt om een ruimte tekoelen.■ Indien de toevoerlucht afkomstig is uit dezelfde ruimte
als waar de afvoerlucht vrijkomt, is het van belang datde leiding voor de toevoerlucht zodanig wordt geplaatst,dat de afvoerlucht niet in de warmtepompmodule wordtgezogen. Dit kan worden voorkomen door een van deluchtleidingen te buigen.
■ Het plafond moet hoog genoeg zijn om hercirculatievan de lucht te voorkomen.
■ Indien de binnenkomende lucht naar de F110 veeldeeltjes bevat en er veel behoefte is aan warmtapwater,dan moet de warmtepomp worden uitgerust met eenfilter (HQ12) (bijgeleverd), minimaal klasse G2.
■ Het geluid van de ventilator kan worden overgedragenaan de ruimte via de luchtleidingen.
■ Bij installaties waar lucht wordt toegevoerd vanuit deene kamer en in de andere kamer vrijkomt, kan er over-druk ontstaan als de ruimte niet op de juiste wijze wordtgeventileerd. Dit kan leiden tot vocht in het gebouw.
LET OP!De afgevoerde lucht van de F110 is koud en kandaarom worden gebruikt om de ruimte waar delucht vrijkomt te koelen.
Haal de toevoerlucht uit een ruimte en laat de af-voerlucht in dezelfde ruimte vrijkomen.
Haal de toevoerlucht uit een ruimte en laat de afvoerlucht in een andere ruimteof buitenshuis vrijkomen.
15Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingenNIBE™ F110
Algemene luchtaansluitingenDe luchtaansluitingen moeten worden uitgevoerd inovereenstemming met de toepasselijke voorschriften.
Om te voorkomen dat het geluid naar de ventilatieap-paratuur wordt overgedragen, kan het raadzaam zijnom een geluiddemper in de leiding in te bouwen ofde bijgeleverde geluiddemper in de F110 te monteren.
De aansluitingen moeten worden uitgevoerd via flexi-bele slangen, die zo moeten worden geïnstalleerd datze eenvoudig kunnen worden vervangen. Kanalen diekoud kunnen worden, moeten over de hele lengteworden geïsoleerd met dampdicht isolatiemateriaal(PE30). Zorg ervoor dat de condensatie-isolatie is afge-dicht bij verbindingen en/of toevoernippels, geluiddem-pers, dakkappen enz. Er moet worden gezorgd, datinspectie en reiniging van de kanalen mogelijk is.Controleer of er geen verkleining van de doorlaat op-treedt in de vorm van plooien, scherpe bochten enz.,want hierdoor zal de capaciteit afnemen. Het luchtka-nalensysteem moet minimaal luchtdichtheidsklasse Bzijn.
Indien de binnenkomende lucht naar de F110 veeldeeltjes bevat en er veel behoefte is aan warmtapwa-ter, dan moet de warmtepompmodule worden uitge-rust met een luchtfilter (HQ12) (bijgeleverd).
LEK
LEK
Lucht-in Lucht-uit
22
0
155
70 40
20
440
22
0
155
70 40
20
440
Het filterpatroon installerenHet filterpatroon heeft twee aansluitingsafmetingen,125 mm of 160 mm.1. Controleer de diameter van het luchtkanaal voor
de toevoerlucht.2. Wanneer het luchtkanaal een grote diameter (Ø
160 mm) heeft, moet de binnenring worden ver-wijderd uit de bovenkant van het filterpatroon.
3. Snijd net binnen de binnenrand van de buitenringmet behulp van een scherp mes. Het kunststof iseenvoudig te snijden.
4. Druk het filterpatroon op zijn plek in de aansluitingvoor de toevoerlucht (XL43).
Mora
kni
v
LEK
LEK
LEK
LEK
De aansluiting installerenIndien het filterpatroon niet wordt geplaatst, wordtde bijgeleverde aansluiting geïnstalleerd in de toevoer-luchtaansluiting (XL43).
De geluiddemper monteren1. Verwijder de pluggen van de bijgeleverde geluid-
demper.2. Monteer de geluiddemper in de aansluiting voor
uitgaande lucht (XL44).
NIBE™ F110Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen16
Kanaal voor afvoerlucht/af-zuigkapHet kanaal voor afvoerlucht (afzuigkap) mag nietworden aangesloten op de F110.
Om te voorkomen dat etenslucht in de F110 terecht-komt, moet de afstand tussen de afzuigkap en de af-voerluchtkanalen worden gecontroleerd. De afstandmag niet minder zijn dan 1,5 m, maar dit kan per instal-latie verschillen.
Schakel tijdens het koken altijd de afzuigkap in.
Voorzichtig!
Er mag geen kanaal in een gemetseldeschoorsteen worden gebruikt voor luchtafvoer.
Ventilatiestroom (luchtafvoer)Sluit de F110 zo aan dat alle afgevoerde lucht, metuitzondering van afgevoerde lucht uit de luchtkanalenvan de keuken (afzuigkap), langs de verdamper (EP1)in de warmtepomp komt. Voor optimale prestaties vande warmtepomp mag de ventilatiestroom niet minderzijn dan 25 l/s (90 m³/u). Als de afvoerluchttempera-tuur lager is dan 20 °C (bijvoorbeeld bij opstarten enals er niemand thuis is), is de minimale waarde 31 l/s(110 m3/u).
Controleer of de ventilatieopeningen niet geblokkeerdzijn. Stel de ventilatiecapaciteit in het menusysteemvan de warmtepomp in (menu 5.1.5).
Voorzichtig!
Als de afvoerluchttemperatuur onder de 10°C komt, wordt de compressor geblokkeerden is elektrische bijverwarming toegestaan.Als de compressor is geblokkeerd, wordt ergeen warmte aan de afvoerlucht onttrokken.
Ventilatie aanpassen (luchtaf-voer)Om in iedere kamer van de woning de noodzakelijkeluchtverversing te verkrijgen, moeten de luchtafzuig -en aanvoerroosters correct worden gepositioneerd eningeregeld.
Stel de ventilatie direct na de installatie zo in, dat dezeovereenkomt met de verwachte waarde van de woning.
Een onjuiste ventilatiedoorstroming kan leiden totverminderde efficiency van de warmtepomp en daar-mee tot hoger energieverbruik, en kan uiteindelijkschade toebrengen aan de woning.
17Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingenNIBE™ F110
AlgemeenAlle elektrische onderdelen zijn in de fabriek aangeslo-ten.
De installatie moet worden uitgevoerd volgens degeldende normen en voorschriften.
Wanneer u achter dichtgeschroefde panelen moetwerken, dient de groepszekering te worden verwijderdof moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
Werk achter dichtgeschroefde panelen mag alleenworden uitgevoerd onder toezicht van een erkendeelektricien.■ Ontkoppel de F110 voordat u een isolatietest van de
bedrading in het pand uitvoert.■ Voor het bedradingsschema voor de F110, zie pagina
43.■ Signaalkabels naar externe aansluitingen mogen niet
dicht bij hoogspanningskabels worden gelegd.■ Signaalkabels naar externe aansluitingen zijn 4-ade-
rig, minstens 0,35 mm2.■ Als de toevoerkabel beschadigd is, moet deze wor-
den vervangen door gekwalificeerde personen.
Voorzichtig!
De toevoerkabel mag pas worden aangeslotenals de boiler is gevuld. Interne onderdelenkunnen worden beschadigd.
Voorzichtig!
De elektrische installatie en onderhoud moetworden uitgevoerd onder toezicht van eenerkend elektrotechnisch installateur. De elek-trische installatie en de bedrading moetenworden uitgevoerd conform de geldendevoorschriften.
TemperatuurbegrenzerDe temperatuurbegrenzer (FD1) onderbreekt de voe-ding naar de elektrische bijverwarming als de tempera-tuur boven 95 °C stijgt en wordt handmatig gereset.
Resetten
De temperatuurbegrenzer (FD1) is bereikbaar vanachter het voorste paneel in de kunststof afdekking.1. Schakel de stroom naar de warmtepomp uit voor-
dat u met werkzaamheden begint.2. Verwijder het voorpaneel, zie pagina 8 voor in-
structies.3. Verwijder de knop voor de thermostaat (BT35) en
de kunststof afdekking.4. Druk de knop op de temperatuurbegrenzer licht
in.
LEK
LEK
LEK
Kunststofafdekking
BT35
LEK
LEK
LEK
LEK
LEK
Max. 15 N (circa 1,5 kg)
AansluitingenSpanningaansluiting
Voorzichtig!
Om interferentie te voorkomen, mogen niet-afgeschermde communicatie- en/of sensorka-bels naar externe aansluitingen niet dichterdan 20 cm bij een kabel met hoge spanningworden gelegd.
De F110 wordt aangesloten op een geaard stopcontactmet het af fabriek geïnstalleerde snoer dat met stekkerwordt geleverd.
NIBE™ F110Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen18
5 Elektrische aansluitingen
Optionele aansluitingenAUX-ingangen
Schakelaar voor extern blokkeren van bijverwar-ming en/of compressor
Bijverwarmen en compressor blokkeren zijn verbondenmet twee verschillende AUX-ingangen.
Als extern blokkeren van de bijverwarming en/ofcompressor gewenst is, kan dit worden aangeslotenop klemmenstrook X13 op de basiskaart (AA2).
De bijverwarming en/of de compressor wordt/wordenontkoppeld door een potentiaalvrij contact aan tesluiten op AUX1 (X13:1 och X13:2) (bijverwarming)en/of AUX2 (X13:3 och X13:4) (compressor).
Extern blokkeren van bijverwarming en compressorkan worden gecombineerd.
Een gesloten contact betekent dat het elektrisch ver-mogen is uitgeschakeld.
4AUX2
AUX1
3
2
1
Extern F110
AA2-X13
LEK
1
2
3
4
1
2
3
4
5
6
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
AA2-X13
19Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F110
Voorbereidingen1. Controleer of het display is uitgeschakeld.2. Controleer of de vulventielen volledig dicht zijn en
of de temperatuurbegrenzer niet is geactiveerd.
LET OP!
Controleer de temperatuurbegrenzer (BT35)in de warmtepomp. Het kan zijn dat deze tij-dens het transport is ingeschakeld.
Vullen en ontluchtenDe boiler vullen
1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.2. Vul de boiler via de opening in de afsluiter op de
koudwateraansluiting van de boiler.3. Wanneer er met het water uit de warmtapwater-
kraan geen lucht meer meekomt, is de boiler volen kan de kraan worden gesloten.
OntluchtenOntlucht de warmtepomp met behulp van de ontluch-tingsnippel (QM25) tot er geen lucht meer zit in hetwater dat eruit komt. Herhaal deze ontluchting nadathet apparaat enige tijd in bedrijf is geweest.
LEK
QM25
Inbedrijfstelling en inspectieStarten
Voorzichtig!
Er moet water in de boiler zitten voordat dewarmtepomp wordt ingeschakeld. Controleerof de thermostaat BT35 op maximaal staat.
1. Start de F110 op door de stroomkabel aan te slui-ten.
2. Volg de instructies in de startgids op het display.Als de startgids niet start als u de warmtepompopstart, start u deze handmatig op in menu 5.7.
TIP
Zie pagina 22 en verder voor een nadere intro-ductie van het regelsysteem van de installatie(bediening, menu's, enz.).
Inbedrijfstelling
De eerste keer dat de warmtepomp wordt gestart,wordt de startgids gestart. In de instructies van destartgids wordt aangegeven wat er moet gebeurentijdens de eerste start en wordt er een overzicht gege-ven van de basisinstellingen van de warmtepomp.
De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordtuitgevoerd en niet wordt overgeslagen. De startgidskan later worden gestart in het menu 5.7.
LET OP!
Zolang als de startgids actief is, wordt geenenkele functie van de warmtepomp automa-tisch gestart.
De gids wordt bij elke herstart van de warmte-pomp weergegeven tot dit op de laatste pagi-na wordt uitgeschakeld.
Bediening in de startgids
Pijlen om door vensters te scrollen in de startgids
startgids 5.7tijd & datum
1. Druk op de knop omhoog of omlaag totdat depijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanum-mer) zijn gemarkeerd.
2. Druk op de knop OK of Terug om vooruit of terugte gaan in de startgids.
Zie pagina 22 voor een nadere introductie van het re-gelsysteem van de warmtepomp.
Controle selecterenDe fabrieksinstelling voor de F110 is dat deze contro-leert overeenkomstig delta-T, voor sommige boilersmoet dit worden veranderd in een constante stroom.De wijziging wordt verricht in menu 5.6 . Zie Servicepagina 32 voor instructies.
NIBE™ F110Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling20
6 Inbedrijfstelling en afstelling
Ventilatie instellen (luchtafvoer)De ventilatie moet in overeenstemming met de toepas-selijke standaarden worden ingesteld. De instellingwordt verricht in menu 5.1.5.
Zelfs wanneer de ventilatie ruwweg is ingesteld tijdensde installatie, is het van belang dat een ventilatieaan-passing wordt aangevraagd en toegestaan.
Voorzichtig!
Vraag om een ventilatieaanpassing om de in-stellingen te voltooien.
Ventilatorcapaciteit
0
100
200
300
400
500
0 50 100 150 200 250 300
Tillgängligt tryck (Pa)
Luftflöde
(m /h)(l/s)
3
100%90%
80%
70%
60%50%
40%30%
25 50 75
Beschikbare druk(Pa)
Luchtstroom
0
20
40
60
80
100
0 50 100 150 250200 300
25 50 75
30%
Luftflöde
(m /h)
(l/s)
Effekt(W)
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
3
Vermogen, ventilatorVermogen(W)
Luchtstroom
21Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ F110
Display-eenheid
A
B C D E
DisplayInstructies, instellingen en bedieningsinforma-tie worden op het display weergegeven.
A
Knop stand-byDe F110 kan in stand-by worden gezet metbehulp van de knop stand-by. De compressor,het elektrische verwarmingselement en deventilator worden dan uitgeschakeld. Houd deknop drie seconden ingedrukt om stand-by teactiveren/deactiveren.
B
Toets TerugDe toets terug wordt gebruikt om:■ terug te keren naar het vorige menu.■ een instelling te wijzigen die niet is bevestigd.
C
Toets OKDe toets OK wordt gebruikt om:■ selecties van submenu's/opties/instelwaar-
den te bevestigen.
D
Knoppen omhoog en omlaagMet de knoppen omhoog en omlaag kunt uhet volgende doen:■ in de menu's en tussen de opties scrollen.■ de waarden verhogen en verlagen.
E
MenusysteemAls de F110 is gestart, komt u in het informatiemenu.Hier wordt basisinformatie over de status van dewarmtepomp weergegeven.
Klok
Warmtapwatertemp.
Datum
Statuspictogrammen
In het informatiemenu verschijnt:■ bij het starten.■ wanneer de knop Terug in het hoofdmenu wordt
ingedrukt.■ na 15 minuten geen activiteit.
Druk op een knop om naar het hoofdmenu te gaan.
Hoofdmenu
ventilatie
WARMTAPWATER
INFO
MIJN SYSTEEM
De hoofdmenu's van het menusysteem worden hierweergegeven.
Menu 1 - ventilatieDe ventilatie instellen. Zie pagina 25.
Menu 2 - WARMTAPWATERInstellen en plannen van warmwaterproductie. Ziepagina 26.
Menu 3 - INFOWeergave van temperaturen en andere bedrijfsinfor-matie en toegang tot alarmlog. Zie pagina 28.
Menu 4 - MIJN SYSTEEMInstellen van tijd, datum, taal, bedrijfsmodus enz. Ziepagina 29.
Zie pagina 29.
NIBE™ F110Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding22
7 Bediening - Inleiding
Menu 5 - SERVICEGeavanceerde instellingen. Deze instellingen zijn nietbeschikbaar voor de eindgebruiker. Ga naar hethoofdmenu en houd de knop Terug 7 seconden inge-drukt om naar het Servicemenu te gaan. Zie pagina 31.
Symbolen displayDe volgende symbolen kunnen bij bedrijf op het displayverschijnen.
BeschrijvingSymbool
Dit symbool wordt weergegeven als decompressor draait.
Dit symbool wordt weergegeven als debijverwarming draait.
Dit symbool verschijnt als de snelheid vande ventilator afwijkt van de normale in-stelling.
Dit symbool verschijnt wanneer de luxestand voor warmtapwater wordt geacti-veerd of wanneer periodieke toenameactief is.
Dit symbool verschijnt als "programme-ring" is geactiveerd in menu 2.3.
Dit symbool verschijnt als "vakantie-instel-ling" is geactiveerd in menu 4.7.
WerkingOm de cursor te verplaatsen, drukt u op de knop om-hoog of omlaag. De gemarkeerde positie is altijd lichteren/of heeft een opwaartse tab.
Menu selecterenSelecteer een submenu door het met behulp van deknoppen omhoog en omlaag te selecteren en vervol-gens op de OK-knop te drukken om door het menusys-teem te navigeren.
Opties selecteren
auto
add. heat only
bedrijfsstand 4.2
Selecteerbare opties
In een optiemenu wordt de huidig geselecteerdeoptie aangegeven met een groen vinkje.
Een andere optie selecteren:
Markeer de betreffende optie met behulpvan de knop omhoog of omlaag. Een van deopties is voorgeselecteerd (wit).
1.
Druk op OK om de geselecteerde optie tebevestigen. De geselecteerde optie heeft eengroen vinkje.
2.
23Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE™ F110
Een waarde instellen
periodieke toename2.9.1
geactiveerd
periode dagen
Volgende verhoging
Instelbare waarde
Om een waarde in te stellen:
Markeer de waarde die u wilt instellenmet de knop omhoog of omlaag.
1.
Drukt u op OK. De achtergrond van dewaarde wordt groen. Dit betekent dat ude instelmodus hebt geopend.
2.
Druk op de knop omhoog om de waardete verhogen of op de knop omlaag omde waarde te verlagen.
3.
Druk op de OK-knop om de waarde tebevestigen die u hebt ingesteld. Druk opde toets Terug om ongedaan te makenen naar de oorspronkelijke waarde terugte keren.
4.
Door de vensters scrollenEen menu kan uit meerdere vensters bestaan. Markeerhet paginanummer, met de toetsen omhoog en om-laag, in de hoek linksboven en druk daarna op de knopOK om tussen de vensters te wisselen.
Huidigemenuvenster
Aantal vensters inhet menu
Door de vensters in de startgids scrollen
Pijlen om door vensters te scrollen in de startgids
startgids 5.7tijd & datum
1. Markeer, met de toetsen omhoog en omlaag, eenvan de pijlen in de hoek linksboven (bij het pagina-nummer).
2. Druk op de OK-toets om door de vensters in destartgids te bladeren.
NIBE™ F110Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding24
Menu 1 - ventilatieOverzicht1 - ventilatie
Menu 1 - ventilatie
Instelbereik: normaal en snelheid 1-4
Standaardwaarde: normaal
Dit menu wordt alleen weergegeven bij een ventilatie-module.
U kunt hier de ventilatie in de woning tijdelijk verhogenof verlagen.
Als er een nieuwe snelheid geselecteerd is, wordt erbegonnen met aftellen. Na 4 uur gaat de ventilatiesnel-heid weer terug naar de normale instelling.
De ventilatorsnelheid wordt tussen haakjes (als percen-tage) weergegeven achter iedere snelheidsoptie.
TIP
Indien er gedurende langere tijd wijzigingenzijn vereist, gebruikt u de vakantiefunctie.
25Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F110
8 Regeling - Menu's
Menu 2 - WARMTAPWATEROverzicht
2.1 - tijdelijk in luxe2 - WARMTAPWATER
2.2 - comfortstand
2.3 - programmering
2.9.1 - periodieke toename2.9 - geavanceerd
* Accessoire vereist.
Submenu's
Het menu WARMTAPWATER heeft meerdere subme-nu's. U vindt de statusinformatie van het betreffendemenu op het display aan de rechterkant van de menu´s.
tijdelijk in luxe Activering van tijdelijke verhoging inde warmtapwatertemperatuur. Statusinformatie geeftaan "uit" of wat de resterende tijdsduur is voor de tij-delijke temperatuurverhoging.
comfortstand Warmtapwatercomfort instellen. Destatusinformatie geeft aan welke modus er is geselec-teerd, "zuinig", "normaal" of "luxe".
programmering Warmtapwatercomfort programme-ren. Statusinformatie "actief" geeft aan dat de program-mering momenteel actief is en statusinformatie "instel-len" geeft aan dat de programmering is ingesteld, maarniet actief is.
geavanceerd Instellen van periodieke verhoging vande warmtapwatertemperatuur.
Menu 2.1 - tijdelijk in luxe
Instelbereik: 3, 6 en 12 uur en modus "uit"
Standaardwaarde: "uit"
Wanneer de vraag naar warmtapwater tijdelijk is ver-hoogd, kan dit menu worden gebruikt om een verho-ging in de warmtapwatertemperatuur te selecteren inde luxe modus voor een bepaalde tijd.
LET OP!
Indien de comfortmodus "luxe" is geselecteerdin menu 2.2, kan er verder geen verhogingmeer worden doorgevoerd.
De functie wordt onmiddellijk geactiveerd wanneer ereen periode is geselecteerd en deze is bevestigd meteen druk op OK. De resterende tijd voor de geselecteer-de instelling wordt aan de rechterkant weergegeven.
Wanneer de tijd voorbij is, keert de F110 terug naar demodus die in menu 2.2. is ingesteld.
Selecteer “uit" om tijdelijk in luxe uit te schakelen.
Menu 2.2 - comfortstand
Instelbereik: zuinig, normaal, luxe
Standaardwaarde: normaal
Het verschil tussen de te selecteren modi is de tempe-ratuur van het warmtapwater. Een hogere temperatuurbetekent dat er meer warmtapwater beschikbaar is.
zuinig: In deze modus is er minder warmtapwater be-schikbaar dan in de andere, maar deze modus is zuini-ger.
normaal: In de normale modus is een grotere hoeveel-heid warmtapwater beschikbaar, wat voor de meestehuishoudens genoeg is.
luxe: In de luxe modus is de grootst mogelijke hoeveel-heid warmtapwater beschikbaar. In deze modus wor-den de elektrische bijverwarming en de compressorgebruikt om warmtapwater te verwarmen, waardoorde energiekosten kunnen oplopen.
Menu 2.3 - programmeringHier kunt u instellen met welk warmtapwatercomfortde warmtepomp moet werken.
Het programma wordt geactiveerd/gereactiveerd dooral dan niet aanvinken van "geactiveerd". Insteltijdenworden niet beïnvloed door een deactivering.
PeriodeDag
Ingeschakeld
Comfort-stand
programmering2.3
geactiveerd
allemaadinswodonvrizatzon
zuinigzuinigzuinigzuinigzuinigzuinigzuinig05:30
05:3005:30
05:3005:3005:3005:30
06:0006:0006:0006:0006:0006:0006:00
Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor degeselecteerde periode. Insteltijden worden niet beïn-vloed door een deactivering.
Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week hetprogramma van toepassing is. Om het programma vooreen bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor diedag worden gereset door de starttijd en stoptijd het-zelfde in te stellen. Indien de regel "allemaal" wordtgebruikt, worden alle dagen van de periode ingesteldop deze tijden.
NIBE™ F110Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's26
Periode:U kunt hier de start- en stoptijd voor de gese-lecteerde dag van het programma selecteren.
Comfort-stand: Stel hier het warmtapwatercomfortin dat tijdens het programma moet worden toegepast.
TIP
Als u voor elke dag van de week hetzelfdeprogramma wilt instellen, vult u eerst "alle" inen wijzigt u daarna de gewenste dagen.
LET OP!
Indien de stoptijd eerder op de dag valt dande starttijd, betekent dit dat de periode tot namiddernacht doorloopt.
Het programma start altijd op de datumwaarvoor de starttijd is ingesteld.
Als tijdperioden elkaar bij middernacht over-lappen, krijgt de tijdperiode die na midder-nacht start prioriteit.
Menu 2.9 - geavanceerdMenu geavanceerd heeft oranje tekst en is bedoeldvoor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft een sub-menu.
Menu 2.9.1 - periodieke toename
periodeInstelbereik: 1 - 90 dagen
Fabrieksinstelling: geactiveerd, 14 dagen
De ketel, de compressor en het elektrische verwarmings-element kunnen de warmwatertemperatuur met regel-matige intervallen voor korte tijd verhogen om bacte-riegroei te voorkomen.
De duur tussen de verhogingen kan hier worden gese-lecteerd. De tijd kan worden ingesteld tussen 1 en 90dagen. De fabrieksinstelling is 14 dagen. Plaats/verwij-der het vinkje bij "geactiveerd" om de functie te star-ten/uit te schakelen.
27Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F110
Menu 3 - INFOOverzicht
3.1 - service-info3 - INFO
3.2 - compressor info
3.3 - info bijverwarming
3.4 - alarm log
Submenu's
Het menu INFO heeft meerdere submenu's. U kunt indeze menu's geen instellingen doorvoeren. De menu'sgeven slechts informatie.
service-info geeft de temperatuurniveaus en softwa-reversies in de warmtepomp weer.
compressor info geeft bedrijfstijden, aantal starts enstatus voor de compressor weer.
info bijverwarming geeft informatie weer over bedrijfs-tijden en status van bijverwarming.
alarm log geeft de meest recente alarmmeldingen eninformatie over de warmtepomp weer nadat er eenalarm is afgegaan.
Menu 3.1 - service-infoInformatie over de huidige bedrijfsstatus van dewarmtepomp (bijv. huidige temperaturen, enz.) kanhier worden verkregen. Er kunnen geen wijzigingenworden doorgevoerd.
De informatie staat op meerdere pagina's. Druk op depijltjestoetsen omhoog en omlaag om tussen de pagi-na's te scrollen.
Symbolen in dit menu:
BijverwarmingCompressor
Periodieke toena-me of luxe standvoorwarmtapwa-ter
Ventilatie (alleengetoond met uit-laatluchtinstalla-tie)
Vakantie-instel-ling
Programmeren
Menu 3.2 - compressor infoInformatie over de bedrijfsstatus en statistieken vande compressor kunt u hier verkrijgen. Er kunnen geenwijzigingen worden doorgevoerd.
Menu 3.3 - info bijverwarmingU kunt hier informatie over de bedrijfsstatus en statis-tieken van de bijverwarming verkrijgen. Er kunnen geenwijzigingen worden doorgevoerd.
Menu 3.4 - alarm logOm storingen van de warmtepomp eenvoudiger tekunnen vinden, worden de bedrijfsstatus en alarmwaar-schuwingen hier opgeslagen. U vindt hier informatieover de 10 meest recente alarmmeldingen.
Indien u de bedrijfsstatus in het geval van een alarmwilt bekijken, markeert u het alarm en drukt u op OK.
NIBE™ F110Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's28
Menu 4 - MIJN SYSTEEMOverzicht
4.2 - bedrijfsstand4 - MIJN SYSTEEM
4.4 - tijd & datum
4.6 - taal
4.7 - vakantie-instelling
4.8 - alarm
4.9.4 - fabrieksinstelling4.9 - geavanceerd
Submenu's
Het menu MIJN SYSTEEM heeft meerdere submenu's.U vindt de statusinformatie van het betreffende menuop het display aan de rechterkant van de menu´s.
bedrijfsstand Activering van handmatige of automa-tische bedrijfsmodus. De geselecteerde bedrijfsmoduswordt weergegeven in de statusinformatie.
tijd & datum Huidige tijd en datum instellen. Statusin-formatie geeft de tijd weer.
taal Selecteer hier de taal voor het display. De geselec-teerde taal wordt weergegeven in de statusinformatie.
vakantie-instelling Vakantieprogramma voor warm-tapwater en ventilatie. Statusinformatie "instellen"wordt weergegeven als u een vakantieprogramma in-stelt dat op dit moment niet actief is, "actief" wordtweergegeven als er een deel van het vakantieprogram-ma actief is. Als dat niet het geval is, wordt " uit"weergegeven.
alarm Alarmmeldingen kunnen hier worden gereset.
geavanceerd Alle instellingen naar standaard fabrieks-waarden resetten.
Menu 4.2 - bedrijfsstand
bedrijfsstandInstelbereik: auto, add. heat only
Standaardwaarde: auto
De bedrijfsstand van de warmtepomp is meestal inge-steld op "auto". Het is ook mogelijk om de warmte-pomp in te stellen op "add. heat only", maar alleen alser bijverwarming wordt gebruikt.
Wijzig de bedrijfsstand door de gewenste stand aante vinken en op de OK-knop te drukken.
Bedrijfsstand auto
In deze bedrijfsstand selecteert de warmtepomp auto-matisch welke functies zijn toegestaan.
Bedrijfsstand add. heat only
In deze bedrijfsmodus is de compressor niet actief. Erwordt alleen gebruikgemaakt van bijverwarming.
LET OP!
Als u modus "add. heat only" kiest, wordt deselectie van de compressor ongedaan gemaakten zijn de energiekosten hoger.
Menu 4.4 - tijd & datumHier stelt u tijd en datum en displaymodus in.
Menu 4.6 - taalKies hier de taal waarin u de informatie wilt aflezen.
Menu 4.7 - vakantie-instellingOm het energieverbruik terug te brengen, kunt u detemperatuur van warmtapwater en eventuele ventilatieverlagen.
Deze instelling geldt voor alle afgiftesystemen metruimtesensoren.
Deze instelling geldt voor alle afgiftesystemen zonderruimtesensoren.
Het vakantieprogramma start om 00:00 op de startda-tum en stopt om 23:59 op de stopdatum.
TIP
Beëindig de vakantie-instelling ongeveer eendag voordat u terugkomt, zodat de tempera-tuur van het warmtapwater weer tot de gebrui-kelijke niveaus kan komen.
LET OP!
Als u ervoor kiest om de warmtapwaterproduc-tie uit te schakelen tijdens de vakantie, worden"periodieke toename" (om bacteriegroei tevoorkomen) gedurende deze periode geblok-keerd. "periodieke toename" die zijn gestartbij het instellen voor de vakantie worden welafgemaakt.
Menu 4.8 - alarmDit menu is alleen beschikbaar als er een alarm is gege-ven.
Hier kunt u actieve alarmmeldingen in de F110 reset-ten.
29Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F110
Menu 4.9 - geavanceerdMenu geavanceerd heeft oranje tekst en is bedoeldvoor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft een sub-menu.
Menu 4.9.4 - fabrieksinstellingAlle instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker(inclusief geavanceerde menu's) kunnen hier wordengereset naar de standaardwaarden.
LET OP!
Na de fabrieksinstellingen moeten de gebrui-kersinstellingen worden gereset.
NIBE™ F110Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's30
Menu 5 - SERVICEOverzicht
5.1.1 - warmwaterinstellingen5.1 - bedrijfsinstellingen5 - SERVICE
5.1.5 - ventilatorsnelheid
5.1.15 - lucht-in-temp.
5.1.16 - installatie
5.5 - fabrieksinstelling
5.6 - geforceerde regeling
5.7 - startgids
5.8 - snelstart
Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 se-conden ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan.
Submenu's
Het menu SERVICE heeft oranje tekst en is bedoeldvoor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerderesubmenu's.
bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor dewarmtepomp.
fabrieksinstelling Totale reset van alle instellingen(inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de ge-bruiker) naar standaardwaarden.
geforceerde regeling Gedwongen regeling van deverschillende componenten in de warmtepomp.
startgids Handmatige start van de startgids die deeerste keer wordt gebruikt wanneer de warmtepompwordt gestart.
snelstart Snelstarten van de compressor.
Voorzichtig!
Onjuiste instellingen in de servicemenu's kun-nen schade aan de warmtepomp veroorzaken.
Menu 5.1 - bedrijfsinstellingenVerricht hier de instellingen voor de warmtepomp.
Menu 5.1.1 - warmwaterinstellingen
zuinigInstelbereik zuinig starttemp: 10 – 53 °C
Fabrieksinstelling zuinig starttemp: 45 °C
Instelbereik zuinig stoptemperatuur: 13 – 56 °C
Fabrieksinstelling zuinig stoptemperatuur: 51 °C
normaalInstelbereik normaal starttemp: 10 - 53 °C
Fabrieksinstelling normaal starttemp: 49 °C
Instelbereik normaal stoptemperatuur: 13 - 56 °C
Fabrieksinstelling normaal stoptemperatuur: 54 °C
luxeInstelbereik luxe starttemp: 10 – 77 °C
Fabrieksinstelling luxe starttemp: 53 °C
Instelbereik luxe stoptemperatuur: 13 – 80 °C
Fabrieksinstelling luxe stoptemperatuur: 58 °C
stop per verhogingInstelbereik: 5 – 80 °C
Standaardwaarde: 60 °C
Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van hetwarmtapwater voor de verschillende comfortopties inmenu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodiekeverhogingen in menu 2.9.1.
31Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F110
Menu 5.1.5 - ventilatorsnelheid
AfvoerluchtinstallatieInstelbereik: 30 – 100 %
Fabrieksinstelling normaal: 70 %
Fabrieksinstelling snelheid 1: 30 %
Fabrieksinstelling snelheid 2: 50 %
Fabrieksinstelling snelheid 3: 70 %
Fabrieksinstelling snelheid 4: 90 %
BuitenluchtinstallatieInstelbereik: 30 – 100 %
Fabrieksinstelling snelheid 1: 70 %
Fabrieksinstelling snelheid 2: 50 %
Installatie omgevingsluchtInstelbereik: 30 – 100 %
Fabrieksinstelling snelheid 1: 30 %
Stel hier de snelheid van de ventilator in.
Bij buitenluchtinstallaties draait de ventilator op snel-heid 1 bij buitentemperaturen onder de 10 °C. Vervol-gens neemt snelheid 2 het over.
LET OP!
Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kanhet huis beschadigen en kan tot een hogerenergieverbruik leiden.
Menu 5.1.15 - lucht-in-temp.
max lucht-in-tmp.Instelbereik: 20 - 37 °C
Standaardwaarde: 37 °C
min lucht-in-tmp.Instelbereik: -10 - 25 °C
Fabrieksinstelling buitenlucht: -10 °C
Fabrieksinstelling omgevingslucht en afvoerlucht:10 °C
Stel hier de min. en max. temperatuur van de inlaat-lucht voor de F110 in.
Menu 5.1.16 - installatie
installatieInstelbereik: buitenlucht, omgevingslucht, afvoer-lucht
Fabrieksinstelling: buitenlucht
Hier stelt u in hoe de F110 is geïnstalleerd.
Dit menu wordt niet gereset als u teruggaat naar defabrieksinstellingen in menu 4.9.4 of 5.5.
Menu 5.5 - fabrieksinstellingAlle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusiefinstellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker)naar standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start vande warmtepomp de startgids weergegeven.
Menu 5.6 - geforceerde regelingU kunt hier de verschillende componenten in dewarmtepomp regelen (pompen, wisselkleppen e.d.).
Menu 5.7 - startgidsWanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordtgestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kuntu deze handmatig starten.
Zie pagina 20 voor meer informatie over de startgids.
Menu 5.8 - snelstartVan hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtapwatervraag zijn om decompressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-starten gedurende een kort periode, wanthierdoor kunnen de compressor en zijn neven-apparatuur beschadigen.
NIBE™ F110Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's32
ServicehandelingenVoorzichtig!
Service mag uitsluitend door ter zake kundigpersoneel worden verricht.
Gebruik bij het vervangen van onderdelen vande F110 uitsluitend vervangende onderdelenvan NIBE.
Systeem leegmaken
1. Onderbreek de stroom naar de warmtepomp doorde toevoerkabel eruit te trekken.
2. Sluit de afsluiter (QM30) (rechtsom draaien).3. Open de mengafsluiter (FQ1) volledig (linksom
draaien).4. Open de veiligheidsklep (FL1) (langzaam linksom
draaien totdat deze omhoog blijft staan).
Voorzichtig!
Aftappen gaat via de overstortleiding vande veiligheidsklep. Kijk uit voor waterspet-ters.
5. Open een warmwaterkraan om lucht in het sys-teem te trekken. Als dit niet voldoende is, maaktu een leidingkoppeling gemarkeerd met HW opde mengafsluiter los.
Om F110 Cu sneller af te tappen: draai de vacuümklep(FL6) een paar slagen los. Er stroomt wat water uit bijde klep.
Om F110 R sneller af te tappen: draai de ontluchtings-schroef (QM5) een paar slagen los. Er stroomt watwater uit bij de schroef.
33Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE™ F110
9 Service
Ga als de F110 niet samen met het binnendeel is geïn-stalleerd, direct naar Problemen oplossen.
In de meeste gevallen merkt de warmtepomp bedrijfs-storingen op (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot ver-storingen van het warmtapwatercomfort) en geeft ditaan met alarmmeldingen op het display.
InfomenuAlle meetwaarden van de warmtepomp zijn samenge-bracht onder menu 3.1 in het menusysteem van dewarmtepomp. Vaak vindt u de oorzaak van de storingeen stuk eenvoudiger door even naar de waarden indit menu te kijken.
Alarm beheren
alarm 291
laadpomp
hulpmodus
alarm resetten
nee ja
In geval van een alarm is er een storing opgetreden,die wordt aangegeven door een alarmsymbool op hetdisplay.
AlarmIn geval van een alarm is er een storing opgetreden,die de F110 niet zelf kan verhelpen. Op het display zietu wat voor soort alarm het is en kunt u het alarm reset-ten. U kunt er ook voor kiezen om de warmtepomp inte stellen op de helpstand.
alarm resetten Meestal is het voldoende om "alarmresetten" te selecteren om het probleem dat het alarmheeft veroorzaakt, te herstellen. Als de oorzaak van hetalarm blijft bestaan, verschijnt het alarm opnieuw. Alshet alarm verdwijnt en terugkeert, zie dan het hoofd-stuk over het oplossen van problemen (pagina 35).
hulpmodus "hulpmodus” is een type noodstand. Ditbetekent dat de warmtepomp warmtapwater produ-ceert ondanks het feit dat er een probleem is.Dit kan betekenen dat de compressor van de warmte-pomp niet draait. In dit geval produceert het elektrischeverwarmingselement warmtapwater.
LET OP!
Het selecteren van ”hulpmodus” is iets andersdan het verhelpen van het probleem dat hetalarm heeft veroorzaakt. Het alarmsymboolwordt nog steeds weergegeven.
Alarmlijst
Sensoralarm, bijvoorbeeld BT6/BT13/BT77:
De sensor is defect of heeft geen contact meer met deaccessoirekaart. Het alarm herstelt zich automatischna de juiste aansluiting.■ Controleer de aansluiting van de sensor op de basis-
kaart en of er geen kortsluiting is opgetreden in dekabel.
■ Indien het bovenstaande niet de oorzaak van hetdefect is, vervang dan de sensor.
NIBE™ F110Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort34
10 Storingen in comfort
Communicatiealarm display
Het display heeft geen contact meer met de basiskaart.■ Controleer de aansluiting tussen de F110 en de ba-
siskaart en of er geen kortsluiting is opgetreden inde kabel.
Problemen oplossenIndien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven ophet display, kunt u de volgende adviezen opvolgen.
BasishandelingenStart met een controle van de volgende mogelijkestoringsbronnen:■ Dat het binnendeel of de voedingskabel naar de F110
wordt aangesloten.■ Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.■ De aardlekschakelaar van de woning.
Lage warmtapwatertemperatuur of gebrekaan warmtapwater■ Groot warmtapwaterverbruik.■ Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U
kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.
■ Te lage warmtapwaterinstelling.■ Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
modus.■ Geringe of geen ventilatie (afvoerluchtinstallatie)■ Zie de sectie "Geringe of geen ventilatie".
■ Van toepassing op blokkering van toevoerlucht(buitenluchtinstallatie)■ Maak het rooster schoon.
■ Filter verstopt (installatie met omgevingslucht)■ Reinig of vervang het filter.
■ Thermostaatinstelling te laag (BT35)■ Zet de thermostaat op max.
Geringeof geen ventilatie (ventilatieluchtin-stallatie)■ De ventilatie is niet ingeregeld.■ Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■ Filter verstopt.■ Reinig of vervang het filter.
■ Afvoerluchtapparaat geblokkeerd of te veel ge-smoord.■ Controleer en reinig de afvoerluchtinstallaties.
■ Ventilatorsnelheid in verminderde modus.■ Open menu 1 en selecteer "normaal".
Hoge of ontregelde ventilatie (uitlaatlucht-installatie)■ De ventilatie is niet ingeregeld.■ Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■ Ventilatorsnelheid in gedwongen modus.■ Open menu 1 en selecteer "normaal".
■ Filter verstopt.
■ Reinig of vervang het filter.
35Hoofdstuk 10 | Storingen in comfortNIBE™ F110
Borrelend geluid■ Niet genoeg water in het waterslot.■ Vul het waterslot bij met water.
■ Gesmoord waterslot.■ Controleer de condenswaterslang en stel deze af.
NIBE™ F110Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort36
Basisuitbreiding EF 45Onderdeelnr. 067 152
BovenbehuizingBovenbehuizing voor wegwerken ventilatiekanalen.
245 mm
Onderdeelnr. 089 756
345 mm
Onderdeelnr. 089 757
395-645 mm
Onderdeelnr. 089 758
Demonteerbare klepaansluitingVoor externe installatie, verplaatsing of demontage.
F110 Koper
Onderdeelnr. 624 922
F110 staal
Onderdeelnr. 624 923
37Hoofdstuk 11 | AccessoiresNIBE™ F110
11 Accessoires
Afmetingen en aansluitingen
440
Ø125
40
20
10 2
07
5
70 40
20
25
-50 560
60
5
22
0
155
440
595
Ø160
NIBE™ F110Hoofdstuk 12 | Technische gegevens38
12 Technische gegevens
Technische specificaties
NIBENaam leverancier
F110Model leverancier
OmgevingsluchtBuitenluchtAfvoerluchtType installatie
1,321)1,082)1,321)kWGespecificeerde uitvoer overeenkomstigEN16147
3,272,362,89COP47dB(A)Niveau geluidsvermogen (LW(A)) overeenkom-
stig EN 12 1024)
43dB(A)Geluidsdrukniveau in boilerkamer (LP(A))overeenkomstig EN ISO 11 2035)
1) bij 180 m3/u en luchttemperatuur van 20 °C2) bij 250 m3/u en luchttemperatuur van 7 °C4) De waarde kan verschillen afhankelijk van de geselecteerdeventilatorsnelheid. Ga naar www.nibe.eu voor uitgebreidere ge-luidsgegevens, waaronder geluid naar kanalen.5) De waarde kan verschillen, afhankelijk van het dempend ver-mogen van de ruimte. Deze waarden gelden bij een dempingvan 4 dB.
39Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F110
1 x 230 V
Extra vermogen1,3kWUitvoer elektrisch verwarmingselement
(max.)Elektrische gegevens
230V ~ 50 HzVNominale spanning9,1AMax. bedrijfsstroom
5 - 20WAandrijfvermogen circulatiepomp20 - 75WAandrijfvermogen ventilator
1,32kWGespecificeerde compressoruitvoer overeen-komstig EN161476)
10AZekeringIP 21Veiligheidsklasse
Koudemiddel systeemR134AType koudemiddel
0,38kgVolumeRotatieCompressortype
2,2/22,0MPa/barHogedrukpressostaat HPLuchtstroomvereiste
-83-l/sMin. luchtstroom, luchttemperatuur <10 °C254225l/sMin. luchtstroom, luchttemperatuur >10 °C
+10 - +37-10 - +37+10 - +37°CTemperatuurbereik voor werking compressor(fabrieksinstelling)Aansluiting van de leidingen
22mmWarmtapwater uitw. Ø22mmKoud water uitw. Ø15mmVeiligheidsklep uitw. Ø
160mmVentilatie uitw. Ø160 / 125mmFilterdoos uitw. Ø
6) 180 m3/u
NIBE™ F110Hoofdstuk 12 | Technische gegevens40
Diversen
BoilerRCUCorrosiebeveiliging
265literVolume, ketel0,2/2,0MPa/barMin. druk in boiler
1,0/10,0MPa/barMax. druk in ketel1,0/10,00,9/9,0MPa/barVeiligheidsklep stort over bij
56°Cmax. temperatuur met compressor95°Cmax. temperatuur met bijverwarming
Capaciteit warmtapwaterproductie volgens EN 161477)
365literTapvolume 40 °C bij Normaal comfort (Vmax)
42WStand-byverlies bij Normaal comfort (Pes)
Afmetingen en gewicht600mmBreedte605mmDiepte
2030 - 2060mmHoogte2110mmBenodigde ruimte
127144kgGewicht066 025066 083Onderdeelnr.
7) A20(12), luchtstroom 180 m3/u
41Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F110
EnergielabelNIBE ABNaam leverancier
F110Omgevingslucht
F110Buitenlucht
F110Afvoerlucht
Model leverancier
XLXLXLOpgegeven tapprofiel
AAAEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat
13195116%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat, ƞwh
1 2831 7781 452kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat, AEC
545454°CThermostaatinstelling474747dBGeluidsniveau LWA binnen
13182116%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat,ƞwh
131106116%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm kli-maat, ƞwh
1 2832 0371 452kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koudklimaat, AEC
1 2831 5891 452kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warmklimaat, AEC
5,838,086,60kWhDagelijks elektriciteitsverbruik, Qelec
EN 16147Toegepaste standaarden
NIBE™ F110Hoofdstuk 12 | Technische gegevens42
Elektrisch schema
43Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F110
Index
AAccessoires, 37Afmetingen en aansluitingen, 38Afmetingen en leidingaansluitingen, 13–14Afmetingen leiding, 13Alarm beheren, 34
BBediening, 22, 25
Bediening - Inleiding, 22Regeling - Menu's, 25
Bediening - Inleiding, 22Menusysteem, 22Ruimte-eenheid, 22
Belangrijke informatie, 2Veiligheidsinformatie, 2
Bezorging en verwerking, 5Geleverde componenten, 7Transport, 5Verwijderen van de buitenmantel, 8
CContactgegevens, 4
DDe boiler vullen, 20
EElektrische aansluitingen, 18
Aansluitingen, 18Algemeen, 18Temperatuurbegrenzer, compressor, 18
Elektrisch schema, 43Energielabel, 42Externe aansluitopties
Mogelijke selectie AUX-ingangen, 19Schakelaar extern blokkeren bijverwarming en/of compres-sor, 19
GGeleverde componenten, 7
HHet ontwerp van de afvoerluchtmodule
Lijst met onderdelen, 11Het ontwerp van de warmtepomp, 10
IInbedrijfstelling en afstelling, 20
Opstarten en inspectie, 20Voorbereidingen, 20Vullen en ontluchten, 20
Inbedrijfstelling en inspectieDe ventilatie instellen, 21Opstarten, 20
Inspectie van de installatie, 3
KKanaal voor afvoerlucht, 17Keurmerk, 2Koud en warm water aansluiten, 13
LLeiding- en luchtaansluitingen, 12Leiding- en ontluchtaansluitingen
Afmetingen en leidingaansluitingen, 13–14Afmetingen leiding, 13Algemene leidingaansluitingen, 12Kanaal voor afvoerlucht, 17Koud en warm water aansluiten, 13Ontluchting aanpassen, 17
Ontwerpafmetingen, 13Symboolverklaring, 12Systeemschema, 12Ventilatiestroom, 17
MMenu 1 - BINNENKLIMAAT, 25Menu 2 - WARMTAPWATER, 26Menu 3 - INFO, 28Menu 4 - WARMTEPOMP, 29Menu 5 - SERVICE, 31Menusysteem, 22Mogelijke selectie AUX-ingangen, 19Montage, 5
OOntluchting aanpassen, 17Ontwerpafmetingen, 13Opstarten en inspectie, 20
PProblemen oplossen, 35
RRegeling - Menu's, 25
Menu 1 - BINNENKLIMAAT, 25Menu 2 - WARMTAPWATER, 26Menu 3 - INFO, 28Menu 4 - WARMTEPOMP, 29Menu 5 - SERVICE, 31
Ruimte-eenheid, 22
SSchakelaar extern blokkeren bijverwarming en/of compressor, 19Serienummer, 2Service
Servicehandelingen, 33Servicehandelingen, 33
Systeem leegmaken, 33Symbolen, 2Symboolverklaring, 12Systeem leegmaken, 33Systeemschema, 12
TTechnische gegevens, 38–39
Afmetingen en aansluitingen, 38Elektrisch schema, 43Technische gegevens, 39
Temperatuurbegrenzer, compressor, 18Resetten, 18
Transport, 5Montage, 5
VVeiligheidsinformatie, 2
CE-merk, 2Contactgegevens, 4Inspectie van de installatie, 3Serienummer, 2Symbolen, 2
Ventilatiestroom, 17Verstoringen van comfort
Alarm beheren, 34Problemen oplossen, 35
Verwijderen van de buitenmantel, 8Voorbereidingen, 20Vullen en ontluchten, 20
De boiler vullen, 20
NIBE™ F110Hoofdstuk 13 | Index44
13 Index
SE
ÅtervinningLämna avfallshanteringen av emballaget till den installatör som installerade produkten eller till särskildaavfallsstationer.
När produkten är uttjänt får den inte slängas bland vanligt hushållsavfall. Den ska lämnas in till särskildaavfallsstationer eller till återförsäljare som tillhandahåller denna typ av service.
Felaktig avfallshantering av produkten från användarens sida gör att administrativa påföljder tillämpasi enlighet med gällande lagstiftning.
GB
RecoveryLeave the disposal of the packaging to the installerwho installed the product or to specialwaste stations.
Do not dispose of used products with normal householdwaste. It must be disposed of at a special wastestation or dealer who provides this type of service.
Improper disposal of theproduct by theuser results in administrative penalties in accordancewith currentlegislation.
DE
RecyclingÜbergeben Sie den Verpackungsabfall dem Installateur, der das Produkt installiert hat, oder bringen Sieihn zu den entsprechenden Abfallstationen.
Wenn das Produkt das Ende seiner Lebensdauer erreicht hat, darf es nicht über den normalen Hausmüllentsorgtwerden. Stattdessenmussesbei speziellenEntsorgungseinrichtungenoderHändlernabgegebenwerden, die diese Dienstleistung anbieten.
Eine unsachgemäße Entsorgung des Produkts durch den Benutzer zieht Verwaltungsstrafen gemäßgeltendem Recht nach sich.
WS name: -GemensamtWS version: a81 (working edition)Publish date: 2015-09-16 10:39
NIBE AB Sweden
Hannabadsvägen 5Box 14 SE-285 21 [email protected]
331151